Jacob Cats En Zijne Omgeving, Naar Aanleiding Van De Handschriften in Het Museum Catsianum

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Jacob Cats En Zijne Omgeving, Naar Aanleiding Van De Handschriften in Het Museum Catsianum JACOB CATS EN ZIJNE OMGEVING, NAAR AANLEIDING VAN DE HANDSCHRIFTEN IN HET MUSEUM CATSIANUM, DOOR J. G. FREDERIKS. Il. ONING JACOBUS I verleende in 1628 octrooi voor bedijkingen in den mond van den Humber aan CORNELIS VERMUYDEN. Deze vermelding eischt eene uitvoerige opheldering aangaande dat werk en zijne plaatselijke geschiedenis, de lotgevallen van dergelijke ondernemingen in die dagen en bijzonder van deze, benevens de mededeeling der wederwaardigheden van genoemden leider dezer reusachtige werken en het wedervaren zijner medestanders, die daarin hun geld belegden. VERMUYDEN was uit het eiland Tolen, geboren te Sint­ Maartensdijk en van moederszijde verwant aan de WERCKENDET'S; hij telde dus onder de zijnen personen, die vóór de omwenteling de hoogste betrekkingen bekleed hadden in Zeeland beoosten de Schelde, die nog lang den ouden ' godsdienst beleden en daardoor in aanzien waren bij den heer van Sint-Maartensdijk, . FILIPS WILLEM, Prins van Oranje en Graaf van Buren. Tot zijne naaste aanverwanten behoorden ook leden der familie LIENS, die evenals zijne moederlijke betrekkingen nog in 1595 bedevaartgangers naar San-Jago konden aanwijzen. In de eilanden Schouwen~ Duiveland en Tolen vormden zij eeneklasse, 81 242 JACOB CATS EN ZIJNE OMGEVING. bestaande uit veelal onderling verwante geslachten, die, door het oude gouvernement met ruimer of kleiner gezag bekleed, aan de nieuwere orde van zaken niet dan schoor­ voetend zich aansloten en dit nog slechts aan de jongeren overlieten, terwijl enkelen ,hunner het openbaar gezag opgaven, als particuliere burgers bleven voortleven, als katho­ lieken stierven en soms een tak van hun geslacht nalieten, die weinig werd opgemerkt en allengs uitstierf of zich naar de zuidelijke gewesten begaf, gelijk omgekeerd anderen vandaar mede geloofshalve hierheen kwamen om de aanzienlijke ledige plaatsen van eigenaars en ambtenaren in te nemen. Want tallooze eigendommen waren in den binnen­ landsehen krijg bouwvallen of overstroomde grondbezittingen geworden, beide als gevolgen van nalatigheid en van vernielzucht, van eene verwildering onder de bewoners of van een veiligheidsmaatregel. Het is moeilijk dit duidelijk te maken en niet afte dwalen. Maar aan den anderen kant is het noodig te zeggen, dat de werkzaamheid der hier bedoelde standen en familiên lang vóór de onlusten dagteekent. De latere keizerlijke verordeningen hadden een waterstaat van beteren aard gevormd dan de graaflijke verordeningen der middeleeuwen en schoon niet zoo goed als de tegenwoordige, volkomen in staat om zelfs met buitenlandsche vermaardheid hun land den eersten rang te doen bekleed en onder de waterbouwkundigen. Wat droog te leggen en droog te houden was, deden zij, den scherpen blik gericht op elk strookje grond, dat kon behouden worden door een tijdigen maatregel, of verkregen door wel bestuurden en harden arbeid. Minder ervaren en denken vaak, dat inbraken en watervloeden afhankelijk zijn van het doen en laten der menschen. Men vergeet wel­ eens, dat het wijken van den bodem, waarop de zware aardmassa der dijken rust of de plotselinge veranderingen in den stroomgang, niet minder de invloed van stormen en hooge waterstanden. rampen veroorzaken, waarvan de afwering verre boven de macht der menschelijke hand is. Alotn in landstreken als het graaflijke baljuwschap Beoosten­ Schelde had men mannen, die in het schoone jaargetijde en in het noodweer van den winternacht zorgden voor hun eigen goed, dat van hunne meesters en lastgevenden en, niet onnatuurlijk uit het oogpunt van zelfbehoud, ook voor elkanders bezittingen, waar de ondergang van 't eene al het overige bedreigde. Men denke zich verder de nieuwe aanwinst van grond, die niet slechts de bezittingen vermeerderde, maar het oudere kwam beschermen, dat nu den tweeden aanval der wateren had te verduren, als achterliggende