GEMEENTE WESTERKWARTIER

OMGEVINGSVERGUNNING WESTERKWARTIER - - WILPSTERWEG 1A

Inhoudsopgave

Ruimtelijke onderbouwing Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Begrenzing plangebied 1 1.3 Planologische regeling 2 1.4 Leeswijzer 3 Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving 5 2.1 Huidige situatie 5 2.2 Voorgenomen situatie 7 Hoofdstuk 3 Beleidskader 9 3.1 Rijksbeleid 9 3.2 Provinciaal beleid 10 3.3 Gemeentelijk beleid 11 Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten 13 4.1 Geluid 13 4.2 Milieuzonering 13 4.3 Bodem 14 4.4 Externe veiligheid 15 4.5 Luchtkwaliteit 15 4.6 Ecologie 16 4.7 Water 17 4.8 Archeologie 17 4.9 Cultuurhistorie 18 4.10 Kabels en leidingen 18 4.11 Vormvrije Mer-beoordeling 18 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 21 5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 21 5.2 Economische uitvoerbaarheid 21 Hoofdstuk 6 Afweging en conclusie 23

Bijlagen toelichting Bijlage 1 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek Bijlage 3 Ecologisch onderzoek Bijlage 4 Watertoets Bijlage 5 Vooroverlegreactie Provincie Groningen

20180602 blz 1

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Er ligt een plan voor functieverandering van agrarisch naar wonen aan de Wilpsterweg 1a te Marum. De initiatiefnemers zijn voornemens om de bestaande schuur aan de Wilpsterweg 1a om te bouwen naar een regulier woonhuis. Het bestaande woonhuis op het perceel gaat vervolgens tijdelijk in de vorm van een bijbehorend bouwwerk dienen als mantelzorgwoning. Op deze manier kunnen de initiatiefnemers mantelzorg plegen voor hun (schoon)ouders die nu in het woonhuis woonachtig zijn. Het voornemen is om de mantelzorgwoning, wanneer deze niet meer bewoond wordt, te slopen. Hierbij vindt een ver- schuiving van het hoofdgebouw op het perceel plaats. Het vrijgekomen bedrijfsgebouw wordt in de toekomstige situatie het hoofdgebouw.

Deze ontwikkeling is niet mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2010. Om de ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te kunnen maken, wordt een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan aangevraagd. Bij deze aanvraag moet worden onderbouwd dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De voorliggende onderbouwing voorziet daarin.

1.2 Begrenzing plangebied Het projectgebied ligt ten zuidwesten van de dorpskern van Marum. Het projectgebied bestaat uit het perceel Wilpsterweg 1a. In figuur 1.1 is de ligging van het projectgebied globaal weergegeven.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 2 20180602

Figuur 1.1 Ligging projectgebied

1.3 Planologische regeling Het projectgebied is op dit moment geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied 2010. Dit bestem- mingsplan is door de gemeente Marum vastgesteld. Het perceel heeft hierin de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2'. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarische bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of houtteelt- of fruitteelt bedrijf - met daarbij- behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden. Hier is tevens een bedrijfswoning toegestaan. In figuur 1.2 is een uitsnede van de verbeelding van de geconso- lideerde versie van het geldende bestemmingsplan weergegeven.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 3

Figuur 1.2 Uitsnede geldende planologische regeling

1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie, de gewenste ontwikkelingen en de ruimtelijke inpassing daarvan. In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten getoetst aan het, voor het project relevante, beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. In hoofdstuk 4 wordt de ontwik- keling getoetst aan de verschillende omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 worden de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het project besproken. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 een beknopte samenvatting en conclusie van de ruimtelijke onderbouwing weergegeven.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 4 20180602

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 5

Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving

In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie en de voorgenomen situatie. Tevens worden de gevolgen voor het verkeer en parkeren in dit hoofdstuk behandeld.

2.1 Huidige situatie Het projectgebied betreft het perceel aan de Wilpsterweg 1a te Marum. Het gebied ligt ten zuidwesten van de dorpskern, net buiten de bebouwde kom. Rondom het perceel zijn enkele bedrijven gevestigd, die typisch zijn voor het buitengebied. Ten westen is sprake van een paardenhouderij. Ten oosten en van het projectgebied zijn agrarische bedrijven aanwezig.

Het projectgebied wordt door middel van een oprit aan de westzijde, op de Wilpsterweg ontsloten. In het projectgebied is een woonhuis aanwezig, dat in de huidige situatie bewoond wordt door de (schoon)ouders van de initiatiefnemers. Het woonhuis gaat vergezeld met een aanpandige garage. Te- vens is bedrijfsbebouwing aanwezig van de varkenshouderij. Er is een grote schuur ten noordwesten van de woning gevestigd. Voor het overige is zowel ten noorden als ten zuiden van de bebouwing op het perceel sprake van grasland. Op figuur 2.1 wordt de huidige situatie in het projectgebied weergegeven. Op figuur 2.2 is een aanzicht van de huidige bebouwing in het projectgebied weergegeven.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 6 20180602

Figuur 2.1 Huidige situatie in het projectgebied

Figuur 2.2 Aanzicht huidige situatie vanaf de Wilpsterweg

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 7

2.2 Voorgenomen situatie In de beoogde situatie worden alle bedrijfsactiviteiten op het perceel beëindigd. De bestaande schuur wordt vervolgens omgebouwd tot een regulier woonhuis, waar de initiatiefnemers hun intrek in zullen nemen. Het bestaande woonhuis wordt tijdelijk in gebruik genomen als mantelzorgwoning, waar de (schoon)ouders van de initiatiefnemers blijven wonen. Doordat de initiatiefnemers hun intrek nemen in de bestaande schuur op het perceel wordt het voor hen mogelijk om mantelzorg te plegen. Wanneer, om welke reden dan ook, de (schoon)ouders van de initiatiefnemers niet meer woonachtig zijn in het bestaande woonhuis, zal deze worden verwijderd van het perceel. Ter plaatse zullen de gronden worden ingericht als tuin.

In figuur 2.3 zijn ontwerpen opgenomen van het nieuw te bouwen woonhuis, die in de plaats komt van bestaande schuur. Met dit plan zijn geen externe nieuwbouw handelingen gemoeid. De bestaande schuur wordt in de bestaande omvang omgebouwd tot een woonhuis. De bestaande bedrijfswoning wordt in de voorgenomen situatie in gebruik genomen als mantelzorgwoning. Nadat de mantelzorg is beëindigd, zal deze mantelzorgwoning worden verwijderd van het perceel. Per saldo neemt hierdoor het aantal woningen niet toe. Een mantelzorgwoning wordt niet als zelfstandige woning beoordeeld, maar als nevenfunctie van de hoofdbestemming 'Wonen'. De oppervlakte van de bestaande schuur betreft circa 320 m² . Naast dit gebouw worden, op de (tijdelijke) mantelzorgwoning na, in de toekomst geen bijgebouwen mogelijk gemaakt.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 8 20180602

Figuur 2.3 Impressies van de nieuwe woning, die in de bestaande schuur wordt gebouwd

Verkeer en parkeren Het projectgebied wordt ontsloten vanaf de Wilpsterweg. Dit is in de huidige situatie ook al het geval. De extra verkeersgeneratie als gevolg van de tijdelijke extra bewoning, wanneer het huidige woonhuis nog niet is verwijderd, is zeer minimaal te noemen. Als gevolg hiervan zullen geen problemen in de ver- keersafwikkeling ontstaan.

In de parkeerbehoefte wordt in de huidige situatie al volledig op eigen terrein voorzien. Voor een vrij- staand woonhuis in het buitengebied geldt een parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen, die in eerste instantie bovenop de huidige parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen komt. Gezien de grootte van het perceel,kan logischerwijs gesteld worden dat er ruim voldoende ruimte beschikbaar is voor deze drie extra parkeerplaatsen. Het parkeren wordt hiermee volledig op eigen terrein gedaan. Hier ontstaan geen problemen in.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 9

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt het voornemen getoetst aan het relevante beleid op Rijks-, provinciaal-, regio- naal- en gemeentelijk niveau.

3.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Het Rijk laat de ruimtelijke ordening over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijks- beleid op 14 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 14 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 30 december 2011 in werking getreden en aangevuld op 1 oktober 2012. Het Barro stelt niet alleen regels over de 14 aangewezen nationale be- langen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar stelt ook regels die in be- stemmingsplannen moeten worden opgenomen.

Het projectgebied raakt geen van de rijksbelangen. Er zijn dan ook geen rijksbelangen in het geding.

Ladder voor duurzame verstedelijking In het Bro (artikel 3.1.6) is geregeld dat een toelichting bij een ruimtelijk plan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voorzien in een afweging met betrekking tot de ladder voor duur- zame verstedelijking. Het artikel is op 12 mei 2017 gewijzigd. Deze wijziging trad op 1 juli 2017 in wer- king. Voor dit plan wordt getoetst aan deze nieuwe regeling, die inhoudt dat de toelichting bij een be- stemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving van de behoef- te aan die ontwikkeling bevat. Indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, moet er tevens gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand ste- delijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

In dit project neemt het aantal woningen binnen het projectgebied niet toe. Hoewel de bestaande be- drijfsschuur wordt gewijzigd naar een reguliere woning, zal de bestaande bedrijfswoning als mantel- zorgwoning in gebruik worden genomen. Een mantelzorgwoning wordt niet als bestaande woning be- oordeeld, maar betreft een nevenfunctie aan de hoofdbestemming 'Wonen'. Derhalve is geen sprake van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de ladder voor duurzame verstedelijking en is toetsing niet noodzakelijk.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 10 20180602

3.2 Provinciaal beleid Omgevingsvisie Groningen 2016-2020 en Omgevingsverordening 2016 Op 1 juni 2016 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie 2016-2020 vastgesteld. De Omgevingsvisie bevat de integrale lange termijnvisie van de provincie op de fysieke leefomgeving. De Omgevingsvisie komt in de plaats van het Provinciaal Omgevingsplan (POP). Uit de Omgevingsvisie vloeien richtlijnen en voorschriften voort, die zijn vastgelegd in de provinciale Omgevingsverordening.

