Repertorium Van Nederlandse Gemeenten Vanaf 1812 Waaraan Toegevoegd De Amsterdamse Code
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812 waaraan toegevoegd de Amsterdamse code Ad van der Meer en Onno Boonstra 2e editie, maart 2011 Ad van der Meer Weerribben 29 1112 JK Diemen Onno Boonstra Roemer Visscherstraat 11 6824 MT Arnhem Voorwoord [bij de eerste editie] Het Repertorium van Nederlandse gemeenten 1812-2006 is tot stand gekomen in het kader van het project ‘Historisch Geografisch Informatiesysteem van Nederland’ (HGIN), dat is in de jaren 2004-2006 is uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatiediensten (NIWI). Het NIWI, onderdeel van de Koninklijke Academie van Wetenschappen (KNAW) is medio 2005 opgeheven en voor een gedeelte opgegaan in DANS (‘Data Archiving and Network Services’). We zijn DANS erkentelijk dat ze als uitgever van dit repertorium heeft willen optreden. De opheffing van het NIWI, en het daarbij behorend proces van desorganisatie en reïntegratie, heeft de medewerkers, en dus ook de medewerkers aan het HGIN-project, niet onberoerd gelaten. Door moeten werken aan een eindig project in een eindige werkomgeving is geen eenvoudige opgave. Degenen die, ondanks alle acties die de afgrijselijke acroniemen boven hun hoofden uitvoerden, hun steentje hebben bijgedragen om tot deze uitgave te komen, verdienen het om in dit voorwoord met name genoemd te worden. We bedanken daarom in het bijzonder Annelies van Nispen, Henk Laloli en Luuk Schreven voor hun inzet ten tijde van onzekerheid over overgang of ontslag. Diemen/Arnhem, mei 2006 Ad van der Meer en Onno Boonstra Voorwoord bij de tweede editie Tot ons grote genoegen is het Repertorium inmiddels goed bekend geraakt. Het tempo waarmee gemeentelijk wordt geherindeeld blijft echter hoog, waardoor een geactualiseerde versie van dit werk wenselijk is geworden. Verder hebben aandachtige gebruikers enkele onjuistheden geconstateerd, en voorts zijn enkele kleinere correcties nodig gebleken. Daarom hebben we een tweede editie samengesteld die is bijgewerkt tot en met 1 januari 2011. De belangrijkste inhoudelijke verbeteringen betreffen de samenvoegingen Ewijk/Beuningen, Heumen/Overasselt, Boxmeer/Sambeek/Vierlingsbeek, en Brunssum/Schinnen/Amstenrade. Tevens is een korte toelichting nodig gebleken over de voormalige (Zeeuwsvlaamse-Oostvlaamse) gemeente Watervliet. Met het oog op toekomstige edities hebben we de naam enigszins veranderd in Repertorium van Nederlandse gemeenten vanaf 1812. Deze editie zal niet in druk verschijnen, de downloadmogelijkheid via DANS achten wij vooralsnog afdoende. Diemen/Arnhem, mei 2011 Ad van der Meer en Onno Boonstra Van der Meer en Boonstra - Repertorium Nederlandse gemeenten vanaf 1812, 2e editie, maart 2011 Pagina 5 1 inleiding 1.1 communes in Frankrijk; gemeenten in Nederland Wie wel eens in Frankrijk op vakantie is geweest, zal het niet zijn ontgaan dat iedere stad en ieder dorp, ja zelfs ieder gehucht, een eigen gemeentehuis heeft. De mairie is soms maar één ochtend in de week open, en het aantal ambtenaren dat dan aanwezig is komt zelden boven de drie uit, maar toch. Minstens één maal per maand stroomt het gebouw vol, want dan is er een vergadering van de gemeenteraad, waarvan de leden, evenals de burgemeester, door de plaatselijke bevolking zijn gekozen. De gemeenteraad heeft de bevoegdheid om besluiten te nemen over zaken die de inwoners van de gemeente direct aangaan, zoals bouwen, wonen en basisonderwijs. De nabijheid van zo’n lokale overheid doet weldadig aan, niet alleen vanwege de laagdrempeligheid van de voorziening, maar ook omdat het de wederkerige betrokkenheid tussen natie en inwoners beklemtoont. Natuurlijk zorgt de kleinschaligheid van de municipaliteiten voor organisatorische, financiële en logistieke problemen, maar die worden voor een belangrijk deel opgelost door meerdere gemeenten te laten samenwerken in communes associés. Op dit moment zijn er in Frankrijk bijna 37.000 gemeenten (waarvan meer dan 25.000 met minder dan 700 inwoners) die samenwerken in enige duizenden communes associés. Het gemiddeld aantal inwoners per gemeente is 1600, het mediane aantal inwoners slechts 380. Opvallend is dat de gemeenten van nu voor het grootste gedeelte de gemeenten van vroeger zijn. Ongeveer 90 procent van de huidige gemeenten heeft grenzen die identiek zijn aan de grenzen zoals die in 1793 werden vastgesteld. Dat leidt tot de curieuze situatie dat er in gebieden waar het gros van de bevolking naar elders is vertrokken gemeenten voorkomen met nauwelijks inwoners, terwijl enorm geürbaniseerde steden zijn uitgedijd over tientallen afzonderlijke gemeenten. Het verstedelijkte gebied rondom Parijs is op die manier verspreid over 396 afzonderlijke communes. In Nederland is de situatie anders. Om de organisatorische, logistieke en