Een Bijdrage Tot De Kennis Van De Bodem Van Schouwen-Duiveland En Tholen Naar De Toestand Vóór 1953

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Een Bijdrage Tot De Kennis Van De Bodem Van Schouwen-Duiveland En Tholen Naar De Toestand Vóór 1953 STICHTING VOOR BODEMKARTERING EEN BIJDRAGE TOT DE KENNIS VAN DE BODEM VAN SCHOUWEN-DUIVELAND EN THOLEN NAAR DE TOESTAND VÓÓR 1953 WITH A SUMMARY A CONTRIBUTION TO THE KNOWLEDGE OF THE SOILS OF SCHOUWEN-DUIVELAND AND THOLEN ACCORDING TO THE CONDITIONS PRIOR TO 1953 S. F. KUIPERS CENTRUM VOOR LANDBOUWPUBLIKATIES EN \^£7 LANDBOUWDOCUMENTATIE Jpudoc1 V VERSL. LANDBOUWK. ONDERZ. NO. 65.7 - WAGENINGEN - 1960 INHOUD WOORD VOORAF Blz. INLEIDING 1 I. DE WORDINGSGESCHIEDENIS VAN SCHOUWEN-DUIVELAND EN THOLEN 3 1. Inleiding 3 2. De Oude Zeeklei 3 3. De Schoorwal 12 4. Het Veen 14 5. De Jonge Zeeklei tot ± 1200 na Chr 16 6. De eerste (pre-Romeinse) transgressiefase 17 7. De tweede (vroeg-middeleeuwse) transgressiefase 21 8. De derde (post-Karolingische) transgressiefase 36 9. De Jonge Zeeklei na ± 1000-1200 na Chr 45 10. Perioden van opslibbing, bedijking en inbraken na ± 1000 na Chr 78 II. INDELING EN EIGENSCHAPPEN VAN DE GRONDEN 89 1. Het Oude-Zeekleilandschap (P) 89 2. Het Jonge-Zeekleilandschap (M) 89 3. De bodemreeksen van het Oudland en hun landbouwkundige waarde .... 91 4. De bodemreeksen van het Middelland en hun landbouwkundige waarde ... 93 5. Bijzondere kenmerken van het Oudland en het Middelland 94 6. De bodemreeksen van het Nieuwland en hun landbouwkundige waarde ... 96 7. Het Duinzandlandschap (D) 99 8. De bodemreeksen van het Duinzandlandschap en hun landbouwkundige waarde 99 III. ENKELE RESULTATEN VAN LABORATORIUMONDERZOEK 102 1. Inleiding 102 2. Overzicht van de korrelgrootteverdeling van verschillende gronden van Schou­ wen-Duiveland en Tholen 102 3. De granulaire samenstelling, het koolzure-kalkgehalte en het humusgehalte van een aantal bodemtypen 107 4. De granulaire samenstelling van de bouwvoor in verschillende polders in samen­ hang met het bodemtype 118 5. Het koolzure-kalkgehalte van debouwvoo r inverschillend e polders in samenhang met het bodemtype 123 6. Vergelijking tussen de gemiddelde koolzure-kalkgehalten van de polders Uiterst Nieuwland en Oud-Vossemeer 129 De auteur promoveerde op 8 april 1960 aan de Landbouwhogeschool te Wageningen op een ge­ lijkluidend proefschrift tot Doctor in de Landbouwkunde. Deze publikatie verschijnt tevens in de reeks Mededelingen van de Stichting voor Bodemkartering als Deel 19 van de serie „De bodemkartering van Nederland". 7. Verschillen inkoolzure-kalkgehalt eva n debouwvoo r inpolder s van verschillende ouderdom; de ontkalkingssnelheid 131 IV. PROEFOOGSTEN VAN GRANEN EN HAKVRUCHTEN IN HET JAAR 1947 137 1. Methoden 137 2. De proefoogsten op Schouwen-Duiveland 141 V. VERGELIJKING TUSSEN BODEMKAARTEN EN PACHTWAARDEKAARTEN 145 1. Inleiding 145 2. De pachtwaarden in de verschillende waterschappen en polders op het eiland Tholen 147 3. De pachtwaarden in de verschillende waterschappen en polders op het eiland Schouwen-Duiveland 151 VI. ENKELE OPMERKINGEN OVER KWEL EN BRAKWATER OP SCHOUWEN-DUIVELAND EN THOLEN 155 1. Inleiding 155 2. IJswaarnemingen 155 3. Kwel en bodemgesteldheid 157 4. Zoete kwel 163 5. Verband tussen debodemgesteldhei d en het voorkomen van dijkdoorbraken . 