grond geworden; dan wordt dit eene kostbare en hachelijke onderneming. De kwade kans van een of twee seizoenen, een zachten winter, die den nieuwen dijk week laat, gevolgd door ruw weger; de arbeid moet opnieuw begonnen worden, en dit niet zelden bij herha­ ling, terwijl in een tegenovergesteld en niet ongewoon gelukkig geval één enkele oogst al de kosten vergoedt. Het geheel is dus een waagstuk, dat alleen kan slagen door gemeenschappelijke krachten, die niet slechts kapitalen kunnen bijeenbrengen, maar, bij een slecht succes, in staat zijn eene ramp te dekken. Waar vroeger de landsheer en zijne edelen klinkende munt voor materialen en arbeidsloonen hadden, en de kloosters verder en uitsluitend bij machte waren kapitalen bijeen te brengen, zou in Zeeland, waarbij wij ons JAC OB CATS EN ZIJNE OMGEVING. 243 hier bepalen, deze soort van ondernemingen onuitvoerlijk geworden zijn, omdat de Zeeuwsche adel in den aanvang der zeventiende eeuw niet meer bestond 1) en de kloosters waren ondergegaan in den algemeenen nood der tijden. Toen sloten de mannen, die zelf, of zeker hunne voorouders, door ambt en bediening, geboorte en bezitting, dijk­ en poldermannen waren, zich aaneen. In hunne overleggingen stonden zij eigene, weder­ keerige en tevens algemeene belangen voor j hunne gedurige en nauwe aanraking deed vermaagschapping ontstaan j waar de maatschappelijke veranderingen hen voor eigene zaken en zonder het vroegere gezag van anderen deden !handelen, vormden zij een nieuwen stand in de grootere gemeenten te platten lande, een' kring van gelijken, grondleggers van eene dorps- en kleinsteedsche aristocratie, die allengs door betere opleiding tot het maatschappelijke leven, in scholen en academiën verkregen, de eersten werden in den nieuwen vrijstaat en in het tegenwoordige koninkrijk. Zij zijn de stamvaders van groote, aanzienlijke en deels nog voortlevende geslachten j alleen hun oorsprong kan niet meer helder aangewezen worden, tenzij door persoonlijke bekendheid in sommige streken, die hunne 'vaderen hebben doen ontstaan, voor ondergang bewaard, tot hoogen bloei en welvaart gebracht om ze eindelijk te besturen of in hun naam te doen regeeren. Van hen noemen wij hier alleen WERCKENDET, VERMUYDEN en LIENS in Tolen, en, evenzeer uitgestorven, COUWENBURG en CATS in Schouwen. Als men van Huil den kleinen zeeboezem oversteekt om met den trein over Grimsby naar Londen te gaan, zet men den voet in het graafschap Lincoln, op eene landstreek, die Nieuw-Holland heet. Zooals men dat nu ziet, is het eene indijking, die op last en kosten van een' graaf van BEDFORD is geschied. Oorspronkelijk is dat hetzelfde, dat in 1620 ter indijking gegund was aan CORNELIS VERMUYDEN. De man was een geboren dijker, een tijdgenoot van Nederlandsche duizendkunstenaars als LEEGHWATER en DREBBEL. Zijne kunst had de omstreken van het koninklijke lustoord Windsor en Ganvey-island in de Theems drooggelegd, en als hij nu de moerassen van Lincoln boven water kon brengen, en volgens het octrooi de helft der verkavelde nieuwe gronden, bloksgewijze door het lot verdeeld, aan den Koning had overgedragen, dan behield hij voor zich eene bezitting, grooter dan de gemeente Haarlemmermeer. De ingenieur-ondernemer, gelijk wij zouden zeggen, woonde te Londen, waar hij lid der Hollandsche kerkelijke gemeente was, en er in 1626, 1634 en 1635 kinderen liet doopen. 2) Daar kwam CATS in gezantschap, werd in den aanvang van 1627 tot ridder verheven en woonde er het feest van Sint-Joris bij, zoodat hij in vier maanden tijd alle gelegenheid had om zijn landsman te gaan zien. Deze Sint-Maartensdijker was thans een man in den geest van den gezant, die den smaak van inpolderingen lang weg had en wiens vrouw reeds eenigen tijd hare hoogbejaarde 1) NIJHOFF'S Bijdr., dl. 1 (1837), blz. 75-92. Sj MOENS, The Dutch Church registers, London, p. 76. 244 ]ACOB CATS EN ZIJNE OMGEVING. moeder, de weduwe van HANS V ALCKENBORCH, 1) had verloren, zoodat er meer dan iets was om een aandeeltje te nemen. JOHAN LIENS, neef van VERMUYDEN, verkocht hem die, in Den Haag, 8 November 1627.