Geert Engels +31 (0) 6 38 89 55 45 [email protected]

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide

2016 Een broedvogelkartering op basis van Broedvogel Monitoring Project (BMP) Bijzondere soorten

Bélâbre, juni 2017

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

INHOUD 1 Inleiding ...... 1

1.1 Huidige ontwikkelingen ...... 2

1.2 Ligging ...... 2

1.3 Ruim 25 jaar vogelmonitoring ...... 3

1.4 Een woord van dank ...... 3

1.5 Gebruikte methode ...... 4

1.6 Het weer in 2016 ...... 4

2 Gebiedsindeling ...... 6

2.1 Inventarisatiedata 2016 ...... 7

2.2 Lijst van waarnemers ...... 8

3 Resultaten Strabrechtse en Lieropse Heide ...... 9

3.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen) ...... 9

3.2 Opvallende zaken in 2016 ...... 11

3.3 Soortbeschrijvingen...... 12

4 Literatuur ...... 36

5 Bijlagen ...... 37

5.1 Bijlage 1: Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016 ...... 37

5.2 Bijlage 2: Broedende Lepelaars in het Beuven in 2016 ...... 49

(laatst bijgewerkt 29 juni 2017)

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

1 Inleiding

Bélâbre, juni 2017 De Strabrechtse Heide behoort tot de grootste, hoofdzakelijk natte heideterreinen van Nederland en bestaat uit een mozaïek van natte en droge stukken heide, afgewisseld met grasvlakten (pijpenstrootje), dennenbossen en vennen. De Strabrechtse Heide ligt ten oosten van het dorp en omvat behalve de Strabrechtse Heide zelf de Mierlose, Heezense en Lieropse Heide. Het gebied wordt aan de westzijde begrensd door de Kleine Dommel. Dwars door het uitgestrekte heidegebied loopt de Witte Loop of Rieloop. De Strabrechtse Heide ligt in de Centrale Slenk van Brabant. Dit is een laag gebied dat begrensd wordt door de hogere gebieden Peelhorst en Kempenhorst. De vennen in het heidegebied zijn meestal ontstaan op die plaatsen waar het zand is weggeblazen tot op de lemige ondergrond. Het Beuven is zo ook ontstaan. Soms echter zijn de vennen ontstaan door de werking van ijslenzen (pingo’s genoemd) gedurende de voorlaatste ijstijd of vindt vanuit de ondergrond toestroming van grondwater naar het ven plaats. De Strabrechtse Heide en Beuven zijn aangemerkt als Natura 2000 gebied omdat zeven habitats en één soort van Europese betekenis aanwezig zijn in het gebied. Tevens zijn er vier vogelsoorten waarvoor het gebied belangrijk is: Roerdomp, Woudaap, Visarend en Kraanvogel. Drie habitattypen zijn gebonden aan waterrijke milieus met voedselarme tot matig voedselarme wateren. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming. De heidevelden zijn een restant van een historisch landbouwsysteem. Het aanwezige bos werd gekapt. Nederzettingen kwamen tot ontwikkeling op de hogere gronden nabij de beken. Tijdens de Romeinse tijd werd er al een hoogstaande landbouw uitgeoefend in deze contreien. Later na het vertrek van de Romeinen groeiden de heidegebieden weer vol met bomen. In de Middeleeuwen ontstond weer een behoefte aan landbouwgronden en werd het bos weer gekapt en ontstond een heide-potstal systeem: de schapen graasden overdag op de hei en produceerden ’s nachts de mest in de stal. Dit landbouwsysteem bleef functioneren tot het einde van de 19e eeuw toen de kunstmest zijn intrede deed. Men heeft geprobeerd dit heide-potstalsysteem weer in ere te herstellen door een kudde Kempische heideschapen het gebied te laten begrazen en de bouw van de historische nederzetting De Plaetse. Het is een nabootsing van een Frankische nederzetting van rond 600 na Chr. Het Beuven is het grootste ven van ons land (125 ha). De betekenis van het Beuven voor zeldzame watervegetaties werd goed gedocumenteerd vanaf de dertiger jaren van de vorige eeuw. In de loop van de vorige eeuw verdwenen deze soorten. Tot ongeveer 1980 werd een venbegroeiing aangetroffen met soorten van (matig-)voedselarme, zwak zure milieus zoals waterlobelia, kruipende moerasweegbree, gesteeld glaskroos, oeverkruid, drijvende waterweegbree, moerashertshooi en kleinste egelskop. In de jaren zestig en zeventig verslechterde de situatie door de aanvoer van landbouwwater via de Peelrijt. In die jaren breidde de rietkraag zich steeds verder uit. Een teken dat de voedselarmoede aan het verdwijnen was. Vanaf de schoonmaakperiode in 1985-1986 zijn deze soorten weer terug gekomen. Er is toen een herstelplan uitgevoerd waarbij het water uit de Peelrijt grotendeels buiten het Beuven zou worden gehouden. Al in 1987 werden verschillende soorten uit het verleden weer waargenomen zoals stekelbiesvaren, pilvaren, ondergedoken moerasscherm en vlottende bies. Acht jaren later werd vastgesteld dat het herstel succesvol is geweest. Het watermilieu blijft echter kwetsbaar voor voedselverrijking via zowel de beek als ook via luchtvervuiling. Op de Strabrechtse Heide komt zowel droge als vochtige heide voor. Respectievelijk met struikheide en dopheidevegetaties. Het heidebeheer is gericht op een afwisselend, half open heidelandschap. Dit heidelandschap bestaat niet alleen uit een lage heidebegroeiing maar ook uit akkertjes waar de schapenmest kan worden gebruikt, uit opgaande elementen zoals bosjes en uit actief stuifzand. Veel diersoorten reageren op het kleinschalige beheer dat op de heide wordt toegepast. Er wordt geplagd om de klokjesgentiaan te behouden als waardplant voor het gentiaanblauwtje. Er worden verticale randjes afgestoken om de mierenleeuw te behouden. De nachtzwaluw is met enkele tientallen broedpaartjes aanwezig dankzij de structuurrijke heide met enige bosopslag. Roerdomp, woudaapje en tapuit worden vrijwel jaarlijks vastgesteld, bruine kiekendief, porseleinhoen en paapje onregelmatiger. Tijdens de trek overnachten regelmatig honderden kraanvogels in het gebied. ’s Winters is de klapekster een vaste verschijning, net als de rietganzen die de landbouwgronden in de omgeving bestrijken. Typisch bij het heidelandschap horend reptiel is de levendbarende hagedis. Ook de hazelworm komt hier voor, maar in gering aantal. Hij heeft een zeer verborgen leefwijze, maar als wandelaar kan men het geluk hebben, hem zonnend op het pad door de heide aan te treffen. In de poelen en vennen leven aardig wat

1 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

amfibieënsoorten, waaronder enkele bijzondere zoals de heikikker, een typische soort van heide- en veengebieden en de poelkikker, een soort die vooral in kleinschalig landschap voorkomt. In de ondiepere delen zet de rugstreeppad haar eisnoeren af. Het Beuven en de sloten aan de rand van dit gebied bieden leefruimte voor een aantal vissoorten, als bermpje, zeelt, riviergrondel en paling. Heel algemene soorten zijn de driedoornige- en tiendoornige stekelbaars. De Amerikaanse hondsvis, een exoot die vrij zuur water verdraagt en in veel Brabantse vennen aangetroffen wordt, eet eieren en larven van amfibieën en heeft zo een negatieve invloed op de soortenrijkdom ter plekke. Voor een uitgebreide gebiedsbeschrijving verwijs ik naar J. Smits, et. al, Staatsbosbeheer 1996: Het Land van Peel en Maas. Meer informatie van het gebied vind u hier.

1.1 Huidige ontwikkelingen In het najaar van 2013 is er een groot anti verdrogingsproject aangevangen op en rond de Strabrechtse Heide. Dit GGOR project is uitgevoerd in opdracht van het Waterschap de Dommel, Staatsbosbeheer en de gemeente . Het is een realisatie ten behoeve van een deel van de Natura 2000 doelen. De project verantwoordelijkheid lag bij het Waterschap de Dommel. Het project is afgerond in 2014. De doorgangen over de Witte Loop zijn deels al uitgegraven tot voordes. Op de wandel- en fietsroutes zijn bruggen en duikers neergelegd. Langs de Witte loop is de verrijkte en vervuilde grond afgevoerd. Vanaf de Witte loop is er een nieuwe slenk gegraven om Beuvenwater af te kunnen laten. Dit schone water loopt nu niet meer in de Kleine Dommel maar wordt gebruikt om het Marijkeven natter te houden. Begin 2014 zijn nog een deel van de bestaande solitaire (dennen) bosjes gerooid. De berken zijn grotendeels behouden. Ook is er ongeveer 10% van de bosjes behouden gebleven. Al deze veranderingen zullen naar verwachting een verschuiving in (vogel)soorten opleveren. De verwachting is dat na 2 à 3 jaar de (vogel)fauna weer is gestabiliseerd en er meer heide gebonden soorten terug komen. De verwachting is dat al deze maatregelen weer wat meer water in de vennen zullen brengen en de natte heide meer kwaliteit geeft met alle bij behorende soorten die daar van profiteren. 1.2 Ligging

Snelweg (A67) - Venlo

Het noordoostelijke deel is nu up-to-date. Duidelijk zichtbaar dat er minder bosareaal is. Veel van het bos nabij de tekst in het midden is in 2013-2014 gekapt.

Provinciale weg Heeze - Someren De Strabrechtse en Lieropse Heide is gelegen in Oost Noord Brabant tussen de gemeenten Geldrop- , Heeze-Leende en Someren. Het gebied wordt beheerd door en is deels eigendom van Staatbosbeheer. Aangrenzende gebieden worden beheerd door het Brabants Landschap (Braakhuizense Heide in het noorden en Herbertusbossen in het zuiden) en de gemeente Someren (Beuven en omgeving)

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

in het oosten. Het gebied ligt op het grondgebied van de gemeente Heeze-Leende. Het geïnventariseerde gebied is ingetekend in de bovenstaande kaart. Op onderstaande satellietfoto uit 2016 is duidelijk te zien dat het gebied Noordoost veel meer open is dan voorheen. Op deze satellietfoto is ook te zien dat er rond de Witte loop nabij de tekst “Strabrecht” veel gekapt is afgelopen jaren. Ook zijn de stuifzanden (lichte vlekken ten noordoosten van het Mosven en Kanenmeer) heel prominent aanwezig. Ook de kapvlaktes nabij het Beuven en Starven zijn goed zichtbaar.