financiële problemen van kleine gemeenten het hoofd te bieden heeft de Rijksoverheid er voor gekozen om ze op te heffen en samen te voegen met andere gemeenten. Daardoor kent ons land momenteel (2011) niet meer dan 418 gemeenten in Nederland-aan-de-Noordzee plus nog de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Het gemiddeld inwoneraantal van de 418 gemeenten is ruim 20 keer hoger dan in Frankrijk, namelijk 39.650, en het mediane inwoneraantal ruim 50 keer hoger, namelijk 24.843. De gemeente met het kleinste aantal inwoners is Schiermonnikoog, met 942 inwoners op 1 januari 2010, de gemeente met het grootste aantal Amsterdam, met 767.457 inwoners. Als men de gemeentelijke indeling van Nederland vergelijkt met die van twee eeuwen geleden, zijn er forse verschillen te zien. Het eerste verschil is dat in 1812, toen het Franse systeem van gemeenten in ons land werd geïntroduceerd, het aantal gemeenten een stuk groter was, namelijk 1144, en het gemiddeld aantal inwoners een heel stuk kleiner, namelijk circa 1900. Maar de verschillen in gemeentelijke indeling tussen vroeger en nu hebben niet alleen betrekking op het samenvoegen en opheffen van gemeenten. Ook zijn er in het kader van gemeentelijke herindelingen honderden grenswijzigingen aangebracht. Soms ging het om een uiterst beperkte correctie, zoals die op 1 januari 1876 toen 280 vierkante meter grond met 0 inwoners, om precies te zijn de helft van een schuur en het omringende erf, overging van ’s-Gravendeel naar Strijen. Maar soms waren de grenscorrecties aanzienlijk. Dat was bijvoorbeeld het geval op 1 mei 1896, toen het overgrote deel van de gemeente Nieuwer-Amstel bij Amsterdam werd gevoegd, en Nieuwer-Amstel in één klap 28.500 inwoners (meer dan 80 procent van zijn bevolking) verloor. Gevolg van al deze samenvoegingen, opheffingen en wijzigingen is dat er in Nederland, in tegenstelling tot Frankrijk, welgeteld nog maar twee gemeenten zijn waarvan de grenzen tussen Van der Meer en Boonstra - Repertorium Nederlandse gemeenten vanaf 1812, 2e editie, maart 2011 Pagina 6 1812 en 2006 niet zijn gewijzigd. Dat zijn Beesel, en Mook en Middelaar. Alle andere gemeenten hebben één, maar vaker meerdere keren geografische veranderingen ondergaan. 1.2 historisch onderzoek en de Nederlandse gemeente Voor iedereen die historisch onderzoek wil doen naar het reilen en zeilen van personen en instellingen in de negentiende en twintigste eeuw, vormt het continue proces van gemeentelijke oprichtingen, opheffingen, samenvoegingen en herindelingen een lastig te nemen hindernis. Veranderingen door de tijd heen zijn daardoor soms moeilijk waar te nemen. De geschiedenis van een klein dorp als Cabauw, dat tot 1857 een zelfstandige gemeente was, is na dat jaar veel moeilijker te traceren dan daarvoor. Maar het omgekeerde kan ook voorkomen: zaken die door de tijd heen niet veranderden, kunnen door al die herindelingen de schijn wekken wel aan wijzigingen onderhevig te zijn geweest. Een opvolgende reeks van gemeentelijke herindelingen kan er bijvoorbeeld toe leiden dat iemand die zijn hele leven in zijn geboorteplaats is blijven wonen, toch in drie verschillende gemeenten heeft geleefd. Dat geldt bijvoorbeeld voor iemand die in 1940 in het dorp Dreischor, dat toentertijd een aparte gemeente was, is geboren. Toen hij in 1965 in het huwelijk trad, was Dreischor inmiddels opgeheven en samengevoegd met de gemeente Brouwershaven, zodat het burgerlijk huwelijk op het gemeentehuis van Brouwershaven werd gesloten. En toen hij in 2000 in zijn geboortehuis overleed, stond dat huis inmiddels in de gemeente Schouwen-Duiveland, waarin Brouwershaven in 1997 was opgegaan. Een ander probleem dat een belemmerende werking op historisch onderzoek heeft, is de grote variatie aan namen die sommige gemeenten hebben gekend. Officiële en onofficiële naamswijzigingen en spellingvarianten maken het een onderzoeker moeilijk omdat niet duidelijk is of twee verschillende namen eenzelfde gemeente aanduiden. Ook wordt een opgeheven gemeente(naam) soms na vele jaren opnieuw ‘gebruikt’ en het is dan maar de vraag of dezelfde vlag wel dezelfde lading dekt. 1.3 doel en opzet van het repertorium Dit repertorium is opgezet om te voorkomen dat historisch onderzoek al te zeer belemmerd wordt door de voortdurende veranderingen van de gemeenten en gemeentenamen in Nederland. We trachten dat doel op drie manieren te bereiken. Allereerst biedt deze publicatie een volledig overzicht van alle gemeenten die tussen 1812 en 2011 hebben bestaan. Een dergelijke volledige lijst is tot op heden nog nooit gepubliceerd. Er zijn wel enige overzichten beschikbaar, maar die zijn of niet geheel volledig, of niet geheel juist. De publicatie van de Demografische databank Nederlandse gemeenten, 1811-1850 (‘Beekink en Van Cruyningen, 1995’) komt dicht in de buurt, maar mist