~) LIENS maakte in April daaraanvolgende de bepaling, die ons leert, dat CATS eerst 300, daarna 500 acres - ieder van 0.42 onzer bunders ongeveer - had gekocht, en dat LIENS toestond het beloop der koopsommen te doen gebruiken voor de "dijkagie", maar dan moest hij, LIENS, andermaal 800 acres aan den man kunnen brengen. Wij zien dat de agent van VERMUYDEN de actiën wist om te zetten, zooals zijn principaal dat ontworpen had. CATS was niet enkel een leep man, maar ook in deze zaken niet onervaren en wij zullen de gelegenheid hebben meer dan eens klachten te vernemen, van een kooper van een paar blokken land, die zonder zijn wil aansprakelijk aandeelhouder in deze inpoldering en bijgevolg tegen eenige kavels grond het kapitaal moest helpen aanvullen, terwijl VERMUYDEN eenvoudig verklaarde, dat hij volgens contract van die gronden en de verplichting der eigenaars af was. Deze hadden dagelijks kans om hunne avontuurlijke bezittingen te vergrooten, maar het gelukte niet die van de hand te doen, als de onderneming boven hunne macht ging. Die zaak van Hadfield-Chase heeft CATS veel geld gekost, veel onaangenaamheden aan zijn financieël gestemd gemoed berokkend, heeft hem in onvriendschap gebracht met menschen, wel van gelijke bewegingen als hij, maar die wij liever niet in twist zagen met "Vader" CATS, eene zaak, die tot de beschuldiging geleid heeft van oplichterij. Het is dus noodig hiervan bijeen te brengen, wat bekend is, de zaak zoo goed na te gaan, alsof wij in de bedijking belang en aandeel en hadden en acht te geven op hetgeen CATS in gelijksoortige gevallen wedervaren is; misschien komen wij dan tot het antwoord op de vraag, of hij vrienden en magen zijne aandeel en overdeed om hun eene goede geldbelegging aan de hand te doen, of dat hij zich aan eene hachelijke onderneming onttrok ten koste van anderen, ranggenooten en bloedverwanten. Nog kon het geval zich voordoen, dat CATS met al zijne ervaring van polderwerk over dit Engelsche plan in eene hem zeldzame geestdrift geraakt was en bekenden en nabestaanden ging aanraden, zelfs met eenigen aandrang wist te bewegen om te trachten eenige gemeten te koopen, terwijl het hem uit edelmoedigheid of een oogenblikkelijk gemis van liggende renten geen te groote opoffering was een ander ook wat te gunnen en met geduld eene goede gelegenheid af te wachten en dan zijne ingelandheid uit te breiden.
Recommended publications
  • Tulip Symbolism in the Seventeenth-Century Dutch Emblem Book
    Tulip symbolism in the seventeenth-century Dutch emblem book 0 Tulip symbolism in the seventeenth-century Dutch emblem book Research Master’s Thesis Utrecht University Faculty of the Humanities Art History of the Low Countries Emily Campbell 6114563 Supervisor: Prof. dr. Thijs Weststeijn Second reader: Prof. dr. Els Stronks Date: 10 July 2019 Title page illustration: Roemer Visscher, Emblem V, Sinnepoppen, I. Amsterdam, by W. Iansz., 1614, p. 5., shelfmark: OTM: OK 62-9148. Collection of Allard Pierson. 1 Table of Contents Introduction 4 Why study the tulip in Dutch emblem books? 4 Relevance to the Field 7 Research Questions 8 Theoretical Context 9 Methodology 20 Chapter Overview 23 Chapter 1: What is the historiography relating to the symbolic function of the tulip in seventeenth-century Dutch art? 24 1.1 The Emergence of Emblematics 24 1.2 Tulip Symbolism in Dutch Flower Paintings 26 1.3 Confusing Accounts: The Phases of the Tulipmania 29 Chapter 2: The Tulip as a Symbol of Virtue 39 2.1 Devotion 39 2.2 Chastity and Honorable Industry 44 2.3 The Multiplicity of Creation 49 Chapter 3: The Tulip as a Symbol of Vice in Roemer Visscher’s Sinnepoppen 57 3.1 Pre-iconographic Analysis 57 3.2 Iconographic Analysis 58 3.3 Iconological Analysis 61 Conclusion 70 Images 73 Appendix: List of Tulips in Dutch Emblem Books (1600-1700), in chronological order 84 Bibliography 105 2 Acknowledgements Writing this thesis has been the largest undertaking of my life. First, thanks are due to my thesis supervisor, prof. dr. Thijs Weststeijn, for assisting me with this, my first, thesis.