1.3 Ruim 25 jaar vogelmonitoring In de winter van 1987-1988 heeft Staatsbosbeheer een groep van enthousiaste vogelaars bij een gebracht om de Strabrechste Heide op broedvogels te gaan monitoren. De groep vrijwilligers heeft in de loop van de jaren nogal wat wisselingen gekend maar nog steeds gaan er 6 groepen vogelaars in het voorjaar voor dag en dauw het gebied in om de waarnemingen te doen en vast te leggen. Inmiddels is dit dus ruim 25 jaar en kunnen veranderingen in de soorten goed bezien worden in de tabellen en de grafieken per soort. Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat er voor de meeste soorten een achteruitgang kan worden geconstateerd. Slechts enkele soorten tonen een duidelijke vooruitgang. Maar ook kan geconcludeerd worden dat de hoeveelheid water die aanwezig is op de hei erg bepalend is voor de hoeveelheid soorten en de aantallen per soort: Veel water: meer soorten (en aantallen) die van drassige gebieden houden, minder water: toename van de soorten (en aantallen) die van droge gebieden houden! Ook in de jaren 1967, 1968 en 1969 vonden er vogelinventarisaties plaats. Dit gebeurde door leden van het Werkgroep voor natuurbehoud en milieubeheer Stadsgewest Eindhoven. Deze gegevens zijn gepubliceerd in het Paarsboek Strabrechtse Heide/E9. Dit boek is gepubliceerd in 1972 in het kader van het behoud van de Strabrechtse Heide. Door het gebied was in die tijd het tracé van de nieuwe E9 gepland. De gegevens van deze inventarisatie (gemiddelden over de drie jaren) zijn opgenomen in dit rapport. 1.4 Een woord van dank Een woord van dank gaat in de eerste plaats uit naar de tellers die vele uren van hun vrije tijd in hun hobby vogels kijken besteden. Een opsomming van de tellers is te vinden in paragraaf . Daarbij dient

3 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

vermeld te worden dat deze personen regelmatig vergezeld worden door anderen die in staat worden gesteld zich het inventariseren eigen te maken. Uiteraard ook voor hen een woord van dank. Daarnaast wil ik Staatsbosbeheer, en dan vooral beheerder Jap Smits, bedanken voor de mogelijkheid die hij ons tellers biedt om het gebied te inventariseren. De tellers zijn namelijk daardoor ook in staat om op plekken te komen die normaal gesproken niet voor het publiek toegankelijk zijn. Ook wil ik het Sovon (Sovon Vogelonderzoek Nederland1) bedanken. Door het digitale autoclustering systeem is het verwerken van de gegevens eenvoudiger geworden. Sinds een aantal jaren worden door een aantal regionale vogelaars waarnemingen in Oost-Brabant verzameld op de internetsite van Vogels in de Kempen www.vogelsindekempen.nl. Een aantal bijzondere waarnemingen gedaan in het inventarisatiegebied zijn opgenomen bij de losse waarnemingen. Al jaren is er een telpost (telpost Strabrechtse Heide) op de oostrand van het gebied, tegen het Beuven aan. Bijzondere waarnemingen staan vermeld in de tabellen achterin het rapport. De inventarisatie van het Beuven en omgeving vind eveneens jaarlijks plaats door leden van de Vogelwerkgroep de Peel. Omdat het gebied aangrenzend is en de gebieden tezamen een groot natuurgebied zijn is dit verslag opgenomen in de bijlage. 1.5 Gebruikte methode De lijst met geïnventariseerde soorten komt overeen met het SOVON Broedvogel Monitoring Project (BMP) “Bijzondere soorten2) (zie Van Dijk, 2004)”, aangevuld met enkele soorten uit het BMP “Niet verplichte bijzondere soorten”: Houtsnip, Kerkuil, Bosuil, Steenuil, Ransuil, Gekraagde Roodstaart en Veldleeuwerik. Tot en met 2005 werd de Veldleeuwerik enkel in een van de deelgebieden (Noord) geteld. Vanaf 2006 is deze soort in het gehele gebied geteld. Naast deze soorten worden ook de Rietgors in het gehele gebied geteld. Sinds enkele jaren voeren de tellers hun telgegevens/waarnemingen in de database van Sovon in en gebruiken daarbij het programma Avimap. Extra Tekening Gert-Jan Bos (bron Sovon) waarnemingen worden aan de schrijver aangeleverd door de tellers en anderen en in het rapport verwerkt. De schrijver is ook hoofdteller en verantwoordelijk voor het samenvoegen (clusteren) van de gegevens in het programma. De soortenkaartjes worden door het programma van Sovon gemaakt.

1.6 Het weer in 2016 1.6.1 Temperatuur - hoog 2016 was voor Nederland weer een zeer warm jaar. Met een gemiddelde temperatuur van 10,7 graden komt 2016 net in de top tien van warmste jaren sinds het begin van de metingen. Dit past in de trend van een opwarmend klimaat.

Het jaar begon met twee zachte wintermaanden. Het zeer zachte weer werd afgewisseld door iets koudere perioden. Opvallend was de langdurige ijzel begin januari in het noorden van Nederland waarvoor het KNMI code rood uit gaf. De lente startte laat in 2016. Zowel maart als april waren koud met tot ver in april winterse buien. In mei overheerste de warmte. De zomer was gemiddeld zeer warm en komt op de tiende plaats in de rij van warme zomers sinds 1901. Het was zonniger dan normaal, maar ook natter. Vooral de nachten waren warm. Augustus eindigde zeer warm en deze warmte zette zich voort in september, die volop zomers was. Met 17,3 graden in De Bilt was het de op twee na warmste september. De herfstmaanden oktober en november verliepen vervolgens juist kouder dan normaal. Eind november en begin december waren vooral de nachten koud. December verliep verder zacht maar eindigde koud met mist.

1 Sovon Vogelonderzoek Nederland organiseert landelijke vogeltellingen voor natuurbeheer, beleid en onderzoek 2 In de overzichtslijst zijn deze vetgedrukt

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

2016 was zeer zonnig met landelijk gemiddeld circa 1880 uur zon tegenover 1640 uur normaal. Aan de kust scheen de zon het meest; in Zuid-Limburg het minst maar nog altijd 140 meer zonuren dan normaal. 1.6.2 Neerslag droog in Nederland, maar niet in Zuidoost Brabant Het was daarnaast een vrij droog jaar met landelijk gemiddeld ongeveer 758 mm neerslag tegenover 849 mm normaal. Het noorden was het droogst. In het westen en zuiden van het land was het iets natter dan normaal. In juni had Oost-Brabant en te kampen met heel veel wateroverlast. Op 10 juni viel er zo veel water dat er erg veel wegen en paden blank kwamen te staan. Delen van het inventarisatie gebied stonden enkele dagen blank. Op 23 juni trok een enorme hagelbui (supercel) over de Strabrechtse Heide. Hagelstenen zo groot als tennisballen richten heel veel schade aan. Ook de natuur liep veel schade op: bomen werden soms volledig ontbladerd. Ook zijn er veel bomen omgewaaid 1.6.3 Zonuren - veel 2016 was zeer zonnig met landelijk gemiddeld circa 1880 uur zon tegenover 1640 uur normaal. Aan de kust scheen de zon het meest; in Zuid-Limburg het minst maar nog altijd 140 meer zonuren dan normaal.

5 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

2 Gebiedsindeling

De gebieden zijn opgemeten en t.b.v. de automatische clustering zijn de volgende percentages aan de deelgebieden toegekend:

Deelgebied Percentage West 24% Noord 15% Noordoost 15% Midden 21% Zuidoost 12% Zuidwest 13%

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

2.1 Inventarisatiedata 2016 Noord Noordoost Midden Zuidoost Zuidwest West 17 maart 17 maart 17 maart 2 maart 3 maart 12 feb 2 april 20 maart 1 april 2 maart 17 maart 5 maart 9 april 16 april 14 april 16 maart 31 maart 11 maart 16 april 1 mei 3 mei 30 maart 7 april 18 maart 23 april 5 mei 12 mei 1 april 12 april 24 maart 15 mei 14 mei 26 mei 12 april 20 april 8 april 19 mei 29 mei 7 juni 13 april 27 april 19 april 24 mei 9 juni 9 juni 20 april 3 mei 22 april 5 juni 11 juni 23 juni 27 april 6 mei 29 april 13 juni 25 juni 3 mei 17 mei 6 mei 22 juni 4 juli 6 mei 23 mei 14 mei 5 juli 11 mei 31 mei 16 mei 19 juli 12 mei 7 juni 21 mei 17 mei 28 juni 27 mei 18 mei 30 juni 3 juni 25 mei 10 juni 26 mei 17 juni 1 juni 22 juni 7 juni 1 juli 9 juni 7 juli 15 juni 21 juli 28 juni 5 juli 26 juli

Alle deelgebieden zijn ook minimaal 2 maal s’-avonds/s’-nachts bezocht. Deze data zijn, wanneer bekend, vetgedrukt. Tijdens deze bezoeken wordt soms gebruik gemaakt van bandopnames om de territoria van de Bosuil en Nachtzwaluw in kaart te brengen. Gebieden Zuidoost en West zijn regelmatig maar deels geïnventariseerd. Vandaar het grote aantal bezoeken. De inventarisatiedata staan voor de waarnemers van de deelgebieden volgens paragraaf 2.2.

7 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

2.2 Lijst van waarnemers Gebied Waarnemers Noord Harry Dumoulin; Noordoost Mart Vorstenbosch, Theo van den Broek en Peter Jansen; Midden Andre de Koning en Ian Deeben; Zuidoost Lucia Hogervorst, Ian Deeben; Zuidwest Mart de Louwere, Herman Princen en John Vereijken; West Rien Swinkels, Jan van de Laar, Arthur van den Berg en Ineke Thijs; Wim Middel Aanvullende tellingen Ian Deeben, John Vereijken Aanvullende waarnemingen en Wil van Tongerlo foto’s Telpost Strabrechtse Heide Robert Kastelijn, Henk Munsters, Jos Aarts, Carel van der Zanden, Piet Gruijters, Jos Meeuws en Roel van den Heuvel

Op de foto de groep van waarnemers. Er ontbreken o.a. Ineke Thijs, John Vereijken en Geert Engels (die de foto maakte!).

Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3 Resultaten Strabrechtse en Lieropse Heide

3.1 Aantalsontwikkeling door de jaren heen3)

Soort afkorting euring 6? 4 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 015 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 126 13 14 15 16 Dodaars DD 70 6 5 6 2 2 1 2 3 9 0 1 1 7 1 4 9 7 8 7 4 11 8 4 3 6 2 5 5 2 12 Geoorde Fuut GFu 120 0 0 0 0 0 0 5 12 0 0 0 7 8 1 2 0 1 0 3 1 0 1 0 0 0 0 0 Kokmeeuw KoM 582 8 0 211 292 0 0 0 0 0 0 0 3 2 93 6 0 0 0 15 150 1 0 0 1 0 Roerdomp RD 950 3 2 2 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 2 3 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Grauwe Gans Gga 1610 1 5 4 3 3 4 2 3 4 3 4 5 4 5 16 Canadese Gans CGa 1660 0 1 4 4 4 4 7 12 11 8 10 7 2 3 3 4 9 Brandgans BGa 1670 1 0 0 0 0 1 Nijlgans NGa 1700 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 1 3 1 2 2 2 1 1 2 2 1 1 1 2 2 5 Bergeend BE 1730 0 0 0 0 0 1 1 1 0 0 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Krakeend KrE 1820 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 2 2 1 2 2 5 3 6 6 2 3 6 1 0 0 0 3 Wintertaling WT 1840 36 18 26 2 2 0 2 8 26 0 2 0 10 4 7 4 7 7 3 2 4 4 2 4 0 0 0 2 11 Zomertaling ZT 1910 17 0 4 0 0 0. 1 2 3 0 0 0 3 2 1 3 1 1 3 0 1 0 0 0 0 0 0 0 Slobeend SE 1940 10 0 0 0 0 2 10 27 0 0 0 19 8 3 7 6 4 2 2 3 1 2 6 1 0 2 1 0 Tafeleend TE 1980 8 2 3 0 0 0 1 2 8 0 0 0 7 3 5 4 3 3 2 2 3 0 1 2 0 0 0 0 1 Kuifeend KE 2030 1 2 0 2 0 2 0 2 1 0 2 Wespendief WD 2310 0 0 0 0 1 0 0 1 1 1 0 2 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bruine Kiekendief BrK 2600 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Havik Ha 2670 1 1 1 1 2 3 2 4 2 2 3 3 1 1 2 2 3 2 1 1 2 1 2 3 1 1 1 1 2 Sperwer Sp 2690 0 0 0 0 0 1 1 1 0 2 0 1 1 1 1 2 4 1 1 2 1 1 1 1 0 0 0 0 0 Buizerd Bui 2870 2 0 1 4 2 5 5 6 6 6 8 8 4 2 3 4 4 3 2 4 3 4 4 2 3 3 4 4 7 Torenvalk TV 3040 3 3 2 8 7 5 8 7 5 8 5 5 5 1 3 4 3 2 5 4 3 3 2 3 1 3 1 1 2 Boomvalk BV 3100 1 2 4 4 5 3 6 5 8 5 3 6 5 4 3 4 4 6 6 6 5 2 3 2 2 0 0 0 0 0 Kwartel Kw 3700 6 5 1 0 4 3 2 1 4 3 10 1 1 3 2 5 6 1 0 5 3 4 1 5 2 4 9 3 Waterral WR 4070 25 4 9 2 0 0 3 3 4 0 0 2 1 8 6 5 3 6 3 3 5 1 1 0 0 1 0 0 5 Porseleinhoen PH 4080 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 7 1 1 1 0 0 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 1 Kleine Plevier KPl 4690 3 1 1 0 0 0 0 0 1 3 0 0 1 0 2 3 2 1 1 1 1 1 0 0 0 0 6 4 Watersnip WS 5190 8 1 3 2 1 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 3 2 2 6 1 1 4 2 0 0 0 2 9 Houtsnip Hs 5290 1 1 2 2 1 1 4 1 2 0 1 0 Wulp Wu 5410 80 24 15 18 23 20 23 27 26 16 8 7 9 11 5 13 9 11 14 15 11 6 10 8 4 1 1 2 1 4 Zomertortel ZoT 6870 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Koekoek KK 7240 Kerkuil KU 7350 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 1 1 0 0 1 1 1 1 1 1 2 1 1 Steenuil SU 7570 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Bosuil BU 7610 3 2 0 1 1 1 4 1 0 4 4 5 4 3 3 2 4 4 4 2 2 2 1 2 2 4 3 Ransuil RU 7670 6 10 15 3 0 7 3 7 5 2 4 2 4 1 1 4 4 4 4 4 1 5 3 4 3 3 2 2 Nachtzwaluw NZ 7780 10 2 4 4 5 4 4 3 3 4 5 7 6 14 8 12 15 22 22 27 31 26 26 29 30 32 40 30 36 34 IJsvogel IJS 8310 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Draaihals DH 8480 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Groene Specht GS 8560 15 0 1 2 0 2 4 2 4 5 9 7 10 6 2 8 8 8 4 7 4 4 3 3 3 1 4 2 7 5 Zwarte Specht ZS 8630 1 0 0 4 3 1 5 5 7 7 7 6 10 7 2 5 4 6 6 5 7 3 3 2 4 2 5 3 5 7 Kleine Bonte Specht KBS 8870 0 0 0 0 0 0 1 1 2 2 2 2 3 1 5 2 6 4 4 9 6 9 6 7 8 8 14 9

3 In de overzichtslijst zijn de BMP: Bijzondere soorten vetgedrukt 4 Het betreft hier gemiddelden over de jaren 1967, 1968 en 1969. (Bron Paarsboek Strabrechtse Heide/E9) 5 In 2001 is het gebied nauwelijks onderzocht omdat het niet toegankelijk was i.v.m. de veeziekte BSA 6 In 2012 is het deelgebied Zuidwest niet onderzocht

9 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Soort afkorting euring 6? 4 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 015 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 126 13 14 15 16 Boomleeuwerik BL 9740 10 20 15 17 18 29 34 48 51 44 38 41 51 29 5 34 30 37 25 28 25 20 26 31 41 31 36 22 22 40 Veldleeuwerik7 VL 9760 30 73 54 43 47 65 51 55 59 83 89 135 Veldleeuwerik Noord VL 9760 24 34 34 34 25 32 23 16 23 18 13 11 15 17 13 10 10 17 14 12 10 17 15 15 Gele Kwikstaart GK 10170 1 Blauwborst BB 11060 24 14 10 9 4 13 8 7 10 6 11 8 8 8 4 10 6 12 11 12 9 9 9 7 6 7 2 3 8 10 Gekraagde Roodstaart GR 11220 13 15 23 27 28 53 38 49 57 48 47 15 45 39 42 42 53 51 38 40 37 51 20 28 29 40 69 Paap Paap 11370 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1 0 1 2 2 0 1 0 0 0 1 0 0 0 0 Roodborsttapuit RTa 11390 10 39 51 49 50 47 46 45 50 58 55 59 57 55 14 85 84 103 91 83 95 100 114 99 106 92 83 125 132 152 Tapuit Ta 11460 10 9 2 2 0 1 0 0 1 3 1 1 2 2 3 4 2 2 4 2 2 1 0 0 3 0 1 0 1 0 Grote Lijster GL 12020 2 6 7 12 Sprinkhaanzanger SZ 12360 8 4 2 4 1 0 0 1 5 0 0 0 3 5 3 9 7 19 23 27 33 24 30 21 19 10 26 14 21 24 Spotvogel SV 12590 1 1 2 Braamsluiper BS 12740 2 0 1 0 0 0 1 0 Grasmus GM 12750 3 16 11 39 Fluiter Fl 13080 4 4 8 4 2 7 6 6 7 1 0 8 6 2 5 6 5 7 1 10 2 3 7 1 4 1 0 7 0 Vuurgoudhaan VGH 13150 1 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 Grauwe Vliegenvanger GVl 13350 2 1 2 0 Bonte Vliegenvanger BVl 13490 3 3 4 5 6 1 1 8 2 4 Wielewaal Wie 15080 2 0 1 1 0 0 2 0 3 2 1 7 2 6 4 5 3 5 2 1 2 0 4 5 2 4 3 5 5 Keep KEEP 16380 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 Putter Pu 16530 1 0 0 2 2 Kneu Kn 16600 6 2 10 16 28 38 24 17 27 27 35 Kruisbek KB 16660 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 6 0 4 0 2 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Goudvink GV 17100 3 Appelvink AV 17170 1 0 Geelgors GG 18570 43 12 17 20 17 19 28 28 29 32 32 33 33 31 7 28 20 29 24 26 32 36 29 34 37 42 32 38 37 44 Rietgors RG 18770 100 33 8 15 14 1 20 30 32 20 24 22 20 22 16 22 6 9 7 3 16 Aantal soorten 99999 26 27 24 24 18 19 27 32 33 24 26 25 38 42 23 41 40 41 44 43 45 46 41 41 41 36 36 34 45 45

7 De veldleeuwerik is vanaf 2006 weer in alle deelgebieden geteld

10 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.2 Opvallende zaken in 2016 Opvallend is dat er van een aantal soorten dit jaar veel meer territoria lijken te zijn. Overleg met de waarnemers in het veld hierover is dat de aantallen van diverse soorten te hoog worden “geautoclusterd”. Hierover is diverse malen overleg geweest met Jan-Willem Vergeer van het Sovon. Naar aanleiding van de gesprekken heb ik geprobeerd om de aantallen terug te brengen naar reële waarden. Dat is dus niet gelukt. Bij de soorten waarbij wij vraagtekens hebben is dat in rood vermeld. In juni had Oost-Brabant en te kampen met heel veel wateroverlast. Op 10 juni viel er zo veel water dat er erg veel wegen en paden blank kwamen te staan. Delen van het inventarisatie gebied stonden enkele dagen blank. Op 23 juni trok een enorme hagelbui (supercel) over de Strabrechtse Heide. Hagelstenen zo groot als tennisballen richten heel veel schade aan. Ook de natuur liep veel schade op: bomen werden soms volledig ontbladerd. Ook zijn er veel bomen omgewaaid. Waarschijnlijk zullen er door beide rampen ook veel vogelnesten verloren zijn gegaan. Nieuwe soorten in 2016: de Middelste Bonte Specht en de Goudvink. Van de laatste werden er zelfs drie territoria vastgesteld. De Roodborsttapuit doet het toch steeds erg goed. Maar liefst 147 territoria zijn er vastgesteld. Dit is weer flinke toename t.o.v. 2015. Vandaar de foto van een juveniel op de voorpagina. Gedurende de maanden mei en juni zijn er op het Grafven Brilduikers waargenomen. 18 mei een mannetje, 31 mei een paartje en 9 juni een vrouwtje. Helaas moet je voor een geldig territorium 2 waarnemingen van minimaal een paar binnen de datumgrenzen hebben en dat is dus net niet gehaald, maar het was in ieder geval interessant dat ze er zaten. Hoewel net geen territorium, wel interessant, want misschien een eerste testronde van de vogels en keren ze in 2017 weer terug?? En kjrijgen we dan een vervolg. In het aangrenzende Beuven hebben in 2016 Lepelaars gebroed. Er waren 6 nesten. Ik als bijlage het verslag hiervan bijgevoegd.