In de Omgevingsvisie heeft de provincie al het provinciale beleid dat op een of andere manier raakt aan de fysieke leefomgeving geformuleerd en geordend in vijf samenhangende thema's en elf provinciale 'belangen'. Voor de ontwikkeling is het thema 'ruimte' met de daarbij behorende belangen 'ruimtelijke kwaliteit' en 'aantrekkelijk vestigingsklimaat' van belang.

Ruimtelijke kwaliteit De provincie streeft naar een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit wordt be- paald door de mate waarin binnen een gebied de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toe- komstwaarde in onderlinge verhouding geoptimaliseerd zijn. In het beleid wordt onderscheid gemaakt tussen stedelijk gebied en buitengebied. Onderhavig projectgebied ligt in het buitengebied. Met betrek- king tot vrijkomende bebouwing in het buitengebied, stelt de provincie dat invulling door nieuwe func- ties kan leiden tot een positieve bijdrage aan de leefbaarheid en economie van het platteland.

In dit geval wordt de bestaande schuur, die ten behoeve van de varkenshouderij in gebruik was, omge- bouwd tot woonhuis. Hiermee wordt een leeg staand gebouw een nieuwe functie toebedeeld. Dit zorgt ervoor dat de ruimtelijke kwaliteit in het projectgebied verhoogd wordt en dat een leeg staand voorma- lig bedrijfsgebouw een passende nieuwe invulling krijgt.

Aantrekkelijk vestigingsklimaat De kwaliteit van het wonen levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de provincie. Een hoge woonkwaliteit kan worden bereikt door het woningaanbod optimaal te laten aansluiten bij de wens van de inwoners; ook als het gaat om het soort kern waar men wil wonen. In dit voornemen wordt een woning in het buitengebied mogelijk gemaakt waarin initiatiefnemers optimaal kunnen wonen, bij een bestaande woning. Op die manier kan tijdelijk mantelzorg worden uitgeoefend. Na verloop van tijd wordt de bestaande woning uit het projectgebied verwijderd, waardoor per saldo het aantal woningen niet toeneemt.

Verordening In artikel 2.15.1 van de verordening worden regels gegeven met betrekking tot woningbouw. Een ruim- telijk plan kan alleen in woningbouw voorzien, voor zover deze woningbouwmogelijkheden naar aard, locatie en aantal overeenstemmen met een regionale woonvisie. In paragraaf 3.3 wordt beschreven dat de voorgenomen woningbouwontwikkeling past binnen de regionale Woonvisie Westerkwartier 2015-2020. Dit is omdat per saldo het aantal woningen niet toeneemt.

In artikel 2.13.2 van de verordening is opgenomen dat een ruimtelijk plan kan voorzien in hergebruik van vrijgekomen gebouwen voor een andere functie, op voorwaarde dat daarbij regels worden gesteld aan het gebruik van de vrijgekomen gebouwen en het daarbij behorende erf die er in ieder geval toe strekken dat de functie wonen slechts is toegestaan in het hoofdgebouw of een bij het hoofdgebouw behorend karakteristiek gebouw. Hierbij dient het toevoegen van woningen te passen in de woonvisie van de gemeente. In artikel 2.13.3 is met betrekking tot vrijgekomen gebouwen in het buitengebied geregeld dat deze gebouwen niet mogen worden vergroot en dat het plan niet mag voorzien in het op- richten van nieuwe gebouwen, anders dan vervangende nieuwbouw.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 11

Met dit project wordt de bestaande bedrijfsschuur omgebouwd tot een woning. De bestaande woning op het perceel wordt daarbij als mantelzorgwoning in gebruik genomen. De woning die in de bedrijfs- schuur wordt gerealiseerd wordt ten opzichte van de huidige schuur niet vergroot. Ook worden geen andere gebouwen gerealiseerd. Daarmee is het voornemen in overeenstemming met het gestelde in artikel 2.13.2 en artikel 2.13.3 van de provinciale verordening.

Conclusie Op basis van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de Omgevingsvisie 2016-2020 en de Verordening van de provincie Groningen.

3.3 Gemeentelijk beleid Woonvisie Westerkwartier 2015-2020 Voor de regio Westerkwartier is gezamenlijk door de voormalige gemeenten een regionale woonvisie ruimte om te wonen opgesteld; Woonvisie Westerkwartier 2015-2020. De gemeenteraad van Marum heeft deze woonvisie op 18 maart 2015 vastgesteld. Ook door andere gemeenteraden in het Wester- kwartier is tot vaststelling overgegaan zodat er een gemeenschappelijk regionaal woonbeleid voor het Westerkwartier ligt.

In de Woonvisie (en het woningmarktonderzoek dat hieraan ten grondslag ligt) is een raming voor de woningbehoefte opgesteld, zowel voor de korte termijn (2015-2020) als voor de langere termijn (2021-2025). Voor de beoogde woningbouw wordt gewerkt met zogenaamde 'bandbreedtes', dit om te kunnen inspelen op zich voor doende ontwikkelingen en onderling ook wisselingen te kunnen aanbren- gen. Met dit project wordt beoogd op goede wijze in te spelen op het gewenste programma voor Ma- rum.

De visie die centraal staat is: ruimte om te wonen. Daarin ligt niet alleen besloten dat het Westerkwar- tier fysiek de ruimte biedt, maar ook de mogelijkheid om woonwensen waar te maken en ruimte voor bewoners om initiatief te nemen.

Wat betreft de woonwensen: er moet ruimte zijn om in alle dorpen zoveel mogelijk de woonwensen te vervullen, waar mogelijk in de bestaande woningvoorraad en -omgeving. Daar waar woonwensen bin- nen de bestaande omgeving niet in te vullen zijn, is nieuwbouw nodig. Het gaat hierbij in de meeste gevallen niet om grote projecten, maar om maatwerk. Daarnaast moet het betaalbaar zijn voor alle inkomensgroepen.

De gemeente Marum heeft inmiddels al haar wooncontingent vergeven aan toekomstige woningbouw- plannen. Desondanks is de voorgenomen woningbouw in de bestaande schuur aan de Wilpsterweg 1a niet in strijd met de woonvisie. In de voorgenomen situatie wordt de bestaande schuur namelijk wel omgebouwd tot een woning, maar zal de bestaande woning in gebruik worden genomen als mantel- zorgwoning. Een mantelzorgvoorziening wordt niet als zelfstandige woning beoordeeld, maar betreft een nevenfunctie aan de hoofdbestemming wonen. Bovendien wordt de mantelzorgwoningen gesloopt wanneer deze niet meer door de huidige bewoners wordt bewoond. Er is daarom op geen enkel mo- ment sprake van een toename van het aantal woningen. Er blijft sprake van één woning in het project- gebied.

Conclusie Doordat geen sprake is van een toename aan woningen, is het voornemen in overeenstemming met de woonvisie van de gemeente Marum.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 12 20180602

Welstandsnota gemeente Marum De voormalige gemeente Marum heeft haar welstandsbeleid geformuleerd in de Welstandsnota Marum (2013). Daarmee wil zij aan burgers duidelijkheid geven over de koers die de gemeente vaart met haar welstandstoezicht. Omdat gemeente Westerkwartier tot op heden nog geen nieuwe welstandsnota heeft vastgesteld, moet voor dit voornemen worden getoetst aan de welstandsnota van de voormalige gemeente Marum.

De raad heeft een proef uitgevoerd met het welstandsvrij verklaren van de gehele gemeente; deze proef is geëvalueerd. De gemeente is in beginsel welstandsvrij, met uitzondering van vergunningplichtige bouwactiviteiten aan cultuurhistorisch waardevolle gebouwen (=karakteristiek aangeduide panden).

In dit project wordt de bestaande bedrijfsschuur omgebouwd tot woonhuis. Hierbij blijven de uiterlijke kenmerken van de bedrijfsschuur zoveel mogelijk intact, doordat de bestaande contour van het gebouw gehandhaafd blijft. Met de voorgenomen ontwikkeling blijven de oppervlakte, bouw- en goothoogte en dakhelling gelijk aan de huidige situatie. De karakteristieken van de bedrijfsschuur blijven hiermee ook in de voorgenomen situatie behouden. De woning krijg hiermee een landelijke uitstraling, die passend is in het buitengebied.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 13

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet aandacht worden besteed aan de wet- en regelgeving voor de verschillende omgevingsaspecten. Het gaat hierbij om het minimaliseren van de invloeden vanuit het projectgebied op de omgeving en omgekeerd. Dat zijn milieu aspecten (bedrijvigheid, geluid, bodem) en water, archeologie, cultuurhistorie, ecologie, luchtkwaliteit, externe veiligheid en kabels en leidingen.