    [Show full text]
  • Alcohol, Tobacco, and the Intoxicated Social Body in Dutch Painting
    University of South Florida Scholar Commons Graduate Theses and Dissertations Graduate School 2-24-2014 Sobering Anxieties: Alcohol, Tobacco, and the Intoxicated Social Body in Dutch Painting During the True Freedom, 1650-1672 David Beeler University of South Florida, [email protected] Follow this and additional works at: https://scholarcommons.usf.edu/etd Part of the History Commons Scholar Commons Citation Beeler, David, "Sobering Anxieties: Alcohol, Tobacco, and the Intoxicated Social Body in Dutch Painting During the True Freedom, 1650-1672" (2014). Graduate Theses and Dissertations. https://scholarcommons.usf.edu/etd/4983 This Thesis is brought to you for free and open access by the Graduate School at Scholar Commons. It has been accepted for inclusion in Graduate Theses and Dissertations by an authorized administrator of Scholar Commons. For more information, please contact [email protected]. Sobering Anxieties: Alcohol, Tobacco, and the Intoxicated Social Body in Dutch Painting During the True Freedom, 1650-1672 by David Beeler A thesis submitted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Liberal Arts Department of Humanities and Cultural Studies College of Arts and Sciences University of South Florida Major Professor: Annette Cozzi, Ph.D. Cornelis “Kees” Boterbloem, Ph.D. Brendan Cook, Ph.D. Date of Approval: February 24, 2014 Keywords: colonialism, foreign, otherness, maidservant, Burgher, mercenary Copyright © 2014, David Beeler Table of Contents List of Figures .................................................................................................................................ii
    [Show full text]
  • Johan De Witt En Frankrijk Portret Van Johan De Witt Door Adriaen Hanneman, 1652, Museum Boijmans Van Beuningen
    Johan de Witt en Frankrijk Portret van Johan de Witt door Adriaen Hanneman, 1652, Museum Boijmans Van Beuningen. Samengesteld door Ineke Huysman en Roosje Peeters Johan de Witt en Frankrijk Een bloemlezing uit zijn correspondentie Met tekeningen van Jean-Marc van Tol © 2020 Ineke Huysman en Roosje Peeters; Uitgeverij Catullus, Soest. www.johandewitt.nl Omslagillustratie: Jean-Marc van Tol, naar Adam Frans van der Meulen, Lodewijk xiv steekt bij Lobith de Rijn over, 12 juni 1672, Rijksmuseum Amsterdam. Druk en afwerking: Wilco, Amersfoort. Alle brieven zijn online raadpleegbaar via: http://resources.huygens.knaw.nl/BriefwisselingJohandeWitt isbn 9789492409539 nur 685 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestem- ming van de uitgever. www.catullus.nl Inhoud 7 Voorwoord 9 Inleiding 19 Johan de Witt 27 Briefvouwen 43 De grand tour Johan en Cornelis de Witt in Frankrijk: 1645-1647 59 Mijn groote swackheyt Willem Boreel aan Johan de Witt: 10 september 1653 65 Purperen regen Johan de Witt aan Andreas Colvius: 16 januari 1654 73 ‘Tsa, tsa, déloge, déloge!’ Hendrik van Deutecom aan Johan de Witt: 6 augustus 1654 81 Een buitengewone meteoor Louis le Blanc aan Johan de Witt: 3 september 1654 87 Escapades aan het hof Abraham de Wicquefort aan Johan de Witt: 25 januari 1658 95 Een list van
    [Show full text]
  • Download Download
    Early Modern Low Countries 1 (2017) 2, pp. 201-230 - eISSN: 2543-1587 201 The Kite of State The Political Iconography of Kiting in the Dutch Republic 1600-1800 Gert-Jan Johannes and Inger Leemans Gert-Jan Johannes has published widely on Dutch poetics, book history and cultural institutions of the eighteenth and nineteenth centuries, and on the history of philanthropic foundations. In 2013, Gert-Jan Johannes and Inger Leemans published Worm en Donder, a volume on eighteenth-century Dutch literature, in the Dutch Language Union Series Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur (History of Dutch Literature). Inger Leemans is a professor of cultural history at Vrije Universiteit Amsterdam and the director of ACCESS - the Amsterdam Center for Cross-Disciplinary Emotion and Sensory Studies. Her research focuses on the history of emotions, Dutch literature, digital humanities and cultural economics. She currently works on a cultural history of early modern stock trading. Abstract This article analyses the iconography of kiting in the Dutch Republic and the role kites played in the conceptualization of political order and conflict. We argue that the introduction of the kite in Europe around 1600 provided authors and artists with a new, multi-layered and dynamic symbol to help understand and imagine the new political reality of the Dutch Republic. Although the kite in Europe was mainly per- ceived as a children’s game, leaving behind its more adult and sometimes violent Asian background, it acquired a serious and powerful set of meanings in texts and images. In competition with the traditional iconography of bubbles, Icarus, the Ship of State and the Body Politic, the kite provided new opportunities for cultural imagery.