11 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3 Soortbeschrijvingen De kaartjes geven de waarschijnlijke en zekere broedgevallen of territoria weer van de soort. Er wordt niet specifiek naar nesten gezocht8. In de grafieken corresponderen de vierkantjes met de aantallen per jaar. In een aantal grafieken staan geen gegevens over 2001. Er heeft toen slechts een gedeeltelijke inventarisatie plaatsgevonden omdat het gebied gedurende lange tijd in het voorjaar afgesloten is geweest als gevolg van de koeienziekte BSA. Bij de soorten die in principe elk jaar in het gebied broeden is een trendlijn in de grafiek aangebracht. Hierdoor is te zien of de soort in aantal toe- of afneemt of gelijk blijft. 3.3.1 Roofvogelvervolging Roofvogels worden helaas in Nederland en ook Oost Brabant nog regelmatig vervolgd. Gegevens over Roofvogel broedlocaties dienen daarom met zorg te worden behandeld om te voorkomen dat zij in verkeerde handen vallen. Ik verzoek daarom de lezers van dit rapport om deze gegevens niet zonder voorgaande afstemming met mij verder te verspreiden. 3.3.2 Dodaars, 12 territoria

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

8 De richtlijnen die hiervoor gebruikt worden zijn die uit de Handleiding Sovon Broedvogelonderzoek. 12 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.3 Kokmeeuw, 7 territoria

350

300

250

200

150

100

50

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De meeuwenterritoria bevinden zich dicht bij elkaar en zijn niet afzonderlijk te zien op de stippenkaart.

3.3.4 Grauwe Gans, 16 territoria

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Een aantal nesten waren op kleine afstand van elkaar. Ze zijn dan ook niet als aparte stippen zichtbaar.

13 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.5 Grote Canadese Gans, 9 territoria

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Het aantal territoria van de Grote Canadese Gans varieert met de jaren. Dit jaar waren er 9. Deze exoot neemt nog steeds in aantallen toe in Nederland.

3.3.6 Brandgans, 1 territorium

1,2

1

0,8

0,6

0,4

0,2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Voor de tweede keer is er een territorium van de Brandgans.

14 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.7 Nijlgans, 5 territoria

4,5

4

3,5

3

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Er zijn nog niet eerder 5 territoria van de Nijlgans geweest. Het gaat (te) goed met deze exoot.

3.3.8 Casarca, 1 territorium Deze soort heeft nooit eerder in het gebied gebroed.

15 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.9 Krakeend, 3 territoria 7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Na twee Krakeend-loze jaren waren er weer twee teritoria.

3.3.10 Wintertaling,11 territoria

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Een goed jaar voor de Wintertaling met 11 territoria.

16 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.11 Tafeleend, 1 territorium

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Dit jaar is een territorium vastgesteld op de vaste omgeving van het Grafven. Mogelijk dat door de vernatting van de heide de soort in de toekomst weer wat in aantal toe gaat nemen.

3.3.12 Kuifeend, 2 territoria 2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Afhankelijk van de waterstand broedt de Kuifeend wel of niet op Strabrecht. Dit jaar 2 territoria.

3.3.13 Wespendief, 0 territoria De bebossing op de heide leent zich niet zo voor deze 3

roofvogel. In de directe omgeving heeft de vogel op zeker 2,5 twee plaatsen gebroed. Enkele vogels zijn ook op de heide foeragerend waargenomen. 2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

17 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.14 Havik, 2 territoria

4,5

4

3,5

3

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Twee territoria is zo’n beetje het gemiddelde aantal territoria van de Havik.

3.3.15 Sperwer, 0 territoria De Sperwer is een bosbewoner en op de heide vind je 4,5 nauwelijks bos. In de omliggende bossen komt hij ook 4 maar sporadisch tot broeden voor 3,5 3

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

3.3.16 Buizerd, 7 territoria

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

7 territoria is een erg hoog aantal dat al jaren niet meer gehaald is. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering.

18 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.17 Torenvalk, 2 territoria

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De Torenvalk wordt elk jaar op de heide waargenomen. De aantallen verschillen van jaarlijks. Er is wel een duidelijke dalende trend.

3.3.18 Boomvalk, 0 territoria Al drie jaar na elkaar geen Boomvalken territoriaal 9 op de heide. Na het broedseizoen zijn er op enkele 8 plaatsen wel meerdere jagende boomvalken 7 waargenomen. In augustus op een avond zelfs 16 6 boomvalken jagend op de Verste Heide. 5 4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

3.3.19 Kwartel, 3 territoria

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Elk jaar worden de Kwartels wel gehoord op de heide. Het broedsucces van de kwartel is erg afhankelijk van de temperatuur in de maand mei. Koud weer geeft een slecht broedresultaat. Mei 2016 was warm dus 9 territoria. In gebied Midden werd geconstateerd dat bij het waarnemen van de soort in het gebied elke keer slecht één mannetje aan het roepen was en dat deze gedurende de periode aan het verplaatsen was en niet meer werd waargenomen op eerdere locaties.

19 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.20 Waterral, 5 territoria 30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Na enkele jaren afwezigheid is de soort weer met 5 territoria aanwezig.

3.3.21 Porseleinhoen,1 territorium

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Voor het eerst sinds 8 jaar is er weer een territorium geconstateerd. Wel op een andere plek als waar voorheen de territoria waren.

20 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.22 Kleine plevier, 4 territoria

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

2X2 territoria zijn dicht bij elkaar. Zodoende staan er maar twee stippen.

3.3.23 Watersnip, 9 territoria

10

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Een mooi resultaat. Het hoogste aantal van de hele inventarisatie periode. Mogelijk heeft dit te maken met de vernatting van het gebied.

3.3.24 Houtsnip, 0 territoria Deze moeilijk te inventariseren soort verrast je meestal 4,5 wanneer hij zijn baltsvlucht vertoont of je zijn geluid 4 hoort. Op de locaties waar de vogels meestal de 3,5 territoria hadden heeft flinke kap plaats gevonden, 3 vandaar waarschijnlijk de afwezigheid van de soort 2,5 daar. 2 1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

21 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.25 Wulp, 4 territoria

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

In de dalende trend naar 0 territoria is 4 territoria een mooi resultaat. Laten we hopen dat deze stijging zich voortzet. Mogelijk een gevolg van de vernatting!

3.3.26 Koekoek, 2 territoria Deze soort is nu voor het eerst geïnventariseerd. Dit omdat de Koekoek de laatste jaren achteruit gaat en er extra aandacht aan de soort wordt gegeven. 2017 is uitgeroepen tot “het jaar van de Koekoek”.

22 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.27 Kerkuil, 1 territorium

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Op de bekende plek zijn 3 nestkasten aanwezig. Daarvan is er elk jaar wel een bezet.

3.3.28 Bosuil, 3 territoria

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De Bosuil wordt aangetroffen in de randgebieden (bossen) van de heide. Op de open heide wordt deze soort niet aangetroffen. Grenzend aan gebied West en Zuidwest in de Herbertusbossen zijn nog eens minimaal enkele territoria vastgesteld.

23 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.29 Ransuil, 2 territoria

16

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Omdat de Ransuil ook wel in solitaire dennenbomen op de heide wil broeden treffen we deze elk jaar wel aan. Met name de jongen laten goed van zich horen en daarom zijn ze makkelijk te inventariseren.

3.3.30 Nachtzwaluw, 34 territoria

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

34 Territoria is een goed resultaat. De toename in de trend komt grotendeels door de toename in deelgebied Noordoost dat blijkbaar erg aantrekkelijk is geworden. Het kaartje laat daar nog bos (groen) zien maar het gebied is na de brand van 2008 grotendeels kaal. Zie satellietfoto op bladzijde 3. Opmerkelijk is dat de soort in 2016 veel meer over het gebied verspreid was dan voorgaande jaren.

24 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.31 Groene specht, 5 territoria

16

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Opvallend is dat alle territoria in West zijn. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering.

3.3.32 Zwarte specht, 7 territoria

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De territoria zijn erg dicht bij elkaar, met name in de gebieden West en Zuidwest. Opmerkelijk voor een vogel die toch een leefgebied van zo’n 100 ha nodig heeft. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering De criteria (fusieafstand) voor deze soort zijn per 2017 veranderd.

25 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.33 Middelste Bonte Specht, 1 territorium Voor het eerst gedurende lange periode is een territorium van de Middelste Bonte Specht vastgesteld. Aardig om te vermelden dat zo’n 25 jaar geleden de eerste Middelste Bonte Specht van Nederland op korte afstand werd waargenomen in de Kasteel/Herbertusbossen. Heel vogelend Nederland bezocht de vogel toen rond de kerstdagen. Nadien is het alleen maar goed gegaan met deze soort.

3.3.34 Kleine Bonte Specht, 9 territoria

16

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

.Dit jaar 9 territoria. Het gemiddelde van de laatste 10 jaar.

26 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.35 Boomleeuwerik, 40 territoria

60

50

40

30

20

10

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De soort heeft zich weer hersteld na een slecht jaar.

3.3.36 Veldleeuwerik, 135 territoria

160

140

120

100

80

60

40

20

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De soort wordt pas sinds 2005 in het gehele gebeid geïnventariseerd. De laatste jaren is er een duidelijke stijgende trend. 135 Territoria is het hoogste aantal gedurende gehele inventarisatieperiode. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering In gebied Noord (kaart en grafiek hieronder) waar de soort al langer wordt geïnventariseerd is een lichte daling in de trend waarneembaar. Maar het aantal van 15 territoria is een stabiel aantal van de laatste jaren.

