Fryslan 1997-3-Kustverdediging in De 16De Eeuw.Indd

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Fryslan 1997-3-Kustverdediging in De 16De Eeuw.Indd Kustverdediging in de zestiende eeuw Een ooggetuigeverslag uit 1561 Meindert Schroor Nederland kent nog slechts weinig echte zeesteden. Plaatsen die op een Dikesherne vooruitgeschoven, dikwijls hachelijke plek aan zee liggen en hun charme Een blik op de topografische kaart van niet alleen aan hun oude havens, pakhuizen en gevels, maar evenzeer aan Harlingen en omgeving maakt duidelijk hun ligging ontlenen. Locaties die voor een belangrijk deel het resultaat zijn dat in dit gebied veel land verloren moet van een langdurige, vaak vergeefs gevochten strijd met de zee: Vlissingen en zijn gegaan. Zowel ten noorden als ten Harlingen. De nieuwe waterstaatkundige en visuele barrières ten noorden zuiden van de stad wordt de verkaveling van Harlingen - Noorderpier en Industriehaven - doen oudere stadsbewoners als een taartpunt afgesneden door de nostalgisch terugdenken aan lange zomeravonden op de Oude Ringmuur bij zeedijk. Vooral tussen Roptazijl en Har- de Koemen en vaak de soms letterlijk overslaande golven van een zee ver- lingen werd gedurende de late middel- geten, die hier tot aan de drempel van de stad reikte. Met de gevolgen van eeuwen veel land buitengedijkt en prijs - de lange golfslag, versterkt door noordwestenwinden, kreeg de havenstad gegeven aan de Zuiderzee. Veel verdwe - vooral in de eerste helft van de zestiende eeuw te maken; een verslag. nen land hier moet tot het ten noord- noordwesten van Almenum gelegen dorp Dikesherne hebben behoord. Deze nederzetting komt voor op een parochielijst uit circa 1260. Bekend is het mythisch getinte verhaal van de strijd tussen Douwe van Harns, die een stins te Dikesherne zou hebben gehad en Edo van Gerbranda en Sicko van Gratinga, beide laatsten behorende 14 tot hoofdelingengeslachten die wij 3 o later op het grondgebied van Almenum tegenkomen. Het teloorgegane land lag in de zestiende eeuw onder de dorpen Wijnaldum en Almenum. Zoals bekend 3 (1997) N ontstond Harlingen op het grondge- JG bied van het laatstgenoemde kerkdorp. Onderzoekingen uit de jaren vijftig heb- RYSLÂN ben aangetoond dat ten zuiden van de F Swingmaleane een estuarium (trechter- mond) lag, dat de uitwatering vormde van de Ried. In dit Riedbek ken werd de bestaande kwelder weggeërodeerd, maar vanaf de dertiende eeuw vervol- gens geleidelijk aan opgevuld. De erosie van de oorspronkelijke kwelder was zo krachtig dat het gebied zich nog steeds als een laagte aftekent, waarin terpen nagenoeg ontbreken. Uit meer en min- der betrouwbare kronieken overheerst de indruk dat de erosie langs dit deel van de Friese kust vanaf de late twaalfde eeuw gaandeweg de overhand kreeg. Ten noorden van Roptazijl hield de vermoedelijk twaalfde eeuwse dijk stand, ondanks overstro mingen die in 1234 leid- den tot het landinwaarts verplaatsen van het Klooster Lidlum. Wel verdween hier het kweldervoorland, doch verder oost- waarts vond aangroei en opwas plaats in het Mid del zee-estuarium. Dit nieuwe De uit circa 1562 daterende netkaart van Jacob van Deventer toont de sporen van recente land werd in 1398 ‘wtlandt het Bildt’ landverliezen rond Harlingen genoemd. Stellen Hoewel uit het gebied tussen Roptazijl en Harlingen geen rechtstreekse dijk- doorbraken bekend zijn, blijkt daaren- tegen uit de oriëntering van de verka- veling en de afsnijding van de Hoarne- streek of Alddyk bij Alddykstertille, pal ten noorden van de Harlinger Industrie - haven, dat juist hier land is buitenge- dijkt. Dat was vooral het geval ten zuiden van Alddykstertille ter plekke van het inmiddels verdwenen Gerbrandastate. Op de Van Deventerkaart uit circa 1562 is duidelijk een loze dijkarm zichtbaar die bij deze state in zee steekt. Bekend is de ontboezeming van de Almenu mer hoofdeling Douwe Gerbranda uit circa 1535. Sprekend over zijn jeugd (circa 1485-1490) merkte hij op dat zekere