    [Show full text]
  • Rasterhoff Dissertation.Pdf
    Cover design: Thijmen Galekop Cover image: The bookshop and lottery agency of Jan de Groot on the Kalverstraat in Amsterdam – Isaac Ouwater, 1779 (Rijksmuseum Amsterdam) The fabric of creativity in the Dutch Republic Painting and publishing as cultural industries, 1580-1800 Patronen van creativiteit in de Republiek Schilderkunst en uitgeverij als culturele industrieën, 1580-1800 (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus prof. dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het college van promoties in het openbaar te verdedigen op woensdag 5 september 2012 des middags te 2.30 uur door Clara Rasterhoff geboren op 1 december 1982 te Amsterdam Promotoren: Prof. dr. M.R. Prak Prof. dr. R.C. Kloosterman Table of contents 1 Introduction ..................................................................................................................... 13 1.1 Cultural production in the Golden Age ................................................................... 15 1.2 Historiography ............................................................................................................ 16 1.3 Cultural industries ...................................................................................................... 18 1.4 Spatial clusters and geographic embeddedness ..................................................... 21 1.5 Towards a more dynamic model of spatial clustering .......................................... 24 1.6 Research questions
    [Show full text]
  • Thesis (Complete)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Clashes of discourses: Humanists and Calvinists in seventeenth-century academic Leiden Kromhout, D. Publication date 2016 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Kromhout, D. (2016). Clashes of discourses: Humanists and Calvinists in seventeenth- century academic Leiden. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:25 Sep 2021 Clashes of Discourses Humanists and Calvinists in Seventeenth-Century Academic Leiden David Kromhout cover.indd 1 11-02-16 14:34 Clashes of Discourses Humanists and Calvinists in Seventeenth-Century Academic Leiden David Kromhout Clashes of Discourses Humanists and Calvinists in Seventeenth-Century Academic Leiden ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof.
