Erfgoed in Beeld Een Erfgoedkaart Voor De Gemeente Geldrop-Mierlo
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Erfgoed in beeld Een erfgoedkaart voor de gemeente Geldrop-Mierlo Colofon Erfgoed in Beeld Een erfgoedkaart voor de gemeente Geldrop-MIerlo Opdrachtgever: Gemeente Geldrop-Mierlo Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. R. Andringa en dhr. J. v.d. Zanden Uitvoering veldtoets: SRE Milieudienst: mevr. drs. Ria Berkvens en dhr. J. de Vries met medewerking van heemkundekring Mierlo en Geldrop-Zesgehuchten BAAC bv: mevr. K. Pepers Auteurs: mevr. drs. Ria Berkvens, dhr. dr. K.A.H.W. Leenders, mevr. drs. Janneke Bosman en dhr. drs. M.D. Wagemans Opmaak erfgoedkaart: dhr. S. Waschk, dhr. J. de Vries, dhr. F. Lathouwers en dhr. dr. K.A.H.W. Leenders Redactie: mevr. drs. Ria Berkvens Autorisatie/projectleiding: mevr. drs. Ria Berkvens Opmaak: SRE Milieudienst Reproductie: SRE Milieudienst Versienummer : 1.0 Datum: Maart 2012 Mede tot stand gekomen met de financiële steun van de Provincie Noord-Brabant © SRE Milieudienst, Eindhoven 2012 Keizer Karel V Singel 8 Postbus 435 5600 AK Eindhoven Tel: 040 259 46 64 Fax: 040 259 45 10 Website: www.milieudienst.sre.nl 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1. Aanleiding 5 1.2. Doelstelling 6 1.3. Toelichting op de kaarten 7 1.4. Organisatie 8 1.5. Leeswijzer 8 1.6. Dankwoord 8 2. De basis van het landschap 9 2.1. De diepere ondergrond 9 2.2. De bodem 11 2.3. De vegetatie 13 2.4. Het huidige landschap 15 3. Beschrijving van de bewoningsgeschiedenis 19 3.1. Paleolithicum of Oude Steentijd (ca. 300.000 – 10.000 voor Chr.) 19 3.2. Mesolithicum of Midden-Steentijd (ca. 9000 – 4000 voor Chr.) 20 3.3. Neolithicum of Nieuwe Steentijd (ca. 4000 – 2000 voor Chr.) 21 3.4. Bronstijd en IJzertijd (ca. 2000 - 12 voor Chr.) 22 3.5. Late IJzertijd en Romeinse Tijd (250 voor Chr. - 450 na Chr.) 25 3.6. Vroege Middeleeuwen (450 – ca. 1000 na Chr.) 27 3.7. Volle Middeleeuwen (ca. 1000 – 1250 na Chr.) 29 3.8. Tot de Tachtigjarige Oorlog (1250 – 1570 n.Chr.) 31 3.8.1. Verdere uitbouw van de dorpen en hun cultuurland 33 3.8.2. Het wegennet 36 3.8.3. Wallen en landweren 37 3.8.4. Brandstofvoorziening 38 3.9. De Tachtigjarige oorlog en zijn naweeën 38 3.9.1. De oorlog 39 3.9.2. Herbouw 41 3.9.3. Schuil- en schuurkerken, grenskapellen 41 3.9.4. Dorpskomvorming 42 3.9.5. Wegen 42 3.9.6. Bebossing van de Meierij 42 3.9.7. Molens 43 3.9.8. Naasting kerkelijk bezit 44 3.9.9. Nieuwe ontginningen 44 3.10. 1800 – 1960 45 3.10.1. De kerken 45 3.10.2. De molens 45 3.10.3. De grenzen 45 3.10.4. Verkeer 46 3.10.5. Nederzettingsontwikkeling 47 3.10.6. Ontginningen 48 4. Werkwijze Erfgoedkaart 50 4.1. Inventarisatie fysieke landschap 53 4.2. Inventarisatie historisch landschap 53 4.3. Inventarisatie archeologisch landschap 54 4.4. De basis voor de erfgoedkaart 56 4.5. Wisselwerking archeologie en cultuurhistorie 57 5. Inventarisatie Archeologiekaart 59 5.1. Inleiding 59 5.2. Onderzoeksgeschiedenis van Geldrop-Mierlo 59 5.3. Onderzoek in het Malta tijdperk 60 5.4. Inventarisatie van archeologische vindplaatsen 63 5.4.1. Toelichting op de archeologische gegevens: bronnen en dataverwerking 64 5.4.2. Overzicht van de archeologische vindplaatsen: thema‟s en complextypen 67 