164 6. Het grensvlak tussen de zoet- en de zoutwaterzone 168 7. Morfologie van kwel- en grondwaterprofielen 172 8. Aard en diepte van de gleyverschijnselen bij gronden met brak grondwater en de groei van de gewassen 175 SUMMARY 180 LITERATUUR 190 LIJST VAN BIJLAGEN LIST OF APPENDICES 1. Bodemkundige overzichtskaart van Schouwen-Duiveland General soil map of Schouwen-Duiveland 2. Bodemkundige overzichtskaart van Tholen General soil map of Tholen 3. Kaart van Schouwen-Duiveland en Tholen. Derde transgressieperiode Map of Schouwen-Duiveland and Tholen. Third transgression period 4. Tabel 3. Overzicht van de in de opeenvolgende eeuwen bedijkte polders en het type grond dat hierin overwegend voorkomt Table 3. Summary of thepolders embanked in successive centuries withpredominant soil types VI 5. Tabel 4. Legenda van degedetailleerd e bodemkaart van Schouwen-Duiveland en Tholen Table 4. Legend of the detailed soil map of Schouwen-Duiveland and Tholen 6. Tabel 12. Vergelijking van de opbrengsten van zomergerst, suikerbieten en aardappelen op verschillende bodemtypen op de zelfde percelen Table 12. Comparison of yields of summer barley, sugarbeets and potatoes on different soil types of the same lots 7. Tabel 13. Samenvatting van de op de verschillende bij het proefplekkenonderzoek betrokken percelen verkregen opbrengsten van suikerbieten en zomergerst op diverse bodemtypen Table 13. Summary of yields of sugarbeets and summer barley on lots involved in the trial plot investigation 8. Tabel 15. Samenvatting van de pachtwaarden van de belangrijkste bodemtypen, respec­ tievelijk bodemreeksen of bodemfasen, op de eilanden Schouwen-Duiveland en Tholen in gld/ha Table 15. Summary offarm-rents of the principal soil types, soil series or soil phases on the islands of Schouwen-Duiveland and Tholen in gld/ha VII WOORD VOORAF Bij het tot stand komen van deze publikatie werd van verschillende zijden hulp onder­ vonden. De oudheidkundige vondsten werden gedetermineerd door de heer F. J. VAN DER FEEN, destijds medewerker vanprof . VAN GIFFEN, Rijksdienst voorhe t Oudheidkundig Bodem­ onderzoek. Door het onder leiding van dr. ir. B. VERHOEVEN staande Laboratorium van de Noordoostpolder werd in een aantal monsters zoutonderzoek verricht. Tevens werden door dit laboratorium slibbepalingen verricht ter ondersteuning van de slibschatting in het veld. De heer J. M. I. HEFTING, destijds woonachtig te Zierikzee, gaf een aantal belangwekkende inlichtingen op historisch gebied en verschafte inzage in enkele historische kaarten. Dr. ir. C. W. C. VAN BEEKOM, Rijkslandbouwconsulent voor de Zeeuwse Eilanden stelde het grond- monsterarchief van zijn dienst ter beschikking. Door de toenmalige Inspecteur van de Rijks­ dienst Landbouwherstel, ir. S. HERWEYER, werden de gegevens van de pachtwaarden en schattingen van de gronden van Schouwen-Duiveland en Tholen ter beschikking gesteld. Van vele landbouwers werden tijdens de kartering waardevolle inlichtingen verkregen over de landbouwkundige eigenschappen van de grond; dit was van groot belang, omdat de veld­ opname moest geschieden op gronden, die als gevolg van de inundatie in abnormale omstan­ digheden verkeerden en waarop, althans de eerstejaren , vaak slechte en een zeer beperkt aan­ tal gewassen werden geteeld. Bij de afsluiting van deze studie werden enkele belangrijke oud­ heidkundige gegevens verschaft door ir. J. A. TRIMPE BURGER, medewerker van de Rijks­ dienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort. Bij de opname van de bodemkaart zijn vele karteerders van de Stichting voor Bodem- kartering behulpzaam geweest; de tekenkamer verzorgde het teken- en fotowerk, het redac­ tie-secretariaat en debibliothee k verleenden hulpbi jhe tpersklaa r maken van het manuscript. Ook het typewerk vroeg veel aandacht. Aan al degenen, die in deze verschillende functies aan het tot stand komen van dit werk hebben bijgedragen, betuig ik hierbij, zonder speciaal namen te noemen, mijn hartelijke dank. INLEIDING In opdracht van de Rijksdienst voor Landbouwherstel werd in september 1945 een begin gemaakt met de bodemkartering van Tholen. In de herfst van 1946wer d ook Schouwen-Dui- veland hierbij betrokken. In het voorjaar van 1948 was het veldwerk praktisch gereed. De uitwerking van de gegevens nam echter aanmerkelijk meer tijd in beslag dan aanvankelijk werd