Archeologische Kroniek Zuid-Holland De belangrijkste opgravingen en vondsten uit 2016

48e jaargang | 2017 De Archeologische Kroniek jaargang 2017 is een uitgave van Erfgoedhuis Zuid-Holland www.erfgoedhuis-zh.nl www.archeologievanzuidholland.nl

Redactie en eindredactie: TGV teksten & presentaties,

Vormgeving: Bannink Publiciteit, Leimuiden Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Jaargang 2017 | pagina 3

VOORWOORD

Archeologie verbindt heden en verleden

In Zuid-Holland vinden constant opgravingen plaats waar archeologische vondsten worden gedaan. Het kan echter jaren duren voordat de onderzoeksresultaten zijn uitgewerkt en worden gepubliceerd. Daarom is er de Archeologische Kroniek, een jaarlijkse update voor iedereen die op de hoogte wil blijven van recente archeologische ontdekkingen in Zuid-Holland.

Dankzij de inzet van alle archeologische professionals en vrijwilligers die een bijdrage hebben geleverd, kunnen we ook dit jaar weer verschillende interessante vondsten melden. Zo is er in Den Haag een paardengraf gevonden dat veel groter is dan gebruikelijk en ook hoefijzers bevatte. Zou het om een strijdros kunnen gaan? En uit welke tijd? Nader onderzoek zal het moeten uitwijzen.

Bijzonder is ook de bijdrage over de Noordzeevondsten op de Zandmotor bij Ter Heijde en Maasvlakte 2. Lang is gedacht dat deze van beperkte archeologische waarde waren, maar moderne technieken geven ons steeds meer inzicht in de betekenis van de verdronken prehistorische landschappen voor onze kennis van de oudere Steentijd in Europa. Deze Noordzeevondsten kunnen ons meer vertellen over de omgang van de prehistorische mens met dynamische landschappen en een veranderend klimaat. Uitdagingen waar we vandaag de dag ook voor staan. Zo vertelt archeologie ons niet alleen over het verleden, maar biedt het ook inspiratie voor het heden.

Ik wens u veel plezier met deze nieuwe editie van de Archeologische Kroniek, die het verhaal van Zuid-Holland weer een stukje verder inkleurt.

Judith Tegelaers Directeur Erfgoedhuis Zuid-Holland

Tip: meer weten over archeologie in Zuid-Holland? Neem een kijkje op de website www.archeologievanzuidholland.nl de portal die Erfgoedhuis Zuid-Holland samen met de provincie en een groot aantal Zuid-Hollandse gemeenten heeft ontwikkeld. pagina 4 | Jaargang 2017 Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 5

INHOUD (klik op een hoofdstuk) Leiden | Kaarsenmakersstraat 2 24 | Tracé van de | Hooftstraat den. Waarschijnlijk is dit ofwel het gevolg van de Blankenburgverbinding 46 In Alphen aan den Rijn wordt het stadshart Lage Zijde aanwezigheid van kelders ofwel door een ander Leiden | Van Leeuwenhoekpark 25 vernieuwd. Waar aan de Hoge Zijde vooral Romeinse gebruik van het land: volgens de oudste Westland – Ter Heijde | Molenslag Westland 49 Leiden | Matilo 26 resten zijn gevonden, ligt de archeologische situatie historische kaarten was hier geen bebouwing en aan de overzijde van de Oude Rijn heel anders. Hier was het gebied in gebruik als tuin of weiland. Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 5 | Landscheiding 51 Leiden | Oosterkerkstraat (terrein de Meelfabriek 27 geldt een hoge archeologische verwachting voor Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 49-67 5 resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Christo Thanos Leiden | Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a 29 De herinrichting startte in 2012 en zal zeker nog door- | Sint Catharinaklooster en Leiden | binnenstad - lopen tot 2017-2018. In de tussentijd is veel archeolo- Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 49-67 Cellebroedersklooster 7 ondergrondse restafvalcontainers 29 gisch onderzoek uitgevoerd, onder meer op twee stuk- In de zomer van 2016 heeft archeologisch onderzoeks- ken langs de Oude Rijn (Hooftstraat vanaf de Kromme bureau IDDS Archeologie een opgraving uitgevoerd | Bolwerk 10 Leiden | RijnlandRoute 33 Aar t/m nummer 69). Waar de oude bebouwing aan de Hooftstraat 49-67 in Alphen aan den Rijn. De Delft | fietsenstalling Park Spoorloos 10 stond, zijn inmiddels nieuwe appartementen- aanleiding voor dit onderzoek is de geplande bouw Leidschendam | de Bosrand en Noortheylaan 34 complexen verrezen met winkels eronder. van drie nieuwe appartementengebouwen. Delft | Spoortunnel en parkeergarage Voorafgaand aan deze nieuwbouw is eerst een Bij het onderzoek zijn voornamelijk muurfunderingen -Spijkenisse | plangebied ’t Dorp 34 VARIA Phoenixstraat 11 archeologische begeleiding van de ondergrondse van baksteen gevonden. De oudste baksteenfun- Rijswijk | Rijswijk Buiten, ’t Haantje 35 Delft | riolering Westvest 12 Educatief Archeologisch Erf 52 sloop uitgevoerd door IDDS Archeologie (zie het deringen dateren uit de 17de eeuw. In die periode artikel Hooftstraat 49-67 op deze pagina). werden bakstenen voor de fundering direct op de | Coolsingel 75 37 Den Haag | Boomaweg 13 De favoriete vondst van... 53 Al snel bleek dat sprake is van een opeenvolging van Rotterdam | Hoogstraat kruising Binnenrotte - funderingsresten, teruggaand tot de 13de eeuw. De Overzichtsfoto van de opgraving. De opname is Den Haag | Rhijenhof 14-16 13 Het grote archief. Dubbele sluis 38 overgang van de houtbouw- naar de steenbouwfase richting het noorden genomen. Links is het water van Prehistorische archeologie op het strand 54 Den Haag | Rotterdamsebaan 14 kan hierdoor ook onderzocht worden. Opvallend is de Oude Rijn zichtbaar. (Foto: IDDS) Rotterdam | kerkhof Laurenskerk 40 Archeologie in het Timmerhuis 57 dat de plattegrond van het houten huis parallel aan Foto: IDDS Goeree-Overflakkee-Ouddorp | de Hooftstraat ligt, de latere stenen huizen staan | Appelmarkt 41 Kasteelberg Spreeuwenstein 15 Een prehistorisch dolkje op de parkeerplaats 57 haaks op deze straat. Het onderzoek van Hooftstraat 133 heeft veel muur- Schiedam | Hoogstraat 89-91 42 Letterlijk in lijn met deze opgravingen is in 2016, funderingen uit verschillende fasen opgeleverd. Deze Gouda | Sint-Janskerk 18 Een mesolithische kernbeitel van opnieuw door IDDS Archeologie, onderzoek uitge- 17de-eeuwse muurfunderingen zijn direct in de klei Schiedam | Lange Haven 65 - Huis Nolet 42 ‘de Zandmotor’ bij Monster 58 | Rijnsoever Noord fase 3 20 voerd langs de Hooftstraat ter hoogte van nrs. 133- gelegd. In de perioden die hierop volgden zijn de Schiedam | Lange Haven/Vismarkt 43 Op zoek naar de Brittenburg 60 139 en 132-134. Dit is de plek waar halverwege 2015 muurfunderingen op de oude funderingen geplaatst Katwijk | Rijnsburg Klei Oost 21 het ponton-ongeluk plaatsvond met het nieuwe of is gebruikgemaakt van een ophogingslaag. Schiedam | Westmolenkwartier parkeerterrein 44 | Minderbroederklooster 62 wegdek van de Julianabrug. Voor de herbouw van de Leerdam | Dokter C. Voogdplein- woningen zou geen gebruik worden gemaakt van de Het veldwerk is uitgevoerd tot een diepte van circa Schoonrewoerdse poort 22 Schoonhoven | Kloosterterrein De Hem 45 Literatuur 63 bestaande funderingen, waardoor ook hier archeo- 1 m onder het maaiveld, waardoor de oudste bouw- Leiden | Hooglandse Kerkgracht 25A 24 - Warmond | Fort Marina 46 logisch onderzoek noodzakelijk was. Bij de oneven fasen niet bereikt werden. Aan de overzijde van de nummers zijn weer oude funderingsresten gevonden. Hooftstraat zijn geen archeologische resten gevon- pagina 4 | Jaargang 2017 Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 5

INHOUD Leiden | Kaarsenmakersstraat 2 24 Vlaardingen | Tracé van de Alphen aan den Rijn | Hooftstraat den. Waarschijnlijk is dit ofwel het gevolg van de Blankenburgverbinding 46 In Alphen aan den Rijn wordt het stadshart Lage Zijde aanwezigheid van kelders ofwel door een ander Leiden | Van Leeuwenhoekpark 25 vernieuwd. Waar aan de Hoge Zijde vooral Romeinse gebruik van het land: volgens de oudste Westland – Ter Heijde | Molenslag Westland 49 Leiden | Matilo 26 resten zijn gevonden, ligt de archeologische situatie historische kaarten was hier geen bebouwing en aan de overzijde van de Oude Rijn heel anders. Hier was het gebied in gebruik als tuin of weiland. Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 5 Zoetermeer | Landscheiding 51 Leiden | Oosterkerkstraat (terrein de Meelfabriek 27 geldt een hoge archeologische verwachting voor Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 49-67 5 resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Christo Thanos Leiden | Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a 29 De herinrichting startte in 2012 en zal zeker nog door- Brielle | Sint Catharinaklooster en Leiden | binnenstad - lopen tot 2017-2018. In de tussentijd is veel archeolo- Alphen aan den Rijn | Hooftstraat 49-67 Cellebroedersklooster 7 ondergrondse restafvalcontainers 29 gisch onderzoek uitgevoerd, onder meer op twee stuk- In de zomer van 2016 heeft archeologisch onderzoeks- ken langs de Oude Rijn (Hooftstraat vanaf de Kromme bureau IDDS Archeologie een opgraving uitgevoerd Delft | Bolwerk 10 Leiden | RijnlandRoute 33 Aar t/m nummer 69). Waar de oude bebouwing aan de Hooftstraat 49-67 in Alphen aan den Rijn. De Delft | fietsenstalling Park Spoorloos 10 stond, zijn inmiddels nieuwe appartementen- aanleiding voor dit onderzoek is de geplande bouw Leidschendam | de Bosrand en Noortheylaan 34 complexen verrezen met winkels eronder. van drie nieuwe appartementengebouwen. Delft | Spoortunnel en parkeergarage Voorafgaand aan deze nieuwbouw is eerst een Bij het onderzoek zijn voornamelijk muurfunderingen Nissewaard-Spijkenisse | plangebied ’t Dorp 34 VARIA Phoenixstraat 11 archeologische begeleiding van de ondergrondse van baksteen gevonden. De oudste baksteenfun- Rijswijk | Rijswijk Buiten, ’t Haantje 35 Delft | riolering Westvest 12 Educatief Archeologisch Erf 52 sloop uitgevoerd door IDDS Archeologie (zie het deringen dateren uit de 17de eeuw. In die periode artikel Hooftstraat 49-67 op deze pagina). werden bakstenen voor de fundering direct op de Rotterdam | Coolsingel 75 37 Den Haag | Boomaweg 13 De favoriete vondst van... 53 Al snel bleek dat sprake is van een opeenvolging van Rotterdam | Hoogstraat kruising Binnenrotte - funderingsresten, teruggaand tot de 13de eeuw. De Overzichtsfoto van de opgraving. De opname is Den Haag | Rhijenhof 14-16 13 Het grote archief. Dubbele sluis 38 overgang van de houtbouw- naar de steenbouwfase richting het noorden genomen. Links is het water van Prehistorische archeologie op het strand 54 Den Haag | Rotterdamsebaan 14 kan hierdoor ook onderzocht worden. Opvallend is de Oude Rijn zichtbaar. (Foto: IDDS) Rotterdam | kerkhof Laurenskerk 40 Archeologie in het Timmerhuis 57 dat de plattegrond van het houten huis parallel aan Foto: IDDS Goeree-Overflakkee-Ouddorp | de Hooftstraat ligt, de latere stenen huizen staan Schiedam | Appelmarkt 41 Kasteelberg Spreeuwenstein 15 Een prehistorisch dolkje op de parkeerplaats 57 haaks op deze straat. Het onderzoek van Hooftstraat 133 heeft veel muur- Schiedam | Hoogstraat 89-91 42 Letterlijk in lijn met deze opgravingen is in 2016, funderingen uit verschillende fasen opgeleverd. Deze Gouda | Sint-Janskerk 18 Een mesolithische kernbeitel van opnieuw door IDDS Archeologie, onderzoek uitge- 17de-eeuwse muurfunderingen zijn direct in de klei Schiedam | Lange Haven 65 - Huis Nolet 42 ‘de Zandmotor’ bij Monster 58 Katwijk | Rijnsoever Noord fase 3 20 voerd langs de Hooftstraat ter hoogte van nrs. 133- gelegd. In de perioden die hierop volgden zijn de Schiedam | Lange Haven/Vismarkt 43 Op zoek naar de Brittenburg 60 139 en 132-134. Dit is de plek waar halverwege 2015 muurfunderingen op de oude funderingen geplaatst Katwijk | Rijnsburg Klei Oost 21 het ponton-ongeluk plaatsvond met het nieuwe of is gebruikgemaakt van een ophogingslaag. Schiedam | Westmolenkwartier parkeerterrein 44 Dordrecht | Minderbroederklooster 62 wegdek van de Julianabrug. Voor de herbouw van de Leerdam | Dokter C. Voogdplein- woningen zou geen gebruik worden gemaakt van de Het veldwerk is uitgevoerd tot een diepte van circa Schoonrewoerdse poort 22 Schoonhoven | Kloosterterrein De Hem 45 Literatuur 63 bestaande funderingen, waardoor ook hier archeo- 1 m onder het maaiveld, waardoor de oudste bouw- Leiden | Hooglandse Kerkgracht 25A 24 Teylingen - Warmond | Fort Marina 46 logisch onderzoek noodzakelijk was. Bij de oneven fasen niet bereikt werden. Aan de overzijde van de nummers zijn weer oude funderingsresten gevonden. Hooftstraat zijn geen archeologische resten gevon- pagina 6 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 7

Voor een funde- Hierop zijn de bakstenen gelegd en is de fundering dat beide locaties in zijn bron van inkomsten. De ontwikkeling en het belang ring zijn paaltjes verder opgebouwd. geheel moesten worden van Brielle in de 14de en 15de eeuw blijkt ook uit het geslagen, waar- Afgezien van baksteensporen zijn ook grondsporen - opgegraven. feit dat in de stad maar liefst vijf kloosters gevestigd overheen een zoals greppels en kuilen - en houtsporen gevonden. Er gold een maximale waren (plus twee erbuiten). Na een eerste golf van plank is ge- De opvallendste is een diepe kuil met een zeer ontgravingsdiepte religieuze stichtingen in de Noordelijke Nederlanden plaatst. Hierop humeuze vulling. Waarschijnlijk is de kuil als beerkuil van circa 1 m in de 12de en 13de eeuw volgde een tweede in de zijn meerdere gebruikt. Nadat de kuil opgevuld is geraakt, is er in onder het maai- latere 14de en in de 15de eeuw. Misoogsten, pest- lagen bakstenen een later stadium een houten ton ingegraven. veld. epidemieën en oorlogen leidden tot economische gemetseld. Door IDDS Archeologie, Yolande Meijer teruggang, wat weer tot een ‘morele verslapping’ zou het gewicht van hebben geleid. Bij grote groepen mensen ontstond de fundering en Brielle | Sint Catharinaklooster en de behoefte aan hervorming en het weer strikt de gevel zijn de Een bakstenen fundering die op een laag turfblokjes is Cellebroedersklooster volgen van de kloosterregels. De twee onder- Tijdens het onderzoek zijn sporen van verzakking houten paaltjes gelegd. (Foto: IDDS) In de lente van 2016 heeft ADC ArcheoProjecten zochte (voormalige) kloosterterreinen waargenomen. Dit komt doordat onder de bebouwing in de plank gedurende 11 weken opgravingen uitgevoerd in de worden gerekend tot deze tweede gedempte sloten liggen. (Foto: IDDS) gedrukt. Onder is klei is een greppeltje gegraven, waarin twee tot drie historische binnenstad van Brielle. golf, die hoort bij de zogenaamde de onderzijde van de plank afgebeeld met daarin de lagen turfblokjes in zand zijn gelegd. De turfblokjes De opgravingen waren noodzakelijk vanwege de ‘Moderne Devotie’. ondergrond, in dit geval van klei, gelegd. Vanaf de afdrukken van de paaltjes. (Foto: IDDS) hebben ongeveer het formaat van een baksteen. geplande bouw van appartementen op twee locaties Het Sint Catharina- 18de eeuw neemt de bebouwing in het plangebied aan de Burgemeester H. van Sleenstraat. klooster. In groen het vermoe- Sint Catharinaklooster toe, waarbij ook de ruimtes tussen de gebouwen Dat er kloosters liggen op beide terreinen is bekend delijke oorspronkelijke woonhuis uit Het best bewaarde worden benut. In sommige gevallen betekende dit uit historische bronnen. Uit archeologisch vooronder- 1423 waar de kloostergemeenschap begon. In rood van de twee kloosters dat er over gedempte sloten heen moest worden zoek bleek dat resten uit de kloostertijd en de perioden de grote bouwfase uit het midden van de 15de eeuw. is het Sint Catharina- gebouwd. Wanneer de bebouwing zwaar was, zorgde erna nog goed in de ondergrond bewaard waren en Latere uitbreidingen zijn in blauw aangegeven, in geel klooster, dat in 1423 is dit voor flinke verzakkingen. Het plangebied is tot ver de verbouwingen die plaatsvonden nadat het klooster gesticht. Historisch is in de 20ste eeuw in gebruik geweest. Dit leverde vaak De locaties van beide kloosterterreinen. opgehouden had te bestaan. (Illustratie: ADC) bekend dat in dat jaar drie complexe situaties op, waarbij fundamenten over- vrouwen in gemeenschap van sneden, hergebruikt of afgebroken waren. Naast De oorsprong van Brielle, dat toen nog uit twee goederen bij elkaar gingen wonen muurfunderingen werden ook vloeren, (water)putten, gescheiden parochies bestond, Maerlant en Briel, in het huis dat zij hadden gekocht kelders, haarden, poeren, en goten gevonden. Tussen ligt in de 13de eeuw. Rond 1306 moet Brielle van Margaretha van de Maelstede, de de vele baksteenfunderingen liggen enkele bijzondere stadsrechten hebben gekregen en waren Brielle weduwe van heer Jan van Abbenbroek. funderingen. en Maerlant dus tot één nederzetting vergroeid. Van dit huis zijn mogelijk nog enkele fun- In het zuidoostelijk deel van het terrein ligt bijvoor- Door de handel, die profiteerde van de goede deringen gevonden, maar veruit de meeste beeld een fundering van bakstenen die op een houten Tussen alle muurfunderingen bevaarbaarheid van de Maas en de nabijheid van de kloosterresten zijn terug te voeren op een groot- plank zijn gemetseld, ondersteund door houten werd ook nog een compleet rivier de Goote, groeide Brielle in de volgende eeuwen schalige herinrichting van het kloostercomplex paaltjes. Een andere opmerkelijke techniek is die paardenskelet - in anatomisch uit tot een welvarende stad. De wolhandel en vooral enkele decennia later. De kloostergebouwen zijn in waar turfblokjes als fundering worden gebruikt: in de verband - gevonden. (Foto: IDDS) de haringvisserij vormden daarbij een belangrijke een carrévorm rondom een kloosterhof aangelegd, pagina 6 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 7

Voor een funde- Hierop zijn de bakstenen gelegd en is de fundering dat beide locaties in zijn bron van inkomsten. De ontwikkeling en het belang ring zijn paaltjes verder opgebouwd. geheel moesten worden van Brielle in de 14de en 15de eeuw blijkt ook uit het geslagen, waar- Afgezien van baksteensporen zijn ook grondsporen - opgegraven. feit dat in de stad maar liefst vijf kloosters gevestigd overheen een zoals greppels en kuilen - en houtsporen gevonden. Er gold een maximale waren (plus twee erbuiten). Na een eerste golf van plank is ge- De opvallendste is een diepe kuil met een zeer ontgravingsdiepte religieuze stichtingen in de Noordelijke Nederlanden plaatst. Hierop humeuze vulling. Waarschijnlijk is de kuil als beerkuil van circa 1 m in de 12de en 13de eeuw volgde een tweede in de zijn meerdere gebruikt. Nadat de kuil opgevuld is geraakt, is er in onder het maai- latere 14de en in de 15de eeuw. Misoogsten, pest- lagen bakstenen een later stadium een houten ton ingegraven. veld. epidemieën en oorlogen leidden tot economische gemetseld. Door IDDS Archeologie, Yolande Meijer teruggang, wat weer tot een ‘morele verslapping’ zou het gewicht van hebben geleid. Bij grote groepen mensen ontstond de fundering en Brielle | Sint Catharinaklooster en de behoefte aan hervorming en het weer strikt de gevel zijn de Een bakstenen fundering die op een laag turfblokjes is Cellebroedersklooster volgen van de kloosterregels. De twee onder- Tijdens het onderzoek zijn sporen van verzakking houten paaltjes gelegd. (Foto: IDDS) In de lente van 2016 heeft ADC ArcheoProjecten zochte (voormalige) kloosterterreinen waargenomen. Dit komt doordat onder de bebouwing in de plank gedurende 11 weken opgravingen uitgevoerd in de worden gerekend tot deze tweede gedempte sloten liggen. (Foto: IDDS) gedrukt. Onder is klei is een greppeltje gegraven, waarin twee tot drie historische binnenstad van Brielle. golf, die hoort bij de zogenaamde de onderzijde van de plank afgebeeld met daarin de lagen turfblokjes in zand zijn gelegd. De turfblokjes De opgravingen waren noodzakelijk vanwege de ‘Moderne Devotie’. ondergrond, in dit geval van klei, gelegd. Vanaf de afdrukken van de paaltjes. (Foto: IDDS) hebben ongeveer het formaat van een baksteen. geplande bouw van appartementen op twee locaties Het Sint Catharina- 18de eeuw neemt de bebouwing in het plangebied aan de Burgemeester H. van Sleenstraat. klooster. In groen het vermoe- Sint Catharinaklooster toe, waarbij ook de ruimtes tussen de gebouwen Dat er kloosters liggen op beide terreinen is bekend delijke oorspronkelijke woonhuis uit Het best bewaarde worden benut. In sommige gevallen betekende dit uit historische bronnen. Uit archeologisch vooronder- 1423 waar de kloostergemeenschap begon. In rood van de twee kloosters dat er over gedempte sloten heen moest worden zoek bleek dat resten uit de kloostertijd en de perioden de grote bouwfase uit het midden van de 15de eeuw. is het Sint Catharina- gebouwd. Wanneer de bebouwing zwaar was, zorgde erna nog goed in de ondergrond bewaard waren en Latere uitbreidingen zijn in blauw aangegeven, in geel klooster, dat in 1423 is dit voor flinke verzakkingen. Het plangebied is tot ver de verbouwingen die plaatsvonden nadat het klooster gesticht. Historisch is in de 20ste eeuw in gebruik geweest. Dit leverde vaak De locaties van beide kloosterterreinen. opgehouden had te bestaan. (Illustratie: ADC) bekend dat in dat jaar drie complexe situaties op, waarbij fundamenten over- vrouwen in gemeenschap van sneden, hergebruikt of afgebroken waren. Naast De oorsprong van Brielle, dat toen nog uit twee goederen bij elkaar gingen wonen muurfunderingen werden ook vloeren, (water)putten, gescheiden parochies bestond, Maerlant en Briel, in het huis dat zij hadden gekocht kelders, haarden, poeren, en goten gevonden. Tussen ligt in de 13de eeuw. Rond 1306 moet Brielle van Margaretha van de Maelstede, de de vele baksteenfunderingen liggen enkele bijzondere stadsrechten hebben gekregen en waren Brielle weduwe van heer Jan van Abbenbroek. funderingen. en Maerlant dus tot één nederzetting vergroeid. Van dit huis zijn mogelijk nog enkele fun- In het zuidoostelijk deel van het terrein ligt bijvoor- Door de handel, die profiteerde van de goede deringen gevonden, maar veruit de meeste beeld een fundering van bakstenen die op een houten Tussen alle muurfunderingen bevaarbaarheid van de Maas en de nabijheid van de kloosterresten zijn terug te voeren op een groot- plank zijn gemetseld, ondersteund door houten werd ook nog een compleet rivier de Goote, groeide Brielle in de volgende eeuwen schalige herinrichting van het kloostercomplex paaltjes. Een andere opmerkelijke techniek is die paardenskelet - in anatomisch uit tot een welvarende stad. De wolhandel en vooral enkele decennia later. De kloostergebouwen zijn in waar turfblokjes als fundering worden gebruikt: in de verband - gevonden. (Foto: IDDS) de haringvisserij vormden daarbij een belangrijke een carrévorm rondom een kloosterhof aangelegd, pagina 8 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 9

waarvan naar ver- De boom waaruit één stuk hout afkom- Pas vanaf 1616 kwamen er weer Hollandse gouver- tal spreeuwenpotten zijn enkele voorbeelden. gezond van lijf en leden toen hij stierf. Een dendro- wachting de helft is stig is, blijkt gekapt in de herfst/winter neurs te wonen. Interessant is de vondst van onder andere een aantal chronologische datering plaatst de kapdatum van het opgegraven. Het meest van 1455/1456. Het gebouw was in Tijdens deze periode werd er wederom flink ver- glazen flesjes en aardewerken zalfpotjes, die verklaard hout van de grafkist van deze man ergens na 1528. imposante gebouw was twee grote zalen opgedeeld. In beide bouwd. Zo werd de centrale hal in meerdere vertrek- kunnen worden uit de aanwezigheid van een Deze constateringen zouden erop kunnen wijzen dat zonder twijfel een centrale ruimtes stonden, op gelijke ken opgedeeld, werden aan de noordzijde ruimten militaire chirurg. we te maken hebben met een Cellebroeder die ‘van hal van 36 x 8,5 m. afstand, vijf natuurstenen zuilen aangebouwd (opgetrokken uit hergebruikte baksteen, ouderdom is gestorven’ en acht inwoners van Brielle, Onder de buitenmuren met een bakstenen fundering. vermoedelijk afkomstig van een kloostergebouw) en Cellebroedersklooster die waarschijnlijk patient van het gasthuis waren. is een houten fundering Deze zuilen droegen vermoe- werden er maar liefst zes beerputten en een grote De locatie van het Cellebroedersklooster was helaas Nadat het klooster was verlaten, is er kort buskruit (Foto: ADC) aangebracht van verschil- delijk een houten balken- cisterne (wateropslag) geplaatst. sterk verstoord, waardoor archeologische resten frag- gefabriceerd in het complex nadat de productie van- lende stukken, deels herge- plafond. Eén ander losstaand gebouw Waterput met de aanzet van een ontlastingsboog. mentarisch bewaard zijn gebleven. Een duidelijk uit het voormalige Sint Catharinaklooster hiernaartoe bruikt hout. hoort tot dezelfde fase, evenals de tuin- beeld van het klooster is er dan ook nog niet. overgebracht was. Vanaf 1602 tot aan 1705 was hier muur, die het kloostercomplex scheidde van de 80-jarige oorlog. Het Catharinaklooster werd in 1572 Hetzelfde geldt overigens voor de geschiedenis van het pesthuis gehuisvest, waarna het onder andere erachter gelegen stadsmuur en gracht. geplunderd door de Watergeuzen, waardoor er een het kloostercomplex. De stichtingsdatum is onbe- dienst heeft gedaan als schermzaal en militair hospi- einde kwam aan het kloosterleven hier. Het complex kend, de eerste historische vermelding dateert uit taal. Het pesthuis zelf moet net buiten het opgegra- (Illustratie: ADC) deed hierna deels dienst als brouwerij en deels als 1500. We weten dat de broeders zorg droegen voor ven gebied en dichter bij de straat hebben gelegen. kruitfabriek, maar dat was van korte duur. de zieke mannen van Brielle, maar meer informatie Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van dit Tot aan de sloop van het kloostercomplex, in 1734, (Foto: ADC) is er eigenlijk niet. project. Het dateren van historisch muurwerk vormt Het Cellebroeders- is het daarna in gebruik geweest als commandeurs- Heel interessant zijn de diverse begravingen die hierbij altijd een uitdaging. Er is een aantal mon- klooster. In mosterdgeel de woning. Eerst is het bewoond door Johan van Spreeuwenpot- binnen de contouren van een uitgebroken muur, sters van diverse bakstenen funderingen genomen muren van het klooster. Het graf- van Woerden, de eerste baljuw na het vertrek van ten werden onder vermoedelijk van een kapel, lagen. Negen individuen om verder te onderzoeken middels OSL. Optisch veld is met paars aangeduid. de Spanjaarden. Brielle werd echter in 1585 aan de het dak gehangen, waarna via een luikje de jonge zijn opgegraven. Alle overledenen bleken van het gestimuleerde luminescentie (OSL)-datering bepaalt Engelse Kroon in onderpand gegeven, in ruil voor vogels makkelijk weggenomen konden worden. mannelijke geslacht, met diverse aandoeningen. Deel van het Sint Catharinaklooster. steun aan de Republiek. De commandeurswoning Slechts één man, de oudste, was ogenschijnlijk Een aantal van de begraven mannen die zijn gevonden. werd door de Engelse gouverneur bewoond. Met een datering tussen 1572 en 1734, beslaan de verschillende (Foto: ADC) Blik op de latere indeling van de centrale hal. gebruiksfasen van de beer- Blik op de centrale hal van het Sint Catharinaklooster. putten de gehele bewonings- periode, nadat de nonnen Tijdens de jaren erna is er verder gebouwd en uit- het klooster hebben verlaten. gebreid, bijvoorbeeld vanaf de centrale hal tot aan de In deze beerputten zijn prachtige tuinmuur, die in het gebouw werd opgenomen. vondsten gedaan. Een grote houten Mooi om te zien is bijvoorbeeld dat hierbij de water- schaal, een compleet glazen flesje, put die er al lag, een ontlastingsboog kreeg om het een baardmankruikje en een twee- nieuwe muurwerk te kunnen dragen. Vrijwel alle kloosters worden verlaten tijdens de Een grote houten schaal. (Foto: ADC)

(Foto: ADC) (Foto: ADC) pagina 8 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 9

waarvan naar ver- De boom waaruit één stuk hout afkom- Pas vanaf 1616 kwamen er weer Hollandse gouver- tal spreeuwenpotten zijn enkele voorbeelden. gezond van lijf en leden toen hij stierf. Een dendro- wachting de helft is stig is, blijkt gekapt in de herfst/winter neurs te wonen. Interessant is de vondst van onder andere een aantal chronologische datering plaatst de kapdatum van het opgegraven. Het meest van 1455/1456. Het gebouw was in Tijdens deze periode werd er wederom flink ver- glazen flesjes en aardewerken zalfpotjes, die verklaard hout van de grafkist van deze man ergens na 1528. imposante gebouw was twee grote zalen opgedeeld. In beide bouwd. Zo werd de centrale hal in meerdere vertrek- kunnen worden uit de aanwezigheid van een Deze constateringen zouden erop kunnen wijzen dat zonder twijfel een centrale ruimtes stonden, op gelijke ken opgedeeld, werden aan de noordzijde ruimten militaire chirurg. we te maken hebben met een Cellebroeder die ‘van hal van 36 x 8,5 m. afstand, vijf natuurstenen zuilen aangebouwd (opgetrokken uit hergebruikte baksteen, ouderdom is gestorven’ en acht inwoners van Brielle, Onder de buitenmuren met een bakstenen fundering. vermoedelijk afkomstig van een kloostergebouw) en Cellebroedersklooster die waarschijnlijk patient van het gasthuis waren. is een houten fundering Deze zuilen droegen vermoe- werden er maar liefst zes beerputten en een grote De locatie van het Cellebroedersklooster was helaas Nadat het klooster was verlaten, is er kort buskruit (Foto: ADC) aangebracht van verschil- delijk een houten balken- cisterne (wateropslag) geplaatst. sterk verstoord, waardoor archeologische resten frag- gefabriceerd in het complex nadat de productie van- lende stukken, deels herge- plafond. Eén ander losstaand gebouw Waterput met de aanzet van een ontlastingsboog. mentarisch bewaard zijn gebleven. Een duidelijk uit het voormalige Sint Catharinaklooster hiernaartoe bruikt hout. hoort tot dezelfde fase, evenals de tuin- beeld van het klooster is er dan ook nog niet. overgebracht was. Vanaf 1602 tot aan 1705 was hier muur, die het kloostercomplex scheidde van de 80-jarige oorlog. Het Catharinaklooster werd in 1572 Hetzelfde geldt overigens voor de geschiedenis van het pesthuis gehuisvest, waarna het onder andere erachter gelegen stadsmuur en gracht. geplunderd door de Watergeuzen, waardoor er een het kloostercomplex. De stichtingsdatum is onbe- dienst heeft gedaan als schermzaal en militair hospi- einde kwam aan het kloosterleven hier. Het complex kend, de eerste historische vermelding dateert uit taal. Het pesthuis zelf moet net buiten het opgegra- (Illustratie: ADC) deed hierna deels dienst als brouwerij en deels als 1500. We weten dat de broeders zorg droegen voor ven gebied en dichter bij de straat hebben gelegen. kruitfabriek, maar dat was van korte duur. de zieke mannen van Brielle, maar meer informatie Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van dit Tot aan de sloop van het kloostercomplex, in 1734, (Foto: ADC) is er eigenlijk niet. project. Het dateren van historisch muurwerk vormt Het Cellebroeders- is het daarna in gebruik geweest als commandeurs- Heel interessant zijn de diverse begravingen die hierbij altijd een uitdaging. Er is een aantal mon- klooster. In mosterdgeel de woning. Eerst is het bewoond door Johan van Vliet Spreeuwenpot- binnen de contouren van een uitgebroken muur, sters van diverse bakstenen funderingen genomen muren van het klooster. Het graf- van Woerden, de eerste baljuw na het vertrek van ten werden onder vermoedelijk van een kapel, lagen. Negen individuen om verder te onderzoeken middels OSL. Optisch veld is met paars aangeduid. de Spanjaarden. Brielle werd echter in 1585 aan de het dak gehangen, waarna via een luikje de jonge zijn opgegraven. Alle overledenen bleken van het gestimuleerde luminescentie (OSL)-datering bepaalt Engelse Kroon in onderpand gegeven, in ruil voor vogels makkelijk weggenomen konden worden. mannelijke geslacht, met diverse aandoeningen. Deel van het Sint Catharinaklooster. steun aan de Republiek. De commandeurswoning Slechts één man, de oudste, was ogenschijnlijk Een aantal van de begraven mannen die zijn gevonden. werd door de Engelse gouverneur bewoond. Met een datering tussen 1572 en 1734, beslaan de verschillende (Foto: ADC) Blik op de latere indeling van de centrale hal. gebruiksfasen van de beer- Blik op de centrale hal van het Sint Catharinaklooster. putten de gehele bewonings- periode, nadat de nonnen Tijdens de jaren erna is er verder gebouwd en uit- het klooster hebben verlaten. gebreid, bijvoorbeeld vanaf de centrale hal tot aan de In deze beerputten zijn prachtige tuinmuur, die in het gebouw werd opgenomen. vondsten gedaan. Een grote houten Mooi om te zien is bijvoorbeeld dat hierbij de water- schaal, een compleet glazen flesje, put die er al lag, een ontlastingsboog kreeg om het een baardmankruikje en een twee- nieuwe muurwerk te kunnen dragen. Vrijwel alle kloosters worden verlaten tijdens de Een grote houten schaal. (Foto: ADC)

(Foto: ADC) (Foto: ADC) pagina 10 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 11

het moment van opsluiting van zandkorrels in de herberg. De ligging van de sporen op de hoek van één ramen en de huizen aan de Madelaan gevonden; baksteen. Deze methode maakt gebruik van een klein van de belangrijkste uitvalswegen van de stad en het hierdoor is het beeld van het terrein completer lichtsignaaltje dat kwartskorrels kunnen uitzenden. Dit soort vondsten maken dit idee aannemelijk. geworden. luminescentiesignaal wordt op nul gesteld (gebleekt) Van het oude bolwerk is het kleipakket waaruit het Interessant was de vondst van twee palen uit de door zonlicht, en bouwt na insluiting van de korrels op bestond gevonden. Hierin zaten geen vondsten. Ook is lakenramen waarop een ingesneden lettermerk doordat de korrels natuurlijke achtergrondstraling de gracht rondom het bolwerk met kademuren uit de stond: ‘DVCc’., de initialen van de 17de- of 18de- absorberen uit hun directe omgeving. Met behulp van 19de eeuw gevonden. Van de kademuren zijn twee eeuwse houthandelaar. De initialen werden aan- deze methode is door de hoeveelheid straling te meten verschillende fasen aangetoond. Op de tweede, jong- gebracht nadat het hout was aangekocht - vermoede- het moment waarop de bakstenen zijn gemaakt te ste fase zaten bolders waar schepen aan konden lijk in Scandinavië - en per schip naar Nederland werd bepalen. Hopelijk kan hiermee een betrouwbare date- meren. vervoerd. Het hout van verschillende handelaren lag ring van het muurwerk worden verkregen. Archeologie Delft, Bas Penning in de schepen vaak bij elkaar, waardoor het nodig was Voor een aantal vlogs die tijdens de opgraving zijn om het eigen hout te merken. Eenmaal op de eind- gemaakt, verwijzen we graag naar het account van de Delft | fietsenstalling Park Spoorloos bestemming had het merkteken geen functie meer. Doorsnede door het westelijk deel van de stads- en 1953 een kegelbaan gemeente Brielle op YouTube. In 2015 is er voorafgaand aan de bouw van een Beide merktekens zijn doorgezaagd, wat betekent dat buitengracht. (Foto: Archeologie Delft) gehad. Misschien zijn de ADC ArcheoProjecten, Jeroen Loopik ondergrondse fietsenstalling aan de Coenderstraat de balken bij transport zeker 30 cm dik zijn geweest ballen na een verlo- gegraven achter het oude stationsgebouw (zie de en in Delft in vier balken van 15 cm dik zijn verzaagd. gracht de stadswal ren wedstrijd in de Delft | Bolwerk kroniek over 2015). Bij dat onderzoek werden de Dit zal zijn gebeurd in de Houttuinen, waar in de 17de raakt. Toch zijn er gracht gegooid? Ter hoogte van de Spoorsingel en de Buitenwatersloot Het bolwerk op de kaart figuratief uit 1675. (Archief Delft) en 18de eeuw de bouwmaterialen voor Delft en om- nog wel bijzondere in Delft is een nieuw bolwerk aangelegd. Met de geving werden opgeslagen en bewerkt. objecten gevonden, zoals Kegelballen van (Foto: aanleg van dit bolwerk wordt de historische situatie (onder andere braasemachtigen, kabeljauw, schelvis Archeologie Delft, Jorrit van Horssen een conservenblik uit pokhout. Archeologie Delft) ten dele in ere hersteld. Op deze plek heeft namelijk en haring) en dierenbotten (rund, schaap/geit, varken, het einde van de 18de vanaf circa 1573 een bolwerk gelegen. Met de komst kip, eend en gans). Het botanische onderzoek heeft Delft | Spoortunnel en parkeergarage Phoenixstraat eeuw. Op het Ook hebben er nog werkzaamheden plaatsgevon- van de eerste trein door Delft, halverwege de 19de resten van onder andere graan, walnoten en druiven In 2016 is het grondverzet voor de westelijke treintun- messing etiket den bij de noordelijke inrit van de treintunnel. Hier eeuw, is dit bolwerk gesloopt om plaats te maken voor opgeleverd. De ingegraven pot heeft mogelijk gediend nelbuis onder de Phoenixstraat afgerond. Tegelijk met staat dat er schild- is onderzoek gedaan naar het bolwerk dat hier ooit het spoor en een haven. als muizenval. Wellicht horen de resten bij een deze werkzaamheden is naast de treintunnel een 560 paddensoep in gelegen heeft. Dit bolwerk bestond uit schone klei De oudste resten die gevonden zijn dateren van vóór meter lange parkeergarage gebouwd. Hierbij is een heeft gezeten, zonder sporen of vondsten. Er bleek aan de stads- de aanleg van het eerste bolwerk. In deze periode liep De kademuur met bolders. (Foto: Archeologie Delft) groot deel van de gedempte stadsbuitengracht zijde van het bolwerk ooit een kademuur te de bebouwing aan de Buitenwatersloot door tot aan De beide balken met een ingesneden lettermerk uit de vergraven. Tijdens de werkzaamheden is een aantal Conservenblik waar schildpadden- hebben gelegen om het afkalven in de bocht van de de weg rond de stadsbuitengracht. De sporen bestaan 17de of 18de eeuw. dwarsdoorsnedes van de gracht opgetekend. Deze soep in heeft gezeten. (Foto: Archeologie Delft) stadsbuitengracht tegen te gaan. Onder het bolwerk uit een greppel, afvalkuil en een ingegraven pot uit de kunnen gecombineerd worden met de doorsnedes die zijn diverse kuilen, greppels en sloten gevonden. In 14de eeuw. In de afvalkuil en de greppel is een aantal resten gevonden van de lakenramen uit de 17de eeuw vastgelegd zijn bij de aanleg van de oostelijke tunnel- geproduceerd door de firma W. Hoogenstraaten & Co. één van deze kuilen zat menselijk botmateriaal van scherven gevonden, waaronder een scherf Italiaanse en van de huizen die in de 18de en 19de eeuw aan de buis. Hierdoor ontstaat een complete doorsnede van uit Leiden. Bijzonder zijn ook twee kegelballen van ten minste drie individuen. In een andere kuil is een majolica (maiolica arcaica). Dit soort aardewerk is in Madelaan stonden. In 2016 kon een deel van het de ruim 30 meter brede stadsbuitengracht. Er werden tropisch pokhout. De ballen zijn gevonden ter hoogte zeer bijzondere munt gevonden. Het is een noodmunt Delft zeer zeldzaam. Er is opvallend veel drinkgerei plangebied dat in 2015 nog niet toegankelijk was, in dit deel van de gracht aanzienlijk minder vondsten van de achtertuinen van de Oude Delft 123. Hier heeft van 1577 uit Breda. Langs de rand van het tinnen onder de scherven. Uit de kuil komen ook visresten worden onderzocht. Opnieuw zijn delen van de laken- gedaan dan in de oostelijke tunnelbuis, waar de de Sociëteit Standvastigheid in 1821 en tussen 1890 muntstuk is in het Latijn Necessitatis • ergo • 1577 pagina 10 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 11

het moment van opsluiting van zandkorrels in de herberg. De ligging van de sporen op de hoek van één ramen en de huizen aan de Madelaan gevonden; baksteen. Deze methode maakt gebruik van een klein van de belangrijkste uitvalswegen van de stad en het hierdoor is het beeld van het terrein completer lichtsignaaltje dat kwartskorrels kunnen uitzenden. Dit soort vondsten maken dit idee aannemelijk. geworden. luminescentiesignaal wordt op nul gesteld (gebleekt) Van het oude bolwerk is het kleipakket waaruit het Interessant was de vondst van twee palen uit de door zonlicht, en bouwt na insluiting van de korrels op bestond gevonden. Hierin zaten geen vondsten. Ook is lakenramen waarop een ingesneden lettermerk doordat de korrels natuurlijke achtergrondstraling de gracht rondom het bolwerk met kademuren uit de stond: ‘DVCc’., de initialen van de 17de- of 18de- absorberen uit hun directe omgeving. Met behulp van 19de eeuw gevonden. Van de kademuren zijn twee eeuwse houthandelaar. De initialen werden aan- deze methode is door de hoeveelheid straling te meten verschillende fasen aangetoond. Op de tweede, jong- gebracht nadat het hout was aangekocht - vermoede- het moment waarop de bakstenen zijn gemaakt te ste fase zaten bolders waar schepen aan konden lijk in Scandinavië - en per schip naar Nederland werd bepalen. Hopelijk kan hiermee een betrouwbare date- meren. vervoerd. Het hout van verschillende handelaren lag ring van het muurwerk worden verkregen. Archeologie Delft, Bas Penning in de schepen vaak bij elkaar, waardoor het nodig was Voor een aantal vlogs die tijdens de opgraving zijn om het eigen hout te merken. Eenmaal op de eind- gemaakt, verwijzen we graag naar het account van de Delft | fietsenstalling Park Spoorloos bestemming had het merkteken geen functie meer. Doorsnede door het westelijk deel van de stads- en 1953 een kegelbaan gemeente Brielle op YouTube. In 2015 is er voorafgaand aan de bouw van een Beide merktekens zijn doorgezaagd, wat betekent dat buitengracht. (Foto: Archeologie Delft) gehad. Misschien zijn de ADC ArcheoProjecten, Jeroen Loopik ondergrondse fietsenstalling aan de Coenderstraat de balken bij transport zeker 30 cm dik zijn geweest ballen na een verlo- gegraven achter het oude stationsgebouw (zie de en in Delft in vier balken van 15 cm dik zijn verzaagd. gracht de stadswal ren wedstrijd in de Delft | Bolwerk kroniek over 2015). Bij dat onderzoek werden de Dit zal zijn gebeurd in de Houttuinen, waar in de 17de raakt. Toch zijn er gracht gegooid? Ter hoogte van de Spoorsingel en de Buitenwatersloot Het bolwerk op de kaart figuratief uit 1675. (Archief Delft) en 18de eeuw de bouwmaterialen voor Delft en om- nog wel bijzondere in Delft is een nieuw bolwerk aangelegd. Met de geving werden opgeslagen en bewerkt. objecten gevonden, zoals Kegelballen van (Foto: aanleg van dit bolwerk wordt de historische situatie (onder andere braasemachtigen, kabeljauw, schelvis Archeologie Delft, Jorrit van Horssen een conservenblik uit pokhout. Archeologie Delft) ten dele in ere hersteld. Op deze plek heeft namelijk en haring) en dierenbotten (rund, schaap/geit, varken, het einde van de 18de vanaf circa 1573 een bolwerk gelegen. Met de komst kip, eend en gans). Het botanische onderzoek heeft Delft | Spoortunnel en parkeergarage Phoenixstraat eeuw. Op het Ook hebben er nog werkzaamheden plaatsgevon- van de eerste trein door Delft, halverwege de 19de resten van onder andere graan, walnoten en druiven In 2016 is het grondverzet voor de westelijke treintun- messing etiket den bij de noordelijke inrit van de treintunnel. Hier eeuw, is dit bolwerk gesloopt om plaats te maken voor opgeleverd. De ingegraven pot heeft mogelijk gediend nelbuis onder de Phoenixstraat afgerond. Tegelijk met staat dat er schild- is onderzoek gedaan naar het bolwerk dat hier ooit het spoor en een haven. als muizenval. Wellicht horen de resten bij een deze werkzaamheden is naast de treintunnel een 560 paddensoep in gelegen heeft. Dit bolwerk bestond uit schone klei De oudste resten die gevonden zijn dateren van vóór meter lange parkeergarage gebouwd. Hierbij is een heeft gezeten, zonder sporen of vondsten. Er bleek aan de stads- de aanleg van het eerste bolwerk. In deze periode liep De kademuur met bolders. (Foto: Archeologie Delft) groot deel van de gedempte stadsbuitengracht zijde van het bolwerk ooit een kademuur te de bebouwing aan de Buitenwatersloot door tot aan De beide balken met een ingesneden lettermerk uit de vergraven. Tijdens de werkzaamheden is een aantal Conservenblik waar schildpadden- hebben gelegen om het afkalven in de bocht van de de weg rond de stadsbuitengracht. De sporen bestaan 17de of 18de eeuw. dwarsdoorsnedes van de gracht opgetekend. Deze soep in heeft gezeten. (Foto: Archeologie Delft) stadsbuitengracht tegen te gaan. Onder het bolwerk uit een greppel, afvalkuil en een ingegraven pot uit de kunnen gecombineerd worden met de doorsnedes die zijn diverse kuilen, greppels en sloten gevonden. In 14de eeuw. In de afvalkuil en de greppel is een aantal resten gevonden van de lakenramen uit de 17de eeuw vastgelegd zijn bij de aanleg van de oostelijke tunnel- geproduceerd door de firma W. Hoogenstraaten & Co. één van deze kuilen zat menselijk botmateriaal van scherven gevonden, waaronder een scherf Italiaanse en van de huizen die in de 18de en 19de eeuw aan de buis. Hierdoor ontstaat een complete doorsnede van uit Leiden. Bijzonder zijn ook twee kegelballen van ten minste drie individuen. In een andere kuil is een majolica (maiolica arcaica). Dit soort aardewerk is in Madelaan stonden. In 2016 kon een deel van het de ruim 30 meter brede stadsbuitengracht. Er werden tropisch pokhout. De ballen zijn gevonden ter hoogte zeer bijzondere munt gevonden. Het is een noodmunt Delft zeer zeldzaam. Er is opvallend veel drinkgerei plangebied dat in 2015 nog niet toegankelijk was, in dit deel van de gracht aanzienlijk minder vondsten van de achtertuinen van de Oude Delft 123. Hier heeft van 1577 uit Breda. Langs de rand van het tinnen onder de scherven. Uit de kuil komen ook visresten worden onderzocht. Opnieuw zijn delen van de laken- gedaan dan in de oostelijke tunnelbuis, waar de de Sociëteit Standvastigheid in 1821 en tussen 1890 muntstuk is in het Latijn Necessitatis • ergo • 1577 pagina 12 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 13

Noodmunt uit Breda (1577). dere verdedigingstorens afgebeeld. getwijfeld te maken met de heilige Antonius, aan- Wennetjessloot en een sloot met een houten uit de IJzertijd, Romeinse Tijd en Middeleeuwen (Foto: Archeologie Delft) Van twee van deze torens, de gezien zijn attributen, zoals het T-vormige ‘tau-kruis’ beschoeiing aan het licht gekomen. Bij het proef- gevonden. Uit de Midden-IJzertijd stammen sporen geslagen, dat kan worden Zeelandse toren ter hoogte van de en de bel die erop staan. Op de andere rand staat een sleuvenonderzoek is ook vastgesteld dat in vrijwel van een veekraal en een afvalpakket van vooral vertaald als ‘Noodshalve Poppesteeg, en de Hollandse toren rozet afgebeeld. Dat deze religieuze voorwerpen in het hele plangebied een akkerpakket aanwezig is aardewerk op de noordelijke flank van een duin. 1577’. In het midden wordt ter hoogte van Westvest 139, is deze doorgang zijn gevonden, kan verklaard worden met daarin vondstmateriaal uit de late 18de en voor- Verschillende fasen van nederzettingsresten uit de met ‘Bredae’ verwezen naar de waarschijnlijk een klein deel van de door het feit dat de doorgang de verbinding was namelijk 19de eeuw. Romeinse Tijd werden gevonden op de kleiafzettingen stad van herkomst. De munt had achterzijde gevonden. Van de overige tussen de stadsbuitengracht en het Sint Barbara- Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, van het Gantelsysteem. Bijzonder hierbij was de destijds een waarde van drie stuivers. Dit type nood- delen van de torens moeten we maar klooster. Een dergelijke verbinding is enkele jaren Dienst Stadsbeheer, gemeente Den Haag, waarneming van een overstromingsfase van de munt maakt deel uit van een emissiereeks van vijf en hopen dat ze nog buiten het riool- geleden ook gevonden bij het Sint Agathaklooster. Jeroen van Zoolingen Gantel in de Romeinse Tijd, waarbij een bewonings- is destijds in opdracht van het Magistraat van de stad tracé liggen. Deze doorgangen dienden waarschijnlijk om de fase afgedekt was door klei. In de Late Middeleeuwen Breda geslagen om aan de betalingsverplichtingen Ook zijn er twee gemetselde gangen kloosters te bevoorraden. Het onderzoek heeft verder Den Haag | Rhijenhof 14-16 werd er hop geteeld en zand gewonnen. aan muitende Duitse huursoldaten van het Spaanse gevonden die door de wal heen nog een beerput zonder vondsten en diverse andere Op de historische boerderijplaats De Rhijenhof 14-16 Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn vijf proef- leger te voldoen. In totaal zouden er tussen de vijf- en liepen. De eerste lag ter hoogte van muren opgeleverd. werd in het kader van nieuwbouw eind augustus, sleuven gegraven. Daarbij zijn funderingsresten van zesduizend gulden aan zilveren één en twee gulden- Westvest 47 en dateert uit de 18de Archeologie Delft, Bas Penning begin september 2016 door de gemeente Den Haag enkele (bij)gebouwen gevonden, waaronder die van stukken zijn geslagen en nog zo’n vijfduizend gulden eeuw. In de doorgang is een gemet- een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Als boerderij aan tinnen drie- en vier stuiverstukken. Na het vertrek seld riool uit de 19de of 20ste eeuw Den Haag | Boomaweg kent de huidige woning een complexe bouwgeschie- Sporen van een stal met een draagconstructie op bak- van de muitende soldaten viel de stad weer in Staatse Het afgraven van de stadswal in 1928. (bron: Archief Delft) gevonden. De tweede gang is ouder Aan de Boomaweg in de Haagse wijk Vroondaal Zuid denis met verschillende bouwfasen, vermoedelijk stenen poeren uit de late 17de of 18de eeuw in proef- handen en wisselde het stadsbestuur de noodmunten en ligt iets ten zuiden van de Barbarasteeg. De door- is begin oktober 2016 een klein proefsleuvenonder- vanaf het einde van de 16de tot ver in de 20ste eeuw sleuf 5. Op de achtergrond de historische boerderij weer zo gauw mogelijk in. Het is daarom opmerkelijk Op de Westvest heeft tot aan de jaren 20 van de vorige gang was opgevuld met brandresten, vermoedelijk zoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een archeo- (Hertog e.a. 2016). Op de kaart van Cruquius uit 1712 Rhijenhof. (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) dat we deze noodmunt in de Delftse bodem hebben eeuw een stadswal gelegen. Deze is toen afgegraven van de stadsbrand van 1536, en zal na dat jaar niet logische verwachting en dubbelbestemming, en is het perceel bebouwd met een boerderij, schuur, gevonden. Misschien is de munt wel meegenomen om ruimte te maken voor het moderne verkeer. meer in gebruik zijn geweest. Tussen de brandresten bevindt zich bovendien in de buurt van een aantal twee hooibergen en boomgaarden. door een soldaat die na het beleg van Breda terugtrok Op historisch kaartmateriaal staan op de wal meer- zijn enkele delen van de randen van twee plaquettes archeologische vindplaatsen die door de afdeling Het plangebied De Rhijenhof 14-16 maakt deel uit van naar Delft, waar op dat moment Willem van Oranje gevonden. Eén van deze gedenkplaten heeft on- Archeologie van de gemeente Den Haag in het het Erasmusveld; een gebied met een hoge archeolo- resideerde. Of was de munt in het bezit van een De doorgang door de stadswal ter hoogte van de verleden onderzocht zijn. gische verwachting. In de directe omgeving van het migrant of handelaar die vanuit de Zuidelijke Westvest 47. (Foto: Archeologie Delft) De doorgang van het Sint Barbaraklooster. Het onderzoek heeft naast (aanvullende) informatie plangebied en in het Erasmusveld zijn de afgelopen Nederlanden naar Holland trok? over de plaatselijke bodemopbouw, sporen aan het jaren meerdere vindplaatsen ontdekt en onderzocht. Archeologie Delft, Bas Penning licht gebracht die voornamelijk gerelateerd kunnen Daarbij zijn resten van bewoning uit de Romeinse worden aan het gebruik van het gebied in het kader Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd aan het licht Delft | riolering Westvest van landinrichting, de waterhuishouding en verkave- gekomen, maar ook vondsten en sporen (akkers, Aan de Westvest is in 2016 begonnen met het lingen. De archeologische sporen bestaan uit een kuilen, afvallagen) uit het Neolithicum, de Bronstijd vervangen van de riolering. Ook zijn er werkzaam- aantal noordwest-zuidoost georiënteerde greppels, en de IJzertijd (Siemons en Bulten 2014.). Een van de heden uitgevoerd voor de aanleg van een nieuwe die op basis van het daaruit verzamelde vondst- meest recente onderzoeken is een opgraving in 2013 trambaan. Hoewel bij de aanleg van oudere riolering materiaal in de Late IJzertijd/Romeinse Tijd en de op het ESDO-terrein, direct ten oosten van het plan- de bodem voor een groot deel verstoord is, zijn er op Late Middeleeuwen/Nieuwe Tijd gedateerd kunnen gebied (Stokkel en Van der Mijle Meijer 2014). Hierbij enkele plaatsen nog archeologische resten gevonden. worden. Ook zijn bij het onderzoek sporen van de zijn op de zuidoostelijke helft van het terrein resten