weilanden van zijn ouders zo ver ten westen van Harlingen lagen dat men daags amper twee wagens met hooi thuis kon krijgen, vanwege de lengte van de weg. Op een steenworp afstand ten zuiden van Gerbrandastate lagen de ‘pleatsen’ Scheltema en Hobma, ter plekke van het kantoor van Frisian Shipyard/Welgelegen. In de floreen- en stemkohieren van omstreeks 1700 worden deze plaatsen reeds veelzeggend stellen genoemd. Ze waren hun meeste 15 3 land, westwaarts gelegen, al in de eer- o ste helft van de zestiende eeuw door Stemkohier van Almenum 1640, met onder meer de plaatsen Gerbranda, Scheltema, Hopma afslag en het buitendijken kwijtgeraakt. en Gratinga Buitendijks land of land ‘vp die werp’ (kwelder), zoals in Oostergo of Het Dergelijke strekdammen moesten geul- de noordzijde ervan lagen zogeheten 3 (1997) N JG Bildt veel voorkwam en -komt zullen vorming langs de dijkvoet voorkomen steenkisten en een duikeldam van hout. we in 1542 in deze omgeving dan ook en dienden tevens ter bevordering van Het Zuiderhoofd bestond uit houten tevergeefs zoeken. Het buitendijken het aanslibben van voorland. Bij de balken die van binnen waren gevuld RYSLÂN F hield doorgaans in dat men een inlig- aanleg van de zeewerken werd regel- met stenen, het geheel overdekt met ger of nieuwe dijk iets landinwaarts van matig een beroep gedaan op expertise planken. De waterstaatkundige weer- de oude dijk opwierp. De oude dijk uit Zeeland, omdat - als gevolg van de werken aan de zeezijde werden door en het land tussen beide dijken werd grote getijverschillen - men juist daar al de Harlingers veelzeggend de ‘Sassise daarmee in feite opgegeven en kwam eeuwen ervaring had met het geleiden Kiste’ genoemd. Het stadsbestuur stel- - mede omdat de oude dijk veelal was van krachtige zeestromen in de nabij- de zich ten tijde van de Republiek dan aangetast - voor de vloed te liggen. heid van de kusten. Op 13 september ook op het standpunt dat het onder- 1544 kreeg Simon van der Does ‘exchijs- houd van deze werken, de havenhoof- Sassise kiste meester tot Harlingen, mits ontfangen- den en de zijlen en verlaten in de De aanwezigheid (sedert 1500) van een de 100 Caroli guldens’ opdracht om Noorderhaven als zijnde voormalige door het Saksisch bestuur gebouwd ten noorden van Harlingen een kist ‘tot ‘Coninglycke Majesteits’ werken, voor blokhuis, ten zuiden van de havenmond vorder coste van den keyser te repareren rekening van de Staten van Friesland leidde tot meer en continue inspanning ende onder met rijs te vollen, ende als Filips’ souvereine opvolgers kwamen. om de dijken en havenhoofden in en tselue rijs met Vilfordtsche stenen te rond Harlingen ‘te houden’. Geregeld laeten’ (Recesboek Vijfdeelen, 68/69). Proces-verbaal bevatten de rentmeestersrekeningen Van der Does liet dit werk volgens het Uit de kaart van Van Deventer en uit uitgaven voor de reparatie van de haven- ontwerp van Cornelis Janz Yerseke uit- het twintig jaar oudere Beneficiaal boek hoofden en de dijken in de nabijheid voeren. Eerder (april 1525) hadden twee valt op te maken dat tussen 1530 en van het blokhuis. Daartoe werden o.a. Zeeuwse rijswerkers, Gelein Simonsz en 1560 het nodige land moest worden zogeheten duikelhoofden of houten Antheunis Pietersz op last van keizer prijsgegeven. Van het ruim acht pon- kistdammen aangelegd; met riet en Karel V de havenhoofden geïnspec- demaat grote land van het Harlinger (Vilvoordse) stenen gevulde hou- teerd. Het Noorderhoofd bleek uit riet Kostersleen was ruim 3,5 pondemaat ten dammen, die zowel haaks op als en wier te bestaan en van buiten te ‘an die Zeedyck gedoluen’. Dit land parallel aan de kust werden geslagen. zijn beslagen met houten balken. Aan lag bij Koudehuizen, een overlang verdwenen buurschap, gelegen tus- Gedurende een lange reeks van jaren rijs- en wierdijken. Het proces-verbaal sen de huidige Tsjerk Hiddesz sluizen rond het midden van de zestiende eeuw van zijn verslag werd als ouder bewijs- en de vroegere Noorderpoort. Deze