verwacht. Verandering van functie en ziekte van schrijver dezes veroorzaakten nog extra vertraging. De gegevens van de bodemkaart konden echter reeds spoedig aan verschillende instanties ter beschikking worden gesteld. In 1947 was dit het geval ten behoeve van het nieuwe af- wateringsplan van de polder Schouwen. Direct na de ramp van 1 februari 1953 werden aan verschillendeDienste n inZeelan d degedetailleerd ebodemkaarte n metbi jbehorend e rapporten van Schouwen-Duiveland en Tholen toegezonden. Deze rapporten werden uit de gegevens van schrijver dezes samengesteld door ir. L. A. H. DE SMET en A. VAN DIEST. Een rapport over de bodemgesteldheid in verband met de fruitteelt van het duinzandgebied van Schouwen, werd aan de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst te Goes beschikbaar gesteld. Terwijl bij de inundatie van 1944-'45, afgezien van de structuur van de bouwvoor, prak­ tisch geen verandering van de bodemgesteldheid van het gekarteerde gebied had plaatsge­ vonden, was dit in sterke mate het geval tijdens de inundaties van 1953. Op enkele plaatsen gingen grote stukken landdefinitief verloren; elders ontstonden diepe kreken ver landinwaarts en werden dikke zandpakketten over het land afgezet. Dit zand is later weer verwijderd en de meeste kreken werden gedicht, zodat de bodemgesteldheid hierdoor niet in sterke mate werd veranderd. Veel grotere veranderingen in het landschap en de bodem ontstonden echter tijdens het intensieve cultuurtechnische ingrijpen, de herverkavelingen Schouwen-Duiveland en Tholen, die als direct gevolg van inundatie plaatsvonden en die thans bijna gereed zijn. Een geheel nieuw net van wegen en waterlopen en een nieuwe percelering werden in het leven geroepen. Tevens zijn veelpercele n geëgaliseerd en is de ontwatering drastisch verbeterd. In detail zal de bodemkaart hierdoor niet overal meer geheel met de werkelijkheid in overeenstemming zijn; met name zal het aantal verwerkte profielen zijn toegenomen (op Schouwen was dit als gevolg van demoernerin g reeds aanzienlijk !). Het isechte r zeker niet zo,da t tijdens de herverkaveling de meeste gronden zouden zijn vergraven. Verder zal door de egalisatie een aantal gronden
Recommended publications
  • Zierikzee En Cadzand/Middelburg $
    Blad 42 West - 42 Oost en 47/48 West Zierikzee en Cadzand/Middelburg $ Bodemkaart van Schaal l: 50 000 Nederland Uitgave 1994 sc-dlo Bladindeling van de BODEMKAART van NEDERLAND verschenen kaartbladen, eerste uitgave [/H/A verschenen kaartbladen, herziene uitgave deze kaartbladen Bodemkaart van Nederland l: 50 000 Toelichting bij de kaartbladen 42 West en 42 Oost Zierikzee 47/48 West Cadzand/Middelburg door G. Pleijter en C. van Wallenburg Wageningen 1994 l DLO-STAR1NG CENTRUM Instituut voor onderzoek van het Landelijk Gebied Projectleider: G. Pleijter Projectmedewerker: M. A. Bazen Wetenschappelijke begeleiding en coördinatie: Ir. C. van Wallenburg (blad 47/48 West), Ing. F. de Vries (blad 42 West en Oost) en Ing. H. Rosing (samenstelling toelichting) Technische redactie: Ing. W. Heijink en Ir. G.G.L. Steur Presentatie: DLO-Staring Centrum, Wageningen Druk: Van der Wiel en Smit B.V, Arnhem Copyright: DLO-Staring Centrum, Wageningen, 1994 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Bodemkaart Bodemkaart van Nederland: schaal l : 50 000. - Wageningen : DLO-Staring Centrum, Instituut voor onderzoek van het Landelijk Gebied. - III. + krt. Toelichting bij kaartblad 42 West (gedeeltelijk) en 42 Oost Zierikzee, 47-48 West Cadzand-Middelburg / door G. Pleijter en C. van Wallenburg Met Ut. opg. ISBN 90-327-0252-1 Trefw.: bodemkartering ; Zierikzee / bodemkartering ; Cadzand / bodemkarte- ring; Middelburg. Het DLO-Staring Centrum is een voortzetting van: ICW Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding IOB Instituut voor Onderzoek van
    [Show full text]