(Foto: Archeologie Delft) pagina 12 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 13

Noodmunt uit Breda (1577). dere verdedigingstorens afgebeeld. getwijfeld te maken met de heilige Antonius, aan- Wennetjessloot en een sloot met een houten uit de IJzertijd, Romeinse Tijd en Middeleeuwen (Foto: Archeologie Delft) Van twee van deze torens, de gezien zijn attributen, zoals het T-vormige ‘tau-kruis’ beschoeiing aan het licht gekomen. Bij het proef- gevonden. Uit de Midden-IJzertijd stammen sporen geslagen, dat kan worden Zeelandse toren ter hoogte van de en de bel die erop staan. Op de andere rand staat een sleuvenonderzoek is ook vastgesteld dat in vrijwel van een veekraal en een afvalpakket van vooral vertaald als ‘Noodshalve Poppesteeg, en de Hollandse toren rozet afgebeeld. Dat deze religieuze voorwerpen in het hele plangebied een akkerpakket aanwezig is aardewerk op de noordelijke flank van een duin. 1577’. In het midden wordt ter hoogte van Westvest 139, is deze doorgang zijn gevonden, kan verklaard worden met daarin vondstmateriaal uit de late 18de en voor- Verschillende fasen van nederzettingsresten uit de met ‘Bredae’ verwezen naar de waarschijnlijk een klein deel van de door het feit dat de doorgang de verbinding was namelijk 19de eeuw. Romeinse Tijd werden gevonden op de kleiafzettingen stad van herkomst. De munt had achterzijde gevonden. Van de overige tussen de stadsbuitengracht en het Sint Barbara- Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, van het Gantelsysteem. Bijzonder hierbij was de destijds een waarde van drie stuivers. Dit type nood- delen van de torens moeten we maar klooster. Een dergelijke verbinding is enkele jaren Dienst Stadsbeheer, gemeente Den Haag, waarneming van een overstromingsfase van de munt maakt deel uit van een emissiereeks van vijf en hopen dat ze nog buiten het riool- geleden ook gevonden bij het Sint Agathaklooster. Jeroen van Zoolingen Gantel in de Romeinse Tijd, waarbij een bewonings- is destijds in opdracht van het Magistraat van de stad tracé liggen. Deze doorgangen dienden waarschijnlijk om de fase afgedekt was door klei. In de Late Middeleeuwen Breda geslagen om aan de betalingsverplichtingen Ook zijn er twee gemetselde gangen kloosters te bevoorraden. Het onderzoek heeft verder Den Haag | Rhijenhof 14-16 werd er hop geteeld en zand gewonnen. aan muitende Duitse huursoldaten van het Spaanse gevonden die door de wal heen nog een beerput zonder vondsten en diverse andere Op de historische boerderijplaats De Rhijenhof 14-16 Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn vijf proef- leger te voldoen. In totaal zouden er tussen de vijf- en liepen. De eerste lag ter hoogte van muren opgeleverd. werd in het kader van nieuwbouw eind augustus, sleuven gegraven. Daarbij zijn funderingsresten van zesduizend gulden aan zilveren één en twee gulden- Westvest 47 en dateert uit de 18de Archeologie Delft, Bas Penning begin september 2016 door de gemeente Den Haag enkele (bij)gebouwen gevonden, waaronder die van stukken zijn geslagen en nog zo’n vijfduizend gulden eeuw. In de doorgang is een gemet- een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Als boerderij aan tinnen drie- en vier stuiverstukken. Na het vertrek seld riool uit de 19de of 20ste eeuw Den Haag | Boomaweg kent de huidige woning een complexe bouwgeschie- Sporen van een stal met een draagconstructie op bak- van de muitende soldaten viel de stad weer in Staatse Het afgraven van de stadswal in 1928. (bron: Archief Delft) gevonden. De tweede gang is ouder Aan de Boomaweg in de Haagse wijk Vroondaal Zuid denis met verschillende bouwfasen, vermoedelijk stenen poeren uit de late 17de of 18de eeuw in proef- handen en wisselde het stadsbestuur de noodmunten en ligt iets ten zuiden van de Barbarasteeg. De door- is begin oktober 2016 een klein proefsleuvenonder- vanaf het einde van de 16de tot ver in de 20ste eeuw sleuf 5. Op de achtergrond de historische boerderij weer zo gauw mogelijk in. Het is daarom opmerkelijk Op de Westvest heeft tot aan de jaren 20 van de vorige gang was opgevuld met brandresten, vermoedelijk zoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een archeo- (Hertog e.a. 2016). Op de kaart van Cruquius uit 1712 Rhijenhof. (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) dat we deze noodmunt in de Delftse bodem hebben eeuw een stadswal gelegen. Deze is toen afgegraven van de stadsbrand van 1536, en zal na dat jaar niet logische verwachting en dubbelbestemming, en is het perceel bebouwd met een boerderij, schuur, gevonden. Misschien is de munt wel meegenomen om ruimte te maken voor het moderne verkeer. meer in gebruik zijn geweest. Tussen de brandresten bevindt zich bovendien in de buurt van een aantal twee hooibergen en boomgaarden. door een soldaat die na het beleg van Breda terugtrok Op historisch kaartmateriaal staan op de wal meer- zijn enkele delen van de randen van twee plaquettes archeologische vindplaatsen die door de afdeling Het plangebied De Rhijenhof 14-16 maakt deel uit van naar Delft, waar op dat moment Willem van Oranje gevonden. Eén van deze gedenkplaten heeft on- Archeologie van de gemeente Den Haag in het het Erasmusveld; een gebied met een hoge archeolo- resideerde. Of was de munt in het bezit van een De doorgang door de stadswal ter hoogte van de verleden onderzocht zijn. gische verwachting. In de directe omgeving van het migrant of handelaar die vanuit de Zuidelijke Westvest 47. (Foto: Archeologie Delft) De doorgang van het Sint Barbaraklooster. Het onderzoek heeft naast (aanvullende) informatie plangebied en in het Erasmusveld zijn de afgelopen Nederlanden naar Holland trok? over de plaatselijke bodemopbouw, sporen aan het jaren meerdere vindplaatsen ontdekt en onderzocht. Archeologie Delft, Bas Penning licht gebracht die voornamelijk gerelateerd kunnen Daarbij zijn resten van bewoning uit de Romeinse worden aan het gebruik van het gebied in het kader Tijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd aan het licht Delft | riolering Westvest van landinrichting, de waterhuishouding en verkave- gekomen, maar ook vondsten en sporen (akkers, Aan de Westvest is in 2016 begonnen met het lingen. De archeologische sporen bestaan uit een kuilen, afvallagen) uit het Neolithicum, de Bronstijd vervangen van de riolering. Ook zijn er werkzaam- aantal noordwest-zuidoost georiënteerde greppels, en de IJzertijd (Siemons en Bulten 2014.). Een van de heden uitgevoerd voor de aanleg van een nieuwe die op basis van het daaruit verzamelde vondst- meest recente onderzoeken is een opgraving in 2013 trambaan. Hoewel bij de aanleg van oudere riolering materiaal in de Late IJzertijd/Romeinse Tijd en de op het ESDO-terrein, direct ten oosten van het plan- de bodem voor een groot deel verstoord is, zijn er op Late Middeleeuwen/Nieuwe Tijd gedateerd kunnen gebied (Stokkel en Van der Mijle Meijer 2014). Hierbij enkele plaatsen nog archeologische resten gevonden. worden. Ook zijn bij het onderzoek sporen van de zijn op de zuidoostelijke helft van het terrein resten

(Foto: Archeologie Delft) pagina 14 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 15

een stal met een draagconstructie op bakstenen van de grond uit de potten talrijke muizenbotjes eerder onderzochte bewoningskernen in en leverde de rurale functie die het erf gehad heeft. Het terrein opmerkelijke Romeinse sporen zijn enkele crematie- liggen. Daarnaast is het heel bijzonder dat de hoef- poeren uit de late 17de of 18de eeuw. Andere sporen kwamen. De muizenpotten worden gedateerd vanaf de daarom relatief weinig Romeinse sporen en vond- werd begrensd door verschillende brede sloten, waar- graven. Er is nog weinig over van de oorspronkelijke ijzers er nog bij lagen. van activiteiten op het boerderijerf zijn hoofdzakelijk late 14de tot in de eerste helft van de 15de eeuw. sten op. van enkele gevuld waren met veel vondsten. Binnen begraving, slechts wat scherven en asresten. In het Wat was dit voor paard? Hoe oud is het? Op basis enkele kuilen en dierbegravingen die vanaf circa de Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Uit de de middeleeuwse resten blijkt dat op de onder- de contouren van het terrein kon van ten minste één onderzoek op en rond de Rotterdamsebaan zijn het van de hoefijzers zou je kunnen concluderen dat 15de eeuw tot in de Nieuwe Tijd gedateerd worden. Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, zoekslocatie een erf uit de 15de eeuw lag, mogelijk structuur de functie worden aangewezen, te weten echter belangrijke vondsten, aangezien er tot nu toe het paard middeleeuws is, maar ook de Romeinen Een van de vondsten die met agrarische activiteiten Anđelko Pavlović zelfs nog uit een iets vroegere periode. De sporen een roedeberg voor de opslag van hooi. Er zullen meer nog maar weinig graven zijn gevonden. gebruikten al schoeisel voor hun paarden. Was dit in verband gebracht kan worden, is die van enkele bestaan uit kuilen, greppels en paalgaten. Sommige gebouwen hebben gestaan, afgaande op de vele paal- Tijdens het onderzoek op het ‘Bomeneiland’ werden paard, dat uitzonderlijk groot is, een strijdros en is zogenaamde ‘muizenpotten’. Zulke potten werden Den Haag | Rotterdamsebaan daarvan, voornamelijk kuilen, waren opgevuld met sporen en het bouwpuin, maar wat de contouren en ook meerdere dierbegravingen gevonden; een feno- dat de reden dat het met zoveel zorg is begraven? als muizenvallen gebruikt. In 2016 is het archeologisch onderzoek in de Vlietzone bouwpuin. Tussen dit puin zaten enkele fragmenten functies daarvan precies zijn moet nog duidelijk meen dat we vaak tegenkomen. Meestal gaat het Nader onderzoek moet op deze vragen antwoorden van de Rotterdamsebaan afgerond. Er is onderzoek ge- van kloostermoppen die bewerkt lijken te zijn om als worden. daarbij om paardengraven, omdat op het eten van geven. daan op twee locaties. De eerste bleef tot nu toe voor onderdeel van een venster te dienen. In combinatie In de sloten die de oostelijke begrenzing van het erf paardenvlees al sinds de Romeinse Tijd een taboe Op dit moment is de uitwerking en rapportage van onderzoek onbereikbaar vanwege de ligging van een met gebrandschilderd vensterglas en een Jezus- vormden, werd een aanzienlijk aantal skeletten van rust. Een van de paardengraven week af van de het onderzoek in de Vlietzone van de Rotterdamse- Tennet-leiding in het tracé. Op deze locatie is gegra- beeldje is de suggestie wel geopperd dat hier een dieren gevonden; hoofdzakelijk van koeien, maar ook andere doordat de afmetingen van de kuil veel groter baan volop in voorbereiding. Voor meer informatie ven van begin februari tot begin april 2016. Er werden kapel heeft gestaan. van paarden, die langs de rand van een sloot lagen. waren dan gebruikelijk. Waar de paarden meestal in over het project kunt u al kijken op uiteenlopende sporen uit de Romeinse Tijd, maar De overige laatmiddeleeuwse sporen wijzen vooral op Dit lijkt erop te wijzen dat de kadavers niet werden een kuil gepropt worden, had men hier de moeite www.facebook.com/archeologiedenhaag hoofdzakelijk uit de Late begraven, maar gedumpt. Of dit in één keer is genomen om het graf zó ruim te maken dat hoofd Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Middeleeuwen gevonden. gebeurd of over een langere periode, is nu nog niet en benen van het paard min of meer gestrekt konden Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, Bij de Romeinse sporen te zeggen. Ook moet nog duidelijk worden hoe de Jeroen van Zoolingen gaat het om enkele grep- dieren aan hun eind zijn gekomen. Paardenskelet met hoefijzers. pels, die te koppelen zijn De tweede onderzoekslocatie is het zogenoemde Goeree-Overflakkee - aan sporen die tijdens de ‘Bomeneiland’, een kleine strook bos tussen het (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) Ouddorp | Kasteelberg opgravingen in 2014 en plangebied van de Rotterdamsebaan en het naast- Spreeuwenstein 2015 al werden vastge- gelegen golfterrein Leeuwenbergh. Tot nu toe was In opdracht van, en in legd en waarover ook al deze locatie niet beschikbaar voor onderzoek, omdat samenwerking met Een van de ‘muizenpotten’ eerder in deze Kroniek is er nog bomen gekapt moesten worden. Deze kap is Historische Vereniging de tijdens het proefsleuven- geschreven. archeologisch begeleid, waarbij wederom sporen uit Motte heeft RAAP een onderzoek en na restauratie. De onderzoekslocatie uit de Romeinse Tijd en Late Middeleeuwen zijn gevon- bureau- en inventariserend (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) 2016 ligt tussen de twee den. Het onderzoek vond plaats in augustus 2016. veldonderzoek (geofysisch) Op deze plek zijn de laatmiddeleeuwse sporen in de uitgevoerd op de Kasteel- De potten werden tot aan de nauwe halsopening inge- Luchtfoto van het onder- minderheid; slechts een enkele sloot en wat kuilen. berg Spreeuwenstein in graven rondom of bij een opslaglocatie voor lanbouw- zoek in de Vlietzone van Er zijn daarentegen heel veel Romeinse sporen gevon- Ouddorp in de gemeente producten, zodat muizen en ander ongedierte er mak- de Rotterdamsebaan den. We zien hier het gebruikelijke beeld van een rura- Goeree-Overflakkee. kelijk in zouden vallen, maar vanwege de vorm van de begin 2016. De eerste le nederzetting met veel kuilen, greppels en een huis- Kasteelberg Spreeuwenstein potten er niet meer uit konden komen. Dat de potten locatie ligt midden (Foto: afdeling archeologie, plattegrond. Het opvallende aan de huisplattegrond is is een mottekasteel, waar- effectief waren, blijkt uit het feit dat in het zeefresidu vooraan. gemeente Den Haag) de constructie van wandpalen op poeren. Andere schijnlijk gebouwd in de pagina 14 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 15

een stal met een draagconstructie op bakstenen van de grond uit de potten talrijke muizenbotjes eerder onderzochte bewoningskernen in en leverde de rurale functie die het erf gehad heeft. Het terrein opmerkelijke Romeinse sporen zijn enkele crematie- liggen. Daarnaast is het heel bijzonder dat de hoef- poeren uit de late 17de of 18de eeuw. Andere sporen kwamen. De muizenpotten worden gedateerd vanaf de daarom relatief weinig Romeinse sporen en vond- werd begrensd door verschillende brede sloten, waar- graven. Er is nog weinig over van de oorspronkelijke ijzers er nog bij lagen. van activiteiten op het boerderijerf zijn hoofdzakelijk late 14de tot in de eerste helft van de 15de eeuw. sten op. van enkele gevuld waren met veel vondsten. Binnen begraving, slechts wat scherven en asresten. In het Wat was dit voor paard? Hoe oud is het? Op basis enkele kuilen en dierbegravingen die vanaf circa de Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Uit de de middeleeuwse resten blijkt dat op de onder- de contouren van het terrein kon van ten minste één onderzoek op en rond de Rotterdamsebaan zijn het van de hoefijzers zou je kunnen concluderen dat 15de eeuw tot in de Nieuwe Tijd gedateerd worden. Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, zoekslocatie een erf uit de 15de eeuw lag, mogelijk structuur de functie worden aangewezen, te weten echter belangrijke vondsten, aangezien er tot nu toe het paard middeleeuws is, maar ook de Romeinen Een van de vondsten die met agrarische activiteiten Anđelko Pavlović zelfs nog uit een iets vroegere periode. De sporen een roedeberg voor de opslag van hooi. Er zullen meer nog maar weinig graven zijn gevonden. gebruikten al schoeisel voor hun paarden. Was dit in verband gebracht kan worden, is die van enkele bestaan uit kuilen, greppels en paalgaten. Sommige gebouwen hebben gestaan, afgaande op de vele paal- Tijdens het onderzoek op het ‘Bomeneiland’ werden paard, dat uitzonderlijk groot is, een strijdros en is zogenaamde ‘muizenpotten’. Zulke potten werden Den Haag | Rotterdamsebaan daarvan, voornamelijk kuilen, waren opgevuld met sporen en het bouwpuin, maar wat de contouren en ook meerdere dierbegravingen gevonden; een feno- dat de reden dat het met zoveel zorg is begraven? als muizenvallen gebruikt. In 2016 is het archeologisch onderzoek in de Vlietzone bouwpuin. Tussen dit puin zaten enkele fragmenten functies daarvan precies zijn moet nog duidelijk meen dat we vaak tegenkomen. Meestal gaat het Nader onderzoek moet op deze vragen antwoorden van de Rotterdamsebaan afgerond. Er is onderzoek ge- van kloostermoppen die bewerkt lijken te zijn om als worden. daarbij om paardengraven, omdat op het eten van geven. daan op twee locaties. De eerste bleef tot nu toe voor onderdeel van een venster te dienen. In combinatie In de sloten die de oostelijke begrenzing van het erf paardenvlees al sinds de Romeinse Tijd een taboe Op dit moment is de uitwerking en rapportage van onderzoek onbereikbaar vanwege de ligging van een met gebrandschilderd vensterglas en een Jezus- vormden, werd een aanzienlijk aantal skeletten van rust. Een van de paardengraven week af van de het onderzoek in de Vlietzone van de Rotterdamse- Tennet-leiding in het tracé. Op deze locatie is gegra- beeldje is de suggestie wel geopperd dat hier een dieren gevonden; hoofdzakelijk van koeien, maar ook andere doordat de afmetingen van de kuil veel groter baan volop in voorbereiding. Voor meer informatie ven van begin februari tot begin april 2016. Er werden kapel heeft gestaan. van paarden, die langs de rand van een sloot lagen. waren dan gebruikelijk. Waar de paarden meestal in over het project kunt u al kijken op uiteenlopende sporen uit de Romeinse Tijd, maar De overige laatmiddeleeuwse sporen wijzen vooral op Dit lijkt erop te wijzen dat de kadavers niet werden een kuil gepropt worden, had men hier de moeite www.facebook.com/archeologiedenhaag hoofdzakelijk uit de Late begraven, maar gedumpt. Of dit in één keer is genomen om het graf zó ruim te maken dat hoofd Gemeente Den Haag, Dienst Stadsbeheer, Middeleeuwen gevonden. gebeurd of over een langere periode, is nu nog niet en benen van het paard min of meer gestrekt konden Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, Bij de Romeinse sporen te zeggen. Ook moet nog duidelijk worden hoe de Jeroen van Zoolingen gaat het om enkele grep- dieren aan hun eind zijn gekomen. Paardenskelet met hoefijzers. pels, die te koppelen zijn De tweede onderzoekslocatie is het zogenoemde Goeree-Overflakkee - aan sporen die tijdens de ‘Bomeneiland’, een kleine strook bos tussen het (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) Ouddorp | Kasteelberg opgravingen in 2014 en plangebied van de Rotterdamsebaan en het naast- Spreeuwenstein 2015 al werden vastge- gelegen golfterrein Leeuwenbergh. Tot nu toe was In opdracht van, en in legd en waarover ook al deze locatie niet beschikbaar voor onderzoek, omdat samenwerking met Een van de ‘muizenpotten’ eerder in deze Kroniek is er nog bomen gekapt moesten worden. Deze kap is Historische Vereniging de tijdens het proefsleuven- geschreven. archeologisch begeleid, waarbij wederom sporen uit Motte heeft RAAP een onderzoek en na restauratie. De onderzoekslocatie uit de Romeinse Tijd en Late Middeleeuwen zijn gevon- bureau- en inventariserend (Foto: afdeling archeologie, gemeente Den Haag) 2016 ligt tussen de twee den. Het onderzoek vond plaats in augustus 2016. veldonderzoek (geofysisch) Op deze plek zijn de laatmiddeleeuwse sporen in de uitgevoerd op de Kasteel- De potten werden tot aan de nauwe halsopening inge- Luchtfoto van het onder- minderheid; slechts een enkele sloot en wat kuilen. berg Spreeuwenstein in graven rondom of bij een opslaglocatie voor lanbouw- zoek in de Vlietzone van Er zijn daarentegen heel veel Romeinse sporen gevon- Ouddorp in de gemeente producten, zodat muizen en ander ongedierte er mak- de Rotterdamsebaan den. We zien hier het gebruikelijke beeld van een rura- Goeree-Overflakkee. kelijk in zouden vallen, maar vanwege de vorm van de begin 2016. De eerste le nederzetting met veel kuilen, greppels en een huis- Kasteelberg Spreeuwenstein potten er niet meer uit konden komen. Dat de potten locatie ligt midden (Foto: afdeling archeologie, plattegrond. Het opvallende aan de huisplattegrond is is een mottekasteel, waar- effectief waren, blijkt uit het feit dat in het zeefresidu vooraan. gemeente Den Haag) de constructie van wandpalen op poeren. Andere schijnlijk gebouwd in de pagina 16 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 17

broer Govert werd verkocht). Hoelang Spreeuwenstein werden grote kamers en onderaardse gangen gevon- schematische tekening is het terrein omgeven door in de grond, zoals grachten (lage als residentie heeft gediend, is niet bekend. Uit de den. Verder vermeldt Jongejan dat hij in 1750 “van dit een gracht (aangegeven met B). Deze gracht is gevuld weerstand) en funderingen en/of rekeningen van Van Voorne is bekend dat in 1384, na kasteel nog de puinhopen en steene trappen gezien, met zand en aarde. De heuvel is aangegeven met A. puin (hoge weerstand). de overstromingen van 1383, allerlei bouwmaterialen dog dezelve zijn in de jaere 1752 geslegt en de grond Het vertrek (aangegeven met C) is vierkant van vorm Dit maakt dit apparaat uitermate - waaronder stenen en spijkers - worden vermeld ter tot bouwland gebruikt. Voor die tijd pleegen de en heeft een zware fundering. geschikt voor het onderzoek naar reparatie van Spreeuwenstein. Ook wordt er gespro- inwoonders van ’t Outdorp uit deezen berg en van de In 1776 is de ruimte weer opgevuld met zand. Recht kastelen. Op basis van het onder- ken over het dekken van het ‘nederhuis’, wat mogelijk ruinen des kasteels steenen te haalen. Ja, selfs defonda- tegenover het vertrek is een zware muur gevonden. zoek kon worden geconcludeerd dat wijst op bebouwing op de voorburcht. Het jaar daarop menten uit te graven…” (Both, onb.). Volgens Schelhaas Een fragment van een kloostermop die aan de con- op het kasteelterrein resten aanwe- worden allerlei materialen van het ‘oude huis’ overge- (2000) zijn de steenconstructies een vierkant vertrek structie zou hebben toebehoord, had afmetingen zig zijn van kasteel Spreeuwenstein. bracht naar het ‘Hof’ om daar te van circa 26,25 x 13,75 x 6,87 cm (waarschijnlijk had Landschappelijk ligt de motteberg worden hergebruikt. Het Hof is de gehele kloostermop een afmeting van 30 x 14,5 x in de overgangszone tussen de kwel- waarschijnlijk een andere locatie 7 cm). Vanuit de familie IJvoij is het eigendom over- der en de wadplaat. Beide gebieden aan de Hofdijk in Ouddorp. gegaan op particulieren uit Ouddorp en Goedereede. stonden onder invloed van het tij. Over kasteel Spreeuwenstein in de Op basis van het bovenstaande werden op het Het is niet duidelijk of het gehele Impressie van het geofysisch onderzoek. (bron: R. Olivier) 15de en 16de eeuw is maar weinig kasteelterrein resten verwacht van een gedempte gebied rond het mottekasteel bij bekend. In de 13de tot en met de gracht direct rond de motteberg (en de voorburcht), vloed onder water stond of dat dit 12de of 13de eeuw. 16de eeuw werd de regio geteisterd resten van de motteberg zelf en resten van een moge- alleen bij stormvloeden gebeurde. De oudste vermelding van Spreeuwenstein dateert door oorlogsgeweld en overstro- lijk (bak)stenen toren en/of ringmuur op het platform Mogelijk waren alleen de voor- van 22 juni 1336. Een achterkleinzoon van een van de mingen. Mogelijk is het kasteel van de motteberg en (bak)stenen muren op de voor- burcht en de hoofdburcht bij vloed zonen van Costijn van Somerlandt (circa 1220), na één van deze rampen verlaten. burcht. Meer specifiek werd aan de voet van de droog (aangezien deze opgehoogd Costijn Heynricszn. van Somerlandt, geeft zijn vrouw Op basis van een vermelding van motteberg (aan de zijde van de voorburcht) een zijn), terwijl bij eb het omliggende “voordeel aan zijn leengoederen”, bestaande uit een Van Dam uit 1680 is aan te nemen stenen structuur verwacht. Op de voorburcht konden gebied ook droog lag en enkel water woning en de ommeloop binnen de gracht. dat het kasteel voor het midden van resten aanwezig zijn van (houten) bebouwing, in de lagere delen van het gebied Na overerving verkopen Costijn’s drie zonen tussen de 17de eeuw al is verdwenen. Door beer- en waterputten, (afval)kuilen, tuinen en/of (de uitgegraven grachten) stond. 1356 en 1378 dit bezit aan Gerard, de bastaardzoon Van Dam wordt alleen vermeld dat boomgaarden en paden. Het kasteelterrein bestaat uit een van Albert Van Voorne (Hoek, 1979). Hierbij wordt het het een vluchtheuvel is, waar vee in Op het kasteelterrein is vervolgens, met hulp van brede, gedempte gracht rond de bezit omschreven als “het huis en de hofstad met de geval van hoogwater een droog leden van de Historische Vereniging de Motte, een motteberg en mogelijk ook rond de voorburcht (B). De resultaten van het geofysisch onderzoek met zones ommeloop” (Olivier, 1999). Daarom kan verondersteld heenkomen kan zoeken (Schelhaas, 2000). Hoewel het Tekening vanuit het noorden in rood krijt van de ‘De elektrisch weerstands- en booronderzoek uitgevoerd. De gracht varieert in breedte van 16 tot 28 m en was en boringen. (Kaart: RAAP) worden dat tot 1365 Spreeuwenstein de residentie is kasteel al lang is verdwenen, blijft het terrein en het Blauwe Steen’ uit de 18de eeuw (Bron: Schelhaas, 2000). Een elektrische weerstandsmeter kan verschillen in circa 1,6 m diep. De motteberg bestaat uit een opge- van het geslacht Van Somerlandt. Door de verkoop leen bestaan en via een reeks van overervingen en Met dank aan de heer Tuk voor het aanleveren van de vertaling van de elektrische weerstand van de bodem meten en in worpen, ronde structuur (A) met een diameter van Hier is mogelijk een (stenen) structuur later in- komt Spreeuwenstein in Van Voornes bezit. Gerards transacties eindigt het bij Maximiliaan IJvoij (1717- de tekst bij de krijttekening. kaart brengen. Deze verschillen worden voornamelijk circa 60 m aan de voet en een diameter van circa 40 m gegraven. Hierbij kan gedacht worden aan een zoon Gerard erfde in 1380 aanzienlijke leengoederen, 1783). Deze ‘heer IJvoij’ speelt een belangrijke rol bij veroorzaakt door de grondsoort en de mate waarin aan de top van de berg (het platform, A2). De motte- houten of (bak)stenen, vierkante toren. inclusief het huis te Ouddorp. Hij noemde zich naar de sloop van de laatste resten van het kasteel. De heer en zware funderingen. Deze staan afgebeeld op een de ondergrond vocht vasthoudt. Vochtige grond berg is opgebouwd uit twee ophoogpakketten. De motteberg is aan de voet omgeven door een die motte ‘Spreeuwensteijn’ en ook zijn nageslacht Jongejan beschrijft in 1823 dat na 1752 heer IJvoij de krijttekening van de Blauwe Steen (een andere naam geleidt elektriciteit beter dan droge grond. De ver- Op het platform is een min of meer vierkante (uit- (stenen) muur of wal met een breedte van circa 2 m deed dat (hoewel het kasteel in 1396 aan zijn jongere laatste restanten van het kasteel laat slechten. Hierbij voor Spreeuwenstein) uit de 18de eeuw. Volgens deze schillen kunnen ook duiden op archeologische resten braak)kuil aanwezig met zijden van 18-19 m (A3). (D). Mogelijk is deze muur of wal aangelegd om te voor pagina 16 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 17

broer Govert werd verkocht). Hoelang Spreeuwenstein werden grote kamers en onderaardse gangen gevon- schematische tekening is het terrein omgeven door in de grond, zoals grachten (lage als residentie heeft gediend, is niet bekend. Uit de den. Verder vermeldt Jongejan dat hij in 1750 “van dit een gracht (aangegeven met B). Deze gracht is gevuld weerstand) en funderingen en/of rekeningen van Van Voorne is bekend dat in 1384, na kasteel nog de puinhopen en steene trappen gezien, met zand en aarde. De heuvel is aangegeven met A. puin (hoge weerstand). de overstromingen van 1383, allerlei bouwmaterialen dog dezelve zijn in de jaere 1752 geslegt en de grond Het vertrek (aangegeven met C) is vierkant van vorm Dit maakt dit apparaat uitermate - waaronder stenen en spijkers - worden vermeld ter tot bouwland gebruikt. Voor die tijd pleegen de en heeft een zware fundering. geschikt voor het onderzoek naar reparatie van Spreeuwenstein. Ook wordt er gespro- inwoonders van ’t Outdorp uit deezen berg en van de In 1776 is de ruimte weer opgevuld met zand. Recht kastelen. Op basis van het onder- ken over het dekken van het ‘nederhuis’, wat mogelijk ruinen des kasteels steenen te haalen. Ja, selfs defonda- tegenover het vertrek is een zware muur gevonden. zoek kon worden geconcludeerd dat wijst op bebouwing op de voorburcht. Het jaar daarop menten uit te graven…” (Both, onb.). Volgens Schelhaas Een fragment van een kloostermop die aan de con- op het kasteelterrein resten aanwe- worden allerlei materialen van het ‘oude huis’ overge- (2000) zijn de steenconstructies een vierkant vertrek structie zou hebben toebehoord, had afmetingen zig zijn van kasteel Spreeuwenstein. bracht naar het ‘Hof’ om daar te van circa 26,25 x 13,75 x 6,87 cm (waarschijnlijk had Landschappelijk ligt de motteberg worden hergebruikt. Het Hof is de gehele kloostermop een afmeting van 30 x 14,5 x in de overgangszone tussen de kwel- waarschijnlijk een andere locatie 7 cm). Vanuit de familie IJvoij is het eigendom over- der en de wadplaat. Beide gebieden aan de Hofdijk in Ouddorp. gegaan op particulieren uit Ouddorp en Goedereede. stonden onder invloed van het tij. Over kasteel Spreeuwenstein in de Op basis van het bovenstaande werden op het Het is niet duidelijk of het gehele Impressie van het geofysisch onderzoek. (bron: R. Olivier) 15de en 16de eeuw is maar weinig kasteelterrein resten verwacht van een gedempte gebied rond het mottekasteel bij bekend. In de 13de tot en met de gracht direct rond de motteberg (en de voorburcht), vloed onder water stond of dat dit 12de of 13de eeuw. 16de eeuw werd de regio geteisterd resten van de motteberg zelf en resten van een moge- alleen bij stormvloeden gebeurde. De oudste vermelding van Spreeuwenstein dateert door oorlogsgeweld en overstro- lijk (bak)stenen toren en/of ringmuur op het platform Mogelijk waren alleen de voor- van 22 juni 1336. Een achterkleinzoon van een van de mingen. Mogelijk is het kasteel van de motteberg en (bak)stenen muren op de voor- burcht en de hoofdburcht bij vloed zonen van Costijn van Somerlandt (circa 1220), na één van deze rampen verlaten. burcht. Meer specifiek werd aan de voet van de droog (aangezien deze opgehoogd Costijn Heynricszn. van Somerlandt, geeft zijn vrouw Op basis van een vermelding van motteberg (aan de zijde van de voorburcht) een zijn), terwijl bij eb het omliggende “voordeel aan zijn leengoederen”, bestaande uit een Van Dam uit 1680 is aan te nemen stenen structuur verwacht. Op de voorburcht konden gebied ook droog lag en enkel water woning en de ommeloop binnen de gracht. dat het kasteel voor het midden van resten aanwezig zijn van (houten) bebouwing, in de lagere delen van het gebied Na overerving verkopen Costijn’s drie zonen tussen de 17de eeuw al is verdwenen. Door beer- en waterputten, (afval)kuilen, tuinen en/of (de uitgegraven grachten) stond. 1356 en 1378 dit bezit aan Gerard, de bastaardzoon Van Dam wordt alleen vermeld dat boomgaarden en paden. Het kasteelterrein bestaat uit een van Albert Van Voorne (Hoek, 1979). Hierbij wordt het het een vluchtheuvel is, waar vee in Op het kasteelterrein is vervolgens, met hulp van brede, gedempte gracht rond de bezit omschreven als “het huis en de hofstad met de geval van hoogwater een droog leden van de Historische Vereniging de Motte, een motteberg en mogelijk ook rond de voorburcht (B). De resultaten van het geofysisch onderzoek met zones ommeloop” (Olivier, 1999). Daarom kan verondersteld heenkomen kan zoeken (Schelhaas, 2000). Hoewel het Tekening vanuit het noorden in rood krijt van de ‘De elektrisch weerstands- en booronderzoek uitgevoerd. De gracht varieert in breedte van 16 tot 28 m en was en boringen. (Kaart: RAAP) worden dat tot 1365 Spreeuwenstein de residentie is kasteel al lang is verdwenen, blijft het terrein en het Blauwe Steen’ uit de 18de eeuw (Bron: Schelhaas, 2000). Een elektrische weerstandsmeter kan verschillen in circa 1,6 m diep. De motteberg bestaat uit een opge- van het geslacht Van Somerlandt. Door de verkoop leen bestaan en via een reeks van overervingen en Met dank aan de heer Tuk voor het aanleveren van de vertaling van de elektrische weerstand van de bodem meten en in worpen, ronde structuur (A) met een diameter van Hier is mogelijk een (stenen) structuur later in- komt Spreeuwenstein in Van Voornes bezit. Gerards transacties eindigt het bij Maximiliaan IJvoij (1717- de tekst bij de krijttekening. kaart brengen. Deze verschillen worden voornamelijk circa 60 m aan de voet en een diameter van circa 40 m gegraven. Hierbij kan gedacht worden aan een zoon Gerard erfde in 1380 aanzienlijke leengoederen, 1783). Deze ‘heer IJvoij’ speelt een belangrijke rol bij veroorzaakt door de grondsoort en de mate waarin aan de top van de berg (het platform, A2). De motte- houten of (bak)stenen, vierkante toren. inclusief het huis te Ouddorp. Hij noemde zich naar de sloop van de laatste resten van het kasteel. De heer en zware funderingen. Deze staan afgebeeld op een de ondergrond vocht vasthoudt. Vochtige grond berg is opgebouwd uit twee ophoogpakketten. De motteberg is aan de voet omgeven door een die motte ‘Spreeuwensteijn’ en ook zijn nageslacht Jongejan beschrijft in 1823 dat na 1752 heer IJvoij de krijttekening van de Blauwe Steen (een andere naam geleidt elektriciteit beter dan droge grond. De ver- Op het platform is een min of meer vierkante (uit- (stenen) muur of wal met een breedte van circa 2 m deed dat (hoewel het kasteel in 1396 aan zijn jongere laatste restanten van het kasteel laat slechten. Hierbij voor Spreeuwenstein) uit de 18de eeuw. Volgens deze schillen kunnen ook duiden op archeologische resten braak)kuil aanwezig met zijden van 18-19 m (A3). (D). Mogelijk is deze muur of wal aangelegd om te voor pagina 18 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 19

In de boringen is op verschillende plaatsen een Aanleiding hiervoor was het geplande herstel van de Op die nieuwe locaties zal vooraf archeologisch puinpakket dat bestaat uit rode en gele baksteen bestrating: als deze er toch uit moest, was het beter onderzoek plaatsvinden, waarna er - als het goed is - en mortel gevonden. Binnen de voorburcht hebben om ook meteen de vervangingswerkzaamheden uit te zeker de komende honderd jaar geen graafwerk in we echter geen gebouwen gevonden. In april 2017 voeren. Deze werkzaamheden worden echter gecom- onverstoorde delen van het grafveld rondom de kerk zal een aanvullend booronderzoek plaatsvinden pliceerd door de aanwezigheid van de historische meer nodig is. Om te bepalen hoeveel van het gebied om de vorm van de voorburcht te bepalen. begraafplaats rondom de kerk. Uit eerdere onder- nog intact is en hoeveel archeologisch onderzoek dus RAAP, W.B. Verschoof-van der Vaart zoeken, onder meer in 2005 weten we dat er door de noodzakelijk zou zijn tijdens de aanleg van het verza- eeuwen heen rondom de kerk vele Gouwenaars zijn meltracé, is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Gouda | Sint-Janskerk begraven, naar schatting zo’n 100.000. Het gebied Daarbij werden zowel de huidige kabels en leidingen Het gebied rond de Sint-Janskerk van Gouda blijft het heeft daarom de status van gemeentelijk archeolo- als de archeologische resten in kaart gebracht. Uit het toneel van archeologisch onderzoek. Was in 2014 de gisch monument, wat betekent dat er niet zomaar uitgevoerde vooronderzoek met proefsleuven blijkt kerk zelf aan de beurt (Kroniek 2014), inmiddels heeft gegraven mag worden. Het zou dus het beste zijn als dat er, ondanks alle verstoringen uit het verleden, het onderzoek zich verplaatst naar het gebied rondom er helemaal geen kabels en leidingen zouden worden de kerk. Hier worden overal nieuwe kabels, water- en aangelegd in dit gebied, maar de situatie is in dit Werkzaamheden rond de kerk, toen en nu. Arie gasleidingen gelegd; alles behalve een routineklusje! geval echter anders: er liggen al elektriciteitskabels, Bouter, beeldend kunstenaar, heeft een werkplaats Door de aanwezigheid van de eeuwenoude begraaf- een gasbuis en een waterleiding uit de jaren 60 van Achter de Kerk, en werd daar bij graafwerkzaamheden plaats rondom de Sint-Janskerk moet alles met de vorige eeuw, en díe moeten nu vervangen worden. in de jaren ’70 gefotografeerd. Bij de werkzaamheden Mogelijke reconstructie speciale zorg worden uitgevoerd. Hier gaan we in Uitgangspunt is dan dat vervanging van kabels en dit jaar is hij opnieuw vastgelegd! (Foto: gemeente Gouda) van kasteel Spreeuwen- op de uitgevoerde en nog geplande archeologische leidingen plaatsvindt in bestaand tracé. Dat deel van stein op basis van onderhavig werkzaamheden. de bodem is al gegraven te worden. In de praktijk bleek het echter onderzoek. (Kaart: RAAP) Rondom de Sint- eerder verstoord, niet mogelijk om alleen in bestaandtracé te graven. Janskerk wordt dus dan hoeven er De ruimtes tussen de tracés en de naastgelegen be- burcht (E). De motteberg en voorburcht worden van momenteel gewerkt geen nieuwe archeo- gravingen zijn zó klein dat er ongetwijfeld begra- Noord-zuid georiënteerd dwarsprofiel over kasteel- elkaar gescheiden door een gracht (circa 12 tot 20 m aan het vervangen logische resten weg- vingen verstoord zouden worden. Dat het verstorings- terrein Spreeuwenstein. (Tekening: RAAP) breed). Mogelijk lag tussen de voorburcht en de van elektriciteitska- proces rondom de kerk als gevolg van werkzaamhe- motteberg een (houten) brug. Door verschillende bels, waterleidingen Voorbeeld van de vele den al veel langer aan de gang is, blijkt ook uit twee komen dat de motteberg in de gracht zou afglijden. verstoringen in dit deel van het gebied kon de exacte en gasleidingen. aanwezige kabels en foto’s (oud en nieuw) met een lokale bewoner. Het Onder de aangelegde kabels en leidingen zijn skelet- Aan de noordzijde van de motteberg, bij de overgang vorm van de voorburcht niet bepaald worden. Het is leidingen in het gevolg is dat er steeds minder van het grafveld rond- ten nog goed bewaard gebleven. Deze schedel lijkt in tussen de motteberg en de voorburcht, is een bak- mogelijk een hoefijzervormige voorburcht, vergelijk- Archeologisch onder- gebied. De bodem is om de Sint-Janskerk nog onverstoord in de bodem ligt. een ongebruikelijke positie te liggen en is wellicht stenen structuur gevonden ( ). Mogelijk gaat het om baar met de motte van Oostvoorne (Mostert, 2013). zoek aan de noord- ter plekke al behoor- Daarom is nu in overleg met de NUTS-partijen en de verplaatst. (Foto: gemeente Gouda) een poortgebouw, vergelijkbaar met de motte van In dat geval had de voorburcht een omvang van circa kant van de Sint- lijk verstoord, maar gemeente voor een andere oplossing gekozen: alle Oostvoorne (Janssen, e.a., 1996; Mostert, 2013). Het is 40 x 30 m. De opgang van de voorburcht lag waar- Janskerk in 2005. op een dieper niveau noodzakelijke kabels en leidingen worden in één toch nog redelijk veel delen van de begraafplaats goed onduidelijk welke vorm dit gebouw heeft gehad. schijnlijk aan de noordzijde, direct ten westen van de De skeletten liggen zijn nog veel begra- toekomstbestendig verzameltracé geplaatst. Dat bewaard zijn gebleven. Aan de zuid- en westzijde van Dit gebouw is opgetrokken uit rode bakstenen. huidige opgang van het terrein. Op de voorburcht slechts 50 cm onder vingen in situ aan- verzameltracé wordt nog steeds zoveel mogelijk in de kerk liggen deze delen vrij diep, ongeveer 1 m Aan de noordzijde van de motteberg ligt een voor waren mogelijk bakstenen gebouwen aanwezig. het maaiveld. wezig. bestaand tracé gelegd, maar een deel zal nieuw zijn. onder het maaiveld. Hierdoor kan het nieuwe verza- (Foto: gemeente Gouda) (Foto: gemeente Gouda) pagina 18 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 19

In de boringen is op verschillende plaatsen een Aanleiding hiervoor was het geplande herstel van de Op die nieuwe locaties zal vooraf archeologisch puinpakket dat bestaat uit rode en gele baksteen bestrating: als deze er toch uit moest, was het beter onderzoek plaatsvinden, waarna er - als het goed is - en mortel gevonden. Binnen de voorburcht hebben om ook meteen de vervangingswerkzaamheden uit te zeker de komende honderd jaar geen graafwerk in we echter geen gebouwen gevonden. In april 2017 voeren. Deze werkzaamheden worden echter gecom- onverstoorde delen van het grafveld rondom de kerk zal een aanvullend booronderzoek plaatsvinden pliceerd door de aanwezigheid van de historische meer nodig is. Om te bepalen hoeveel van het gebied om de vorm van de voorburcht te bepalen. begraafplaats rondom de kerk. Uit eerdere onder- nog intact is en hoeveel archeologisch onderzoek dus RAAP, W.B. Verschoof-van der Vaart zoeken, onder meer in 2005 weten we dat er door de noodzakelijk zou zijn tijdens de aanleg van het verza- eeuwen heen rondom de kerk vele Gouwenaars zijn meltracé, is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Gouda | Sint-Janskerk begraven, naar schatting zo’n 100.000. Het gebied Daarbij werden zowel de huidige kabels en leidingen Het gebied rond de Sint-Janskerk van Gouda blijft het heeft daarom de status van gemeentelijk archeolo- als de archeologische resten in kaart gebracht. Uit het toneel van archeologisch onderzoek. Was in 2014 de gisch monument, wat betekent dat er niet zomaar uitgevoerde vooronderzoek met proefsleuven blijkt kerk zelf aan de beurt (Kroniek 2014), inmiddels heeft gegraven mag worden. Het zou dus het beste zijn als dat er, ondanks alle verstoringen uit het verleden, het onderzoek zich verplaatst naar het gebied rondom er helemaal geen kabels en leidingen zouden worden de kerk. Hier worden overal nieuwe kabels, water- en aangelegd in dit gebied, maar de situatie is in dit Werkzaamheden rond de kerk, toen en nu. Arie gasleidingen gelegd; alles behalve een routineklusje! geval echter anders: er liggen al elektriciteitskabels, Bouter, beeldend kunstenaar, heeft een werkplaats Door de aanwezigheid van de eeuwenoude begraaf- een gasbuis en een waterleiding uit de jaren 60 van Achter de Kerk, en werd daar bij graafwerkzaamheden plaats rondom de Sint-Janskerk moet alles met de vorige eeuw, en díe moeten nu vervangen worden. in de jaren ’70 gefotografeerd. Bij de werkzaamheden Mogelijke reconstructie speciale zorg worden uitgevoerd. Hier gaan we in Uitgangspunt is dan dat vervanging van kabels en dit jaar is hij opnieuw vastgelegd! (Foto: gemeente Gouda) van kasteel Spreeuwen- op de uitgevoerde en nog geplande archeologische leidingen plaatsvindt in bestaand tracé. Dat deel van stein op basis van onderhavig werkzaamheden. de bodem is al gegraven te worden. In de praktijk bleek het echter onderzoek. (Kaart: RAAP) Rondom de Sint- eerder verstoord, niet mogelijk om alleen in bestaandtracé te graven. Janskerk wordt dus dan hoeven er De ruimtes tussen de tracés en de naastgelegen be- burcht (E). De motteberg en voorburcht worden van momenteel gewerkt geen nieuwe archeo- gravingen zijn zó klein dat er ongetwijfeld begra- Noord-zuid georiënteerd dwarsprofiel over kasteel- elkaar gescheiden door een gracht (circa 12 tot 20 m aan het vervangen logische resten weg- vingen verstoord zouden worden. Dat het verstorings- terrein Spreeuwenstein. (Tekening: RAAP) breed). Mogelijk lag tussen de voorburcht en de van elektriciteitska- proces rondom de kerk als gevolg van werkzaamhe- motteberg een (houten) brug. Door verschillende bels, waterleidingen Voorbeeld van de vele den al veel langer aan de gang is, blijkt ook uit twee komen dat de motteberg in de gracht zou afglijden. verstoringen in dit deel van het gebied kon de exacte en gasleidingen. aanwezige kabels en foto’s (oud en nieuw) met een lokale bewoner. Het Onder de aangelegde kabels en leidingen zijn skelet- Aan de noordzijde van de motteberg, bij de overgang vorm van de voorburcht niet bepaald worden. Het is leidingen in het gevolg is dat er steeds minder van het grafveld rond- ten nog goed bewaard gebleven. Deze schedel lijkt in tussen de motteberg en de voorburcht, is een bak- mogelijk een hoefijzervormige voorburcht, vergelijk- Archeologisch onder- gebied. De bodem is om de Sint-Janskerk nog onverstoord in de bodem ligt. een ongebruikelijke positie te liggen en is wellicht stenen structuur gevonden ( ). Mogelijk gaat het om baar met de motte van Oostvoorne (Mostert, 2013). zoek aan de noord- ter plekke al behoor- Daarom is nu in overleg met de NUTS-partijen en de verplaatst. (Foto: gemeente Gouda) een poortgebouw, vergelijkbaar met de motte van In dat geval had de voorburcht een omvang van circa kant van de Sint- lijk verstoord, maar gemeente voor een andere oplossing gekozen: alle Oostvoorne (Janssen, e.a., 1996; Mostert, 2013). Het is 40 x 30 m. De opgang van de voorburcht lag waar- Janskerk in 2005. op een dieper niveau noodzakelijke kabels en leidingen worden in één toch nog redelijk veel delen van de begraafplaats goed onduidelijk welke vorm dit gebouw heeft gehad. schijnlijk aan de noordzijde, direct ten westen van de De skeletten liggen zijn nog veel begra- toekomstbestendig verzameltracé geplaatst. Dat bewaard zijn gebleven. Aan de zuid- en westzijde van Dit gebouw is opgetrokken uit rode bakstenen. huidige opgang van het terrein. Op de voorburcht slechts 50 cm onder vingen in situ aan- verzameltracé wordt nog steeds zoveel mogelijk in de kerk liggen deze delen vrij diep, ongeveer 1 m Aan de noordzijde van de motteberg ligt een voor waren mogelijk bakstenen gebouwen aanwezig. het maaiveld. wezig. bestaand tracé gelegd, maar een deel zal nieuw zijn. onder het maaiveld. Hierdoor kan het nieuwe verza- (Foto: gemeente Gouda) (Foto: gemeente Gouda) pagina 20 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 21

meltracé worden aangelegd zonder de begravingen De skeletten die dicht de kerk lagen en de armen die daarbuiten werden plavuizen. Voor de vloer zijn geen hele bakstenen Middeleeuwen. Op de flanken daaronder te verstoren. Aan de noordzijde ligt dat bij elkaar zijn begraven begraven ook archeologisch aantoonbaar is. In een gebruikt, maar brokken matig hard gebakken werden hieronder de sporen anders: hier bleek al bij het eerdergenoemde onder- op het Willem Vroesen- volgende Kroniek komen we daar zeker op terug! baksteen. Door het mortelgebruik in de muur- zichtbaar. De sporen en vond- zoek in 2005 dat de begravingen op 50 of 60 cm onder plein, zijn mogelijk Gemeente Gouda, Maarten Groenendijk funderingen en door het feit dat de vloer alleen uit sten wijzen op een nederzet- de bestrating liggen. Dat beeld werd bevestigd door wezen uit het nabijge- brokken bestaat, weten we dat deze bakstenen zijn tingsterrein uit het einde van de proefsleuven die eerder dit jaar zijn aangelegd. Om legen weeshuis. Boven- Katwijk | Rijnsoever Noord fase 3 hergebruikt. Het formaat van de hergebruikte bak- de Midden- of het begin van de ruimte te maken voor het verzameltracé is hier dus aan op de foto is de In het voorjaar van 2016 heeft archeologisch onder- stenen duidt op een datering aan het einde van de Late IJzertijd. Er zijn drie huis- nog wel wat archeologisch onderzoek noodzakelijk. muur zichtbaar die zoeksbureau IDDS Archeologie een inventariserend 14de eeuw, maar doordat de plavuizen een plattegronden gevonden die in Dat zal begin 2017 worden uitgevoerd. vroeger de begrenzing veldonderzoek door middel van proefsleuven uitge- afmeting hebben die in het begin van de 17de eeuw de lengterichting van het duin van de begraafplaats voerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling gebruikelijk was, wordt het spoor toch in de 17de liggen. Op de erven zijn de Een begraving in de sleuf vormde. van het plangebied Rijnsoever Noord fase 3 in Katwijk. eeuw gedateerd. Aan de zuidoostzijde van de vloer is sporen van spiekers, kring- richting Achter de Kerk Bij het onderzoek zijn resten van een 17de-eeuwse ter hoogte van een waterput een uitsparing gemaakt. greppels en veekraal-achtige wordt zorgvuldig vrijge- de kerk, maar lijken ze boerderij gevonden, evenals de sporen van een voor- De vloer wordt hier begrensd door een smal muurtje structuren gevonden. legd door de archeologen. (Foto: gemeente Gouda) de richting te volgen ganger van deze hoeve. De vondsten hebben een dat aan de westkant een hoek richting het zuiden De lagergelegen noordelijke en van de (ook tijdens het datering van 1400 tot 1800 en bestaan uit scherven maakt. Dit muurtje is deels over de waterput aan- zuidelijke flank van het duin (Illustratie: Archol) Mogelijk is er dan iets onderzoek gevonden) muur die de begraafplaats aardewerk, steen, schelp en dierlijk bot. gelegd, wat erop wijst dat de waterput eerder is aan- werden gebruikt als akkerge- soortgelijks te zien als in begrensde. Dit biedt wellicht mogelijkheden om de Het meest opvallende spoor is van baksteen en ligt in gelegd dan de vloer en het muurtje. Het is goed moge- Sporenoverzicht van de ijzertijdnederzetting op de bied. Hier zijn grote zones met mei 2016, toen het eerste fasering van de begraafplaats in kaart te brengen. het westelijk deel van het onderzoeksgebied. Het gaat lijk dat deze vloer en waterput het laatste restant zijn top van het duin met akkersporen op de flanken. akkersporen gevonden. Op de noordelijke flank deel van het verzamel- Ook interessant is het feit dat vlak voor het Willem om een groot deel van een vloer, die opgesloten ligt van een stenen kamer. De uitbreiding van de zuivel- konden twee boven elkaar liggende niveaus van tracé op het Willem Vroesenhuis een grote groep begravingen van binnen een muurfundering. De vloer bestaat uit één productie in vanaf het derde kwart van de deel van het terrein al in een vroeg stadium ontwik- ploegsporen worden herkend, gescheiden door een Vroesenplein werd aan- mensen is gevonden, die - zo lijkt het - bij hun overlij- laag oranje baksteen met daarover een laag oranje 16de eeuw tot ongeveer halverwege de 17de eeuw, keld werd, is dit deel al eerder onderzocht (zie de dunne laag stuifzand. Ook waren er op de flank van gelegd. In de smalle sleuf den allemaal vrij jong waren, in elk geval nog niet zorgde ervoor dat boeren een goede, koele opslag Kroniek over 2015). het duin enkele waterkuilen aangelegd. In het noor- werden toen de resten van volwassen. Hoewel de graven allemaal zeer dicht op De vloer en waterput die in de proefsleuf werden voor melk en kaas nodig hadden. De boerderijen In de ondergrond van het gebied bevindt zich een den wordt het akkergebied door greppels van het minimaal 28 begravingen, elkaar liggen, steeds in tegengestelde richting om gevonden. De opname is richting het westen genomen. werden daarom uitbereid met een halfverdiepte WNW-OZO georiënteerd duin. In de top van dit duin nederzettingsterrein afgescheiden. De ligging van (Foto: gemeente Gouda) waaronder 3 baby’s ruimte te besparen, hebben ze wel elk een eigen graf kelder en opkamer. Deze uitbreiding van de toen nog is een bodemlaag ontstaan, die in de hoogste delen met name de greppels wijst erop dat het terrein in de gevonden. Een deel van gehad en is er dus geen sprake van een massagraf. houten boerderijen, werd ‘stenen kamer’ genoemd. geërodeerd is. Hier liggen de archeologische sporen loop van de bewoningsperiode vernatte, waarbij de deze begravingen kon onder het nieuwe verzamel- Mogelijk is dit een hoek van de begraafplaats die gere- De kelder werd gebuikt voor de opslag van melk en de direct onder -vermoedelijk- Rijnafzettingen uit de nederzetting meer op het hoogste deel van het duin tracé in situ bewaard blijven, de rest is opgetekend serveerd was voor het weeshuis dat vlakbij lag. bereiding van kazen. De kazen werden in de opkamer kwam te liggen en ook de en vervolgens meegenomen voor verder onderzoek. De resultaten van de opgraving op het Willem opgeslagen. Later werd ook het resterende deel van akkers naar boven opschoven. De uitwerking daarvan is nog in volle gang, maar Vroesenplein zullen worden gecombineerd met de de boerderij in steen opgetrokken. de resultaten zijn zeker interessant. Zo blijkt de nog uit te voeren opgraving aan de noordkant van de IDDS Archeologie, Yolande Meijer Op de noordelijke flank van het oriëntatie van de graven niet zoals in de kerk stan- kerk. Vervolgens zal ook worden gekeken hoe deze duin waren twee niveaus met daard west-oost te zijn, maar liggen de begravingen resultaten zich verhouden met wat er in 2014 in de Katwijk | Rijnsburg Klei Oost akkerlagen te herkennen, schijnbaar willekeurig oost-west en west-oost. kerk is gevonden. Eén van de vragen daarbij is of het Begin 2016 heeft Archol een opgraving uitgevoerd in gescheiden door een dunne Daarnaast zijn de begravingen niet georiënteerd op veronderstelde verschil tussen de rijke mensen die in het plangebied Rijnsburg Klei Oost. Omdat een klein laag stuifzand. (Foto: Archol)

