EX LIBRIS

Pagina uit Spontini’s L’eccelsa gara, bewaard in de bibliotheek van kasteel d’Ursel in Hingene.

Voor één keer trekt deze rubriek extra muros. Het Gevonden! Vier partituren, gaat dan ook om een uitzonderlijke partiturenvondst, die door het Nederlandse tijdschrift Luister werd omschreven als ‘de grootste muziekhistorische vijf (?) composities van vondst van de eenentwintigste eeuw’. Het is niet dat niemand wist dat er sinds jaar en dag enkele oude muziekmanuscripten lagen tussen de zowat drieduizend boeken in de fraaie bibliotheek van kasteel d’Ursel in Hingene, alleen waren er een klaarziend oog en nader onderzoek nodig om te achterhalen dat het ging om vier unieke, want definitief verloren gewaande autografen Jan Dewilde van de Italiaanse componist Gaspare Spontini (1774- Koninklijk Conservatorium Antwerpen 1851).

Het gebeurt niet alle dagen dat van een grote naam uit de muziekgeschiedenis in één klap vier substantiële werken worden teruggevonden. En Spontini ís een belangrijke naam uit de operageschiedenis. Zijn , een tragédie lyrique uit 1807, wordt beschouwd als het onmisbaar verbindingsteken tussen de achttiende en negentiende eeuw – de Opéra van Parijs plaatste op zijn façade Spontini’s buste niet voor niets tussen Mozart en Meyerbeer. Met zijn Franse ’s beïnvloedde hij de volgende generaties, van Rossini