4.1 Geluid Toetsingskader Het aspect 'geluid' gaat over geluidhinder op geluidsgevoelige objecten als gevolg van verkeer en indu- strie. De Wet geluidhinder (Wgh) is hiervoor het toetsingskader. Rondom spoorwegen en wegen met een maximumsnelheid van meer dan 30 km/uur en wettelijk gezoneerde bedrijven(terreinen) zijn ge- luidzones van toepassing. Als er geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, binnen deze zones worden toegevoegd, dan moet geluidsbelasting op de gevels hiervan worden bepaald en getoetst aan de nor- men.

Toetsing Het projectgebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Haarsterweg en aan de oostzijde door de Wilpsterweg. Op beide wegen geldt een maximaal toegestane snelheid van 60 km/uur. Het projectge- bied valt binnen de geluidzones van beide wegen. Daarom is akoestisch onderzoek uitgevoerd.

Uit het akoestisch onderzoek voor wegverkeerslawaai is naar voren gekomen dat de voorkeursgrens- waarde van 48 dB ten gevolge van de Wilpsterweg en de Hoornweg niet wordt overschreden. Vanuit het aspect geluid bestaan dan ook geen belemmeringen voor de uitvoering van de voorgenomen ontwikke- ling. Het akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai is opgenomen als bijlage 1.

4.2 Milieuzonering Toetsingskader Tussen bedrijfsactiviteiten en hindergevoelige functies (waaronder wonen) is een goede afstemming nodig. Het doel daarbij is het voorkomen van onacceptabele hinder ter plaatse van woningen, maar ook om te zorgen dat bedrijven niet worden beperkt in de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden. Bij de afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder redelijkerwijs is uitgesloten. Bedrijfsactiviteiten zijn daarvoor ingedeeld in een aantal milieucategorieën. Per bedrijfsvorm is voor de hinderfactoren: geluid, gevaar, stof en geur een aan te houden afstand be- paalt. De grootste afstand vorm de richtafstand en bepaald de milieucategorie.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:  ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;  rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 14 20180602

Toetsing Binnen het projectgebied wordt een nieuwe woning ontwikkeld. Dit betreft een milieugevoelig object, waarvoor gemotiveerd moet worden dat sprake is van een goede milieuzonering. Ten westen van het perceel is een manege gevestigd. Dit betreft de manege aan de Haarsterweg 2. Voor een manege geldt een richtafstand van 50 meter ten opzichte van milieugevoelige objecten. Aan deze afstand wordt, ten opzichte van de schuur in het projectgebied, die wordt omgebouwd tot woonhuis, voldaan. Ten oosten van het projectgebied is een agrarisch bedrijf op circa 90 meter afstand, aanwezig. Ook voor dit bedrijf geldt dat aan de richtafstand wordt voldaan. Voor het overige is geen sprake van bedrijven in de nabije omgeving van het projectgebied. Omdat geen sprake is van bedrijven die invloed hebben op het pro- jectgebied kan in het kader van bedrijven en milieuzonering een goed woon- en leefklimaat worden gegarandeerd. Er is geen noodzaak tot nader onderzoek met betrekking tot milieuzonering.

4.3 Bodem Toetsingskader Bij het aspect 'bodem' staat de vraag centraal of de bodemkwaliteit toereikend is voor het nieuwe ge- bruik. De bodem kan door eerdere (bedrijfs)activiteiten verontreinigd zijn. Voor de ruimtelijke procedu- re is het van het belang dat verdachte locaties worden gesignaleerd.

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het projectgebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vast- gesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren).

Toetsing Om te onderzoeken of de bodem ter plaatse van het projectgebied van voldoende kwaliteit is om de woonfunctie op uit te oefenen, is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieruit is naar voren gekomen dat op basis van het vooronderzoek, de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerk- zaamheden geen aanwijzingen zijn gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie verwachten. Daarnaast zijn uit het opgeboorde materiaal zowel in de boven- als ondergrond geen verontreinigingen geconstateerd. In het grondwater is een lichte verontreiniging met barium ge- constateerd.

De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie als 'onverdacht' kan worden beschouwd, wordt op basis van de onderzoeksresultaten niet geheel bevestigd. Gelet op de aard en mate van verontreini- ging bestaat er geen reden voor een nader onderzoek. Er bestaan met betrekking tot de milieuhygiëni- sche kwaliteit van de bodem ook geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling.

Wel zijn op de schuur eternit golfpaten waargenomen. Van deze platen is bekend dat als gevolg van verwering asbestvezels van dit materiaal het dak af komt en op de onderliggende bodem terecht komt. Mogelijk is hier sprake van asbestverontreiniging. Daarom wordt geadviseerd middels een BUS-melding een bodemsanering uit te voeren, of in overleg met het bevoegd gezag gelijktijdig met de werkzaamhe- den deze gronden te saneren. Het verkennend bodemonderzoek is opgenomen als bijlage 2.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 15

4.4 Externe veiligheid Toetsingskader Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en ver- voer van gevaarlijke stoffen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid transportroutes en het Be- sluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:  bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;  vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedu- rende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij ge- vaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Toetsing In en nabij het projectgebied is geen sprake van risicovolle inrichtingen, transportroutes en buisleidin- gen die invloed hebben op de ontwikkeling in het projectgebied. Nader onderzoek naar het aspect ex- terne veiligheid is daarom niet noodzakelijk.

4.5 Luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer zijn normen voor luchtkwaliteit opgenomen. Deze normen zijn bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, tegen te gaan. Als maatgevend voor de luchtkwaliteit worden de gehalten fijn stof (PM10) en stikstofdi- oxide (NO2) gehanteerd.

Toetsingskader In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieube- heer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdi- oxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke orde- ningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 2 weergegeven.

Tabel 2. Grenswaarden maatgevende stoffen Wm Stof Toetsing van Grenswaarde stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde concentratie 40 µg/m³ fijn stof (PM10) jaargemiddelde concentratie 40 µg/m³ 24-uurgemiddelde concentratie max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³ fijn stof (PM2,5) jaargemiddelde concentratie 25 µg /m³

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 16 20180602

Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in beteke- nende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.

Besluit niet in betekenende mate In dit Besluit niet in betekenende mate is bepaald in welke gevallen een plan vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onder- scheiden:  een plan heeft een effect van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10 (= 1,2 µg/m³);  een plan valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen, kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen.

Toetsing Gezien de aard en omvang van het voornemen, waarbij tijdelijk een woning wordt toegevoegd in het projectgebied, draagt het project niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwali- teit. Aanvullend onderzoek voor dit aspect is daarom niet noodzakelijk.

4.6 Ecologie Toetsingskader Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omge- ving en met beschermde plant- en diersoorten. Bij de bescherming van gebieden gaat het om op Euro- pees niveau aangewezen Natura 2000-gebieden. Verder worden in de provinciale verordening gebieden beschermd die van belang zijn voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN, voorheen de Ecologische Hoofdstructuur). De bescherming van gebieden en soorten is geregeld in de Wet natuurbescherming.

Gebiedsbescherming Natura 2000-gebieden Het projectgebied maakt geen deel uit van Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied betreft de Bakkeveense Duinen, op circa 5,6 kilometer afstand ten zuiden van het projectgebied. Gezien de aard en omvang van het voornemen kan redelijkerwijs gesteld worden dat dit project geen invloed heeft op dit Natura 2000-gebied. Bovendien wordt met de bestemmingswijziging de mogelijkheid voor een varkenshouderij verwijderd. Dit heeft een positieve werking op de stikstofdepositie vanuit het pro- jectgebied.

Natuurnetwerk Nederland Een ruimtelijk plan mag geen activiteiten en ontwikkelingen mogelijk maken, die leiden tot significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden, of tot een significante vermindering van de op- pervlakte van het Natuurnetwerk Nederland. NNN-gebieden liggen op ruime afstand van het projectge- bied. Het dichtstbijzijnde zijn de NNN-gebieden direct ten zuiden van de rijksweg A7 op circa 1 kilometer afstand, met deels sprake van veel tussenliggende bebouwing. Ook gebieden die zijn aangewezen als 'Natuur buiten het Natuurnetwerk Nederland' vallen niet binnen het projectgebied. Vanuit de NNN en andere beschermde natuurgebieden zijn geen belemmeringen voor dit project aan de orde.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 17

Soortenbescherming Met dit project wordt een bestaande schuur omgebouwd tot woonhuis en wordt later het bestaande woonhuis gesloopt. Daarom is een quickscan flora en fauna noodzakelijk, om uit te wijzen of sprake is van beschermde soorten in het projectgebied.

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in verband met aanwezigheid van algemene broedvogels het van belang is om werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten en/of te werken op een ma- nier dat vogels niet tot broeden komen (vogelverschrikkers gebruiken, groen rooien buiten broedsei- zoen). Het projectgebied bezit geen mogelijkheden voor vleermuizen en voels met vaste rust- en ver- blijfplaatsen om er te verblijven. Mogelijk vliegen en foerageren er vleermuizen. Gedurende en na reali- satie van de plannen kunnen deze soorten er blijven vliegen en foerageren. Er zijn daarnaast mogelijk algemene nationaal beschermde zoogdieren en amfibieën aanwezig. Voor deze algemene soorten be- staat een algemene vrijstelling in provincie Groningen. Het voorkomen van overige beschermde soorten wordt uitgesloten.

Op grond van deze analyse worden effecten op beschermde plant- en diersoorten uitgesloten. De plan- nen aan de Wilpsterweg 1a te Marum zijn niet in strijd met het gestelde binnen de Wet natuurbescher- ming. Het onderzoek is opgenomen als bijlage 3.