  • Investigating the Regional Employment Effects of Solo Self- Employed Formation Master Thesis
    INVESTIGATING THE REGIONAL EMPLOYMENT EFFECTS OF SOLO SELF- EMPLOYED FORMATION MASTER THESIS ECONOMIC GEOGRAPHY FACULTY OF SPATIAL SCIENCES UNIVERSITY OF GRONINGEN M.D. Cornelissen SUPERVISOR: S. KOSTER Abstract The solo self-employed pool has increased amongst various European countries during the last two decades and became a considerable large source of income. Although recent empirical research suggests that solo self-employed entries may bring flexible services to incumbent firms, the exact economic impact of the solo self-employed group remains rather unclear. In this study, the overall contribution of the solo self-employed is followed over a period of ten years in which immediate and indirect effects are separated through an Almon polynomial distributed lag model. The results imply that solo self-employed stimulate the competition among incumbent firms rather than offer flexibility to the market. Furthermore, it was found that regional dissimilarities of the employment change induced by solo self-employed entrants could for a large part be clarified by respective differences of the indirect effects. Hence, the way solo self-employed interact with their regional environment plays a crucial role for explaining their influence on regional development. The results indicate that the indirect effects of solo self-employed entrants are more pronounced in agglomerations and the knowledge intensive sector. Keywords: Solo self-employed, regional development, regional employment, immediate and indirect effects, flexibility. 1. Introduction One of the most persistent economic trends in Europe is the increase of the solo self-employed group at the national workforce. This growth is seen in Greece, Romania, the United Kingdom, the Netherlands and among many other European nations (Van Stel et al., 2014; CBS, 2020).
    [Show full text]
  • Solidarity in Water Management
    Copyright © 2016 by the author(s). Published here under license by the Resilience Alliance. Keessen, A., M. J. Vink, M. Wiering, D. Boezeman, W. Ernst, H. Mees, S. Van Broekhoven, and M. Van Eerd. 2016. Solidarity in water management. Ecology and Society 21(4):35. https://doi.org/10.5751/ES-08874-210435 Research, part of a Special Feature on Toward More Resilient Flood Risk Governance Solidarity in water management Andrea Keessen 1, Martinus J. Vink 2,3, Mark Wiering 4, Daan Boezeman 4, Wouter Ernst 5, Heleen Mees 6, Saskia Van Broekhoven 7 and Marjolein C. J. Van Eerd 4 ABSTRACT. Adaptation to climate change can be an inclusive and collective, rather than an individual effort. The choice for collective arrangements is tied to a call for solidarity. We distinguish between one-sided (assisting community members in need) and two-sided solidarity (furthering a common interest) and between voluntary and compulsory solidarity. We assess the strength of solidarity as a basis for adaptation measures in six Dutch water management case studies. Traditionally, Dutch water management is characterized by compulsory two-sided solidarity at the water board level. Since the French times, the state is involved through compulsory national solidarity contributions to avoid societal disruption by major floods. In so far as this furthers a common interest, the contributions qualify as two-sided solidarity, but if it is considered assistance to flood-prone areas, they also qualify as one-sided solidarity. Although the Delta Programme explicitly continues on this path, our case studies show that solidarity continues to play an important role in Dutch water management in the process of adapting to a changing climate, but that an undifferentiated call for solidarity will likely result in debates over who should pay what and why.