27 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Enkele stippen op het kaartje vallen buiten gebied Noord!

3.3.37 Blauwborst, 10 territoria

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Na enkele slechte jaren zitten we met 10 territoria weer op het gemiddelde van de totale inventarisatieperiode.

3.3.38 Gekraagde roodstaart, 69 territoria

80

70

60

50

40

30

20

10

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Na enkele slechte jaren lijkt de soort zich weer hersteld te hebben. 69 territoria is wel een erg hoog aantal. De toename in Noordoost is wel verklaarbaar. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering

28 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.39 Paap, 0 territoria Een enkel jaar wil er wel eens een territorium van het 2,5 Paapje zijn. Dit jaar zijn er wel vogels gezien maar dat was nog tijdens de trek. 2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

3.3.40 Roodborsttapuit, 152 territoria

160

140

120

100

80

60

40

20

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

152 Territoria is het hoogste aantal ooit geteld. We hebben hier wel vraagtekens bij. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering

3.3.41 Tapuit, 0 territoria De Tapuit is een onregelmatige broedvogel van de heide. 30

Dit jaar is er weer een territorium vastgesteld. 25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

29 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.42 Grote Lijster, 12 territoria

14

12

10

8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Deze soort werd in het verleden wel geïnventariseerd maar niet meegenomen in de verslaglegging. Het grootste gedeelte van het gebied is geen geschikt biotoop. Daar is 12 territoria is een mooi aantal.

3.3.43 Sprinkhaanzanger, 24 territoria

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Het aantal territoria van de Sprinkhaanzanger vertoond een stijgende trend, maar wel duidelijke fluctuaties. Dit jaar 24 territoria.

30 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.44 Spotvogel, 2 territoria

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Deze soort is nieuw in het gebied sinds 2014. Terwijl er de laatste twee jaren maar 1 territorium was zijn er nu 2 geconstateerd.

3.3.45 Grasmus, 39 territoria

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Deze soort werd in het verleden niet geïnventariseerd. Het grootste gedeelte van het gebied was geen geschikt biotoop. Door de veranderingen komen er schijnbaar betere habitats beschikbaar. 39 is een zeer mooi aantal

3.3.46 Fluiter, 0 territoria De Fluiter broedt in de bossen maar is een soort die per 12

jaar erg in aantallen fluctueert. Er is een dalende trend. 10 Waarschijnlijk door de afnamen van het bosareaal. In 2016 werden er geen territoria vastgesteld. 8

6

4

2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

31 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.47 Bonte Vliegenvanger, 4 territoria

9

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De Bonte Vliegenvanger is pas de laatste jaren geconstateerd aan de randen van de heide. Mogelijk dat deze soort regelmatig over het hoofd wordt gezien. Toch heeft de vogel een typische Grasmus-achtige zang die je goed en duidelijk hoort.

3.3.48 Vuurgoudhaantje, 0 territoria In de aangrenzende Herbertusbossen werden wel een 1,2

aantal territoria vastgelegd. 1

0,8

0,6

0,4

0,2

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

3.3.49 Wielewaal, 5 territoria

8

7

6

5

4

3

2

1

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

In de daarvoor geschikte biotopen – aan de rand van de het gebied - worden jaarlijks territoria van de Wielewaal vastgesteld. Dit jaar waren er 5.

32 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.50 Putter, 2 territoria

2,5

2

1,5

1

0,5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De Putter is vele jaren niet geïnventariseerd. Aan de hand van de gegevens van de laatste jaren is dan ook weinig te zeggen over een trend.

3.3.51 Kneu, 35 territoria

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

De Kneu is vele jaren niet geïnventariseerd. De laatste 10 jaar is er een duidelijk stijgende trent.

33 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.52 Goudvink, 3 territoria Nieuwe soort voor het gebeid. Van de Goudvink is nog niet eerder een territorium vastgesteld. Is de soort over het hoofd gezien?

3.3.53 Geelgors, 44 territoria

50

45

40

35

30

25

20

15

10

5

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Gezien het grote aantal van 44 territoria lijkt het goed te gaan met de soort. De toename in de omgeving van gebied Noordoost lijkt realistisch, maar voor de rest van het gebied niet. Aangenomen wordt dat hier wat mis is gegaan met de autoclustering

34 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

3.3.54 Rietgors, 17 territoria

120

100

80

60

40

20

0 6? 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 [1]

Na een zeer slecht jaar waren er dit jaar weer 17 territoria. Dat is een mooi resultaat.

35 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

4 Literatuur

Auteur jaar Naam

Werkgroep voor 1972 Paarsboek Strabrechtse Heide / E9 natuurbehoud en milieubeheer Stadsgewest Eindhoven Jonsson L. 1993 Vogels van Europa, Tirion Uitgevers, Baarn Smits, Jap, et. al 1996 Het Land van Peel en Maas, Natuurgebieden in Zuidoost Nederland. Staatsbosbeheer Roermond; Svensson, L, et. al 1999 Europese Vogels, Tirion Natuur, Baarn Sovon 2002 Atlas van de Nederlandse broedvogels Dijk van A.J., et. al 2012 Handleiding Autoclustering in BMP, Sovon, Nijmegen https://www.sovon.nl/nl/content/handleiding-autoclustering-bmp Dijk van A.J., Boele A. 2011 Handleiding Sovon Broedvogelonderzoek, Sovon, Nijmegen en Hustings F., et. al https://www.sovon.nl/nl/content/handleiding-broedvogels Mebs Th., Schmidt D, 2005 Roofvogels van Europa, Noord-Afrika en Voor-Azië Engels, Geert 2003 Strabrechtse Heide broedvogelkartering i.o.v. Staatsbosbeheer 2001 en 2002 Engels, Geert 2004 Broedvogelkartering van Strabrechtse en Lieropse Heide i.o.v. Staatsbosbeheer t/m 2003 t/m 2015 2015 Geert Engels 2016 Foto juveniele Roodborsttapuit. Foto gemaakt in de Brenne Roel van den Heuvel 2016 Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016 Vogelwerkgroep de (Dit document is als bijlage 1 ingevoegd) Peel Internetsite Vogels in de Kempen: www.vogelsindekempen.nl Internetsite Vogelwerkgroep de Peel: http://vwgdepeel.ivnastensomeren.nl

De informatie over het weer komt van de internetsite van het KNMI in de Bilt. www.knmi.nl Roel van den Heuvel Broedende Lepelaars Beuven 2016 (Dit document is als bijlage 2 ingevoegd) Microsoft Satellietfoto’s 2012 Topografische dienst Kaartmateriaal 2013 Emmen Sovon Soortenkaartjes. Deze komen uit het Avimap-systeem

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten.

36 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

5 Bijlagen

5.1 Bijlage 1: Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016 Dit overzicht bevat bijzondere vogelwaarnemingen die gemaakt zijn op de Strabrechtse Heide. Hieronder vallen fenologische waarnemingen, opmerkelijke trekvogels, overnachtende vogels en (mogelijke) broedgevallen.

Maand datum soort Bijzonderheden Januari 1-01- t/m Kleine Zilverreiger De Kleine Zilverreiger die al vanaf 6 december 2015 aanwezig was, verbleef nog tot en met 09-03 9 maart op het Beuven. De vogel sliep de gehele periode samen op de slaapplaats van de Grote Zilverreigers. Opmerkelijk genoeg werd er eind dit jaar op 5 december (bijna dezelfde datum als in 2015) ook weer een Kleine Zilverreiger gezien op het Beuven, deze vogel was echter maar kort aanwezig (zie december). 02-01 Klapekster De Klapekstersimultaantelling door VWG de Kempen leverde dit jaar slechts 5 exemplaren op. In 2014 en 2015 werden 6 exemplaren geteld. 03-01 Nonnetje Een Nonnetje (v) was deze dag aanwezig op het Beuven. 23-01 Kraanvogel ’s Ochtends vertrok een leuke groep van 230 Kraanvogels van de slaapplaats op de Strabrechtse Heide. 28-01 Rotgans Een Rotgans werd ’s ochtends waargenomen tussen de Kolganzen en Toendrarietganzen op de slaapplaats op het Beuven. Waarschijnlijk dezelfde vogel is rond deze tijd ook op andere plekken in de regio gezien. Kleine Rietgans Op de 28e werd ook een Kleine Rietgans gezien op het Beuven. Februari 03-02- t/m Nonnetje Een Nonnetje (m) werd begin februari gezien op het Beuven, later waren van 11 t/m 12 26-03 februari 3 exemplaren aanwezig. Van 13 t/m 21 februari verbleven zelfs 5 vogels op het Beuven. Daarna werden tot en met 9 maart nog 3 Nonnetjes gezien. Op 13 maart waren weer 4 vogels aanwezig (2v,2m) en tot en met 26 maart werden nog 2 exemplaren gezien (v+m). 06-02 Stormmeeuw Een enorme groep van minimaal 1040 Stormmeeuwen vloog over de Strabrechtse Heide. Een gedeelte van de groep viel kort in op het Beuven. 27-02- t/m Lepelaar De eerste (vroege) Lepelaar van dit jaar werd al op 27 februari waargenomen, de vogel was 28-02 ook nog op de 28e aanwezig. Maart 13-03 Raaf 2 Raven vlogen rond 13:32 hoog over de Strabrechtse Heide, 1 exemplaar was ook af en toe aan het baltsen. De twee vogels vielen na enige tijd in op de hei en waren tot 13:58 ter plaatse. Daarna zijn ze richting oost vertrokken.

Raaf 13-03 (foto R. Kastelijn) 26-03 Boerenzwaluw De 1e Boerenzwaluwen vlogen op 26 maart over de telpost. Gele Kwikstaart Ook de 1e Gele Kwikstaart werd deze dag waargenomen. Kleine Plevier De eerste Kleine Plevier van het jaar werd ook op 26 maart waargenomen. 27-03 Blauwborst Op 27 maart werden de eerste drie zingende Blauwborsten gehoord bij het Beuven. Visarend De vroegste Visarend ooit voor de telpost werd op 27 maart al gezien (was 1 april in 2004, 2005, 2008 en 2013). Oeverzwaluw De eerste Oeverzwaluw van het jaar werd op deze dag gezien. 27-03- t/m Lepelaar Totaal 5 Lepelaars werden deze dag gezien op het Beuven. Tot en met 1 april waren nog ten 10-04 minste 3 vogels aanwezig. Op 6 april waren weer 5 Lepelaars aanwezig. Op 9 en 10 april werden 7 exemplaren gezien. Kort hierna zijn de vogels voor het eerst succesvol gaan broeden in het gebied (zie april). Dwergmeeuw Op 30 maart vloog een adult winter Dwergmeeuw over de telpost.