was hij burgemeester en schepen van stuk opgenomen bij het proces dat ondermeer in 1561 vermelde houten Harlingen. In 1561 werd Michielsz, 43 in 1565 door het klooster Lidlum en poort stond direct ten noorden van jaar oud, als getuige-deskundige opge- Schel te van Liauckama aanhangig werd de huidige Prinsenbrug. Een van de roepen, vermoedelijk met het oog op gemaakt voor het Hof van Friesland. grondbezitters en direct betrokkenen meningsverschillen tussen Vijfdeelen Ook nu ging het om een geschil tussen te Koudehuizen was Ariaen Michielsz. Binnen- en Buitendijksters over aard-, Binnen- en Buitendijksters. Het proces- verbaal getuigt van de natuurlijke veranderingen die in korte tijd waren Verlopen zeedijken daer aen volgende (ca. 1532-1539), opgetreden en toont Michielsz als een Een slecht gevulde kist doet het voor- buyten de duynen (eilanden - red.) man met een praktische kennis van land geen profijt, ‘want wat die vloet oestwaerts ende oeck westwaerts gese- de kustverdediging die ook heden nog smyt off werpt inde selve kiste offte ijlt te hebben ende (..) dyckwils (..) niet zou misstaan. Om de sfeer van zijn daer over tselue neempt d’aff ganck in ende deur de zeegaten omtrent betoog zoveel mogelijk intact te laten, (eb) van de zee ende water weder tot Harlingen gelegen, ten westen doert t hebben we de tekst naar de eigentijdse heur. Dan wat materie van de zee, tzij Marsdiep, t Vlye, Amelander Gat ende lezing (in een kader) overgenomen. sant, schellen (schelpen) ende anders- Scholballinck (Scholbalg), dan meest ints die welcke wordt gebrocht ofte door t Vlye ende Marsdiep’. Dezelfde Harde hand geworpen by de vloet ouer de geuulde zeegaten zijn sinds die jaren evenwel Michielsz raadgevingen werden in het kisten, tselue blijft liggen tusschen den gedurig groter, wijder en breder gewor-
Recommended publications
  • Terpen Tussen Vlie En .Eems
    • VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK • TERPEN TUSSEN VLIE EN .EEMS EEN GEOGRAFISCH-HISTORISCHE BENADERING DOOR • H. HALBER TSMA II • TEKST • • • J. B. WOLTERS GRONINGEN • • TERPEN TUSSEN VLIE EN EEMS VERENIGING VOOR TERPENONDERZOEK TERPEN TUS'SEN VLIE EN EEMS EEN GEOGRAFISCH-HISTORISCHE BENADERING DOOR H. HALBERTSMA Conservator bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort 11 TEKST J. B. WOLTERS GRONINGEN 1963 Uitgegeven in opdracht van de Vereniging voor Terpenonderzoek, met steun van de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek (Z. W.O.), het Prins Bernhard Fonds, de provinciale besturen van Friesland en Groningen, het Provinciaal Anjeifonds Friesland en het Harmannus Simon Kammingafonds Opgedragen aan Afbert Egges van Giffen door de schrijver WOORD VOORAF Het is geen geringe verdienste van de Vereniging voor Terpenonderzoek, de ver­ schijning van dit werk mogelijk te hebben gemaakt. Met nimmer aflatend ver­ trouwen heeft het Bestuur zich bovendien de moeilijkheden willen getroosten en de oplossingen helpen zoeken toen de schrijver zijn arbeid op een aanzienlijk later tijdstip voltooide dan hij zich aanvankelijk had voorgesteld, met alle gevolgen van dien. Moge de ontvangst" welke het werk vindt, de verwachtingen derhalve niet beschamen. Dank is de schrijver ook verschuldigd aan de Directeur van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort, die hem ten volle in de ge­ legenheid stelde zich geruime tijd vrijwel uitsluitend aan de samenstelling van atlas en tekst te wijden en nimmer een beroep op de hulpmiddelen van zijn Dienst afwees. Woorden van erkentelijkheid zijn niet minder op hun plaats aan het Biologisch­ Archaeologisch Instituut der R.U. te Groningen, het Provinciaal Museum aldaar, het Fries Museum te Leeuwarden, het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, de Stichting voor Bodemkartering te Bennekom, de Topografische Dienst te Delft, de Niedersächsische Landesstelle für Marschen- und Wurtenforschung te Wilhelms­ haven alsmede aan de Hypotheekkantoren te Groningen en Leeuwarden.