    [Show full text]
  • Everything You Should Know About Zeeland Provincie Zeeland 2
    Provincie Zeeland History Geography Population Government Nature and landscape Everything you should know about Zeeland Economy Zeeland Industry and services Agriculture and the countryside Fishing Recreation and tourism Connections Public transport Shipping Water Education and cultural activities Town and country planning Housing Health care Environment Provincie Everything you should know about Zeeland Provincie Zeeland 2 Contents History 3 Geography 6 Population 8 Government 10 Nature and landscape 12 Economy 14 Industry and services 16 Agriculture and the countryside 18 Fishing 20 Recreation and tourism 22 Connections 24 Public transport 26 Shipping 28 Water 30 Education and cultural activities 34 Town and country planning 37 Housing 40 Health care 42 Environment 44 Publications 47 3 History The history of man in Zeeland goes back about 150,000 brought in from potteries in the Rhine area (around present-day years. A Stone Age axe found on the beach at Cadzand in Cologne) and Lotharingen (on the border of France and Zeeuwsch-Vlaanderen is proof of this. The land there lies for Germany). the most part somewhat higher than the rest of Zeeland. Many Roman artefacts have been found in Aardenburg in A long, sandy ridge runs from east to west. Many finds have Zeeuwsch-Vlaanderen. The Romans came to the Netherlands been made on that sandy ridge. So, you see, people have about the beginning of the 1st century AD and left about a been coming to Zeeland from very, very early times. At Nieuw- hundred years later. At that time, Domburg on Walcheren was Namen, in Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen, Stone Age arrowheads an important town.
    [Show full text]
  • (M3) in the Common Vole (Microtus Arvalis) in Zeeland, the Netherlands
    The simplex and other forms of the upper third molar (M3) in the common vole (Microtus arvalis) in Zeeland, the Netherlands Jan Piet Bekker Zwanenlaan 10, NL-4351 RX Veere, the Netherlands, e-mail: [email protected] Abstract: The frequencies of the various forms of M3 (simplex, transient and normal) in common (Microtus arva- lis) voles were determined in different regions (all former islands) in the province of Zeeland, the Netherlands. A possible higher incidence of left-sidedness of simplex and transient M3 forms was also investigated. The frequency of simplex forms of M3 has not apparently been studied in any other part of the Netherlands, except for the north. Common vole specimens (1254 skulls) from owl pellets that were collected between 1995 and 2010 were studied. TheM 3 on both sides was assessed and the length of the left molar row was measured. This article presents an anal- ysis of the prevalence of the simplex, transient and normal forms. Based on the measured molar lengths, an age- dependent bias in the classification of the morphotypes is unlikely. In the sample the simplex form of M3 occurred 4.9% on the left hand side and 6.7% on the right. Breaking the sample down into regions almost all the statistical limits of confidence for the left side remain within these limits of that region at the right side and vice versa. The only exceptions were for the regions of Schouwen-Duiveland and Zeeuws-Vlaanderen where the confidence limits on both sides exceeded each other. Keywords: Common vole, Microtus arvalis, upper third molar M3, morphotype, simplex form, normal form, com- paring percentages, left-right differences, province of Zeeland, the Netherlands.