37 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden

Dwergmeeuw 30-03 (foto R. van den Heuvel) April 01-04 Boompieper De eerste Boompieper vloog op 1 april over de telpost. 02-04 Tapuit Op 2 april werd de eerste Tapuit waargenomen. 03-04 Raaf Deze dag werd weer minimaal 1 Raaf gezien (mogelijk 2), de vogel had het enige tijd aan de stok met een Havik. 07-04- t/m Beflijster Leuke aantallen Beflijsters werden deze periode gezien, met op 7 april groepen van 12, 11 20-04 en 2. Op 11 en 16 april werden groepen van 15 exemplaren gezien. Op 20 april werd nog een groep van 12 vogels waargenomen. 09-04 Zwarte Wouw De eerste Zwarte Wouw werd ook op 9 april gezien. Koekoek Op 9 april werd de eerste Koekoek ontdekt. Hop Ook dit jaar werd weer een Hop gezien en gehoord op de Strabrechtse Heide, de vogel was helaas slechts kort ter plaatse. Zwarte Ooievaar De vroegste Zwarte Ooievaar voor de telpost ooit, werd al op 10 april gezien. 12-04 Groenpootruiter 12 april werd de eerste Groenpootruiter van het jaar gezien en gehoord. 13-04 Sprinkhaanzanger Deze dag werd de eerste Sprinkhaanzanger gehoord bij het Mosven. 13-04- t/m Lepelaar De eerste broedende Lepelaar werd op 13 april waargenomen, enige tijd daarna werden 23-06 nog 3 andere nesten ontdekt. Op een vijfde nest werd pas enkele dagen later gebroed (17 april). Eén van de vier nesten is overigens daarna om onbekende redenen weer verlaten en op het vijfde nest zijn nooit jongen gezien (op dit nest werd pas gestopt met broeden na de hagelstorm van 23 juni). Op 11 mei werden de eerste jongen gezien (op 1 nest 1 juveniel en op een 2e nest 2). Op deze dag werd ook begonnen met broeden door een nieuw paar op een zesde nest. Uiteindelijk zijn ten minste 12 jonge Lepelaars geboren, waarvan er helaas drie (van het 6e nest) zijn gesneuveld door de hevige hagelbui op 23 juni. Meer informatie in bijlage 2. 16-04 Huiszwaluw Op 16 april werden de eerste Huiszwaluwen gezien. Gierzwaluw Ook op deze dag werden de eerste Gierzwaluwen gezien (7exx). De eerste Gierzwaluw en Huiszwaluwen werden in 2015 op 17 april toevallig ook op dezelfde dag gezien. Boomvalk De eerste Boomvalk werd ook op 16 april gezien, dat is drie dagen eerder dan in 2015. maar dat was met 19 april wat aan de latere kant, vaak wordt de eerste Boomvalk op de Strabrechtse Heide rond 15 april gezien. 16-04- t/m Koereiger In de ochtend van 16 april werden maar liefst 5 Koereigers ontdekt op het Beuven. Ze leken 17-04 later op de dag richting zuid te vertrekken, maar bleken de volgende dag ook nog aanwezig. Na 17 april zijn de Koereigers niet meer gezien. Dit is de eerste keer dat deze soort op de Strabrechtse Heide werd waargenomen.

38 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden

Koereigers 16-04 (foto R. van den Heuvel) 18-04 Draaihals Een Draaihals werd gezien op de Strabrechtse Heide. 21-04 Zwarte Stern De eerste Zwarte Sterns (10 exx) werden op 21 april gezien bij het Beuven. Zwarte Ruiter Op 21 april werden de eerste Zwarte Ruiters waargenomen op de telpost Dwergmeeuw Een groep van 14 Dwergmeeuwen vloog deze dag boven het Beuven. 25-04 Paapje De eerste Paapjes werden op 25 april waargenomen. Mei 04-05- t/m Purperreiger Een Purperreiger was van 4 tot en met 6 mei aanwezig bij het Beuven. Op 8 mei vloog een 15-05 exemplaar hoog over en op 9 mei waren zelfs totaal 3 exemplaren aanwezig in het gebied. Op de 10e waren nog 2 vogels aanwezig en op 15 mei werd nog 1 Purperreiger bij het Beuven gezien.

Purperreiger 04-05 (foto R. van den Heuvel) 04-05 Witvleugelstern Ook bijzonder was de ontdekking van twee adulte Witvleugelsterns op 4 mei. De vogels waren op het Beuven aanwezig van ten minste 11:35 tot en met 15:30. Deze soort wordt niet vaak waargenomen op de Strabrechtse Heide. De laatste waarneming was op 9 mei

39 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden 2013 en de waarnemingen van daarvoor dateren alweer uit 2007, wat destijds een invasiejaar voor deze soort was.

Witvleugelstern 07-05 (foto R. Kastelijn) 05-05 Grauwe Twee mannetjes Grauwe Kiekendief vlogen vandaag samen over de telpost. Kiekendief 08-05 Bosruiter De eerste Bosruiter vloog op 8 mei over de telpost. 08-05- t/m Roodpootvalk Op 8 mei werd een KJ2 man Roodpootvalk gezien bij het Marijkeven. Op 13 mei werd 21-05 mogelijk dezelfde vogel waargenomen tussen het Scheidingsven en Waschven.

Roodpootvalk 13-05 (foto R. Kastelijn)

40 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden Van 15 tot en met 16 mei verbleven op dezelfde locatie 1 vrouwtje en 2 KJ2 mannetjes. Op 18 mei waren nog 1 KJ2 man en 1 vrouw aanwezig. Tot en met 21 mei werd alleen nog het vrouwtje gezien.

Roodpootvalk 15-05 (foto A. Mendoza) 08-05 Zwarte Ooievaar Een Zwarte Ooievaar trok om 13:37 hoog over de Strabrechtse Heide. Griel Spectaculair was de ontdekking van een Griel aan de zuidkant van het Beuven. Helaas werd de vogel niet teruggevonden. Dit is een nieuwe soort voor het gebied.

Griel 08-05 (foto P. van de Haar) 09-05 Wespendief De eerste twee Wespendieven werden op 9 mei gezien. Zwarte Wouw Op 9 mei trokken 5 Zwarte Wouwen over de telpost, waaronder een groep van 3. 10-05 Hop Een Hop werd enige tijd gehoord ten noorden van het Beuven en later bij het Starven. Ook deze vogel was helaas slechts kort ter plaatse.

41 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden 13-05 Slangenarend Op 13 mei kwam een adulte Slangenarend over de telpost gevlogen. De vogel werd tussen 11:05 en 11:31 waargenomen en is uiteindelijk richting ZO (Groote peel) vertrokken en is daar ook nog gezien.

Slangenarend 13-05 (foto R. Kastelijn) 18-05- t/m Brilduiker Een laat mannetje Brilduiker werd gezien op het Grafven. Op de 31e werden zelfs een 09-06 vrouwtje en mannetje gezien. Op 9 juni werd nog een vrouwtje gezien. 21-05 Zwarte Ooievaar Op 21 mei vloog een Zwarte Ooievaar hoog over de Strabrechtse Heide. 25-05 Zwarte Ooievaar Ook op 25 mei vloog een Zwarte Ooievaar over de Strabrechtse Heide. Juni 28-06 Zwarte Ooievaar Drie Zwarte Ooievaars werden op deze dag gezien. Juli 02-07- t/m Slangenarend Op 2 juli werd om 11:26 de tweede Slangenarend van het jaar ontdekt. De vogel was in 03-07 ieder geval aanwezig tot de volgende ochtend en kon zeer fraai worden gezien. Dit is na het exemplaar van 29 en 30 augustus 2011, de tweede bekende overnachtende vogel voor de regio.

Slangenarend 02-07 (foto R. Kastelijn) 15-07- t/m Zwarte Ooievaar Van 15 juli t/m 1 oktober waren minimaal twee Zwarte Ooievaars aanwezig op de 01-10 Strabrechtse Heide. Van 26 juli t/m 13 augustus werden enkele keren 3 exemplaren gezien. Op 16 augustus en 9 en 10 september werden zelfs 4 Zwarte Ooievaars waargenomen. Van 15 t/m 24 september waren weer 3 exemplaren aanwezig. Daarna werden nog tot en met 1 oktober 2 vogels (adult en juveniel) op het Marijkeven gezien. Augustus 13-08- t/m Grote Zilverreiger Begin augustus liepen de aantallen Grote Zilverreigers opmerkelijk snel op. Op 6 augustus 18-08 waren al 28 vogels aanwezig en op de 13e werden minimaal 38 exemplaren gezien. Op 18 augustus werden op de slaapplaats zelfs 48 Grote Zilverreigers geteld. Dit is een nieuw record voor de Strabrechtse Heide (was 43 op meerdere data in 2013). Dit record zou echter niet lang standhouden (zie oktober). 13-08 Zilverplevier Op 13 augustus vloog een Zilverplevier over de Strabrechtse Heide.

42 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden 18-08- t/m Zwarte Ibis De 18e augustus vielen om 13:05 twee Zwarte Ibissen in op het Beuven, de vogels waren 22-08 i.i.g. nog tot 15:00 aanwezig. Op 22 augustus werd ook nog kort een exemplaar gezien.

Zwarte Ibis 18-08 (foto R. van den Heuvel) 26-08 Kleine Een Kleine Strandloper vloog deze dag over de telpost. Strandloper Duinpieper De 1e Duinpieper vloog op 26 augustus ook over de telpost. Morinelplevier Een Morinelplevier werd om 10:40 op de telpost gehoord. 29-08 Ortolaan Op 29 augustus vloog om 12:26 een Ortolaan over de telpost. Steenloper Een bijzondere waarneming voor het binnenland; een groepje van 3 Steenlopers vloog op 29 augustus over de telpost. De laatste waarnemingen van deze soort op de Strabrechtse Heide stammen uit 2008. Draaihals Bij de telpost vloog op 29 augustus een Draaihals op. 30-08 Draaihals Ook op 30 augustus werd een Draaihals gezien. 31-08 Zwarte Ibis De 31e werd weer een Zwarte Ibis gezien, de vogel leek in te vallen op het Beuven, maar kon helaas niet worden teruggevonden.