    [Show full text]
  • Old Frisian, an Introduction To
    An Introduction to Old Frisian An Introduction to Old Frisian History, Grammar, Reader, Glossary Rolf H. Bremmer, Jr. University of Leiden John Benjamins Publishing Company Amsterdam / Philadelphia TM The paper used in this publication meets the minimum requirements of 8 American National Standard for Information Sciences — Permanence of Paper for Printed Library Materials, ANSI Z39.48-1984. Library of Congress Cataloging-in-Publication Data Bremmer, Rolf H. (Rolf Hendrik), 1950- An introduction to Old Frisian : history, grammar, reader, glossary / Rolf H. Bremmer, Jr. p. cm. Includes bibliographical references and index. 1. Frisian language--To 1500--Grammar. 2. Frisian language--To 1500--History. 3. Frisian language--To 1550--Texts. I. Title. PF1421.B74 2009 439’.2--dc22 2008045390 isbn 978 90 272 3255 7 (Hb; alk. paper) isbn 978 90 272 3256 4 (Pb; alk. paper) © 2009 – John Benjamins B.V. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm, or any other means, without written permission from the publisher. John Benjamins Publishing Co. · P.O. Box 36224 · 1020 me Amsterdam · The Netherlands John Benjamins North America · P.O. Box 27519 · Philadelphia pa 19118-0519 · usa Table of contents Preface ix chapter i History: The when, where and what of Old Frisian 1 The Frisians. A short history (§§1–8); Texts and manuscripts (§§9–14); Language (§§15–18); The scope of Old Frisian studies (§§19–21) chapter ii Phonology: The sounds of Old Frisian 21 A. Introductory remarks (§§22–27): Spelling and pronunciation (§§22–23); Axioms and method (§§24–25); West Germanic vowel inventory (§26); A common West Germanic sound-change: gemination (§27) B.
    [Show full text]
  • Yt.Fû') BENNEKOM BIBLIOTHEEK AFDELING AGRARISCHE GESCHIEDENIS LANDBOUWHOGESCHOOL
    /H) /s :f S STICHTING VOOR BODEMKARTERING yt.fû') BENNEKOM BIBLIOTHEEK AFDELING AGRARISCHE GESCHIEDENIS LANDBOUWHOGESCHOOL A.A.G. BIJDRAGEN 13 SUMMARIES H. J. VAN XANTEN and A. M. VANDE R WOUDE Poll-tax and population in the bailiwick ofBois-le-Du c about 1700 41 H. K. ROESSINGH Crafts and trades in the Veluwe in the middle of the 18th century 257 CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS 0000 0035 1268 WAGENINGEN 1965 '•7 - HET HOOFDGELD EN DE BEVOLKING VAN DE MEIERIJ VAN 'S-HERTOGENBOSCH OMSTREEKS 1700 H. J. VAN XANTEN EN A. M. VAN DER WOUDE Hoofdgeld werd in plaats van het gemaal in 1687 ingevoerd in de Meierij van 's-Hertogenbosch, het Land van Breda, Prin­ senland en Grave met het Land van Kuik. In het overige Staats- Brabant (het Markgraafschap van Bergen op Zoom, de steden Breda en 's-Hertogenbosch, de heerlijkheden Steenbergen en Willemstad) bleef men gemaal heffen, zoals dat voorheen ge­ beurd was. Waar het hoofdgeld geheven werd, moest jaarlijks de gehele bevolking geteld en op lijsten geschreven worden, maar alleen in de rekeningen van de ontvangers van de gemene middelen in de Meierij werden de totalen per dorp genoteerd.1 Alleen voor de Meierij is het hoofdgeld aldus geworden tot een bron van inlichtingen op demografisch gebied. De integrale pu- blikatie van deze tot op heden onbekende cijfers, welke in deze uitgave geschiedt voor zover een redelijke mate van betrouw­ baarheid verondersteld mag worden, verdient om meerdere re­ denen aanbeveling. De motieven zijn: l.De verspreiding van de bevolkingscijfers over bijna honderd rekeningen maakt dat zij in die vorm vrijwel ontoegankelijk zijn voor statistische verwerking.