    [Show full text]
  • The 'Voordelta', the Contiguous Ebb-Tidal Deltas in the SW
    Netherlands Journal of Geosciences — Geologie en Mijnbouw |96 – 3 | 233–259 | 2017 doi:10.1017/njg.2016.37 The ‘Voordelta’, the contiguous ebb-tidal deltas in the SW Netherlands: large-scale morphological changes and sediment budget 1965–2013; impacts of large-scale engineering Edwin P.L. Elias1,∗, Ad J.F. van der Spek2 & Marian Lazar3 1 Deltares USA, 8601 Georgia Ave., Suite 508, Silver Spring, MD 20910, USA 2 Deltares, AMO, P.O. Box 177, 2600 MH Delft, The Netherlands 3 Rijkswaterstaat, Sea and Delta, P.O. Box 556, 3000 AN Rotterdam, The Netherlands ∗ Corresponding author. Email: [email protected] Manuscript received: 20 December 2015, accepted: 9 September 2016 Abstract The estuaries in the SW Netherlands, a series of distributaries of the rivers Rhine, Meuse and Scheldt known as the Dutch Delta, have been engineered to a large extent as part of the Delta Project. The Voordelta, a coalescing system of the ebb-tidal deltas of these estuaries, extends c.10 km offshore and covers c.90 km of the coast. The complete or partial damming of the estuaries had an enormous impact on the ebb-tidal deltas. The strong reduction of the cross-shore directed tidal flow triggered a series of morphological changes that continue until today. This paper aims to give a concise overview of half a century of morphological changes and a sediment budget, both for the individual ebb-tidal deltas and the Voordelta as a whole, based on the analysis of a unique series of frequent bathymetric surveys. The well-monitored changes in the Voordelta, showing the differences in responses of the ebb-tidal deltas, provide clear insight into the underlying processes.
    [Show full text]
  • Project on Smart Mobility in Rural Areas
    PROJECT ON SMART MOBILITY IN RURAL AREAS A case study on improving accessibility and connectivity in public transport by applying smart mobility solutions in the area of Schouwen- Duiveland, the Netherlands NOVEMBER 2, 2020 TU/e 7GC20 Authored by: Group 1 (Michelle van Ardenne, Marieke Berlin, Ruud Heuvelmans , Cécile Geertman & Jeffrey Verlegh) Disclaimer: The report is based on the investigation of a bachelor student group in an 8-week time frame; more research is needed for real-world applications. Furthermore, the data for this report is hand-made based on external sources. No scientific researcher is done to verify the data. The authors take sole responsibility for all views and opinions expressed in this report. 1 SUMMARY Nowadays, offering an efficient public transportation system in rural areas faces many challenges. By using Schouwen-Duiveland as a case study, this problem will be analyzed. After analyzing the current situation and using externally obtained data, a new mobility service system was designed by applying smart solutions including smart hubs and tele-busses. This design was then assessed based on design objectives which were determined in advance. Paul McCartney Acknowledgement We would like to thank everyone that has contributed to this report. Your input and feedback have improved the quality of this report. Feixiong Liao (TU/e) Jing Qin (TU/e) Jaap Jansen (Connexxion) Fred Witteveen (Provincie Zeeland) Steven Meerburg (Provincie Zeeland) Nathalie Goedhart-Leijnse (Schouwen-Duiveland Op Weg) 2 TABLE OF CONTENTS
    [Show full text]
  • Oosterschelde: Inlaag ’S Gravenhoek 110
    Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004 Rapport RIKZ/2005.02 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Pim A. Wolf 2) 1) Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus 8039 4330 EA Middelburg 2) Delta Project Management Postbus 315 4100 AH Culemborg Middelburg, maart 2005 Rijksinstituut voor Kust en Zee / RIKZ ISBN 90-369-3409-5 2 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied 2004 Rijksinstituut voor Kust en Zee / RIKZ Inhoud SAMENVATTING 9 1 INLEIDING 13 1.1 Aanleiding voor het onderzoek 13 1.2 Doel van het onderzoek 13 1.3 Kustbroedvogels en broedsucces 15 1.4 Begrenzing van het studiegebied 15 1.5 Dankwoord 16 2 BROEDSUCCES VAN KUSTBROEDVOGELS IN HET DELTAGEBIED: METHODEN 19 2.1 Algemeen 19 2.2 Extensieve methode 23 2.3 Merken van nesten 23 2.4 Enclosures 23 2.5 Metingen van condities 24 2.6 Het ringen van jongen 25 2.7 Een index voor het broedsucces 25 3. HET WEER TIJDENS HET BROEDSEIZOEN VAN 2004 27 4. RESULTATEN 29 4.1 Kluut 29 4.2 Bontbekplevier en Strandplevier 32 4.2.1 Algemeen 32 4.2.2 Uitvliegsucces 32 4.3 Zwartkopmeeuw 33 4.4 Kokmeeuw 34 4.6 Grote Stern 37 4.7 Visdief 38 4.7.1 Broedsucces van Visdieven in de belangrijkste kolonies 38 4.7.2 Conditiemetingen aan jonge Visdieven 40 3 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied 2004 Rijksinstituut voor Kust en Zee / RIKZ 4.8 Noordse Stern 48 4.9 Dwergstern 48 5 AANBEVELINGEN VOOR INRICHTING EN BEHEER 51 6 LITERATUUR 53 BIJLAGE 1.
