Ondernemend Altena Kansen Voor De Grondgebonden Landbouw
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Samenvatting Ondernemend Altena Kansen voor de grondgebonden landbouw Hetty van der Stoep Adri van den Brink 2005 Wageningen Studies in planning, analyse en ontwerp # 004 . 1 Ondernemend Altena Kansen voor de grondgebonden landbouw Hetty van der Stoep Adri van den Brink Wageningen Studies in planning, analyse en ontwerp, nr. 4, oktober 2005 © 2005, Wageningen Universiteit 3 Ondernemend Altena – Kansen voor de grondgebonden landbouw Colofon Stoep, van der H. en A. van den Brink. (2005). Ondernemend Altena: Kansen voor de grondgebonden landbouw. Wageningen Studies in planning, analyse en ontwerp #4. Wageningen: Wageningen Universiteit. Onderzoek in opdracht van de gebiedscommissie Wijde Biesbosch. Stuurgroep onderzoek: - Dhr. A.B. Snoek, voorzitter (dijkgraaf Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch tot 1 januari 2005) - Dhr. J.J.M. van de Aa en dhr. M.J.G. Paauw (ZLTO) - Dhr. J. van Asseldonk (ZLTO afdeling Altena-Biesbosch) - Mevr. F.M.C. Witmer (Provincie Noord-Brabant – projectbureau Wijde Biesbosch) - Dhr. R. Boevé (Rabobank Altena) Met dank aan Ilja de Boer, Ivo Derksen en Edo Gies voor hun bijdragen aan het rapport. ISBN 90-6754-971-1 © 2005 Wageningen Universiteit, Leerstoelgroep Landgebruiksplanning Generaal Foulkesweg 13, 6703 BJ Wageningen Tel. 0317-483311, fax. 0317-482166 www.dow.wur.nl/lup Wageningen Universiteit aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Leerstoelgroep Landgebruiksplanning. 4 Woord vooraf Wijde Biesbosch is de naam van een van de revitaliseringsgebieden in Noord-Brabant. Het provinciaal bestuur wil met de revitalisering een nieuwe impuls geven aan het landelijk gebied. Doel is het platteland economisch vitaal, groen en leefbaar te houden. Dit vergt een integrale aanpak van economische, sociale en ecologische problemen. Veel mensen zijn bij dit proces betrokken. De gebiedscommissie voor Wijde Biesbosch is dan ook breed samengesteld en werkt intensief samen met vele partijen. Het door de commissie opgestelde gebiedsplan is afgelopen voorjaar door Provinciale Staten vrijwel ongewijzigd overgenomen en vastgesteld. De fase van uitvoering van het plan is begonnen. Al tijdens de voorbereiding van het gebiedsplan constateerde de gebiedscommissie dat de situatie in het Land van Heusden en Altena extra aandacht vroeg. Kenmerkend voor dit deel van Wijde Biesbosch zijn rust en openheid. De commissie ziet voor de landbouw een belangrijke rol weggelegd om die kwaliteiten te behouden en te versterken. Tegelijkertijd is er in dit gebied een aantal grote ruimtelijke opgaven die om een oplossing vragen. Niet duidelijk is hoe de landbouw te midden van dit krachtenspel in de toekomst kan blijven functioneren. Bovendien is de sector zelf onderhevig aan allerlei veranderingsprocessen. Steeds minder agrarische ondernemers zullen in de toekomst in staat zijn hun bedrijf voort te zetten. Tegen deze achtergrond wilde de gebiedscommissie weten wat de kansen zijn voor de grondgebonden landbouw in het Land van Heusden en Altena. Beantwoording van deze vraag is van belang voor de realisering van de doelstellingen van het gebiedsplan. Het is ook belangrijk te weten welke acties nodig zijn om de kansen die er liggen, te pakken. En verder: wie moet dan in beweging komen, wie werkt met wie samen, welke instrumenten zijn nodig en wat moet het resultaat zijn? Met deze vragen heeft de gebiedscommissie zich gewend tot de leerstoelgroep Landgebruiksplanning van Wageningen Universiteit. Het onderzoek bestond uit twee nauw met elkaar samenhangende delen: een analyse van de huidige landbouwstructuur en gesprekken met de streek in de vorm van discussieateliers. De resultaten van het onderzoek zijn opgeschreven in dit rapport. Ik ben van mening dat het rapport een helder beeld geeft van de situatie van de landbouw in het Land van Heusden en Altena en van de mogelijkheden om met elkaar in actie te komen. De voorstellen die de onderzoekers doen spreken aan. Ik noem bijvoorbeeld de aanpak van de verkavelingsproblematiek, de oprichting van een grondcoöperatie en het in het leven roepen van een ontwikkelbureau Altena. Op deze plaats past een verwijzing naar de recent verschenen nota Kiezen voor landbouw van minister Veerman. Ondernemers zullen zelf aan de slag moeten, aldus de minister. Dit rapport onderschrijft dat en geeft daartoe een mooie aanzet voor het Land van Heusden en Altena. Daarbij wordt opgemerkt dat maatwerk in de toepassing van lokaal beleid nodig zal zijn om ondernemers daadwerkelijk in staat te stellen innovatieve en duurzame bedrijfsstrategieën te ontwikkelen die gecombineerd worden met een verantwoord