    [Show full text]
  • Gateway Voor Het Noorden of Haven in De Zuiderzeeregio?
    Gateway voor het noorden of haven in de Zuiderzeeregio? Over de positie van Harlingen in het Nederlandse stedensysteem in de zeventiende en achttiende eeuw Harm Nijboer Het gegeven dat Harlingen in Friesland ligt maakt Harlingen voor velen automatisch een Friese havenstad. Geboren en getogen Harlingers zien hun stad echter als een soort Hollandse exclave en het is niet ongebruikelijk dat zij met een mengeling van ernst en ironie stellig verkondigen dat Harlingen niet in Friesland ligt. Eigenlijk is deze ontkenning voor een belangrijke periode in de Harlinger geschiedenis niet eens misplaatst, want hoewel Harlingen in de negentiende eeuw in belangrijke mate als exporthaven voor Friese boter functioneerde, speelde het belangrijkste Friese landbouwproduct rond het midden van de zeventiende eeuw nog nauwelijks een rol in de uitvoer van Harlingen. Niettemin kende Harlingen juist in de zeventiende eeuw zijn grootste bloeiperiode. In deze bijdrage zal ik betogen dat het economisch wedervaren van Harlingen in de zeventiende en achttiende eeuw in belangrijke mate bepaald werd door het functioneren van de stad als knooppunt in de Zuiderzeeregio. Een belangrijke rol daarbij speelde de baksteenindustrie rond de stad. De Harlinger haven voorzag met dit product een belangrijk deel van de uitvarende Nederlandse handelsvloot van balast. Dit unieke locatievoordeel en de aanwezigheid van een hecht netwerk van doopsgezinde koopliedenfamilies in de stad zijn waarschijnlijk factoren geweest waardoor Harlingen veel minder te lijden heeft gehad van de 'economische achteruitgang' in de achttiende eeuw dan steden als Hoorn en Enkhuizen. 1. Demografische en stedelijke ontwikkeling in de zestiende en zeventiende eeuw Harlingen telde aan het eind van de zeventiende eeuw zo'n negenduizend inwoners en was daarmee naar inwonertal gemeten de tweede stad van Friesland.
    [Show full text]
  • Frisian-Mennonite History 12BC-1890
    Frisian-Mennonite History 12BC-1890 Introduction My family history is of Frisian-Mennonite and French-Huguenot lineage. My Mennonite family came to Canada in 1905 from Russia and my Huguenot side came to Montreal before 1800 from Wales. For a while they were in Kansas, Rural Ontario and Quebec. My Huguenot side came to Canada before the Mohawk refugees of the war of 1812 immigrated to Canada under the protection of the British government. My sister did detailed genealogical research going back many generations and from those documents and stories from my Father I am able to reconstruct our past. I know the information is historically accurate, but direct ties to some of it is lost in the fog of the past. My only connection to a Frisian History is the language of my grandparents, Plautdietsch which is Low German, a Dutch dialect of Frisian origin.1 My father would talk about us as Frisian. His parents spoke low German a form of dutch but not dutch, They were Mennonite but we went to a United Church and that stopped after the death of my little sister in a Canadian residential school for children with Downs Syndrome. For my grandchildren this is a story, be skeptical. If you go back 7 generations you have up to 128 different ancestors. We know 64 of them were from close knit communities on the Frisian coast, but who knows what happened when the Swiss Mennonites met the Frisian Mennonites in Gdansk by a warm fire bin the Prussian countryside 300 years ago. What you can take away is the knowledge of your heritage.