6. Inventarisatie Cultuurhistoriekaart 69 6.1. Inleiding 69 6.2. Gebouwde monumenten 69 2 6.3. Relicten 69 6.4. Overzicht van de historische objecten en gebieden: thema‟s en subthema‟s 70 7. Inventarisatie verstoringen 74 7.1. Inleiding 74 7.2. Opbouw verstoringenkaart 75 7.2.1. Ontgrondingen en verstoringen aangegeven op geomorfologische en bodemkaart 75 7.2.2. Provinciaal geregistreerde ontgrondingen, saneringen en vuilstortplaatsen 75 7.2.3. Oude hoogtekaarten en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 76 7.2.4. Kabels, leidingen, grootschalige infra, water 77 7.2.5. Gebouwen van na 1980 78 7.2.6. Afgeschreven terreinen na uitgevoerd archeologisch onderzoek 78 7.3. Inventarisatie verstoringen 78 7.4. Veldcontrole 79 7.5. Verslag waarnemingen 80 7.6. Booronderzoek 90 7.7. Vertaling van de verstoringen naar verwachtingen 91 8. Archeologische verwachtingen- en waarden 92 8.1. Verwachtingsmodel 92 8.2. Verfijning verwachtingen naar Geldrop-Mierlo 93 8.3. Opbouw van de archeologische verwachtingen- en waardenkaart 96 8.4. Beperkingen van de archeologiekaart 98 9. Cultuurhistorische waarden 101 9.1. De waardering van cultuurhistorische elementen en structuren 101 9.2. De opbouw van de cultuurhistoriekaart 102 9.2.1. Historische bouwkunst 102 9.2.2. Historische stedenbouw 103 9.2.3. Historische geografie 104 9.2.4. Historisch groen 105 9.2.5. Historische zichtrelaties 105 9.2.6. Aardkundige waardevolle gebieden 106 9.2.7. Cultuurhistorische ensembles 106 9.3. Vertaling naar de cultuurhistorische beleidskaart 108 9.4. Beperkingen van de cultuurhistoriekaart 110 10. Kansen Erfgoedkaart 112 10.1. Digitale erfgoedkaart 112 10.2. Handreiking voor toekomstige ontwikkelingen 113 10.2.1. Erfgoed thema‟s in Geldrop-Mierlo 115 10.3. De archeologische topper van Geldrop-Mierlo 121 11. Literatuur waar naar verwezen wordt 124 Bijlagen Bijlage 1: SRE verwachtingsmodel Bijlage 2: Database archeologie erfgoedkaart Bijlage 3: Catalogus cultuurhistorische inventarisatie erfgoedkaart Bijlage 4: Catalogus archeologische onderzoeken Bijlage 5: Overzicht van de Inventarisatie van verstoringen Bijlage 6: Resultaat booronderzoek (rapport BAAC) Bijlage 7: Overzicht van rijks- en gemeentelijke monumenten Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden, cultuurhistorische ensembles en aardkundige waarden Kaartbijlage 9: Verstoringenkaart Kaartbijlage 10.1 t/m 8: Erfgoedkaarten verdeeld naar thema Kaart 10.1 Fysisch landschap Kaart 10.2 Archeologisch landschap Kaart 10.3 Historisch landschap: heide, restbos en bosbouw Kaart 10.4 Historisch landschap: Oude infrastructuur, doorgaande en lokale wegen, gegraven waterlopen en gehuchten 3 Kaart 10.5 Historisch landschap: Oude akkers, beemden en ontginningssystemen Kaart 10.6 Historisch landschap: molens, bestuurlijk, militair, meubilair, grondstofwinning en industrieel Kaart 10.7 Historisch landschap: heerlijkheden, landgoederen en kerkelijk Kaart 10.8 Historisch landschap: woonwijken en historische bouwkunst Kaartbijlage 11: Archeologische verwachtingen- en waardenkaart Kaartbijlage 12: Archeologische beleidskaart Kaartbijlage 13: Cultuurhistorische waardenkaart Kaartbijlage 14: Cultuurhistorische beleidskaart 4 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding Sinds de wijziging van de Monumentenwet per 1september 2007 zijn in Nederland gemeenten in overwegende mate verantwoordelijk voor het behoud en het onderzoek van archeologisch erfgoed. De rol van het Rijk beperkt zich tot de aanwijzing en bescherming van Rijksmonumenten, tot de verlening van opgravingsvergunningen en tot de behandeling van „toevalsvondsten‟. De uitvoerende dienst, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, fungeert ook als kenniscentrum. De taak van de provincie is het in stand houden van een provinciaal depot waarin opgravingsvondsten en documentatie bewaard worden. Daarnaast kunnen provincies „attentiegebieden‟ aanwijzen als gemeenten in hun bestemmingsplannen onvoldoende rekening houden met archeologie. De archeologische praktijk (het uitvoeren van veldonderzoek en het schrijven van rapporten), wat vroeger een overheidstaak was, is nu overwegend in handen van commerciële opgravingsbedrijven, die in opdracht werken van ieder die graafwerkzaamheden moet laten uitvoeren om een bouwvergunning e.d. te verkrijgen. Wat deze bedrijven opgraven, beslissen in het algemeen de gemeenten. Een aantal grotere gemeenten in Nederland voert zelf opgravingen uit. Het zuiver wetenschappelijk onderzoek wordt verricht vanuit universiteiten. De gemeentelijke zorgplicht voor de archeologie is in dit bestel gekoppeld aan de Ruimtelijke Ordening. Gemeenten moeten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening houden met archeologie. Bij omgevingsvergunningen, moet de gemeente bepalen dat de archeologische waarde van het terrein dat zal worden verstoord, eerst wordt vastgesteld door archeologisch vooronderzoek. Aan de vergunning kan daarna de verplichting tot het beschermen van de archeologie in de bodem, of tot het doen van een opgraving – op kosten van de vergunningvrager- worden verbonden. Dit betekent dat een gemeente op de volgende punten beleidskeuzes moet gaan maken: bij het opstellen van een bestemmingsplan: • aanwijzen van gebieden waarvoor een dubbelbestemming archeologie gaat gelden, • opstellen van voorschriften bij het bestemmingsplan, waarin staat in welke gebieden de archeologische waarde moet worden vastgesteld. bij vergunningverlening: • het selecteren van terreinen voor een opgraving of andere maatregel op basis van een door de gemeente goed te keuren onderzoeksrapport over de waarde van het terreinen (selectiebesluit), • het stellen van voorwaarden aan het uit te voeren onderzoek (doel, vraagstelling, omvang, uitvoeringswijze), vastgelegd in een door de gemeente vast te stellen programma van eisen. Sinds 1 januari 2012is ook de Modernisering van de Monumentenwet van kracht. Dat betekent dat de verantwoordelijkheid voor het gehele cultuurhistorische erfgoed bij de gemeente is neergelegd. Ook hier zal het bestemmingsplan een belangrijke rol gaan spelen om meer vorm en inhoud te geven aan de borging van cultuurhistorische waarden. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van de cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan moeten verbinden die in een bestemmingsplan verankerd worden. De gemeente moet daarbij beoordelen wat de concrete effecten zijn van een ontwikkeling op de geïnventariseerde cultuurhistorische waarden, en zal gemotiveerd moeten aangeven