beheer van het landschap. De streek is nu aan zet! Tot slot wil ik de onderzoekers, ir. Hetty van der Stoep en prof.dr.ir. Adri van den Brink, danken voor het werk dat zij hebben gedaan en vooral ook voor de plezierige wijze waarop zij dat hebben gedaan. Verder dank ik iedereen die op een of andere wijze aan het onderzoek een bijdrage heeft geleverd. Bastiaan Snoek voorzitter stuurgroep 5 Ondernemend Altena – Kansen voor de grondgebonden landbouw 6 Samenvatting Samenvatting Het noordelijk deel van Wijde Biesbosch, een van de Brabantse revitaliseringsgebieden, is het Land van Heusden en Altena. De rust en de openheid van het Land van Heusden en Altena worden in het gebiedsplan en in de Structuurvisie Plus het ‘goud’ van het gebied genoemd. De gebiedscommissie ziet voor de landbouw een belangrijke rol weggelegd om die kwaliteit te behouden en te versterken. Tegelijkertijd liggen er in dit gebied een aantal grote ruimtelijke opgaven voor water, natuur en stedelijke functies. Het is niet duidelijk welke positie de landbouw zal innemen in dit krachtenspel. De agrarische sector is onderhevig aan veranderingsprocessen, die behalve door regionale ruimtelijke ontwikkelingen worden bepaald door Europese en nationale regelgeving op het gebied van landbouw, natuur en milieu en door marktontwikkelingen. Een steeds kleiner aantal agrarische ondernemers zal mogelijkheden zien om te vergroten of te specialiseren, terwijl anderen hun bedrijf zullen verkopen of zullen omschakelen naar verbrede landbouw. Doel en vraagstelling van het onderzoek De gebiedscommissie heeft de Leerstoelgroep Landgebruiksplanning van Wageningen Universiteit benaderd met de vraag of - uitgaande van het gebiedsplan Wijde Biesbosch - door middel van onderzoek nagegaan kan worden welke kansen er liggen voor de grondgebonden landbouw in het Land van Heusden en Altena en welke instrumenten nodig zijn om die kansen te grijpen. Op basis hiervan is de volgende tweeledige vraagstelling van het onderzoek geformuleerd: 1. Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de grondgebonden landbouw in het Land van Heusden en Altena gelet op het gebiedsplan en lopende ruimtelijke processen in het gebied? 2. Welke acties zijn mogelijk om de grondgebonden landbouw in staat te stellen kansen in de toekomst te benutten in samenhang met de operationalisering van niet-agrarische doelen uit het gebiedsplan? Uitgangspunt is geweest de wens van de stuurgroep van het onderzoek om de nadruk te leggen op de analyse van de landbouwkundige structuur als basis voor aanbevelingen over kansrijke mogelijkheden en passend instrumentarium voor de ontwikkeling van de grondgebonden landbouw. Het onderzoek bestond uit twee samenhangende onderdelen: een landbouwstructuuranalyse met een analyse van bedrijfskenmerken en verkavelingskenmerken en gesprekken in de streek (interviews en discussieatelier). Het laatste onderdeel gaf zicht op de houding van agrarische ondernemers ten opzichte van het gebiedsplan en vormde de basis voor conclusies en aanbevelingen ten aanzien van mogelijke acties en inzet van instrumenten. Ontwikkeling landbouw in ruimtelijk perspectief De landbouw in het Land van Heusden en Altena bestaat voornamelijk uit akkerbouw (bijna eenderde van het aantal bedrijven) en melkveehouderij en overige graasdierbedrijven (samen ruim 40% van het aantal bedrijven). Het landbouwareaal is voor de helft in gebruik bij de akkerbouw en voor ruim eenderde bij de melkveehouderij en overige graasdierbedrijven. Gelet op de economische bedrijfsomvang is de helft van het aantal bedrijven kleiner dan 40 NGE en tweederde van de bedrijven kleiner dan 70 NGE. Met name de bedrijven kleiner dan 40 NGE kunnen geen volwaardig gezinsinkomen genereren uit de primaire agrarische bedrijfsvoering. Bedrijven kleiner dan 40 NGE komen vooral voor bij de akkerbouw en overige 7 Ondernemend Altena – Kansen voor de grondgebonden landbouw graasdierbedrijven. De melkveebedrijven zijn gemiddeld genomen perspectiefvoller; 70% van de bedrijven is groter dan 70 NGE. Op basis van de economische bedrijfsomvang wordt geconcludeerd dat de helft van alle bedrijven zijn agrarische activiteiten zal afbouwen. Dat geldt met name voor kleine akkerbouwbedrijven (bijna 60%) en overige graasdierbedrijven (bijna 90%). Binnen de melkveehouderij zijn er maar weinig afbouwende bedrijven (7%). Het probleem voor de ontwikkeling van de landbouw in het Land van Heusden en Altena ligt in het extensieve karakter ervan. De lage productie per hectare staat tegenover hoge kosten voor grond en arbeid. Geconcludeerd wordt dat op de lange termijn de meeste akkerbouwbedrijven de concurrentieslag niet zullen doorstaan en plaats zullen maken voor de meer rendabele akkerbouwmatige