    [Show full text]
  • Family Life in Dutch Art of the Seventeenth Century
    Family Life in Dutch art of the seventeenth century By Eriko Taira [Master of Philosophy Faculty of Arts University of Glasgow] Christie’s Education London Master’s Programme September 2000 © Eriko Taira ProQuest Number: 13818856 All rights reserved INFORMATION TO ALL USERS The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. In the unlikely event that the author did not send a com plete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if material had to be removed, a note will indicate the deletion. uest ProQuest 13818856 Published by ProQuest LLC(2018). Copyright of the Dissertation is held by the Author. All rights reserved. This work is protected against unauthorized copying under Title 17, United States C ode Microform Edition © ProQuest LLC. ProQuest LLC. 789 East Eisenhower Parkway P.O. Box 1346 Ann Arbor, Ml 48106- 1346 ( GLASGOW u n iv e r s it y LIBRARY: , To my parents and my sister Minako Abstract Since I begun to study history of art I have become intrigued by seventeenth century Dutch art. Especially, Dutch genre paintings showing various images of family life made me remember my childhood with my parents and sister, evoking a nostalgic contemplation. The depiction of family life seen in Dutch art might not be faithful records of real experiences, but I have come to think there is something inherently appealing to the human morals or ideals toward family life, beyond any cultural differences, underneath seventeenth century Dutch art. The exhibition, the GLORY OF THE GOLDEN AGE Painting, Sculpture and Decorative Art, now taking place in the Rijksmuseum Amsterdam, inspired me to construct this thesis.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/100616 Please be advised that this information was generated on 2021-09-26 and may be subject to change. Guillaume van Gemert "DIESER GROSSE UND DURCH DIE LANGE ERFAHRUNG GEWITZIGTE DICHTMEISTER" Jacob Cats als Exponent der Literatur der niederländischen ‘Gouden Eeuw’ im deutschen Sprachraum 1656 ließ Johann Rist unter seinem Pseudonym "Dafnis aus Cimbrien" in Hamburg bei Christian Guth eine zweite, er­ weiterte Ausgabe seiner Florabella, einer Sammlung weltli­ cher Lieder erscheinen.1 Dem Werk ist ein recht bezeichnen­ des, bereits mehrfach in der Forschung erwähntes2 Titelkup­ fer vorgebunden. Es zeigt den Parnaß, auf dessen Spitze Apoll thront und die Laute schlägt. Zu seiner Linken steht eine Personengruppe, zu der, so geht aus Beischriften hervor, "Ronsardt", "Carpio" und "Theophile” gehören. Das Pléiade- Mitglied Pierre Ronsard (1524-1585), sein jüngerer Lands­ mann, der Verfasser des Parnasse satirique, Théophile de Viau (1590-1626) und der Spanier Félix Lope de Vega Car- 1. Die Florabella war erstmals 1651 in Hamburg erschienen. Für den Titel der ersten sowie der zweiten Ausgabe, die mir im Exemplar der Herzog August Bibliothek in Wolfenbüttel vorlag (Sign.: Lo 6460) vgl. Gerhard Dünnhaupt, Bibliographisches Handbuch der Barock­ literatur. Hundert Personalbibliographien deutscher Autoren des siebzehnten Jahrhunderts. Stuttgart 1980-1981. 3 Bde. (= Hiersemanns Bibliographische Handbücher 2/I-III). Hier: Bd. 3, S. 1581. 2. Auf das Titelkupfer geht schon J.E. Gillet, De Nederlandsche letterkunde in Duitschland in de zeventiende eeuw.
    [Show full text]
  • Information to Users
    INFORMATION TO USERS The most advanced technology has been used to photograph and reproduce this manuscript &om the microfilm master. UMI films the text directly nrom the original or copy submitted. Thus, some thesis and dissertation copies are. in ^'pewriter face, while others may be from any type of computer printer. The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. Broken or indistinct print, colored or poor quality illustrations and photographs, print bleedthrough, substandard margins, and improper alignment can adversely affect reproduction. In the unlikely event that the author did not send UMI a complete manuscript and-there are missing pages, these will be noted. Also, if unauthorized copyright material had to be removed, a note will indicate the deletion. Oversize materials (e.g., maps, drawings, charts) are reproduced by sectioning the original, beginning at the upper left-hand comer and continuing from left to right in equal sections with small overlaps. Each original is also photographed in one exposure and is included in reduced form at the back of the book. Photographs included in the original manuscript have been reproduced xerographically in this copy. Higher quality 6" x 9" black and white photographic prints are available for any photographs or illustrations appearing in this copy for an additional charge. Contact UMI directly to order. UMI lJ^!versitv Microfilms Iniernanonal A Beil & Howell Information Company 300 North Z eeb Road. Ann Arbor. Ml 48106-1346 USA 313/761-4700 800.521-0600 Order Number 9914471 Harpies and henpecked husbands: Images of the powerful housewife in Netherlandish art, 1550-1700 Peacock, Martha Lynne Moffitt, Ph.D.