4.7 Water Toetsingskader De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruim- telijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duur- zaam waterbeheer. Het projectgebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Noorderzijl- vest, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is de digitale watertoets doorlopen om waterschap Noorderzijlvest in te lichten over het voornemen.

Toetsing Voor dit plan is de digitale watertoets doorlopen (dossiercode 20180516-34-17883). Omdat het slechts een functiewijziging van bestaande bebouwing betreft, geldt er geen waterschapsbelang. Overleg met het waterschap is niet noodzakelijk. Het aspect water vormt geen belemmering voor dit plan. Het resul- taat van de watertoets is opgenomen als bijlage 4.

4.8 Archeologie Toetsingskader Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze naar verwachting in 2021 in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van arche- ologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is.

In de wet zijn archeologische resten beschermd. Wanneer de bodem wordt verstoord moeten archeolo- gische resten intact blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch on- derzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 18 20180602

Toetsing Op basis van de Waarden- en Verwachtingenkaart voor de voormalige gemeenten Leek, Marum, Groo- tegast en blijkt dat sprake is van een lage archeologische verwachting. Voor ontwikkelingen met een oppervlakte van 5.000 m² en groter dient een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Daar is in dit project geen sprake van omdat het woonhuis in de bestaande schuur wordt gerealiseerd. Archeologisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk.

4.9 Cultuurhistorie Toetsingskader In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in een ruimtelijk plan een beschrijving opgeno- men moet worden van de manier waarop met de aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden.

Toetsing Op basis van de Cultuurhistorische waardenkaart A0 voor de gemeenten Leek, Marum, en Zuidhorn is het projectgebied aangemerkt als "Houtsingelgebied Zuidelijk Westerkwartier". Hierbij wordt aangesloten bij de Omgevingsverordening van de provincie Groningen. Op basis hiervan is het projectgebied aangewezen als "Houtsingelgebied Zuidelijk Westerkwartier". In de verordening is gere- geld dat een bestemmingsplan dat betrekking heeft op de op kaart 7 aangegeven houtsingelgebied Zuidelijk Westerkwartier regels bevat die gericht zijn op bescherming van de herkenbare verkaveling en de houtsingels. Ook bevat het in elk geval een verbod op het kappen of rooien van houtsingels, als dat niet gebeurt voor normaal onderhoud.

Met dit project worden geen houtsingels aangetast, wat in overeenstemming is met de regeling uit de verordening. De cultuurhistorische waarden in het projectgebied worden niet aangetast. Daarom is nader onderzoek niet noodzakelijk.

4.10 Kabels en leidingen Toetsingskader Bij de uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van elektriciteit- en communicatiekabels en nutsleidingen in de grond. Hier gelden beperkingen voor ingrepen in de bodem. Daarnaast zijn zones, bijvoorbeeld rondom hoogspanningsverbindingen, straal- paden en radarsystemen van belang. Deze vragen vaak om het beperken van gevoelige functies of van de hoogte van bouwwerken. Voor ruimtelijke plannen zijn alleen de hoofdleidingen van belang. De klei- nere, lokale leidingen worden bij de uitvoering door middel van een Klic-melding in kaart gebracht.

Toetsing Binnen het projectgebied en in de directe omgeving zijn geen planologisch relevante buisleidingen, hoogspanningsverbindingen of straalpaden aanwezig. Het aspect kabels en leidingen staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.

4.11 Vormvrije Mer-beoordeling Toetsingskader In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het omgevingsvergunning planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 19

 de kenmerken van de projecten;  de plaats van de projecten;  de kenmerken van de potentiële effecten.

Onderzoek en conclusie In het Besluit milieueffectrapportage is opgenomen dat de aanleg, wijziging of uitbreiding van een ste- delijk ontwikkelingsproject mer-beoordelingsplichtig is indien (Besluit milieueffectrapportage, Bijlage onderdeel D11.2);  de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 100 hectare of meer;  een aaneengesloten gebied en 2.000 of meer woningen omvat;  een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer.

De beoogde ontwikkeling betreft de realisatie van een woonhuis. De beoogde ontwikkeling overschrijdt de drempelwaarden niet. Opgemerkt dient te worden dat voor activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden vol- doen, toch dient te worden nagegaan of er sprake kan zijn van belangrijke gevolgen voor het milieu. Gelet op de kenmerken van het plan zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de drempel- waarden uit het Besluit m.e.r., de plaats van het plan en de kenmerken van de potentiële effecten zullen geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschil- lende milieuaspecten zoals deze in de vorige paragrafen zijn opgenomen. Voor dit project is dan ook geen mer-procedure of mer-beoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 20 20180602

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 21

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwik- keling die mogelijk wordt gemaakt met een buitenplanse afwijking. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Via de procedure van de omgevingsvergunning kan de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project worden aangetoond. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop gereageerd kan worden op de voorgenomen projecten.

Procedure omgevingsvergunning Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is de ontwikkeling voorgelegd aan de betrokken overlegpartners. Hierop is een overlegreactie ingediend door de Provincie Groningen. Deze overlegreactie is opgenomen als bijlage 5. Naar aanleiding hiervan is de toetsing aan de provinciale ver- ordening in de ruimtelijke onderbouwing gewijzigd en in overeenstemming gebracht met de wensen van de provincie.

Daarna wordt de ontwerpomgevingsvergunning met bijbehorende stukken gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot indienen van zienswijzen. Een ieder wordt zo in de gelegenheid gesteld om bedenkingen tegen het initiatief kenbaar te maken.

De ingekomen zienswijzen worden door de gemeente beantwoord en meegewogen in de besluitvor- ming over het verlenen van de omgevingsvergunning. Tegen dit besluit bestaat de mogelijkheid voor beroep en hoger beroep. De genoemde procedure toont de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het project aan.

5.2 Economische uitvoerbaarheid Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haal- baarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid Het plan wordt ontwikkeld door een particuliere initiatiefnemer. Deze initiatiefnemer heeft aannemelijk gemaakt dat het plan financieel haalbaar is en dat er voldoende financiële middelen aanwezig zijn om de beoogde ontwikkeling te realiseren.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 22 20180602

Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het ver- halen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke pro- cedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van deze verplichting kan worden afgezien als het kostenverhaal anders- zins verzekerd is. Voor vaststelling van het planologisch besluit dient duidelijk te zijn op welke wijze de kosten zullen worden verhaald.

In dit geval betreft het een particulier initiatief, die wordt uitgevoerd op gronden die in eigendom zijn van deze particulier. De kosten van het plan komen daarom geheel voor rekening van de initiatiefnemer. Wel wordt een planschadeovereenkomst gesloten tussen gemeente en initiatiefnemer.

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 20180602 blz 23

Hoofdstuk 6 Afweging en conclusie

Aanleiding Deze ruimtelijke onderbouwing dient ter afweging voor het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12 lid 1 sub 1 onder 3 van de Wabo, waarmee, in afwijking van het geldende bestemmingsplan, de bestaande bedrijfsschuur te herontwikkelen tot woning en de bestaande woning als mantelzorgwoning in gebruik te nemen. De afwijking betreft het realiseren van de woning ter plaatse van de schuur binnen de agrarische bestemming.

Afweging Het project past binnen de kaders van het rijk, de provincie en de gemeente. Verder leveren de omge- vingsaspecten en/of de sectorale wet- en regelgeving geen belemmeringen op voor realisatie van de ontwikkeling in het projectgebied. Andersom is er ook geen sprake van impact van de ontwikkeling op de omgeving.

Conclusie Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het project is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Rho Adviseurs B.V. Status: Definitief / 16-01-2019 blz 24 20180602

Rho Adviseurs B.V. Omgevingsvergunning Westerkwartier - Marum - Wilpsterweg 1a Status: Definitief / 16-01-2019 bijlagen bij de toelichting

BIJLAGE 1

MARUM

Woningbouw Wilpsterweg

Akoestisch onderzoek

identificatie Planstatus projectnummer: datum:

20180602 16 mei 2018 projectleider: opdrachtgever:

Joske Poelstra - auteur(s):

De heer W. Spreen

Inhoud

1. Inleiding 3

2. Toetsingskader 5 2.1. Normstelling 5 2.2. Nieuwe situaties 6

3. Berekeningsuitgangspunten 7 3.1. Rekenmethodiek en invoergegevens 7 3.2. Verkeersgegevens 7 3.3. Ruimtelijke gegevens 8

4. Resultaten onderzoeken 9 4.1. Rekenresultaten en beoordeling 9

5. Conclusie 11

Bijlagen: 1 Invoer rekenmodel 2 Rekenresultaten Wilpsterweg 3 Rekenresultaten Hoornweg

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 2 Inhoudsopgave

20161096.1 Rho adviseurs voor leefruimte

1. Inleiding 3

De initiatiefnemers zijn voornemens om de bestaande schuur aan de Wilpsterweg 1a om te bouwen naar een reguliere woning. De bestaande woning op het perceel gaat vervolgens dienen als mantelzorgwoning. Voor de nieuwe woning dient in kader van het bestemmingsplan akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden.

De woning is een nieuwe geluidgevoelige functie en gelegen binnen de wettelijke geluidszone van twee wegen rond het plangebied. Het plangebied valt binnen de wettelijke geluidzone van: - Wilpsterweg; - Hoornweg.

In de volgende figuur is het plangebied en de directe relevante omgeving weergegeven.

Figuur 1.1 Directe omgeving van het plangebied

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 4 Inleiding

Leeswijzer In hoofdstuk 2 is het toetsingskader beschreven en hoofdstuk 3 geeft de berekeningsuitgangspunten weer. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 volgen de conclusies.