(Foto: IDDS) pagina 20 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 21

meltracé worden aangelegd zonder de begravingen De skeletten die dicht de kerk lagen en de armen die daarbuiten werden plavuizen. Voor de vloer zijn geen hele bakstenen Middeleeuwen. Op de flanken daaronder te verstoren. Aan de noordzijde ligt dat bij elkaar zijn begraven begraven ook archeologisch aantoonbaar is. In een gebruikt, maar brokken matig hard gebakken werden hieronder de sporen anders: hier bleek al bij het eerdergenoemde onder- op het Willem Vroesen- volgende Kroniek komen we daar zeker op terug! baksteen. Door het mortelgebruik in de muur- zichtbaar. De sporen en vond- zoek in 2005 dat de begravingen op 50 of 60 cm onder plein, zijn mogelijk Gemeente Gouda, Maarten Groenendijk funderingen en door het feit dat de vloer alleen uit sten wijzen op een nederzet- de bestrating liggen. Dat beeld werd bevestigd door wezen uit het nabijge- brokken bestaat, weten we dat deze bakstenen zijn tingsterrein uit het einde van de proefsleuven die eerder dit jaar zijn aangelegd. Om legen weeshuis. Boven- Katwijk | Rijnsoever Noord fase 3 hergebruikt. Het formaat van de hergebruikte bak- de Midden- of het begin van de ruimte te maken voor het verzameltracé is hier dus aan op de foto is de In het voorjaar van 2016 heeft archeologisch onder- stenen duidt op een datering aan het einde van de Late IJzertijd. Er zijn drie huis- nog wel wat archeologisch onderzoek noodzakelijk. muur zichtbaar die zoeksbureau IDDS Archeologie een inventariserend 14de eeuw, maar doordat de plavuizen een plattegronden gevonden die in Dat zal begin 2017 worden uitgevoerd. vroeger de begrenzing veldonderzoek door middel van proefsleuven uitge- afmeting hebben die in het begin van de 17de eeuw de lengterichting van het duin van de begraafplaats voerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling gebruikelijk was, wordt het spoor toch in de 17de liggen. Op de erven zijn de Een begraving in de sleuf vormde. van het plangebied Rijnsoever Noord fase 3 in Katwijk. eeuw gedateerd. Aan de zuidoostzijde van de vloer is sporen van spiekers, kring- richting Achter de Kerk Bij het onderzoek zijn resten van een 17de-eeuwse ter hoogte van een waterput een uitsparing gemaakt. greppels en veekraal-achtige wordt zorgvuldig vrijge- de kerk, maar lijken ze boerderij gevonden, evenals de sporen van een voor- De vloer wordt hier begrensd door een smal muurtje structuren gevonden. legd door de archeologen. (Foto: gemeente Gouda) de richting te volgen ganger van deze hoeve. De vondsten hebben een dat aan de westkant een hoek richting het zuiden De lagergelegen noordelijke en van de (ook tijdens het datering van 1400 tot 1800 en bestaan uit scherven maakt. Dit muurtje is deels over de waterput aan- zuidelijke flank van het duin (Illustratie: Archol) Mogelijk is er dan iets onderzoek gevonden) muur die de begraafplaats aardewerk, steen, schelp en dierlijk bot. gelegd, wat erop wijst dat de waterput eerder is aan- werden gebruikt als akkerge- soortgelijks te zien als in begrensde. Dit biedt wellicht mogelijkheden om de Het meest opvallende spoor is van baksteen en ligt in gelegd dan de vloer en het muurtje. Het is goed moge- Sporenoverzicht van de ijzertijdnederzetting op de bied. Hier zijn grote zones met mei 2016, toen het eerste fasering van de begraafplaats in kaart te brengen. het westelijk deel van het onderzoeksgebied. Het gaat lijk dat deze vloer en waterput het laatste restant zijn top van het duin met akkersporen op de flanken. akkersporen gevonden. Op de noordelijke flank deel van het verzamel- Ook interessant is het feit dat vlak voor het Willem om een groot deel van een vloer, die opgesloten ligt van een stenen kamer. De uitbreiding van de zuivel- konden twee boven elkaar liggende niveaus van tracé op het Willem Vroesenhuis een grote groep begravingen van binnen een muurfundering. De vloer bestaat uit één productie in Noordwijk vanaf het derde kwart van de deel van het terrein al in een vroeg stadium ontwik- ploegsporen worden herkend, gescheiden door een Vroesenplein werd aan- mensen is gevonden, die - zo lijkt het - bij hun overlij- laag oranje baksteen met daarover een laag oranje 16de eeuw tot ongeveer halverwege de 17de eeuw, keld werd, is dit deel al eerder onderzocht (zie de dunne laag stuifzand. Ook waren er op de flank van gelegd. In de smalle sleuf den allemaal vrij jong waren, in elk geval nog niet zorgde ervoor dat boeren een goede, koele opslag Kroniek over 2015). het duin enkele waterkuilen aangelegd. In het noor- werden toen de resten van volwassen. Hoewel de graven allemaal zeer dicht op De vloer en waterput die in de proefsleuf werden voor melk en kaas nodig hadden. De boerderijen In de ondergrond van het gebied bevindt zich een den wordt het akkergebied door greppels van het minimaal 28 begravingen, elkaar liggen, steeds in tegengestelde richting om gevonden. De opname is richting het westen genomen. werden daarom uitbereid met een halfverdiepte WNW-OZO georiënteerd duin. In de top van dit duin nederzettingsterrein afgescheiden. De ligging van (Foto: gemeente Gouda) waaronder 3 baby’s ruimte te besparen, hebben ze wel elk een eigen graf kelder en opkamer. Deze uitbreiding van de toen nog is een bodemlaag ontstaan, die in de hoogste delen met name de greppels wijst erop dat het terrein in de gevonden. Een deel van gehad en is er dus geen sprake van een massagraf. houten boerderijen, werd ‘stenen kamer’ genoemd. geërodeerd is. Hier liggen de archeologische sporen loop van de bewoningsperiode vernatte, waarbij de deze begravingen kon onder het nieuwe verzamel- Mogelijk is dit een hoek van de begraafplaats die gere- De kelder werd gebuikt voor de opslag van melk en de direct onder -vermoedelijk- Rijnafzettingen uit de nederzetting meer op het hoogste deel van het duin tracé in situ bewaard blijven, de rest is opgetekend serveerd was voor het weeshuis dat vlakbij lag. bereiding van kazen. De kazen werden in de opkamer kwam te liggen en ook de en vervolgens meegenomen voor verder onderzoek. De resultaten van de opgraving op het Willem opgeslagen. Later werd ook het resterende deel van akkers naar boven opschoven. De uitwerking daarvan is nog in volle gang, maar Vroesenplein zullen worden gecombineerd met de de boerderij in steen opgetrokken. de resultaten zijn zeker interessant. Zo blijkt de nog uit te voeren opgraving aan de noordkant van de IDDS Archeologie, Yolande Meijer Op de noordelijke flank van het oriëntatie van de graven niet zoals in de kerk stan- kerk. Vervolgens zal ook worden gekeken hoe deze duin waren twee niveaus met daard west-oost te zijn, maar liggen de begravingen resultaten zich verhouden met wat er in 2014 in de Katwijk | Rijnsburg Klei Oost akkerlagen te herkennen, schijnbaar willekeurig oost-west en west-oost. kerk is gevonden. Eén van de vragen daarbij is of het Begin 2016 heeft Archol een opgraving uitgevoerd in gescheiden door een dunne Daarnaast zijn de begravingen niet georiënteerd op veronderstelde verschil tussen de rijke mensen die in het plangebied Rijnsburg Klei Oost. Omdat een klein laag stuifzand. (Foto: Archol)

(Foto: IDDS) pagina 22 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 23

Dr. C. Voogdplein en aan de Generaal Pironstraat tot Aangezien alleen de binnenpoort lijkt te zijn inge- stenen brug te zien. Deze brug komt uit op de (niet- Projectie van uitvoering daarvan. De muren staan krom in aan de Oranje Nassaulaan in Leerdam. Het Voogd- tekend op de stadsplattegrond van Jacob van aanwezige en circa 12 jaar later gesloopte) buiten- de muurresten verschillende richtingen, terwijl er delen zijn plein was grofweg de locatie waar vroeger de oude Deventer (circa 1560), maar de buitenpoort wel staat poort. Jan de Beijer tekent het iets smallere bouwdeel op de kaart vervangen en gestut. stadspoort, de Schoonrewoerdse- of Noorderpoort op de stadsplattegronden van Jan van Diepenem aan de grachtzijde beduidend langwerpiger, terwijl van Van Hoewel de poort vermoedelijk in de loop der jaren stond, terwijl de Generaal Pironstraat de grachten (circa 1630-1640) en Joan Blaeu (circa 1649), zal deze Van Diepenem het - net als bij de buitenpoort - meer Diepenem. langzaam in verval is geraakt, zal het ‘geknutsel’ oversneed. vermoedelijk in de tussenliggende periode zijn als een vierkant heeft ingetekend. de constructie geen goed hebben gedaan. Randscherf met concentrische groeven rondom het In eerder onderzoek door ADC ArcheoProjecten bleek gebouwd. De buitenpoort werd in 1762 gesloopt, de binnen- De buitenpoort Het onderzoek is nog niet volledig afgerond, handvat, gedateerd tussen 200 voor Chr. en het begin al dat er op die plaats sprake was van muurresten. poort bleef nog lange tijd bestaan. In 18de-eeuwse was door maar door het geo-refereren van de kaart van van de jaartelling. (Tekening: Raf Timmermans) Dit bracht de gemeente ertoe om het reguliere onder- bronnen lijkt sprake van een latere herbouw van de verschillende Van Diepenem kan het opgegraven muurwerk zoek iets uit te breiden om zodoende de ligging van de buitenpoort, maar dit wordt op basis van latere ingrepen al worden geprojecteerd op deze kaart. Hoewel niet De datering van de vindplaats is voornamelijk geba- stadspoort in beeld te krijgen. Hiervoor werden de kaarten niet aannemelijk geacht. sterk verstoord, waardoor slechts enkele fragmenten zaligmakend, geeft het een goed beeld van de seerd op het aardewerk. Kenmerkend is het lage bovenzijden van de muren onder het Voogdplein bijna herkend konden worden, maar voldoende om een relatieve nauwkeurigheid van de kaart. aandeel besmeten scherven, potten met streepband- helemaal gevolgd. oriëntatie te krijgen. Ondertussen werden de onder- Naast het combineren van deze kaartgegevens is achtige versiering en concentrische groeven rondom Kort na de verlening van stadsrechten aan Leerdam in zoekers ook misleid door gemetselde rioolsystemen ook getracht een reconstructie te maken van de de handvaten. Interessante vondsten zijn verder een 1382 of in ieder geval vanaf 1407, werden stadsmuren die overal door het terrein liepen. Een duidelijke date- poort vóór de sloop. Deze is gemaakt op basis van de polijststeen van een donkere kwartsiet, fragmenten en stadspoorten gebouwd rondom de bewoningskern. ring voor de buitenpoort kan wel worden gegeven: gegevens van het onderzoek van ADC ArcheoProjecten van tefriet maalstenen en een fragment van een De bouw van deze stadsversterkingen hing ongetwij- een van de vele houten palen heeft een dendrochro- en de tekeningen van Jan de Beijer en Abraham menselijke scheenbeen, uit een waterkuil. feld samen met de Arkelse Oorlogen in de periode nologische datering in het jaar 1530. In noordelijke Rademaker (beiden midden 18de eeuw). Archol, Judith van der Leije 1401-1412; het conflict tussen de heren van Arkel richting zou deze buitenpoort door een brug met Aeres Milieu, Nico van der Feest en Dion Hagens en de graven van Holland, toen ook Leerdam werd boogjes verbonden zijn met de Leerdam | Dokter C. Voogdplein-Schoonrewoerdse belegerd. binnenpoort. poort Leerdam had vier grote stadspoorten. Naast de water- De Schoonrewoerdse binnen- of stadspoort, getekend Helaas ontbreekt van de boogjes, In verband met het aanleggen van een nieuw riool poort langs de Linge, de Grote Steigerpoort, waren er in augustus 1750 door Jan de Beijer. die op de illustratie van Jan de (Foto’s: Aeres Milieu) was het noodzakelijk onderzoek uit te voeren op het drie landpoorten: De Hoogpoort, de Veerpoort en de Beijer te zien zijn, ieder spoor. Schoonrewoerdse poort. De Schoonrewoerdse poort Op de kaart van Van Diepenem is te zien dat de De muurresten van de stenen brug. Rechts is duidelijk Waarschijnlijk moet hier gedacht (ook wel bekend als de Noorderpoort) was de noord- binnenpoort bestaat uit een dubbele bebouwing die de afwijkende, kromme loop van de muur te zien in worden aan enige artistieke vrij- oostelijk gelegen poort die uitkwam op de huidige ten opzichte van elkaar enigszins in breedte verschilt. zuidelijke richting. Links zijn de herstelpogingen aan heid. Wat wel opviel was de slechte Schaikseweg. Deze weg liep richting het dorp De binnenpoort is verbonden met de buitenpoort via de buitenzijde van deze muur goed zichtbaar. conditie van de muren. Uit meer- Schoonrewoerd. De poort bestond uit een binnen- of een stenen brug over de stadsgracht. dere archiefstukken bleek ook al stadspoort en een buitenpoort. De buitenpoort werd Omstreeks 1750 werd door Jan de Beijer de binnen- De verschillende onderdelen van de Schoonrewoerdse de noodzaak voor onderhouds- als extra aanbouw in een latere fase gebouwd. poort getekend. Hierop is goed te zien dat sprake is poort waren in het veld lastig te duiden. De uitgangs- werkzaamheden en de slechte van een dubbel gebouw, zoals ook is ingetekend op punten waren natuurlijk de bestaande tekeningen Detail van de plattegrond van Van Diepenem (circa de stadsplattegrond van Jan van Diepenem. Dit bouw- van de poort. Door het intensieve gebruik van de nuts- Een eerdere reconstructie waar de 1630-1640) met de ingetekende Schoonrewoerdse werk heeft aan de grachtzijde pinakelversieringen. voorzieningen was de locatie echter een complexere uitkomsten van het onderzoek uit binnen- en buitenpoort. Op de voorgrond is de noordelijke stadsgracht en de puzzel dan verwacht. 2015/16 nog niet in verwerkt zijn. (Reconstructie: Aeres Milieu) pagina 22 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 23

Dr. C. Voogdplein en aan de Generaal Pironstraat tot Aangezien alleen de binnenpoort lijkt te zijn inge- stenen brug te zien. Deze brug komt uit op de (niet- Projectie van uitvoering daarvan. De muren staan krom in aan de Oranje Nassaulaan in Leerdam. Het Voogd- tekend op de stadsplattegrond van Jacob van aanwezige en circa 12 jaar later gesloopte) buiten- de muurresten verschillende richtingen, terwijl er delen zijn plein was grofweg de locatie waar vroeger de oude Deventer (circa 1560), maar de buitenpoort wel staat poort. Jan de Beijer tekent het iets smallere bouwdeel op de kaart vervangen en gestut. stadspoort, de Schoonrewoerdse- of Noorderpoort op de stadsplattegronden van Jan van Diepenem aan de grachtzijde beduidend langwerpiger, terwijl van Van Hoewel de poort vermoedelijk in de loop der jaren stond, terwijl de Generaal Pironstraat de grachten (circa 1630-1640) en Joan Blaeu (circa 1649), zal deze Van Diepenem het - net als bij de buitenpoort - meer Diepenem. langzaam in verval is geraakt, zal het ‘geknutsel’ oversneed. vermoedelijk in de tussenliggende periode zijn als een vierkant heeft ingetekend. de constructie geen goed hebben gedaan. Randscherf met concentrische groeven rondom het In eerder onderzoek door ADC ArcheoProjecten bleek gebouwd. De buitenpoort werd in 1762 gesloopt, de binnen- De buitenpoort Het onderzoek is nog niet volledig afgerond, handvat, gedateerd tussen 200 voor Chr. en het begin al dat er op die plaats sprake was van muurresten. poort bleef nog lange tijd bestaan. In 18de-eeuwse was door maar door het geo-refereren van de kaart van van de jaartelling. (Tekening: Raf Timmermans) Dit bracht de gemeente ertoe om het reguliere onder- bronnen lijkt sprake van een latere herbouw van de verschillende Van Diepenem kan het opgegraven muurwerk zoek iets uit te breiden om zodoende de ligging van de buitenpoort, maar dit wordt op basis van latere ingrepen al worden geprojecteerd op deze kaart. Hoewel niet De datering van de vindplaats is voornamelijk geba- stadspoort in beeld te krijgen. Hiervoor werden de kaarten niet aannemelijk geacht. sterk verstoord, waardoor slechts enkele fragmenten zaligmakend, geeft het een goed beeld van de seerd op het aardewerk. Kenmerkend is het lage bovenzijden van de muren onder het Voogdplein bijna herkend konden worden, maar voldoende om een relatieve nauwkeurigheid van de kaart. aandeel besmeten scherven, potten met streepband- helemaal gevolgd. oriëntatie te krijgen. Ondertussen werden de onder- Naast het combineren van deze kaartgegevens is achtige versiering en concentrische groeven rondom Kort na de verlening van stadsrechten aan Leerdam in zoekers ook misleid door gemetselde rioolsystemen ook getracht een reconstructie te maken van de de handvaten. Interessante vondsten zijn verder een 1382 of in ieder geval vanaf 1407, werden stadsmuren die overal door het terrein liepen. Een duidelijke date- poort vóór de sloop. Deze is gemaakt op basis van de polijststeen van een donkere kwartsiet, fragmenten en stadspoorten gebouwd rondom de bewoningskern. ring voor de buitenpoort kan wel worden gegeven: gegevens van het onderzoek van ADC ArcheoProjecten van tefriet maalstenen en een fragment van een De bouw van deze stadsversterkingen hing ongetwij- een van de vele houten palen heeft een dendrochro- en de tekeningen van Jan de Beijer en Abraham menselijke scheenbeen, uit een waterkuil. feld samen met de Arkelse Oorlogen in de periode nologische datering in het jaar 1530. In noordelijke Rademaker (beiden midden 18de eeuw). Archol, Judith van der Leije 1401-1412; het conflict tussen de heren van Arkel richting zou deze buitenpoort door een brug met Aeres Milieu, Nico van der Feest en Dion Hagens en de graven van Holland, toen ook Leerdam werd boogjes verbonden zijn met de Leerdam | Dokter C. Voogdplein-Schoonrewoerdse belegerd. binnenpoort. poort Leerdam had vier grote stadspoorten. Naast de water- De Schoonrewoerdse binnen- of stadspoort, getekend Helaas ontbreekt van de boogjes, In verband met het aanleggen van een nieuw riool poort langs de Linge, de Grote Steigerpoort, waren er in augustus 1750 door Jan de Beijer. die op de illustratie van Jan de (Foto’s: Aeres Milieu) was het noodzakelijk onderzoek uit te voeren op het drie landpoorten: De Hoogpoort, de Veerpoort en de Beijer te zien zijn, ieder spoor. Schoonrewoerdse poort. De Schoonrewoerdse poort Op de kaart van Van Diepenem is te zien dat de De muurresten van de stenen brug. Rechts is duidelijk Waarschijnlijk moet hier gedacht (ook wel bekend als de Noorderpoort) was de noord- binnenpoort bestaat uit een dubbele bebouwing die de afwijkende, kromme loop van de muur te zien in worden aan enige artistieke vrij- oostelijk gelegen poort die uitkwam op de huidige ten opzichte van elkaar enigszins in breedte verschilt. zuidelijke richting. Links zijn de herstelpogingen aan heid. Wat wel opviel was de slechte Schaikseweg. Deze weg liep richting het dorp De binnenpoort is verbonden met de buitenpoort via de buitenzijde van deze muur goed zichtbaar. conditie van de muren. Uit meer- Schoonrewoerd. De poort bestond uit een binnen- of een stenen brug over de stadsgracht. dere archiefstukken bleek ook al stadspoort en een buitenpoort. De buitenpoort werd Omstreeks 1750 werd door Jan de Beijer de binnen- De verschillende onderdelen van de Schoonrewoerdse de noodzaak voor onderhouds- als extra aanbouw in een latere fase gebouwd. poort getekend. Hierop is goed te zien dat sprake is poort waren in het veld lastig te duiden. De uitgangs- werkzaamheden en de slechte van een dubbel gebouw, zoals ook is ingetekend op punten waren natuurlijk de bestaande tekeningen Detail van de plattegrond van Van Diepenem (circa de stadsplattegrond van Jan van Diepenem. Dit bouw- van de poort. Door het intensieve gebruik van de nuts- Een eerdere reconstructie waar de 1630-1640) met de ingetekende Schoonrewoerdse werk heeft aan de grachtzijde pinakelversieringen. voorzieningen was de locatie echter een complexere uitkomsten van het onderzoek uit binnen- en buitenpoort. Op de voorgrond is de noordelijke stadsgracht en de puzzel dan verwacht. 2015/16 nog niet in verwerkt zijn. (Reconstructie: Aeres Milieu) pagina 24 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 25

Leiden | Hooglandse Kerkgracht 25A Dit riool is een De percelen aan de Waardgracht zijn verlengd en terrein, onder een dun kleiig overstromingsdek, een schoentypen die zijn gevonden, omvatten zowel In het kader van de aanleg van een inpandig zwem- aanwijzing dat de huizenrij erachter is gesloopt om plaats te maken laag plaggen en/of kluiten gevonden met enkele frag- mannen-, vrouwen- als kinderschoenen. Andere bad heeft Archol een archeologische begeleiding tussen de 17de- voor een ruimere straat. menten handgevormd aardewerk uit de Romeinse opvallende vondsten in deze context zijn fragmenten uitgevoerd in het achterhuis van Hooglandse eeuwse huizen een IDDS Archeologie,Yolande Meijer periode en enkele houtskool- en botfragmenten. van messing verstevigers die in klederdracht (een Kerkgracht 25A te Leiden. De Hooglandse Kerkgracht steegje liep, zoals Onder deze laag lag een pakket slappe klei met orga- hoofdtooi?) gebruikt kunnen zijn, een aan elkaar ligt midden in het historische centrum van de stad staat weergegeven Leiden | Van Leeuwenhoekpark nische resten met ook nog enig vondstmateriaal. Het geroeste stapel munten (oortjes) en verschillende zalf- Leiden, vlakbij het mottekasteel de Burcht dat in de op de kaart van Van 9 tot en met 31 mei is in het kader van het eerste- geheel wekt de indruk van een natuurlijk opgevulde potjes. Het vondstcomplex dateert uit de periode dat 10de of 11de eeuw is ontstaan. De bebouwing in dit Hagen uit 1675. jaars veldpracticum opgegraven in het opnieuw in te depressie of geul, die op een bepaald moment door het eerste Pesthuis vervangen werd door het huidige deel van de stad hoort bij de tweede stadsuitbreiding (Foto: IDDS) richten Van Leeuwenhoekpark in Leiden. Het terrein mensenhanden verder is opgevuld. Hier overheen is exemplaar. Wellicht gaat het hier om een deel van de rond 1294, maar aangenomen mag worden dat er ligt direct ten zuiden van het Pesthuis. Hoewel het vervolgens nog een laag klei afgezet. Dat er sporen inboedel van dit eerste Pesthuis, die bij het opruimen voor die tijd ook al is gebouwd aan de voet van de gedaan ten behoe- onderzoek op het terrein bemoeilijkt werd door de van menselijke activiteiten uit de Romeinse Tijd op is weggegooid. Het bouwmateriaal wijst eventueel burchtheuvel. De Burchtgracht en de Hooglandse Op de kaart van Hagen uit 1675 (boven) is het straten- ve van de leefbaar- slappe ondergrond, de dikke recente ophogingspak- het terrein zijn gevonden, is niet heel verwonderlijk, ook op een verbouwing of sloop van een gebouw in Kerkgracht lijken bij de burcht te horen als omgrach- patroon anders dan op de Kadastrale Minuut uit heid in de wijk. ketten en de grote hoeveelheid kabels en leidingen én aangezien er zo’n 70 meter naar het noorden ook de directe omgeving. tingen en zijn dus waarschijnlijk de oudste delen van 1811/32 (onder). (Bron Erfgoed Leiden en Omstreken (kaart Zo zien we op kaar- de opgraving een beperkt oppervlak besloeg, konden bewoningssporen uit deze periode zijn gevonden Ten slotte zijn bij het onderzoek tien graven gevon- dit gebied. Tot op heden was er weinig archeologisch Hagen: PV363), bewerkt door IDDS Archeologie) ten uit de 19de toch enkele interessante waarnemingen worden (Domburg en Brandenburgh 2008, 10-13). Het lijkt den, die door medewerkers van het Laboratorium onderzoek in dit gebied gedaan, waardoor er dus ook eeuw verande- gedaan. Zo werd in het noordelijke deel van het hier dan ook om een activiteit aan de rand of net voor Human maar weinig bekend is over de exacte ouderdom van ringen in het stratenpatroon, waardoor enkele buiten de nederzetting te gaan, waarbij een drassige Osteoarchaeo- dit deel van de stad. Bij de aanleg van het inpandige percelen met woonhuizen groter zijn geworden. Het uitprepareren van de menselijke skeletten door zone door middel van opvulling begaanbaar werd logy van de zwembad werd tot beperkte diepte gegraven en daar- Van de oorspronkelijke 17de-eeuwse indeling van dr. Sarah Inskip en studenten van het Laboratorium voor gemaakt. Universiteit bij zijn resten van gebouwen gevonden uit de 15de en de huizen is niet veel meer over. In de daarop- Human Osteoarchaeology van de Universiteit Leiden. Naast sporen uit de Romeinse Tijd zijn er verder Leiden zijn 16de eeuw. Oudere resten liggen waarschijnlijk onder volgende eeuwen zijn de pandjes grondig gereno- sporen en vondsten gevonden die in verband kunnen onderzocht. De het niveau van het aan te leggen zwembad en zijn veerd en zijn de percelen aangepast aan de toen worden gebracht met het Pesthuis, dat direct ten graven lagen in zodoende niet onderzocht. geldende behoeften. Zo is op de kaart van Hagen zuiden van het opgravingsterrein lag. Bij het verdie- twee parallelle Erfgoed Leiden en omstreken, Chrystel Brandenburgh uit 1675 goed te zien dat aan de westzijde van pen van het vlak, op zoek naar graven die al bij onder- het plangebied, tussen de huizenrijen, een steegje zoek in 1983 werden onderzocht (Maat et al. 1984, 49- Het uitprepare- Leiden | Kaarsenmakersstraat 2 liep. Van die steeg zijn bij het onderzoek geen 56), werd een laag met veel organisch materiaal ren van een In februari 2016 heeft onderzoeksbureau IDDS sporen gevonden: alleen het riool met een noord- gevonden. In deze laag zaten kleipijpen, aardewerk, menselijk skelet Archeologie een archeologische begeleiding uitge- zuidrichting geeft aan dat hier een steeg gelopen glas, metaalvondsten en circa 75 leren schoenen. door dr. Rachel voerd, gevolgd door een opgraving, aan de Kaarsen- heeft. Op de Kadastrale Minuut van 1811/32 blijkt de Daarnaast bevatte de laag ook allerhande bouwmate- Schats van het makersstraat 2 in Leiden. De aanleiding voor dit steeg aan de percelen aan de Oranjegracht te zijn riaal: stukken afgebikt cement, loodlijsten van glas in Laboratorium onderzoek is de geplande bouw van een nieuwe rische bestemming had. In 1659 werd het gebied bij toebedeeld. Tussen de huizen is nu geen steeg meer lood, stukken van dakpannen en spijkers. Op basis voor Human vleugel van het woon- en zorgcentrum ’t Huis op de stad getrokken en bebouwd. In deze periode zichtbaar. Ook aan de oostzijde van het onderzoeks- van de kleipijpen kan deze laag in de tweede helft van Osteoarchaeo- de Waard. werden woonwijken gebouwd volgens een strak gebied is een duidelijk verschil tussen de kaarten te de 17de eeuw worden gedateerd. Deze datering logy van de De oudste sporen zijn sloten en kuilen uit de periode ontwerp, waar men zich meestal wel aan heeft zien. In de 17de eeuw staan er huisjes getekend, wordt bevestigd door de leren schoenen uit deze laag, Universiteit vóór de 17de eeuw, toen het gebied nog een agra- gehouden, maar waar soms toch aanpassingen zijn op de kaart van 1811/32 zijn deze echter verdwenen. die dateren tussen 1650 en 1675. De 5 verschillende Leiden.

(Foto: Universiteit Leiden) (Foto: Universiteit Leiden) pagina 24 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 25

Leiden | Hooglandse Kerkgracht 25A Dit riool is een De percelen aan de Waardgracht zijn verlengd en terrein, onder een dun kleiig overstromingsdek, een schoentypen die zijn gevonden, omvatten zowel In het kader van de aanleg van een inpandig zwem- aanwijzing dat de huizenrij erachter is gesloopt om plaats te maken laag plaggen en/of kluiten gevonden met enkele frag- mannen-, vrouwen- als kinderschoenen. Andere bad heeft Archol een archeologische begeleiding tussen de 17de- voor een ruimere straat. menten handgevormd aardewerk uit de Romeinse opvallende vondsten in deze context zijn fragmenten uitgevoerd in het achterhuis van Hooglandse eeuwse huizen een IDDS Archeologie,Yolande Meijer periode en enkele houtskool- en botfragmenten. van messing verstevigers die in klederdracht (een Kerkgracht 25A te Leiden. De Hooglandse Kerkgracht steegje liep, zoals Onder deze laag lag een pakket slappe klei met orga- hoofdtooi?) gebruikt kunnen zijn, een aan elkaar ligt midden in het historische centrum van de stad staat weergegeven Leiden | Van Leeuwenhoekpark nische resten met ook nog enig vondstmateriaal. Het geroeste stapel munten (oortjes) en verschillende zalf- Leiden, vlakbij het mottekasteel de Burcht dat in de op de kaart van Van 9 tot en met 31 mei is in het kader van het eerste- geheel wekt de indruk van een natuurlijk opgevulde potjes. Het vondstcomplex dateert uit de periode dat 10de of 11de eeuw is ontstaan. De bebouwing in dit Hagen uit 1675. jaars veldpracticum opgegraven in het opnieuw in te depressie of geul, die op een bepaald moment door het eerste Pesthuis vervangen werd door het huidige deel van de stad hoort bij de tweede stadsuitbreiding (Foto: IDDS) richten Van Leeuwenhoekpark in Leiden. Het terrein mensenhanden verder is opgevuld. Hier overheen is exemplaar. Wellicht gaat het hier om een deel van de rond 1294, maar aangenomen mag worden dat er ligt direct ten zuiden van het Pesthuis. Hoewel het vervolgens nog een laag klei afgezet. Dat er sporen inboedel van dit eerste Pesthuis, die bij het opruimen voor die tijd ook al is gebouwd aan de voet van de gedaan ten behoe- onderzoek op het terrein bemoeilijkt werd door de van menselijke activiteiten uit de Romeinse Tijd op is weggegooid. Het bouwmateriaal wijst eventueel burchtheuvel. De Burchtgracht en de Hooglandse Op de kaart van Hagen uit 1675 (boven) is het straten- ve van de leefbaar- slappe ondergrond, de dikke recente ophogingspak- het terrein zijn gevonden, is niet heel verwonderlijk, ook op een verbouwing of sloop van een gebouw in Kerkgracht lijken bij de burcht te horen als omgrach- patroon anders dan op de Kadastrale Minuut uit heid in de wijk. ketten en de grote hoeveelheid kabels en leidingen én aangezien er zo’n 70 meter naar het noorden ook de directe omgeving. tingen en zijn dus waarschijnlijk de oudste delen van 1811/32 (onder). (Bron Erfgoed Leiden en Omstreken (kaart Zo zien we op kaar- de opgraving een beperkt oppervlak besloeg, konden bewoningssporen uit deze periode zijn gevonden Ten slotte zijn bij het onderzoek tien graven gevon- dit gebied. Tot op heden was er weinig archeologisch Hagen: PV363), bewerkt door IDDS Archeologie) ten uit de 19de toch enkele interessante waarnemingen worden (Domburg en Brandenburgh 2008, 10-13). Het lijkt den, die door medewerkers van het Laboratorium onderzoek in dit gebied gedaan, waardoor er dus ook eeuw verande- gedaan. Zo werd in het noordelijke deel van het hier dan ook om een activiteit aan de rand of net voor Human maar weinig bekend is over de exacte ouderdom van ringen in het stratenpatroon, waardoor enkele buiten de nederzetting te gaan, waarbij een drassige Osteoarchaeo- dit deel van de stad. Bij de aanleg van het inpandige percelen met woonhuizen groter zijn geworden. Het uitprepareren van de menselijke skeletten door zone door middel van opvulling begaanbaar werd logy van de zwembad werd tot beperkte diepte gegraven en daar- Van de oorspronkelijke 17de-eeuwse indeling van dr. Sarah Inskip en studenten van het Laboratorium voor gemaakt. Universiteit bij zijn resten van gebouwen gevonden uit de 15de en de huizen is niet veel meer over. In de daarop- Human Osteoarchaeology van de Universiteit Leiden. Naast sporen uit de Romeinse Tijd zijn er verder Leiden zijn 16de eeuw. Oudere resten liggen waarschijnlijk onder volgende eeuwen zijn de pandjes grondig gereno- sporen en vondsten gevonden die in verband kunnen onderzocht. De het niveau van het aan te leggen zwembad en zijn veerd en zijn de percelen aangepast aan de toen worden gebracht met het Pesthuis, dat direct ten graven lagen in zodoende niet onderzocht. geldende behoeften. Zo is op de kaart van Hagen zuiden van het opgravingsterrein lag. Bij het verdie- twee parallelle Erfgoed Leiden en omstreken, Chrystel Brandenburgh uit 1675 goed te zien dat aan de westzijde van pen van het vlak, op zoek naar graven die al bij onder- het plangebied, tussen de huizenrijen, een steegje zoek in 1983 werden onderzocht (Maat et al. 1984, 49- Het uitprepare- Leiden | Kaarsenmakersstraat 2 liep. Van die steeg zijn bij het onderzoek geen 56), werd een laag met veel organisch materiaal ren van een In februari 2016 heeft onderzoeksbureau IDDS sporen gevonden: alleen het riool met een noord- gevonden. In deze laag zaten kleipijpen, aardewerk, menselijk skelet Archeologie een archeologische begeleiding uitge- zuidrichting geeft aan dat hier een steeg gelopen glas, metaalvondsten en circa 75 leren schoenen. door dr. Rachel voerd, gevolgd door een opgraving, aan de Kaarsen- heeft. Op de Kadastrale Minuut van 1811/32 blijkt de Daarnaast bevatte de laag ook allerhande bouwmate- Schats van het makersstraat 2 in Leiden. De aanleiding voor dit steeg aan de percelen aan de Oranjegracht te zijn riaal: stukken afgebikt cement, loodlijsten van glas in Laboratorium onderzoek is de geplande bouw van een nieuwe rische bestemming had. In 1659 werd het gebied bij toebedeeld. Tussen de huizen is nu geen steeg meer lood, stukken van dakpannen en spijkers. Op basis voor Human vleugel van het woon- en zorgcentrum ’t Huis op de stad getrokken en bebouwd. In deze periode zichtbaar. Ook aan de oostzijde van het onderzoeks- van de kleipijpen kan deze laag in de tweede helft van Osteoarchaeo- de Waard. werden woonwijken gebouwd volgens een strak gebied is een duidelijk verschil tussen de kaarten te de 17de eeuw worden gedateerd. Deze datering logy van de De oudste sporen zijn sloten en kuilen uit de periode ontwerp, waar men zich meestal wel aan heeft zien. In de 17de eeuw staan er huisjes getekend, wordt bevestigd door de leren schoenen uit deze laag, Universiteit vóór de 17de eeuw, toen het gebied nog een agra- gehouden, maar waar soms toch aanpassingen zijn op de kaart van 1811/32 zijn deze echter verdwenen. die dateren tussen 1650 en 1675. De 5 verschillende Leiden.

(Foto: Universiteit Leiden) (Foto: Universiteit Leiden) pagina 26 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 27

waarom hij op een afwijkende manier is begraven. Studenten bezig met de uitvoer van het geofysisch veld- poorten zijn weergegeven door een coupure door de Leiden | Oosterkerkstraat (terrein de Meelfabriek) Alle skeletten zijn van jonge mannen. Mogelijk zijn practicum. Dit apparaat kan verschillen in de elektri- wal, geflankeerd door houten torens. De vierde poort In juli 2016 heeft archeologisch onderzoeksbureau deze graven dus niet van pestlijders, omdat je dan sche weerstand van de bodem meten en in kaart is een tunnel door de wal. IDDS Archeologie een archeologische opgraving zou mogen verwachten dat beide geslachten en alle brengen. Deze verschillen worden voornamelijk veroor- In drie dagen is door de studenten circa 0,75 ha van leeftijden vertegenwoordigd zouden zijn. Het is dan zaakt door de grondsoort en de mate waarin de onder- het binnenterrein van het fort onderzocht met behulp Overzichtsfoto van het noordelijk deel van het ook verleidelijk deze graven te koppelen aan een grond vocht vasthoudt. Vochtige grond geleidt elek- van een elektrische weerstandsmeter. onderzoeksterrein. Onderin de foto zijn de vierkante latere functie van het Pesthuis, namelijk dat van triciteit beter dan droge grond. De verschillen kunnen Tijdens het onderzoek zijn verschillende structuren bakken van de leerlooierij zichtbaar. De opname is militair hospitaal en gevangenis. In dat geval dateren ook duiden op archeologische resten in de grond, zoals binnen het castellum gevonden. In het westen van richting het westen gemaakt. (Foto IDDS) de graven uit de periode 1672-1890. grachten (lage weerstand) en funderingen en/of puin het onderzochte gebied is een lineaire structuur van Universiteit Leiden, Faculteit der Archeologie, (hoge weerstand). hoge weerstandswaarden gevonden (A), die samen- Jasper de Bruin Op de achtergrond de gereconstrueerde aarden wal valt met de ligging van de grachten/greppels uit de A B C Met een bijdrage van Mareille Arkesteijn van castellum Matilo. (Foto: RAAP) eerste en tweede fase van het fort. Deze grachten zijn C waarschijnlijk gedempt met puin, waardoor ze hoge Leiden - Matilo weerstandswaarden hebben (zie ook De Bruin, 2015). In mei 2016 is voor de Ten oosten van structuur A is een zone te onder- eerstejaars studenten scheiden met veel verstoringen. Dit is de locatie waar archeologie van de het hoofdgebouw van het castellum (de principia) Universiteit Leiden wordt verwacht. een veldpracticum Hier lag in de 15de eeuw een deel van het Sint- gegeven. Naast opgra- De resultaten van het geofysisch veldpracticum (weer- Margarethaklooster (van Kempen, 1999) en recenter ven en boren werd standswaarden: groen = laag, blauw = hoog) met de stond hier een huis. Ten oosten van deze verstoringen ook geofysisch onder- grachten uit de eerste fase van fort Matilo (blauw) is een rechthoekige afwijking van hoge weerstands- Eerstejaars studenten van de Faculteit der Archeologie zoek belicht. De loca- en de ligging van het klooster (rood) op de oude waarden waar te nemen (B). Dit is mogelijk een deel van de Universiteit Leiden onderzoeken de laag met tie van het geofysisch topografie. (Kaart: RAAP) van de principia. vondstmateriaal uit de tweede helft van de 17de practicum was het In het zuidelijke deel van het gemeten gebied eeuw op vondsten. (Foto: Universiteit Leiden) Romeinse (castellum) eerste twee fasen bestond het fort waarschijnlijk zijn verschillende hoekige structuren van hoge weer- Matilo in het zuidoos- uit een aarden wal, grachten/greppels en houten standswaarden te onderscheiden ( ). Dit zijn moge- rijen, waarvan de oostelijke rij deels onderzocht kon ten van Leiden. verdedigingswerken. In de laatste fase werd het fort lijk funderingen van (stenen) gebouwen in het fort. worden. De westelijke rij lag onder een rioolbuis en Castellum Matilo is in omgeven door één brede gracht/greppel en door een De precieze aard van deze afwijkingen kan echter op was hierdoor verstoord. De doden waren over het het verleden meerdere stenen muur met stenen (hoek)torens en poorten. basis van de resultaten van het geofysisch onderzoek algemeen bijgezet in houten kisten, waarvan het malen onderzocht (zie Op basis van de resultaten van het archeologisch niet worden bepaald, maar gedacht kan worden aan hout in een aantal gevallen nog bewaard was geble- de Bruin, 2015). Er zijn onderzoek is in 2013 de laatste fase van het fort stallen of een hospitaal. ven. De planken waren met spijkers aan elkaar be- drie fasen in het gereconstrueerd in park Matilo. Het fort is zichtbaar RAAP, W.B. Verschoof-van der Vaart vestigd. Eén persoon was zonder kist bijgezet en lag gebruik van het fort te gemaakt door een 3 m hoge aarden wal, die op de tussen de twee rijen graven in. Het is niet duidelijk onderscheiden. In de locatie van de stenen muur ligt. Drie van de vier pagina 26 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 27

waarom hij op een afwijkende manier is begraven. Studenten bezig met de uitvoer van het geofysisch veld- poorten zijn weergegeven door een coupure door de Leiden | Oosterkerkstraat (terrein de Meelfabriek) Alle skeletten zijn van jonge mannen. Mogelijk zijn practicum. Dit apparaat kan verschillen in de elektri- wal, geflankeerd door houten torens. De vierde poort In juli 2016 heeft archeologisch onderzoeksbureau deze graven dus niet van pestlijders, omdat je dan sche weerstand van de bodem meten en in kaart is een tunnel door de wal. IDDS Archeologie een archeologische opgraving zou mogen verwachten dat beide geslachten en alle brengen. Deze verschillen worden voornamelijk veroor- In drie dagen is door de studenten circa 0,75 ha van leeftijden vertegenwoordigd zouden zijn. Het is dan zaakt door de grondsoort en de mate waarin de onder- het binnenterrein van het fort onderzocht met behulp Overzichtsfoto van het noordelijk deel van het ook verleidelijk deze graven te koppelen aan een grond vocht vasthoudt. Vochtige grond geleidt elek- van een elektrische weerstandsmeter. onderzoeksterrein. Onderin de foto zijn de vierkante latere functie van het Pesthuis, namelijk dat van triciteit beter dan droge grond. De verschillen kunnen Tijdens het onderzoek zijn verschillende structuren bakken van de leerlooierij zichtbaar. De opname is militair hospitaal en gevangenis. In dat geval dateren ook duiden op archeologische resten in de grond, zoals binnen het castellum gevonden. In het westen van richting het westen gemaakt. (Foto IDDS) de graven uit de periode 1672-1890. grachten (lage weerstand) en funderingen en/of puin het onderzochte gebied is een lineaire structuur van Universiteit Leiden, Faculteit der Archeologie, (hoge weerstand). hoge weerstandswaarden gevonden (A), die samen- Jasper de Bruin Op de achtergrond de gereconstrueerde aarden wal valt met de ligging van de grachten/greppels uit de A B C Met een bijdrage van Mareille Arkesteijn van castellum Matilo. (Foto: RAAP) eerste en tweede fase van het fort. Deze grachten zijn C waarschijnlijk gedempt met puin, waardoor ze hoge Leiden - Matilo weerstandswaarden hebben (zie ook De Bruin, 2015). In mei 2016 is voor de Ten oosten van structuur A is een zone te onder- eerstejaars studenten scheiden met veel verstoringen. Dit is de locatie waar archeologie van de het hoofdgebouw van het castellum (de principia) Universiteit Leiden wordt verwacht. een veldpracticum Hier lag in de 15de eeuw een deel van het Sint- gegeven. Naast opgra- De resultaten van het geofysisch veldpracticum (weer- Margarethaklooster (van Kempen, 1999) en recenter ven en boren werd standswaarden: groen = laag, blauw = hoog) met de stond hier een huis. Ten oosten van deze verstoringen ook geofysisch onder- grachten uit de eerste fase van fort Matilo (blauw) is een rechthoekige afwijking van hoge weerstands- Eerstejaars studenten van de Faculteit der Archeologie zoek belicht. De loca- en de ligging van het klooster (rood) op de oude waarden waar te nemen (B). Dit is mogelijk een deel van de Universiteit Leiden onderzoeken de laag met tie van het geofysisch topografie. (Kaart: RAAP) van de principia. vondstmateriaal uit de tweede helft van de 17de practicum was het In het zuidelijke deel van het gemeten gebied eeuw op vondsten. (Foto: Universiteit Leiden) Romeinse (castellum) eerste twee fasen bestond het fort waarschijnlijk zijn verschillende hoekige structuren van hoge weer- Matilo in het zuidoos- uit een aarden wal, grachten/greppels en houten standswaarden te onderscheiden ( ). Dit zijn moge- rijen, waarvan de oostelijke rij deels onderzocht kon ten van Leiden. verdedigingswerken. In de laatste fase werd het fort lijk funderingen van (stenen) gebouwen in het fort. worden. De westelijke rij lag onder een rioolbuis en Castellum Matilo is in omgeven door één brede gracht/greppel en door een De precieze aard van deze afwijkingen kan echter op was hierdoor verstoord. De doden waren over het het verleden meerdere stenen muur met stenen (hoek)torens en poorten. basis van de resultaten van het geofysisch onderzoek algemeen bijgezet in houten kisten, waarvan het malen onderzocht (zie Op basis van de resultaten van het archeologisch niet worden bepaald, maar gedacht kan worden aan hout in een aantal gevallen nog bewaard was geble- de Bruin, 2015). Er zijn onderzoek is in 2013 de laatste fase van het fort stallen of een hospitaal. ven. De planken waren met spijkers aan elkaar be- drie fasen in het gereconstrueerd in park Matilo. Het fort is zichtbaar RAAP, W.B. Verschoof-van der Vaart vestigd. Eén persoon was zonder kist bijgezet en lag gebruik van het fort te gemaakt door een 3 m hoge aarden wal, die op de tussen de twee rijen graven in. Het is niet duidelijk onderscheiden. In de locatie van de stenen muur ligt. Drie van de vier pagina 28 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 29

uitgevoerd aan de Oosterkerkstraat (terrein de gebleven. De voorgevels zijn niet gevonden, omdat Leiden | Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a uitbreiding plaatsvond vanuit het woonhuis naar last van de afval etende meeuwen terug te dringen. Meelfabriek) in Leiden. De aanleiding voor dit onder- deze buiten het plangebied liggen , namelijk onder de In juli 2016 is een archeologische begeleiding uitge- het achterterrein. De vondsten bestaan uit veel Gezien de lange bewoningsgeschiedenis van het zoek is de geplande nieuwbouw op de locatie. huidige straat, i.e. de Waardgracht. Op basis van voerd vanwege een bodemsanering op vier locaties in (bloem)tegels uit de periode 1600-1650 en aardewerk grondgebied van Leiden zijn op vrijwel iedere contai- Net als bij de opgraving aan de Kaarsenmakersstraat, kaartmateriaal kunnen binnen het plangebied 22 een binnentuin en twee kleine binnenplaatsen tussen uit de 16de tot de 20ste eeuw (Corver et al 2016). nerlocatie binnen de singels wel in meer of mindere ligt het plangebied in een 17de-eeuwse uitbreidings- percelen worden onderscheiden, waarvan in ieder Rapenburg 48 en het Pieterskerkhof 4a in Leiden. IDDS, Bart Corver mate archeologische resten te verwachten. Toch is fase van de stad Leiden. Ook dit gebied was voor de geval 14 vloertjes of delen daarvan zijn gevonden. Bij door Erfgoed Leiden en Omstreken een selectie van te 17de eeuw in gebruik voor agrarische doeleinden. Pas sommige vloertjes is de trapopgang nog aanwezig. De Leiden | binnenstad - ondergrondse restafval- begeleiden locaties gemaakt. Hierbij is met name de nadat het binnen de grenzen van de stadsverdediging meeste keldertjes hadden een bakstenen vloer. Bij één containers afweging gemaakt of de kleine kijkgaten tot een diep- is getrokken, werd het gebied bebouwd. Dit gebeurde vloer zijn daarop kleine gekleurde plavuizen aan- In opdracht van de gemeente Leiden is door RAAP in te van 3 m beneden het maaiveld potentieel nieuwe volgens een vooropgezet plan. Architect Johannes (Jan gebracht. De half verdiepte keldertjes waren recht- de periode 2014 tot 2016 gefaseerd een archeo- informatie over de (pre-stedelijke) ontwikkeling van Jansz.) Dou kreeg de opdracht een stedenbouwkundig hoekig van vorm of T-vormig, met daarboven een bed- logische begeleiding van het plaatsen van onder- Leiden zouden kunnen opleveren. Uiteindelijk zijn 25 plan voor de hele stadsuitbreiding te maken. Daarna stede, steeds ongeveer in het midden van het huis. grondse restafvalcontainers (ORAC’s) in de historische locaties geselecteerd om onder archeologische bege- werden de kavels verkocht en in korte tijd bebouwd. Het voorhuis was eigenlijk de werkkamer, waar vaak binnenstad van Leiden uitgevoerd. Verspreid over het leiding te worden aangelegd en zijn de werkzaam- Er zijn niet veel muurfunderingen van de 17de- een weefgetouw of spinnewiel stond. Naast de historische centrum zullen uiteindelijk zo’n 125 heden op 20 van deze locaties inmiddels afgerond. eeuwse bebouwing gevonden. In het noordelijke deel bedstede was een spiltrap of steektrap om naar de containers worden geplaatst om onder meer de over- Voorafgaand aan de begeleiding zijn 86 locaties van het onderzoeksgebied zijn wel resten van huizen zolder te kunnen gaan. De achterkamer was de woon- onderzocht door middel van boringen. Het primaire uit de 19de eeuw gevonden, evenals overblijfselen ruimte, waar meestal de haard was. Hier zijn echter Ligging van de onderzochte containerlocaties (rode doel daarvan is het maken van een (re)constructie van van nijverheid en ambachten (leerlooierij). geen sporen van gevonden. Achter het huis was een sterren) in de historische binnenstad van Leiden. het paleolandschap van de Oude Rijn, dat al eeuwen- De huisjes zijn in twee types te verdelen, namelijk plaatsje met het gemak, keukentje en dikwijls de lang vrijwel volledig aan het wevershuisjes en arbeidershuisjes. De meeste 17de- watervoorziening in de vorm van een waterput, die Binnenplaats met waterkelder met tongewelf, zicht onttrokken onder de eeuwse huisjes zijn wevershuisjes die haaks op de soms met de buren werd gedeeld. vloeren, waterput. (Foto: B.A. Corver, IDDS Archeologie) huidige bebouwing binnen oostzijde van de Waardgracht staan. Direct achter In het noordelijke deel zijn restanten van een indus- De houten zijkant van een leerlooierskuip is tegen de singels ligt. deze huisjes hebben in deze tijd ook andere huisjes trie gevonden. De diepere funderingen die grotere een gemetselde fundering aangezet. (Foto IDDS) Het onderzoek heeft, ondanks de beperkte oppervlak- Het archeologisch veldon- gestaan. Deze huisjes stonden in de lengterichting aan ruimten omvatten doen vermoeden dat hier grotere te, veel opgeleverd. Een van de plaatsen was rond derzoek in het kader van de de Singelstraat (later Weverstraat). Van deze huisjes is en vermoedelijk hogere panden of fabrieken stonden. worden gebracht met de leerlooierij die hier stond. 1600 een binnenruimte. De huidige aangrenzende plaatsing van de onder- heel weinig gevonden. Op basis van kaartmateriaal Er zijn daarnaast twee dubbele waterkelders gevon- De vermelding ‘Zeem- en Leerlooierij’ staat in ieder muren, met tegelbepleistering en dichtgezette grondse afvalcontainers gaat het om kleine(re) huisjes, vermoedelijk zonder den en - meest in het oog springend - de resten van geval op de kaart van Van Campen uit 1879. Bij de ramen, wijzen hierop. De zuidelijke perceelsmuur bestond uit drie fasen: geo- indeling met voor- en achterkamer. Dit worden de in totaal 9 houten, vierkante bakken of kuipen. Dit leerkuipen, grenzend aan de muurfundering, liggen dateert mogelijk nog uit de tweede helft van de 14de archeologisch booronder- arbeidershuisjes genoemd. In het noordoostelijke deel soort structuren zijn ook in Middelburg gevonden sporen van een grote put. Deze is rechthoekig van eeuw en is waarschijnlijk dezelfde als een gevel van zoek; archeologische be- van het opgravingsterrein zijn bebouwingsresten van en zijn van een leerlooierij. vorm, met aan één zijde afgeronde hoeken. De put is één van de twee dwarshuizen op de kaart van Bast of geleiding van de plaatsing; (vooral) een leerlooierij gevonden, die zich (heel Uit de bakken zijn enkele vondsten met een vrij 1-steens breed, 1,50 m diep, en is helemaal opgevuld Blaeu. Een andere oude vondst is een vloer van kleine machinaal zeven van hierbij toepasselijk) aan de 2e Looierstraat bevond. recente datering gekomen. Op de (houten) bodem met een soort kalk. Deze put hoort ook bij de leer- plavuizen, waarschijnlijk uit de Middeleeuwen. De vrijgekomen grond. Om toch Van de wevershuisjes zijn enkele muurfunderingen van één van de bakken zijn naast resten aardewerk en looierij, aangezien de kalk waarschijnlijk is gebruikt vloer wordt afgesneden door een grote waterkelder. zoveel mogelijk informatie en vooral (kelder)vloertjes over, waarvan vaak niet metaal, een aantal hoornpitten en dierlijke botresten om de huiden mee te behandelen. Naast deze kelder liggen vloertjes en een waterput. uit de kleine kijkgaten te meer dan één of twee baksteenlagen bewaard zijn (17 stuks) gevonden. Deze resten kunnen in verband IDDS Archeologie, Yolande Meijer De sporen dateren uit de 18de eeuw, toen er een verkrijgen is namelijk pagina 28 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 29