    [Show full text]
  • Willemstad Fortress Tholen Fortress Southern Dutch Waterline Water
    WELCOME TO WATERPOORT REGION Large areas of water, historic villages, picturesque harbours and unique countryside: that’s Waterpoort. The best of the provinces of Noord-Brabant, Zeeland and Zuid-Holland come together in one region. This is where you can experience the Netherlands as one real wetlands area with the well-preserved forts and walled towns on the Zuiderwaterlinie (line of defence). And the many Mauritshuis Willemstad Flood of ‘53 dikes and locks tell the story of the fight against the water in the North Sea Flood of 1953. This region has the highest number of sunshine hours in the whole of Holland and is well-known for its beautiful countryside, varying landscapes and breathtaking views; perfect for countless trips out. The region is easy to explore on foot, or by bike, boat or Sluizencomplex Benedensas Fort de Roovere Fort Sabina Watersnoodmuseum Flood of ‘53 Volkeraksluizen bus! SOUTHERN DUTCH WATERLINE WATER Willemstad and Tholen are geographically conveniently located The Zuiderwaterlinie is a historic line of defence under the control landmarks between these towns that are definitely worth a The North Sea Flood in 1953 was one of the largest natural Delta Works, the dikes and locks such as the Haringvliet locks on the popular sailing route between Amsterdam and Antwerp, of the Dutch military during the 16th and 17th centuries. This visit, such as Fort de Roovere and the massive complex of locks disasters in the Netherlands, When the dikes were breached in ensure safe living conditions. This area, abundant in water has so there are many harbours with a wide range of excursion chain of forts and walled towns, the longest in the Netherlands, dating back to 1824 at Benedensas.
    [Show full text]
  • Brijdorpe in De Late Middeleeuwen De Geschiedenis Van Een Stad in Zeeland Die Nooit Tot Ontwikkeling Is Gekomen
    Brijdorpe in de Late Middeleeuwen De geschiedenis van een stad in Zeeland die nooit tot ontwikkeling is gekomen Emma M. de Boo van Uijen Afbeelding voorpagina: foto genomen door Emma de Boo van Uijen op 24 juni 2011 1 Brijdorpe in de Late Middeleeuwen De geschiedenis van een stad in Zeeland die nooit tot ontwikkeling is gekomen Emma M. de Boo van Uijen s0913286 Dhr. Drs. M. Wansleeben Bachelorscriptie Archeologie, computertoepassingen Universiteit Leiden, Faculteit der Archeologie Leiden, juni 2012 2 Inhoud Voorwoord 4 1. Inleiding 5 2. Historisch kader en aanpak 7 2.1 Historisch kader 7 2.2 Aanpak 10 2.3 Het landschap 12 3. Brijdorpe 14 3.1 De ligging 14 3.2 De kerk 17 3.3 De burcht 18 3.4 De haven 24 3.5 Vondsten en onderzoek in de omgeving 26 4. Interpretatie 31 4.1 De ligging 31 4.2 De kerk 32 4.3 De burcht 33 4.4 De haven 34 4.5 Vondsten en onderzoek in de omgeving 35 5. Conclusies 36 Summary 38 Samenvatting 38 Literatuur 40 Afbeeldingen 44 Bijlagen 1: Uitgebreid rapport Archis van waarnemingen rondom Brijdorpe 2: Volledige kaart met kreekruggen (Kuipers 1982, bijlage) 3 Voorwoord Mijn oma is opgegroeid op een boerderij in een gehucht, midden op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland. Bij deze boerderij hoorden twee kleine arbeidershuisjes en toen de boerderij haar functie gedeeltelijk verloor, werden deze huisjes tot vakantiewoningen omgebouwd. Zo komt het dat ik van jongs af aan op vakantie ging naar Zeeland en Brijdorpe voor mij altijd gelijk heeft gestaan aan een heerlijke vakantie.