    [Show full text]
  • Ontgonnen Verleden
    Ontgonnen Verleden Regiobeschrijvingen provincie Friesland Adriaan Haartsen Directie Kennis, juni 2009 © 2009 Directie Kennis, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Rapport DK nr. 2009/dk116-B Ede, 2009 Teksten mogen alleen worden overgenomen met bronvermelding. Deze uitgave kan schriftelijk of per e-mail worden besteld bij de directie Kennis onder vermelding van code 2009/dk116-B en het aantal exemplaren. Oplage 50 exemplaren Auteur Bureau Lantschap Samenstelling Eduard van Beusekom, Bart Looise, Annette Gravendeel, Janny Beumer Ontwerp omslag Cor Kruft Druk Ministerie van LNV, directie IFZ/Bedrijfsuitgeverij Productie Directie Kennis Bedrijfsvoering/Publicatiezaken Bezoekadres : Horapark, Bennekomseweg 41 Postadres : Postbus 482, 6710 BL Ede Telefoon : 0318 822500 Fax : 0318 822550 E-mail : [email protected] Voorwoord In de deelrapporten van de studie Ontgonnen Verleden dwaalt u door de historisch- geografische catacomben van de twaalf provincies in Nederland. Dat klinkt duister en kil en riekt naar spinnenwebben en vochtig beschimmelde hoekjes. Maar dat pakt anders uit. Deze uitgave, samengesteld uit twaalf delen, biedt de meer dan gemiddeld geïnteresseerde, verhelderende kaartjes, duidelijke teksten en foto’s van de historisch- geografische regio’s van Nederland. Zo geeft het een compleet beeld van Nederland anno toen, nu en de tijd die daar tussen zit. De hoofdstukken over de deelgebieden/regio’s schetsen in het kort een karakteristiek per gebied. De cultuurhistorische blikvangers worden gepresenteerd. Voor de fijnproevers volgt hierna een nadere uiteenzetting. De ontwikkeling van het landschap, de bodem en het reliëf, en de bewoningsgeschiedenis worden in beeld gebracht. Het gaat over de ligging van dorpen en steden, de verkavelingsvormen in het agrarisch land, de loop van wegen, kanalen en spoorlijnen, dijkenpatronen, waterlopen, defensielinies met fortificaties.
    [Show full text]
  • Finds, Roughly 1985 to 1995, Was a Spectacular Time. Although the Number of Disc Brooches from Friesland Has Been Increased by A
    MEDIEVAL BROOCHES FROM THE DUTCH PROVINCE OF FRIESLAND (FRISIA): A REGIONAL PERSPECTIVE ON THE WIJNALDUM BROOCHES. PART II: DISC BROOCHES J.M. BOS University of Groningen, Groningen Institute of Archaeology, Groningen, the Netherlands ABSTRACT: The second part of the catalogue of medieval brooches from Friesland deals with the disc brooches (cf. Bos, 2005/06a; Bos, 2005/06b). It describes over 1,000 specimens. KEYWORDS: the Netherlands, Friesland, Wijnaldum, disc brooches, Middle Ages, catalogue, morphology, demo- graphy, metal detection, terpen. 1. INTRODUCTION finds, roughly 1985 to 1995, was a spectacular time. Although the number of disc brooches from Friesland The general introduction and background to this series has been increased by almost 50% since closure of the will be found in Bos 2005/06a. It puts the inventory catalogue presented here, the big harvest was in those into context, explains its limited scope and the reason years, showing which terpen were most affected by why mostly prototypes are depicted. Also it lists the erosion, such as Wijnaldum, Pingjum, Dongjum (I re- many contributors. tract my earlier remarks on Dongjum’s demography – Special thanks are due to Jan Zijlstra, of Leeuwarden, Bos, 2005/06b) and Oosterbierum. If one should now- who himself never touched a metal detector, and to adays visit the Riegeterpen of Pingjum, one would be Gerke van Dijk, the most proficient searcher of all. hard pressed to find anything with only the aid of a The period in question of the large increase in detector metal detector. Zijlstra (2003) describes how around 1975 only some 15 disc brooches were known from Friesland.