uitgevoerd aan de Oosterkerkstraat (terrein de gebleven. De voorgevels zijn niet gevonden, omdat Leiden | Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a uitbreiding plaatsvond vanuit het woonhuis naar last van de afval etende meeuwen terug te dringen. Meelfabriek) in Leiden. De aanleiding voor dit onder- deze buiten het plangebied liggen , namelijk onder de In juli 2016 is een archeologische begeleiding uitge- het achterterrein. De vondsten bestaan uit veel Gezien de lange bewoningsgeschiedenis van het zoek is de geplande nieuwbouw op de locatie. huidige straat, i.e. de Waardgracht. Op basis van voerd vanwege een bodemsanering op vier locaties in (bloem)tegels uit de periode 1600-1650 en aardewerk grondgebied van Leiden zijn op vrijwel iedere contai- Net als bij de opgraving aan de Kaarsenmakersstraat, kaartmateriaal kunnen binnen het plangebied 22 een binnentuin en twee kleine binnenplaatsen tussen uit de 16de tot de 20ste eeuw (Corver et al 2016). nerlocatie binnen de singels wel in meer of mindere ligt het plangebied in een 17de-eeuwse uitbreidings- percelen worden onderscheiden, waarvan in ieder Rapenburg 48 en het Pieterskerkhof 4a in Leiden. IDDS, Bart Corver mate archeologische resten te verwachten. Toch is fase van de stad Leiden. Ook dit gebied was voor de geval 14 vloertjes of delen daarvan zijn gevonden. Bij door Erfgoed Leiden en Omstreken een selectie van te 17de eeuw in gebruik voor agrarische doeleinden. Pas sommige vloertjes is de trapopgang nog aanwezig. De Leiden | binnenstad - ondergrondse restafval- begeleiden locaties gemaakt. Hierbij is met name de nadat het binnen de grenzen van de stadsverdediging meeste keldertjes hadden een bakstenen vloer. Bij één containers afweging gemaakt of de kleine kijkgaten tot een diep- is getrokken, werd het gebied bebouwd. Dit gebeurde vloer zijn daarop kleine gekleurde plavuizen aan- In opdracht van de gemeente Leiden is door RAAP in te van 3 m beneden het maaiveld potentieel nieuwe volgens een vooropgezet plan. Architect Johannes (Jan gebracht. De half verdiepte keldertjes waren recht- de periode 2014 tot 2016 gefaseerd een archeo- informatie over de (pre-stedelijke) ontwikkeling van Jansz.) Dou kreeg de opdracht een stedenbouwkundig hoekig van vorm of T-vormig, met daarboven een bed- logische begeleiding van het plaatsen van onder- Leiden zouden kunnen opleveren. Uiteindelijk zijn 25 plan voor de hele stadsuitbreiding te maken. Daarna stede, steeds ongeveer in het midden van het huis. grondse restafvalcontainers (ORAC’s) in de historische locaties geselecteerd om onder archeologische bege- werden de kavels verkocht en in korte tijd bebouwd. Het voorhuis was eigenlijk de werkkamer, waar vaak binnenstad van Leiden uitgevoerd. Verspreid over het leiding te worden aangelegd en zijn de werkzaam- Er zijn niet veel muurfunderingen van de 17de- een weefgetouw of spinnewiel stond. Naast de historische centrum zullen uiteindelijk zo’n 125 heden op 20 van deze locaties inmiddels afgerond. eeuwse bebouwing gevonden. In het noordelijke deel bedstede was een spiltrap of steektrap om naar de containers worden geplaatst om onder meer de over- Voorafgaand aan de begeleiding zijn 86 locaties van het onderzoeksgebied zijn wel resten van huizen zolder te kunnen gaan. De achterkamer was de woon- onderzocht door middel van boringen. Het primaire uit de 19de eeuw gevonden, evenals overblijfselen ruimte, waar meestal de haard was. Hier zijn echter Ligging van de onderzochte containerlocaties (rode doel daarvan is het maken van een (re)constructie van van nijverheid en ambachten (leerlooierij). geen sporen van gevonden. Achter het huis was een sterren) in de historische binnenstad van Leiden. het paleolandschap van de Oude Rijn, dat al eeuwen- De huisjes zijn in twee types te verdelen, namelijk plaatsje met het gemak, keukentje en dikwijls de lang vrijwel volledig aan het wevershuisjes en arbeidershuisjes. De meeste 17de- watervoorziening in de vorm van een waterput, die Binnenplaats met waterkelder met tongewelf, zicht onttrokken onder de eeuwse huisjes zijn wevershuisjes die haaks op de soms met de buren werd gedeeld. vloeren, waterput. (Foto: B.A. Corver, IDDS Archeologie) huidige bebouwing binnen oostzijde van de Waardgracht staan. Direct achter In het noordelijke deel zijn restanten van een indus- De houten zijkant van een leerlooierskuip is tegen de singels ligt. deze huisjes hebben in deze tijd ook andere huisjes trie gevonden. De diepere funderingen die grotere een gemetselde fundering aangezet. (Foto IDDS) Het onderzoek heeft, ondanks de beperkte oppervlak- Het archeologisch veldon- gestaan. Deze huisjes stonden in de lengterichting aan ruimten omvatten doen vermoeden dat hier grotere te, veel opgeleverd. Een van de plaatsen was rond derzoek in het kader van de de Singelstraat (later Weverstraat). Van deze huisjes is en vermoedelijk hogere panden of fabrieken stonden. worden gebracht met de leerlooierij die hier stond. 1600 een binnenruimte. De huidige aangrenzende plaatsing van de onder- heel weinig gevonden. Op basis van kaartmateriaal Er zijn daarnaast twee dubbele waterkelders gevon- De vermelding ‘Zeem- en Leerlooierij’ staat in ieder muren, met tegelbepleistering en dichtgezette grondse afvalcontainers gaat het om kleine(re) huisjes, vermoedelijk zonder den en - meest in het oog springend - de resten van geval op de kaart van Van Campen uit 1879. Bij de ramen, wijzen hierop. De zuidelijke perceelsmuur bestond uit drie fasen: geo- indeling met voor- en achterkamer. Dit worden de in totaal 9 houten, vierkante bakken of kuipen. Dit leerkuipen, grenzend aan de muurfundering, liggen dateert mogelijk nog uit de tweede helft van de 14de archeologisch booronder- arbeidershuisjes genoemd. In het noordoostelijke deel soort structuren zijn ook in Middelburg gevonden sporen van een grote put. Deze is rechthoekig van eeuw en is waarschijnlijk dezelfde als een gevel van zoek; archeologische be- van het opgravingsterrein zijn bebouwingsresten van en zijn van een leerlooierij. vorm, met aan één zijde afgeronde hoeken. De put is één van de twee dwarshuizen op de kaart van Bast of geleiding van de plaatsing; (vooral) een leerlooierij gevonden, die zich (heel Uit de bakken zijn enkele vondsten met een vrij 1-steens breed, 1,50 m diep, en is helemaal opgevuld Blaeu. Een andere oude vondst is een vloer van kleine machinaal zeven van hierbij toepasselijk) aan de 2e Looierstraat bevond. recente datering gekomen. Op de (houten) bodem met een soort kalk. Deze put hoort ook bij de leer- plavuizen, waarschijnlijk uit de Middeleeuwen. De vrijgekomen grond. Om toch Van de wevershuisjes zijn enkele muurfunderingen van één van de bakken zijn naast resten aardewerk en looierij, aangezien de kalk waarschijnlijk is gebruikt vloer wordt afgesneden door een grote waterkelder. zoveel mogelijk informatie en vooral (kelder)vloertjes over, waarvan vaak niet metaal, een aantal hoornpitten en dierlijke botresten om de huiden mee te behandelen. Naast deze kelder liggen vloertjes en een waterput. uit de kleine kijkgaten te meer dan één of twee baksteenlagen bewaard zijn (17 stuks) gevonden. Deze resten kunnen in verband IDDS Archeologie, Yolande Meijer De sporen dateren uit de 18de eeuw, toen er een verkrijgen is namelijk pagina 30 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 31

stelling van veel Leidenaren is een deel van de bigbag- Onderdeel aan- Vanaf de 15de eeuw maakt deze plek deel uit van de Dicht onder het huidige straatniveau zijn meerdere stadskern en maakt vanaf de 15de eeuw deel uit van inhoud gezeefd op de Garenmarkt in het centrum zet van de brug. bebouwing op het kloosterterrein van het Barbara- bakstenen structuren gevonden. Aan de noordkant de bebouwing op het terrein van het Barbaraklooster van Leiden. De hulp hierbij van veel schoolkinderen klooster. Dit is goed te zien op de kaart van Pieter Bast lag een fundering met een deel van het opgaand en wel ter hoogte van de kloosterkapel, die in de 17de leidde tot een groot aantal nieuwe assistent-stads- Ook diverse uit 1600. Vanaf de 17de eeuw is, na de sloop van de muurwerk, die een keldervloer van plavuizen omsluit. eeuw is gesloopt. Een van de vragen bij deze locatie is archeologen. funderingen van bebouwing, de locatie als straat gebruikt. Waarschijnlijk is de kelder een keer uitgebreid met of in dit deel van de Papengracht ooit ook sprake was Vrijwel ieder kijkgat (omvang minimaal 2x2 m) lever- 17de- tot 19de- het deel aan de (zuid)westkant. Aan van een gracht, wellicht gegraven in een natuurlijke de in meer of mindere mate archeologische en land- eeuwse bebou- de zuidkant hiervan is een fundering waterloop. schappelijke informatie op. Als gevolg van de plaat- wing kwamen (Foto: RAAP) van een oudere muur gevonden. Deze Direct onder het straatniveau kwam onder het recente sing van de ORAC’s in parkeervakken langs de straten, aan het licht. muur is waarschijnlijk uitgebroken bouwzand aan de oostzijde van de werkput een zware die in de Leidse binnenstad vaak gedempte grachten Hierbij werd de interpretatie van structuren wel voor de aanleg of uitbreiding van de fundering met een noord-zuid oriëntatie tevoorschijn. zijn, zijn met name grachtvullingen, diverse kade- enigszins bemoeilijkt doordat de kijkgaten zo klein kelder. Nog iets verder zuidelijk lag een Het gebruikte baksteenformaat in de fundering is muren, riolen en afvoergoten opgetekend: onder waren. Gecombineerd met het nog uit te voeren waterput met onder de bakstenen 30-32x15,5/16x7/8. De binnenrij is in Vlaams verband Impressie van het booronderzoek. (Foto: RAAP) andere van de voormalige Cellebroedersgracht en archiefonderzoek zal per locatie toch een soort bio- putmantel een houten ton. Helaas was gemetseld. Dit doet vermoeden dat het hier gaat om Middelstegracht. Ook is een deel van de brug op de grafie kunnen worden opgesteld. Hoewel de uitwer- in de vulling van de put geen fasering een muur uit het einde van de 13de eeuw; dus ouder besloten om per locatie een deel van de vrijgekomen hoek van de Langebrug (voormalige Vollersgracht) en king en een deel van het veldonderzoek nog in volle te onderscheiden. Wel bleek de water- dan verwacht op basis van de datering van het grond, globaal per 50 cm, te verzamelen in bigbags en de Pieterskerkgracht gevonden. gang is, sprongen enkele locaties er tijdens het veld- put deels aangelegd te zijn in een Barbaraklooster! Over de beginperiode van het kloos- vervolgens machinaal te zeven. Onder grote belang- De locaties die direct aan weerskanten van de Rijn lig- werk al wel uit. Hiervan worden er hier drie belicht. uitbraak van een oudere put. In de ter is dan ook nog niet veel bekend. Het klooster moet gen, zoals de Kaasmarkt en de Apothekersdijk, boden vulling van de uitbraak van deze oude- vóór 1440 zijn gesticht, aangezien in 1441 door de Zeefwerk in volle gang op de Garenmarkt. (Foto: RAAP) inzicht in aanplempingen en ontginningswerken. Papengracht ter hoogte van nummer 2 (locatie 97) re put zijn naast roodbakkend aarde- landcommandeur van de Utrechtse Balije van de Dit containergat in de oudste middeleeuwse stads- werk onder andere stukken tegel, ridderlijke Duitse Orde toestemming werd verleend kern bracht meerdere fasen van bebouwing en dakpan en leisteen gevonden. Hieruit voor de bouw van de kapel met kerkhof. gebruik aan het licht. kan worden afgeleid dat bij het uit- breken van de put ook (een deel van) Zware fundering op Papengracht 7. (Foto: RAAP) Sporen en structuren aan de Papengracht 2. (Foto: RAAP) de bebouwing is afgebroken voor de nieuwe bouwfase. De bakstenen structuren zijn gebouwd op een stadsophogingslaag. Hieronder werden bij het verdiepen grondsporen Kaart met plattegrond van Leiden met de titel ‘Lugdu- zichtbaar: een greppel en een kuil. Analyse van de ni Batavor. Leyden in Hollant’. Titel en opdracht in rijk hieruit genomen monsters moet uitwijzen of deze geornamenteerd schild met Minerva en Justitia links- sporen, zoals te verwachten is, te koppelen zijn aan boven en kompas rechtsboven. Linksonder een de middeleeuwse ontginning. cartouche met het Leidse wapen en de leeuw, rechts- onder een passer en het jaartal in de cartouche. Papengracht ter hoogte van nummer 7 (locatie 98) Plattegrond in vogelvlucht. (Kaart: Erfgoed Leiden e.o.) Ook deze locatie ligt in de oudste middeleeuwse pagina 30 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 31

stelling van veel Leidenaren is een deel van de bigbag- Onderdeel aan- Vanaf de 15de eeuw maakt deze plek deel uit van de Dicht onder het huidige straatniveau zijn meerdere stadskern en maakt vanaf de 15de eeuw deel uit van inhoud gezeefd op de Garenmarkt in het centrum zet van de brug. bebouwing op het kloosterterrein van het Barbara- bakstenen structuren gevonden. Aan de noordkant de bebouwing op het terrein van het Barbaraklooster van Leiden. De hulp hierbij van veel schoolkinderen klooster. Dit is goed te zien op de kaart van Pieter Bast lag een fundering met een deel van het opgaand en wel ter hoogte van de kloosterkapel, die in de 17de leidde tot een groot aantal nieuwe assistent-stads- Ook diverse uit 1600. Vanaf de 17de eeuw is, na de sloop van de muurwerk, die een keldervloer van plavuizen omsluit. eeuw is gesloopt. Een van de vragen bij deze locatie is archeologen. funderingen van bebouwing, de locatie als straat gebruikt. Waarschijnlijk is de kelder een keer uitgebreid met of in dit deel van de Papengracht ooit ook sprake was Vrijwel ieder kijkgat (omvang minimaal 2x2 m) lever- 17de- tot 19de- het deel aan de (zuid)westkant. Aan van een gracht, wellicht gegraven in een natuurlijke de in meer of mindere mate archeologische en land- eeuwse bebou- de zuidkant hiervan is een fundering waterloop. schappelijke informatie op. Als gevolg van de plaat- wing kwamen (Foto: RAAP) van een oudere muur gevonden. Deze Direct onder het straatniveau kwam onder het recente sing van de ORAC’s in parkeervakken langs de straten, aan het licht. muur is waarschijnlijk uitgebroken bouwzand aan de oostzijde van de werkput een zware die in de Leidse binnenstad vaak gedempte grachten Hierbij werd de interpretatie van structuren wel voor de aanleg of uitbreiding van de fundering met een noord-zuid oriëntatie tevoorschijn. zijn, zijn met name grachtvullingen, diverse kade- enigszins bemoeilijkt doordat de kijkgaten zo klein kelder. Nog iets verder zuidelijk lag een Het gebruikte baksteenformaat in de fundering is muren, riolen en afvoergoten opgetekend: onder waren. Gecombineerd met het nog uit te voeren waterput met onder de bakstenen 30-32x15,5/16x7/8. De binnenrij is in Vlaams verband Impressie van het booronderzoek. (Foto: RAAP) andere van de voormalige Cellebroedersgracht en archiefonderzoek zal per locatie toch een soort bio- putmantel een houten ton. Helaas was gemetseld. Dit doet vermoeden dat het hier gaat om Middelstegracht. Ook is een deel van de brug op de grafie kunnen worden opgesteld. Hoewel de uitwer- in de vulling van de put geen fasering een muur uit het einde van de 13de eeuw; dus ouder besloten om per locatie een deel van de vrijgekomen hoek van de Langebrug (voormalige Vollersgracht) en king en een deel van het veldonderzoek nog in volle te onderscheiden. Wel bleek de water- dan verwacht op basis van de datering van het grond, globaal per 50 cm, te verzamelen in bigbags en de Pieterskerkgracht gevonden. gang is, sprongen enkele locaties er tijdens het veld- put deels aangelegd te zijn in een Barbaraklooster! Over de beginperiode van het kloos- vervolgens machinaal te zeven. Onder grote belang- De locaties die direct aan weerskanten van de Rijn lig- werk al wel uit. Hiervan worden er hier drie belicht. uitbraak van een oudere put. In de ter is dan ook nog niet veel bekend. Het klooster moet gen, zoals de Kaasmarkt en de Apothekersdijk, boden vulling van de uitbraak van deze oude- vóór 1440 zijn gesticht, aangezien in 1441 door de Zeefwerk in volle gang op de Garenmarkt. (Foto: RAAP) inzicht in aanplempingen en ontginningswerken. Papengracht ter hoogte van nummer 2 (locatie 97) re put zijn naast roodbakkend aarde- landcommandeur van de Utrechtse Balije van de Dit containergat in de oudste middeleeuwse stads- werk onder andere stukken tegel, ridderlijke Duitse Orde toestemming werd verleend kern bracht meerdere fasen van bebouwing en dakpan en leisteen gevonden. Hieruit voor de bouw van de kapel met kerkhof. gebruik aan het licht. kan worden afgeleid dat bij het uit- breken van de put ook (een deel van) Zware fundering op Papengracht 7. (Foto: RAAP) Sporen en structuren aan de Papengracht 2. (Foto: RAAP) de bebouwing is afgebroken voor de nieuwe bouwfase. De bakstenen structuren zijn gebouwd op een stadsophogingslaag. Hieronder werden bij het verdiepen grondsporen Kaart met plattegrond van Leiden met de titel ‘Lugdu- zichtbaar: een greppel en een kuil. Analyse van de ni Batavor. Leyden in Hollant’. Titel en opdracht in rijk hieruit genomen monsters moet uitwijzen of deze geornamenteerd schild met Minerva en Justitia links- sporen, zoals te verwachten is, te koppelen zijn aan boven en kompas rechtsboven. Linksonder een de middeleeuwse ontginning. cartouche met het Leidse wapen en de leeuw, rechts- onder een passer en het jaartal in de cartouche. Papengracht ter hoogte van nummer 7 (locatie 98) Plattegrond in vogelvlucht. (Kaart: Erfgoed Leiden e.o.) Ook deze locatie ligt in de oudste middeleeuwse pagina 32 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 33

De zwaarte van de fundering wijst op een groot verland(end)e kreekgeul direct voorafgaand aan de puin en losse stukjes hout. Dit pakket lijkt vergelijk- in de ondergrond een smalle uitloper van de strandwal Rijngeul, die zelf overigens niet is gevonden; wel door- gebouw. Uitgaande van de historische stadsplatte- bouw van het klooster. Onder de zware fundering is baar met de bij de ontsluitingen in de jaren 70 van de waarop ligt. De strandwal buigt hier in snijdt een smallere getijdegeul de westelijke oksel (in gronden lijkt het in eerste instantie aannemelijk dat wel een duidelijk opgebracht kleipakket aanwezig. vorige eeuw beschreven ‘zwarte grond’. Op dit niveau oostelijke richting af. In de verkennende boringen, put 1 en 3). In de oostelijke oksel zijn duidelijk minder de muur bij de kapel hoort, maar de kapel is pas ná Hieruit kwam een fragment Pingsdorf of Andenne- zijn drie houten paaltjes/staakjes gevonden, mogelijk gezet in het kader van de m.e.r. waren in het deelge- sporen aanwezig: een paalspoor en een paar greppels 1441 gebouwd. Het zou kunnen dat de muur is opge- aardewerk. Hieronder zijn natuurlijke (rest)geul- van een perceelscheiding. Op een dieper niveau zijn bied Ommedijk al vondsten, met name handgevormd die mogelijk in de Merovingische Tijd dateren. In put 4 bouwd uit hergebruikt bouwmateriaal, maar daar afzettingen gevonden. De verbreiding en oriëntatie nog meer, voornamelijk venige, ophogingslagen aardewerk, gevonden. Tegen de verwachting in hebben zat één Merovingische scherf. Dit versterkt de indruk zijn geen duidelijke aanwijzingen voor. Er is voor (dit van deze afzettingen is door de geringe omvang van aanwezig, die met name in het profiel konden worden de boringen geen harde bewijzen voor de aanwezig- dat dit deel hoort tot de randzone, het akkerareaal of onderzochte deel van) de fundering voornamelijk de put niet helemaal duidelijk. gedocumenteerd. Op basis hiervan kan zeer waar- heid van archeologische resten opgeleverd. het buitengebied van de nederzetting. gebruikgemaakt van hele bakstenen. Een andere schijnlijk de fasering van dit deel van de middeleeuwse In het deelgebied Aansluiting Leiden-west daarentegen Op basis van de determinatie van het aardewerk kan de mogelijkheid is dat de kapel een oudere voorganger Breestraat ter hoogte van het stadhuis (locatie 101) kern worden aangescherpt. zijn wel aanwijzingen voor een vindplaats gevonden . vindplaats worden gedateerd in de periode 550/575 en had. Wat de functie van dat gebouw geweest kan zijn, Op basis van de ligging kan deze locatie informatie RAAP, Karin Wink Het gaat hierbij om verschillende fragmenten aarde- 675/700 na Chr. Dit is opvallend. De vroegmiddeleeuw- (Foto RAAP) is (nog) niet duidelijk (kerk, versterkt huis?). Analyse opleveren over de stratigrafie en fasering van de werk, daterend uit de (Vroege) Middeleeuwen, verbran- se nederzetting die ernaast lag en bekend staat als van het vondstmateriaal en de monsters zal hier meer oudste kern van Leiden en een van de hoogste delen Nachtelijke begeleiding van locatie 101 in de Breestraat. Leiden | RijnlandRoute de leem en verbrande botresten. Deze vindplaats ligt Rijnfront is grotendeels opgegraven. Deze licht op moeten werpen. van het dijkdorp ten zuiden van de Rijn. In de 12de In 2016 zijn in opdracht van de provincie Zuid-Holland in de oksel van de oprit van de A44 in de richting Den nederzetting heeft vier bewoningskernen, hiervan zijn Haaks op de zware fundering zijn funderingen van eeuw – mogelijk al eerder – bestond Leiden uit een grafelijke hof met een kapel in de huidige Pieterswijk, op drie deeltracés van de RijnlandRoute aanvullende Haag, met eventueel een uitloper in de oksel aan de er drie gedateerd tussen de late 5de/vroege 6de eeuw enkele dunne tussenmuren gevonden. Deze zijn koud een dijkdorp op de plaats van de huidige Breestraat en boringen gezet. Dit onderzoek was noodzakelijk om de andere kant van de A44. en de 7de eeuw. De bewoning in de vierde kern lijkt tegen de zware fundering geplaatst. Bij het verdiepen Op deze kaart uit 1630 is de ligging van het Waard- de Burcht op het westelijk deel van het Waardeiland. zones waar proefsleuvenonderzoek nodig was in detail Op basis van deze waarnemingen heeft RAAP in 2016 echter in de loop van de 7de eeuw pas te beginnen en zijn hiertussen menselijke skeletresten gevonden, eiland, met de Burcht op de uiterste punt aan de De nederzetting langs de Breestraat is ontstaan op een te onderzoeken. Dit onderzoek had als belangrijkste in opdracht van de provincie ter hoogte van deze vind- door te lopen tot het begin van de 8ste eeuw (De Bruin, zij het niet meer volledig in anatomisch verband. Een linkerkant, goed te zien. (Kaart: Erfgoed Leiden en omgeving) door mensenhanden aangelegde dijk of terp. Ter hoog- doel het verfijnen van het verwachtingsmodel op basis plaats een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De vind- 2013). De sporen die nu zijn gevonden lijken te dateren eerste scan van het botmateriaal leert dat te van het huidige stadhuis is deze dijk op van de landschappelijke kenmerken en de mate van plaats is door middel van vier werkputten met een over- in de tweede helft van de 6de eeuw en de 7de eeuw. het gaat om minimaal drie individuen. De zijn hoogste punt. Hier zal naar verwachting verstoring. Daarnaast had het onderzoek tot doel wegend noord-zuid oriëntatie onderzocht. In alle put- Dat wil zeggen dat de datering daarmee ruwweg valt resten lijken oorspronkelijk net buiten de de kern van de oudste nederzetting hebben inzicht te krijgen in (potentieel) aanwezige archeologi- ten is één vlak aangelegd, met een totaal van 960 m². tussen die van de vroegere bewoningskernen enerzijds putrand gelegen te hebben en zijn hier gelegen. Vanwege de situering in de drukke sche resten. De drie deelgebieden zijn de Aansluiting Drie werkputten lagen in de zogenaamde westelijke en de bewoningskern uit de 7de eeuw anderzijds. Op terechtgekomen door de recente aanleg van Breestraat moest de plaatsing, en daarmee Leiden-west, Rijnbrug – A44 en Knooppunt Ommedijk. oksel en een, put 4, in de oostelijke. In het onderzoeks- die manier kunnen deze sporen nieuw licht werpen op een kabel, waarbij deze tussenmuren zijn de begeleiding, ‘s nachts worden uitgevoerd. In totaal zijn voor dit onderzoek 356 boringen gezet. gebied is het vervolg van de Merovingische vindplaats de fasering en migratie van de Merovingische bewo- doorgebroken en de begraving(en) in de De ontgraving kende tevens beperkingen Het booronderzoek heeft in hoofdlijnen het beeld van gevonden die in verschillende campagnes door ning langs de Rijn. De conclusie van dit onderzoek is dat kapel zijn verstoord. door de grote hoeveelheid kabels en leidin- het landschap bevestigd en met name voor het deelge- verschillende instanties ten (noord)-westen van de A44 er archeologische resten zijn gevonden die als behou- Ter hoogte van dit deel van de huidige gen die hier zijn aangelegd. Toch zijn in het bied Knooppunt Ommedijk ook veel aanvullende en is opgegraven. Met name aan de westzijde van het denswaardig aangemerkt kunnen worden. Bij de Papengracht (Langebrug tot aan de Rijn) beperkte kijkgat funderingsresten gevonden, gedetailleerde informatie opgeleverd. In dit deelgebied onderzoeksgebied (de westelijke oksel) zijn diverse bestaande planvorming zullen deze archeologische zou mogelijk een zijtak of kreekgeul van de vermoedelijk uit de 15de tot 17de eeuw. bestaat de bodem uit een complex landschap van kuilen en paalsporen gevonden die in verband resten verstoord worden. Gezien de aard van de geplan- Oude Rijn gelopen hebben, wellicht een De ligging hiervan wijst erop dat de rooilijn getijdenkreken en tussengelegen kweldergebieden. In gebracht kunnen worden met de nederzetting die de ingrepen is het niet mogelijk de resten te behouden onderdeel van de Donkeregracht. Dit mogelijk verlegd is met circa 3 m in de rich- zuidelijke richting bevindt het zich op de overgang van langs de toenmalige Rijn lag. Er is sprake van concen- en wordt aanbevolen de plannen zodanig aan te water zou dan eind 14de/begin 15de eeuw ting van de Rijn. Hieronder ligt een opho- het estuarium van de Oude Rijn naar een venig gevulde traties kuilen en/of waterputten. In put 3 is daarnaast passen dat de (verwachte) archeologische resten in de gedempt moeten zijn, als er toen tenminste gingslaag, die bestaat uit donkerbruin/grijze strandvlakte tussen de strandwallen van een deel van een huisplattegrond of bijgebouw gevon- bodem behouden kunnen blijven (behoud in situ). nog sprake was van open water of een zandige klei, met daarin wat middelgrof en Wassenaar. In het zuidwesten van dit deelgebied zit den. De sporen liggen in de oeverafzettingen van een RAAP, Bram Jansen pagina 32 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 33

De zwaarte van de fundering wijst op een groot verland(end)e kreekgeul direct voorafgaand aan de puin en losse stukjes hout. Dit pakket lijkt vergelijk- in de ondergrond een smalle uitloper van de strandwal Rijngeul, die zelf overigens niet is gevonden; wel door- gebouw. Uitgaande van de historische stadsplatte- bouw van het klooster. Onder de zware fundering is baar met de bij de ontsluitingen in de jaren 70 van de waarop Wassenaar ligt. De strandwal buigt hier in snijdt een smallere getijdegeul de westelijke oksel (in gronden lijkt het in eerste instantie aannemelijk dat wel een duidelijk opgebracht kleipakket aanwezig. vorige eeuw beschreven ‘zwarte grond’. Op dit niveau oostelijke richting af. In de verkennende boringen, put 1 en 3). In de oostelijke oksel zijn duidelijk minder de muur bij de kapel hoort, maar de kapel is pas ná Hieruit kwam een fragment Pingsdorf of Andenne- zijn drie houten paaltjes/staakjes gevonden, mogelijk gezet in het kader van de m.e.r. waren in het deelge- sporen aanwezig: een paalspoor en een paar greppels 1441 gebouwd. Het zou kunnen dat de muur is opge- aardewerk. Hieronder zijn natuurlijke (rest)geul- van een perceelscheiding. Op een dieper niveau zijn bied Ommedijk al vondsten, met name handgevormd die mogelijk in de Merovingische Tijd dateren. In put 4 bouwd uit hergebruikt bouwmateriaal, maar daar afzettingen gevonden. De verbreiding en oriëntatie nog meer, voornamelijk venige, ophogingslagen aardewerk, gevonden. Tegen de verwachting in hebben zat één Merovingische scherf. Dit versterkt de indruk zijn geen duidelijke aanwijzingen voor. Er is voor (dit van deze afzettingen is door de geringe omvang van aanwezig, die met name in het profiel konden worden de boringen geen harde bewijzen voor de aanwezig- dat dit deel hoort tot de randzone, het akkerareaal of onderzochte deel van) de fundering voornamelijk de put niet helemaal duidelijk. gedocumenteerd. Op basis hiervan kan zeer waar- heid van archeologische resten opgeleverd. het buitengebied van de nederzetting. gebruikgemaakt van hele bakstenen. Een andere schijnlijk de fasering van dit deel van de middeleeuwse In het deelgebied Aansluiting Leiden-west daarentegen Op basis van de determinatie van het aardewerk kan de mogelijkheid is dat de kapel een oudere voorganger Breestraat ter hoogte van het stadhuis (locatie 101) kern worden aangescherpt. zijn wel aanwijzingen voor een vindplaats gevonden . vindplaats worden gedateerd in de periode 550/575 en had. Wat de functie van dat gebouw geweest kan zijn, Op basis van de ligging kan deze locatie informatie RAAP, Karin Wink Het gaat hierbij om verschillende fragmenten aarde- 675/700 na Chr. Dit is opvallend. De vroegmiddeleeuw- (Foto RAAP) is (nog) niet duidelijk (kerk, versterkt huis?). Analyse opleveren over de stratigrafie en fasering van de werk, daterend uit de (Vroege) Middeleeuwen, verbran- se nederzetting die ernaast lag en bekend staat als van het vondstmateriaal en de monsters zal hier meer oudste kern van Leiden en een van de hoogste delen Nachtelijke begeleiding van locatie 101 in de Breestraat. Leiden | RijnlandRoute de leem en verbrande botresten. Deze vindplaats ligt Oegstgeest Rijnfront is grotendeels opgegraven. Deze licht op moeten werpen. van het dijkdorp ten zuiden van de Rijn. In de 12de In 2016 zijn in opdracht van de provincie Zuid-Holland in de oksel van de oprit van de A44 in de richting Den nederzetting heeft vier bewoningskernen, hiervan zijn Haaks op de zware fundering zijn funderingen van eeuw – mogelijk al eerder – bestond Leiden uit een grafelijke hof met een kapel in de huidige Pieterswijk, op drie deeltracés van de RijnlandRoute aanvullende Haag, met eventueel een uitloper in de oksel aan de er drie gedateerd tussen de late 5de/vroege 6de eeuw enkele dunne tussenmuren gevonden. Deze zijn koud een dijkdorp op de plaats van de huidige Breestraat en boringen gezet. Dit onderzoek was noodzakelijk om de andere kant van de A44. en de 7de eeuw. De bewoning in de vierde kern lijkt tegen de zware fundering geplaatst. Bij het verdiepen Op deze kaart uit 1630 is de ligging van het Waard- de Burcht op het westelijk deel van het Waardeiland. zones waar proefsleuvenonderzoek nodig was in detail Op basis van deze waarnemingen heeft RAAP in 2016 echter in de loop van de 7de eeuw pas te beginnen en zijn hiertussen menselijke skeletresten gevonden, eiland, met de Burcht op de uiterste punt aan de De nederzetting langs de Breestraat is ontstaan op een te onderzoeken. Dit onderzoek had als belangrijkste in opdracht van de provincie ter hoogte van deze vind- door te lopen tot het begin van de 8ste eeuw (De Bruin, zij het niet meer volledig in anatomisch verband. Een linkerkant, goed te zien. (Kaart: Erfgoed Leiden en omgeving) door mensenhanden aangelegde dijk of terp. Ter hoog- doel het verfijnen van het verwachtingsmodel op basis plaats een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De vind- 2013). De sporen die nu zijn gevonden lijken te dateren eerste scan van het botmateriaal leert dat te van het huidige stadhuis is deze dijk op van de landschappelijke kenmerken en de mate van plaats is door middel van vier werkputten met een over- in de tweede helft van de 6de eeuw en de 7de eeuw. het gaat om minimaal drie individuen. De zijn hoogste punt. Hier zal naar verwachting verstoring. Daarnaast had het onderzoek tot doel wegend noord-zuid oriëntatie onderzocht. In alle put- Dat wil zeggen dat de datering daarmee ruwweg valt resten lijken oorspronkelijk net buiten de de kern van de oudste nederzetting hebben inzicht te krijgen in (potentieel) aanwezige archeologi- ten is één vlak aangelegd, met een totaal van 960 m². tussen die van de vroegere bewoningskernen enerzijds putrand gelegen te hebben en zijn hier gelegen. Vanwege de situering in de drukke sche resten. De drie deelgebieden zijn de Aansluiting Drie werkputten lagen in de zogenaamde westelijke en de bewoningskern uit de 7de eeuw anderzijds. Op terechtgekomen door de recente aanleg van Breestraat moest de plaatsing, en daarmee Leiden-west, Rijnbrug – A44 en Knooppunt Ommedijk. oksel en een, put 4, in de oostelijke. In het onderzoeks- die manier kunnen deze sporen nieuw licht werpen op een kabel, waarbij deze tussenmuren zijn de begeleiding, ‘s nachts worden uitgevoerd. In totaal zijn voor dit onderzoek 356 boringen gezet. gebied is het vervolg van de Merovingische vindplaats de fasering en migratie van de Merovingische bewo- doorgebroken en de begraving(en) in de De ontgraving kende tevens beperkingen Het booronderzoek heeft in hoofdlijnen het beeld van gevonden die in verschillende campagnes door ning langs de Rijn. De conclusie van dit onderzoek is dat kapel zijn verstoord. door de grote hoeveelheid kabels en leidin- het landschap bevestigd en met name voor het deelge- verschillende instanties ten (noord)-westen van de A44 er archeologische resten zijn gevonden die als behou- Ter hoogte van dit deel van de huidige gen die hier zijn aangelegd. Toch zijn in het bied Knooppunt Ommedijk ook veel aanvullende en is opgegraven. Met name aan de westzijde van het denswaardig aangemerkt kunnen worden. Bij de Papengracht (Langebrug tot aan de Rijn) beperkte kijkgat funderingsresten gevonden, gedetailleerde informatie opgeleverd. In dit deelgebied onderzoeksgebied (de westelijke oksel) zijn diverse bestaande planvorming zullen deze archeologische zou mogelijk een zijtak of kreekgeul van de vermoedelijk uit de 15de tot 17de eeuw. bestaat de bodem uit een complex landschap van kuilen en paalsporen gevonden die in verband resten verstoord worden. Gezien de aard van de geplan- Oude Rijn gelopen hebben, wellicht een De ligging hiervan wijst erop dat de rooilijn getijdenkreken en tussengelegen kweldergebieden. In gebracht kunnen worden met de nederzetting die de ingrepen is het niet mogelijk de resten te behouden onderdeel van de Donkeregracht. Dit mogelijk verlegd is met circa 3 m in de rich- zuidelijke richting bevindt het zich op de overgang van langs de toenmalige Rijn lag. Er is sprake van concen- en wordt aanbevolen de plannen zodanig aan te water zou dan eind 14de/begin 15de eeuw ting van de Rijn. Hieronder ligt een opho- het estuarium van de Oude Rijn naar een venig gevulde traties kuilen en/of waterputten. In put 3 is daarnaast passen dat de (verwachte) archeologische resten in de gedempt moeten zijn, als er toen tenminste gingslaag, die bestaat uit donkerbruin/grijze strandvlakte tussen de strandwallen van Voorschoten een deel van een huisplattegrond of bijgebouw gevon- bodem behouden kunnen blijven (behoud in situ). nog sprake was van open water of een zandige klei, met daarin wat middelgrof en Wassenaar. In het zuidwesten van dit deelgebied zit den. De sporen liggen in de oeverafzettingen van een RAAP, Bram Jansen pagina 34 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 35

Leidschendam | de Bosrand en Noortheylaan Tegen de flanken van de duinenrij en in de omringen- enkele ingravingen (kuilen) gezien, maar geen resten De gemeente Leidschendam-Voorburg gaat in het de laagte is een pakket veen gevormd. In dit pakket van bebouwing. Gezien de hoeveelheid vondsten uit plangebied van de Duivenvoordecorridor de locaties zijn ook geen archeologische resten of niveaus gevon- met name de ophogingslagen uit de 13de eeuw, maar De Bosrand en Noortheylaan ontwikkelen voor nieuw- den. Vermoedelijk was dit lage landschap te nat voor ook uit de 14de en 15de eeuw, is het waarschijnlijk bouw. Uit bureau- en booronderzoek bleek dat in dit bewoning. Wel zijn bovenop het veenpakket archeo- dat ter hoogte van het onderzochte deel van het deelgebied een langgerekte duinenrij (op de strand- logische resten uit de Nieuwe Tijd gevonden: namelijk plangebied erven van huizen op of langs de dijk onder wal) ligt met mogelijk prehistorische vindplaatsen de verwachte resten van buitenplaats Noorthey in het de huidige Voorstraat zijn aangesneden. Een bijzon- vanaf het Neolithicum (5300-2000 voor Chr.). In het noordwesten, die hoofdzakelijk bestaan uit de funde- dere vondst is een klein muntje met een diameter van noordwesten van het deelgebied liggen bovendien ring van een tuinmuur of bijgebouw in het noorden 12 mm. Op de munt staat een adelaar; het wapen- mogelijk resten van de historische buitenplaats en een waterpartij met greppel in het zuiden. De schildje op de rechtervleugel van de adelaar is niet Noorthey. resten blijken overeen te komen met afgebeelde tuin- goed te zien. Vermoedelijk is het een (eenzijdig gesla- Archol heeft in november 2016 een proefsleuven- structuren op de historische kaart van 1811-1832. De gen) zogenaamde ‘holpenning’ van de stad Deventer onderzoek uitgevoerd om deze hoge archeologische Aanzicht van het muurwerk van een bijgebouw van structuren zijn diep en goed bewaard in de top van Impressie van het veldonderzoek. Aan het maaiveld uit circa 1500-1523. Holpenningen waren in diverse verwachting te toetsen. Door dit onderzoek weten we buitenplaats Noorthey in de top van het veenpakket het natte veenpakket. In de 120 cm diepe waterpartij is duidelijk de toenemende dikte te zien van de steden de munten met de laagste waarde. Met de dat de oude duintop op de hoogste delen van de in put 3, vanuit het zuidoosten. (Foto: Archol) zijn zelfs de beschoeiing van planken en palen nog ophogingen richting de dijk waarop de Voorstraat is introductie van deze holpenningen kwamen ook voor noordoost-zuidwest gerichte duinenrij is verstoord, bewaard. gesitueerd (rechts). (Foto: BOOR) de allerarmsten munten beschikbaar. vermoedelijk vooral door de bouw en sloop van naar de aangrenzende laagte, is nog wel een deels Vondsten dateren het muurwerk en de omliggende Ook zijn er muurfunderingen van huizen uit kassen op dit terrein. intacte duintop gevonden. In deze duintop zijn echter sporen tussen 1850 en 1950. De oudste vondsten zijn de nederzetting Spijkenisse. De vroegste schriftelijke vermoedelijk de 18de-19de eeuw gevonden. Deze Op de flanken van de duinenrij, de overgangszone geen bodem- of vegetatiehorizonten gevonden die afkomstig uit een rij kuilen onder de fundering van Uitsnede uit de kadasterkaart van 1819. Het plan- vermelding van Spijkenisse in de bronnen is van 1231. zijn fragmentarisch bewaard gebleven: vermoedelijk zouden kunnen wijzen op gunstige woonomstandig- het bijgebouw. Ze dateren uit de periode 1275-1325 gebied met de proefsleuven is in rood aangegeven, Op de natuurlijke afzettingen en boven de sloot is zijn resten uit deze periode deels verstoord door de Toenmalige wethouder Frank Rozenberg met leer- heden (droog en bewoonbaar duinlandschap) in de en 1300-1600. Het zijn mogelijk resten van laat- de dijken in bruin. (bewerking BOOR) een pakket ophogingslagen met een dikte van circa recentelijke herinrichting van de omgeving. lingen van groep 7 van basisschool De Trampoline op Prehistorie. Ook archeologische indicatoren ontbre- middeleeuwse bewoning voorafgaand aan de buiten- 2,70 m opgebracht. In de oudste ophogingslagen is Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), bezoek bij de opgraving. (Foto: Archol) ken in het geheel. plaats. De aangrenzende waterpartij aan de zuidzijde antropogeen pakket grond ligt. Het is mogelijk dat Andenne-aardewerk, grijs kogelpot aardewerk, P.H.J.I. Ploegaert dateert grofweg uit 1700-1900. de ophoging deel uitmaakt van de dijk waarop de Vlaams/hoogversierd aardewerk, roodbakkend aarde- Archol bv, T.A. Goossens Voorstraat ligt in het historisch centrum van werk, grijsbakkend aardewerk en proto-steengoed Rijswijk | RijswijkBuiten, ’t Haantje Spijkenisse. gevonden. Het ontbreken van bijna-steengoed en Tussen de Rijksweg A4 in Rijswijk en de gemeente- Nissewaard - Spijkenisse | plangebied ’t Dorp Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn op verschil- echt steengoed en het voor komen van een aantal grens met Delft wordt sinds 2010 aan een nieuwe In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een lende diepten sporen gevonden die wijzen op bewo- proto-steengoed kannen duidt op een datering rond woonwijk gebouwd. De nieuwe wijk, RijswijkBuiten, archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plan- ning ter plekke of in de directe omgeving van het het midden van de 13de eeuw. De fragmenten zal ruim 3500 woningen omvatten en daarnaast ruim- gebied ‘Appartementen ’t Dorp Fase II’ in Spijkenisse. plangebied. Het oudste spoor is een sloot van moge- Andenne-aardewerk, dat na 1250 nauwelijks meer te voor bedrijven. Het gebied is ruim 320 hectare Het onderzoek bestond uit het graven van twee proef- lijk vóór het midden van de 13de eeuw. Gezien de voorkomt, lijken eveneens te wijzen op een datering groot en bestaat uit tuindersbedrijven, percelen sleuven in de noordoosthoek van het plangebied. ouderdom en het ontbreken van overige bewonings- rond het midden van de 13de eeuw. Het hoogversier- weiland, bedrijven en verspreid gelegen woningen. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de ondergrond sporen uit de 13de eeuw in de proefsleuf, maakte de de aardewerk en de holle stelen van de bakpannen De ontwikkeling vindt gefaseerd plaats, waardoor ook van in ieder geval een deel van het plangebied op de sloot waarschijnlijk deel uit van een systeem van van roodbakkend aardewerk zijn niet in tegenspraak het archeologisch (verkennend) onderzoek in verschil- Afzettingen van het Laagpakket van Walcheren een ontginningssloten uit een van de oudste fasen van met deze datering. In het pakket ophogingslagen zijn lende stappen moet worden uitgevoerd. Het archeolo- pagina 34 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 35

Leidschendam | de Bosrand en Noortheylaan Tegen de flanken van de duinenrij en in de omringen- enkele ingravingen (kuilen) gezien, maar geen resten De gemeente Leidschendam-Voorburg gaat in het de laagte is een pakket veen gevormd. In dit pakket van bebouwing. Gezien de hoeveelheid vondsten uit plangebied van de Duivenvoordecorridor de locaties zijn ook geen archeologische resten of niveaus gevon- met name de ophogingslagen uit de 13de eeuw, maar De Bosrand en Noortheylaan ontwikkelen voor nieuw- den. Vermoedelijk was dit lage landschap te nat voor ook uit de 14de en 15de eeuw, is het waarschijnlijk bouw. Uit bureau- en booronderzoek bleek dat in dit bewoning. Wel zijn bovenop het veenpakket archeo- dat ter hoogte van het onderzochte deel van het deelgebied een langgerekte duinenrij (op de strand- logische resten uit de Nieuwe Tijd gevonden: namelijk plangebied erven van huizen op of langs de dijk onder wal) ligt met mogelijk prehistorische vindplaatsen de verwachte resten van buitenplaats Noorthey in het de huidige Voorstraat zijn aangesneden. Een bijzon- vanaf het Neolithicum (5300-2000 voor Chr.). In het noordwesten, die hoofdzakelijk bestaan uit de funde- dere vondst is een klein muntje met een diameter van noordwesten van het deelgebied liggen bovendien ring van een tuinmuur of bijgebouw in het noorden 12 mm. Op de munt staat een adelaar; het wapen- mogelijk resten van de historische buitenplaats en een waterpartij met greppel in het zuiden. De schildje op de rechtervleugel van de adelaar is niet Noorthey. resten blijken overeen te komen met afgebeelde tuin- goed te zien. Vermoedelijk is het een (eenzijdig gesla- Archol heeft in november 2016 een proefsleuven- structuren op de historische kaart van 1811-1832. De gen) zogenaamde ‘holpenning’ van de stad Deventer onderzoek uitgevoerd om deze hoge archeologische Aanzicht van het muurwerk van een bijgebouw van structuren zijn diep en goed bewaard in de top van Impressie van het veldonderzoek. Aan het maaiveld uit circa 1500-1523. Holpenningen waren in diverse verwachting te toetsen. Door dit onderzoek weten we buitenplaats Noorthey in de top van het veenpakket het natte veenpakket. In de 120 cm diepe waterpartij is duidelijk de toenemende dikte te zien van de steden de munten met de laagste waarde. Met de dat de oude duintop op de hoogste delen van de in put 3, vanuit het zuidoosten. (Foto: Archol) zijn zelfs de beschoeiing van planken en palen nog ophogingen richting de dijk waarop de Voorstraat is introductie van deze holpenningen kwamen ook voor noordoost-zuidwest gerichte duinenrij is verstoord, bewaard. gesitueerd (rechts). (Foto: BOOR) de allerarmsten munten beschikbaar. vermoedelijk vooral door de bouw en sloop van naar de aangrenzende laagte, is nog wel een deels Vondsten dateren het muurwerk en de omliggende Ook zijn er muurfunderingen van huizen uit kassen op dit terrein. intacte duintop gevonden. In deze duintop zijn echter sporen tussen 1850 en 1950. De oudste vondsten zijn de nederzetting Spijkenisse. De vroegste schriftelijke vermoedelijk de 18de-19de eeuw gevonden. Deze Op de flanken van de duinenrij, de overgangszone geen bodem- of vegetatiehorizonten gevonden die afkomstig uit een rij kuilen onder de fundering van Uitsnede uit de kadasterkaart van 1819. Het plan- vermelding van Spijkenisse in de bronnen is van 1231. zijn fragmentarisch bewaard gebleven: vermoedelijk zouden kunnen wijzen op gunstige woonomstandig- het bijgebouw. Ze dateren uit de periode 1275-1325 gebied met de proefsleuven is in rood aangegeven, Op de natuurlijke afzettingen en boven de sloot is zijn resten uit deze periode deels verstoord door de Toenmalige wethouder Frank Rozenberg met leer- heden (droog en bewoonbaar duinlandschap) in de en 1300-1600. Het zijn mogelijk resten van laat- de dijken in bruin. (bewerking BOOR) een pakket ophogingslagen met een dikte van circa recentelijke herinrichting van de omgeving. lingen van groep 7 van basisschool De Trampoline op Prehistorie. Ook archeologische indicatoren ontbre- middeleeuwse bewoning voorafgaand aan de buiten- 2,70 m opgebracht. In de oudste ophogingslagen is Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), bezoek bij de opgraving. (Foto: Archol) ken in het geheel. plaats. De aangrenzende waterpartij aan de zuidzijde antropogeen pakket grond ligt. Het is mogelijk dat Andenne-aardewerk, grijs kogelpot aardewerk, P.H.J.I. Ploegaert dateert grofweg uit 1700-1900. de ophoging deel uitmaakt van de dijk waarop de Vlaams/hoogversierd aardewerk, roodbakkend aarde- Archol bv, T.A. Goossens Voorstraat ligt in het historisch centrum van werk, grijsbakkend aardewerk en proto-steengoed Rijswijk | RijswijkBuiten, ’t Haantje Spijkenisse. gevonden. Het ontbreken van bijna-steengoed en Tussen de Rijksweg A4 in Rijswijk en de gemeente- Nissewaard - Spijkenisse | plangebied ’t Dorp Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn op verschil- echt steengoed en het voor komen van een aantal grens met Delft wordt sinds 2010 aan een nieuwe In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een lende diepten sporen gevonden die wijzen op bewo- proto-steengoed kannen duidt op een datering rond woonwijk gebouwd. De nieuwe wijk, RijswijkBuiten, archeologisch onderzoek uitgevoerd in het plan- ning ter plekke of in de directe omgeving van het het midden van de 13de eeuw. De fragmenten zal ruim 3500 woningen omvatten en daarnaast ruim- gebied ‘Appartementen ’t Dorp Fase II’ in Spijkenisse. plangebied. Het oudste spoor is een sloot van moge- Andenne-aardewerk, dat na 1250 nauwelijks meer te voor bedrijven. Het gebied is ruim 320 hectare Het onderzoek bestond uit het graven van twee proef- lijk vóór het midden van de 13de eeuw. Gezien de voorkomt, lijken eveneens te wijzen op een datering groot en bestaat uit tuindersbedrijven, percelen sleuven in de noordoosthoek van het plangebied. ouderdom en het ontbreken van overige bewonings- rond het midden van de 13de eeuw. Het hoogversier- weiland, bedrijven en verspreid gelegen woningen. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in de ondergrond sporen uit de 13de eeuw in de proefsleuf, maakte de de aardewerk en de holle stelen van de bakpannen De ontwikkeling vindt gefaseerd plaats, waardoor ook van in ieder geval een deel van het plangebied op de sloot waarschijnlijk deel uit van een systeem van van roodbakkend aardewerk zijn niet in tegenspraak het archeologisch (verkennend) onderzoek in verschil- Afzettingen van het Laagpakket van Walcheren een ontginningssloten uit een van de oudste fasen van met deze datering. In het pakket ophogingslagen zijn lende stappen moet worden uitgevoerd. Het archeolo- pagina 36 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 37