20161096.1 Rho adviseurs voor leefruimte

2. Toetsingskader 5

2.1. Normstelling

Wettelijke geluidszone wegen Langs alle wegen, met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven, bevinden zich op grond van de Wgh geluidszones waarbinnen de geluidshinder vanwege een weg aan bepaalde wettelijke normen dient te voldoen. De breedte van een geluidszone voor wegen is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de binnen- of buitenstedelijke ligging. De breedte van een geluidszone van een weg is in tabel 2.1 weergegeven.

Tabel 2.1 Schema zonebreedte aan weerszijden van de weg volgens artikel 74 Wgh aantal rijstroken breedte van de geluidszone (in meters) buitenstedelijk gebied stedelijk gebied 5 of meer 600 350 3 of 4 400 350 1 of 2 250 200

De breedte van de geluidszone wordt hierbij gemeten vanaf de as van de weg.

In artikel 1 van de Wgh zijn de definities opgenomen van binnenstedelijk en buitenstedelijk gebied. Deze definities luiden: - binnenstedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom met uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom, alsmede het gebied binnen de bebouwde kom voor zover gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg.

Dosismaat Lden De geluidshinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. De berekende geluidswaarde in Lden vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal.

Artikel 110g Wgh De in de Wgh genoemde grenswaarden aan de buitengevels betreffen waarden inclusief artikel 110g van de Wgh. Dit artikel houdt in dat een aftrek mag worden gehanteerd welke anticipeert op het stiller worden van het verkeer in de toekomst door innovatieve maatregelen aan de voertuigen. Voor wegen met een representatief te achten snelheid lager dan 70 km/h geldt een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een representatief te achten snelheid van 70 km/h of hoger geldt de volgende aftrek: • 4 dB voor situaties dat de geluidsbelasting zonder aftrek artikel 3.4 Rmg 57 dB bedraagt; • 3 dB voor situaties dat de geluidsbelasting zonder aftrek artikel 3.4 Rmg 56 dB bedraagt; • 2 dB voor andere waarden van de geluidsbelasting.

De toegestane aftrek conform artikel 3.4 uit het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 is op alle genoemde geluidsbelastingen toegepast, tenzij anders vermeld. Aangezien de wettelijke rijsnelheid op

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 6 Toetsingskader

de beschouwde wegen lager ligt dan 70 km/h is een aftrek van 5 dB toegepast. Deze aftrek is in de berekeningen verdisconteerd aan de hand van een negatieve groepsreductie van 5 dB.

2.2. Nieuwe situaties

Voor de geluidsbelasting op de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg, gelden bepaalde voorkeursgrenswaarden en maximale ontheffingswaarden. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend, nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de maximaal toelaatbare hogere waarde niet te boven gaan. De maximale ontheffingswaarde voor wegen is op grond van artikel 83 Wgh afhankelijk van de ligging van de bestemmingen (binnen- of buitenstedelijk). Bestemmingen met een binnenstedelijke ligging, maar binnen de geluidszone van een autosnelweg, worden bij het bepalen van de geluidszone voor die autosnelweg gerekend tot buitenstedelijk gebied.

De nieuwe woning is gelegen buiten de bebouwde kom van Marum. In het akoestisch onderzoek is daarom uitgegaan van een ligging in buitenstedelijk gebied. Voor alle wegen betreft de voorkeursgrenswaarde maximaal 48 dB. De maximale ontheffingswaarde voor de wegen op basis van buitenstedelijk gebied bedraagt 53 dB.

De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemmingen dient in alle gevallen te voldoen aan de normen uit het Bouwbesluit.

20161096.1 Rho adviseurs voor leefruimte

3. Berekeningsuitgangspunten 7

3.1. Rekenmethodiek en invoergegevens

Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform de Standaard Rekenmethode II uit het Reken- en meet- voorschrift geluid 2012 (RMG 2012). Het overdrachtsmodel is opgesteld in het softwareprogramma Geomilieu versie 4.30 van DGMR.

De geluidsbelasting als gevolg van wegverkeer hangt af van verschillende factoren. Voor een deel hebben deze factoren betrekking op verkeer en weg (geluidsafstraling); voor een ander deel op de omgeving van de weg (geluidsoverdracht). Hieronder volgt een korte omschrijving van de belangrijkste factoren.

3.2. Verkeersgegevens

Verkeersintensiteiten De verkeersintensiteit is het aantal motorvoertuigen dat per uur (mvt/uur) passeert. Bij de bepaling van het aantal motorvoertuigen per uur is uitgegaan van de gemiddelde weekdagintensiteiten in motorvoertuigen per etmaal (mvt/etmaal) op de wegen.

Door de gemeente Marum zijn verkeerstellingen uit 2008 en 2013 aangeleverd. De Hoornweg gaat in westelijke richting vanaf de kruising met de Verlengde Wilpsterweg over in de Haarsterweg. Dit wegvak is ook betrokken bij de berekening van de geluidsbelasting ten gevolge van de Hoornweg. Het onderhavig plan wordt getoetst aan de situatie in het jaar 2028, 10 jaar na planontwikkeling. De verkeersintensiteiten op de wegen worden daarom omgerekend. Voor de omrekening naar het toetsjaar 2028 is een autonome verkeersgroei van 1% per jaar gehanteerd.

De relevante verkeersintensiteiten zijn in tabel 3.1 opgenomen.

Tabel 3.1 Verkeersintensiteiten mvt/weekdagetmaal, Wegvak 2008 2013 2028 Wilpsterweg 2.129 2.598 Haarsterweg 1.224 1.494 Hoornweg 2.077 2.411

Voertuigcategorieën De motorvoertuigen worden verdeeld in drie categorieën: - lichte voertuigen (voornamelijk personenauto's); - middelzware voertuigen (middelzware vrachtauto's en bussen); - zware voertuigen (zware vrachtauto's).

De verdelingen van de voertuigen zijn gebaseerd op standaard voertuig- en etmaalverdelingen volgens SANDATA van DHV. De gehanteerde voertuig- en etmaalverdelingen zijn weergegeven in bijlage 1.

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 8 Berekeningsuitgangspunten

Verkeerssnelheid De verkeerssnelheid is de representatief te achten gemiddelde snelheid van een categorie voertuigen. In het buitengebied van Marum geldt een wettelijke rijsnelheid van 60 km/h. Op de Hoornweg geldt op het wegvak binnen de bebouwde kom een wettelijke rijsnelheid van 50 km/h.

Type wegdek Geluid ten gevolge van wegverkeer kan men onderscheiden in motorgeluid en rolgeluid. Het rolgeluid is een gevolg van de wisselwerking tussen banden en wegdek. De aard van het wegdek is hierbij van invloed. Daarom worden in het rekenschema verschillende typen wegdek onderscheiden. Bij lichte motorvoertuigen is de bijdrage van het rolgeluid aan het totale geluid groter dan bij de zware en middelzware motorvoertuigen. Als gevolg hiervan heeft het wegdek een grotere invloed op de geluidsbelasting naarmate het percentage vrachtverkeer kleiner is.

Op de Wilpsterweg zijn nabij de kruising met de Hoornweg over een afstand van circa 50 meter klinkers in keperverband aangebracht. Op de overige wegvakken bestaat het wegdek uit dicht asfaltbeton (DAB) / referentiewegdek.

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de ingevoerde verkeersgegevens.

3.3. Ruimtelijke gegevens

In de geluidsberekeningen is rekening gehouden met alle relevante gebouwde ruimtelijke objecten in de omgeving. De hoogteligging van ruimtelijke objecten zijn gecontroleerd met behulp van Google Earth/Streetview.

Ook de aanwezigheid van hard (bijvoorbeeld verhard oppervlak of water) of zacht (bijvoorbeeld zandgrond of grasland) bodemgebied is relevant. Het model is vanwege de landelijke omgeving default op een zachte ondergrond (Bf=1). De harde oppervlakten in de directe omgeving van het plangebied zijn als hard bodemgebied in het model ingevoerd.

In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van het rekenmodel en de invoergegevens.

Rijlijnen De weg wordt geschematiseerd in rijlijnen die 0,75 m boven het wegdek liggen. De relevante rijlijnen zijn in het rekenmodel ingevoerd.

Toetspunten Ter plaatse van de nieuwe woning zijn 8 toetspunten ingevoerd op 1,5 m en 4,5 m boven maaiveld.

Sectorhoek en reflecties Het maximum aantal reflecties waarmee de berekeningen zijn uitgevoerd bedraagt 1 reflectie en een sectorhoek van 2˚, conform de aanbeveling van de projectgroep Vergelijkend Onderzoek Akoestische Bureaus (VOAB). In deze projectgroep VOAB zijn afspraken gemaakt om de onderlinge verschillen in rekenprogrammatuur te minimaliseren.

In het volgende hoofdstuk is de geluidbelasting op basis van bovenstaande uitgangspunten berekend.

20161096.1 Rho adviseurs voor leefruimte

4. Resultaten onderzoeken 9

4.1. Rekenresultaten Wilpsterweg

De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Wilpsterweg bedraagt ten hoogste 46 dB inclusief aftrek. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt hierbij niet overschreden.

In onderstaande figuur zijn de rekenresultaten inclusief aftrek weergegeven. De rekenresultaten zijn eveneens opgenomen in bijlage 2.

Figuur 4.1 Geluidbelasting Wilpsterweg, inclusief aftrek.

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 10

10

4.2. Rekenresultaten Hoornweg

De berekende geluidsbelasting ten gevolge van de Hoornweg bedraagt ten hoogste 36 dB inclusief aftrek. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt hierbij niet overschreden.

