De Kop Van Schouwen Onder Het Zand : Duizend Jaar Duinvorming En Duingebruik Op Een Zeeuws Eiland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) De Kop van Schouwen onder het zand : duizend jaar duinvorming en duingebruik op een Zeeuws eiland Beekman, F. Publication date 2006 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Beekman, F. (2006). De Kop van Schouwen onder het zand : duizend jaar duinvorming en duingebruik op een Zeeuws eiland. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:30 Sep 2021 DE KOP VAN SCHOUWEN ONDER HET ZAND Duizend jaar duinvorming en duingebruik op een Zeeuws eiland Frans Beekman Inhoudsopgave Inleiding....................................................................................................................................5 1. Scheldemond tot 900 ....................................................................................................13 1.1 Inleiding ...............................................................................................................13 1.2 Hoe ontstond Zeeland? .......................................................................................15 1.3 De paleogeografische ontwikkeling van Zeeland ................................................17 1.4 Ontstaan en oudste bewoning van de Kop van Schouwen .................................19 1.5 Romeinse tijd .......................................................................................................23 1.6 J.A. Hubregtse .....................................................................................................25 1.7 Vroege Middeleeuwen .........................................................................................28 1.8 De Kop van Schouwen in de 9de eeuw...............................................................34 2. De Eerste Duinoverstuiving op Schouwen 900-1300....................................................35 2.1. Inleiding ...............................................................................................................35 2.2. Ouder archeologisch onderzoek in de duinen .....................................................36 2.3. Metaal- en muntvondsten uit de Schouwse duinen .............................................37 2.4. Het AWN-onderzoek in de Schouwse duinen: scherven tellen ...........................39 2.5. De Eerste Duinoverstuiving in het landschap ......................................................42 2.6. De Eerste Duinoverstuiving in de schriftelijke bronnen........................................47 2.7. Conclusies ...........................................................................................................49 3. De Kop van Schouwen 1300-1600 ...............................................................................51 3.1. Inleiding ...............................................................................................................51 3.2. Mr. A.J.F. Fokker .................................................................................................51 3.3. Schouwen in 1300 ...............................................................................................53 3.4. Het cultuurlandschap van de Westeren en Oosteren Ban: haaimannen.............60 3.5. De kapel van Onze Lieve Vrouwe op Zee ...........................................................66 3.6. Paalvoetsijde .......................................................................................................68 3.7. De oude haven van Westenschouwen ................................................................70 3.8. De grafelijke duinen .............................................................................................77 3.9. Conclusies ...........................................................................................................85 4. De Tweede Duinoverstuiving op Schouwen 1600-1800 ...............................................87 4.1. Inleiding ...............................................................................................................87 4.2. Oosterschelde en Banjaard 16de-19de eeuw .....................................................88 4.3. Veranderingen aan de duinkust van Schouwen 16de-18de eeuw.....................104 4.4. De polder Burgh en Westland en de Zuidduinen...............................................109 4.5. Westduinen........................................................................................................117 4.6. Noordduinen met de Westeren en Oosteren Ban..............................................137 4.7. Conclusies .........................................................................................................159 5. Wisselend beheer van de duinen op Schouwen 1800-1950.......................................161 5.1. Inleiding .............................................................................................................161 5.2. Duinbeheer op oude voet 1803-1871 ................................................................165 5.3. Stuivende duinen op Schouwen 1872-1918 ......................................................171 5.4. De domaniale duinen 1918-1948: vastleggen én stuiven..................................180 5.5. De gespaarde binnenduinen van de Westeren en Oosteren Ban .....................190 5.6. Het gevarieerde duinlandschap op de Kop van Schouwen ...............................198 Geraadpleegde bronnen ......................................................................................................203 Literatuur ..............................................................................................................................204 3 Inleiding Duin, 'k Hou u voor een wonderwerk: Gij zijt zwak, maar echter sterk; Schoon uw stoffe niet en kleeft, En met alle winden zweeft, Nog zoo moet de Oceaan Voor uw zwakheid stille staan Jacob Cats1 De duinen langs de Noordzee hebben het voorkomen van één groot natuurgebied, ze worden gezien als een belangrijk deel van de ecologische hoofdstructuur van Nederland. De natuurlijke rijkdommen ervan zijn sinds het begin van de 20ste eeuw ontdekt en gewaardeerd. Eén van de voorvechters van het behoud van de duinen was dr. Jac.P. Thijsse, die in 1937 schreef: 'Wij hebben in de duinen een kostelijk bezit en mijn ideaal blijft altijd, dat wij, wat er nog van over is, als heerlijk natuurpark van ons heele volk kunnen behouden'2. We constateren dat dit streven tot behoud in Nederland beter is gelukt dan in Vlaanderen, waar de duinen thans sterk stedelijk bebouwd zijn. De Nederlandse duinen zijn vooral door natuurwetenschappers onderzocht. Een belangrijk voorbeeld is het TNO- Duinvalleien-onderzoek (1976-1979)3 dat in 1981 leidde tot een belangwekkende serie proefschriften onder de hoofdtitel 'Nederlandse kustduinen'4. In deze studies is voor de mens slechts een zijdelingse invloed ingeruimd; de duinen worden primair als een natuurlandschap beschouwd. Van de vroegere natuurwetenschappelijke duinonderzoekers heeft alleen de bioloog Wouter van Dieren veel historische bronnen geraadpleegd. Hij onderzocht tussen 1923 en 1933 de duinen van Terschelling en gebruikte naast floristische en vegetatiekundige waarnemingen ook gegevens uit de polderarchieven en historische kaarten, die een grote invloed van de mens op het duinlandschap lieten zien. Wil men de ontwikkeling van de plantenrijkdom van het duinlandschap begrijpen, dan was volgens Van Dieren kennis van de menselijke invloeden op het plantendek nodig. Hij stelde bovendien: Die Pflanzengeographie muss ja doch von der Geologie und der Historische Geographie ausgehen, um zu gut begründeten Ergebnissen zu gelangen5. De menselijke invloed op de duinen is bij Van Dieren niet ondergeschikt aan de natuurlijke processen, maar van even grote betekenis. Hij beschouwt de duinen dan ook niet als een zuiver natuurlandschap. Wanneer we de duinliteratuur van de laatste decennia doornemen, dan is daarin veel aandacht voor de datering van het geologisch proces van duinvorming. In het belangrijke artikel van de geologe Saskia Jelgersma c.s. wordt naast de vorming van de Oude Duinen die van de Jonge Duinen besproken, waar sprake is van drie duinvormende fasen: JD I (1100-1300), JD II (1400-1600) en JD III (1700-1850)6. De fysisch-geograaf Jan Klijn gaf hierop een correctie. Vanaf de door Jelgersma met 14C- monsters gedateerde locaties rekende Klijn terug naar de destijds bestaande kustlijn7. De 1 Uit het lange gedicht Hofgedachten (1656) doorJacob Cats (geboren op Schouwen). 2 Thijsse 1937, 29. 3 Bakker, Klijn & Van Zadelhoff 1979. 4 Bakker 1981; Klijn 1981; Van Zadelhoff 1981; Bakker, Klijn & Van Zadelhoff 1981. 5 Van Dieren 1932, 679; Van Dieren 1934, VII. 6 Jelgersma c.s. 1970, 147-148. 7 Klijn 1981, 115. 5 eerste fase van duinvorming