Download PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een reportage over de Kennedy-moordenaars Willem Oltmans bron Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht / Antwerpen 1977 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003repo01_01/colofon.php © 2014 dbnl / erven Willem Oltmans / Permission to translate this text into English is currently unavailable 5 Quand on est mort, c'est pour une fois, Quand on est bête, c'est pour toujours. GEORGE DE MOHRENSCHILDT Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 7 Deel een Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 8 Eigenlijk had ik, zoals de meeste mensen op de wereld, na de moord op John F. Kennedy in Dallas, te goeder trouw aangenomen, dat Lee Harvey Oswald, een voormalige Amerikaanse marinier en dissident, de enige dader was geweest. Tot ik op 8 maart 1964, veertien weken later bij puur toeval moeder Oswald ontmoette. Ik reisde die dag van het John F. Kennedy-vliegveld in New York City naar Dallas, Texas, om een lezing te geven voor de Criterion Club in Wichita Falls, eveneens in Texas. Bij het passagekantoor op het vliegveld zag ik Marguerite Oswald, de 55-jarige ex-verpleegster en moeder van de vermoedelijke moordenaar van de Amerikaanse president aankomen, vele dozen, pakketten en koffers zeulend. Ik bood hoffelijk aan haar te helpen. ‘Hoe weet u wie ik ben?’ vroeg zij naar de bekende weg. ‘De hele wereld kent u immers,’ riep ik tot haar genoegen uit. Wij reisden in stoelen 7E en 7F van American Airlines flight 25. Moeder Oswald babbelde de hele reis, ook tijdens het diner. En ik moet zeggen, in weerwil van degenen, die van mening zijn dat zij weinig mededelingen van belang heeft te doen, dat zij met sommige van haar stellingen indruk op mij maakte. Bijvoorbeeld: Hoe is het in godsnaam mogelijk geweest dat, nadat Oswald, verdacht van moord op J.F.K., gedurende twee dagen twaalf uur lang op het hoofdbureau van politie in Dallas is verhoord, zonder dat hier een rapport of verslag over is gemaakt? ‘Ja,’ zei hoofdcommissaris Jesse Currie later laconiek voor de officiële commissie van onderzoek, voorgezeten door opperrechter Earl Warren, ‘We hebben wel wat aantekeningen gehad, maar ik weet niet waar die zijn gebleven.’ Opperrechter Warren en diens commissie zouden toen de vraag hebben gesteld of er geen bandrecorder op Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 9 het bureau was geweest. ‘Nee,’ antwoordde Currie, ‘we hebben er geen, maar we waren wel al lange tijd van plan er een te kopen.’ Marguerite Oswald vroeg zich woedend af: ‘Begrijp jij, waarom die meneer Warren toen niet de vraag heeft gesteld: “Vond u degene die van moord op de president werd beschuldigd niet belangrijk genoeg, om zolang ergens een bandrecorder te lenen?”’ Het is inderdaad absurd, dat Oswald, die strijk en zet volhield niet te hebben geschoten, op deze manier eenvoudig nooit aan het woord heeft kunnen komen, omdat nachtclubeigenaar Jack Ruby, de ex-marinier hem op een gang van het hoofdbureau van politie in Dallas vroegtijdig doodschoot. Mevrouw Oswald: ‘Het is mogelijk dat Lee de president vermoordde, maar niemand heeft het ooit bewezen. Als moeder zal ik voor zijn rechten vechten, ook al is hij nu dan dood. Zijn schuld dient op grond van onze geldende rechtspraak te worden vastgesteld. Zolang dit niet is gebeurd, zal ik nooit kunnen aannemen dat hij het werkelijk heeft gedaan. Vind je het zo vreemd dat een moeder haar zoon gelooft? Samen met Marina - de Russische vrouw van Oswald - heb ik Lee in de gevangenis bezocht. Ik ken hem dóór en dóór. Hij was volkomen rustig. Hij zei: “Mama, ik heb niemand vermoord, ook agent J.D. Tippit niet. Wees vooral niet ongerust. Alles komt in orde.” Maar wat mij vooral verbaasde,’ aldus mevrouw Oswald, ‘was dat hij bont en blauw was in zijn gezicht. Hij wilde voor ons niet weten, dat de politie hem had mishandeld. Hij legde uit, dat hij deze wonden had opgelopen tijdens het gevecht rond zijn arrestatie in de bioscoop. Hij scheen zo zeker van zijn onschuld, dat hij eigenlijk met Marina alleen maar over de kinderen sprak.’ Mevrouw Oswald was in New York geweest, omdat zij een zestiental brieven van haar zoon, indertijd als dissident vanuit de Sovjet-Unie geschreven aan Esquire Magazine had verkocht. Zij had bij iedere brief een commentaar geschreven. De volgende dag bezocht ik haar in Fort Worth, Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 10 Texas. Wij reden in haar nieuwe Buick Skylark, model 1964 in de richting van Arlington Lake, waar de begraafplaats ligt. Zij herinnerde zich, dat toen Lee werd begraven, de politie de kleine kapel had ontruimd en de rouwdienst had afgezegd. ‘Het enige wat ons werd toegestaan, was een kleine plechtigheid rond het graf te houden. We konden zelfs geen dominee vinden, die bereid was een gebed uit te spreken.’ Op de eenvoudige steen was slechts geschreven: ‘Lee Harvey Oswald, 18 October 1939 - 24 November 1963.’ Er stond een kruis, gesierd met wat bloemen en er was een treurwilg geplant. ‘De tuinman heeft ons gezegd, dat het boompje het niet zou halen. Maar je ziet, hij begint toch uit te lopen,’ aldus moeder Oswald. Ook vertelde ze met trots, dat reeds 50 000 mensen het graf hadden bezocht. Zij vroeg zich verder af wat haar zoon eigenlijk precies in de militaire dienst had gedaan. ‘Hij wilde al bij het Korps Mariniers toen hij zestien jaar oud was. Ik heb er toen een stokje voor gestoken. Ik vond hem veel te jong. Maar toen hij zeventien was, is hij toch gegaan. Nu wordt er in de kranten geschreven, dat hij reeds op jeugdige leeftijd communistische literatuur las. Hij leerde zelfs Russisch spreken. Dat kan waar zijn, maar tegelijkertijd kende hij het handboek van het Korps Mariniers nagenoeg uit zijn hoofd. Ik heb er wel eens grapjes over gemaakt en tegen Lee gezegd: “Als je zo doorgaat word je nog generaal.”’ Zij herinnerde zich verder: ‘Toch vond ik dat hij zich soms vreemd gedroeg. Vooral nadat hij naar de Sovjet-Unie was verdwenen, werd het voor mij duidelijk, dat hij in feite een geheim agent was.’ Ik vroeg haar: ‘Een geheim agent voor wie?’ ‘Voor Amerika natuurlijk,’ antwoordde zij. ‘Ik was hier pas helemaal zeker van toen een jaar lang steeds nieuwe brieven voor hem op ons adres arriveerden, terwijl ik absoluut niet wist waar hij uithing. Tenslotte ben ik naar Washington D.C. gereisd en heb onze autoriteiten om inlichtingen gevraagd. Vijf weken later keeg ik bericht, dat Lee Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 11 in de Sovjet-Unie was en in Minsk, in Wit-Rusland woonde. Pas toen werd mij meegedeeld, dat hij met een Russische was gehuwd. Nu probeert men de moordaanslag op de president aannemelijk te maken door te benadrukken, dat iemand, die eens naar de USSR uitweek, een waarschijnlijke dader geacht mag worden.’ Wij spraken over Lee's jeugd. Zij ontkende dat zij haar kind niet naar behoren zou hebben opgevoed. Zij herinnerde zich, dat toen zij Lee eens naar een verjaarspartijtje bracht, één jongetje uit de klas niet was gevraagd. Het speelde zielig alleen op straat. Ze heeft Lee toen bij dat kameraadje gelaten en is op het feestje gaan zeggen, dat haar zoon niet kwam. Voor haar gevoel had zij alles gedaan om haar zoon behoorlijk op te voeden. Het is echter voldoende bekend, dat Lee al op jeugdige leeftijd in aanraking kwam met reclasseringsambtenaren en psychische problemen zou hebben gehad. Jack Ruby, de eigenaar van de ‘Caroussel’ een striptent in Dallas, werd, toen ik samen met Marguerite Oswald in een American Airlines-machine van New York naar Texas vloog, nog altijd voor de moord op Oswald verhoord. ‘Ruby valt vroeg of laat door de mand,’ meende Moeder Oswald. ‘Ik wens hem niet dood. Ik zin allerminst op wraak. Het zou mij trouwens weinig helpen, als ook Ruby om het leven kwam. Ik heb hem levend nodig.’ Toen wij tegen het donker op Love Field in Dallas landden, en mevrouw Oswald en ik samen de vliegtuigtrap afkwamen, werden we gefilmd. Er waren tientallen journalisten en fotografen. Zij stond iedereen geduldig te woord. Sindsdien heb ik contact met deze dame gehouden. Ik nodigde haar uit naar New York te komen, mede voor een interview voor de NOS-t.v. Op 25 maart+ 1964 leidde ik haar rond in het gebouw van de Verenigde Naties, tot ergernis van sommige +ill. 1 journalisten, die hier onvriendelijke reportages over schreven. Toch zou het nog tot 1967 duren alvorens ik mij werkelijk voor de onopgeloste moord op president John F. Kennedy zou gaan interesseren. Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 12 1 In 1964 hadden de Nederlandse autoriteiten in New York mij verzocht op te willen treden als tolk voor ‘het wereldwonder Gerard Croiset’, de paragnost uit Utrecht. Tot mijn schande moet ik bekennen mij nauwelijks eerder in dit soort verschijnselen te hebben verdiept. Uitgeversmaatschappij Doubleday publiceerde in juni The story of this amazing Dutchman geschreven door Jack Harrison Pollack. Wij reisden samen door de Verenigde Staten. Ik herinner mij hoe ik tijdens die tocht van de ene verbazing in de andere viel. Een paragnost van het kaliber van Croiset moet men aan het werk gezien hebben om overtuigd te kunnen worden van wat er in de parapsychologie mogelijk is. Op 2 februari 1967 kwam ik met Carel Enkelaar, hoofd van de programmadienst van de NOS-t.v. en Croiset in Utrecht bijeen. Croiset had beelden ‘gezien’ van ‘de man achter Lee Harvey Oswald’. Wij doopten deze mysterieuze figuur: ‘de vermoedelij- Willem Oltmans, Een reportage over de Kennedy-moordenaars 13 ke architect van de hinderlaag in Dallas.’ De beschrijving was vrij nauwkeurig.