In onderstaande figuur zijn de rekenresultaten inclusief aftrek weergegeven. De rekenresultaten zijn eveneens opgenomen in bijlage 3.

Figuur 4.1 Geluidbelasting Hoornweg, inclusief aftrek.

20161096.1 Rho adviseurs voor leefruimte

5. Conclusie 11

De initiatiefnemers zijn voornemens om de bestaande schuur aan de Wilpsterweg 1a om te bouwen naar een reguliere woning. De bestaande woning op het perceel gaat vervolgens dienen als mantelzorgwoning. Voor de nieuwe woning dient in kader van het bestemmingsplan akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden.

Uit de modelresultaten blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de Wilpsterweg ten hoogste Lden = 46 dB (incl. aftrek artl. 110g Wgh) bedraagt. De geluidsbelasting ten gevolge van de Hoornweg bedraagt ten hoogste Lden = 36 dB (incl. aftrek artl. 110g Wgh).

De voorkeursgrenswaarde van 48 dB ten gevolge van het verkeer op de Wilpsterweg en de Hoornweg wordt niet overschreden. Vanuit het aspect wegverkeerslawaai gelden er voor deze woning geen bouwbeperkingen.

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1

Bijlage 1 Invoer rekenmodel

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1

Bijlage 2 Rekenresultaten Wilpsterweg

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1

Bijlage 3 Rekenresultaten Hoornweg

Rho adviseurs voor leefruimte 20161096.1 Bijlage 1 Wegen

Wegen Hulpvlakken

0 m 100 m 573000

schaal = 1 : 2500

81

5

0

04

0 2

572750

03

0

1

572500

212500 Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [Wilpsterweg - Wegverkeerslawaai] , Geomilieu V4.30 Bijlage 1 Verkeersgegevens

Model: Wegverkeerslawaai Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Wegdek Wegdek. V(LV(D)) V(LV(A)) V(LV(N)) V(MV(D)) V(MV(A)) 01 Wilpsterweg W0 Referentiewegdek 60 60 60 60 60 02 Wilpsterweg W9a Elementenverharding in keperverband 60 60 60 60 60 03 Haarsterweg W0 Referentiewegdek 60 60 60 60 60 04 Hoornweg W0 Referentiewegdek 60 60 60 60 60 05 Hoornweg W0 Referentiewegdek 50 50 50 50 50

Geomilieu V4.30 15-5-2018 20:55:53 Bijlage 1 Verkeersgegevens

Model: Wegverkeerslawaai Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam V(MV(N)) V(ZV(D)) V(ZV(A)) V(ZV(N)) Type Totaal aantal %Int(D) %Int(A) %Int(N) %LV(D) %LV(A) 01 60 60 60 60 Verdeling 2598,00 7,00 2,60 0,70 90,00 90,00 02 60 60 60 60 Verdeling 2598,00 7,00 2,60 0,70 90,00 90,00 03 60 60 60 60 Verdeling 1494,00 7,00 2,60 0,70 90,00 90,00 04 60 60 60 60 Verdeling 2411,00 7,00 2,60 0,70 90,00 90,00 05 50 50 50 50 Verdeling 2411,00 7,00 2,60 0,70 90,00 90,00

Geomilieu V4.30 15-5-2018 20:55:53 Bijlage 1 Verkeersgegevens

Model: Wegverkeerslawaai Groep: (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam %LV(N) %MV(D) %MV(A) %MV(N) %ZV(D) %ZV(A) %ZV(N) 01 90,00 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00 2,00 02 90,00 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00 2,00 03 90,00 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00 2,00 04 90,00 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00 2,00 05 90,00 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00 2,00

Geomilieu V4.30 15-5-2018 20:55:53 Bijlage 1 Objecten

Bodemgebieden Gebouwen

573000

0 m 100 m

schaal = 1 : 2500

99

68 96

67 82 7174

91 83 85 572750 88

87 101 90 84 77 102

66 81 92 391 75

79 78

572500 89 7310097 69

212500 212750 Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [Wilpsterweg - Wegverkeerslawaai] , Geomilieu V4.30 Bijlage 1 Objecten

Model: Wegverkeerslawaai Groep: (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

ItemID Omschr. Hoogte Refl. 63 Refl. 125 Refl. 250 Refl. 500 Refl. 1k Refl. 2k Refl. 4k Refl. 8k 66 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 67 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 68 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 69 Gebouw 3,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 71 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

73 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 74 Gebouw 3,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 75 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 77 Gebouw 3,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 78 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

79 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 81 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 82 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 83 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 84 Gebouw 3,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

85 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 87 Gebouw 2,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 88 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 89 Gebouw 3,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 90 Gebouw 4,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

91 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 92 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 96 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 97 Gebouw 3,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 99 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

100 Gebouw 3,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 101 Gebouw 6,00 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 102 Gebouw 4,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 391 Gebouw 2,50 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

Geomilieu V4.30 7-5-2018 10:05:47 Bijlage 1 Beoordelingspunten

Toetspunten Bodemgebieden Gebouwen

572750

0 m 40 m

schaal = 1 : 1000

572725

572700

572675

572650 03 04 02 05 01 06 07 08 572625

572600

572575

572550

572525

212525 212550 212575 212600 212625 212650 212675 Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [Wilpsterweg - Wegverkeerslawaai] , Geomilieu V4.30 Bijlage 1 Beoordelingspunten

Model: Wegverkeerslawaai Groep: (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam Omschr. Hoogte A Hoogte B Hoogte C Gevel 01 Oostgevel 1,50 4,50 -- Ja 02 Oostgevel 1,50 4,50 -- Ja 03 Noordgevel 1,50 4,50 -- Ja 04 Noordgevel 1,50 4,50 -- Ja 05 Westgevel 1,50 4,50 -- Ja

06 Westgevel 1,50 4,50 -- Ja 07 Zuidgevel 1,50 4,50 -- Ja 08 Zuidgevel 1,50 4,50 -- Ja

Geomilieu V4.30 7-5-2018 10:06:14 Bijlage 1 Groepsreducties

Rapport: Groepsreducties Model: Wegverkeerslawaai

Groep Reductie Sommatie Dag Avond Nacht Dag Avond Nacht Hoornweg 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00 Wilpsterweg 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00

Geomilieu V4.30 15-5-2018 21:15:24 Bijlage 2 Geluidsbelasting Wilpsterweg (incl. aftrek art. 110g Wgh)

Rapport: Resultatentabel Model: Wegverkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: Wilpsterweg Groepsreductie: Ja

Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 01_A Oostgevel 1,50 45 40 35 45 01_B Oostgevel 4,50 46 42 36 46 02_A Oostgevel 1,50 44 40 34 45 02_B Oostgevel 4,50 46 42 36 46 03_A Noordgevel 1,50 40 36 30 40

03_B Noordgevel 4,50 42 38 32 42 04_A Noordgevel 1,50 39 35 29 39 04_B Noordgevel 4,50 40 36 30 40 05_A Westgevel 1,50 29 25 19 29 05_B Westgevel 4,50 30 26 20 30

06_A Westgevel 1,50 29 25 19 29 06_B Westgevel 4,50 30 26 20 30 07_A Zuidgevel 1,50 37 33 27 37 07_B Zuidgevel 4,50 39 35 29 39 08_A Zuidgevel 1,50 40 35 30 40

08_B Zuidgevel 4,50 42 37 32 42

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V4.30 15-5-2018 21:06:52 Bijlage 3 Geluidsbelasting Hoornweg (incl. aftrek art. 110g Wgh)

Rapport: Resultatentabel Model: Wegverkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten Groep: Hoornweg Groepsreductie: Ja

Naam Toetspunt Omschrijving Hoogte Dag Avond Nacht Lden 01_A Oostgevel 1,50 34 30 24 34 01_B Oostgevel 4,50 34 30 24 34 02_A Oostgevel 1,50 35 30 25 35 02_B Oostgevel 4,50 35 30 25 35 03_A Noordgevel 1,50 35 31 25 35

03_B Noordgevel 4,50 36 32 26 36 04_A Noordgevel 1,50 35 30 25 35 04_B Noordgevel 4,50 36 32 26 36 05_A Westgevel 1,50 30 25 20 30 05_B Westgevel 4,50 31 27 21 31

06_A Westgevel 1,50 29 24 19 29 06_B Westgevel 4,50 30 26 20 30 07_A Zuidgevel 1,50 ------07_B Zuidgevel 4,50 ------08_A Zuidgevel 1,50 ------

08_B Zuidgevel 4,50 ------

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V4.30 15-5-2018 21:07:27

BIJLAGE 2

VERKENNEND BODEMONDERZOEK

WILPSTERWEG 1A

TE MARUM

Rapportage verkennend bodemonderzoek

Wilpsterweg 1a te Marum

Opdrachtgever Rho Adviseurs voor leefruimte

Druifstreek 72C

8911LH Leeuwarden

Rapportnummer 6987.001

Versienummer D1

Status Eindrapportage

Datum 21 september 2018

Vestiging Brabant Heinz Moormannstraat 1b 5831 AS Boxmeer 0485 - 581818 [email protected]

Opsteller ir. F.M. IJdema

Paraaf

Kwaliteitscontrole Dhr. S.J. Theeuwen

Paraaf

Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). De VKB is een vereniging van bodemadvies- en -onderzoeksbureaus en heeft als doel kwaliteitsborging en continue verbetering van de dienstverlening van haar leden op het gebied van bodembeheer. Het VKB keurmerk geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt con- form de eisen die de VKB aan haar leden stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toe- passen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen.