42 tot Meyerbeer en van Berlioz tot Wagner. Vooral Berlioz Italiaanse opera: Le metamorfosi di Pasquale, een farsa koesterde een grote bewondering voor Spontini. Dat giocoso die hij in 1802 op een libretto van Giuseppe blijkt onder meer uit zijn Grand traité d’instrumentation Foppa componeerde voor het carnavalseizoen in het et d’orchestration modernes waarin hij, met grote lof, Teatro San Mosé in Venetië. Zoals de metamorfosi vernieuwende orkestratievoorbeelden uit diens opera’s in de titel al doet vermoeden, is het een farsa vol citeert. verkleedpartijen en misverstanden. In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de belangstelling voor Spontini’s opera’s geleidelijk aan Eind 1802 liet Spontini Italië achter zich en reisde hij af – al bracht de Koninklijke Vlaamse Opera in 1909 via Marseille naar Parijs, waar hij afscheid nam van de nog met veel succes La Vestale in een Nederlandse Italiaanse opera buffa-stijl. Hij verzekerde zich er ook vertaling van Paul Billiet. Toen deze opera in 1954 in La van de steun van Napoleon en vooral van Josephine, Scala in Milaan werd opgevoerd, met Maria Callas in de die hem benoemde tot haar ‘compositeur particulier hoofdrol en in een regie van Luchino Visconti, flakkerde de la chambre’. Ondanks zijn eenvoudige afkomst, had de belangstelling en waardering voor Spontini opnieuw Spontini het talent om zich te nestelen in de schaduw op. Hetzelfde jaar nog werd in zijn lyrisch van de macht. In Italië genoot hij de steun van de drama opgevoerd en naast Bourbons, in Parijs van het keizerlijke echtpaar en in Callas gingen ook grote zangers als Montserrat Caballé Berlijn van de koning van Pruisen. Spontini legde daarbij en Franco Corelli, en dirigenten als Riccardo Muti zich een grote flexibiliteit aan de dag. Dat Napoleon, zijn over Spontini’s werk buigen. beschermheer in Parijs, in 1805 zijn vroegere Italiaanse Dankzij de inspanningen van de Fondazione patroon Ferdinand van de troon had verdreven, belette Pergolesi Spontini in Jesi, die met nieuwe kritische hem niet om kort na Napoleons overwinning in de Slag uitgaven opvoeringen faciliteert, is er de laatste jaren van Austerlitz op 2 december 1805, een huldecantate zelfs sprake van een heuse Spontini-revival. Zo werd La te schrijven voor de keizer. Ook die cantate werd in Vestale opgevoerd in het Parijse Théâtre des Champs- de kasteelbibliotheek teruggevonden: L’eccelsa gara, Élysées (2013) en in De Munt in Brussel (2015), en in op een tekst van Luigi Balocchi (die later Rossini het 2016 waren er excellente concertante uitvoeringen van libretto voor Il viaggio a Reims zou bezorgen). Olimpie (1819) in Parijs en in het Concertgebouw in Om Napoleon te loven en te prijzen grepen Spontini Amsterdam. Die hernieuwde belangstelling wordt ook en Balocchi in deze cantate terug op het model van gevoed door internationaal onderzoek en publicaties. de barokke allegorische hofopera. Apollo en Minerva Én door het opduiken van verloren gewaande dalen van de Elyzeese velden af om Homeros, composities. In 2007 werd in Londen La fuga in Virgilius en Tasso te vragen de roem te bezingen maschera teruggevonden, een in 1800 voor Napels van Frankrijk, en dus van Napoleon. Die drie grote gecomponeerde opera buffa. Deze vondst leidde tot dichters zijn niet toevallig gekozen: ze representeren uitvoeringen in Jesi (bij Spontini’s geboorteplaats het antieke Griekenland, het oude Rome en Italië. Dit Maiolati Spontini in de Italiaanse streek De Markten) en gelegenheidswerk moest vanzelfsprekend kort na de tot een dvd-opname. bezongen feiten worden uitgevoerd – de uitvoering vond al plaats op 8 februari 1806 in het Théâtre Louvois De vier partituren die onlangs werden teruggevonden in Parijs – zodat Spontini niet de tijd had om een sluiten chronologisch naadloos aan bij La fuga in volledig nieuw werk te schrijven. Daarom recycleerde hij maschera en hoorden waarschijnlijk ooit bij elkaar fragmenten uit Gli elisi delusi, een werk dat in 1800 in (ze zijn alle op dezelfde manier ingebonden). De Palermo was gecreëerd. In de teruggevonden cantate vier in Hingene gevonden werken staan in Spontini’s is duidelijk te zien hoe de nieuwe tekst van Balocchi oeuvrelijst in de Grove Music Online als ‘lost’ vermeld, op delen uit die vroegere opera is geënt. Het verschil soms ook met foute titels. Het gaat om de drie laatste in Italiaans en Frans muziekpapier maakt ook duidelijk opera’s die hij op Italiaanse bodem componeerde en welke delen Spontini in allerijl voor de cantate heeft een cantate die hij in Parijs schreef. gecomponeerd. Il quadro parlante (1800) is een dramma giocoso dat Deze teruggevonden partituur is uitermate Spontini componeerde voor het Teatro Santa Cecilia in interessant, omdat ze niet alleen de verloren Palermo. Als hofcomponist was hij in 1798 samen met Napoleoncantate boven water brengt, maar omdat ze zijn broodheer Ferdinand, koning van Napels, vanuit bovendien belangrijke delen van de verloren gewaande het revolutionaire Napels naar Palermo gevlucht. Ook tweeakter Gli elisi delusi bevat. Van dat melodramma de tweede teruggevonden opera, Il geloso e l’audace, is buffo was tot nu alleen de eerste akte bewaard; een dramma giocoso in twee aktes. Het stuk werd op 3 onderzoek moet nu uitwijzen in welke mate die opera al november 1801 gecreëerd in het Teatro Valle in Rome, dan niet volledig gereconstrueerd kan worden. De vier het operahuis waar in 1817 Rossini’s La Cenerentola autografen leveren dus misschien wel (bijna) vijf werken in première zou gaan. Het libretto dat Giovanni Bertati op. voor Il geloso e l’audace schreef, is een typische buffo-plot die zich in Napels afspeelt: een jonge, Hoe zijn deze vier partituren, kostbaar Italiaans stoutmoedige man heeft een oogje op een begeerlijke, muziekerfgoed, nu terechtgekomen in een rijke weduwe en wil daartoe twee andere rivalen kasteelbibliotheek in een klein, landelijk dorp in uitschakelen. En dan is er nog Spontini’s allerlaatste Vlaanderen? Het ultieme bewijs hebben we nog niet in