dat door RAAP Archeologisch Adviesbureau werd verkavelingssysteem en/of dat er wijzigingen zijn Delfland worden bij nederzettingsonderzoek op het van Rotterdam. Voorafgaand aan het veldwerk is een andere loodwitmakerijen aan de Coolsingel bekend uitgevoerd, heeft tot op heden geen nieuwe woon- geweest. platteland de resten van 12de-eeuwse gebouwen bureauonderzoek verricht. Hieruit bleek dat het zijn. Mogelijk was het terrein oorspronkelijk echter plaatsen opgeleverd. Het onderzoek van 2016 concentreerde zich vooral op vaak niet meer gevonden. De oorzaak moet worden plangebied oorspronkelijk deel uitmaakte van een groter. In 1699 werd de loodwitmakerij verkocht aan De jongste perioden liggen direct onder de huidige deelgebied ’t Haantje, gelegen tussen de Prinses gezocht in een constructiemethode waarbij de omvangrijk veengebied dat in de 10de-11de eeuw Josua van den Kerckhoven en Bruyn de Wit. Ook werd bouwvoor en daarmee enkele decimeters onder het Beatrixlaan en de spoorlijn Den Haag - Rotterdam. Op dragende palen niet diep in de ondergrond werden werd ontgonnen. De ontwatering van het veen had de bijbehorende inventaris verkocht. Uit de inventa- maaiveld. In de toplaag van het Laagpakket van verschillende locaties vond in dat jaar onderzoek door ingegraven. Door latere bodemverstoringen zijn deze echter daling van het maaiveld tot gevolg, waardoor rislijst blijkt dat onder meer “10.500 groote broeypot- Walcheren (klei) bevinden zich bewoningssporen uit middel van proefsleuven plaats, waardoor het verka- paalkuilen niet meer bewaard gebleven. Een uitzon- het noodzakelijk was om vanaf het einde van de 12de ten” en “32.500 droogpotjes” werden overgenomen. de Romeinse Tijd (1ste-3de eeuw na Chr.) en de Late velingspatroon verder in kaart kon worden gebracht. dering is een laatmiddeleeuwse boerderij die in 1967- eeuw en in de 13de eeuw een reeks dijken aan te Rotterdam was van de 17de tot de 19de eeuw het Middeleeuwen/Nieuwe Tijd (12de eeuw-heden). Het belangrijkste deelonderzoek vond plaats aan de 1969 op Rijswijk-De Bult werd gevonden (Bloemers leggen. In de loop van de 13de eeuw kwam met de belangrijkste centrum van de loodwitfabricage in Het archeologische onderzoek richt zich op verschil- Oyevaerswey. In november 2015 was begonnen met 1978, 394-408 ). Deze boerderij stond ongeveer 1100 aanleg van een dijk op de lijn Hofdijk-Korte Hoog- Nederland. Bij een vluchtige inventarisatie in 1988 lende thema’s. Een ervan is het landschap in de een opgraving van een laatmiddeleeuws nederzet- meter ten noorden van de locatie aan de Oyevaars- straat-Schiedamsedijk het plangebied zelf binnendijks konden 24 loodfabrieken in Rotterdam worden aan- De verticale jalons markeren de paalkuilen van het Romeinse Tijd. In die periode is het landschap ver- tingsterrein. Op basis van het aardewerk dat gevon- wey. De boerderij was 20 m lang en 5,5-6 m. breed. te liggen. Voor zover bekend, zou het echter tot in de gewezen (Roeloffzen 1988). Loodwit was een basis- gebouw. Foto: Gemeente Rijswijk/Archeologie kaveld door het graven van greppels. Al bij de opgra- den werd, dateert de woonplaats uit de 12de eeuw Ook bij dit gebouw was net als bij het bij de 17de eeuw duren voordat in het gebied ten westen grondstof voor de bereiding van verf (zie bijvoorbeeld ving van ‘Rijswijk-de Bult’ in 1967-1969 is aan de (voorlopige datering). In de voorgaande Kroniek werd Oyevaerswey gevonden exemplaar de noordwestelijk van de Coolsingel bouwwerken werden toegestaan. Mac Lean 1979). Er waren verschillende fabricage- gisch onderzoek wordt uitgevoerd door de archeolo- zuidzijde van deze inheems-Romeinse nederzetting dit onderzoek al beschreven (Koot z.j., 40-41). Het gelegen, korte zijde van het gebouw rond of taps Vanaf de 14de eeuw maakte de Coolsingel - methodes van het loodwit, maar in Nederland werd gen van de gemeente Rijswijk in opdracht van het een verkavelingssysteem in kaart gebracht (Bloemers veldonderzoek werd afgesloten in februari 2016. toelopend. De zuidoostelijk georiënteerde korte oorspronkelijk Coolvest genaamd - namelijk deel uit waarschijnlijk veelal gewerkt volgens de oud- Programmabureau RijswijkBuiten van de gemeente 1978). Nog meer naar het zuiden en ook ten westen De nederzettingssporen bestonden uit een fors areaal zijde van het gebouw was recht. van de verdedigingswerken van de stad Rotterdam. Hollandse methode. Hierbij werden smalle rollen lood Rijswijk. van dit verkavelingssysteem zijn verschillende met greppels, kuilen en paalkuilen. Op basis van over- Zoals in de voorgaande Archeologische Kroniek is Het onderzochte perceel ligt in het gebied dat in de in aardewerken potten boven een laagje azijnzuur, Het onderzoek is voor drie bewoningsperioden van verkavelingsgreppels gevonden (zie bijvoorbeeld: snijdingen is duidelijk dat deze sporen niet allemaal opgemerkt, maakt de woonplaats ‘Oyevaerswey‘ deel loop van de 17de eeuw werd uitgebreid en omvat salpeter of bierazijn gehangen. Vervolgens werd het belang. De oudste periode ligt op een diepte van Holthausen 2012; Rijswijk; Eikelenburg, Koot 2008: gelijktijdig in gebruik waren. In de noordoosthoek van uit van een lint van boerderijen uit de 12de eeuw. enkele achterterreinen van de oudste bebouwing geheel met paardenmest afgedekt om te broeien. ongeveer 2 tot 3 m onder het maaiveld. Hier ligt een Rijswijk; Hoekpolder-Plaspoelpolder). Het onderzoek het opgegraven areaal werd een configuratie van Inmiddels zijn nu drie woonplaatsen gevonden. Aan langs de westzijde van de Coolsingel. De oudste Door de chemische reactie met het zuur en de kool- landschap uit het Midden-Neolithicum. In 3800-3400 in RijswijkBuiten sluit hier weer op aan. Inmiddels is paalkuilen gevonden, die aan een houten gebouw de oostzijde van de Oyevaerswey zal het lastig zijn om bebouwing direct langs de Coolsingel valt er net dioxide uit de mest ontstond loodwit, dat nog verder voor Chr. leefden mensen in het vlakke landschap op duidelijk geworden dat er sprake is van één groot met een noordwest-zuidoost oriëntatie kan worden vast te stellen of er ooit meer woonplaatsen waren. buiten. Op de oudste kadastrale kaart van 1832 is bewerkt en gemalen moest worden. Tot slot werd het lage duinen. Het was een dynamisch kustlandschap verkavelingssysteem dat zich uitstrekt over honder- toegeschreven. De paalkuilen lagen in twee rijen Door kleiwinning in de voorgaande eeuwen is in dit binnen het plangebied - van noord naar zuid bekeken loodwit gedroogd in aardewerken droogpotjes (zie waarbij de zee zich snel terugtrok in westelijke rich- den hectaren van ‘Rijswijk-de Bult’ tot diep in de parallel aan elkaar. De afstand tussen de rijen deel van de Plaspoelpolder de kleibodem tot vlak - het achterterrein van een blekerij (het bleekveld), bijvoorbeeld Smink 1983). Het speciaal geproduceer- ting. Door vernatting ontstond een veenmoeras waar- Voordijkshoornse Polder in Delft en verder richting bedroeg zo’n 5,2 tot 5,4 m. De afstand tussen de paal- boven het grondwaterniveau afgegraven, waarbij ook een met kleine huisjes volgebouwd achtererf en een de aardewerk voor de loodwitfabricage is al van bij uiteindelijk ook de duinen werden overgroeid. Midden-Delfland. In het westelijk deel van kuilen is telkens zo’n 3,0 tot 3,4 m. Het noordwestelijk de meeste archeologische resten zijn verdwenen. deel van het erf en de gebouwen van de loodwit- enkele vindplaatsen in Rotterdam bekend. In voorgaande jaren zijn langs de noordrand van RijswijkBuiten is de hoofdrichting noord-zuid einde van het gebouw werd gemarkeerd door twee Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en fabriek van Abraham Demmers zichtbaar. Vooral de Tijdens het veldonderzoek is verspreid over het plan- RijswijkBuiten in het tracé van Rijksweg A4 in de georiënteerd. In het oostelijk deel van RijswijkBuiten dicht op elkaar gelegen paalkuilen. Dat duidt erop dat Archeologie, J.M. Koot locatie van de loodwitfabriek van Abraham Demmers gebied een 249 tot 484 cm dik pakket ophogingslagen Hoekpolder te Rijswijk (Koot 2008), Ypenburg (Koot, zijn de greppels vooral zuidwest-noordoost gericht. het einde van het gebouw rondgebogen was of taps trekt de aandacht. Uit historische bronnen is bekend gevonden dat op basis van het vondstmateriaal inder- Bruning en Houkes 2008) en de Harnaschpolder Beide oriëntaties bestonden gelijktijdig, aangezien op toeliep. De lengte van het gebouw was niet meer vast Rotterdam | Coolsingel 75 dat ene Abraham van Coperen, samen met zijn daad gedateerd kan worden in de 17de eeuw en later. (Louwe Kooijmans en Jongste 2005/2006) enkele één plek een greppel van een verkavelingsrichting te stellen, maar bedroeg minimaal 12,50 m. Er zijn Eind 2016 is door Archeologie Rotterdam (BOOR) een schoonmoeder Anna van Diemen, al in de 17de eeuw De top bevindt zich op een minimale diepte van woonplaatsen gevonden. Het verkennend booronder- aansluit op de andere verkavelingsrichting. geen middenstaanders gevonden, zodat het waar- archeologisch onderzoek door middel van vier diepe een loodwitmakerij bezat aan de Coolsingel (Haze- 2,24 m onder N.A.P. De onderkant is waargenomen zoek, dat zich specifiek richtte op het lokaliseren van Afwijkende oriëntaties van greppels en oversnijdingen schijnlijk een eenbeukig gebouw is geweest. mechanische boringen uitgevoerd op een perceel winkel 1934, p. 73-74). Het vermoeden bestaat dat op een maximale diepte van 6,78 m onder N.A.P. Het eventueel aanwezige duinen uit deze periode en duiden erop dat niet alle greppels behoren tot dit In het klei- en veengebied in het westelijk deel van direct ten westen van de Coolsingel, in het centrum deze op dezelfde locatie gevestigd was, omdat er geen vermoeden bestaat dat het antropogene pakket in pagina 36 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 37

dat door RAAP Archeologisch Adviesbureau werd verkavelingssysteem en/of dat er wijzigingen zijn Delfland worden bij nederzettingsonderzoek op het van Rotterdam. Voorafgaand aan het veldwerk is een andere loodwitmakerijen aan de Coolsingel bekend uitgevoerd, heeft tot op heden geen nieuwe woon- geweest. platteland de resten van 12de-eeuwse gebouwen bureauonderzoek verricht. Hieruit bleek dat het zijn. Mogelijk was het terrein oorspronkelijk echter plaatsen opgeleverd. Het onderzoek van 2016 concentreerde zich vooral op vaak niet meer gevonden. De oorzaak moet worden plangebied oorspronkelijk deel uitmaakte van een groter. In 1699 werd de loodwitmakerij verkocht aan De jongste perioden liggen direct onder de huidige deelgebied ’t Haantje, gelegen tussen de Prinses gezocht in een constructiemethode waarbij de omvangrijk veengebied dat in de 10de-11de eeuw Josua van den Kerckhoven en Bruyn de Wit. Ook werd bouwvoor en daarmee enkele decimeters onder het Beatrixlaan en de spoorlijn Den Haag - Rotterdam. Op dragende palen niet diep in de ondergrond werden werd ontgonnen. De ontwatering van het veen had de bijbehorende inventaris verkocht. Uit de inventa- maaiveld. In de toplaag van het Laagpakket van verschillende locaties vond in dat jaar onderzoek door ingegraven. Door latere bodemverstoringen zijn deze echter daling van het maaiveld tot gevolg, waardoor rislijst blijkt dat onder meer “10.500 groote broeypot- Walcheren (klei) bevinden zich bewoningssporen uit middel van proefsleuven plaats, waardoor het verka- paalkuilen niet meer bewaard gebleven. Een uitzon- het noodzakelijk was om vanaf het einde van de 12de ten” en “32.500 droogpotjes” werden overgenomen. de Romeinse Tijd (1ste-3de eeuw na Chr.) en de Late velingspatroon verder in kaart kon worden gebracht. dering is een laatmiddeleeuwse boerderij die in 1967- eeuw en in de 13de eeuw een reeks dijken aan te Rotterdam was van de 17de tot de 19de eeuw het Middeleeuwen/Nieuwe Tijd (12de eeuw-heden). Het belangrijkste deelonderzoek vond plaats aan de 1969 op Rijswijk-De Bult werd gevonden (Bloemers leggen. In de loop van de 13de eeuw kwam met de belangrijkste centrum van de loodwitfabricage in Het archeologische onderzoek richt zich op verschil- Oyevaerswey. In november 2015 was begonnen met 1978, 394-408 ). Deze boerderij stond ongeveer 1100 aanleg van een dijk op de lijn Hofdijk-Korte Hoog- Nederland. Bij een vluchtige inventarisatie in 1988 lende thema’s. Een ervan is het landschap in de een opgraving van een laatmiddeleeuws nederzet- meter ten noorden van de locatie aan de Oyevaars- straat-Schiedamsedijk het plangebied zelf binnendijks konden 24 loodfabrieken in Rotterdam worden aan- De verticale jalons markeren de paalkuilen van het Romeinse Tijd. In die periode is het landschap ver- tingsterrein. Op basis van het aardewerk dat gevon- wey. De boerderij was 20 m lang en 5,5-6 m. breed. te liggen. Voor zover bekend, zou het echter tot in de gewezen (Roeloffzen 1988). Loodwit was een basis- gebouw. Foto: Gemeente Rijswijk/Archeologie kaveld door het graven van greppels. Al bij de opgra- den werd, dateert de woonplaats uit de 12de eeuw Ook bij dit gebouw was net als bij het bij de 17de eeuw duren voordat in het gebied ten westen grondstof voor de bereiding van verf (zie bijvoorbeeld ving van ‘Rijswijk-de Bult’ in 1967-1969 is aan de (voorlopige datering). In de voorgaande Kroniek werd Oyevaerswey gevonden exemplaar de noordwestelijk van de Coolsingel bouwwerken werden toegestaan. Mac Lean 1979). Er waren verschillende fabricage- gisch onderzoek wordt uitgevoerd door de archeolo- zuidzijde van deze inheems-Romeinse nederzetting dit onderzoek al beschreven (Koot z.j., 40-41). Het gelegen, korte zijde van het gebouw rond of taps Vanaf de 14de eeuw maakte de Coolsingel - methodes van het loodwit, maar in Nederland werd gen van de gemeente Rijswijk in opdracht van het een verkavelingssysteem in kaart gebracht (Bloemers veldonderzoek werd afgesloten in februari 2016. toelopend. De zuidoostelijk georiënteerde korte oorspronkelijk Coolvest genaamd - namelijk deel uit waarschijnlijk veelal gewerkt volgens de oud- Programmabureau RijswijkBuiten van de gemeente 1978). Nog meer naar het zuiden en ook ten westen De nederzettingssporen bestonden uit een fors areaal zijde van het gebouw was recht. van de verdedigingswerken van de stad Rotterdam. Hollandse methode. Hierbij werden smalle rollen lood Rijswijk. van dit verkavelingssysteem zijn verschillende met greppels, kuilen en paalkuilen. Op basis van over- Zoals in de voorgaande Archeologische Kroniek is Het onderzochte perceel ligt in het gebied dat in de in aardewerken potten boven een laagje azijnzuur, Het onderzoek is voor drie bewoningsperioden van verkavelingsgreppels gevonden (zie bijvoorbeeld: snijdingen is duidelijk dat deze sporen niet allemaal opgemerkt, maakt de woonplaats ‘Oyevaerswey‘ deel loop van de 17de eeuw werd uitgebreid en omvat salpeter of bierazijn gehangen. Vervolgens werd het belang. De oudste periode ligt op een diepte van Holthausen 2012; Rijswijk; Eikelenburg, Koot 2008: gelijktijdig in gebruik waren. In de noordoosthoek van uit van een lint van boerderijen uit de 12de eeuw. enkele achterterreinen van de oudste bebouwing geheel met paardenmest afgedekt om te broeien. ongeveer 2 tot 3 m onder het maaiveld. Hier ligt een Rijswijk; Hoekpolder-Plaspoelpolder). Het onderzoek het opgegraven areaal werd een configuratie van Inmiddels zijn nu drie woonplaatsen gevonden. Aan langs de westzijde van de Coolsingel. De oudste Door de chemische reactie met het zuur en de kool- landschap uit het Midden-Neolithicum. In 3800-3400 in RijswijkBuiten sluit hier weer op aan. Inmiddels is paalkuilen gevonden, die aan een houten gebouw de oostzijde van de Oyevaerswey zal het lastig zijn om bebouwing direct langs de Coolsingel valt er net dioxide uit de mest ontstond loodwit, dat nog verder voor Chr. leefden mensen in het vlakke landschap op duidelijk geworden dat er sprake is van één groot met een noordwest-zuidoost oriëntatie kan worden vast te stellen of er ooit meer woonplaatsen waren. buiten. Op de oudste kadastrale kaart van 1832 is bewerkt en gemalen moest worden. Tot slot werd het lage duinen. Het was een dynamisch kustlandschap verkavelingssysteem dat zich uitstrekt over honder- toegeschreven. De paalkuilen lagen in twee rijen Door kleiwinning in de voorgaande eeuwen is in dit binnen het plangebied - van noord naar zuid bekeken loodwit gedroogd in aardewerken droogpotjes (zie waarbij de zee zich snel terugtrok in westelijke rich- den hectaren van ‘Rijswijk-de Bult’ tot diep in de parallel aan elkaar. De afstand tussen de rijen deel van de Plaspoelpolder de kleibodem tot vlak - het achterterrein van een blekerij (het bleekveld), bijvoorbeeld Smink 1983). Het speciaal geproduceer- ting. Door vernatting ontstond een veenmoeras waar- Voordijkshoornse Polder in Delft en verder richting bedroeg zo’n 5,2 tot 5,4 m. De afstand tussen de paal- boven het grondwaterniveau afgegraven, waarbij ook een met kleine huisjes volgebouwd achtererf en een de aardewerk voor de loodwitfabricage is al van bij uiteindelijk ook de duinen werden overgroeid. Midden-Delfland. In het westelijk deel van kuilen is telkens zo’n 3,0 tot 3,4 m. Het noordwestelijk de meeste archeologische resten zijn verdwenen. deel van het erf en de gebouwen van de loodwit- enkele vindplaatsen in Rotterdam bekend. In voorgaande jaren zijn langs de noordrand van RijswijkBuiten is de hoofdrichting noord-zuid einde van het gebouw werd gemarkeerd door twee Gemeente Rijswijk, Bureau Monumentenzorg en fabriek van Abraham Demmers zichtbaar. Vooral de Tijdens het veldonderzoek is verspreid over het plan- RijswijkBuiten in het tracé van Rijksweg A4 in de georiënteerd. In het oostelijk deel van RijswijkBuiten dicht op elkaar gelegen paalkuilen. Dat duidt erop dat Archeologie, J.M. Koot locatie van de loodwitfabriek van Abraham Demmers gebied een 249 tot 484 cm dik pakket ophogingslagen Hoekpolder te Rijswijk (Koot 2008), Ypenburg (Koot, zijn de greppels vooral zuidwest-noordoost gericht. het einde van het gebouw rondgebogen was of taps trekt de aandacht. Uit historische bronnen is bekend gevonden dat op basis van het vondstmateriaal inder- Bruning en Houkes 2008) en de Harnaschpolder Beide oriëntaties bestonden gelijktijdig, aangezien op toeliep. De lengte van het gebouw was niet meer vast Rotterdam | Coolsingel 75 dat ene Abraham van Coperen, samen met zijn daad gedateerd kan worden in de 17de eeuw en later. (Louwe Kooijmans en Jongste 2005/2006) enkele één plek een greppel van een verkavelingsrichting te stellen, maar bedroeg minimaal 12,50 m. Er zijn Eind 2016 is door Archeologie Rotterdam (BOOR) een schoonmoeder Anna van Diemen, al in de 17de eeuw De top bevindt zich op een minimale diepte van woonplaatsen gevonden. Het verkennend booronder- aansluit op de andere verkavelingsrichting. geen middenstaanders gevonden, zodat het waar- archeologisch onderzoek door middel van vier diepe een loodwitmakerij bezat aan de Coolsingel (Haze- 2,24 m onder N.A.P. De onderkant is waargenomen zoek, dat zich specifiek richtte op het lokaliseren van Afwijkende oriëntaties van greppels en oversnijdingen schijnlijk een eenbeukig gebouw is geweest. mechanische boringen uitgevoerd op een perceel winkel 1934, p. 73-74). Het vermoeden bestaat dat op een maximale diepte van 6,78 m onder N.A.P. Het eventueel aanwezige duinen uit deze periode en duiden erop dat niet alle greppels behoren tot dit In het klei- en veengebied in het westelijk deel van direct ten westen van de Coolsingel, in het centrum deze op dezelfde locatie gevestigd was, omdat er geen vermoeden bestaat dat het antropogene pakket in pagina 38 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 39

ieder geval deels intact aanwezig is. Duidelijke loop- met uitzondering van de vloer en de ten van Bleiswijk en Zevenhuizen. Deze sluis is rond sluisgang werd alleen vastgesteld dat de ‘geboorte’ (3,03 en 3,14 m). De houten vloer ligt op een diepte niveaus of stenen vloeren zijn niet waargenomen in deuren, geheel uit steen opgetrokken. 1463 gebouwd op kosten van de stad Rotterdam. van het gewelf (waar het gewelf begint), hoger was van circa 4 m onder de kruin van het gewelf. de vier boringen. In overeenstemming met wat Op dit moment zijn in de Hoogstraat De Dubbele sluis is verscheidene keren vernieuwd. dan van de westelijke sluisgang. Een stel puntdeuren Het baksteenformaat van de gewelven (22x11x5 cm) verwacht werd op basis van het bureauonderzoek zijn tien sluizen, die overigens niet gelijk- Tot in het begin van de 16de eeuw gebeurde dat voor in de westelijke sluisgang (Bleiswijk/Zevenhuizen) dateert dit gedeelte van de sluis in principe in de juist in het zuidelijke deel van het plangebied veel tijdig hebben gefunctioneerd, bekend. de twee sluislichamen afzonderlijk, daarna werden werd in gesloten toestand gevonden. De breedte van 15de eeuw. Carmiggelt meldt dat er in 1456 behalve fragmenten grof roodbakkend aardewerk, die gekop- Het waren op één na (de Vlasmarktsluis renovatiewerkzaamheden van beide sluizen zoveel de sluisgang bij de deuren bedroeg 4,60 m. De sluis een vernieuwing van de houten sluis ook sprake is peld kunnen worden aan de loodwitfabricage, gevon- in de Deltsevaart) uitwateringssluizen mogelijk tegelijkertijd uitgevoerd. Aan de hand van de was opgebouwd uit een geelkleurige, harde baksteen van vernieuwing van muurwerk (Carmiggelt 2001). den, zoals fragmenten van oxideer- of broeipotten, die bij eb op de Nieuwe Maas afwater- bewaard gebleven bestekken en rekeningen is in 2001 van 17x7,5x4 cm. Wat voor muurwerk is niet duidelijk (gewelven, met loodglazuur aan de binnenzijde en restanten van den. De Dubbele sluis werd buiten een overzicht gemaakt van de herstel- en vernieu- In 1990 werd bij graafwerk in de Hoogstraat, onder kades). Maar de datering van de nu bekende ongeglazuurde droogpotten. Beide stadia van de gebruik gesteld kort voor 1870, toen de wingswerkzaamheden die aan de Dubbele sluis vanaf het spoorviaduct buiten de bouwput van de gewelven in de 15de eeuw sluit niet aan bij wat we loodwitproductie lijken dus in het afvalmateriaal Binnenrotte werd gedempt voor de de 15de eeuw zijn uitgevoerd (Carmiggelt 2001). Willemspoortunnel, door het BOOR een gedeelte van historisch gezien weten van de bouwfasen van de vertegenwoordigd te zijn. In één boring is mogelijk bouw van het spoorwegviaduct. De Dubbele sluis werd in 1870 gedempt en opgevuld een gewelf van de Zegwaardse sluisgang blootgelegd. sluis in de 15de en 16de eeuw. Het meest waar- zelfs een met afval dichtgestorte kuil aangeboord. Het onderhoud van de sluizen viel onder met zand. In verband met de aanleg van het spoor- Het ging om een circa 10 m lang gedeelte van de schijnlijk is toch dat bij het vernieuwen van de sluizen Aangezien de kans zeer groot is dat de vindplaats de verantwoordelijkheid van de afzon- wegviaduct werd de sluis verkocht aan de spoor- oostelijke buitenzijde van de overkluisde sluisgang, in het midden van de 16de eeuw (met het toepassen aangetast zal worden door de geplande werkzaam- derlijke plattelandsambachten, die wegen. Voor de bouw van de pijlers van het viaduct ter hoogte van de deuren. Het metselwerk van dit van moderne puntdeuren) de sluis in zijn geheel in heden is een archeologisch vervolgonderzoek aan- belang hadden bij een goede afwatering moesten enkele delen van de sluis worden gesloopt. gedeelte bestond uit rode baksteen van steen is gebouwd. bevolen. De exacte vorm van dit onderzoek is af- van hun gebieden via de Rotte naar de De meeste resten van de sluizen, waaronder die van 21/23x10,5/12x4/6 cm. Vastgesteld werd dat een Met de resultaten van het archeologisch onderzoek is hankelijk van de aard en omvang van de toekomstige Maas. Vanaf het einde van de 13de eeuw de Dubbele sluis, kwamen tijdens de oorlogsjaren aan deel van de kruin van het gewelf nog gaaf bewaard inzicht verkregen in de staat van de sluis als onder- (Tekening: BOOR) bodemingrepen en de wijze waarop deze worden maakten de ambachten deel uit van het het licht. Na het bombardement van mei 1940 was gebleven. uitgevoerd. Locatie van de opgemeten resten van de tot nu toe hoogheemraadschap Schieland, een bovenlokale werden, tijdens het puinruimen en de egalisatiewerk- In het onderzoeksgebied zijn, buiten de in 1990 Bewaard gebleven gedeelte van het gewelf van de Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), bekende sluizen onder de Hoogstraat. Met de rode stip waterstaatsorganisatie, die in die tijd werd gevormd. zaamheden, delen van sluizen vrijgelegd en gedocu- ontdekte resten van de sluis van Zegwaard, tot een oostelijke koker van de Dubbele sluis, gezien vanuit Dimitri Schiltmans is de locatie aangegeven van het onderzoek in 2016. Het onderzoek naar de sluizen in de dam van de Rotte menteerd. Het werk werd in 1942 en 1943 uitgevoerd diepte van circa 2,25 m onder het maaiveld geen het noordwesten. (Foto: BOOR) kreeg een grote impuls in 1991. Tijdens de aanleg van door medewerkers van de Dienst Wederopbouw resten van het sluiscomplex gevonden, dat blijkt Rotterdam | Hoogstraat kruising Binnenrotte - Rotterdam is ontstaan aan de dam in de Rotte, die de Willemsspoortunnel door Rotterdam vond in dat Rotterdam (DIWERO). De bewaard gebleven documen- tenminste uit de grondboringen. Dubbele sluis ter hoogte van de huidige Hoogstraat ligt. De dam is jaar archeologisch onderzoek plaats waarbij de resten tatie over de sluizen bestaat uit enkele opmetings- Op de plaats waar de resten in 1990 gevonden zijn, In 2016 is door Archeologie Rotterdam (BOOR) archeo- rond 1270 aangelegd met een aantal sluizen, die zorg- van twee op elkaar volgende houten sluizen werden tekeningen in het archief van Gemeentewerken zijn slechts twee fragmenten van het gewelf van de logisch onderzoek gedaan naar resten van Dubbele den voor de afwatering van de Rotte op de Nieuwe ontdekt. Die ontdekking vormde de aanleiding voor Rotterdam en glasnegatieven van fotograaf Gerrit oostelijke sluisgang gevonden. De bovenzijde van sluis onder de Hoogstraat, op de kruising met de Maas. Uit het archeologisch onderzoek van het BOOR een (bouw)historisch onderzoek naar het gehele Burg in het gemeentearchief van Rotterdam. De in de hetgeen dat in 1990 is opgetekend, zit blijkbaar Binnenrotte in de gemeente Rotterdam. Omdat uit in het tracé van de Willemsspoortunnel blijkt dat men complex van sluizen in de Hoogstraat, zoals dat tot oorlogsjaren gedocumenteerde sluizen werden door dieper of is gedeeltelijk gesloopt. De fragmenten eerder archeologisch onderzoek is gebleken dat de vrijwel direct na de aanleg op de dam is gaan wonen. circa 1870 functioneerde. De Dubbele sluis bestaat Franx in 1945 en 1948 beknopt beschreven. behoren tot het binnendijkse gedeelte van de hoogste delen van de Dubbele sluis zeer dicht onder het De houten sluizen, die bestaan uit een reeks gebinten, uit twee naast elkaar gelegen sluislichamen die niet Van de Dubbele sluis werd alleen het buitendijks sluisgang, direct ten noorden van de plaats van de maaiveld lagen, is de herinrichting van de Binnenrotte waren in die tijd aan de bovenkant nog open. Later, tegelijkertijd zijn aangelegd. De oudste, oostelijk gedeelte van de westelijke sluisgang door DIWERO sluisdeuren. De breedte van de binnenzijde van het aangegrepen om de resten die binnen het huidige nadat de bebouwing toenam en de dam werd gelegen sluis dateert van 1386 of kort daarna en blootgelegd. De rest van het sluiscomplex kon niet gewelf - minimaal 2,60 m, de ‘geboorte’ van het plangebied liggen, vlakdekkend tot circa 1 m onder het verbreed, kwamen de sluizen helemaal onder de behoorde toe aan het ambacht Zegwaard. Het weste- worden onderzocht, doordat hier het spoorweg- gewelf is net niet bereikt - sluit aan op twee afzonder- huidige maaiveld op te graven en te documenteren. straat te liggen. In de 16de eeuw werden de sluizen, lijk sluislichaam werd onderhouden door de ambach- viaduct boven was gebouwd. Van de oostelijke lijke opmetingen van de sluis uit de 19de eeuw pagina 38 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 39

ieder geval deels intact aanwezig is. Duidelijke loop- met uitzondering van de vloer en de ten van Bleiswijk en Zevenhuizen. Deze sluis is rond sluisgang werd alleen vastgesteld dat de ‘geboorte’ (3,03 en 3,14 m). De houten vloer ligt op een diepte niveaus of stenen vloeren zijn niet waargenomen in deuren, geheel uit steen opgetrokken. 1463 gebouwd op kosten van de stad Rotterdam. van het gewelf (waar het gewelf begint), hoger was van circa 4 m onder de kruin van het gewelf. de vier boringen. In overeenstemming met wat Op dit moment zijn in de Hoogstraat De Dubbele sluis is verscheidene keren vernieuwd. dan van de westelijke sluisgang. Een stel puntdeuren Het baksteenformaat van de gewelven (22x11x5 cm) verwacht werd op basis van het bureauonderzoek zijn tien sluizen, die overigens niet gelijk- Tot in het begin van de 16de eeuw gebeurde dat voor in de westelijke sluisgang (Bleiswijk/Zevenhuizen) dateert dit gedeelte van de sluis in principe in de juist in het zuidelijke deel van het plangebied veel tijdig hebben gefunctioneerd, bekend. de twee sluislichamen afzonderlijk, daarna werden werd in gesloten toestand gevonden. De breedte van 15de eeuw. Carmiggelt meldt dat er in 1456 behalve fragmenten grof roodbakkend aardewerk, die gekop- Het waren op één na (de Vlasmarktsluis renovatiewerkzaamheden van beide sluizen zoveel de sluisgang bij de deuren bedroeg 4,60 m. De sluis een vernieuwing van de houten sluis ook sprake is peld kunnen worden aan de loodwitfabricage, gevon- in de Deltsevaart) uitwateringssluizen mogelijk tegelijkertijd uitgevoerd. Aan de hand van de was opgebouwd uit een geelkleurige, harde baksteen van vernieuwing van muurwerk (Carmiggelt 2001). den, zoals fragmenten van oxideer- of broeipotten, die bij eb op de Nieuwe Maas afwater- bewaard gebleven bestekken en rekeningen is in 2001 van 17x7,5x4 cm. Wat voor muurwerk is niet duidelijk (gewelven, met loodglazuur aan de binnenzijde en restanten van den. De Dubbele sluis werd buiten een overzicht gemaakt van de herstel- en vernieu- In 1990 werd bij graafwerk in de Hoogstraat, onder kades). Maar de datering van de nu bekende ongeglazuurde droogpotten. Beide stadia van de gebruik gesteld kort voor 1870, toen de wingswerkzaamheden die aan de Dubbele sluis vanaf het spoorviaduct buiten de bouwput van de gewelven in de 15de eeuw sluit niet aan bij wat we loodwitproductie lijken dus in het afvalmateriaal Binnenrotte werd gedempt voor de de 15de eeuw zijn uitgevoerd (Carmiggelt 2001). Willemspoortunnel, door het BOOR een gedeelte van historisch gezien weten van de bouwfasen van de vertegenwoordigd te zijn. In één boring is mogelijk bouw van het spoorwegviaduct. De Dubbele sluis werd in 1870 gedempt en opgevuld een gewelf van de Zegwaardse sluisgang blootgelegd. sluis in de 15de en 16de eeuw. Het meest waar- zelfs een met afval dichtgestorte kuil aangeboord. Het onderhoud van de sluizen viel onder met zand. In verband met de aanleg van het spoor- Het ging om een circa 10 m lang gedeelte van de schijnlijk is toch dat bij het vernieuwen van de sluizen Aangezien de kans zeer groot is dat de vindplaats de verantwoordelijkheid van de afzon- wegviaduct werd de sluis verkocht aan de spoor- oostelijke buitenzijde van de overkluisde sluisgang, in het midden van de 16de eeuw (met het toepassen aangetast zal worden door de geplande werkzaam- derlijke plattelandsambachten, die wegen. Voor de bouw van de pijlers van het viaduct ter hoogte van de deuren. Het metselwerk van dit van moderne puntdeuren) de sluis in zijn geheel in heden is een archeologisch vervolgonderzoek aan- belang hadden bij een goede afwatering moesten enkele delen van de sluis worden gesloopt. gedeelte bestond uit rode baksteen van steen is gebouwd. bevolen. De exacte vorm van dit onderzoek is af- van hun gebieden via de Rotte naar de De meeste resten van de sluizen, waaronder die van 21/23x10,5/12x4/6 cm. Vastgesteld werd dat een Met de resultaten van het archeologisch onderzoek is hankelijk van de aard en omvang van de toekomstige Maas. Vanaf het einde van de 13de eeuw de Dubbele sluis, kwamen tijdens de oorlogsjaren aan deel van de kruin van het gewelf nog gaaf bewaard inzicht verkregen in de staat van de sluis als onder- (Tekening: BOOR) bodemingrepen en de wijze waarop deze worden maakten de ambachten deel uit van het het licht. Na het bombardement van mei 1940 was gebleven. uitgevoerd. Locatie van de opgemeten resten van de tot nu toe hoogheemraadschap Schieland, een bovenlokale werden, tijdens het puinruimen en de egalisatiewerk- In het onderzoeksgebied zijn, buiten de in 1990 Bewaard gebleven gedeelte van het gewelf van de Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), bekende sluizen onder de Hoogstraat. Met de rode stip waterstaatsorganisatie, die in die tijd werd gevormd. zaamheden, delen van sluizen vrijgelegd en gedocu- ontdekte resten van de sluis van Zegwaard, tot een oostelijke koker van de Dubbele sluis, gezien vanuit Dimitri Schiltmans is de locatie aangegeven van het onderzoek in 2016. Het onderzoek naar de sluizen in de dam van de Rotte menteerd. Het werk werd in 1942 en 1943 uitgevoerd diepte van circa 2,25 m onder het maaiveld geen het noordwesten. (Foto: BOOR) kreeg een grote impuls in 1991. Tijdens de aanleg van door medewerkers van de Dienst Wederopbouw resten van het sluiscomplex gevonden, dat blijkt Rotterdam | Hoogstraat kruising Binnenrotte - Rotterdam is ontstaan aan de dam in de Rotte, die de Willemsspoortunnel door Rotterdam vond in dat Rotterdam (DIWERO). De bewaard gebleven documen- tenminste uit de grondboringen. Dubbele sluis ter hoogte van de huidige Hoogstraat ligt. De dam is jaar archeologisch onderzoek plaats waarbij de resten tatie over de sluizen bestaat uit enkele opmetings- Op de plaats waar de resten in 1990 gevonden zijn, In 2016 is door Archeologie Rotterdam (BOOR) archeo- rond 1270 aangelegd met een aantal sluizen, die zorg- van twee op elkaar volgende houten sluizen werden tekeningen in het archief van Gemeentewerken zijn slechts twee fragmenten van het gewelf van de logisch onderzoek gedaan naar resten van Dubbele den voor de afwatering van de Rotte op de Nieuwe ontdekt. Die ontdekking vormde de aanleiding voor Rotterdam en glasnegatieven van fotograaf Gerrit oostelijke sluisgang gevonden. De bovenzijde van sluis onder de Hoogstraat, op de kruising met de Maas. Uit het archeologisch onderzoek van het BOOR een (bouw)historisch onderzoek naar het gehele Burg in het gemeentearchief van Rotterdam. De in de hetgeen dat in 1990 is opgetekend, zit blijkbaar Binnenrotte in de gemeente Rotterdam. Omdat uit in het tracé van de Willemsspoortunnel blijkt dat men complex van sluizen in de Hoogstraat, zoals dat tot oorlogsjaren gedocumenteerde sluizen werden door dieper of is gedeeltelijk gesloopt. De fragmenten eerder archeologisch onderzoek is gebleken dat de vrijwel direct na de aanleg op de dam is gaan wonen. circa 1870 functioneerde. De Dubbele sluis bestaat Franx in 1945 en 1948 beknopt beschreven. behoren tot het binnendijkse gedeelte van de hoogste delen van de Dubbele sluis zeer dicht onder het De houten sluizen, die bestaan uit een reeks gebinten, uit twee naast elkaar gelegen sluislichamen die niet Van de Dubbele sluis werd alleen het buitendijks sluisgang, direct ten noorden van de plaats van de maaiveld lagen, is de herinrichting van de Binnenrotte waren in die tijd aan de bovenkant nog open. Later, tegelijkertijd zijn aangelegd. De oudste, oostelijk gedeelte van de westelijke sluisgang door DIWERO sluisdeuren. De breedte van de binnenzijde van het aangegrepen om de resten die binnen het huidige nadat de bebouwing toenam en de dam werd gelegen sluis dateert van 1386 of kort daarna en blootgelegd. De rest van het sluiscomplex kon niet gewelf - minimaal 2,60 m, de ‘geboorte’ van het plangebied liggen, vlakdekkend tot circa 1 m onder het verbreed, kwamen de sluizen helemaal onder de behoorde toe aan het ambacht Zegwaard. Het weste- worden onderzocht, doordat hier het spoorweg- gewelf is net niet bereikt - sluit aan op twee afzonder- huidige maaiveld op te graven en te documenteren. straat te liggen. In de 16de eeuw werden de sluizen, lijk sluislichaam werd onderhouden door de ambach- viaduct boven was gebouwd. Van de oostelijke lijke opmetingen van de sluis uit de 19de eeuw pagina 40 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 41

deel van de Archeologisch Belangrijke Plaats nr. 19: Rotterdam | kerkhof Laurenskerk lagen van het kerkhof in kaart te brengen. een mestig ophogingspakket gevonden dat op grond terp ligt op bijna 6 m onder het maaiveld - is voor- De dam en de sluizen in de Rotte. Geconstateerd kan In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een Er zijn in totaal 10 individuen uit primaire begra- van de stratigrafische ligging aan de middeleeuwse lopig niet aan de orde. worden dat sinds de waarneming in 1990 delen van opgraving uitgevoerd op een deel van het voormalige vingen en 13 individuen in secundaire begravingen nederzetting Rotta is toe te schrijven. 14C-dateringen Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), de sluis van Zegwaard zijn gesloopt; het ondiep kerkhof aan de oostzijde van de Laurenskerk in (knekelkuilen) gevonden. Bij de analyse van deze van de mestlaag bevestigen dat het om een terp- P.H.J.I. Ploegaert bewaard gebleven gedeelte is kleiner dan in 1990 Rotterdam. Op dit gedeelte van het kerkhof is tot circa individuen zijn tevens de menselijke resten betrokken ophoging uit de 11de-12de eeuw gaat. Het pakket is is gedocumenteerd. De aantasting van het ondiepe 1620-1630 begraven. Het onderzoek is uitgevoerd tot die in 1988 en 1994 op het kerkhof van de Laurens- 50 cm dik, maar is oorspronkelijk dikker geweest. Schiedam | Appelmarkt deel van het gewelf is vermoedelijk uitsluitend circa 0,5 m onder het maaiveld. Hoewel een groot kerk zijn gevonden. In totaal zijn de skeletten van De grens met de bovenliggende klei toont dat een Bij de herinrichting van de Appelmarkt in het kader veroorzaakt door de aanleg van kabels en leidingen. deel van de bovenste lagen van het kerkhof is ver- 42 mannen, vrouwen en kinderen onderzocht. gedeelte van het pakket is verdwenen. De kern van de van de ‘Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad’ is naar De kruin van het bewaard gebleven gedeelte van het stoord door de aanleg van kabels en leidingen in het De meeste volwassenen, zeventien in totaal, hadden terp, die bij vergelijkbare huisterpen op beide oevers aanleiding van muurwerk dat gevonden is een waar- gewelf zit op een diepte van circa 1 m boven N.A.P. recente verleden, waren op deze diepte enkele graf- een leeftijd tussen de 36 en 49 jaar. Twee personen van de Rotte 2 tot 3 m dik is, ligt vermoedelijk onder neming verricht. Volgend op een grote verbouwing (circa 1 m onder het nieuwe maaiveld), de bodem kisten bewaard gebleven. De opgraving is tevens waren bij overlijden ouder dan 50. Bij de kinderen de Laurenskerk of net ten zuiden daarvan. van het Sint Jacobsgasthuis aan het einde van de van de sluis ligt daar circa 4 m onder. Van de dieper- aangegrepen om door middel van grondboringen de ontbreekt opvallend genoeg de leeftijdscategorie van Het aantal opgegraven individuen is te klein om 18de eeuw werd ter hoogte van twee percelen met gelegen (muur)resten van de Dubbele sluis, die bodemopbouw en de diepteligging van de ophogings- 4-12 jaar. Er werden ook geen foetussen gevonden. uitspraken te doen over de levensverwachting en de tussen de twee pijlers nog aanwezig zijn, is logischer- Wel werden zes kinderen gevonden die in de kwets- gezondheidstoestand van de Rotterdammers die op Fragment uit de plattegrond van Van Dijk uit 1858 met wijs door de beperktheid van het onderzoek geen Uitsnede uit de kaart van Berckenrode en Hamersveldt bare leeftijd tussen 0 en 3 jaar oud waren overleden. Twee graven op het kerkhof van de Laurenskerk. het kerkhof rond de Laurenskerk aan het begin van de hierop aangegeven de waarnemingen bij de Lange goed beeld verkregen. uit 1626 met nog delen van de oude kerkhofmuren. In Het geringe aantal kinderskeletten is opvallend, Het hout van de grafkisten is gedeeltelijk bewaard 17de eeuw werden begraven. Wel kan het onderzoek Haven/Vismarkt (1),Hoogstraat 89-91 (2) en Appelmarkt (3). Of er buiten het gedeelte tussen de twee pijlers van geel het opgegraven gedeelte aan de oostzijde van de omdat de kindersterfte in deze periode erg hoog gebleven. (Foto: BOOR) een basis vormen voor toekomstig het voormalige viaduct in de diepere ondergrond, Laurenskerk. (bewerking: BOOR) was, soms wel 50%. Mogelijk liggen de (meeste) onderzoek, mocht archeologisch dieper dan 2,25 m onder het maaiveld (circa 0,25 m kinderen elders op het kerkhof begraven. een structureel tekort aan zonlicht en een ontoerei- onderzoek op overige delen van het onder N.A.P.) resten van de twee sluizen aanwezig Alleen het geslacht van de volwassenen is bepaald, kend dieet. Pijpfacetten in het gebit, dat wil zeggen voormalige kerkhof noodzakelijk zijn. zijn, blijft onzeker. De gewenste locaties van de nieuw omdat de specifieke geslachtskenmerken op jonge slijtage van het gebit daar waar een pijp langdurig Uit de boringen is gebleken dat op- te planten bomen in het herinrichtingsplan vormen leeftijd nog niet voldoende zijn ontwikkeld om tussen de tanden is geklemd, van twee mannen toont hogingslagen die aan het kerkhof geen bedreiging voor de sluisresten. hierover betrouwbare uitspraken te doen. Van de dat de opgegraven individuen tot de laatsten hebben zijn toe te schrijven tot circa 3,50 m Het ondiep bewaard gebleven gedeelte van het 36 volwassenen waren 13 individuen vrouw en 3 behoord die op het kerkhof van de Laurenskerk onder het maaiveld liggen. sluiscomplex blijft in de bodem bewaard. Het is mogelijk vrouw, 17 waren man en 1 mogelijk man. werden begraven, aangezien pijproken pas vanaf De vondst van een nog niet eerder een stille getuige van het feit dat er nog steeds Van twee personen kon het geslacht niet worden het begin van de 17de eeuw algemener werd. bekende terp uit de middeleeuwse resten van het sluizencomplex in de dam in de Rotte bepaald. Aan de noord- en zuidzijde van de kerk zijn funde- nederzetting Rotta leidt tot her- onder de Hoogstraat aanwezig zijn. Het bewaard Voor de mannen en vrouwen zijn de gemiddelde ringen van bebouwing gevonden, waaronder de nieuwde vragen over de plaats van gebleven gedeelte van het sluiscomplex is na het lengtes berekend aan de hand van de intacte lange sacristie, die vanaf de 17de eeuw tegen het koor van de oudste kerk van de parochie Rotta. onderzoek afgedekt en vormt nog een laatste, pijpbeenderen: De vrouwen bleken gemiddeld de kerk is gebouwd en die daar tot de Tweede Wereld- Een ligging van de kerk langs de tastbare herinnering aan de sluizen in de dam ongeveer 1.60 m te zijn geweest en de mannen oorlog heeft gestaan. Ten oosten van de kerk is een benedenloop van de Rotte wordt op onder de Hoogstraat. gemiddeld circa 1.72 m. muur gevonden, die mogelijk de westelijke kade van dit moment het meest aannemelijk Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Opvallend aan de skeletten is het hoge percentage de Binnenrotte vormde, voordat deze rond 1870 geacht (Guiran en Van Trierum 2010). P.H.J.I. Ploegaert botvervormingen, ontstaan in de kindertijd als werd gedempt. Onderzoek op de terp onder de gevolg van vitamine D-tekort. Dit is te wijten aan Ten zuidoosten van de Laurenskerk is in een boring Laurenskerk - de bovenkant van de (Kaart: BOOR) pagina 40 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 41

deel van de Archeologisch Belangrijke Plaats nr. 19: Rotterdam | kerkhof Laurenskerk lagen van het kerkhof in kaart te brengen. een mestig ophogingspakket gevonden dat op grond terp ligt op bijna 6 m onder het maaiveld - is voor- De dam en de sluizen in de Rotte. Geconstateerd kan In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een Er zijn in totaal 10 individuen uit primaire begra- van de stratigrafische ligging aan de middeleeuwse lopig niet aan de orde. worden dat sinds de waarneming in 1990 delen van opgraving uitgevoerd op een deel van het voormalige vingen en 13 individuen in secundaire begravingen nederzetting Rotta is toe te schrijven. 14C-dateringen Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), de sluis van Zegwaard zijn gesloopt; het ondiep kerkhof aan de oostzijde van de Laurenskerk in (knekelkuilen) gevonden. Bij de analyse van deze van de mestlaag bevestigen dat het om een terp- P.H.J.I. Ploegaert bewaard gebleven gedeelte is kleiner dan in 1990 Rotterdam. Op dit gedeelte van het kerkhof is tot circa individuen zijn tevens de menselijke resten betrokken ophoging uit de 11de-12de eeuw gaat. Het pakket is is gedocumenteerd. De aantasting van het ondiepe 1620-1630 begraven. Het onderzoek is uitgevoerd tot die in 1988 en 1994 op het kerkhof van de Laurens- 50 cm dik, maar is oorspronkelijk dikker geweest. Schiedam | Appelmarkt deel van het gewelf is vermoedelijk uitsluitend circa 0,5 m onder het maaiveld. Hoewel een groot kerk zijn gevonden. In totaal zijn de skeletten van De grens met de bovenliggende klei toont dat een Bij de herinrichting van de Appelmarkt in het kader veroorzaakt door de aanleg van kabels en leidingen. deel van de bovenste lagen van het kerkhof is ver- 42 mannen, vrouwen en kinderen onderzocht. gedeelte van het pakket is verdwenen. De kern van de van de ‘Ontwikkelingsvisie voor de Binnenstad’ is naar De kruin van het bewaard gebleven gedeelte van het stoord door de aanleg van kabels en leidingen in het De meeste volwassenen, zeventien in totaal, hadden terp, die bij vergelijkbare huisterpen op beide oevers aanleiding van muurwerk dat gevonden is een waar- gewelf zit op een diepte van circa 1 m boven N.A.P. recente verleden, waren op deze diepte enkele graf- een leeftijd tussen de 36 en 49 jaar. Twee personen van de Rotte 2 tot 3 m dik is, ligt vermoedelijk onder neming verricht. Volgend op een grote verbouwing (circa 1 m onder het nieuwe maaiveld), de bodem kisten bewaard gebleven. De opgraving is tevens waren bij overlijden ouder dan 50. Bij de kinderen de Laurenskerk of net ten zuiden daarvan. van het Sint Jacobsgasthuis aan het einde van de van de sluis ligt daar circa 4 m onder. Van de dieper- aangegrepen om door middel van grondboringen de ontbreekt opvallend genoeg de leeftijdscategorie van Het aantal opgegraven individuen is te klein om 18de eeuw werd ter hoogte van twee percelen met gelegen (muur)resten van de Dubbele sluis, die bodemopbouw en de diepteligging van de ophogings- 4-12 jaar. Er werden ook geen foetussen gevonden. uitspraken te doen over de levensverwachting en de tussen de twee pijlers nog aanwezig zijn, is logischer- Wel werden zes kinderen gevonden die in de kwets- gezondheidstoestand van de Rotterdammers die op Fragment uit de plattegrond van Van Dijk uit 1858 met wijs door de beperktheid van het onderzoek geen Uitsnede uit de kaart van Berckenrode en Hamersveldt bare leeftijd tussen 0 en 3 jaar oud waren overleden. Twee graven op het kerkhof van de Laurenskerk. het kerkhof rond de Laurenskerk aan het begin van de hierop aangegeven de waarnemingen bij de Lange goed beeld verkregen. uit 1626 met nog delen van de oude kerkhofmuren. In Het geringe aantal kinderskeletten is opvallend, Het hout van de grafkisten is gedeeltelijk bewaard 17de eeuw werden begraven. Wel kan het onderzoek Haven/Vismarkt (1),Hoogstraat 89-91 (2) en Appelmarkt (3). Of er buiten het gedeelte tussen de twee pijlers van geel het opgegraven gedeelte aan de oostzijde van de omdat de kindersterfte in deze periode erg hoog gebleven. (Foto: BOOR) een basis vormen voor toekomstig het voormalige viaduct in de diepere ondergrond, Laurenskerk. (bewerking: BOOR) was, soms wel 50%. Mogelijk liggen de (meeste) onderzoek, mocht archeologisch dieper dan 2,25 m onder het maaiveld (circa 0,25 m kinderen elders op het kerkhof begraven. een structureel tekort aan zonlicht en een ontoerei- onderzoek op overige delen van het onder N.A.P.) resten van de twee sluizen aanwezig Alleen het geslacht van de volwassenen is bepaald, kend dieet. Pijpfacetten in het gebit, dat wil zeggen voormalige kerkhof noodzakelijk zijn. zijn, blijft onzeker. De gewenste locaties van de nieuw omdat de specifieke geslachtskenmerken op jonge slijtage van het gebit daar waar een pijp langdurig Uit de boringen is gebleken dat op- te planten bomen in het herinrichtingsplan vormen leeftijd nog niet voldoende zijn ontwikkeld om tussen de tanden is geklemd, van twee mannen toont hogingslagen die aan het kerkhof geen bedreiging voor de sluisresten. hierover betrouwbare uitspraken te doen. Van de dat de opgegraven individuen tot de laatsten hebben zijn toe te schrijven tot circa 3,50 m Het ondiep bewaard gebleven gedeelte van het 36 volwassenen waren 13 individuen vrouw en 3 behoord die op het kerkhof van de Laurenskerk onder het maaiveld liggen. sluiscomplex blijft in de bodem bewaard. Het is mogelijk vrouw, 17 waren man en 1 mogelijk man. werden begraven, aangezien pijproken pas vanaf De vondst van een nog niet eerder een stille getuige van het feit dat er nog steeds Van twee personen kon het geslacht niet worden het begin van de 17de eeuw algemener werd. bekende terp uit de middeleeuwse resten van het sluizencomplex in de dam in de Rotte bepaald. Aan de noord- en zuidzijde van de kerk zijn funde- nederzetting Rotta leidt tot her- onder de Hoogstraat aanwezig zijn. Het bewaard Voor de mannen en vrouwen zijn de gemiddelde ringen van bebouwing gevonden, waaronder de nieuwde vragen over de plaats van gebleven gedeelte van het sluiscomplex is na het lengtes berekend aan de hand van de intacte lange sacristie, die vanaf de 17de eeuw tegen het koor van de oudste kerk van de parochie Rotta. onderzoek afgedekt en vormt nog een laatste, pijpbeenderen: De vrouwen bleken gemiddeld de kerk is gebouwd en die daar tot de Tweede Wereld- Een ligging van de kerk langs de tastbare herinnering aan de sluizen in de dam ongeveer 1.60 m te zijn geweest en de mannen oorlog heeft gestaan. Ten oosten van de kerk is een benedenloop van de Rotte wordt op onder de Hoogstraat. gemiddeld circa 1.72 m. muur gevonden, die mogelijk de westelijke kade van dit moment het meest aannemelijk Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Opvallend aan de skeletten is het hoge percentage de Binnenrotte vormde, voordat deze rond 1870 geacht (Guiran en Van Trierum 2010). P.H.J.I. Ploegaert botvervormingen, ontstaan in de kindertijd als werd gedempt. Onderzoek op de terp onder de gevolg van vitamine D-tekort. Dit is te wijten aan Ten zuidoosten van de Laurenskerk is in een boring Laurenskerk - de bovenkant van de (Kaart: BOOR) pagina 42 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 43