    [Show full text]
  • Geographical Codes Netherlands
    BELLCORE PRACTICE BR 751-401-183 ISSUE 8, FEBRUARY 1999 COMMON LANGUAGE® Geographical Codes Netherlands BELLCORE PROPRIETARY - INTERNAL USE ONLY This document contains proprietary information that shall be distributed, routed or made available only within Bellcore, except with written permission of Bellcore. LICENSED MATERIAL - PROPERTY OF BELLCORE Possession and/or use of this material is subject to the provisions of a written license agreement with Bellcore. Geographical Codes Netherlands BR 751-401-183 Copyright Page Issue 8, February 1999 Prepared for Bellcore by: R. Keller For further information, please contact: R. Keller (732) 699-5330 To obtain copies of this document, Regional Company/BCC personnel should contact their company’s document coordinator; Bellcore personnel should call (732) 699-5802. Copyright 1999 Bellcore. All rights reserved. Project funding year: 1999. BELLCORE PROPRIETARY - INTERNAL USE ONLY See proprietary restrictions on title page. ii LICENSED MATERIAL - PROPERTY OF BELLCORE BR 751-401-183 Geographical Codes Netherlands Issue 8, February 1999 Trademark Acknowledgements Trademark Acknowledgements COMMON LANGUAGE is a registered trademark and CLLI is a trademark of Bellcore. BELLCORE PROPRIETARY - INTERNAL USE ONLY See proprietary restrictions on title page. LICENSED MATERIAL - PROPERTY OF BELLCORE iii Geographical Codes Netherlands BR 751-401-183 Trademark Acknowledgements Issue 8, February 1999 BELLCORE PROPRIETARY - INTERNAL USE ONLY See proprietary restrictions on title page. iv LICENSED MATERIAL - PROPERTY
    [Show full text]
  • De Kwartierstaat Van Nathan Jan Nelisse
    een genealogieonline publicatie De kwartierstaat van Nathan Jan Nelisse door NC Nelisse 7 augustus 2021 De kwartierstaat van Nathan Jan Nelisse NC Nelisse De kwartierstaat van Nathan Jan Nelisse Generatie 1 1. Nathan Jan Nelisse, zoon van Cornelis Leendert Nelisse (volg 2) en Cornelia Koole (volg 3), is geboren op 4 oktober 1908 in Veere, Zeeland, Netherlands. Nathan Jan is overleden op 88 jarige leeftijd op 13 oktober 1996 in Wissenkerke, Zeeland, Netherlands. Generatie 2 2. Cornelis Leendert Nelisse, zoon van Nathan Jan Nelisse (volg 4) en Janna Pieternella Noom (volg 5), is geboren op 17 oktober 1875 in Sint Maartensdijk, Zeeland, Netherlands. Cornelis Leendert is overleden op 70 jarige leeftijd op 11 februari 1946 in Goes, Zeeland, Netherlands. 3. Cornelia Koole, dochter van Johannes Koole (volg 6) en Johanna van de Guchte (volg 7), is geboren op 3 oktober 1883 in Driewegen (Borsele), Zeeland, Netherlands. Cornelia is overleden op 77 jarige leeftijd op 8 juni 1961 in Goes, Zeeland, Netherlands. Generatie 3 4. Nathan Jan Nelisse, zoon van Cornelis Nelisse (volg 8) en Helena Hage (volg 9), is geboren op 25 juli 1851 in Sint Maartensdijk, Zeeland, Netherlands. Nathan Jan is overleden op 66 jarige leeftijd op 8 februari 1918 in Sint Maartensdijk, Zeeland, Netherlands. 5. Janna Pieternella Noom, dochter van Jan Noom (volg 10) en Maatje Johanna Crucq (volg 11), is geboren op 4 oktober 1851 in Arnemuiden, Zeeland, Netherlands. Janna Pieternella is overleden op 61 jarige leeftijd op 29 juni 1913 in Sint Maartensdijk, Zeeland, Netherlands. 6. Johannes Koole, zoon van Johannes Koole (volg 12) en Geertruid Bosman (volg 13), is geboren op 24 mei 1838 in Oudelande, Zeeland, Netherlands.
    [Show full text]