Zwarte Ibis 31-08 (foto R. Kastelijn) Ortolaan Om 7:37 vloog weer een Ortolaan over de telpost. Duinpieper Een Duinpieper werd om 9:49 gehoord op de telpost.

43 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden September 05-09 Rosse Grutto Een roepende Rosse Grutto vloog om 7:17 over de telpost.

Rosse Grutto 05-09 (foto R. Kastelijn) 06-09 Ortolaan Om 11:00 werd op de telpost een Ortolaan gehoord.

Paapje Paapje werd gezien op de heide.

Paapje (foto Wil van Tongerlo) Visarend Een bijzonder aantal van 8 Visarenden vloog vandaag over de telpost. Dit is een evenaring van het dagrecord van 6 april 2002. 08-09 Draaihals Op 8 september werd een Draaihals gezien op de Strabrechtse Heide. 09-09 Dwergmeeuw Twee Dwergmeeuwen vlogen enige tijd boven het Beuven. 10-09 Duinpieper Pas de derde keer dit jaar vloog er een Duinpieper over de telpost, deze keer om 8:19. Ortolaan Om 8:54 vloog deze dag wederom een Ortolaan over de telpost, het vierde exemplaar van het jaar. Zilverplevier Ook vloog er een Zilverplevier vanaf 8:59 enige tijd rond boven de Strabrechtse Heide. 11-09 Draaihals Een Draaihals werd gezien op de Strabrechtse Heide. 12-09 Zilverplevier Op 12 September vloog om 10:59 wederom een Zilverplevier over de telpost.

44 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden Dwergmeeuw Een leuk groepje van 10 Dwergmeeuwen vloog om 10:59 enige tijd boven het Beuven, om daarna weer hoog uit het zicht te verdwijnen.

Dwergmeeuwen 12-09 (foto R. Kastelijn) 12-09 Smient De eerste Smienten (v+m) van het najaar werden op 12 september gezien op het Beuven. 15-09 Visarend Wederom een leuk aantal trekkende Visarenden, deze keer 6 exemplaren. Waarvan de eerste vier tussen 7:40 en 7:55 voorbij kwamen. Deze vier vogels zijn vermoedelijk na een overnachting uit de omgeving vertrokken. Bonte Strandloper Een leuk aantal van totaal 19 overtrekkende Bonte Strandlopers werd deze dag gezien, waaronder een groepje van 11. 17-09 Zilverplevier Om 12:36 vlogen op 17 september 2 Zilverplevieren samen over de telpost. 18-09 Zilverplevier Ook op 18 september vloog een Zilverplevier over de telpost, deze keer om 9:30.

Zilverplevier 18-09 (foto R. Kastelijn) Visarend En met 7 exemplaren was 18 september ook weer een bijzondere dag voor de trek van Visarend. 2016 zou uiteindelijk totaal 41 trekkende Visarenden opleveren voor de telpost, het grootste gedeelte hiervan (28 exx, bijna 70%) is tussen 6 en 18 september voorbijgekomen. Na 51 exx in 2008 en 46 exx in 2006, is dit het derde hoogste jaartotaal ooit. Toendrarietgans De eerste vroege Toendrarietganzen (8 exx) van het najaar werden deze dag gezien. Dit is de vroegste najaarswaarneming van deze soort voor de telpost Kolgans Naast de eerste Toendrarietganzen werden op 18 september ook de eerste 23 Kolganzen van het najaar waargenomen. 22-09 Draaihals Een Draaihals werd om 7:52 kort ontdekt bij de telpost Roodkeelpieper Om 11:19 vloog een Roodkeelpieper over de telpost. Zilverplevier Op 22 september vloog wederom een Zilverplevier over de Strabrechtse Heide. 23-09 Zeearend Deze dag trok om 12:50 een Zeearend over het gebied. 24-09 Krombekstrandlo Een Krombekstrandloper vloog om 12:25 enkele minuten boven de telpost. per 25-09 Zilverplevier ’s Ochtends vertrok een Zilverplevier van het Marijkeven. Duinpieper Op 25 september vloog om 10:43 een Duinpieper over de telpost.

45 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden 27-09 Krombekstrandlo Op deze dag was een Krombekstrandloper aanwezig bij het Beuven. per Klapekster De eerste Klapekster van het najaar werd op 27 september gezien. 29-09 Zilverplevier Een bijzonder groepje van 6 Zilverplevieren viel om 11:55 in op het Marijkeven en was daar kort ter plaatse. Het werd inmiddels wel duidelijk dat 2016 voor de Strabrechtse Heide een heel goed jaar was voor deze soort. Het aantal waargenomen vogels zou uiteindelijk dan ook uitkomen op minimaal 16 exx. Alleen in 2005 (28) en 2004 (27) werden meer exemplaren gezien. 30-09 Kemphaan Enkele Kemphanen waren aanwezig op het Beuven

Kemphaan 30-09 (foto Wil van Tongerlo) Krombekstrandlo Tussen de Kemphanen zaten ook twee Krombekstrandloper per

Krombekstrandlopers (links en rechts) en Kemphanen (midden) (foto Wil van Tongerlo) Dwergmeeuw Deze dag vloog enige tijd een juveniele Dwergmeeuw bij het Beuven. Oktober 01-10 Zilverplevier Op 1 oktober vloog om 10:03 weer een Zilverplevier over de telpost. Gele Kwikstaart Een vrij late Gele Kwikstaart vloog over de telpost. 04-10 Zilverplevier Op 4 oktober vloog een Zilverplevier over de Strabrechtse Heide. Bladkoning Een Bladkoning werd op 4 oktober kort gehoord bij het Beuven. De vogel werd om 13:15 ontdekt en was enkele minuten ter plaatse. Helaas kon de Bladkoning later niet terug worden gevonden. Na eerdere waarnemingen van 1 exemplaar op 17 oktober 2003 en op 7 oktober 2005, is dit pas het derde geval voor de Strabrechtse Heide.

46 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden 04-10- t/m Koekoek Op deze dagen was een late Koekoek aanwezig bij de telpost. In 2013 werd ook op 5 05-10 oktober nog een late Koekoek gezien.

Koekoek 05-10 (foto R. van den Heuvel) 06-10 Brilduiker De eerste Brilduiker (v) van het najaar werd op deze dag gezien. 05-10- t/m Grote Zilverreiger Een enorm aantal van ten minste 68 Grote Zilverreigers was op de ochtend van 5 oktober 17-10 aanwezig op de slaapplaats op het Beuven. Dit was 20 exemplaren meer dan het record van 13 augustus eerder dit jaar. Op de 7e werden nog minimaal 62 exemplaren geteld. Daarna namen de aantallen weer snel af. Zo waren op 12 oktober nog 52 exemplaren aanwezig en op de 17e vertrokken nog 47 Grote Zilverreigers van de slaapplaats. 09-10 Roodkeelpieper Om 12:04 vloog de tweede Roodkeelpieper van dit jaar over de telpost. 17-10- t/m Spreeuw In het najaar verbleven voor het eerst sinds jaren weer enorme aantallen Spreeuwen op de 12-11 slaapplaats bij het Beuven. De piek lag met ca 50.000 exemplaren rond de periode van 22 t/m 27 oktober. 22-10 Kleine Zwaan De eerste twee Kleine Zwanen van het najaar werden 22 oktober op het Beuven gezien. 27-10 Europese Kanarie Om 10:54 vloog een Europese Kanarie over de telpost. Pestvogel Een Pestvogel werd om 11:59 gezien ten noorden van het Kranenmeer. Dit is pas de eerste keer in iets meer dan tien jaar dat deze soort weer is gezien in het gebied. 30-10 Grauwe Gors Om 8:04 vloog een Grauwe Gors roepend over de telpost November 13-11- t/m IJseend Op 13 november werd een IJseend ontdekt op het Beuven. Dit is na eerdere waarnemingen 28-11 in 1988 en 2011, pas de derde keer dat deze soort werd gezien op Strabrechtse Heide. De vogel was in ieder geval nog tot en met 28 november aanwezig.

IJseend 13-11 (foto W. Ramaekers) 19-11 Roodhalsgans Een Roodhalsgans werd ’s middags gezien op het Beuven. 22-11- t/m Rosse Stekelstaart Een Rosse Stekelstaart (escape) was enkele dagen aanwezig op het Beuven. 25-11 December 05-12 Kleine Zilverreiger Een Kleine Zilverreiger werd op 5 december gezien bij het Beuven.

47 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Maand datum soort Bijzonderheden Kruisbek Kruisbek werd gezien in de omgeving Beuven

Kruisbek (foto Wil van Tongerlo) 10-12- t/m Toendrarietgans Sinds lange tijd sliepen er weer uitzonderlijk veel ganzen op de Strabrechtse Heide. Van de 21-12 5000-6000 ganzen die in deze periode op Strabrecht sliepen, bestond verreweg het grootste gedeelte uit Toendrarietganzen. De meeste van deze ganzen sliepen op het Beuven. Tussen deze grote aantallen verbleven ook af en toe zeldzamere soorten (zie hierna). 14-12 Roodhalsgans Een Roodhalsgans verbleef ’s morgens op de ganzenslaapplaats op het Beuven. Deze leuke soort is helaas daarna niet meer op de slaapplaats gezien. 14-12- t/m Kleine Rietgans Twee Kleine Rietganzen verbleven op 14 december ’s morgens ook op de ganzenslaapplaats 21-12 op het Beuven. Op 21 december was daar ook 1 Kleine Rietgans aanwezig. 17-12- t/m Nonnetje Een Nonnetje (v) werd op 17 december gezien op het Beuven, van de 21e tot en met de 26e 31-12 waren zelfs vier vogels (v) aanwezig. Daarna werden in ieder geval nog tot en met 29 december 3 vrouwtjes gezien en deze waren begin 2017 ook nog aanwezig. 17-12- t/m Kleine Zwaan Op 17 december verbleef een leuk aantal van 89 Kleine Zwanen op het Beuven. Op 21 31-12 december waren daar zelfs 93 exemplaren aanwezig (het record voor de Strabrechtse Heide is 104 op 14 februari 2015). Ook deze grote groep zwanen foerageerde overdag regelmatig in de omgeving van de Limburglaan (Someren-Heide). 25-12 Waterpieper Waterpieper werd gezien bij het Beuven

Waterpieper (foto Wil van Tongerlo)