Schiedam | Hoogstraat 89-91 de 15de en 16de eeuw gevonden. Ook zijn verschillen- beeld in de meest westelijke voormalige archief- Naar aanleiding van het herstel van de panden de riolen en een riool dat verbinding maakt met een ruimte van het kantongerecht funderingen van Hoogstraat 89 en 91, straks onderdeel van het bakstenen ronde beerput opgetekend. De inhoud van kastenwanden gevonden. vernieuwde Nationaal Jenevermuseum aan de Lange deze beerput bestond uit een dikke natte laag beer Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam, Haven, zijn twee kleine waarnemingen gedaan op het met opvallend genoeg alleen zeer kleine fragmenten P.H.J.I. Ploegaert en Gilbert Kempenaar binnenterrein (8 maart en 4 april 2016, zie voor loca- afval uit het eind van de 20ste eeuw. In een boring, tiekaartje bij Schiedam Appelmarkt). De Hoogstraat 13,5 m westelijk van de rooilijn van de Hoogstraat, Schiedam | Lange Haven/Vismarkt is de omstreeks 1200 aangelegde zeedijk langs de werden behalve stedelijke afvallagen uit de periode In het kader van de ‘Ontwikkelingsvisie voor de Bin- Schie (Lange Haven) van de kleine polder Riviere. 1350-1450 ook het talud van de dijk aangeboord. nenstad’ is begin 2016 begonnen met de restauratie Vanaf het begin van de 14de eeuw is er bewoning op De dikte van dit kleipakket liep tot circa 5 m onder van de meer dan honderd jaar oude kademuren aan de dijk. Na de aanleg van de dam rond 1240 was dit het niveau van de Hoogstraat. De dijk ligt op een de Lange Haven in Schiedam (zie voor locatiekaartje bij deel van de dijk blijvend onderdeel van de water- natuurlijk kleipakket; de stroomgordelafzettingen (Foto: BOOR) kering. Vanaf de 18de eeuw was de jeneverindustrie van de Schie. Plattegrond van de fundering van de stadskraan. Appelmarkt met op de achtergrond het Stedelijk (onder andere aan de Lange Haven) een belangrijke Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), (Kaart: BOOR) Fundering van de kraan langs de kade van de Lange Museum, het voormalige Sint Jacobs Gasthuis. economische factor in Schiedam. Bij bouwhistorisch Gilbert Kempenaar Haven in Schiedam. Foto vanuit het zuiden. (Foto: BOOR) onderzoek is gebleken dat Hoogstraat 91 nog delen bebouwing en een steeg, tussen de Lange Haven en heeft van de 16de-eeuwse houten kap en houtskelet- Schiedam | Lange Haven 65 - Huis Nolet Schiedam Appelmarkt). Op 2 maart 2016 werd door de Hoogstraat, de Appelmarkt aangelegd. De twee bouw. Ook is gebleken dat achter de huidige 19de- Het onderzoek onder het pand Lange Haven 65 aannemer Boskalis een melding gemaakt van een muurfragmenten van bebouwing aan de Hoogstraat eeuwse gevel de gevel uit de 16de eeuw bewaard is bestond uit het begeleiden van de ontgraving van het zware ronde fundering direct tegen de kademuur. dateren uit de 16de eeuw en zijn gefundeerd op een gebleven. Er zijn in de bodem resten van zijgevels uit souterrain voor de verbetering van de fundering. Dit Deze fundering van ijsselstenen heeft een diameter grondverbetering van brokken baksteen. Een deel van was onderdeel van de gehele restauratie van het van 3,25 m. De dikte van de funderingsmuur is 85 cm. een afvalkuil met daarin mest, bot, mosselen en Beerput en riolen achter het pand Hoogstraat 89. pand, dat beter bekend staat als het Huis Nolet. Dit De binnenzijde is tienhoekig en heeft een ingemetsel- aardewerk dateert uit de tweede helft van de 15de (Foto: BOOR) monumentale pand is in 1803-1804 gebouwd naar de ijzeren bak van 2 cm dikte. Het blijkt de fundering eeuw. Een boring werd gezet op ongeveer 18 m ontwerp van de architect Giudici in opdracht van de van een stadskraan aan de kade bij de Vismarkt te westelijk van de rooilijn van de Hoogstraat, in het rijke Schiedamse brander Cornelis Nolet. Tussen 1908 Het monumentale pand Huis Nolet tijdens de zijn. Op een tekening uit het midden van de 18de talud van de voormalige dijk. De Hoogstraat is de en 2002 was in dit pand het kantongerecht gevestigd restauratie. (Foto: BOOR) eeuw staat een houten kraan bij de vismarkt afge- omstreeks 1200 aangelegde zeedijk langs de Schie en vervolgens tot 2010 een kantoor voor het arrondis- beeld. Op een foto uit 1890 is een kraan van gietijzer (Lange Haven) van de kleine polder Riviere. De boven- sement Rotterdam. Uit historisch onderzoek is geble- vermoedelijk van een verdiepte voorraadkelder in het op een ronde bakstenen fundering te zien. ste 3,25 m bestaat uit een ophoging uit de 14de eeuw ken dat de voorganger van het huidige pand in 1788 huidige lichthof van Huis Nolet, en een rechthoekige Onduidelijk blijft of de fundering uit de 18de of 19de en later. Hieronder zit tot 4,6 m onder het maaiveld bij verkoop werd omschreven als ‘huis en erf met een (water?)kelder in een ruimte aan de straatzijde. Zeer eeuw dateert. In 1911 besloot de gemeente tot de relatief schone kleiophoging van de dijk. De dijk stallinge, koetshuis, tuin coepel en erf daar annex’. waarschijnlijk dateren deze sporen uit de 18de eeuw. afbraak van de stadskraan. De fundering is aan de ligt op een natuurlijk kleipakket; de stroomgordel- In een aantal ruimtes zijn sporen, die voor een deel Enkele van de funderingen wijzen op kleine verande- waterkant voor een deel verwijderd voor de aanleg afzettingen van de Schie. geïnterpreteerd kunnen worden als de funderingen ringen in de indeling van het souterrain. Dit hield van een kadetrap. Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), van een directe voorganger van het pand, gevonden. verband met de nieuwe functie van het pand als Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Gilbert Kempenaar Ook is een deel van een plavuizen vloer gevonden, onderkomen van het kantongerecht. Zo zijn bijvoor- Gilbert Kempenaar pagina 42 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 43

Schiedam | Hoogstraat 89-91 de 15de en 16de eeuw gevonden. Ook zijn verschillen- beeld in de meest westelijke voormalige archief- Naar aanleiding van het herstel van de panden de riolen en een riool dat verbinding maakt met een ruimte van het kantongerecht funderingen van Hoogstraat 89 en 91, straks onderdeel van het bakstenen ronde beerput opgetekend. De inhoud van kastenwanden gevonden. vernieuwde Nationaal Jenevermuseum aan de Lange deze beerput bestond uit een dikke natte laag beer Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam, Haven, zijn twee kleine waarnemingen gedaan op het met opvallend genoeg alleen zeer kleine fragmenten P.H.J.I. Ploegaert en Gilbert Kempenaar binnenterrein (8 maart en 4 april 2016, zie voor loca- afval uit het eind van de 20ste eeuw. In een boring, tiekaartje bij Schiedam Appelmarkt). De Hoogstraat 13,5 m westelijk van de rooilijn van de Hoogstraat, Schiedam | Lange Haven/Vismarkt is de omstreeks 1200 aangelegde zeedijk langs de werden behalve stedelijke afvallagen uit de periode In het kader van de ‘Ontwikkelingsvisie voor de Bin- Schie (Lange Haven) van de kleine polder Riviere. 1350-1450 ook het talud van de dijk aangeboord. nenstad’ is begin 2016 begonnen met de restauratie Vanaf het begin van de 14de eeuw is er bewoning op De dikte van dit kleipakket liep tot circa 5 m onder van de meer dan honderd jaar oude kademuren aan de dijk. Na de aanleg van de dam rond 1240 was dit het niveau van de Hoogstraat. De dijk ligt op een de Lange Haven in Schiedam (zie voor locatiekaartje bij deel van de dijk blijvend onderdeel van de water- natuurlijk kleipakket; de stroomgordelafzettingen (Foto: BOOR) kering. Vanaf de 18de eeuw was de jeneverindustrie van de Schie. Plattegrond van de fundering van de stadskraan. Appelmarkt met op de achtergrond het Stedelijk (onder andere aan de Lange Haven) een belangrijke Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), (Kaart: BOOR) Fundering van de kraan langs de kade van de Lange Museum, het voormalige Sint Jacobs Gasthuis. economische factor in Schiedam. Bij bouwhistorisch Gilbert Kempenaar Haven in Schiedam. Foto vanuit het zuiden. (Foto: BOOR) onderzoek is gebleken dat Hoogstraat 91 nog delen bebouwing en een steeg, tussen de Lange Haven en heeft van de 16de-eeuwse houten kap en houtskelet- Schiedam | Lange Haven 65 - Huis Nolet Schiedam Appelmarkt). Op 2 maart 2016 werd door de Hoogstraat, de Appelmarkt aangelegd. De twee bouw. Ook is gebleken dat achter de huidige 19de- Het onderzoek onder het pand Lange Haven 65 aannemer Boskalis een melding gemaakt van een muurfragmenten van bebouwing aan de Hoogstraat eeuwse gevel de gevel uit de 16de eeuw bewaard is bestond uit het begeleiden van de ontgraving van het zware ronde fundering direct tegen de kademuur. dateren uit de 16de eeuw en zijn gefundeerd op een gebleven. Er zijn in de bodem resten van zijgevels uit souterrain voor de verbetering van de fundering. Dit Deze fundering van ijsselstenen heeft een diameter grondverbetering van brokken baksteen. Een deel van was onderdeel van de gehele restauratie van het van 3,25 m. De dikte van de funderingsmuur is 85 cm. een afvalkuil met daarin mest, bot, mosselen en Beerput en riolen achter het pand Hoogstraat 89. pand, dat beter bekend staat als het Huis Nolet. Dit De binnenzijde is tienhoekig en heeft een ingemetsel- aardewerk dateert uit de tweede helft van de 15de (Foto: BOOR) monumentale pand is in 1803-1804 gebouwd naar de ijzeren bak van 2 cm dikte. Het blijkt de fundering eeuw. Een boring werd gezet op ongeveer 18 m ontwerp van de architect Giudici in opdracht van de van een stadskraan aan de kade bij de Vismarkt te westelijk van de rooilijn van de Hoogstraat, in het rijke Schiedamse brander Cornelis Nolet. Tussen 1908 Het monumentale pand Huis Nolet tijdens de zijn. Op een tekening uit het midden van de 18de talud van de voormalige dijk. De Hoogstraat is de en 2002 was in dit pand het kantongerecht gevestigd restauratie. (Foto: BOOR) eeuw staat een houten kraan bij de vismarkt afge- omstreeks 1200 aangelegde zeedijk langs de Schie en vervolgens tot 2010 een kantoor voor het arrondis- beeld. Op een foto uit 1890 is een kraan van gietijzer (Lange Haven) van de kleine polder Riviere. De boven- sement Rotterdam. Uit historisch onderzoek is geble- vermoedelijk van een verdiepte voorraadkelder in het op een ronde bakstenen fundering te zien. ste 3,25 m bestaat uit een ophoging uit de 14de eeuw ken dat de voorganger van het huidige pand in 1788 huidige lichthof van Huis Nolet, en een rechthoekige Onduidelijk blijft of de fundering uit de 18de of 19de en later. Hieronder zit tot 4,6 m onder het maaiveld bij verkoop werd omschreven als ‘huis en erf met een (water?)kelder in een ruimte aan de straatzijde. Zeer eeuw dateert. In 1911 besloot de gemeente tot de relatief schone kleiophoging van de dijk. De dijk stallinge, koetshuis, tuin coepel en erf daar annex’. waarschijnlijk dateren deze sporen uit de 18de eeuw. afbraak van de stadskraan. De fundering is aan de ligt op een natuurlijk kleipakket; de stroomgordel- In een aantal ruimtes zijn sporen, die voor een deel Enkele van de funderingen wijzen op kleine verande- waterkant voor een deel verwijderd voor de aanleg afzettingen van de Schie. geïnterpreteerd kunnen worden als de funderingen ringen in de indeling van het souterrain. Dit hield van een kadetrap. Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), van een directe voorganger van het pand, gevonden. verband met de nieuwe functie van het pand als Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Gilbert Kempenaar Ook is een deel van een plavuizen vloer gevonden, onderkomen van het kantongerecht. Zo zijn bijvoor- Gilbert Kempenaar pagina 44 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 45

Schiedam | Westmolenkwartier parkeerterrein Tijdens de archeologische begeleiding zijn sporen circa 0,50 m boven N.A.P. De natuurlijke ondergrond Het klooster Sint Michiel is gesticht in 1396 en in groep Schoonhoven (AWS) hebben in 1998 langs de In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een van bebouwing gevonden op de percelen tussen de bevindt zich op een diepte van circa 0,50 m onder 1572 in brand gestoken en met de grond gelijkge- westgrens van het perceel een deel van de ommuring archeologische begeleiding uitgevoerd in het plan- panden aan de Westmolenstraat 25 en 33. Op perceel N.A.P., wat betekent dat van de stedelijke ophogingen maakt. Van het klooster zijn twee afbeeldingen onderzocht. gebied ‘Westmolenkwartier parkeerterrein’ in Westmolenstraat 31 vonden we funderingen van een circa 1 meter bewaard blijft voor eventueel toekom- bewaard gebleven: een vogelvlucht uit 1558 van Jacob Uit historische kaarten is op te maken dat in de 17de Schiedam. Het onderzoek bestond uit het begeleiden pand dat op de kadasterkaart uit 1838 als pakhuis stig onderzoek. Gezien de aanwezigheid van behou- van Deventer en een vooraanzicht uit 1571 van land- en 20ste eeuw langs de noordgrens van het perceel van de ontgraving van een terrein tussen de panden staat aangegeven. Volgens de kadasterkaart uit 1858 denswaardige sporen van bebouwing uit de 19de meter Pieter Coenraetsz. Het gaat om een vrij groot drie gebouwen hebben gestaan: vanuit de noordwes- Westmolenstraat 25 en Westmolenstraat 33 en een is het achterste gedeelte van het pand in de tussen- eeuw én de wetenschap dat de bebouwing langs de stenen gebouw in de noordoostelijke hoek van het telijke hoek achtereenvolgens een gebouw uit de bestaand parkeerterrein in het zuiden voor de aanleg liggende periode afgebroken. De funderingen zijn te Westmolenstraat teruggaat tot het einde van de 16de perceel, met een ommuring en een bijbehorende 17de eeuw, een gebouw uit het begin van de 20ste van een tijdelijke parkeervoorziening. dateren tussen circa 1820 (het moment waarop het eeuw, betekent dat in het onderzoeksgebied rekening kloostertuin in de zuidelijke helft. eeuw en tot slot een 20ste-eeuws stationsgebouw. pakhuis werd gebouwd) en 1858. moet worden gehouden met resten van bebouwing Aan het huidige oppervlak is vrijwel niets meer te Dit stationsgebouw is in de jaren 70 van de vorige De funderingen van de gevels van de bran- uit grofweg de late 16de tot en met de 19de eeuw. De zien, behalve een lichte welving in het terrein en eeuw gesloopt. derij op perceel Westmolenstraat 29 zijn resten bestaan waarschijnlijk uit funderingen van wat brokjes puin en baksteen langs de slootkant. Het eerste archeologische onderzoek was een inven- grotendeels gevonden. En in het pand huizen in het noordelijke deel van het onderzoeksge- Amateurarcheologen van de Archeologische Werk- tariserend veldonderzoek, uitgevoerd door advies- vonden we de funderingen van twee bied en de inrichting van achtererven, met mogelijk bureau Archeomedia. Op het terrein zijn 10 boringen dubbele ovens met stookruimtes en vier Plavuizenvloer van de stookruimte onder een van de beerputten, tonputten en dergelijke in het zuidelijke Projectie van de watergangen en sloten van de gezet met het doel om onder andere meer inzicht te houten grondvaten. Ten noorden van het dubbele ovens. (Foto: BOOR) deel. Toekomstig onderzoek op de vindplaats kan een kadastrale minuut 1811-1832 (blauw), de resten krijgen in de bodemopbouw en de diepteligging pand lagen de funderingen van een derde bijdrage leveren aan de kennis over de ontwikkeling van twee huizen uit de 17de en 20ste eeuw (rood, van de archeologische resten. Er is een duidelijke oven, die dateert ná 1873, toen door de van, bij het pand Westmolenstraat 25 behoord van dit gedeelte van Schiedam in de 17de tot en met linksboven), interpretatie van delen van het klooster ophogingslaag gesignaleerd met daarin kleine stukjes gebroeders Zoetmulder de bestaande hebben of, na een latere kadastrale wijziging, tot het de 19de eeuw, waar wonen, ambachtelijke en indus- (rood rechtsboven). (Kaart: OMDH) baksteen en mortel. Waarschijnlijk kunnen deze branderij werd verlengd. koetshuis op nummer 27. Op een groot deel van het triële activiteiten naast elkaar bestonden. resten toegeschreven worden aan de funderings- De distilleerketels die op de ovens stonden, achterterrein van het perceel Westmolenstraat 27 lag Dat de conservering van archeologische resten op resten van het voormalige klooster. werden vermoedelijk gebruikt voor de een bakstenen bestrating. Afgaande op de 19de- overige delen van het plangebied Westmolenkwartier Vervolgens is het perceel door adviesbureau Saricon eerste twee distilleergangen. Deze aan- eeuwse kadastrale kaarten is het perceel ter hoogte hetzelfde is, lijkt aannemelijk. De (recente) sloop van op verschillende manieren geofysisch onderzocht. name berust voornamelijk op de nabijheid van de bestrating onbebouwd geweest. Kruiken (voor panden aan de Westmolenstraat heeft in ieder geval Magnetometrisch onderzoek gaf veruit de beste van vier grondvaten waarin van het mout zowel mineraalwater als jenever) en glazen flessen niet voor een dusdanige aantasting van het bodem- resultaten. Hieruit bleek dat in de noordoostelijke beslag werd gemaakt; de grondstof voor (vermoedelijk apothekersflessen) die op de bestrating archief gezorgd dat zinvol archeologisch onderzoek hoek van het perceel structuren aanwezig zijn. Een het distillatieproces. De twee grondvaten zijn gevonden, lijken afval dat van een andere locatie in de toekomst niet meer mogelijk is. deel van deze structuren hoort bij het klooster. Uit de die tussen de ovens stonden kunnen, ge- in de stad afkomstig is. Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), projectie van de sloten en greppels van de kadastrale zien de locatie, overigens ook koelvaten zijn geweest. Het onderzoek heeft niet alleen gegevens opgeleverd P.H.J.I. Ploegaert minuut uit 1811-1832 blijkt dat een deel van de waar- Overzicht van de archeologische resten. De funderin- In het pand zijn ook muurfunderingen van kleine over de bebouwing op het terrein, maar geeft ook genomen ‘structuren’ ook samenvalt met deze water- gen van de dubbele ovens met stookruimten van de ruimtes bewaard gebleven, waarin vermoedelijk inzicht in de dikte van de stedelijke ophogingen die na Schoonhoven | Kloosterterrein De Hem gangen. Uit verdere analyse moet blijken welke branderij op het perceel Westmolenstraat 29 zijn in steenkool voor de ovens werd opgeslagen. de civieltechnische werkzaamheden voor de aanleg Op een perceel langs de C.G. Roosweg in Schoonhoven structuren samenhangen met het oude klooster. roze en rood aangegeven. In bruin de locaties van vier Op perceel Westmolenstraat 27 zijn vloeren gevonden van de tijdelijke parkeervoorzieningen in de onder- zijn twee archeologische onderzoeken uitgevoerd. Op Het geofysisch onderzoek heeft een leuke bijvangst houten vaten die zijn gebruikt voor het maken van die deels inpandig zijn geweest. Een ruimte met grond bewaard blijven. De sanering (en de archeologi- het perceel, bekend onder het toponiem ‘De Hem’, lig- opgeleverd. Het middendeel langs de noordgrens van moutbeslag. (Kaart: BOOR) plavuizenvloer kan, afhankelijk van de datering daar- sche begeleiding) is uitgevoerd tot een diepte van gen de resten van het voormalige klooster Sint Michiel. het perceel is niet onderzocht vanwege een grote pagina 44 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 45

Schiedam | Westmolenkwartier parkeerterrein Tijdens de archeologische begeleiding zijn sporen circa 0,50 m boven N.A.P. De natuurlijke ondergrond Het klooster Sint Michiel is gesticht in 1396 en in groep Schoonhoven (AWS) hebben in 1998 langs de In 2016 heeft Archeologie Rotterdam (BOOR) een van bebouwing gevonden op de percelen tussen de bevindt zich op een diepte van circa 0,50 m onder 1572 in brand gestoken en met de grond gelijkge- westgrens van het perceel een deel van de ommuring archeologische begeleiding uitgevoerd in het plan- panden aan de Westmolenstraat 25 en 33. Op perceel N.A.P., wat betekent dat van de stedelijke ophogingen maakt. Van het klooster zijn twee afbeeldingen onderzocht. gebied ‘Westmolenkwartier parkeerterrein’ in Westmolenstraat 31 vonden we funderingen van een circa 1 meter bewaard blijft voor eventueel toekom- bewaard gebleven: een vogelvlucht uit 1558 van Jacob Uit historische kaarten is op te maken dat in de 17de Schiedam. Het onderzoek bestond uit het begeleiden pand dat op de kadasterkaart uit 1838 als pakhuis stig onderzoek. Gezien de aanwezigheid van behou- van Deventer en een vooraanzicht uit 1571 van land- en 20ste eeuw langs de noordgrens van het perceel van de ontgraving van een terrein tussen de panden staat aangegeven. Volgens de kadasterkaart uit 1858 denswaardige sporen van bebouwing uit de 19de meter Pieter Coenraetsz. Het gaat om een vrij groot drie gebouwen hebben gestaan: vanuit de noordwes- Westmolenstraat 25 en Westmolenstraat 33 en een is het achterste gedeelte van het pand in de tussen- eeuw én de wetenschap dat de bebouwing langs de stenen gebouw in de noordoostelijke hoek van het telijke hoek achtereenvolgens een gebouw uit de bestaand parkeerterrein in het zuiden voor de aanleg liggende periode afgebroken. De funderingen zijn te Westmolenstraat teruggaat tot het einde van de 16de perceel, met een ommuring en een bijbehorende 17de eeuw, een gebouw uit het begin van de 20ste van een tijdelijke parkeervoorziening. dateren tussen circa 1820 (het moment waarop het eeuw, betekent dat in het onderzoeksgebied rekening kloostertuin in de zuidelijke helft. eeuw en tot slot een 20ste-eeuws stationsgebouw. pakhuis werd gebouwd) en 1858. moet worden gehouden met resten van bebouwing Aan het huidige oppervlak is vrijwel niets meer te Dit stationsgebouw is in de jaren 70 van de vorige De funderingen van de gevels van de bran- uit grofweg de late 16de tot en met de 19de eeuw. De zien, behalve een lichte welving in het terrein en eeuw gesloopt. derij op perceel Westmolenstraat 29 zijn resten bestaan waarschijnlijk uit funderingen van wat brokjes puin en baksteen langs de slootkant. Het eerste archeologische onderzoek was een inven- grotendeels gevonden. En in het pand huizen in het noordelijke deel van het onderzoeksge- Amateurarcheologen van de Archeologische Werk- tariserend veldonderzoek, uitgevoerd door advies- vonden we de funderingen van twee bied en de inrichting van achtererven, met mogelijk bureau Archeomedia. Op het terrein zijn 10 boringen dubbele ovens met stookruimtes en vier Plavuizenvloer van de stookruimte onder een van de beerputten, tonputten en dergelijke in het zuidelijke Projectie van de watergangen en sloten van de gezet met het doel om onder andere meer inzicht te houten grondvaten. Ten noorden van het dubbele ovens. (Foto: BOOR) deel. Toekomstig onderzoek op de vindplaats kan een kadastrale minuut 1811-1832 (blauw), de resten krijgen in de bodemopbouw en de diepteligging pand lagen de funderingen van een derde bijdrage leveren aan de kennis over de ontwikkeling van twee huizen uit de 17de en 20ste eeuw (rood, van de archeologische resten. Er is een duidelijke oven, die dateert ná 1873, toen door de van, bij het pand Westmolenstraat 25 behoord van dit gedeelte van Schiedam in de 17de tot en met linksboven), interpretatie van delen van het klooster ophogingslaag gesignaleerd met daarin kleine stukjes gebroeders Zoetmulder de bestaande hebben of, na een latere kadastrale wijziging, tot het de 19de eeuw, waar wonen, ambachtelijke en indus- (rood rechtsboven). (Kaart: OMDH) baksteen en mortel. Waarschijnlijk kunnen deze branderij werd verlengd. koetshuis op nummer 27. Op een groot deel van het triële activiteiten naast elkaar bestonden. resten toegeschreven worden aan de funderings- De distilleerketels die op de ovens stonden, achterterrein van het perceel Westmolenstraat 27 lag Dat de conservering van archeologische resten op resten van het voormalige klooster. werden vermoedelijk gebruikt voor de een bakstenen bestrating. Afgaande op de 19de- overige delen van het plangebied Westmolenkwartier Vervolgens is het perceel door adviesbureau Saricon eerste twee distilleergangen. Deze aan- eeuwse kadastrale kaarten is het perceel ter hoogte hetzelfde is, lijkt aannemelijk. De (recente) sloop van op verschillende manieren geofysisch onderzocht. name berust voornamelijk op de nabijheid van de bestrating onbebouwd geweest. Kruiken (voor panden aan de Westmolenstraat heeft in ieder geval Magnetometrisch onderzoek gaf veruit de beste van vier grondvaten waarin van het mout zowel mineraalwater als jenever) en glazen flessen niet voor een dusdanige aantasting van het bodem- resultaten. Hieruit bleek dat in de noordoostelijke beslag werd gemaakt; de grondstof voor (vermoedelijk apothekersflessen) die op de bestrating archief gezorgd dat zinvol archeologisch onderzoek hoek van het perceel structuren aanwezig zijn. Een het distillatieproces. De twee grondvaten zijn gevonden, lijken afval dat van een andere locatie in de toekomst niet meer mogelijk is. deel van deze structuren hoort bij het klooster. Uit de die tussen de ovens stonden kunnen, ge- in de stad afkomstig is. Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), projectie van de sloten en greppels van de kadastrale zien de locatie, overigens ook koelvaten zijn geweest. Het onderzoek heeft niet alleen gegevens opgeleverd P.H.J.I. Ploegaert minuut uit 1811-1832 blijkt dat een deel van de waar- Overzicht van de archeologische resten. De funderin- In het pand zijn ook muurfunderingen van kleine over de bebouwing op het terrein, maar geeft ook genomen ‘structuren’ ook samenvalt met deze water- gen van de dubbele ovens met stookruimten van de ruimtes bewaard gebleven, waarin vermoedelijk inzicht in de dikte van de stedelijke ophogingen die na Schoonhoven | Kloosterterrein De Hem gangen. Uit verdere analyse moet blijken welke branderij op het perceel Westmolenstraat 29 zijn in steenkool voor de ovens werd opgeslagen. de civieltechnische werkzaamheden voor de aanleg Op een perceel langs de C.G. Roosweg in Schoonhoven structuren samenhangen met het oude klooster. roze en rood aangegeven. In bruin de locaties van vier Op perceel Westmolenstraat 27 zijn vloeren gevonden van de tijdelijke parkeervoorzieningen in de onder- zijn twee archeologische onderzoeken uitgevoerd. Op Het geofysisch onderzoek heeft een leuke bijvangst houten vaten die zijn gebruikt voor het maken van die deels inpandig zijn geweest. Een ruimte met grond bewaard blijven. De sanering (en de archeologi- het perceel, bekend onder het toponiem ‘De Hem’, lig- opgeleverd. Het middendeel langs de noordgrens van moutbeslag. (Kaart: BOOR) plavuizenvloer kan, afhankelijk van de datering daar- sche begeleiding) is uitgevoerd tot een diepte van gen de resten van het voormalige klooster Sint Michiel. het perceel is niet onderzocht vanwege een grote pagina 46 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 47

hoeveelheid puin in de bodem. Dit was de locatie van band kunnen worden gebracht met deze houtbouw- eindelijke bouwers: zowel het inventariserende beneden het maaiveld, circa 5 m onder N.A.P. Immers, de landschappelijke situatie leek sterk op die het voormalige station. Maar ten westen van het fase. De stenen kamer of kelder is aan het einde van onderzoek als de opgravingen zijn derhalve in Koppelen we deze 5 m onder N.A.P. hoogte van Kreek 7 van de bijzondere vindplaats van de Vergulde Hand station heeft het onderzoek de locatie bevestigd van de 16de eeuw toegevoegd aan de boerderij en is in de opdracht van RWS uitgevoerd. Mochten ondanks de aan de zeespiegelcurve dan kom je (tentatief) op een West, enkele honderden meters oostelijk van het BBV- de twee gebouwen die bekend zijn van de topografi- tekening oranje gekleurd. uitvoerige onderzoeken toch nog behoudenswaardige ouderdom van rond 5700 cal BP (circa 2700 voor Chr., tracé. Ook bij de Vergulde Hand West bleek het pros- sche kaarten uit de 17de en 20ste eeuw. Het was gebruikelijk om enkele jaren na de aanbouw vondsten gedaan worden, dan worden deze volgens Laat Neolithicum). De onderzoekers van de Antea pecteren van vindplaatsen met boringen complex. Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), C. Thanos van de stenen kamer, het eerste bakstenen deel van een zogenaamd Protocol Realisatievondsten (voor- Group plaatsen de actieve fase van Kreek 7 ergens In de zomer van 2016 werden bij het proefsleuvenon- het gebouw, de rest van het woongedeelte ook in heen Toevalsvondsten) veiliggesteld. Uitwerking en tussen 3600 en 1425 voor Chr. RAAP heeft overigens derzoek door Archeodienst twee behoudenswaardige Teylingen – Warmond | Fort Marina baksteen op te trekken. Uiteindelijk werd de stal ook rapportage van het in 2016 uitgevoerde proefsleuven- in 2015 nog een aanvullend mechanisch booronder- In de zomer van 2016 heeft archeologisch onderzoeks- van baksteen gebouwd. Deze ontwikkeling is ook bij onderzoek en opgravingen vinden in 2017 plaats. zoek uitgevoerd op Kreek 7 om eventuele stilstand- Dwarsdoorsnede door de laatmiddeleeuwse terp. bureau IDDS Archeologie een proefsleuvenonderzoek deze boerderij te zien. In de 17de eeuw is de stenen Door IDDS is voor beide oevers van de nieuwe verbin- fasen in de sedimentatie en mogelijke bewonings- (Foto: R. Isarin, RWS) uitgevoerd op het jachthaventerrein Fort Marina in kamer aan de oostzijde uitgebreid en is waarschijnlijk ding in 2013 een bureauonderzoek en verkennend lagen te onderzoeken. Die bleken niet aanwezig. Warmond, gemeente Teylingen. In één proefsleuf ook de rest van het woongedeelte van steen gemaakt. booronderzoek uitgevoerd. Eind 2014 is door de Antea Verder naar het zuiden, zo ter hoogte van de Surfplas, werden sporen en vondsten uit de Late Middel- De eerste fase van de steenbouw wordt gekenmerkt Aan de noordzijde van het woongedeelte werd een Group een gebiedsbreed karterend booronderzoek ligt de top van de kreken op en rond de 3 m onder eeuwen en Nieuwe Tijd gevonden. De sporen zijn door de aanleg van een kelder aan het huis. Deze waterput geslagen. De tekening laat zien dat over uitgevoerd. Dit intensieve onderzoek heeft een goed N.A.P. Mogelijk liggen de actieve fasen van deze kreken zogenaamde stenen kamer heeft een datering aan het deze waterput een muurfundering lag. Deze muur- inzicht gegeven in het zeer complexe landschap van in de tijd gezien dicht bij elkaar. Wellicht hebben ze einde van de 16de eeuw, maar is in de loop der tijd fundering is waarschijnlijk van het einde van de 18de de noordoever van de Blankenburgverbinding. Bij dit zelfs gelijktijdig gefunctioneerd. De kreken worden - wel een aantal keer aangepast. (Foto: IDDS) of het begin van de 19de eeuw; in deze periode zal een karterend booronderzoek zijn op verschillende diep- voorlopig - in de Vroege IJzertijd, tussen 800 en 500 deel van de boerderij dus wel gesloopt en herbouwd tes onder het maaiveld in totaal acht van west naar voor Chr. geplaatst. Voorafgaande aan het gravende waarschijnlijk van één boerderij die enkele eeuwen in zijn. De stal is in deze periode ook uit baksteen opge- oost lopende kreken gevonden. Hiertussen lagen onderzoek is flink gediscussieerd over de ouderdom gebruik is geweest. In november van 2016 heeft een trokken. De locatie van de woning is niet veranderd en terreindelen met venige, met klei bedekte pakketten. van de kreken en daarmee uiteraard het op te stellen vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving dit is ook het gebouw dat op de kadastrale minuut Hoewel de exacte ouderdom van de kreken niet gespecificeerde archeologische verwachtingsmodel. plaatsgevonden. van omstreeks 1832 staat afgebeeld. bekend is, geeft de ligging van de top van de oeveraf- Het proefsleuvenonderzoek gekoppeld aan een goed Tijdens de opgraving zijn muurfunderingen van IDDS Archeologie, Yolande Meijer zettingen ten opzichte van N.A.P. een indicatie van de dateringprogramma moest hier uitkomst gaan baksteen, waterputten en een kelder gevonden. relatieve ouderdom. Uitgangspunt is daarbij - bieden. In de buurt van de Zuidbuurt ligt de bovenzij- Er zijn drie fasen steenbouw te onderscheiden. Vlaardingen | Tracé van de Blankenburgverbinding normaal gesproken - hoe dieper, hoe ouder. Maar het de van de twee aanwezige kreken aan of vlak onder De eerste fase is die van de bouw van de Tussen de snelwegen A20 en de A15 zal westelijk van landschap hier is door allerlei processen, zoals inklink- het huidige maaiveld, namelijk op circa 2 m onder stenen kamer. Dit is een half verdiepte Vlaardingen een nieuwe verkeersverbinding worden ing, reliëf-inversie en het voorkomen van klapklei en N.A.P. De kreken zijn circa 100 tot 150 m breed en kelder aan de voorzijde, het woon- aangelegd: de Blankenburgverbinding (BBV). Voor dit losgeslagen veeneilanden, in werkelijkheid een stuk lijken actief geweest in de periode 250 voor Chr. tot gedeelte, van de boerderij. De stuk snelweg zullen onder andere twee tunnels aan- weerbarstiger (en boeiender!). Letterlijk zagen we dat circa 400 na Chr.: Late IJzertijd en Romeinse Tijd. boerderij was toen nog een gelegd worden en verder zullen er nog vele andere toen tijdens het proefsleuvenonderzoek de bodem en Bij het karterende booronderzoek werden geen vind- houten gebouw en had een noord- ingrepen in het landschap noodzakelijk zijn. Conform wand van een sleuf spontaan begonnen te bewegen plaatsen gevonden, waarna in zeer goed overleg west-zuidoostrichting. De exacte wet- en regelgeving is Rijkswaterstaat (RWS) in 2013 en verschuiven! tussen de gemeente Vlaardingen, RCE en RWS De tijdens de opgraving gevonden baksteensporen. afmeting van de houten boerderij het AMZ-proces gestart. Inmiddels zit de bulk van het De diepstgelegen kreken liggen in het noorden van (samenwerkend in een zogenaamde Archeologische In bruin is de vermoedelijke ligging van de houtbouw- is in dit stadium van het onderzoek nog niet bekend. onderzoek erop. Doelstelling van RWS was en is het het plangebied, direct ten zuiden van de A20. Zo ligt Begeleidingscommissie, ABC) is besloten de noord- fase van de boerderij weergegeven. (Kaart: IDDS) Wel zijn er diverse paalkuilen gevonden die in ver- BBV-tracé archeologievrij op te leveren aan de uit- de top van zogenaamde ‘Kreek 7’ op minimaal 3 m oever integraal met proefsleuven te onderzoeken. pagina 46 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 47

hoeveelheid puin in de bodem. Dit was de locatie van band kunnen worden gebracht met deze houtbouw- eindelijke bouwers: zowel het inventariserende beneden het maaiveld, circa 5 m onder N.A.P. Immers, de landschappelijke situatie leek sterk op die het voormalige station. Maar ten westen van het fase. De stenen kamer of kelder is aan het einde van onderzoek als de opgravingen zijn derhalve in Koppelen we deze 5 m onder N.A.P. hoogte van Kreek 7 van de bijzondere vindplaats van de Vergulde Hand station heeft het onderzoek de locatie bevestigd van de 16de eeuw toegevoegd aan de boerderij en is in de opdracht van RWS uitgevoerd. Mochten ondanks de aan de zeespiegelcurve dan kom je (tentatief) op een West, enkele honderden meters oostelijk van het BBV- de twee gebouwen die bekend zijn van de topografi- tekening oranje gekleurd. uitvoerige onderzoeken toch nog behoudenswaardige ouderdom van rond 5700 cal BP (circa 2700 voor Chr., tracé. Ook bij de Vergulde Hand West bleek het pros- sche kaarten uit de 17de en 20ste eeuw. Het was gebruikelijk om enkele jaren na de aanbouw vondsten gedaan worden, dan worden deze volgens Laat Neolithicum). De onderzoekers van de Antea pecteren van vindplaatsen met boringen complex. Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH), C. Thanos van de stenen kamer, het eerste bakstenen deel van een zogenaamd Protocol Realisatievondsten (voor- Group plaatsen de actieve fase van Kreek 7 ergens In de zomer van 2016 werden bij het proefsleuvenon- het gebouw, de rest van het woongedeelte ook in heen Toevalsvondsten) veiliggesteld. Uitwerking en tussen 3600 en 1425 voor Chr. RAAP heeft overigens derzoek door Archeodienst twee behoudenswaardige Teylingen – Warmond | Fort Marina baksteen op te trekken. Uiteindelijk werd de stal ook rapportage van het in 2016 uitgevoerde proefsleuven- in 2015 nog een aanvullend mechanisch booronder- In de zomer van 2016 heeft archeologisch onderzoeks- van baksteen gebouwd. Deze ontwikkeling is ook bij onderzoek en opgravingen vinden in 2017 plaats. zoek uitgevoerd op Kreek 7 om eventuele stilstand- Dwarsdoorsnede door de laatmiddeleeuwse terp. bureau IDDS Archeologie een proefsleuvenonderzoek deze boerderij te zien. In de 17de eeuw is de stenen Door IDDS is voor beide oevers van de nieuwe verbin- fasen in de sedimentatie en mogelijke bewonings- (Foto: R. Isarin, RWS) uitgevoerd op het jachthaventerrein Fort Marina in kamer aan de oostzijde uitgebreid en is waarschijnlijk ding in 2013 een bureauonderzoek en verkennend lagen te onderzoeken. Die bleken niet aanwezig. Warmond, gemeente Teylingen. In één proefsleuf ook de rest van het woongedeelte van steen gemaakt. booronderzoek uitgevoerd. Eind 2014 is door de Antea Verder naar het zuiden, zo ter hoogte van de Surfplas, werden sporen en vondsten uit de Late Middel- De eerste fase van de steenbouw wordt gekenmerkt Aan de noordzijde van het woongedeelte werd een Group een gebiedsbreed karterend booronderzoek ligt de top van de kreken op en rond de 3 m onder eeuwen en Nieuwe Tijd gevonden. De sporen zijn door de aanleg van een kelder aan het huis. Deze waterput geslagen. De tekening laat zien dat over uitgevoerd. Dit intensieve onderzoek heeft een goed N.A.P. Mogelijk liggen de actieve fasen van deze kreken zogenaamde stenen kamer heeft een datering aan het deze waterput een muurfundering lag. Deze muur- inzicht gegeven in het zeer complexe landschap van in de tijd gezien dicht bij elkaar. Wellicht hebben ze einde van de 16de eeuw, maar is in de loop der tijd fundering is waarschijnlijk van het einde van de 18de de noordoever van de Blankenburgverbinding. Bij dit zelfs gelijktijdig gefunctioneerd. De kreken worden - wel een aantal keer aangepast. (Foto: IDDS) of het begin van de 19de eeuw; in deze periode zal een karterend booronderzoek zijn op verschillende diep- voorlopig - in de Vroege IJzertijd, tussen 800 en 500 deel van de boerderij dus wel gesloopt en herbouwd tes onder het maaiveld in totaal acht van west naar voor Chr. geplaatst. Voorafgaande aan het gravende waarschijnlijk van één boerderij die enkele eeuwen in zijn. De stal is in deze periode ook uit baksteen opge- oost lopende kreken gevonden. Hiertussen lagen onderzoek is flink gediscussieerd over de ouderdom gebruik is geweest. In november van 2016 heeft een trokken. De locatie van de woning is niet veranderd en terreindelen met venige, met klei bedekte pakketten. van de kreken en daarmee uiteraard het op te stellen vervolgonderzoek in de vorm van een opgraving dit is ook het gebouw dat op de kadastrale minuut Hoewel de exacte ouderdom van de kreken niet gespecificeerde archeologische verwachtingsmodel. plaatsgevonden. van omstreeks 1832 staat afgebeeld. bekend is, geeft de ligging van de top van de oeveraf- Het proefsleuvenonderzoek gekoppeld aan een goed Tijdens de opgraving zijn muurfunderingen van IDDS Archeologie, Yolande Meijer zettingen ten opzichte van N.A.P. een indicatie van de dateringprogramma moest hier uitkomst gaan baksteen, waterputten en een kelder gevonden. relatieve ouderdom. Uitgangspunt is daarbij - bieden. In de buurt van de Zuidbuurt ligt de bovenzij- Er zijn drie fasen steenbouw te onderscheiden. Vlaardingen | Tracé van de Blankenburgverbinding normaal gesproken - hoe dieper, hoe ouder. Maar het de van de twee aanwezige kreken aan of vlak onder De eerste fase is die van de bouw van de Tussen de snelwegen A20 en de A15 zal westelijk van landschap hier is door allerlei processen, zoals inklink- het huidige maaiveld, namelijk op circa 2 m onder stenen kamer. Dit is een half verdiepte Vlaardingen een nieuwe verkeersverbinding worden ing, reliëf-inversie en het voorkomen van klapklei en N.A.P. De kreken zijn circa 100 tot 150 m breed en kelder aan de voorzijde, het woon- aangelegd: de Blankenburgverbinding (BBV). Voor dit losgeslagen veeneilanden, in werkelijkheid een stuk lijken actief geweest in de periode 250 voor Chr. tot gedeelte, van de boerderij. De stuk snelweg zullen onder andere twee tunnels aan- weerbarstiger (en boeiender!). Letterlijk zagen we dat circa 400 na Chr.: Late IJzertijd en Romeinse Tijd. boerderij was toen nog een gelegd worden en verder zullen er nog vele andere toen tijdens het proefsleuvenonderzoek de bodem en Bij het karterende booronderzoek werden geen vind- houten gebouw en had een noord- ingrepen in het landschap noodzakelijk zijn. Conform wand van een sleuf spontaan begonnen te bewegen plaatsen gevonden, waarna in zeer goed overleg west-zuidoostrichting. De exacte wet- en regelgeving is Rijkswaterstaat (RWS) in 2013 en verschuiven! tussen de gemeente Vlaardingen, RCE en RWS De tijdens de opgraving gevonden baksteensporen. afmeting van de houten boerderij het AMZ-proces gestart. Inmiddels zit de bulk van het De diepstgelegen kreken liggen in het noorden van (samenwerkend in een zogenaamde Archeologische In bruin is de vermoedelijke ligging van de houtbouw- is in dit stadium van het onderzoek nog niet bekend. onderzoek erop. Doelstelling van RWS was en is het het plangebied, direct ten zuiden van de A20. Zo ligt Begeleidingscommissie, ABC) is besloten de noord- fase van de boerderij weergegeven. (Kaart: IDDS) Wel zijn er diverse paalkuilen gevonden die in ver- BBV-tracé archeologievrij op te leveren aan de uit- de top van zogenaamde ‘Kreek 7’ op minimaal 3 m oever integraal met proefsleuven te onderzoeken. pagina 48 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 49

vindplaatsen aangemerkt voor opgraving: een laat- door ontwatering geschikt te maken voor gebruik. vindplaatsen in vergelijkbare landschappelijke een pad door het veen aan te leggen? Opvallend gege- tot zeer goed bewaard. De nederzetting is groter dan middeleeuwse terp, gelegen op de circa 100 m brede Een andere bijzondere waarneming is die van twee contexten zijn bekend uit de nabije omgeving: ven is dat vrijwel alle palen - aangepunte en relatief het opgegraven areaal en loopt door in zuidelijke en kreekrug ter hoogte van de Zuidbuurt en een, in kleilagen tussen de veenlaag en de eerste door de Midden-Delfland en de Vergulde Hand West. Om niets dikke staanders - lijken te zijn uitgetrokken. Zij liggen westelijke richting. De vindplaats uit de IJzertijd ligt eerste instantie mysterieuze, vindplaats uit de mens aangebrachte ophogingslagen. Het is niet aan informatie te verliezen is de opgraving uiterst allemaal plat in verschillende richtingen. Slechts circa 200 m ten noorden van de Slaperdijk en lijkt Midden IJzertijd, enkele honderden meters ten zuiden ondenkbaar dat deze kleilagen het gevolg zijn van de behoedzaam aangepakt. De vindplaats bleek uitein- enkele palen zijn nog in situ en rechtop in het veen met deze opgraving in zijn geheel te zijn opgegraven. van de A20. Mysterieus omdat de aard van de vind- bekende overstromingen in dit gebied van 1163 en delijk beperkt in omvang. Het gaat om een veenkus- gevonden. Wat betreft de vondsten, vooralsnog wordt Beide vindplaatsen zijn ontstaan op de top van plaats na het waarderende onderzoek nog steeds niet 1170 na Chr. Overigens, tijdens de realisatie van de sen van ongeveer 30 x 20 m, waarop in ieder geval ervan uitgegaan dat het aardewerk eé ń complex in meerdere, vroeger enkele decimeters hoger gelegen duidelijk was: een urnenveld? Deze vindplaats is in BBV (2018/2019) zal de Maassluissedijk nader worden eé ń , maar mogelijk twee huizen hebben gestaan. de (Midden-) IJzertijd vertegenwoordigt. duintjes. Deze afzettingen van de Oude Duinen zijn het najaar van 2016 door ADC ArcheoProjecten onderzocht. Dit veenkussen heeft zich ontwikkeld in een depressie De uitwerking van de gegevens en specialistisch onder- normaal gesproken afgedekt door een post- opgegraven. Bij het proefsleuvenonderzoek werden ook resten uit in de diepere ondergrond. zoek (onder ander 14C, macroresten en pollen, micro- Merovingische gele stuiflaag met daarboven een De laatmiddeleeuwse vindplaats werd verwacht, de IJzertijd gevonden. In eerste instantie, mede op Van het zuidelijke huis (structuur 1) zijn door de morfologie) is ook voor deze vindplaats in volle gang. lichtbruine bodem uit de Nieuwe Tijd. De gele stuif- aangezien het betreffende terrein een AMK-terrein basis van een fragment menselijk bot, werd gedacht onderzoekers van ADC alleen losliggende houten Rijkswaterstaat, René Isarin laag is in het Zuid-Hollandse duingebied vaak ver- (monumentnummer 4080) is. Naast dit in het BBV- dat het (al dan niet deels) zou gaan om een (ver- staanders en staken gevonden, zij het met een kleine dwenen of opgenomen in de jongere lagen. Dat deze tracé gelegen terrein liggen er meer AMK-terreinen spoeld) urnenveld. Een andere gedachte was een haardplaats. Van het noordelijke huis (structuur 2) Westland – Ter Heijde | Molenslag Westland laag met name langs de Slaperdijk nog bewaard is op een lang, van naar Vlaardingen lopend, (geoxideerde) huisplaats of erf. Immers vergelijkbare zijn slechts de noordelijke lange wand en een klein In de kroniek over 2015 is al geschreven over de gebleven, heeft er aan bijgedragen dat met name het lint van historische boerderijen. De opgraving van de deel van de oostelijke kopse kant gevonden. De grote verschillende archeologische onderzoeken op het voor- oude loopniveau en de sporen uit de Merovingische terp heeft, ondanks dat de uitwerking nog gaande is, Alle sporenkaart van de opgraving van de IJzertijd- haardplaats en de naastgelegen asdump waren daar- malig campingterrein Molenslag in het duingebied periode zeer goed zijn bewaard. al veel nieuwe kennis over de middeleeuwse vindplaats met de twee structuren. (Tekening: ADC) entegen zeer goed bewaard gebleven. Er bestaat nog van de gemeente Westland. In de maanden oktober Ter hoogte van de vindplaats uit de IJzertijd lag in de Vlaardingers opgeleverd. Er zijn enkele opmerkelijke Het bij de terpopgraving gevonden beeldje (deel van discussie over de precieze aard van de sporen van het en november van 2016 is er uiteindelijk gegraven op top van het duin een akkerlaag met eergetouwkras- archeologische vondsten gedaan. Onder de terp zijn een kandelaar?) van een hinde. (Foto: VLAK) noordelijke huis. Niet alles is tijdens het veldwerk de twee vooraf geselecteerde zones met vindplaatsen sen. Op een dieper niveau was lokaal ook nog sprake een zeldzaam vlechtwerk en een mand gevonden. Hoe duidelijk geworden. Gaat het om de omgevallen uit de IJzertijd en de Merovingische periode. oud deze exact zijn moet nader onderzoek uitwijzen. monsters genomen uit verschillende bodemlagen van wand van een huis of wellicht om een ontmanteld Langs de Slaperdijk ligt het nederzettingsterrein uit Impressie van de opgraving ter hoogte van de vroeg- Vooral de functie van het vlechtwerk is nog een raad- en onder de terp. Op basis hiervan wordt getracht de huis, waarvan de palen en staken zijn hergebruikt om de Vroege Middeleeuwen. Deze sporen zijn redelijk middeleeuwse vindplaats. (Foto: Archeologie Delft) sel. In de ophogingslagen die de terp vormden, precieze ouderdom van de lagen te achterhalen en, werden een metalen beeldje van een hinde en een als het goed is, een beeld van de vegetatie op en in de aardewerken tol gevonden. Echte sporen van bewo- buurt van de terp te krijgen. ning waren er helaas niet, wat overigens niet wil Wat we nu al (denken te) weten is dat de terp jonger zeggen dat deze er niet geweest zijn. Het kan zijn dat is dan de vlakbij gelegen Maassluissedijk. Ondanks deze door latere bewerking van het land verdwenen de bescherming van de dijk hebben de vroege zijn. Ook is het mogelijk dat de oudste bewoning te Vlaardingers hier dus besloten hun woonplaats op te vinden is ónder de huidige boerderijen aan weerszij- hogen. Blijkbaar was de dijk niet veilig genoeg. den van de opgraving. Dat kan betekenen dat het Daarnaast zijn er greppels waargenomen die zijn onderzochte terrein onderdeel is van een veel grotere gegraven in de veenlaag onder de terp. Dat zijn terp en dat hier andere activiteiten dan bewoning wellicht de bewijzen voor de eerste pogingen van de hebben plaatsgevonden. Er is een groot aantal mens om het landschap naar zijn hand te zetten en pagina 48 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 49

vindplaatsen aangemerkt voor opgraving: een laat- door ontwatering geschikt te maken voor gebruik. vindplaatsen in vergelijkbare landschappelijke een pad door het veen aan te leggen? Opvallend gege- tot zeer goed bewaard. De nederzetting is groter dan middeleeuwse terp, gelegen op de circa 100 m brede Een andere bijzondere waarneming is die van twee contexten zijn bekend uit de nabije omgeving: ven is dat vrijwel alle palen - aangepunte en relatief het opgegraven areaal en loopt door in zuidelijke en kreekrug ter hoogte van de Zuidbuurt en een, in kleilagen tussen de veenlaag en de eerste door de Midden-Delfland en de Vergulde Hand West. Om niets dikke staanders - lijken te zijn uitgetrokken. Zij liggen westelijke richting. De vindplaats uit de IJzertijd ligt eerste instantie mysterieuze, vindplaats uit de mens aangebrachte ophogingslagen. Het is niet aan informatie te verliezen is de opgraving uiterst allemaal plat in verschillende richtingen. Slechts circa 200 m ten noorden van de Slaperdijk en lijkt Midden IJzertijd, enkele honderden meters ten zuiden ondenkbaar dat deze kleilagen het gevolg zijn van de behoedzaam aangepakt. De vindplaats bleek uitein- enkele palen zijn nog in situ en rechtop in het veen met deze opgraving in zijn geheel te zijn opgegraven. van de A20. Mysterieus omdat de aard van de vind- bekende overstromingen in dit gebied van 1163 en delijk beperkt in omvang. Het gaat om een veenkus- gevonden. Wat betreft de vondsten, vooralsnog wordt Beide vindplaatsen zijn ontstaan op de top van plaats na het waarderende onderzoek nog steeds niet 1170 na Chr. Overigens, tijdens de realisatie van de sen van ongeveer 30 x 20 m, waarop in ieder geval ervan uitgegaan dat het aardewerk eé ń complex in meerdere, vroeger enkele decimeters hoger gelegen duidelijk was: een urnenveld? Deze vindplaats is in BBV (2018/2019) zal de Maassluissedijk nader worden eé ń , maar mogelijk twee huizen hebben gestaan. de (Midden-) IJzertijd vertegenwoordigt. duintjes. Deze afzettingen van de Oude Duinen zijn het najaar van 2016 door ADC ArcheoProjecten onderzocht. Dit veenkussen heeft zich ontwikkeld in een depressie De uitwerking van de gegevens en specialistisch onder- normaal gesproken afgedekt door een post- opgegraven. Bij het proefsleuvenonderzoek werden ook resten uit in de diepere ondergrond. zoek (onder ander 14C, macroresten en pollen, micro- Merovingische gele stuiflaag met daarboven een De laatmiddeleeuwse vindplaats werd verwacht, de IJzertijd gevonden. In eerste instantie, mede op Van het zuidelijke huis (structuur 1) zijn door de morfologie) is ook voor deze vindplaats in volle gang. lichtbruine bodem uit de Nieuwe Tijd. De gele stuif- aangezien het betreffende terrein een AMK-terrein basis van een fragment menselijk bot, werd gedacht onderzoekers van ADC alleen losliggende houten Rijkswaterstaat, René Isarin laag is in het Zuid-Hollandse duingebied vaak ver- (monumentnummer 4080) is. Naast dit in het BBV- dat het (al dan niet deels) zou gaan om een (ver- staanders en staken gevonden, zij het met een kleine dwenen of opgenomen in de jongere lagen. Dat deze tracé gelegen terrein liggen er meer AMK-terreinen spoeld) urnenveld. Een andere gedachte was een haardplaats. Van het noordelijke huis (structuur 2) Westland – Ter Heijde | Molenslag Westland laag met name langs de Slaperdijk nog bewaard is op een lang, van Maassluis naar Vlaardingen lopend, (geoxideerde) huisplaats of erf. Immers vergelijkbare zijn slechts de noordelijke lange wand en een klein In de kroniek over 2015 is al geschreven over de gebleven, heeft er aan bijgedragen dat met name het lint van historische boerderijen. De opgraving van de deel van de oostelijke kopse kant gevonden. De grote verschillende archeologische onderzoeken op het voor- oude loopniveau en de sporen uit de Merovingische terp heeft, ondanks dat de uitwerking nog gaande is, Alle sporenkaart van de opgraving van de IJzertijd- haardplaats en de naastgelegen asdump waren daar- malig campingterrein Molenslag in het duingebied periode zeer goed zijn bewaard. al veel nieuwe kennis over de middeleeuwse vindplaats met de twee structuren. (Tekening: ADC) entegen zeer goed bewaard gebleven. Er bestaat nog van de gemeente Westland. In de maanden oktober Ter hoogte van de vindplaats uit de IJzertijd lag in de Vlaardingers opgeleverd. Er zijn enkele opmerkelijke Het bij de terpopgraving gevonden beeldje (deel van discussie over de precieze aard van de sporen van het en november van 2016 is er uiteindelijk gegraven op top van het duin een akkerlaag met eergetouwkras- archeologische vondsten gedaan. Onder de terp zijn een kandelaar?) van een hinde. (Foto: VLAK) noordelijke huis. Niet alles is tijdens het veldwerk de twee vooraf geselecteerde zones met vindplaatsen sen. Op een dieper niveau was lokaal ook nog sprake een zeldzaam vlechtwerk en een mand gevonden. Hoe duidelijk geworden. Gaat het om de omgevallen uit de IJzertijd en de Merovingische periode. oud deze exact zijn moet nader onderzoek uitwijzen. monsters genomen uit verschillende bodemlagen van wand van een huis of wellicht om een ontmanteld Langs de Slaperdijk ligt het nederzettingsterrein uit Impressie van de opgraving ter hoogte van de vroeg- Vooral de functie van het vlechtwerk is nog een raad- en onder de terp. Op basis hiervan wordt getracht de huis, waarvan de palen en staken zijn hergebruikt om de Vroege Middeleeuwen. Deze sporen zijn redelijk middeleeuwse vindplaats. (Foto: Archeologie Delft) sel. In de ophogingslagen die de terp vormden, precieze ouderdom van de lagen te achterhalen en, werden een metalen beeldje van een hinde en een als het goed is, een beeld van de vegetatie op en in de aardewerken tol gevonden. Echte sporen van bewo- buurt van de terp te krijgen. ning waren er helaas niet, wat overigens niet wil Wat we nu al (denken te) weten is dat de terp jonger zeggen dat deze er niet geweest zijn. Het kan zijn dat is dan de vlakbij gelegen Maassluissedijk. Ondanks deze door latere bewerking van het land verdwenen de bescherming van de dijk hebben de vroege zijn. Ook is het mogelijk dat de oudste bewoning te Vlaardingers hier dus besloten hun woonplaats op te vinden is ónder de huidige boerderijen aan weerszij- hogen. Blijkbaar was de dijk niet veilig genoeg. den van de opgraving. Dat kan betekenen dat het Daarnaast zijn er greppels waargenomen die zijn onderzochte terrein onderdeel is van een veel grotere gegraven in de veenlaag onder de terp. Dat zijn terp en dat hier andere activiteiten dan bewoning wellicht de bewijzen voor de eerste pogingen van de hebben plaatsgevonden. Er is een groot aantal mens om het landschap naar zijn hand te zetten en pagina 50 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 51

