'Ze Zijn Gèk Geworden in Den Haag'
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
‘Ze zijn gék geworden in Den Haag’ Willem Oltmans en de kwestie Nieuw-Guinea Door: Wouter Meijer (0200255) Masterthesis Geschiedenis van Politiek en Cultuur Begeleiders: Joes Segal en Edwin van der Veldt Inhoud Inleiding............................................................................................................................................................................. 4 Verantwoording.............................................................................................................................................................. 9 Proloog: het ontstaan van de kwestie Nieuw-Guinea................................................................................................... 12 Plotselinge onafhankelijkheid: 1945-1949 .................................................................................................................. 12 Een wisselend beleid: vroege argumenten voor behoud .............................................................................................. 14 Verscherping van het conflict: 1949-1956 ................................................................................................................... 16 1. Oltmans en Soekarno ................................................................................................................................................. 21 Alle wegen leiden naar Rome....................................................................................................................................... 21 Een serie ontmoetingen................................................................................................................................................ 22 Oltmans’ privé-leven: de zaak Roëll-Van Haagen-Westerman..................................................................................... 25 Contacten in Indonesië ................................................................................................................................................ 28 2. Adres aan de Staten Generaal.................................................................................................................................... 30 Adres aan de Staten Generaal...................................................................................................................................... 31 Reacties........................................................................................................................................................................ 32 Gevolgen...................................................................................................................................................................... 36 Oltmans’ verzet in perspectief...................................................................................................................................... 37 3. De Wittebrug Conferentie.......................................................................................................................................... 40 Gesprekken in Jakarta ................................................................................................................................................. 40 Voorbereidingen voor Wittebrug .................................................................................................................................. 41 De Wittebrug Conferentie ............................................................................................................................................ 45 Intermezzo: de ‘stille’ jaren, 1958-1960 ........................................................................................................................ 48 Emigratie naar de VS................................................................................................................................................... 48 Nederlandse beleid en ‘Amerikaanse garanties’ ......................................................................................................... 49 Verdere verharding: het zenden van de Karel Doorman .............................................................................................. 52 4. Een nieuw Amerikaans beleid.................................................................................................................................... 54 Ontmoeting met Walt Rostow....................................................................................................................................... 54 Gevolgen en een nieuw beleid (?)................................................................................................................................ 58 Slot ............................................................................................................................................................................... 62 5. Het einde van de groep-Rijkens................................................................................................................................. 64 De groep-Rijkens in de publiciteit................................................................................................................................ 66 Reacties en gevolgen.................................................................................................................................................... 69 Slot ............................................................................................................................................................................... 72 Epiloog: de overdracht van Nieuw-Guinea .................................................................................................................. 73 2 De overdracht van Nieuw-Guinea ............................................................................................................................... 74 Conclusie ......................................................................................................................................................................... 78 Geraadpleegde bronnen en literatuur........................................................................................................................... 86 3 Inleiding ‘Ik trek me geen flikker aan van wat de Nederlandse kranten schrijven, ik ga altijd zelf kijken’, zegt Willem Leonard Oltmans in het vroege voorjaar van 1997 tegen Theo van Gogh in een reeks interviews die Van Gogh in dat jaar met Oltmans opnam. De opmerking is typerend voor de eigenzinnige journalist, die op 30 september 2004 op 79-jarige leeftijd zou overlijden. Oltmans’ grote proces tegen de Nederlandse Staat – door wie hij naar eigen zeggen al vanaf 1956 onophoudelijk werd tegengewerkt en getreiterd – was ten tijde van de serie vraaggesprekken met Van Gogh nog volop aan de gang. Oltmans woonde op dat moment in een eenkamerwoning in de Amsterdamse Jordaan en probeerde rond te komen van een minimumuitkering, omdat hij in Nederland niet meer aan de bak kon komen. In mei 2000 werd het slepende conflict beëindigd dankzij de uitspraak van een arbitragecommissie onder leiding van voorzitter Pierre Vinken. Een passage uit het vonnis van de commissie luidt: ‘Ten aanzien van de immateriële schade voegen arbiters daaraan toe dat een ruime vergoeding op zijn plaats is, nu de Staat de reputatie van Oltmans ten onrechte ernstig heeft beschadigd en vervolgens zijn rehabilitatie tientallen jaren is blijven tegenwerken.’1 Oltmans kreeg gelijk en ontving een schadevergoeding van ongeveer zeven miljoen gulden netto2, nog altijd een exorbitant hoog bedrag voor een Nederlandse rechtszaak. Oltmans’ conflict met de Nederlandse Staat vond zijn oorsprong in zijn bemoeienis met de kwestie Nieuw-Guinea, die hem met name door toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns bepaald niet in dank werd afgenomen. Op Luns’ initiatief zouden vanaf 1957 met grote regelmaat negatieve berichten worden verspreid over Oltmans, niet alleen naar redacties van Nederlandse dag- en weekbladen, maar ook naar de belangrijkste en vanaf 1964 zelfs alle Nederlandse ambassades en ‘consulaire posten’ in het buitenland. Een aantal van deze berichten zijn opgenomen in het boek van Ellen Pasman over Oltmans’ strijd met en proces tegen de Nederlandse staat, getiteld Oud zeer: over de façades van de Nederlandse rechtstaat (2002). Het resultaat was dat Oltmans vanaf dat moment steeds meer moeite zou hebben om als journalist zijn brood te verdienen, omdat steeds minder kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland van zijn diensten gebruik wensten te maken. Het zwaartepunt van de berichten over Oltmans en de gevolgen daarvan lag overigens net na de kwestie Nieuw-Guinea in 1964. De schadevergoeding was zo groot omdat Oltmans de rest van zijn journalistieke leven last heeft gehouden van de verschillende instructies vanuit Buitenlandse Zaken en daardoor een grote hoeveelheid potentiële inkomsten is misgelopen. 1 Vonnis geciteerd in Paul Frentrop, Tegen het idealisme: een biografie van Pierre Vinken (Amsterdam 2007), 907. 2 Over de precieze financiële som zegt Pasman: ‘De Staat werd veroordeeld tot het betalen van 8 miljoen gulden vermeerderd met eventuele belastingschade, dat wil zeggen dat als Oltmans over dit bedrag belasting verschuldigd was de Staat deze voor zijn rekening moest nemen. In dit bedrag waren tevens de declaraties van de advocaten verdisconteerd, zodat Oltmans in feite ongeveer 7 miljoen netto overhield, gesplitst in 6,4 miljoen voor de vergoeding van de materiele schade en 600.000 gulden voor de immateriële schade.’ Zie Ellen Pasman,