48 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

5.2 Bijlage 2: Broedende Lepelaars in het Beuven in 2016

Broedende Lepelaars Beuven

R van den Heuvel

49 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Geschiedenis Voor 2009 was de Lepelaar een extreem zeldzame soort in de regio. Er zijn dan ook maar enkele waarnemingen bekend van voor die tijd op de Strabrechtse Heide. 28-09-1956 6exx 05-05-1991 2exx 07-06-1992 1exx 21-03-2002 1exx Maar vanaf dat jaar gaat het hard, waarschijnlijk door de algehele toename van Lepelaars in ons land. In 2009 werd vanaf eind april een Lepelaar gezien op het Beuven, die enkele weken later gevolgd werd door een tweede exemplaar. Tussen 2 en 8 juni van dat jaar maakten de twee onvolwassen Lepelaars (kj2 en kj3) zelfs tot twee keer toe een nest op het eiland. Helaas werden allebei de nesten binnen korte tijd verlaten (het tweede nest is destijds uit een boom gewaaid). Vanaf 17 augustus waren toen zelfs 8 exemplaren aanwezig, waaronder een als 4 weken oud jong in de Camargue geringde vogel. Het jaar erop werden weer wat minder Lepelaars gezien op het Beuven (max 2 exemplaren van 16 juli tot en met 9 augustus) en in 2011 was het nog rustiger. Toen werd alleen 1 Lepelaar gezien van 2 augustus t/m 2 september en alleen op 1 dag (28 augustus) 2 exemplaren. In 2012 was het helemaal minimaal, toen werd slechts 1 exemplaar gezien op 30 juni. Het begon er op te lijken dat de opleving van Lepelaars op de Strabrechtse Heide toch maar tijdelijk geweest was. In 2013 werden tussen 9 mei en 3 oktober echter weer wat vaker Lepelaars gezien, met een maximum van 3 exemplaren. Twee vogels waren in de broedperiode zelfs kort met takken in de weer, maar nestbouw bleef helaas uit. De jaren daarna werden steeds meer vogels waargenomen; in 2014 werden tussen 10 maart en 11 september vele malen Lepelaars gezien, met vooral vanaf half juni steeds hogere aantallen. Een maximum van 22 vogels werd genoteerd tussen 22 en 24 augustus. Dit beeld zette zich voort in 2015. In dat jaar werden tussen 4 april en 26 september ook weer meerdere keren Lepelaars gezien. De eerste dagen werden zelfs diverse vogels gezien die af en toe met wat takken in de weer leken te zijn, maar dit gedrag leek eerder op spelen dan serieuze nestbouw. De hoogste aantallen werden bereikt vanaf begin juli en het maximum lag dat jaar met 28 exemplaren op 6 en 7 september nog hoger dan in 2014. Helaas is ook in 2015 een broedpoging uitgebleven. Broedende Lepelaars In 2016 werd op 27 en 28 februari al heel vroeg in het jaar een Lepelaar waargenomen, maar dit exemplaar leek daarna weer vertrokken. Vanaf 27 maart keerden echter meerdere vogels terug, maar na alle voorgaande jaren waren de verwachtingen van een mogelijk broedgeval wel flink getemperd. Diverse keren werden vogels waargenomen die langere tijd op dezelfde plekken leken te verblijven op het eiland, maar ook dit hadden we voorgaande jaren al gezien (ook soms met takken in de bek), en zonder dat ook daadwerkelijk een nest is waargenomen, kan natuurlijk niet gesproken worden van een zeker broedgeval of broedpoging. Op 13 april werd voor de eerste keer ook daadwerkelijk een Lepelaar broedend op een nest waargenomen. Doordat vanuit de hut het overzicht op het eiland heel slecht bleek te zijn is enige tijd gezocht naar een plek waar dit beter te overzien was (de eerste nesten waren vanuit de hut niet of nauwelijks te zien en uiteindelijk waren er maar op 1 nest jongen goed te zien vanuit de hut). Kort daarna werden ook nog 3 andere nesten gevonden en zijn parende Lepelaars gezien. Een vijfde nest bleef nog enige tijd leeg, maar werd enkele dagen later ook bezet.

50 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Locatie ongeveer (van boven af gezien) van alle nesten op het eiland (nest 2 en 5 mislukt) Alle nesten moeten dus binnen enkele dagen van elkaar zijn gebouwd en bezet, tevens werden alle nesten met takken op de grond gemaakt, geen enkel van de eerste 5 nesten was in een boom of struik gebouwd. Drie nesten (1,2 en 5) aan de oostkant van het eiland waren nog redelijk dicht bij elkaar gemaakt, maar de twee andere nesten (3 en 4) werden vrij ver van deze drie nesten en van mekaar gemaakt (enkele meters). De drie nesten bij elkaar waren ook dichtbij lage nesten van Aalscholvers gebouwd. Helaas werd het tweede nest binnen enkele dagen om onbekende redenen verlaten, maar de overige vier nesten bleven goed bezet.

Locatie nesten op 4 mei 2016 (nest 2 was al verlaten en nest 6 was op deze datum nog niet gebouwd)

Uitkomende Jongen Daarna was het enige tijd wachten, een eerste vermoeden van jongen was er al op 10 mei, maar het duurde nog tot 11 mei voordat deze ook daadwerkelijk konden worden gezien. Het eerste jong werd op nest 4 ontdekt en later werden ook nog twee jongen op het derde nest waargenomen. Dit klopt redelijk met de 24-25 dagen die er voor het uitbroeden van eieren voor Lepelaars staan. Op 11 mei werd ook weer nestbouw geconstateerd van een (mogelijk) zesde nest op een nieuwe locatie op het eiland. Later (16 mei) kon bevestigd worden dat dit eerste hogere nest ook bezet was. Dit meest westelijke nest werd in een boom/struik op ca 1.5 tot 2 meter van de grond gebouwd. Naast nest 5 was dit het enige nest dat redelijk goed vanuit de hut te zien was. Op 16 mei werd ook voor het eerst een jong op het eerste nest waargenomen, hier bleken uiteindelijk ook minimaal twee jongen op te zitten. Later werden op nest 3 en nest 4 respectievelijk minimaal 3 en 2 jongen gezien. Op 31 mei werd op nest 3 een vierde jong waargenomen, dit bracht het totale aantal jongen op ten minste 8 exemplaren. Deze jongen waren inmiddels al flink gegroeid en enkele op nest 3 waren al flink met de vleugels aan het flapperen. De meeste jongen liepen ook al rond bij de nesten, behalve de jongen op nest 1, die bleven op het nest zelf. Helaas werden op het vijfde nest nog steeds geen jongen gezien, het lijkt erop dat dit broedgeval mislukt is (niet bevruchte eieren?). Na 31 mei hebben de eerste 4 jongen (nest 3) het nest verlaten, kort daarna gevolgd door de jongen van nest 4.

51 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Jonge Lepelaars (en adult) nest 6 op 21-06-2016

Veel jongen konden begin juni inmiddels al vliegen, maar liepen nog voornamelijk rond op het eiland, al dan niet bedelend bij een ouder. De jongen van nest 1 bleven nog steeds voornamelijk op het nest. Op 9 juni werden in ieder geval nog ten minste 6 grote jongen gezien en op die dag werd ook het eerste jong op het nieuwere nest 6 waargenomen, dit is dus het 9e jong totaal. De Lepelaar op nest 5 bleef nog stug (vergeefs) doorbroeden. Op 11 juni werden minimaal 7 grotere jongen gezien en hadden alle grotere jongen (ook die van nest 1) de nesten verlaten. Op 13 juni werden op nest 6 drie donsjongen gezien. Op 21 juni werd op dit nest ook een vierde jong ontdekt, daarmee kwam het totale aantal jongen dit jaar op 12. Deze nieuwe jongen werden goed beschermd tegen de hevige regenbuien die deze periode plaatsvonden; de oudervogel bij het nest, ging tijdens de buien bijvoorbeeld boven de al vrij grote donsjongen staan om ze te beschermen. Helaas waren de vogels niet opgewassen tegen de enorme hagelstenen die tijdens de stortbui op de avond van 23 juni naar beneden kwamen en enorme schade in de regio aanrichtten. Drie van deze vier jongen hebben de storm helaas dan ook niet overleefd. De vogel die op nest 5 waarschijnlijk op onbevruchte eieren zat te broeden heeft na deze storm het nest ook verlaten. Begin juli is ook het laatste jong uitgevlogen. Enkele jongen en adulten verbleven daarna nog enige tijd bij het Beuven, voornamelijk op het eiland. Een jonge vogel werd nog tot en met 7 augustus regelmatig gezien samen met een adult, mogelijk één van de ouders. In ieder geval tot en met 5 september is daarna de jonge vogel nog gezien. Na dus eerdere nestbouw in 2009, zijn dit de eerste geslaagde broedgevallen van Lepelaars voor Zuidoost-Brabant. Samen met de Mariapeel (daar is dit jaar ook voor het eerst geslaagd gebroed), behoren deze broedgevallen ook tot de eerste van Zuidoost-Nederland. Er zijn slechts twee eerdere gevallen bekend die redelijk dichtbij waren, in Arcen (1) en Tilburg (2), beiden in 2015. Overzicht Naam nest Nest bezet Aant. jongen Datum jongen Opmerkingen Nest 1 ca 13 april =/>2exx ca 16 mei Mogelijk meer jongen? Nest 2 ca 13 april 0 Na enkele dagen verlaten Nest 3 ca 13 april 4exx ca 11 mei Nest 4 ca 13 april 2exx ca 11 mei Nest 5 ca 17april 0 Waarschijnlijk onbevruchte eieren Nest 6 ca 16 mei 4exx (1exx) ca 9 juni 3 jongen overleden na storm

Totaal minimaal 9 jongen op 4 van de 6 nesten (2 nesten mislukt en 3 jongen overleden door storm).

52 Broedvogelkartering Strabrechtse en Lieropse Heide 2016

Met dank aan: R. Kastelijn A. Mendoza C. Vos J. van Zanten L. Ballering (Sovon)

Bronnen: Arkive.org; vogelsindekempen.nl; Vogelbescherming.nl;Waarneming.nl; https://www.sovon.nl/nl/actueel/nieuws/lepelaar-nieuwe-limburgse-broedvogel; http://www.limburgs-landschap.nl/persberichten/item/jonge-lepelaar-in-arcen

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbenden noch mag het zonder schriftelijke toestemming worden gebruikt voor commerciële toepassingen en/of voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.

De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten.

©MMXVI RvdH - HAS029r3

53