Econsultancy werkt volgens een dynamisch kwaliteitssysteem, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Ons kwaliteits- systeem is gecertificeerd volgens de kwaliteitsborgingsnormen van de NEN-EN-ISO 9001:2008.

Betrouwbaarheid Dit bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid echter uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een bodemonderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Daarnaast betreft het bodemonderzoek een momentopname. Econsultancy accepteert op voorhand geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Econsultancy uitgevoerde bodemonderzoek neemt.

In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econ- sultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie.

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ...... 1 2 VOORONDERZOEK ...... 1 2.1 Geraadpleegde bronnen ...... 1 2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek ...... 2 2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie ...... 2 2.4 Calamiteiten ...... 3 2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie ...... 3 2.6 Belendende percelen/terreindelen...... 3 2.7 Terreininspectie ...... 3 2.8 Toekomstige situatie ...... 3 2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten ...... 3 2.10 Bodemopbouw ...... 4 2.11 Geohydrologie ...... 4 3 CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET) ...... 4 4 VELDWERK ...... 4 4.1 Algemeen ...... 4 4.2 Grondonderzoek ...... 5 4.2.1 Uitvoering veldwerk ...... 5 4.2.2 Zintuiglijke waarnemingen ...... 5 4.3 Grondwateronderzoek ...... 5 4.3.1 Uitvoering veldwerk ...... 5 4.3.2 Bemonstering ...... 6 5 LABORATORIUMONDERZOEK ...... 6 5.1 Uitvoering analyses ...... 6 5.2 Toetsingskader ...... 7 5.3 Resultaten grond- en grondwatermonsters ...... 8 6 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES ...... 9

BIJLAGEN:

1. - Topografische ligging van de locatie 2a. - Locatieschets 2b. - Foto's onderzoekslocatie 3. - Boorprofielen 4a. - Analysecertificaten 4b. - Getoetste analyseresultaten 5. - Toetsingskader Circulaire bodemsanering 6. - Geraadpleegde bronnen

6987.001

1 INLEIDING

Econsultancy heeft van Rho Adviseurs voor leefruimte opdracht gekregen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek aan de Wilpsterweg 1a te Marum.

Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging als- mede de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Het verkennend bodemonderzoek heeft tot doel met een relatief geringe onderzoeksinspanning vast te stellen of op de onderzoekslocatie een grond- en/of grondwaterverontreiniging aanwezig is, tenein- de te bepalen of er milieuhygiënische belemmeringen zijn voor voorgenomen bestemmingsplanwijzi- ging alsmede de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Het vooronderzoek is verricht conform de NEN 5725:2017 "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van milieuhygiënisch vooronderzoek". Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 5740+A1:2016 "Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond".

Het veldwerk en de bemonstering zijn verricht onder certificaat op grond van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek", protocollen 2001 en 2002. De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader uit de Circulaire bodemsanering en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1). Tevens is reke- ning gehouden met de achtergrondgehalten in de grond, zoals deze door de gemeente Marum zijn vastgesteld.

Econsultancy is onder meer gecertificeerd voor de protocollen 2001 en 2002 van de BRL SIKB 2000. In dat kader verklaart Econsultancy geen eigenaar van de onderzoekslocatie te zijn of te worden.

2 VOORONDERZOEK

2.1 Geraadpleegde bronnen

De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente Marum aanwezige in- formatie (contactpersoon: mevrouw M. Lotens), informatie verkregen van de opdrachtgever (contact- persoon: de heer S. Latuputty) en informatie verkregen uit de op 3 augustus 2018 uitgevoerde terrein- inspectie.

Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over:

 het historische, huidige en toekomstige gebruik;  eventuele calamiteiten;  eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken;  de bodemopbouw en geohydrologie;  verhardingen, kabels en leidingen.

Bijlage 6 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 1 van 10

2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek

Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen en/of ter- reindelen binnen een afstand van 25 meter.

De onderzoekslocatie (± 400 m²) ligt aan de Wilpsterweg 1a, circa 1,5 kilometer ten noordoosten van de kern van Marum (zie bijlage 1). Het perceel, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, is kadastraal bekend gemeente Marum, sectie C, nummer 10112.

Volgens de topografische kaart van Nederland zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie X = 212.591, Y = 572.633. Het maaiveld bevindt zich volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl) op een hoogte van circa 2,5 m +NAP.

2.3 Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie

Volgens historisch kaartmateriaal uit de periode 1910 was de locatie, alsmede de omgeving ervan, destijds in agrarisch gebruik (weide) en werd extensief bewoond (figuur 1). Omstreeks 1980 is er een schuur op de onderzoekslocatie gerealiseerd.

Figuur 1. 1910 Figuur 2. 1950 Figuur 3. 1995

De onderzoekslocatie is momenteel in gebruik als schuur voor de opslag van goederen. De schuur is deels beklinkerd en voorzien van een betonverharding. In bijlage 2a is de huidige situatie op een loca- tieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie.

Bij de gemeente Marum is de aanwezigheid van een (voormalige) ondergrondse tank op de locatie bekend, echter is er verder geen informatie over de ligging en eventuele verwijdering bekend. Vol- gens de huidige eigenaar is er op de onderzoekslocatie nooit een tank aanwezig geweest. Ook zijn er geen gegevens bekend omtrent overige potentieel bodembedreigende activiteiten op de onder- zoekslocatie.

Er zijn geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten.

Uit bestudering van luchtfoto's en historisch kaartmateriaal blijkt dat de verkaveling sinds 1995 niet veranderd is. Verder blijkt uit de geraadpleegde bronnen geen aanwezigheid van ophogingen, dem- pingen of stortingen.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 2 van 10

2.4 Calamiteiten

Voor zover bij de opdrachtgever bekend hebben zich op de onderzoekslocatie in het verleden geen calamiteiten met een bodembedreigend karakter voorgedaan. Ook uit informatie van de gemeente Marum blijkt niet dat er zich in het verleden bodembedreigende calamiteiten hebben voorgedaan.

2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie

Op de onderzoekslocatie zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd.

2.6 Belendende percelen/terreindelen

In bijlage 6 zijn de geraadpleegde informatiebronnen voor de belendende percelen opgenomen. Het bodemgebruik van de omliggende percelen is als volgt:

 aan de noord- en zuidzijde bevindt zich grasland;  aan de oostzijde bevindt zich het woonhuis aan de Wilpsterweg 1a met siertuin;  aan de westzijde bevindt zich een sloot met aan de overzijde grasland.

Van de aangrenzende percelen zijn geen bodemonderzoeksgegevens bekend.

Van omliggende terreindelen/percelen worden géén grensoverschrijdende verontreinigingen ver- wacht.

2.7 Terreininspectie

Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een grond- en/of grondwa- terverontreiniging.

Tijdens de terreininspectie werd onder de betonnen vloer van de schuur een (voormalige) gierkelder opgemerkt. De schuur wordt heden enkel nog voor opslag van droge materialen gebruikt.

Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.

2.8 Toekomstige situatie

De initiatiefnemer is voornemens de schuur op de onderzoekslocatie te slopen en een woonhuis op de locatie te bouwen.

2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten

De provincie Grongingen heeft de lokale achtergrondgehalten van een aantal metalen, PAK en mine- rale olie voor grond vastgesteld (Regionale bodemkwaliteitskaart provincie Groningen, Oranjewoud, projectnummer: 245808, d.d. 8 maart 2013). De onderzoekslocatie ligt binnen de kwaliteitszone Marum, BG buitengebied zand, OG buitengebied klei. Binnen deze regio komen verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en minerale olie voor.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 3 van 10

2.10 Bodemopbouw

De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland uit een veldpodzolgrond, die vol- gens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit lemig fijn zand. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Boxtel.

2.11 Geohydrologie

Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± 3 m en wordt gevormd door de fijnzandige, matig goed doorlatende dekzandafzettingen, behorende tot de Formatie van Boxtel. Het eerste wa- tervoerend pakket wordt aan de onderzijde begrensd door kleiafzettingen van de Formatie van Peelo.

De gemiddelde stand van het freatisch grondwater bedraagt ± 2,0 m +NAP, waardoor het grondwater zich op ± 0,5 m -mv zou bevinden. Het water van het eerste watervoerend pakket stroomt volgens de isohypsenkaart in oostelijke richting.

Er liggen geen pompstations in de buurt van de onderzoekslocatie die van invloed zouden kunnen zijn op de grondwaterstroming ter plaatse van de onderzoekslocatie. De onderzoekslocatie ligt niet in een grondwaterbeschermings- en/of grondwaterwingebied.

3 CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET)

Uit het vooronderzoek blijkt dat er geen sprake is van bodembelasting, anders dan een regionale of landelijke diffuse achtergrondbelasting in de grond en het grondwater. Op de locatie worden geen verontreinigende stoffen verwacht in gehalten boven de landelijk of regionaal geldende achtergrond- waarde voor grond en/of de streefwaarde voor grondwater. Dit geldt zowel voor natuurlijke achter- grondgehalten als voor "antropogene" achtergrondgehalten, waarvan de oorzaak niet eenduidig is aan te wijzen. Op basis van het vooronderzoek is geconcludeerd dat de onderzoekslocatie onderzocht dient te wor- den volgens de strategie "onverdacht, niet lijnvormig" (ONV-NL). Bij onverdachte locaties luidt de onderzoekshypothese dat de bodem niet verontreinigd is.