43 handen, maar het kan niet anders dan dat de sleutel Music for the Royal Fireworks, en in Frankrijk geniet hij ligt bij Spontini’s vrouw, Céleste Érard. Bij zijn aankomst enige bekendheid omwille van de gevel die hij bouwde in Parijs zocht Spontini contact met de broers Jean- voor de kerk van Saint-Sulpice. Baptiste en Jean-Sébastien Érard, bij wie hij een piano De kasteelbibliotheek werd samen met een deel kocht. En bij de muziekuitgeverij Mesdemoiselles van de originele inboedel in 2009 door de familie Érard, nichten van de harpen en piano’s bouwende d’Ursel in langdurige bruikleen gegeven aan de broers, liet hij twee vroege Franse opera’s publiceren. provincie Antwerpen, die sinds 1994 eigenaar van het Die contacten met de familie Érard zouden in 1810 kasteel is. De familie d’Ursel en de provincie willen leiden tot het huwelijk tussen Gaspare en Céleste, een graag de manuscripten ter beschikking stellen voor dochter van Jean-Sébastien Érard. Datzelfde jaar werd onderzoek, uitgave en uitvoeringen, en hebben daarom Spontini ook gelauwerd met de eerste Prix décennal de een onderzoeksgroep binnen de bibliotheek van het l’Académie des Beaux Arts voor zijn opera La Vestale, Koninklijk Conservatorium Antwerpen aangezocht om die zo bekroond werd als de beste opera van het met die partituren aan de slag te gaan. Ondertussen decennium. werd er intens overleg gepleegd met de Fondazione Gaspare en Céleste hadden een kinderloos, maar Spontini, en het ziet ernaar uit dat de opera’s binnen blijkbaar gelukkig huwelijk. Ook François-Joseph Fétis afzienbare tijd zullen worden uitgevoerd in Rome, vermeldt dat expliciet in het uitgebreide artikel in zijn Venetië, Palermo en Jesi. Het enthousiasme is er Biographie universelle des musiciens: ‘Cette union fut, alleszins bijzonder groot. En op dit ogenblik wordt alles pour Spontini, la source la plus pure de son bonheur.’ in gereedheid gebracht om de Napoleoncantate al in Céleste volgde haar man van Parijs naar Berlijn en 2017 uit te voeren. In Antwerpen! terug naar Italië, en na diens dood resideerde ze tot haar dood in La Muette, het familiekasteel van de Érards in Parijs. In datzelfde kasteel werd in 1877 Sabine Franquet de Franqueville geboren, dochter van Charles Franquet de Franqueville en Marie Érard. Zij zou in 1898 op La Muette trouwen met hertog Robert d’Ursel en nadien op het kasteel d’Ursel in Hingene gaan wonen. Het kan dus niet anders dan dat de partituren langs deze weg in de kasteelbibliotheek zijn terechtgekomen. En aangezien er geen inventaris van de bibliotheek voorhanden is, bleven ze onzichtbaar voor onderzoekers. Tot onlangs… Het belang van deze vondst is moeilijk te overschatten. Deze vier teruggevonden werken dateren uit een periode in Spontini’s leven die door gebrek aan bronnen nog veel lacunes vertoont, namelijk de overgang tussen zijn vroege carrière in Italië en zijn activiteiten in Parijs, vóór de creatie van La Vestale. Dankzij deze werken kan zijn artistieke productie uit deze periode eindelijk grondig bestudeerd worden. Een eerste onderzoek toont alvast hoe vlug en hoe drastisch Spontini zijn Franse stijl ontwikkelde. Tussen Le metamorfosi di Pasquale, de laatste Italiaanse opera, en de eerste versie van La Vestale ligt drie jaar, maar stilistisch is er een wereld van verschil tussen de pre-Rossinistijl van zijn laatste Italiaanse werken en de classicistische stijl van La Vestale. Bovendien zijn deze partituren niet alleen van groot internationaal muziekhistorisch en artistiek belang, ze vertellen ook de boeiende geschiedenis van de families Érard en d’Ursel, en dus ook van het kasteel van Hingene. Die zomerresidentie van de familie d’Ursel heeft trouwens nóg een belangrijke Italiaanse connectie: het kasteel werd ontworpen door de beroemde Italiaanse schilder, decorateur en architect Giovanni Niccolò Servandoni (1695-1766). Deze Servandoni werkte voor adellijke families en gekroonde hoofden en bouwde spectaculaire decors en tableaux vivants voor feesten aan Europese hoven. In Engeland is hij nog bekend als de man die het vuurwerkspektakel bouwde voor de eerste uitvoering in 1749 van Handels

44