    [Show full text]
  • Basisdaten Zum Boots-Tourismus in Friesland
    IBoaT-Report 2.2 Daten zum Boots-Tourismus in Friesland / NL Teil 2: Siedlungsgeschichte der Region Wolf-Dieter Mell April 2005 2 IBoaT-Report 2.2 Dipl.-Ing. Dr. Wolf-Dieter Mell Institut für Boots-Tourismus (IBoaT) Jenastr. 14 D-53125 Bonn Tel.: (+49) 228 -25 62 92 Fax: (+49) 228 -25 87 80 email: [email protected] Internet: http://www.iboat.de IBoaT-Report Arbeitsbericht des Institutes für Boots-Tourismus ISSN: 1860-7888 IBoaT-Report (Print) 1860-7896 IBoaT-Report (Internet) Herausgeber: Dipl.-Ing. Dr. Wolf-Dieter Mell Institut für Boots-Tourismus (IBoaT), Bonn Druck: Dipl.-Ing. Dr. Wolf-Dieter Mell Institut für Boots-Tourismus (IBoaT), Bonn Printed in Germany Vertrieb: Dipl.-Ing. Dr. Wolf-Dieter Mell Institut für Boots-Tourismus (IBoaT), Bonn IBoaT-Report (Print): Booklet geheftet, Preis pro Heft: 10,00 € (inkl. MwSt. und Versand), Bestellung: http://www.iboat.de/iboat-report/index.htm IBoaT-Report (Internet): Nicht-druckbare PDF-Datei, kostenloser Download: http://www.iboat.de/iboat-report/index.htm Das Institut für Boots-Tourismus (IBoaT) ist eine private, unabhängige wissenschaftliche Forschungs- und Beratungseinrichtung. IBoaT-Report 2.2 3 Inhalt 1 Vorbemerkung 4 2 Siedlungsgeschichte 6 2.1 Frühgeschichte bis zur Römerzeit 6 2.2 Frühes Mittelalter ("Dark Age") 7 2.2.1 Zeitachse bis 804 8 2.2.2 Die Franken und die Friesen 10 2.2.3 Sozialstruktur zur Zeit des "Lex Frisionum" 14 2.3 Christianisierung und Klöster 19 2.4 Hohes Mittelalter 26 2.4.1 Zeitachse 804 - 1648 26 2.4.2 Die dänischen Wikinger in Friesland 35 2.4.3 Die Zeven Zeelanden
    [Show full text]
  • Frisians to America 1845 - 1885
    FRISIANS TO AMERICA 1845 - 1885 Here is a collection of individuals and families, who emigrated from Friesland in the Netherlands to several places in the U.S.A. between 1845 and 1885. Census records of Smallingerland Trijntje Hanzes MUD born: 15 October 1827 in Ureterp [widow of Ate Aalzes ADEMA] died: 5 November 1863 in Ooststellingwerf Martzen Ates Adema born: 19 March 1858 Left for North America 16 March 1883 Census records of Wonseradeel Sijbe Abes AGEMA, laborer born: 2 September 1847 in Oosterlittens Dirkje Douwes BRUINSMA born: 25 June 1849 in Achlum Reindertje Agema born: 23 May 1875 Antje Agema born: 30 January 1877 Came from Arum Left for Michigan 8 April 1884 Census records of Tietjerksterdeel Symen Sipkes ALGRA, farmer born: 25 May 1844 in Hardegarijp Aafke Wytzes JAGER born: 17 June 1851 in Veenwouden Sipke Symens Algra born: 11 April 1876 in Hardegarijp Tjitske Symens Algra born: 11 April 1878 in Oenkerk Neeltje Symens Algra born: 11 February 1880 in Roodkerk Jantje Symens Algra born: 18 February 1882 in Giekerk Came from Giekerk Left for North America May 1882 Census records of Harlingen Jan Piet ALKEMA, butcher's hand born: 20 February 1859 Left for Grand Rapids, Michigan 16 February 1884 Census records of Tietjerksteradeel Klaas Folkerts ALLEMA, laborer born: 13 February 1850 in Bergum Lolkje Jans POSTEMA born: 24 January 1850 in Bergum Left for North America 23 March 1882 Census records of Tietjerksteradeel Hendrik Folkerts ALLEMA, laborer born: 25 May 1859 in Bergum Left for North America 23 March 1882 Census records
    [Show full text]
  • Repertorium Van Nederlandse Gemeenten Vanaf 1812 Waaraan Toegevoegd De Amsterdamse Code
    Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812 waaraan toegevoegd de Amsterdamse code Ad van der Meer en Onno Boonstra 2e editie, maart 2011 Ad van der Meer Weerribben 29 1112 JK Diemen Onno Boonstra Roemer Visscherstraat 11 6824 MT Arnhem Voorwoord [bij de eerste editie] Het Repertorium van Nederlandse gemeenten 1812-2006 is tot stand gekomen in het kader van het project ‘Historisch Geografisch Informatiesysteem van Nederland’ (HGIN), dat is in de jaren 2004-2006 is uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI). Het NIWI, onderdeel van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW) is medio 2005 opgeheven en voor een gedeelte opgegaan in DANS (‘Data Archiving and Network Services’). We zijn DANS erkentelijk dat ze als uitgever van dit repertorium heeft willen optreden. De opheffing van het NIWI, en het daarbij behorend proces van desorganisatie en reïntegratie, heeft de medewerkers, en dus