    [Show full text]
  • A Cultural History of Dutch Orangism During The
    Louisiana State University LSU Digital Commons LSU Master's Theses Graduate School 2007 Nature, nurture, mythology: a cultural history of Dutch Orangism during the first stadholderless era, 1650-1672 Greg Alan Beaman Louisiana State University and Agricultural and Mechanical College, [email protected] Follow this and additional works at: https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_theses Part of the History Commons Recommended Citation Beaman, Greg Alan, "Nature, nurture, mythology: a cultural history of Dutch Orangism during the first stadholderless era, 1650-1672" (2007). LSU Master's Theses. 3570. https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_theses/3570 This Thesis is brought to you for free and open access by the Graduate School at LSU Digital Commons. It has been accepted for inclusion in LSU Master's Theses by an authorized graduate school editor of LSU Digital Commons. For more information, please contact [email protected]. NATURE, NURTURE, MYTHOLOGY: A CULTURAL HISTORY OF DUTCH ORANGISM DURING THE FIRST STADHOLDERLESS ERA, 1650-1672 A Thesis Submitted to the Graduate Faculty of the Louisiana State University and Agricultural and Mechanical College in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Arts in The Department of History by Greg Alan Beaman B.M.A. DePauw University, 2004 December 2007 To my parents To Professor Christine Kooi To the Netherlands ii Table of Contents ABSTRACT…………………………………………………………………………………...…iv INTRODUCTION………………………………………………………………………………...1 CHAPTER ONE: ARBOREAL METAPHORS IN SEVENTEENTH-CENTURY
    [Show full text]
  • The Three-Quarter Length Life-Sized Portrait in 17Th-Century Holland
    CHAPTER T W E LV E The Three-Quarter Length Life-Sized Portrait----­ in Seventeenth -Century Holland THE CULT URAL FUNCTIONS OF TRANQUILLITAS* Ann Jensen Adams N seventeenth-centUlY Holland, portraits were resistant to reexamination and has generated two I everywhere, from finely wrought miniatures empiricist approaches to the portrait: one reflec­ enclosed in filigreed lockets and informal sketches tionist, and the other expressionist. These were the in alba amicora to imposing life-sized figures of premises on which Pope-Hennessy based his pio­ political officials dominating town halls and castles neering study of (mostly Italian) Renaissance por­ of the nobility; from the genealogical portrait gal­ traiture published in 1966 whose opening sentence leries lining the halls of Honselaersdijk, a residence reads, "Portrait painting is empirical." A similar of Frederik Henry, Prince of Orange, to the meet­ sentiment underlies Jakob Rosenberg's description, ing rooms of such civic institutions as the Amster­ in his monograph on Rembrandt (initially pub­ dam Kloveniersdoelen displaying Rembrandt van lished in 1948), of the portraits by most Dutch Rijn's Nightwatch; from the family portrait collec­ painters who "satisfied the primary demands of tions of Pieter de la Court or Michael de Ruyter, [Dutch] burghers for a good likeness and realistic through the interiors of the front rooms of brothels rendering of costume."l lined with portraits of the women available to VVhile describing portraiture as transcriptive, clients; to such portrait prints as Rembrandt's etch­ both Pope-Hennessy and Rosenberg attribute to ing of the Reformed preacher Jan Cornelisz. the genre the capacity to reveal the human psyche, Sylvius, all providing to a broad audience images the depths of the human soul.
    [Show full text]
  • Gift Exchange in Seventeenth-Century Holland
    Solidarity and Identity Irma Thoen Solidarity and Identity Irma Thoen is a cultural historian who received her doctorate from Solidarity and Identity the European University Institute in Florence, Italy. Strategic Affection? Strategic ‘The first gift is the womb of the second’, notes Johan de Brune, the author of a seventeenth-century Dutch emblem book. This quote re- flects the notion that, contrary to modern day people, seventeenth- century individuals did not feel uneasy about stressing the reciprocal character of their gift exchanges. We perceive ‘them’ as selfish beings who only exchange gifts for personal gain, while ‘we’ only give gifts altruistically and from the kindness of our hearts. Is this a fair assump- tion? And what does this assumption reveal about us? In Strategic Affection? Irma Thoen uses gift exchange practices as a way to analyse the nature of early-modern social relations. The prac- tices of exchange, the meanings of gifts and the cultural conventions that inform the exchange of gifts in seventeenth-century Holland are discussed and compared to the social practice of gift exchange in Holland today. Thoen’s analysis makes the men and women in her story come to life and allows the reader to enter their lives, their strug- gles for friendship, honour and survival, their fears, beliefs and feelings Thoen of relief. ISBN-13 978 90 5356 811 8 ISBN-10 90 5356 811 5 Strategic Affection? Gift Exchange in Seventeenth-Century Holland www.aup.nl A U P A U P aup_thoen.indd 1 11-12-2006 13:47:44 Strategic Affection? SOLIDARITY AND IDENTITY Recent social, cultural and economic developments in Western so- ciety are at the basis of increasing cultural and ethnic diversity.
    [Show full text]