minste twee naast elkaar gelegen duintoppen is een Op basis van de oversnijding van twee boerderij- Uit diezelfde cultuurlaag komen ook kleine fragmen- cluster met gebouwplattegronden gevonden. Op plattegronden op één erf zijn ten minste twee bewo- ten barnsteen en één fragment van een glazen beker. basis van het verschil in oriëntatie van de clusters is ningsfasen aan te wijzen. Daarnaast blijkt uit het Met de bemonstering van twee pollenbakken zal het onderscheid tussen beide duintopjes zichtbaar. aantal oversnijdingen tussen waterputten en platte- worden bekeken of er een reconstructie van de In totaal zijn twaalf gebouwstructuren opgetekend, gronden dat er nog meer fasen geweest zullen zijn. vegetatie in de Vroege Middeleeuwen kan worden onder te verdelen in 3 schuren, 1 spieker, 3 woonstal- De oudste waterputten hebben een egale, bijna gemaakt. Vindplaatsen uit de Merovingische periode boerderijen en 5 boerderijen zonder stalgedeelte. schone vulling, terwijl de jongste putten een bijna zijn in dit deel van Zuid-Holland en met name in het Eén van de woonstalboerderijen heeft een lengte van gitzwarte opvulling hebben met materiaal van het duingebied schaars. Over het algemeen zorgen de wel 28 m. De overige gebouwen meten 10 tot 18 m. De loopniveau uit de laatste gebruiksfase. In totaal zijn droge omstandigheden voor slechte conserverings- (Foto: Archeologie Delft) goede conservering heeft ervoor gezorgd dat in twee 12 waterputten en 2 waterkuilen gevonden. De condities. De laagte waaruit de pollen verzameld Westprofiel met duidelijk zichtbaar de cultuurlaag en gevallen nog de locatie van de haard is aan te wijzen. waterputten zijn onder te verdelen in constructies zijn, is de perfecte ‘findtrap’ voor archeobotanisch het natuurlijk verloop van de duintopjes. De gebouwplattegronden passen goed in de bouwtra- met een ton, een mand (vlechtwerk) of met houten materiaal en is een unieke kans om meer over het dities, zoals bekend uit Katwijk, Oegstgeest en Rijns- takken. Alle putten hadden een beperkte diepte, waar- duinlandschap en het gebruik daarvan in deze van een tweede cultuurlaag. De scherven aardewerk burg en kunnen naar typologie van Dijkstra worden uit kon worden afgeleid dat het grondwaterniveau periode te weten te komen. Locatie van de doorsnede op een uitsnede van een met kwartsmagering hierin lijken de laag te dateren onderverdeeld in de typen Katwijk B en C (driedelig) en onder de duintopjes relatief hoog heeft gestaan. Door Archeologie Delft, Jean Paul Bakx kaart uit 1635. De Binnenwegpolder in Zegwaart (op in de Late Bronstijd of Vroege IJzertijd. Er zijn geen Rijnsburg A (tweedelig). Tussen de duintopjes liep een deze hoge waterstand, ook tot in recente tijden, is een de afbeelding onder) staat grotendeels onder water. sporen die aan deze laag te koppelen zijn. weg waarin karresporen en hoefindrukken zijn gevon- deel van het hout uit de waterputten en de gebouw- Zoetermeer | Landscheiding (bron: NL-LDNHHR, Collectie kaarten, A-1310) Sporenkaart ter hoogte van de vindplaats uit de den. Er lijkt sprake van een ‘holle’ weg, waar langs plattegronden bewaard gebleven. Het hout dat is De landscheidingen waren de waterscheidingen Sporenkaart ter hoogte van de vindplaats uit de Merovingische Tijd. (Kaart: Archeologie Delft) weerszijden stakenrijen waren gezet die ervoor moes- gebruikt, is allemaal eikenhout en lijkt vanwege het tussen het water dat afstroomde naar de Oude Rijn, gelegd toen de ontginning van het veengebied in Ijzertijd. (Kaart: Archeologie Delft) ten zorgen dat de weg niet zou instuiven. knoestige karakter lokaal te zijn verzameld. Een de Maas en de Schie. Respectievelijk behoorden deze Zegwaart (Zoetermeer) en in Bleijswijk in de 12de of de Door en naast de akker met eergetouwkrassen lagen Het is nog onduidelijk of de bewoning op de duin- aantal houten palen blijkt geschikt voor daterings- drie gebieden tot de Hoogheemraadschappen van 13de eeuw werd voltooid. In de 16de en 17de eeuw paalsporen van vermoedelijk drie gebouwen. De twee- topjes gelijktijdig is geweest of elkaar opvolgde. onderzoek door dendrochronologie of AMS. Rijnland, Delfland en Schieland. De landscheiding werden de polders aan beide zijden volledig uitge- schepige structuren hebben een noordoost-zuidwest Voorafgaand aan de opgraving zijn in 2015 ter tussen Rijnland en Schieland werd vermoedelijk aan- veend, waardoor de landscheiding een waterkerende oriëntatie en liggen op een afstand van enkele meters Gedeelte van een woonstalboerderij met stalboxen. hoogte van de Merovingische vindplaats al veel dijk was geworden. Na 1700 werden de polders droog- van elkaar, langs de oostelijke flank van het duin- objecten gevonden. In het oog springend waren twee De landscheidingsdijk tussen Zoetermeer en Bleiswijk. gemalen en verloor de landscheidingsdijk haar functie. topje. Gelet op de beperkte ruimte wordt er vanuit ‘tremisses’ en vier ’sceatta’s’. Vroegmiddeleeuwse (Foto: Archeologie Delft) gegaan dat de plattegronden elkaar in tijd opvolgden. munten zijn bij de opgraving niet gevonden, maar Complete huisplattegronden uit de IJzertijd zijn in de wel verschillende fibulae, onder andere van het regio zeldzaam. Het aardewerk doet vermoeden dat bekende Domburg-type, en enkele andere metalen het om bewoning in de Midden of Late IJzertijd gaat. persoonlijke voorwerpen. Een groot deel van het Uit één van de paalkuilen is een houtskoolmonster aardewerk is handgevormd, naast de gebruikelijke genomen dat voor een AMS-datering nader zal vormen voor de periode van de laat 6de tot vroege worden onderzocht. 8ste eeuw. Net zoals het hout is ook het botmateriaal Het merendeel van de sporen is echter toe te schrij- goed geconserveerd: uit een aantal zeefmonsters van ven aan de vroegmiddeleeuwse bewoning. Op ten- de cultuurlaag is veel vissenbot verzameld.

(Foto: Archeologie Delft) pagina 50 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 51

minste twee naast elkaar gelegen duintoppen is een Op basis van de oversnijding van twee boerderij- Uit diezelfde cultuurlaag komen ook kleine fragmen- cluster met gebouwplattegronden gevonden. Op plattegronden op één erf zijn ten minste twee bewo- ten barnsteen en één fragment van een glazen beker. basis van het verschil in oriëntatie van de clusters is ningsfasen aan te wijzen. Daarnaast blijkt uit het Met de bemonstering van twee pollenbakken zal het onderscheid tussen beide duintopjes zichtbaar. aantal oversnijdingen tussen waterputten en platte- worden bekeken of er een reconstructie van de In totaal zijn twaalf gebouwstructuren opgetekend, gronden dat er nog meer fasen geweest zullen zijn. vegetatie in de Vroege Middeleeuwen kan worden onder te verdelen in 3 schuren, 1 spieker, 3 woonstal- De oudste waterputten hebben een egale, bijna gemaakt. Vindplaatsen uit de Merovingische periode boerderijen en 5 boerderijen zonder stalgedeelte. schone vulling, terwijl de jongste putten een bijna zijn in dit deel van Zuid-Holland en met name in het Eén van de woonstalboerderijen heeft een lengte van gitzwarte opvulling hebben met materiaal van het duingebied schaars. Over het algemeen zorgen de wel 28 m. De overige gebouwen meten 10 tot 18 m. De loopniveau uit de laatste gebruiksfase. In totaal zijn droge omstandigheden voor slechte conserverings- (Foto: Archeologie Delft) goede conservering heeft ervoor gezorgd dat in twee 12 waterputten en 2 waterkuilen gevonden. De condities. De laagte waaruit de pollen verzameld Westprofiel met duidelijk zichtbaar de cultuurlaag en gevallen nog de locatie van de haard is aan te wijzen. waterputten zijn onder te verdelen in constructies zijn, is de perfecte ‘findtrap’ voor archeobotanisch het natuurlijk verloop van de duintopjes. De gebouwplattegronden passen goed in de bouwtra- met een ton, een mand (vlechtwerk) of met houten materiaal en is een unieke kans om meer over het dities, zoals bekend uit Katwijk, Oegstgeest en Rijns- takken. Alle putten hadden een beperkte diepte, waar- duinlandschap en het gebruik daarvan in deze van een tweede cultuurlaag. De scherven aardewerk burg en kunnen naar typologie van Dijkstra worden uit kon worden afgeleid dat het grondwaterniveau periode te weten te komen. Locatie van de doorsnede op een uitsnede van een met kwartsmagering hierin lijken de laag te dateren onderverdeeld in de typen Katwijk B en C (driedelig) en onder de duintopjes relatief hoog heeft gestaan. Door Archeologie Delft, Jean Paul Bakx kaart uit 1635. De Binnenwegpolder in Zegwaart (op in de Late Bronstijd of Vroege IJzertijd. Er zijn geen Rijnsburg A (tweedelig). Tussen de duintopjes liep een deze hoge waterstand, ook tot in recente tijden, is een de afbeelding onder) staat grotendeels onder water. sporen die aan deze laag te koppelen zijn. weg waarin karresporen en hoefindrukken zijn gevon- deel van het hout uit de waterputten en de gebouw- Zoetermeer | Landscheiding (bron: NL-LDNHHR, Collectie kaarten, A-1310) Sporenkaart ter hoogte van de vindplaats uit de den. Er lijkt sprake van een ‘holle’ weg, waar langs plattegronden bewaard gebleven. Het hout dat is De landscheidingen waren de waterscheidingen Sporenkaart ter hoogte van de vindplaats uit de Merovingische Tijd. (Kaart: Archeologie Delft) weerszijden stakenrijen waren gezet die ervoor moes- gebruikt, is allemaal eikenhout en lijkt vanwege het tussen het water dat afstroomde naar de Oude Rijn, gelegd toen de ontginning van het veengebied in Ijzertijd. (Kaart: Archeologie Delft) ten zorgen dat de weg niet zou instuiven. knoestige karakter lokaal te zijn verzameld. Een de Maas en de Schie. Respectievelijk behoorden deze Zegwaart (Zoetermeer) en in Bleijswijk in de 12de of de Door en naast de akker met eergetouwkrassen lagen Het is nog onduidelijk of de bewoning op de duin- aantal houten palen blijkt geschikt voor daterings- drie gebieden tot de Hoogheemraadschappen van 13de eeuw werd voltooid. In de 16de en 17de eeuw paalsporen van vermoedelijk drie gebouwen. De twee- topjes gelijktijdig is geweest of elkaar opvolgde. onderzoek door dendrochronologie of AMS. Rijnland, Delfland en Schieland. De landscheiding werden de polders aan beide zijden volledig uitge- schepige structuren hebben een noordoost-zuidwest Voorafgaand aan de opgraving zijn in 2015 ter tussen Rijnland en Schieland werd vermoedelijk aan- veend, waardoor de landscheiding een waterkerende oriëntatie en liggen op een afstand van enkele meters Gedeelte van een woonstalboerderij met stalboxen. hoogte van de Merovingische vindplaats al veel dijk was geworden. Na 1700 werden de polders droog- van elkaar, langs de oostelijke flank van het duin- objecten gevonden. In het oog springend waren twee De landscheidingsdijk tussen Zoetermeer en Bleiswijk. gemalen en verloor de landscheidingsdijk haar functie. topje. Gelet op de beperkte ruimte wordt er vanuit ‘tremisses’ en vier ’sceatta’s’. Vroegmiddeleeuwse (Foto: Archeologie Delft) gegaan dat de plattegronden elkaar in tijd opvolgden. munten zijn bij de opgraving niet gevonden, maar Complete huisplattegronden uit de IJzertijd zijn in de wel verschillende fibulae, onder andere van het regio zeldzaam. Het aardewerk doet vermoeden dat bekende Domburg-type, en enkele andere metalen het om bewoning in de Midden of Late IJzertijd gaat. persoonlijke voorwerpen. Een groot deel van het Uit één van de paalkuilen is een houtskoolmonster aardewerk is handgevormd, naast de gebruikelijke genomen dat voor een AMS-datering nader zal vormen voor de periode van de laat 6de tot vroege worden onderzocht. 8ste eeuw. Net zoals het hout is ook het botmateriaal Het merendeel van de sporen is echter toe te schrij- goed geconserveerd: uit een aantal zeefmonsters van ven aan de vroegmiddeleeuwse bewoning. Op ten- de cultuurlaag is veel vissenbot verzameld.

(Foto: Archeologie Delft) pagina 52 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 53

behorende landschappen gereconstrueerd. Iedere sporen op deze gereconstrueerde gereedschappen, complete skelet van een mens ooit in Nederland VARIA archeologische periode kende in het dynamische worden in het laboratorium van de universiteit verge- gevonden. Doordat de vondst samenhing met de Deltagebied immers zijn eigen landschapstype. Het leken met die op de opgegraven werktuigen, zodat het aanleg van een spoorlijn is zij Trijntje genoemd. Educatief Archeologisch Erf in Vlaardingen EAE krijgt hiermee een groene en dynamisch-speelse mogelijk wordt te bepalen welk gereedschap in de Inge: “Trijntje ‘belichaamt’ het, in mijn ogen, meest Eind jaren 50 van de vorige eeuw werden in de uitstraling, met aandacht voor de geschiedenis van Steentijd voor welke activiteit werd gebruikt. Ook bijzondere archeologische vondstcomplex in Zuid- Vlaardingse Westwijk door leden van de AWN- de interactie tussen mens en natuur. werd bepaald hoeveel tijd een bepaalde handeling Holland. Wetenschappelijk gezien is het natuurlijk een werkgroep Helinium resten uit de Nieuwe Steentijd Het concept voor het EAE is jaren geleden door de kost, zoals het kappen van een boom voor een staan- unieke vindplaats, die dateert uit de overgangsfase (circa 3.000 voor Chr.) ontdekt. Deze konden bij AWN-werkgroep Helinium op papier gezet en wordt der, zodat per saldo berekend kan worden hoeveel tijd van de Midden-Steentijd naar de Nieuwe Steentijd: de gebrek aan vergelijkbare vondsten nog niet binnen de nu door de ‘Federatie Broekpolder’ (FBP) verder uit- de bouw van een dergelijk gebouw kostte. De komen- opkomst van landbouw en veeteelt in Nederland. Tot toen geldende indeling van archeologische culturen gewerkt en in afstemming met Helinium, het de jaren wordt de samenwerking tussen de Universi- die tijd leefde de mens als jager-verzamelaar een De doorsnede door de dijk met de duidelijke lagen in geplaatst worden. Naar de eerste vindplaats kreeg Het Vlaardingenhuis in aanbouw. Vlaardings Archeologisch Kantoor en Museum teit Leiden en het Educatief Archeologisch Erf voortge- nomadisch bestaan. Trijntje en haar familie/groeps- het gecomprimeerde veenpakket. (Foto: Archeologie Delft) het vondstcomplex de naam ‘Vlaardingencultuur’. Vlaardingen uitgevoerd. De FBP is een burgerinitiatief zet, onder andere met de reconstructie van de ijzer- genoten trokken nog wel van plek naar plek, maar ze Sindsdien zijn enkele tientallen vindplaatsen in Rotterdamse Regio) zijn ook uit andere archeologische dat in samenwerking met de Gemeente Vlaardingen tijdkano in 2017. Deze kano is enkele jaren geleden op waren de eersten in dit gebied die langer gebruik- De aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de westelijk Nederland en het Rivierengebied uit deze perioden veel aansprekende archeologische resten het jarenlang verwaarloosde gebied - de Broekpolder de locatie Vlaardingen-Vergulde Hand opgegraven. maakten van hun verblijfplaats (minimaal een N209 en de N470 tussen Zoetermeer en Bleiswijk cultuur opgegraven. gevonden. Bekend zijn de goed geconserveerde resten werd tussen 1958-1970 opgespoten met Rotterdams De bouw van het Vlaardingencultuurhuis is financieel bood de mogelijkheid om voor het eerst een volledige In Vlaardingen en omgeving (grofweg de Haags- uit de IJzertijd en Romeinse Tijd (Voorne-Putten/ havenslib - heeft omgevormd tot een hoogwaardig mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincie Inge met het gerestaureerde skelet van Trijntje. Ze doorsnede van de landscheidingsdijk tussen Rijnland Delfland), maar ook enige vroeg- en vol-middeleeuwse natuur- en recreatiegebied. Het EAE is één van de Zuid-Holland, de Gemeente Vlaardingen, het Fonds was een blonde vrouw met mogelijk groene ogen en en Schieland vast te leggen. Het educatief erf met het Vlaardingenhuis. nederzettingen (Vlaardingen, Rotterdam-Markthal, projecten die daar bijhoort. Schiedam Vlaardingen e.o., het Prins Bernhard had een, voor die tijd gemiddelde, lengte van 1,58 m. Eigenlijk is de dijk een veenkade. Het ‘dijklichaam’ Spijkenisse, Den Haag). Dit rijke Cultuurfonds en verschillende andere fondsen. Ze woonde in de Midden-Steentijd op een hoge rivier- bestond uit een zeer sterk ingedroogd en gecompri- archeologische verleden herleeft op Een huis uit de Vlaardingencultuur Het Vlaardingencultuurhuis is voor groepen op duin in een van takken gemaakte hut. meerd natuurlijk veenpakket. Dit is het restant van een laagdrempelige manier in de Als eerste deelproject is in 2016 een huis uit de afspraak te bezichtigen en op zondagen van 12-15 In het voorjaar voer ze met een kano naar de kust. het oorspronkelijke metersdikke pakket Hollandveen Vlaardingse Broekpolder. Vlaardingencultuur gebouwd. Dit huis is gebaseerd op uur vrij toegankelijk. In de wintermaanden keerde ze terug naar de donk. dat buiten de dijk volledig is afgegraven. In het pakket In het 20 hectare grote Educatief de in Haamstede-Brabers opgegraven huisplattegrond Voor meer informatie: www.federatiebroekpolder.nl was nog onderscheid te zien tussen het onderste riet- Archeologisch Erf (EAE) worden de uit de Vlaardingencultuur. Het is een rietgedekte en facebook, of neem contact met: (Foto: provincie Zuid-Holland) veen, gevormd tussen 3800 en 3000 voor Chr. en het komende jaren reconstructies van houten constructie waarin leerlingen en andere [email protected] daarop gelegen bosveen, gevormd tussen 3000 en gebouwen uit de Prehistorie, bezoekers zich duizenden jaren terug in de tijd wanen. Jeroen ter Brugge 2000 voor Chr. Zowel aan de Zoetermeerse als aan de Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Naast het educatieve doel dient het EAE ook een secretaris Stichting Federatie Broekpolder Bleiswijkse kant was het dijklichaam in de 16de en Vroegmoderne Tijd gemaakt. wetenschappelijk doel. De gebouwen, waaronder die 17de eeuw meerdere keren versterkt door kleilagen Het belangrijkste doel is leerlingen van het Vlaardingencultuurhuis, worden onder leiding De favoriete vondst van... tegen het talud aan te leggen. Het is duidelijk dat men uit het basis- en voortgezet onder- van prof. dr. Annelou van Gijn van de Faculteit Archeo- Inge Riemersma, archeologisch depotbeheerder van voortdurend bezorgd was dat de kade het zou begeven wijs op een laagdrempelige wijze logie (vakgroep Material Studies) van de Universiteit de Provincie Zuid-Holland vertelt over een vondst die en dat Delfland of Schieland te maken zou krijgen met kennis te laten maken met het (ver- Leiden gereconstrueerd als archeologisch experiment. veel voor haar betekent: het skelet van een vrouw, een vloedgolf uit het naburige waterschap. re) verleden. In het kader van Het huis is volledig gebouwd met - eveneens nage- gevonden in 1997 tijdens een opgraving in Archeologie Delft, Jorrit van Horssen natuur- en milieueducatie worden maakte - prehistorische gereedschappen, zoals die Hardinxveld-Giessendam voorafgaand aan de aanleg ook de bij de diverse bouwperioden tijdens de opgravingen zijn gevonden. De gebruiks- van de Betuweroute. Het skelet is het oudste vrijwel pagina 52 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 53

behorende landschappen gereconstrueerd. Iedere sporen op deze gereconstrueerde gereedschappen, complete skelet van een mens ooit in Nederland VARIA archeologische periode kende in het dynamische worden in het laboratorium van de universiteit verge- gevonden. Doordat de vondst samenhing met de Deltagebied immers zijn eigen landschapstype. Het leken met die op de opgegraven werktuigen, zodat het aanleg van een spoorlijn is zij Trijntje genoemd. Educatief Archeologisch Erf in Vlaardingen EAE krijgt hiermee een groene en dynamisch-speelse mogelijk wordt te bepalen welk gereedschap in de Inge: “Trijntje ‘belichaamt’ het, in mijn ogen, meest Eind jaren 50 van de vorige eeuw werden in de uitstraling, met aandacht voor de geschiedenis van Steentijd voor welke activiteit werd gebruikt. Ook bijzondere archeologische vondstcomplex in Zuid- Vlaardingse Westwijk door leden van de AWN- de interactie tussen mens en natuur. werd bepaald hoeveel tijd een bepaalde handeling Holland. Wetenschappelijk gezien is het natuurlijk een werkgroep Helinium resten uit de Nieuwe Steentijd Het concept voor het EAE is jaren geleden door de kost, zoals het kappen van een boom voor een staan- unieke vindplaats, die dateert uit de overgangsfase (circa 3.000 voor Chr.) ontdekt. Deze konden bij AWN-werkgroep Helinium op papier gezet en wordt der, zodat per saldo berekend kan worden hoeveel tijd van de Midden-Steentijd naar de Nieuwe Steentijd: de gebrek aan vergelijkbare vondsten nog niet binnen de nu door de ‘Federatie Broekpolder’ (FBP) verder uit- de bouw van een dergelijk gebouw kostte. De komen- opkomst van landbouw en veeteelt in Nederland. Tot toen geldende indeling van archeologische culturen gewerkt en in afstemming met Helinium, het de jaren wordt de samenwerking tussen de Universi- die tijd leefde de mens als jager-verzamelaar een De doorsnede door de dijk met de duidelijke lagen in geplaatst worden. Naar de eerste vindplaats kreeg Het Vlaardingenhuis in aanbouw. Vlaardings Archeologisch Kantoor en Museum teit Leiden en het Educatief Archeologisch Erf voortge- nomadisch bestaan. Trijntje en haar familie/groeps- het gecomprimeerde veenpakket. (Foto: Archeologie Delft) het vondstcomplex de naam ‘Vlaardingencultuur’. Vlaardingen uitgevoerd. De FBP is een burgerinitiatief zet, onder andere met de reconstructie van de ijzer- genoten trokken nog wel van plek naar plek, maar ze Sindsdien zijn enkele tientallen vindplaatsen in Rotterdamse Regio) zijn ook uit andere archeologische dat in samenwerking met de Gemeente Vlaardingen tijdkano in 2017. Deze kano is enkele jaren geleden op waren de eersten in dit gebied die langer gebruik- De aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de westelijk Nederland en het Rivierengebied uit deze perioden veel aansprekende archeologische resten het jarenlang verwaarloosde gebied - de Broekpolder de locatie Vlaardingen-Vergulde Hand opgegraven. maakten van hun verblijfplaats (minimaal een N209 en de N470 tussen Zoetermeer en Bleiswijk cultuur opgegraven. gevonden. Bekend zijn de goed geconserveerde resten werd tussen 1958-1970 opgespoten met Rotterdams De bouw van het Vlaardingencultuurhuis is financieel bood de mogelijkheid om voor het eerst een volledige In Vlaardingen en omgeving (grofweg de Haags- uit de IJzertijd en Romeinse Tijd (Voorne-Putten/ havenslib - heeft omgevormd tot een hoogwaardig mogelijk gemaakt door bijdragen van de provincie Inge met het gerestaureerde skelet van Trijntje. Ze doorsnede van de landscheidingsdijk tussen Rijnland Delfland), maar ook enige vroeg- en vol-middeleeuwse natuur- en recreatiegebied. Het EAE is één van de Zuid-Holland, de Gemeente Vlaardingen, het Fonds was een blonde vrouw met mogelijk groene ogen en en Schieland vast te leggen. Het educatief erf met het Vlaardingenhuis. nederzettingen (Vlaardingen, Rotterdam-Markthal, projecten die daar bijhoort. Schiedam Vlaardingen e.o., het Prins Bernhard had een, voor die tijd gemiddelde, lengte van 1,58 m. Eigenlijk is de dijk een veenkade. Het ‘dijklichaam’ Spijkenisse, Den Haag). Dit rijke Cultuurfonds en verschillende andere fondsen. Ze woonde in de Midden-Steentijd op een hoge rivier- bestond uit een zeer sterk ingedroogd en gecompri- archeologische verleden herleeft op Een huis uit de Vlaardingencultuur Het Vlaardingencultuurhuis is voor groepen op duin in een van takken gemaakte hut. meerd natuurlijk veenpakket. Dit is het restant van een laagdrempelige manier in de Als eerste deelproject is in 2016 een huis uit de afspraak te bezichtigen en op zondagen van 12-15 In het voorjaar voer ze met een kano naar de kust. het oorspronkelijke metersdikke pakket Hollandveen Vlaardingse Broekpolder. Vlaardingencultuur gebouwd. Dit huis is gebaseerd op uur vrij toegankelijk. In de wintermaanden keerde ze terug naar de donk. dat buiten de dijk volledig is afgegraven. In het pakket In het 20 hectare grote Educatief de in Haamstede-Brabers opgegraven huisplattegrond Voor meer informatie: www.federatiebroekpolder.nl was nog onderscheid te zien tussen het onderste riet- Archeologisch Erf (EAE) worden de uit de Vlaardingencultuur. Het is een rietgedekte en facebook, of neem contact met: (Foto: provincie Zuid-Holland) veen, gevormd tussen 3800 en 3000 voor Chr. en het komende jaren reconstructies van houten constructie waarin leerlingen en andere [email protected] daarop gelegen bosveen, gevormd tussen 3000 en gebouwen uit de Prehistorie, bezoekers zich duizenden jaren terug in de tijd wanen. Jeroen ter Brugge 2000 voor Chr. Zowel aan de Zoetermeerse als aan de Romeinse Tijd, Middeleeuwen en Naast het educatieve doel dient het EAE ook een secretaris Stichting Federatie Broekpolder Bleiswijkse kant was het dijklichaam in de 16de en Vroegmoderne Tijd gemaakt. wetenschappelijk doel. De gebouwen, waaronder die 17de eeuw meerdere keren versterkt door kleilagen Het belangrijkste doel is leerlingen van het Vlaardingencultuurhuis, worden onder leiding De favoriete vondst van... tegen het talud aan te leggen. Het is duidelijk dat men uit het basis- en voortgezet onder- van prof. dr. Annelou van Gijn van de Faculteit Archeo- Inge Riemersma, archeologisch depotbeheerder van voortdurend bezorgd was dat de kade het zou begeven wijs op een laagdrempelige wijze logie (vakgroep Material Studies) van de Universiteit de Provincie Zuid-Holland vertelt over een vondst die en dat Delfland of Schieland te maken zou krijgen met kennis te laten maken met het (ver- Leiden gereconstrueerd als archeologisch experiment. veel voor haar betekent: het skelet van een vrouw, een vloedgolf uit het naburige waterschap. re) verleden. In het kader van Het huis is volledig gebouwd met - eveneens nage- gevonden in 1997 tijdens een opgraving in Archeologie Delft, Jorrit van Horssen natuur- en milieueducatie worden maakte - prehistorische gereedschappen, zoals die Hardinxveld-Giessendam voorafgaand aan de aanleg ook de bij de diverse bouwperioden tijdens de opgravingen zijn gevonden. De gebruiks- van de Betuweroute. Het skelet is het oudste vrijwel pagina 54 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 55

Het grote archief. Prehistorische archeologie op het het zand in kaart te brengen en zodoende meer grip grote tijdsdiepte zien, van het (vroege) Midden-Paleoli- zogeheten ‘Kremser-spits’ en een strand te krijgen op die verdronken prehistorische land- thicum tot in het Laat-Mesolithicum. Het Laat-Paleo- mogelijke gesteelde spits, dateren Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse schappen. Daarnaast herbergen de vondsten zelf een lithicum is relatief schaars vertegenwoordigd. De voor- uit het Laat-Paleolithicum. stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren schat aan informatie die door moderne technieken, werpen van been en gewei zullen evenals de menselij- worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten zoals gebruikssporenonderzoek en isotopen-analyse ke resten vooral uit het Mesolithicum dateren. Oproep gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewer- relevante informatie oplevert. Dit uiteraard naast de Een fraaie vondst van de Zandmotor uit 2016 is een Het moge duidelijk zijn dat er op de kingsafval, benen spitsen of zelfs stukken menselijk bekende 14C-methode waarmee we de ouderdom aantal vuurstenen schaven, waaronder een schaaf, op Zuid-Hollandse stranden belang- bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissers- van onder meer been en gewei kunnen vaststellen. een langgerekte afslag en een kleiner exemplaar. Dit rijke ontdekkingen kunnen worden netten of bij de grondstofverwerkende bedrijven, Die kentering is niet toevallig, maar hangt samen met exemplaar dateert uit het Midden-Paleolithicum. De gedaan. Op dit moment vormen de afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar de grote infrastructurele waterwerken die door Rijk, Zandmotor heeft naast vuurstenen artefacten (vooral stranden mét beide grootschalige De werktuigen die Trijntje en haar familie gebruikt dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal provincies en bedrijven worden ondernomen. Naast afslagen en een paar schaven) uit het Midden- en projecten, Maasvlakte 2 en Zand- hebben op de donk worden in het depot van Zuid- zo dat ze op de stranden terechtkomen door zoge- de grootschalige kustversterking springen hier met motor, de belangrijkste ingang tot Holland bewaard. (Foto: provincie Zuid-Holland) naamde zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk name twee Zuid-Hollandse projecten uit: de het grotendeels onbekende prehis- vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze Zandmotor voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin torische archief voor onze kust. seizoen). Het was een vorm tussen een snel verplaats- kust om deze daar vervolgens mee te versterken. en Maasvlakte 2 als uitbreiding van de Rotterdamse Een kleine, min of meer amandelvormige vuistbijl. We mogen zelfs spreken baar kamp en een dorpje in. Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de haven. Beide projecten hebben bijgedragen aan een Collectie: Mirjam Kruizinga. van een Europees kern- Qua ‘sfeer’ spreekt deze periode/plaats en vrouw mij bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar sterke toename in het aantal zoekers en een explosie- (Foto: Frans de Vries, Toonbeeld/Oosterwolde) gebied voor wat betreft ook aan. Ik probeer me in te leven in hoe haar leven de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag. ve groei van het aantal prehistorische vondsten. bewoning in de Steen- toen moet zijn geweest. Zou haar belevingswereld Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moder- Omdat het aantal Noordzeevondsten van vóór 2016 vermoedelijk Laat-Paleolithicum vooral artefacten uit tijd. Een uitstekend voor- heel anders zijn geweest dan die van mij nu? Maakte ne mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en in Zuid-Holland alleen al in de vele tientallen, zo het Mesolithicum opgeleverd. Onder de mesolithische beeld vormt het recent ze zich net zoveel zorgen om haar kind als ik soms? het eropvolgende Holoceen, toen het gebied lang- geen honderden, loopt, voert het te ver om deze hier vondsten bevinden zich onder meer klingetjes en kern- gepubliceerde onder- Vond ze het fijn om voor het gezin te zorgen (deed ze zaam weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler integraal te bespreken. We beperken ons daarom tjes, maar ook kernbijlen, enkele schrabbers, een paar zoek naar mesolithisch dat)? Had ze dromen/ angsten/wensen/plezier? Zou die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwij- tot een korte presentatie van een aantal stukken, Schaaf op langgerekte afslag uit het Midden- laat-mesolithische trapeziumvormige spitsen en de skeletmateriaal (Van der het leven misschien fysiek zwaarder zijn en emotio- zingen voor de bewoning van een enorm gebied voor die echter staan voor tientallen meer. Paleolithicum. (Collectie en foto: Dick Duineveld) bekende getande spitsen van been en gewei. Ook Plicht et al. 2016). neel wat ‘oppervlakkiger’? Of juist veel intenser? onze kust waar we nog slechts weinig van weten. Maasvlakte 2 was dit jaar rijk aan vondsten uit de Daaruit bleek dat men - Als ik me één keer een week terug in de tijd zou Enkele vondsten uit 2016 Kleine spitsschaaf. (Collectie en foto: Rick van Bragt) Oude en Midden-Steentijd. In tegenstelling tot de terwijl het Noordzee- mogen laten flitsen dan zou ik kiezen voor ‘een week Een veelvoud aan vondsten Zowel de Zandmotor als Maasvlakte 2, maar ook het Zandmotor zijn op Maasvlakte 2 vooral de vondsten bekken langzaamaan met Trijntje’. Ik denk dat er dan heel wat onderzoeks- In het verleden werd vaak gedacht dat de losse vond- strand van Hoek van Holland, hebben vooral vuur- uit het Midden-Paleolithicum sterk vertegenwoor- verdronk - zich in toe- vragen beantwoord zouden kunnen worden. En ik zou sten op de stranden van beperkte archeologische stenen artefacten opgeleverd, maar ook spitsen van digd. Onder deze vondsten zitten behalve tientallen weten of ik me daar thuis zou voelen, of juist een waarde waren. Hun secundaire positie en het gebrek been of gewei, stukken gewei met bewerkingssporen, afslagen, waarvan een aantal klingvormig, ook Een mogelijke steelspits alien… van dat soort dingen. (De kruisiging van Jezus aan informatie over de oorspronkelijke vindplaats botten met snijsporen en menselijke resten. Die laat- kernen, enkele schaven, vuistbijlen en spitsen. Een van de laat-paleo- zou op een goede tweede plek komen overigens). beperkt natuurlijk wat erover gezegd kan worden. ste categorie bestaat vooral uit schedelfragmenten. deel van de artefacten is in de Levallois-techniek lithische Ahrensburg- Dus mijn favoriete ‘vondst’ is in totaliteit eigenlijk het Toch komen we langzaam van dat negatieve stand- De vuurstenen artefacten laten op basis van typo- geslagen, een manier van steenbewerking die cultuur. (Collectie: Caroline gehuchtje op de twee donken bij Hardinxveld- punt terug. Het is steeds beter mogelijk om door logische en technologische aspecten en verwerings- kenmerkend is voor het Midden-Paleolithicum. de Ruyter. Tekening: Lykke Giessendam, waar Trijntje een belangrijk deel van is.” middel van geologisch onderzoek de winlocaties van verschijnselen (rolling, patina’s et cetera) een vrij Twee spitsen van de Maasvlakte, waaronder een Johansen, Haren) pagina 54 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 55

Het grote archief. Prehistorische archeologie op het het zand in kaart te brengen en zodoende meer grip grote tijdsdiepte zien, van het (vroege) Midden-Paleoli- zogeheten ‘Kremser-spits’ en een strand te krijgen op die verdronken prehistorische land- thicum tot in het Laat-Mesolithicum. Het Laat-Paleo- mogelijke gesteelde spits, dateren Het is al langer bekend dat er op de Nederlandse schappen. Daarnaast herbergen de vondsten zelf een lithicum is relatief schaars vertegenwoordigd. De voor- uit het Laat-Paleolithicum. stranden botten van Pleistocene en latere zoogdieren schat aan informatie die door moderne technieken, werpen van been en gewei zullen evenals de menselij- worden gevonden. Af en toe worden er ook artefacten zoals gebruikssporenonderzoek en isotopen-analyse ke resten vooral uit het Mesolithicum dateren. Oproep gevonden, zoals vuurstenen werktuigen en bewer- relevante informatie oplevert. Dit uiteraard naast de Een fraaie vondst van de Zandmotor uit 2016 is een Het moge duidelijk zijn dat er op de kingsafval, benen spitsen of zelfs stukken menselijk bekende 14C-methode waarmee we de ouderdom aantal vuurstenen schaven, waaronder een schaaf, op Zuid-Hollandse stranden belang- bot. Deze vondsten zijn, net als de vondsten in vissers- van onder meer been en gewei kunnen vaststellen. een langgerekte afslag en een kleiner exemplaar. Dit rijke ontdekkingen kunnen worden netten of bij de grondstofverwerkende bedrijven, Die kentering is niet toevallig, maar hangt samen met exemplaar dateert uit het Midden-Paleolithicum. De gedaan. Op dit moment vormen de afkomstig uit de Noordzee. Het is niet ondenkbaar de grote infrastructurele waterwerken die door Rijk, Zandmotor heeft naast vuurstenen artefacten (vooral stranden mét beide grootschalige De werktuigen die Trijntje en haar familie gebruikt dat ze na een storm aanspoelen, maar het is meestal provincies en bedrijven worden ondernomen. Naast afslagen en een paar schaven) uit het Midden- en projecten, Maasvlakte 2 en Zand- hebben op de donk worden in het depot van Zuid- zo dat ze op de stranden terechtkomen door zoge- de grootschalige kustversterking springen hier met motor, de belangrijkste ingang tot Holland bewaard. (Foto: provincie Zuid-Holland) naamde zandsuppletie. Elk jaar worden er namelijk name twee Zuid-Hollandse projecten uit: de het grotendeels onbekende prehis- vele kubieke meters sediment opgezogen voor onze Zandmotor voor de kust van Ter Heijde en Kijkduin torische archief voor onze kust. seizoen). Het was een vorm tussen een snel verplaats- kust om deze daar vervolgens mee te versterken. en Maasvlakte 2 als uitbreiding van de Rotterdamse Een kleine, min of meer amandelvormige vuistbijl. We mogen zelfs spreken baar kamp en een dorpje in. Tussen al dat zand zitten ook de overblijfselen van de haven. Beide projecten hebben bijgedragen aan een Collectie: Mirjam Kruizinga. van een Europees kern- Qua ‘sfeer’ spreekt deze periode/plaats en vrouw mij bewoners van het gebied dat nu alweer zo’n 8000 jaar sterke toename in het aantal zoekers en een explosie- (Foto: Frans de Vries, Toonbeeld/Oosterwolde) gebied voor wat betreft ook aan. Ik probeer me in te leven in hoe haar leven de Noordzee is, maar dat nog veel langer droog lag. ve groei van het aantal prehistorische vondsten. bewoning in de Steen- toen moet zijn geweest. Zou haar belevingswereld Het zijn jachtbuit en artefacten van zowel de moder- Omdat het aantal Noordzeevondsten van vóór 2016 vermoedelijk Laat-Paleolithicum vooral artefacten uit tijd. Een uitstekend voor- heel anders zijn geweest dan die van mij nu? Maakte ne mens tijdens het laatste staartje van de ijstijd en in Zuid-Holland alleen al in de vele tientallen, zo het Mesolithicum opgeleverd. Onder de mesolithische beeld vormt het recent ze zich net zoveel zorgen om haar kind als ik soms? het eropvolgende Holoceen, toen het gebied lang- geen honderden, loopt, voert het te ver om deze hier vondsten bevinden zich onder meer klingetjes en kern- gepubliceerde onder- Vond ze het fijn om voor het gezin te zorgen (deed ze zaam weer ‘verdronk’, als resten van de Neanderthaler integraal te bespreken. We beperken ons daarom tjes, maar ook kernbijlen, enkele schrabbers, een paar zoek naar mesolithisch dat)? Had ze dromen/ angsten/wensen/plezier? Zou die hier veel langer vertoefde. Het zijn kleine aanwij- tot een korte presentatie van een aantal stukken, Schaaf op langgerekte afslag uit het Midden- laat-mesolithische trapeziumvormige spitsen en de skeletmateriaal (Van der het leven misschien fysiek zwaarder zijn en emotio- zingen voor de bewoning van een enorm gebied voor die echter staan voor tientallen meer. Paleolithicum. (Collectie en foto: Dick Duineveld) bekende getande spitsen van been en gewei. Ook Plicht et al. 2016). neel wat ‘oppervlakkiger’? Of juist veel intenser? onze kust waar we nog slechts weinig van weten. Maasvlakte 2 was dit jaar rijk aan vondsten uit de Daaruit bleek dat men - Als ik me één keer een week terug in de tijd zou Enkele vondsten uit 2016 Kleine spitsschaaf. (Collectie en foto: Rick van Bragt) Oude en Midden-Steentijd. In tegenstelling tot de terwijl het Noordzee- mogen laten flitsen dan zou ik kiezen voor ‘een week Een veelvoud aan vondsten Zowel de Zandmotor als Maasvlakte 2, maar ook het Zandmotor zijn op Maasvlakte 2 vooral de vondsten bekken langzaamaan met Trijntje’. Ik denk dat er dan heel wat onderzoeks- In het verleden werd vaak gedacht dat de losse vond- strand van Hoek van Holland, hebben vooral vuur- uit het Midden-Paleolithicum sterk vertegenwoor- verdronk - zich in toe- vragen beantwoord zouden kunnen worden. En ik zou sten op de stranden van beperkte archeologische stenen artefacten opgeleverd, maar ook spitsen van digd. Onder deze vondsten zitten behalve tientallen weten of ik me daar thuis zou voelen, of juist een waarde waren. Hun secundaire positie en het gebrek been of gewei, stukken gewei met bewerkingssporen, afslagen, waarvan een aantal klingvormig, ook Een mogelijke steelspits alien… van dat soort dingen. (De kruisiging van Jezus aan informatie over de oorspronkelijke vindplaats botten met snijsporen en menselijke resten. Die laat- kernen, enkele schaven, vuistbijlen en spitsen. Een van de laat-paleo- zou op een goede tweede plek komen overigens). beperkt natuurlijk wat erover gezegd kan worden. ste categorie bestaat vooral uit schedelfragmenten. deel van de artefacten is in de Levallois-techniek lithische Ahrensburg- Dus mijn favoriete ‘vondst’ is in totaliteit eigenlijk het Toch komen we langzaam van dat negatieve stand- De vuurstenen artefacten laten op basis van typo- geslagen, een manier van steenbewerking die cultuur. (Collectie: Caroline gehuchtje op de twee donken bij Hardinxveld- punt terug. Het is steeds beter mogelijk om door logische en technologische aspecten en verwerings- kenmerkend is voor het Midden-Paleolithicum. de Ruyter. Tekening: Lykke Giessendam, waar Trijntje een belangrijk deel van is.” middel van geologisch onderzoek de winlocaties van verschijnselen (rolling, patina’s et cetera) een vrij Twee spitsen van de Maasvlakte, waaronder een Johansen, Haren) pagina 56 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 57

betrokken partijen als het Rijkmuseum van Archeologie in het Timmerhuis In de wachtruimte van de gemeente (links van de De heer Kievit schonk zijn vondst in april 2016 aan het Oudheden, BOOR, de Rijksdienst voor het Cultureel De opgravingen in de bouwput van het Timmerhuis balie) is door Museum Rotterdam, het Stadsarchief en museum, samen met een vuurstenen sikkel die al Erfgoed en Stichting STONE. Bij deze willen we ieder- hebben een mooi wetenschappelijk rapport en een Archeologie Rotterdam (BOOR) een kleine tentoonstel- eerder door hem en zijn vader bij Wassenaar was een oproepen om prehistorische vondsten afkomstig leuk publieksboek opgeleverd. Op 9 juni 2016 zijn ook ling ingericht over de geschiedenis van de gevonden en in de Archeologische Kroniek van 1979 uit de Noordzee bij de auteurs van deze bijdrage of nog enkele vitrines onthuld in het voor publiek Zandstraatbuurt. Je ziet daar onder meer afval uit de is beschreven. Het dolkje kreeg inventarisnummer op het algemene adres: toegankelijke deel van het gebouw. In de Halvemaan- beerput van een 19de-eeuws café (veel borrelglaasjes, h 2016/5.2, de sikkel h 2016/5.1. [email protected] te melden. maar ook een koffiepot), resten van activiteiten van Het dolkje is 132 mm lang, 24 mm breed en maximaal Rijksmuseum van Oudheden, een glasblazer, een schoenlapper en een smid. 4 mm dik. Het is langwerpig van vorm en wordt smal- Luc Amkreutz ([email protected]), Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam, ler richting de punt, waardoor een uitgerekte drie- Stichting STONE, Maaike Sier hoekige vorm ontstaat met vleugels aan de basis. Marcel Niekus ([email protected]), Aan weerszijden van de op deze wijze ontstane Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Een prehistorisch dolkje op de parkeerplaats middenrib is op sommige plekken aan één zijde vaag Dimitri Schiltmans ([email protected]), Eind 2015 deed V.J. Kievit uit Wassenaar een bijzondere een groeflijn waar te nemen. De punt is grotendeels Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), ontdekking op een bijzondere plek. Tussen de stenen bewaard, evenals (een deel van) de greeptong of Zogenaamd ‘groundshot’ van een getande spits. zoekers van, vaak in eerste instantie fossiele fauna, Bjørn Smit ([email protected]) van het parkeerterrein van winkelcentrum Leidsenhage angel. Een groot deel van de basis (een van de vleu- (Foto: Merel Spithoven) die elkaar via multimedia informeert en steeds meer bij Leidschendam lag nu eens geen modern afval, maar gels) is afgebroken en gecorrodeerd. Het stuk is groen oog krijgt voor archeologische vondsten. Met dank aan de zoekers: in het bijzonder gepatineerd, met sommige actieve nemende mate richtte op een aquatisch dieet. Om grip te krijgen op deze schat aan gegevens heeft Rick van Bragt, Ivan van Marrewijk, Dick Duineveld, (corrosie) vlekjes. Daaronder Men trok dus niet weg, maar paste zich aan de een groep archeologen zich geformeerd tot de Willy van Wingerden Caroline de Ruyter en en op de breuken is de veranderende omstandigheden aan. In die zin leert Werkgroep Steentijd Noordzee (WSN) met daarin Mirjam Kruizinga. passage is in de zijkant van de trap een selectie van originele kleur te zien. het materiaal ons dus ook iets over de omgang van de 17de-eeuwse tegels te zien, bovenaan de trap toont Aan een zijde lijkt de patinering prehistorische mens met veranderende landschappen Mesolithisch botmateriaal (te zien zijn een schedel, een vitrine huisraad uit de 17de eeuw. Al het materi- en corrosie weggebroken. De samenstel- en klimaat en is zo ook voor het heden relevant. een onderkaak en een opperarmbeen) afkomstig aal komt uit de bouwput van het Timmerhuis. Voor- en achteraanzicht van het dolkje. (Foto: RMO, Leiden) ling van het metaal kon met behulp Menselijk botmateriaal blijkt bovendien vaak nog uit vissersnetten en van het strand. van een XRF-analyse DNA te bevatten en dat is in Europa voor jager- Dit materiaal leverde ook aanwijzingen worden vastgesteld. verzamelaarsgroepen schaars voorhanden. De vele voor het dieet op. Het doel van de XRF- artefacten van vuursteen, been en gewei bieden ten (Collectie en foto: RMO) analyse was voornamelijk om slotte ook perspectieven om de materiële cultuur vast te stellen of dit een koperen van deze groepen en regionale verschillen beter te een koperen of bronzen dolkje. Het dolkje werd gevon- dolk was. Mocht het een koperen dolk zijn geweest, definiëren. den op de parkeerplaats aan de Heuvelweg, tussen dan zou een datering in het Laat-Neolithicum en in De toename aan vondsten in de afgelopen jaren is Lavendel en Weigelia. Het lag aan de oppervlakte, half relatie tot de Klokbekercultuur mogelijk zijn (2500- mede te danken aan de grotere bekendheid door tussen een kier van de bestrating van het wegdek. De 2000 voor Chr). De vorm en het formaat van dit dolkje websites, zoals de oervondstchecker van Maasvlakte 2 vinder heeft geen sporen van graafwerkzaamheden in is echter weinig typisch voor die periode. Tongdolken (www.oervondstchecker.nl), en websites, zoals de buurt gezien. Het is op zijn minst opvallend dat een hebben veelal nietgaten als bevestiging aan een greep fossielnet. Er is sprake van een hechte groep van dergelijke vondst op deze plaats voorkomt. of (soms in combinatie) een greeptong die zich vaak pagina 56 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 57

betrokken partijen als het Rijkmuseum van Archeologie in het Timmerhuis In de wachtruimte van de gemeente (links van de De heer Kievit schonk zijn vondst in april 2016 aan het Oudheden, BOOR, de Rijksdienst voor het Cultureel De opgravingen in de bouwput van het Timmerhuis balie) is door Museum Rotterdam, het Stadsarchief en museum, samen met een vuurstenen sikkel die al Erfgoed en Stichting STONE. Bij deze willen we ieder- hebben een mooi wetenschappelijk rapport en een Archeologie Rotterdam (BOOR) een kleine tentoonstel- eerder door hem en zijn vader bij Wassenaar was een oproepen om prehistorische vondsten afkomstig leuk publieksboek opgeleverd. Op 9 juni 2016 zijn ook ling ingericht over de geschiedenis van de gevonden en in de Archeologische Kroniek van 1979 uit de Noordzee bij de auteurs van deze bijdrage of nog enkele vitrines onthuld in het voor publiek Zandstraatbuurt. Je ziet daar onder meer afval uit de is beschreven. Het dolkje kreeg inventarisnummer op het algemene adres: toegankelijke deel van het gebouw. In de Halvemaan- beerput van een 19de-eeuws café (veel borrelglaasjes, h 2016/5.2, de sikkel h 2016/5.1. [email protected] te melden. maar ook een koffiepot), resten van activiteiten van Het dolkje is 132 mm lang, 24 mm breed en maximaal Rijksmuseum van Oudheden, een glasblazer, een schoenlapper en een smid. 4 mm dik. Het is langwerpig van vorm en wordt smal- Luc Amkreutz ([email protected]), Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam, ler richting de punt, waardoor een uitgerekte drie- Stichting STONE, Maaike Sier hoekige vorm ontstaat met vleugels aan de basis. Marcel Niekus ([email protected]), Aan weerszijden van de op deze wijze ontstane Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR), Een prehistorisch dolkje op de parkeerplaats middenrib is op sommige plekken aan één zijde vaag Dimitri Schiltmans ([email protected]), Eind 2015 deed V.J. Kievit uit Wassenaar een bijzondere een groeflijn waar te nemen. De punt is grotendeels Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), ontdekking op een bijzondere plek. Tussen de stenen bewaard, evenals (een deel van) de greeptong of Zogenaamd ‘groundshot’ van een getande spits. zoekers van, vaak in eerste instantie fossiele fauna, Bjørn Smit ([email protected]) van het parkeerterrein van winkelcentrum Leidsenhage angel. Een groot deel van de basis (een van de vleu- (Foto: Merel Spithoven) die elkaar via multimedia informeert en steeds meer bij Leidschendam lag nu eens geen modern afval, maar gels) is afgebroken en gecorrodeerd. Het stuk is groen oog krijgt voor archeologische vondsten. Met dank aan de zoekers: in het bijzonder gepatineerd, met sommige actieve nemende mate richtte op een aquatisch dieet. Om grip te krijgen op deze schat aan gegevens heeft Rick van Bragt, Ivan van Marrewijk, Dick Duineveld, (corrosie) vlekjes. Daaronder Men trok dus niet weg, maar paste zich aan de een groep archeologen zich geformeerd tot de Willy van Wingerden Caroline de Ruyter en en op de breuken is de veranderende omstandigheden aan. In die zin leert Werkgroep Steentijd Noordzee (WSN) met daarin Mirjam Kruizinga. passage is in de zijkant van de trap een selectie van originele kleur te zien. het materiaal ons dus ook iets over de omgang van de 17de-eeuwse tegels te zien, bovenaan de trap toont Aan een zijde lijkt de patinering prehistorische mens met veranderende landschappen Mesolithisch botmateriaal (te zien zijn een schedel, een vitrine huisraad uit de 17de eeuw. Al het materi- en corrosie weggebroken. De samenstel- en klimaat en is zo ook voor het heden relevant. een onderkaak en een opperarmbeen) afkomstig aal komt uit de bouwput van het Timmerhuis. Voor- en achteraanzicht van het dolkje. (Foto: RMO, Leiden) ling van het metaal kon met behulp Menselijk botmateriaal blijkt bovendien vaak nog uit vissersnetten en van het strand. van een XRF-analyse DNA te bevatten en dat is in Europa voor jager- Dit materiaal leverde ook aanwijzingen worden vastgesteld. verzamelaarsgroepen schaars voorhanden. De vele voor het dieet op. Het doel van de XRF- artefacten van vuursteen, been en gewei bieden ten (Collectie en foto: RMO) analyse was voornamelijk om slotte ook perspectieven om de materiële cultuur vast te stellen of dit een koperen van deze groepen en regionale verschillen beter te een koperen of bronzen dolkje. Het dolkje werd gevon- dolk was. Mocht het een koperen dolk zijn geweest, definiëren. den op de parkeerplaats aan de Heuvelweg, tussen dan zou een datering in het Laat-Neolithicum en in De toename aan vondsten in de afgelopen jaren is Lavendel en Weigelia. Het lag aan de oppervlakte, half relatie tot de Klokbekercultuur mogelijk zijn (2500- mede te danken aan de grotere bekendheid door tussen een kier van de bestrating van het wegdek. De 2000 voor Chr). De vorm en het formaat van dit dolkje websites, zoals de oervondstchecker van Maasvlakte 2 vinder heeft geen sporen van graafwerkzaamheden in is echter weinig typisch voor die periode. Tongdolken (www.oervondstchecker.nl), en websites, zoals de buurt gezien. Het is op zijn minst opvallend dat een hebben veelal nietgaten als bevestiging aan een greep fossielnet. Er is sprake van een hechte groep van dergelijke vondst op deze plaats voorkomt. of (soms in combinatie) een greeptong die zich vaak pagina 58 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 59