ook de medewerkers aan het HGIN-project, niet onberoerd gelaten. Door moeten werken aan een eindig project in een eindige werkomgeving is geen eenvoudige opgave. Degenen die, ondanks alle acties die de afgrijselijke acroniemen boven hun hoofden uitvoerden, hun steentje hebben bijgedragen om tot deze uitgave te komen, verdienen het om in dit voorwoord met name genoemd te worden. We bedanken daarom in het bijzonder Annelies van Nispen, Henk Laloli en Luuk Schreven voor hun inzet ten tijde van onzekerheid over overgang of ontslag. Diemen/Arnhem, mei 2006 Ad van der Meer en Onno Boonstra Voorwoord bij de tweede editie Tot ons grote genoegen is het Repertorium inmiddels goed bekend geraakt. Het tempo waarmee gemeentelijk wordt geherindeeld blijft echter hoog, waardoor een geactualiseerde versie van dit werk wenselijk is geworden.
    [Show full text]
  • Genealogysk Jierboek 2017
    Genealogysk Jierboek Genealogysk Jierboek FRYSKE AKADEMY Genealogysk 2017 Jierboek 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 FRYSKE 2008 2007 AKADEMY 2006 2005 2004 2003 Genealogysk Jierboek 2017 ûnder redaksje fan ype brouwers, harmen foekema, andries koornstra, anne hielke lemstra en pieter nieuwland heraldysk meiwurker: rudolf j. broersma Genealogysk Jierboek 2017 FA nr. 1107 Genealogysk Jierboek 2017 © 2017 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert) Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert NUR 680 ISSN 0928-0480 ISBN 978-94-9217-668-4 Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet. De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken. www.afuk.nl www.fryskeakademy.nl … Ynhâld Bouwe van der Meulen Voorouders en verwanten van Mata Hari 7 en Pieter Nieuwland Lieuwe Jagersma †, Memorie van Hoytema 79 Jelle de Jong, Harmen Foekema en Ype Brouwers Henk Zeinstra en Eenige treffelycken geslachtenswaepens 375 Rudolf J. Broersma Fryske Rie foar Wapenregistraasje 383 Heraldyk … Voorouders en verwanten van Mata Hari bouwe van der meulen en pieter nieuwland Voorouders en verwanten van MATA HARI Op 15 oktober 2017 was het honderd jaar geleden dat Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari, in Vincennes bij Parijs door een vuurpeloton werd geëxecuteerd. Veel is over haar gefantaseerd, geschreven en gepubliceerd. Een kritische studie hierover is gepubliceerd door Herman Maring.1 Deze publicatie gaat over haar voorgeslacht en haar familieleden. De auteurs zijn verre verwanten via haar moeder Antje van der Meulen (1842-1891), de tweede auteur ook via haar vader, en dus sluit deze kwartierstaat aan bij hun eigen familieonderzoek.
    [Show full text]
  • Geschiedenis Van Achlum
    Geschiedenis van Achlum Klaas van der Pol Drachten 1987 Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................................................................................................................5 Het begin ..................................................................................................................................................................................................6 De terpen. .................................................................................................................................................................................................8 Overstromingen......................................................................................................................................................................................12 Dijkaanleg ..............................................................................................................................................................................................15 Woelige tijden ........................................................................................................................................................................................26 De Kruistochten......................................................................................................................................................................................27 Het klooster en haar invloed...................................................................................................................................................................29
    [Show full text]