analyse van de vorm in combinatie met de metaal- Archeologische Dienst van die gemeen- Midden-Neolithicum A (4200-3400 voor Chr.), zoals samenstelling hopelijk wel licht op type en ouderdom te. Op 6 november 2015 vond daarom een in Ypenburg gevonden exemplaar aantoont kunnen werpen. Helaas zal de context van deze een bijeenkomst plaats van de vinder, (Houkes 2008, 225 en fig 10.9). Een datering in het vondst ons wellicht altijd parten blijven spelen. Everhard Bulten van de Archeologische Neolithicum kan op grond van de vondstlocatie Omdat dit soort objecten echter vrij zeldzaam is, Dienst van Den Haag en de auteur om echter zo goed als uitgesloten worden. verdient het dolkje toch de aandacht. de vondst aan een nader onderzoek te De Zandmotor is een experiment van Rijkswaterstaat Rijksmuseum van Oudheden, Luc Amkreutz onderwerpen. waarbij onderzocht wordt hoe een suppletie van zand Het vermoeden dat het om een door zich op natuurlijke wijze verplaatst langs de Zuid- overigens wel passen bij hoe tongdolkjes gevonden Een mesolithische kernbeitel van ‘de Zandmotor’ mensen gemaakt stuk gaat, kon direct Hollandse kust. Door natuurlijke elementen als Opname van het dolkje onder strijklicht. Duidelijk te worden; de meeste lijken uit graven te komen bij Monster worden bevestigd. Het stuk vuursteen golven, wind, water en getijden verplaatst het zand zien is de middenrib, geflankeerd door de groef en de (Fontijn, 2002,67). Er is geen reden om te twijfelen Op 28 mei 2015 bezocht Cees den Haas samen met is een kleine kernbeitel die in vorm is zich geleidelijk langs de Zuid-Hollandse kust en corrosie van het metaal. (Foto: RMO, Leiden) aan het verhaal van de vinder, maar de vindplaats is zijn vrouw ‘de Zandmotor’ tussen Monster en Kijkduin gebracht door middel van bifaciaal ontstaan op een duurzame wijze nieuw strand en op zijn minst opmerkelijk te noemen. Dat biedt ruim- om te zoeken naar fossiele haaientanden, die hier verwijderde afslagen vanaf de lange duinen (www.zandmotor.nl). De beitel is afkomstig wat meer geleidelijk versmalt, waardoor eerder een te voor een aantal mogelijke scenario’s. Het zou soms kunnen worden gevonden. Bij hun zoektocht zijden. De snede wordt gevormd door uit het zand dat voor deze suppletie is opgezogen op ruit-achtige vorm ontstaat. Daarentegen zijn er ook kunnen dat iemand in 2015 een prehistorisch object vonden zij een stuk vuursteen waarvan Cees den Haas twee smalle, parallelle afslagen aan de circa 10 km uit de kust en van een diepte van meer slankere exemplaren, zoals die uit het Klokbekergraf is verloren op parkeerplaats Leidsenhage. Dit lijkt het vermoeden had dat het door mensenhanden cortexzijde, die verwijderd zijn vanuit dan 20 m onder N.A.P. (Fisselier 2010, 138-142). Ook in van Exloo, of de dolken van Ede-Ginkelse heide en Ede- onwaarschijnlijk, maar omdat het stuk tussen de een diep afslagnegatief op de tegen- het Midden-Neolithicum lag deze locatie al ver in zee. Kwekerij. De meeste overeenkomsten vertoont het bestrating zat, is het niet onmogelijk. Het is ook moge- De kernbeitel van de Zandmotor. (tekening R.A. Houkes). overliggende zijde. De holle snede die In het Mesolithicum lag de kustlijn echter nog een stuk met de tongdolk van Exloo, ook wat betreft de lijk dat het dolkje is meegekomen met aangevoerde hierdoor is ontstaan lijkt zeer geschikt stuk verder naar het westen. Tijdens de laatste ijstijd, middenrib (Butler en Van der Waals 1966), maar bij grond of zand bij de bouw, of bij werkzaamheden op voor gebruik als guts of beitel. De lange zijden zijn het Weichselien (120.000-9.500 voor Chr.), lag het deze exemplaren is er vaak sprake van een opge- het terrein in het verleden. Een derde optie is dat het stomp gemaakt door middel van gesplinterde Noordzeebekken zelfs grotendeels droog en vormden hamerde rand aan de greeptong. De XRF-analyse dolkje ook daadwerkelijk van deze plek komt en bij de retouche, mogelijk ten behoeve van een schachting, de Britse eilanden nog één geheel met het continent. bevestigde de twijfels: er blijkt uit dat de dolk van werkzaamheden is verplaatst en zo tussen de bestra- het uiteinde is afgerond. Het stuk is gemaakt van Door het smelten van de ijskappen na de ijstijd steeg tinbrons is, met in dit geval een bijmenging van ting terecht is gekomen. Dat is niet onwaarschijnlijk gevlekte grijze vuursteen met een gerolde cortex die de zeespiegel zeer snel en verdronk het relatief vlakke 14-16% tin. Dit betekent dat het dolkje mogelijk niet aangezien er begin 2016 onderzoek is gedaan bij Globale datering van de vondstlocatie van de beitel wijst op een secundaire herkomst van de gebruikte centrale Noordzeebekken in een hoog tempo. dateert uit de Steentijd. winkelcentrum Leidsenhage (opgraving Leidsenhage- (rode stip) aan de hand van de Holocene zeespiegel- vuursteen, uit een rivierbedding of langs de kust. De Hierdoor schoof de Nederlandsche kustlijn snel op De hoeveelheid tin die bijgemengd is, duidt eerder op Berberis), waarbij sporen van de Vlaardingencultuur curves voor verschillende plaatsen langs de Neder- vuursteen heeft een donker patina dat vaak is te zien naar het oosten en verdronk het land achter de kust- de Bronstijd, of nog later. Daarom mogen de IJzertijd zijn gevonden. Eerder was dat natuurlijk al zo in landse kust in gekalibreerde 14C-jaren voor heden. op vuursteen uit natte contexten, maar maakt verder lijn als gevolg van stagnerende afvoer van de rivieren. en de Romeinse Tijd ook niet uitgesloten worden. Leidschendam waar een Vlaardingennederzetting is Ter vergelijking met vroeger zeespiegelonderzoek is een vers bewerkte indruk. Op grond van de diepteligging en de curve van de Anderzijds komen we er steeds meer achter (pers. opgegraven met daarbij sporen van de Enkelgraf- ook de zeespiegelcurve van Van de Plassche (1982) Kernbijlen en -beitels worden in het algemeen geda- Holocene zeespiegelstijging moet de locatie waar de comm. David Fontijn) dat er ook tongdolkjes zijn met cultuur (Amkreutz 2013 en verwijzingen). Deze gaat weergegeven. (Naar Vos en Kiden 2005, figuur 15) teerd in het Mesolithicum (8800-4900 voor Chr.) kernbeitel is opgezogen vóór 7000 voor Chr. zijn over- een relatief forse bijmenging van tin. Een neoli- vooraf aan de Klokbekercultuur met zijn tongdolkjes. (Beuker 2010, 171). Vergelijkbare exemplaren zijn stroomd (zie Vos en Kiden 2005, 26-27; figuur 15). thische ouderdom kunnen we dan ook nog niet Ook jongere bewoning is op de strandwallen niet bewerkt was. Aangezien de vinder in de gemeente bijvoorbeeld gevonden in de bekende vindplaats De zeespiegel steeg toen met meer dan een halve uitsluiten. De patinering van het dolkje komt niet ongebruikelijk. In de toekomst zal een nauwkeurige Den Haag woont, besloot hij de vraag of het daad- Bergumermeer (vgl, Niekus 2012, afb. 14). In het meter per eeuw. overeen met een vondst uit ‘natte context’. Dat zou 0 1 2 cm werkelijk om een artefact gaat neer te leggen bij de kustgebied komen ze sporadisch nog voor tot in het Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit verdrinkende land- pagina 58 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 59

analyse van de vorm in combinatie met de metaal- Archeologische Dienst van die gemeen- Midden-Neolithicum A (4200-3400 voor Chr.), zoals samenstelling hopelijk wel licht op type en ouderdom te. Op 6 november 2015 vond daarom een in Ypenburg gevonden exemplaar aantoont kunnen werpen. Helaas zal de context van deze een bijeenkomst plaats van de vinder, (Houkes 2008, 225 en fig 10.9). Een datering in het vondst ons wellicht altijd parten blijven spelen. Everhard Bulten van de Archeologische Neolithicum kan op grond van de vondstlocatie Omdat dit soort objecten echter vrij zeldzaam is, Dienst van Den Haag en de auteur om echter zo goed als uitgesloten worden. verdient het dolkje toch de aandacht. de vondst aan een nader onderzoek te De Zandmotor is een experiment van Rijkswaterstaat Rijksmuseum van Oudheden, Luc Amkreutz onderwerpen. waarbij onderzocht wordt hoe een suppletie van zand Het vermoeden dat het om een door zich op natuurlijke wijze verplaatst langs de Zuid- overigens wel passen bij hoe tongdolkjes gevonden Een mesolithische kernbeitel van ‘de Zandmotor’ mensen gemaakt stuk gaat, kon direct Hollandse kust. Door natuurlijke elementen als Opname van het dolkje onder strijklicht. Duidelijk te worden; de meeste lijken uit graven te komen bij Monster worden bevestigd. Het stuk vuursteen golven, wind, water en getijden verplaatst het zand zien is de middenrib, geflankeerd door de groef en de (Fontijn, 2002,67). Er is geen reden om te twijfelen Op 28 mei 2015 bezocht Cees den Haas samen met is een kleine kernbeitel die in vorm is zich geleidelijk langs de Zuid-Hollandse kust en corrosie van het metaal. (Foto: RMO, Leiden) aan het verhaal van de vinder, maar de vindplaats is zijn vrouw ‘de Zandmotor’ tussen Monster en Kijkduin gebracht door middel van bifaciaal ontstaan op een duurzame wijze nieuw strand en op zijn minst opmerkelijk te noemen. Dat biedt ruim- om te zoeken naar fossiele haaientanden, die hier verwijderde afslagen vanaf de lange duinen (www.zandmotor.nl). De beitel is afkomstig wat meer geleidelijk versmalt, waardoor eerder een te voor een aantal mogelijke scenario’s. Het zou soms kunnen worden gevonden. Bij hun zoektocht zijden. De snede wordt gevormd door uit het zand dat voor deze suppletie is opgezogen op ruit-achtige vorm ontstaat. Daarentegen zijn er ook kunnen dat iemand in 2015 een prehistorisch object vonden zij een stuk vuursteen waarvan Cees den Haas twee smalle, parallelle afslagen aan de circa 10 km uit de kust en van een diepte van meer slankere exemplaren, zoals die uit het Klokbekergraf is verloren op parkeerplaats Leidsenhage. Dit lijkt het vermoeden had dat het door mensenhanden cortexzijde, die verwijderd zijn vanuit dan 20 m onder N.A.P. (Fisselier 2010, 138-142). Ook in van Exloo, of de dolken van Ede-Ginkelse heide en Ede- onwaarschijnlijk, maar omdat het stuk tussen de een diep afslagnegatief op de tegen- het Midden-Neolithicum lag deze locatie al ver in zee. Kwekerij. De meeste overeenkomsten vertoont het bestrating zat, is het niet onmogelijk. Het is ook moge- De kernbeitel van de Zandmotor. (tekening R.A. Houkes). overliggende zijde. De holle snede die In het Mesolithicum lag de kustlijn echter nog een stuk met de tongdolk van Exloo, ook wat betreft de lijk dat het dolkje is meegekomen met aangevoerde hierdoor is ontstaan lijkt zeer geschikt stuk verder naar het westen. Tijdens de laatste ijstijd, middenrib (Butler en Van der Waals 1966), maar bij grond of zand bij de bouw, of bij werkzaamheden op voor gebruik als guts of beitel. De lange zijden zijn het Weichselien (120.000-9.500 voor Chr.), lag het deze exemplaren is er vaak sprake van een opge- het terrein in het verleden. Een derde optie is dat het stomp gemaakt door middel van gesplinterde Noordzeebekken zelfs grotendeels droog en vormden hamerde rand aan de greeptong. De XRF-analyse dolkje ook daadwerkelijk van deze plek komt en bij de retouche, mogelijk ten behoeve van een schachting, de Britse eilanden nog één geheel met het continent. bevestigde de twijfels: er blijkt uit dat de dolk van werkzaamheden is verplaatst en zo tussen de bestra- het uiteinde is afgerond. Het stuk is gemaakt van Door het smelten van de ijskappen na de ijstijd steeg tinbrons is, met in dit geval een bijmenging van ting terecht is gekomen. Dat is niet onwaarschijnlijk gevlekte grijze vuursteen met een gerolde cortex die de zeespiegel zeer snel en verdronk het relatief vlakke 14-16% tin. Dit betekent dat het dolkje mogelijk niet aangezien er begin 2016 onderzoek is gedaan bij Globale datering van de vondstlocatie van de beitel wijst op een secundaire herkomst van de gebruikte centrale Noordzeebekken in een hoog tempo. dateert uit de Steentijd. winkelcentrum Leidsenhage (opgraving Leidsenhage- (rode stip) aan de hand van de Holocene zeespiegel- vuursteen, uit een rivierbedding of langs de kust. De Hierdoor schoof de Nederlandsche kustlijn snel op De hoeveelheid tin die bijgemengd is, duidt eerder op Berberis), waarbij sporen van de Vlaardingencultuur curves voor verschillende plaatsen langs de Neder- vuursteen heeft een donker patina dat vaak is te zien naar het oosten en verdronk het land achter de kust- de Bronstijd, of nog later. Daarom mogen de IJzertijd zijn gevonden. Eerder was dat natuurlijk al zo in landse kust in gekalibreerde 14C-jaren voor heden. op vuursteen uit natte contexten, maar maakt verder lijn als gevolg van stagnerende afvoer van de rivieren. en de Romeinse Tijd ook niet uitgesloten worden. Leidschendam waar een Vlaardingennederzetting is Ter vergelijking met vroeger zeespiegelonderzoek is een vers bewerkte indruk. Op grond van de diepteligging en de curve van de Anderzijds komen we er steeds meer achter (pers. opgegraven met daarbij sporen van de Enkelgraf- ook de zeespiegelcurve van Van de Plassche (1982) Kernbijlen en -beitels worden in het algemeen geda- Holocene zeespiegelstijging moet de locatie waar de comm. David Fontijn) dat er ook tongdolkjes zijn met cultuur (Amkreutz 2013 en verwijzingen). Deze gaat weergegeven. (Naar Vos en Kiden 2005, figuur 15) teerd in het Mesolithicum (8800-4900 voor Chr.) kernbeitel is opgezogen vóór 7000 voor Chr. zijn over- een relatief forse bijmenging van tin. Een neoli- vooraf aan de Klokbekercultuur met zijn tongdolkjes. (Beuker 2010, 171). Vergelijkbare exemplaren zijn stroomd (zie Vos en Kiden 2005, 26-27; figuur 15). thische ouderdom kunnen we dan ook nog niet Ook jongere bewoning is op de strandwallen niet bewerkt was. Aangezien de vinder in de gemeente bijvoorbeeld gevonden in de bekende vindplaats De zeespiegel steeg toen met meer dan een halve uitsluiten. De patinering van het dolkje komt niet ongebruikelijk. In de toekomst zal een nauwkeurige Den Haag woont, besloot hij de vraag of het daad- Bergumermeer (vgl, Niekus 2012, afb. 14). In het meter per eeuw. overeen met een vondst uit ‘natte context’. Dat zou 0 1 2 cm werkelijk om een artefact gaat neer te leggen bij de kustgebied komen ze sporadisch nog voor tot in het Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit verdrinkende land- pagina 60 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 61

schap voor mensen aantrekkelijk was. Toch is van de uitwateringssluis (zie kroniek over Ook buiten de uitwatering is de kans groot dat even- dit zeker niet de eerste mesolithische vondst 1982 op www.geschiedenisvanzuidhol- tueel nog aanwezige resten van de Brittenburg zijn die afkomstig is van de Noordzeebodem. Op land.nl/assets/archeologische-kroniek- verdwenen. Deze kunnen in het verleden (deels) zijn de Maasvlakte zijn in de jaren 70 en 80 van 1982). afgebroken dan wel door golfwerking en/ of erosie de vorige eeuw vele honderden benen De reden waarom er geen resten van de van de zeebodem zijn verdwenen. harpoenspitsen uit het Mesolithicum opge- Brittenburg zijn gevonden, kan gezocht Het onderzoek heeft een grote hoeveelheid vondst- raapt die wijzen op een intensief gebruik van worden in twee oorzaken: de Brittenburg lag materiaal uit de Nieuwe Tijd opgeleverd, namelijk het moerassige kustgebied als jachtgebied op een andere locatie óf de Brittenburg lag afval uit Katwijk aan Zee en van het strand dat in zee in het Mesolithicum (Verhart 2005). Uit de op deze locatie, maar resten ervan zijn ver- terechtgekomen is. De samenstelling daarvan komt vondst van de kernbeitel op de Zandmotor dwenen. Op basis van het huidige en eerder overeen met de vondsten die elders bij de werkzaam- blijkt wederom dat er in het Mesolithicum uitgevoerd onderzoek kan echter met zeker- wel degelijk mensen leefden in dit snel heid worden gesteld dat intacte resten uit Het (ver)plaatsen van tetraëders op een strand langs de veranderde moeraslandschap. de Romeinse Tijd in het uitwateringskanaal Atlantikwall. (bron: Bundesarchiv, Bild_101II-M2KBK-900-05) R.A. Houkes niet meer aanwezig kunnen zijn, aangezien de lagen waarin deze verwacht worden, zijn Op zoek naar de Brittenburg verdwenen. Als de Brittenburg in het plan- In opdracht van Ballast Nedam Specialistisch gebied lag, zullen de resten daarvan dus Grondverzet (BNSG) en projectorganisatie inmiddels zijn opgeruimd door de inwerking Kustwerk Katwijk heeft RAAP in januari en Een selectie van het Romeinse aardewerk en bouwma- van de zee (zowel buiten als binnen de uit- februari 2014 een archeologische begeleiding uitge- teriaal. Al het materiaal is matig tot sterk verweerd watering) en/of de aanleg van de uitwatering. voerd bij het project Kustwerk Katwijk in Katwijk aan ten gevolge van verspoeling. De fragmenten van bouw- Tetraëder in de Atlantikwall. Op dit exemplaar zijn de een regelmatig viervlak. Ze werden vaak groepsgewijs Zee, gemeente Katwijk. Dit specifieke project was in materiaal en het fragment van een wrijfschaal zijn zo De delen van de tetraëders, die tijdens het ijzeren pinnen tegen landingsvaartuigen duidelijk te toegepast om doorgangen af te sluiten én ze waren eerste instantie bijzonder vanwege de complexe groot dat het aannemelijk is dat deze van niet al te onderzoek zijn gevonden. (Foto: RAAP) zien. (bron: Bundesarchiv, Bild_101II-M2KBK-900-06) (makkelijk) verplaatsbaar. In de Atlantikwall werd de civieltechnische omstandigheden en werkzaamhe- grote afstand afkomstig zijn. Het ligt voor de hand om betonnen tetraëder meestal voorzien van ijzeren den, waar de werkwijze van de archeologische bege- deze resten toe te schrijven aan de Romeinse bewo- heden in het kader van Kustwerk Katwijk zijn gevon- pinnen die uitstaken om de onderstellen van amfi- leiding op moest worden aangepast. Dit betekende ning waarvan sporen bij de aanleg van de uitwate- den. Ook daar bestaat een deel van de vondsten uit bische voertuigen open te scheuren of te stoppen of het inrichten van een depot op het strand, het opzet- ringssluis zijn gevonden. (Foto: RAAP) resten die aan scheepvaart en visserij kunnen worden er werd een anti-tankmijn op geplaatst. Dergelijke ten van een vakkensysteem, het zeven van grote gekoppeld (De Groot, in voorbereiding). ijzeren pinnen zijn niet gevonden op de verzamelde hoeveelheden zand en het zeven dagen per week dag Helaas zijn op deze plek geen resten gevonden die Een bijzondere categorie zijn grote stukken beton. stukken. De tetraëders stonden op het strand ter voor- en nacht werken langs de kustlijn. erop wijzen dat het Romeinse castellum hier heeft Het gaat om fragmenten van zogenaamde tetraëders. koming van een invasie uit zee en vormden onderdeel In archeologisch opzicht ging alle aandacht uit naar gelegen. De kleine hoeveelheid Romeins vondstmate- In totaal zijn twaalf onderdelen verzameld, waar- van de diverse andere verdedigingswerken die zijn deze onderzoekslocatie vanwege de ligging bij de kust riaal die is gevonden, is verspoeld materiaal. Dit kan mee twee complete tetraëders kunnen worden aangelegd, zoals de anti-tankmuur op de boulevard van Katwijk en daarmee een mogelijke sleutel tot de van grotere afstand afkomstig zijn of mogelijk gerela- samengesteld. Een tetraëder was een versperrings- en een mijnenveld tussen de Uitwatering en de oplossing van het mysterie van de locatie van de teerd worden aan de vermoedelijke vicus van de Brit- middel tegen pantser- en andere voertuigen dat Witte Kerk (Bosman, 2011). Brittenburg. tenburg, waarvan resten zijn gevonden bij de aanleg meestal gemaakt werd van beton, met de vorm van Raap, C.N. Kruidhof & R.W. de Groot pagina 60 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave Archeologische Kroniek v a n Z u i d - H o l l a n d Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 61

schap voor mensen aantrekkelijk was. Toch is van de uitwateringssluis (zie kroniek over Ook buiten de uitwatering is de kans groot dat even- dit zeker niet de eerste mesolithische vondst 1982 op www.geschiedenisvanzuidhol- tueel nog aanwezige resten van de Brittenburg zijn die afkomstig is van de Noordzeebodem. Op land.nl/assets/archeologische-kroniek- verdwenen. Deze kunnen in het verleden (deels) zijn de Maasvlakte zijn in de jaren 70 en 80 van 1982). afgebroken dan wel door golfwerking en/ of erosie de vorige eeuw vele honderden benen De reden waarom er geen resten van de van de zeebodem zijn verdwenen. harpoenspitsen uit het Mesolithicum opge- Brittenburg zijn gevonden, kan gezocht Het onderzoek heeft een grote hoeveelheid vondst- raapt die wijzen op een intensief gebruik van worden in twee oorzaken: de Brittenburg lag materiaal uit de Nieuwe Tijd opgeleverd, namelijk het moerassige kustgebied als jachtgebied op een andere locatie óf de Brittenburg lag afval uit Katwijk aan Zee en van het strand dat in zee in het Mesolithicum (Verhart 2005). Uit de op deze locatie, maar resten ervan zijn ver- terechtgekomen is. De samenstelling daarvan komt vondst van de kernbeitel op de Zandmotor dwenen. Op basis van het huidige en eerder overeen met de vondsten die elders bij de werkzaam- blijkt wederom dat er in het Mesolithicum uitgevoerd onderzoek kan echter met zeker- wel degelijk mensen leefden in dit snel heid worden gesteld dat intacte resten uit Het (ver)plaatsen van tetraëders op een strand langs de veranderde moeraslandschap. de Romeinse Tijd in het uitwateringskanaal Atlantikwall. (bron: Bundesarchiv, Bild_101II-M2KBK-900-05) R.A. Houkes niet meer aanwezig kunnen zijn, aangezien de lagen waarin deze verwacht worden, zijn Op zoek naar de Brittenburg verdwenen. Als de Brittenburg in het plan- In opdracht van Ballast Nedam Specialistisch gebied lag, zullen de resten daarvan dus Grondverzet (BNSG) en projectorganisatie inmiddels zijn opgeruimd door de inwerking Kustwerk Katwijk heeft RAAP in januari en Een selectie van het Romeinse aardewerk en bouwma- van de zee (zowel buiten als binnen de uit- februari 2014 een archeologische begeleiding uitge- teriaal. Al het materiaal is matig tot sterk verweerd watering) en/of de aanleg van de uitwatering. voerd bij het project Kustwerk Katwijk in Katwijk aan ten gevolge van verspoeling. De fragmenten van bouw- Tetraëder in de Atlantikwall. Op dit exemplaar zijn de een regelmatig viervlak. Ze werden vaak groepsgewijs Zee, gemeente Katwijk. Dit specifieke project was in materiaal en het fragment van een wrijfschaal zijn zo De delen van de tetraëders, die tijdens het ijzeren pinnen tegen landingsvaartuigen duidelijk te toegepast om doorgangen af te sluiten én ze waren eerste instantie bijzonder vanwege de complexe groot dat het aannemelijk is dat deze van niet al te onderzoek zijn gevonden. (Foto: RAAP) zien. (bron: Bundesarchiv, Bild_101II-M2KBK-900-06) (makkelijk) verplaatsbaar. In de Atlantikwall werd de civieltechnische omstandigheden en werkzaamhe- grote afstand afkomstig zijn. Het ligt voor de hand om betonnen tetraëder meestal voorzien van ijzeren den, waar de werkwijze van de archeologische bege- deze resten toe te schrijven aan de Romeinse bewo- heden in het kader van Kustwerk Katwijk zijn gevon- pinnen die uitstaken om de onderstellen van amfi- leiding op moest worden aangepast. Dit betekende ning waarvan sporen bij de aanleg van de uitwate- den. Ook daar bestaat een deel van de vondsten uit bische voertuigen open te scheuren of te stoppen of het inrichten van een depot op het strand, het opzet- ringssluis zijn gevonden. (Foto: RAAP) resten die aan scheepvaart en visserij kunnen worden er werd een anti-tankmijn op geplaatst. Dergelijke ten van een vakkensysteem, het zeven van grote gekoppeld (De Groot, in voorbereiding). ijzeren pinnen zijn niet gevonden op de verzamelde hoeveelheden zand en het zeven dagen per week dag Helaas zijn op deze plek geen resten gevonden die Een bijzondere categorie zijn grote stukken beton. stukken. De tetraëders stonden op het strand ter voor- en nacht werken langs de kustlijn. erop wijzen dat het Romeinse castellum hier heeft Het gaat om fragmenten van zogenaamde tetraëders. koming van een invasie uit zee en vormden onderdeel In archeologisch opzicht ging alle aandacht uit naar gelegen. De kleine hoeveelheid Romeins vondstmate- In totaal zijn twaalf onderdelen verzameld, waar- van de diverse andere verdedigingswerken die zijn deze onderzoekslocatie vanwege de ligging bij de kust riaal die is gevonden, is verspoeld materiaal. Dit kan mee twee complete tetraëders kunnen worden aangelegd, zoals de anti-tankmuur op de boulevard van Katwijk en daarmee een mogelijke sleutel tot de van grotere afstand afkomstig zijn of mogelijk gerela- samengesteld. Een tetraëder was een versperrings- en een mijnenveld tussen de Uitwatering en de oplossing van het mysterie van de locatie van de teerd worden aan de vermoedelijke vicus van de Brit- middel tegen pantser- en andere voertuigen dat Witte Kerk (Bosman, 2011). Brittenburg. tenburg, waarvan resten zijn gevonden bij de aanleg meestal gemaakt werd van beton, met de vorm van Raap, C.N. Kruidhof & R.W. de Groot pagina 62 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave L i t e r a t u u r Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 63

Dordrecht | Minderbroederklooster ná de Reformatie in gebruik werd genomen als Amkreutz, L.W.S.W., 2013: Appendices to: Persistent traditions. A Long-term perspecti- Hazewinkel, H.C., 1934: ‘De opkomst van drie nieuwe industrieën in XVIIde- ve on communities in the process of Neolithisation in the Lower Rhine Area (5500- eeuwsch Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje 1934, p. 61-85. Tussen 1982 en 1985 is door de toenmalige ROB een verpleegzaal van het Gasthuis. Als het rapport is 2500 cal BC), Leiden. grootschalig onderzoek gedaan naar het Dordtse afgerond, zal het als PDF verkrijgbaar zijn op de Hertog, P.T., e.a. 2016: Bouwhistorische verkenning boerderij De Rhijenhof 14 te Minderbroederklooster. Dit klooster is te dateren website van de gemeente Dordrecht: Amkreutz, L., M. Niekus, D. Schiltmans en B.. Smit, in druk: ‘Meer dan bijvangst! De Den Haag, Vianen. prehistorische archeologie van de Noordzee’, Cranium. tussen circa 1246 en 1572 en was in deze periode een https://www.archeologiedordrecht.nl Hoek, C., 1979: ‘De heren van Voorne en hun heerlijkheid’, in: De Motte (red.), Van van de belangrijkste religieuze instituten in de stad. Gemeente Dordrecht, vakteam erfgoed, Marc Dorst Beuker, J., 2010: Vuurstenen werktuigen. Technologie op het scherpst van de snede, tot St. Adolfsland. Historische verkenningen op Goeree-Overflakkee, Leiden. De Motte, Ouddorp. Helaas zijn deze onderzoeken destijds slechts mini- maal uitgewerkt. Het hoofddoel was het documente- Bloemers, J.H.F., 1978: Rijswijk-De Bult (Z.H.), 'De Bult', eine Siedlung der Holthausen, O., 2012: Plangebied Eikelenburg te Rijswijk, Archeologische inventarise- ren van de verschillende fases van de kloosterkerk, de Cananefaten, Groningen (Nederlandse Oudheden 8). rend veldonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het plangebied Eikelenburg, Rijswijk (Rijswijkse Archeologische Rapporten, 43). pandgang- en pandhof en het kapittelhuis. Tijdens Both, J.C., 2007: ‘Kasteel Spreeuwenstein te Ouddorp geslecht’, De Ouwe Waerelt het veldwerk is een groot aantal graven gevonden, 7/20, p. 2-4. Holthausen, O., O. Dorenbos en J.M. Koot, 2016: Prinses Beatrixlaan te Rijswijk. Archeologisch onderzoek in het kader van de verbreding van de Prinses Beatrixlaan, waaronder ook diverse grafkelders met schitterende Bruin, J., de, 2015: ‘Uncovering Roman fort Matilo in Leiden, 70-250 AD’, in: C. Bakels Rijswijk (Rijswijkse Archeologische Rapporten, 55). fresco’s van religieuze voorstellingen. Ook heel bijzon- & H. Kamermans (eds), Analecta Praehistoria Leidensia 45, p. 181-189. der waren de verschillende mozaïekvloeren in de jong- Houkes, R.A. 2008: ‘Vuursteen’, in: H. Koot, L. Bruning en R.A. Houkes (red.), Bruin, J. de, 2013. ‘De Merovingische nederzetting in Oegstgeest’, Westerheem 6/62, Ypenburg locatie 4. Een nederzetting met grafveld uit het Midden Neolithicum in het ste kloosterkerk en bijzondere vondsten die passen bij p. 309-315. West Nederlandse kustgebied, Leiden, p. 213-246. dit religieuze complex. Daarnaast zijn er ook bewo- Butler, J.J. en J.A. van der Waals, 1966: ‘Bell beakers and early metalworking in the Jansen, B., 2016. Rijnlandroute, deelgebieden Leiden-West, Rijnbrug en Ommedijk, ningssporen en vondsten uit de periode van vóór en ’, Palaeohistoria 12, p. 41-139. gemeente Leiden; archeologisch vooronderzoek: een aanvullend verkennend booron- ná het klooster. Omdat deze archeologische vind- derzoek, Weesp (RAAP-rapport 3195). plaats zeer bijzonder is, heeft het vakteam erfgoed Carmiggelt, A., 2001: ‘Een onderzoek naar de (bouw)historie van de uitwaterings- sluizen in de Hoogstraat te Rotterdam in de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd’, in: A. Janssen, H.L., J.M.M. Kylstra-Wielinga en B. Olde Meierink, 1996.: 1000 jaar kastelen van de gemeente Dordrecht de laatste jaren gewerkt Carmiggelt, A.J. Guiran en M.C. van Trierum 2001: BOORbalans 4. Archeologisch in Nederland: functie en vorm door de eeuwen heen, Utrecht. aan een synthetiserend rapport van deze onderzoe- onderzoek in het tracé van de Willemsspoortunnel te Rotterdam. Sluizen en schepen in de dam van de Rotte, Rotterdam, p. 125-195. Kempen, P.A.M.M., van, 1999: Roomburg, gemeente Leiden; een archeologisch onder- ken. Nu het concept is afgerond, kunnen we aankon- zoek, Amsterdam (RAAP-rapport 478). digen dat deze rapportage in 2017 zal verschijnen. In Corver, B.A. en M. van Dam, 2016: Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a, Leiden, ge- de rapportage komen de verschillende bouwfases van meente Leiden, Archeologische Begeleiding (protocol opgraven), Noordwijk (IDDS Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Waarneming van een stadskraanfundering aan de Archeologie rapport 1909). Lange Haven ter hoogte van de Vismarkt, Rotterdam (Boornotitie 25). het klooster aan bod, evenals de graven, grafkelders en graffresco's, mozaïekvloeren en verschillende Domburg, K.M. van, en C.R. Brandenburgh, 2008. Darwinweg 2005 & 2006, Een Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Schiedam Vondstmelding: muurwerk onder de inventariserend veldonderzoek, Leiden (Bodemonderzoek in Leiden 21). Appelmarkt, Rotterdam (Boornotitie 27). (graf)vondsten uit de kloosterperiode. Daarnaast is er ook ruimschoots aandacht voor de bewoningssporen Fisselier, J., 2010: Projectnota/ MER Zandmotor Delflandse kust, provincie Zuid Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Hoogstraat 89-91, archeologische waarneming, en vondsten uit de pre-kloosterfase. Deze periode, i.e. Holland. Rotterdam (Boornotitie 26). de eerste helft van de 13de eeuw, is tot op heden in Fontijn, D.R., 2002: ‘Sacrifical landscapes. Cultural biographies of persons, objects Koot, J.M., L. Bruning en R. A. Houkes, 2008: Ypenburg-locatie 4, Een nederzetting Dordrecht een vrij onderbelichte periode. Ten slotte and ‘natural’ places in the Bronze Age of the southern Netherlands, c. 2300-600 BC’, met grafveld uit het Midden-Neolithicum in het West-Nederlandse Kustgebied, Analecta Praehistorica Leidensia 33/34, Leiden. Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties). komen ook de bouwresten en vondsten uit de post- kloosterperiode aan bod. Het gaat om woonhuizen uit Guiran, A.J. en M.C. van Trierum, 2010: ‘Op zoek naar de nederzetting Rotte uit de Koot, J.M., 2008: Opgegraven! Archeologisch onderzoek in Rijswijk, Rijswijk de periode 16de -19de eeuw die ná de sloop aan de 8e-12e eeuw; nieuwe vondsten en inzichten’, in: A. Carmiggelt, M.C. van Trierum en (Rijswijkse Serie, 13). D.A. Wesselingh (red.): BOORbalans 6 Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van Voorstraat gebouwd werden en het kapittelhuis dat het Maasmondgebied, Rotterdam, p. 13-50.

(Foto’s: gemeente Dordrecht) pagina 62 | Jaargang 2017 Naar inhoudsopgave L i t e r a t u u r Naar inhoudsopgave Jaargang 2017 | pagina 63

Dordrecht | Minderbroederklooster ná de Reformatie in gebruik werd genomen als Amkreutz, L.W.S.W., 2013: Appendices to: Persistent traditions. A Long-term perspecti- Hazewinkel, H.C., 1934: ‘De opkomst van drie nieuwe industrieën in XVIIde- ve on communities in the process of Neolithisation in the Lower Rhine Area (5500- eeuwsch Rotterdam’, Rotterdams Jaarboekje 1934, p. 61-85. Tussen 1982 en 1985 is door de toenmalige ROB een verpleegzaal van het Gasthuis. Als het rapport is 2500 cal BC), Leiden. grootschalig onderzoek gedaan naar het Dordtse afgerond, zal het als PDF verkrijgbaar zijn op de Hertog, P.T., e.a. 2016: Bouwhistorische verkenning boerderij De Rhijenhof 14 te Minderbroederklooster. Dit klooster is te dateren website van de gemeente Dordrecht: Amkreutz, L., M. Niekus, D. Schiltmans en B.. Smit, in druk: ‘Meer dan bijvangst! De Den Haag, Vianen. prehistorische archeologie van de Noordzee’, Cranium. tussen circa 1246 en 1572 en was in deze periode een https://www.archeologiedordrecht.nl Hoek, C., 1979: ‘De heren van Voorne en hun heerlijkheid’, in: De Motte (red.), Van van de belangrijkste religieuze instituten in de stad. Gemeente Dordrecht, vakteam erfgoed, Marc Dorst Beuker, J., 2010: Vuurstenen werktuigen. Technologie op het scherpst van de snede, Westvoorne tot St. Adolfsland. Historische verkenningen op Goeree-Overflakkee, Leiden. De Motte, Ouddorp. Helaas zijn deze onderzoeken destijds slechts mini- maal uitgewerkt. Het hoofddoel was het documente- Bloemers, J.H.F., 1978: Rijswijk-De Bult (Z.H.), 'De Bult', eine Siedlung der Holthausen, O., 2012: Plangebied Eikelenburg te Rijswijk, Archeologische inventarise- ren van de verschillende fases van de kloosterkerk, de Cananefaten, Groningen (Nederlandse Oudheden 8). rend veldonderzoek in het kader van de herontwikkeling van het plangebied Eikelenburg, Rijswijk (Rijswijkse Archeologische Rapporten, 43). pandgang- en pandhof en het kapittelhuis. Tijdens Both, J.C., 2007: ‘Kasteel Spreeuwenstein te Ouddorp geslecht’, De Ouwe Waerelt het veldwerk is een groot aantal graven gevonden, 7/20, p. 2-4. Holthausen, O., O. Dorenbos en J.M. Koot, 2016: Prinses Beatrixlaan te Rijswijk. Archeologisch onderzoek in het kader van de verbreding van de Prinses Beatrixlaan, waaronder ook diverse grafkelders met schitterende Bruin, J., de, 2015: ‘Uncovering Roman fort Matilo in Leiden, 70-250 AD’, in: C. Bakels Rijswijk (Rijswijkse Archeologische Rapporten, 55). fresco’s van religieuze voorstellingen. Ook heel bijzon- & H. Kamermans (eds), Analecta Praehistoria Leidensia 45, p. 181-189. der waren de verschillende mozaïekvloeren in de jong- Houkes, R.A. 2008: ‘Vuursteen’, in: H. Koot, L. Bruning en R.A. Houkes (red.), Bruin, J. de, 2013. ‘De Merovingische nederzetting in Oegstgeest’, Westerheem 6/62, Ypenburg locatie 4. Een nederzetting met grafveld uit het Midden Neolithicum in het ste kloosterkerk en bijzondere vondsten die passen bij p. 309-315. West Nederlandse kustgebied, Leiden, p. 213-246. dit religieuze complex. Daarnaast zijn er ook bewo- Butler, J.J. en J.A. van der Waals, 1966: ‘Bell beakers and early metalworking in the Jansen, B., 2016. Rijnlandroute, deelgebieden Leiden-West, Rijnbrug en Ommedijk, ningssporen en vondsten uit de periode van vóór en Netherlands’, Palaeohistoria 12, p. 41-139. gemeente Leiden; archeologisch vooronderzoek: een aanvullend verkennend booron- ná het klooster. Omdat deze archeologische vind- derzoek, Weesp (RAAP-rapport 3195). plaats zeer bijzonder is, heeft het vakteam erfgoed Carmiggelt, A., 2001: ‘Een onderzoek naar de (bouw)historie van de uitwaterings- sluizen in de Hoogstraat te Rotterdam in de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd’, in: A. Janssen, H.L., J.M.M. Kylstra-Wielinga en B. Olde Meierink, 1996.: 1000 jaar kastelen van de gemeente Dordrecht de laatste jaren gewerkt Carmiggelt, A.J. Guiran en M.C. van Trierum 2001: BOORbalans 4. Archeologisch in Nederland: functie en vorm door de eeuwen heen, Utrecht. aan een synthetiserend rapport van deze onderzoe- onderzoek in het tracé van de Willemsspoortunnel te Rotterdam. Sluizen en schepen in de dam van de Rotte, Rotterdam, p. 125-195. Kempen, P.A.M.M., van, 1999: Roomburg, gemeente Leiden; een archeologisch onder- ken. Nu het concept is afgerond, kunnen we aankon- zoek, Amsterdam (RAAP-rapport 478). digen dat deze rapportage in 2017 zal verschijnen. In Corver, B.A. en M. van Dam, 2016: Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a, Leiden, ge- de rapportage komen de verschillende bouwfases van meente Leiden, Archeologische Begeleiding (protocol opgraven), Noordwijk (IDDS Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Waarneming van een stadskraanfundering aan de Archeologie rapport 1909). Lange Haven ter hoogte van de Vismarkt, Rotterdam (Boornotitie 25). het klooster aan bod, evenals de graven, grafkelders en graffresco's, mozaïekvloeren en verschillende Domburg, K.M. van, en C.R. Brandenburgh, 2008. Darwinweg 2005 & 2006, Een Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Schiedam Vondstmelding: muurwerk onder de inventariserend veldonderzoek, Leiden (Bodemonderzoek in Leiden 21). Appelmarkt, Rotterdam (Boornotitie 27). (graf)vondsten uit de kloosterperiode. Daarnaast is er ook ruimschoots aandacht voor de bewoningssporen Fisselier, J., 2010: Projectnota/ MER Zandmotor Delflandse kust, provincie Zuid Kempenaar, G.F.H.M., 2016: Hoogstraat 89-91, archeologische waarneming, en vondsten uit de pre-kloosterfase. Deze periode, i.e. Holland. Rotterdam (Boornotitie 26). de eerste helft van de 13de eeuw, is tot op heden in Fontijn, D.R., 2002: ‘Sacrifical landscapes. Cultural biographies of persons, objects Koot, J.M., L. Bruning en R. A. Houkes, 2008: Ypenburg-locatie 4, Een nederzetting Dordrecht een vrij onderbelichte periode. Ten slotte and ‘natural’ places in the Bronze Age of the southern Netherlands, c. 2300-600 BC’, met grafveld uit het Midden-Neolithicum in het West-Nederlandse Kustgebied, Analecta Praehistorica Leidensia 33/34, Leiden. Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties). komen ook de bouwresten en vondsten uit de post- kloosterperiode aan bod. Het gaat om woonhuizen uit Guiran, A.J. en M.C. van Trierum, 2010: ‘Op zoek naar de nederzetting Rotte uit de Koot, J.M., 2008: Opgegraven! Archeologisch onderzoek in Rijswijk, Rijswijk de periode 16de -19de eeuw die ná de sloop aan de 8e-12e eeuw; nieuwe vondsten en inzichten’, in: A. Carmiggelt, M.C. van Trierum en (Rijswijkse Serie, 13). D.A. Wesselingh (red.): BOORbalans 6 Bijdragen aan de bewoningsgeschiedenis van Voorstraat gebouwd werden en het kapittelhuis dat het Maasmondgebied, Rotterdam, p. 13-50.

(Foto’s: gemeente Dordrecht) pagina 64 | Jaargang 2017 Literatuur Naar inhoudsopgave

Koot, J.M., 2015: ‘Rijswijk. RijswijkBuiten, ’t Haantje’, Archeologische Kroniek van Schelhaas, T., 2000: ‘Spreeuwenstein bij Ouddorp’, in: J. Stöver (red.), Zuid-Holland 2015, p. 40-41. Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, p. 406-411, Leiden/Zutphen.

Louwe Kooijmans, L.P. en Peter F.B. Jongste, 2005/2006: ‘Schipluiden. A neolithic Schiltmans, D.E.A., 2017: Rotterdam Coolsingel 75. Een bureauonderzoek en een . settlement on the Dutch North Sea Coast c. 3500 cal BC’, Analecta Praehistorica verkennend inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen, Leidensia, 37/38, 2005/2006, p. 91-112. Rotterdam (BOORrapporten 622).

Maat G.J.R., W.J.M. Rozendaal en J.L.M. Starmans, 1985: ‘Menselijke skeletresten Schute, I.A., 2016: ‘Rijnlandroute - A44, aansluiting Leiden West, gemeente Leiden; opgegraven bij het pesthuis te Leiden’, in: D.E.H. de Boer, L. Barendregt & H. archeologisch onderzoek: een proefsleuvenonderzoek’, Weesp (RAAP-rapport 3190). Suurmond-Van Leeuwen (ed.), Bodemonderzoek in Leiden. Jaarverslag 1984, Leiden. Siemons, H., en E.E.B. Bulten (red.), 2014: Archeologie in het Wateringse Veld. Mac Lean, J., 1979: ‘Loodwitfabrieken in de negentiende eeuw’, Rotterdams Van steentijd tot nieuwe tijd, Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties 17). Jaarboekje 1979, p. 233-252. Smink, E., 1983: ‘Vondsten van bedrijfsaardewerk uit de Haarlemmertrekvaart van Mostert, I., 2013: ‘Werven en voorhoven. Een interdisciplinair onderzoek naar de loodwitmolen De Star. Een beknopte geschiedenis van de loodwitindustrie’, mottekastelen op Walcheren’, Walcherse Archeologische Rapporten 37 (Walcherse Holland 15, p. 40-51. Archeologische Dienst, Middelburg). Stokkel, P.J.A. en R.A. van der Mijle Meijer, 2014: Erasmushove, gemeente Den Haag. Niekus, M., 2012: Tussen schijn en werkelijkheid: De opgraving Bergumermeer S-64B Inventariserend proefsleuvenonderzoek en definitief archeologisch onderzoek van als mijlpaal van het steentijdonderzoek in Nederland. Verslag van het kortlopende vindplaatsen uit de ijzertijd, Romeinse tijd en late middeleeuwen, Den Haag onderzoek naar de mesolithische vindplaats Bergumermeer S-64B in het kader van (Haagse Archeologische Rapportage 1403). het Odysseeprogramma uitwerking oud onderzoek, Groningen. Verhart, L.B.M., 2005: ‘Een verdronken land. Mesolithische vondsten uit de Oever, van den F., 2016: Gecombineerd geofysisch onderzoek kloosterterrein Noordzee’, in: L.P. Louwe Kooijmans, P.W. van den Broeke, H. Fokkens en A.L. van Gijn Sint Michiel, De Hem te Schoonhoven. (red.), Nederland in de Prehistorie, Amsterdam, p. 157-160.

Olivier, R., 1999: Sprekend Verleden, De Motte, Ouddorp. Verschoof-van der Vaart, W.B., 2015: De kasteelberg Spreeuwenstein, gemeente Goeree-Overflakkee; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventarisend Plicht, J., van der, L.W.S.W. Amkreutz, M.J.L.Th. Niekus, J.H.M. Peeters en B.I. Smit, veldonderzoek (geofysisch), Weesp (RAAP-rapport 3167). 2016: ‘Surf'n Turf in Doggerland: Dating, stable isotopes and diet of Mesolithic human remains from the southern North Sea’, Journal of Archaeological Science: Vos, P. en P. Kiden, 2005: 'De landschapsvorming tijdens de steentijd, in J. Deeben, Reports 10, p. 110-118. E. Drenth, M.F. van Oorsouw en L. Verhart, De steentijd in Nederland, Archeologie 11/12. Ploegaert, P.H.J.I., 2016: Schiedam Westmolenkwartier parkeerterrein. De archeologische begeleiding van de aanleg van een tijdelijke parkeervoorziening, Vos, P.C., E.E.B. Bulten en C. Riefe 2007: Nieuwe Geologische Kaart van Den Haag en Rotterdam (BOORrapporten 609). Rijswijk, Den Haag.

Ploegaert, P.H.J.I., 2017: Schiedam Lange Haven 65. De archeologische begeleiding Wagner, A. en R.F. Engelse, 2016: Archeologisch onderzoek De Hem, C.G. Roosweg van de ontgraving van het souterrain onder Huis Nolet, Rotterdam (BOORrapporten naast nr. 28 te Schoonhoven (gemeente ). Bureauonderzoek en 617). inventariserend veldonderzoek met boringen. Nieuwerkerk aan den IJssel (Rapport A16-018-I). Ploegaert, P.H.J.I., 2016: Spijkenisse Appartementen ’t Dorp Fase II. Een Inventa- riserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven, karterende fase (IVO-P), Rotterdam (BOORrapporten 610).

Roeloffzen, A.B., 1988: Loodwit-, vernis- en verffabrieken in de gemeente Rotterdam (notitie voor B en W van Rotterdam en leden van de projectgroep Bodem Rotterdam). De Zilk

Hillegom

Noordwijkerhout

Lisse Alle locaties van de Archeologische Kroniek over 2016

Noordwijk-Binnen Voorhout Sassenheim 31 9 12 10 Roelofarendsveen 1 Alphen aan den Rijn 12 Leiden 21 Schoonhoven 22 Katwijk aan Zee Nieuwveen Hooftstraat Hooglandse Kerkgracht 25A Kloosterterrein De Hem Rijnsburg Warmond Kaarsenmakersstraat 2 Oegstgeest Valkenburg 2 Brielle Oosterkerkstraat 22 Teylingen–Warmond 13 Woubrugge 15 Ter Aar Sint Catharinaklooster Rapenburg 48 en Pieterskerkhof 4a Fort Marina 12 LEIDEN Cellebroedersklooster Binnenstad-ondergrondse restafvalcontainers 14 Alphen a/d Rijn Wassenaar 23 Vlaardingen Koudekerk a/d Rijn 1 3 Delft 13 Leiden Tracé van de Blankenburgverbinding Voorschoten Hazerswoude- Bolwerk Van Leeuwenhoekpark -Dorp Rijndijk Park Spoorloos 24 Westland – Ter Heijde 16 Hazerswoude Dorp Spoortunnel en Phoenixstraat 14 Leiden Molenslag Westland Leidschendam 29 Riolering Westvest Matilo DEN HAAG Bodegraven Benthuizen 25 Zoetermeer 6 Voorburg Boskoop 4 Den Haag 15 Leiden Landscheiding Rijswijk Boomaweg RijnlandRoute ZOETERMEER Moerkapelle 27 30 Nootdorp Reeuwijk V A R I A - O V E R I G 4 5 25 Monster 5 Den Haag 16 Leidschendam 18 24 Wateringen Pijnacker Rhijenhof 14-16 De Bosrand en Noortheylaan 26 Educatief erf Broekpolder Vlaardingen Poeldijk 3 8 Bleiswijk 's-Gravenzande Delft Gouda Zevenhuizen 27 Berkel 6 Den Haag 17 Nissewaard–Spijkenisse 27 Strandvondsten Naaldwijk Haastrecht en Bergschenhoek Rotterdamsebaan Plangebied ’t Dorp Monster-Strandmotor Hoek van Holland De Lier Rodenrijs Moordrecht

Stolwijk Rotterdam-Maasvlakte 2 Vianen Schipluiden Nieuwerkerk 7 Goeree-Overflakkee–Ouddorp 18 Rijswijk Hoek van Holland a/d IJssel Kasteelberg Spreeuwenstein Rijswijk Buiten, ’t Haantje 21 Ameide 28 Timmerhuis-Rotterdam 27 28 Capelle Schoonhoven a/d IJssel Bergambacht Maasland 26 Ouderkerk a/d IJssel 8 Gouda 19 Rotterdam Nieuwpoort 21 Maassluis 23 19 Sint-Janskerk Coolsingel 75 29 Prehistorisch dolkje-Leidschendam 20 Krimpen 2 a/d IJssel Hoogstraat kruising Binnenrotte - Dubbele sluis Rozenburg Vlaardingen Schiedam ROTTERDAM Lekkerkerk 9 Katwijk Laurenskerk 30 Kernbeitel-Monster Brielle Krimpen a/d Lek Leerdam 11 Rijnsoever Noord Rockanje Slikkerveer Nieuw-Lekkerland 20 Schiedam 31 Brittenburg(?)-Katwijk 10 Katwijk Appelmarkt Rijnsburg Klei Oost Hoogstraat 32 Minderbroederklooster-Dordrecht Heenvliet Hoogvliet Rhoon Poortugaal Hendrik- Lange Haven Ido- 17 Ambacht 11 Leerdam Westmolenkwartier Spijkenisse Heerjansdam Boven- Ouddorp Hardinxveld Schoonrewoerdse poort Giessendam Neder- Oud-Beijerland Zwijndrecht Hardinxveld 7 Goedereede Puttershoek

Mijnsheerenland 32 Piershil Maas dam Westmaas Klaaswaal 's-Gravendeel Sommelsdijk

Middelharnis

Zuid-Beijerland Dirksland

Strijen Numansdorp Nieuwe Tonge

Oude Tonge

Ooltgensplaat

(Tekening: BOOR) Deze kleine vuistbijl is gevonden op het Noordzeestrand. Hoe kun je ons vinden? Hij is afkomstig, net als veel andere prehistorische strandvondsten, uit het zand dat van de Noordzeebodem is opgezogen om onze kust te versterken.

In deze kroniek lees je meer over deze en andere belangrijke en interessante vondsten. Postbus 3092 2601 DB Delft 015-215 43 50 [email protected]

www.erfgoedhuis-zh.nl

www.archeologievanzuidholland.nl

Voor vragen over archeologie kun je contact opnemen met Janneke van Haver-Plas [email protected]

Archeologiehuis Zuid-Holland Archeonlaan 1a

(Foto: Frans de Vries, Toonbeeld/Oosterwolde) 2408 ZB Alphen a/d Rijn