4 VELDWERK

4.1 Algemeen

Het veldwerk van het verkennend bodemonderzoek omvat het zintuiglijk beoordelen van aanwezige bodemlagen door middel van het handmatig opboren van bodemmateriaal. De aanwezige bodemla- gen worden hierbij nauwkeurig beschreven en de posities van de betreffende monstername-punten worden op kaart vastgelegd. Dit is beschreven in paragraaf 4.2. De zintuiglijke beoordeling van de grond vormt de basis van de keuzes bij de inzet van de chemische analyse, zoals beschreven in hoofdstuk 5. Voor de bemonstering van grondwater, ten behoeve van chemische analyse, wordt ge- bruik gemaakt van te plaatsen peilbuizen. De wijze waarop de grondwatermonsters worden verkregen is beschreven in paragraaf 4.3.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 4 van 10

Tijdens het opstellen van het boorplan is rekening gehouden met de doelstellingen en de richtlijnen, die geformuleerd zijn in de inleiding. Daarnaast is rekening gehouden met de gegevens voortvloeiend uit het vooronderzoek en de ligging van kabels en leidingen. Bijlage 2a bevat de locatieschets met daarop aangegeven de situering van de boorpunten en de peilbuis. In bijlage 3 zijn de boorprofielen opgenomen.

4.2 Grondonderzoek

4.2.1 Uitvoering veldwerk

Het veldwerk is op 31 augustus 2018 uitgevoerd onder kwaliteitsverantwoordelijkheid van de heer A. Rondeel. Deze medewerker van Econsultancy staat geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 2001 van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonder- zoek".

In het totaal zijn er met behulp van een edelmanboor 5 boringen geplaatst; 3 boringen tot 1,0 m -mv, 2 boringen tot 2,0 m -mv en 1 boring tot 3,5 m -mv. Deze diepe boring is afgewerkt als peilbuis. Van het opgeboorde materiaal is een boorbeschrijving conform de NEN 5104 gemaakt en zijn er grond- monsters genomen over trajecten van ten hoogste 0,5 m, waarbij bodemlagen met verontreinigings- kenmerken of een afwijkende textuur separaat bemonsterd zijn.

4.2.2 Zintuiglijke waarnemingen

De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak tot matig siltig, zeer tot matig fijn zand. De ondergrond bestaat uit zwak tot sterk siltig, zeer tot matig fijn zand. Vanaf 2,4 m -mv bestaat de ondergrond uit zwak tot sterk zandige klei.

In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen.

Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op het maaiveld van de onderzoekslocatie, alsmede in de bo- dem, geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doel- stelling van het onderzoek de veldwerkzaamheden niet conform de NEN 5707 ("Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond") zijn uitgevoerd. De uitkomst van het onderzoek is met betrekking tot de parameter asbest derhalve indicatief.

4.3 Grondwateronderzoek

4.3.1 Uitvoering veldwerk

Centraal op de onderzoekslocatie is een peilbuis (filterstelling 2,4-3,4 m -mv) geplaatst. De filterstel- ling is bepaald op basis van de grondwaterstand, zoals deze tijdens de veldwerkzaamheden op 31 augustus is ingeschat. De peilbuis is direct na plaatsing afgepompt en na een wachttijd van minimaal een week is het grondwater bemonsterd.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 5 van 10

4.3.2 Bemonstering

De grondwaterbemonstering is op 10 september 2018 uitgevoerd door de heer P. Latunij. Deze me- dewerker van Econsultancy staat geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 2002 van de BRL SIKB 2000 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek".

De bemonstering is uitgevoerd conform de eisen uit het protocol 2002 van de BRL SIKB 2000 en de NEN 5744:2011. Tabel I geeft een overzicht van de peilbuisgegevens en de resultaten van de veld- metingen.

Tabel I. Overzicht gegevens peilbuis en veldmetingen grondwater

Peilbuis- Situering peilbuis Filterstelling Grondwaterstand Elektrisch gelei- Troebelheid nummer (m -mv) (m -mv) dingsvermogen (NTU) (µS/cm)

Pb 01 centraal op onderzoekslocatie 2,4-3,4 1,61 490 23

5 LABORATORIUMONDERZOEK

5.1 Uitvoering analyses

Alle grond- en grondwatermonsters zijn aangeboden aan een laboratorium dat is erkend door de Raad voor Accreditatie en AS3000-geaccrediteerd is voor milieuhygiënisch bodemonderzoek. In het laboratorium zijn in totaal 2 grondmengmonsters samengesteld (1 grondmengmonster van de boven- grond en 1 grondmengmonster van de ondergrond. De 2 grondmengmonsters en het grondwater- monster zijn geanalyseerd op een van de volgende pakketten:

- standaardpakket grond: droge stof, lutum en organische stof, metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, mo- lybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en minerale olie;

- standaardpakket grondwater: metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten (BTEX), styreen, naftaleen, gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOX) en minerale olie.

Tabel II geeft een overzicht van de samenstelling van de grondmengmonsters en de analysepakket- ten.

Tabel II. Overzicht van de samenstelling van de grondmengmonsters en de analysepakketten

Grondmeng- Traject Analysepakket Bijzonderheden monster (m -mv)

MM1 01 (0,16 - 0,60) 02 (0,07 - 0,50) standaardpakket grond zand; bovengrond 03 (0,11 - 0,50) 04 (0,12 - 0,60) (zintuiglijk schoon) 05 (0,20 - 0,70) MM2 01 (0,60 - 1,10) 01 (1,10 - 1,60) standaardpakket grond zand; ondergrond 02 (0,50 - 0,90) 02 (0,90 - 1,30) (zintuiglijk schoon)

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 6 van 10

5.2 Toetsingskader

De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader uit de Circulaire bodemsanering en aan de achtergrondwaarden voor grond uit de Regeling bodemkwaliteit (bijlage B, tabel 1). Dit toetsingskader voor de beoordeling van de gehalten en/of concentraties van verontreinigingen is gegeven in de toet- singstabel en bevat voor grond en grondwater elk drie te onderscheiden waarden met de verschillen- de niveaus:

- achtergrondwaarde: deze waarde ("AW") geeft de gehalten aan zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigings- bronnen;

- streefwaarde: deze waarde ("S") geeft het milieukwaliteitsniveau aan voor grondwater, waarbij als nadelig te waarderen effecten verwaarloosbaar worden geacht;

- tussenwaarde: deze waarde ("T") is de helft van de som van de achtergrondwaarde (of in het geval van grondwater de streefwaarde) en de interventiewaarde. De tussenwaarde is de concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek moet worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging be- staat;

- interventiewaarde: deze waarde ("I") geeft het niveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij gehalten en/of concentraties boven de interventiewaarde is er sprake van een sterke verontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarde wordt vaak een nader onderzoek uitge- voerd om de ernst van de verontreiniging en de spoedeisendheid van de sanering te bepalen. Wanneer het boven de tussenwaarde of interventiewaarde gelegen gehalte een natuurlijke oorsprong heeft, is uit- voering van vervolgonderzoek meestal niet noodzakelijk.

In bijlage 5 is de toetsingstabel opgenomen uit de eerder genoemde circulaires. Deze bijlage bevat de achtergrondwaarden en de interventiewaarden voor een standaardbodem (10% organische stof en 25% lutum). De gemeten gehalten zijn door middel van een BoToVa-toetsing, met behulp van de door het laboratorium bepaalde waarden voor het organische stof- en lutumgehalte, omgerekend naar gehalten in een standaardbodem en vervolgens getoetst.

De gebruikte analysetechnieken zijn weergegeven op de certificaten in bijlage 4a. Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt de volgende terminologie gebruikt:

Grond: - niet verontreinigd: gehalte < achtergrondwaarde en/of detectielimiet; - licht verontreinigd: gehalte > achtergrondwaarde en < tussenwaarde; - matig verontreinigd: gehalte > tussenwaarde < interventiewaarde; - sterk verontreinigd: gehalte > interventiewaarde.

Grondwater: - niet verontreinigd: concentratie < streefwaarde en/of detectielimiet; - licht verontreinigd: concentratie > streefwaarde en < tussenwaarde; - matig verontreinigd: concentratie > tussenwaarde < interventiewaarde; - sterk verontreinigd: concentratie > interventiewaarde.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 7 van 10

5.3 Resultaten grond- en grondwatermonsters

Tabel III geeft een overzicht van de parameters in de grond die de geldende toetsingskaders over- schrijden.

Tabel III. Overschrijdingen toetsingskaders grond

Grondmeng- Traject Gehalte > AW Gehalte > T Gehalte > I monster (m -mv) (licht verontreinigd) (matig verontreinigd) (sterk verontreinigd)

MM1 01 (0,16 - 0,60) 02 (0,07 - 0,50) - - - 03 (0,11 - 0,50) 04 (0,12 - 0,60) 05 (0,20 - 0,70)

MM2 01 (0,60 - 1,10) 01 (1,10 - 1,60) - - - 02 (0,50 - 0,90) 02 (0,90 - 1,30)

Tabel IV geeft een overzicht van de parameters in het grondwater die het geldende toetsingskader overschrijden.

Tabel IV. Overschrijdingen toetsingskader grondwater

Grondwater- Situering Concentratie > S Concentratie > T Concentratie > I monster peilbuis (licht verontreinigd) (matig verontreinigd) (sterk verontreinigd)

Pb 01 Centraal op de onderzoekslocatie barium - -

Bijlage 4a bevat de door het laboratorium aangeleverde analysecertificaten. Bijlage 4b bevat de ge- toetste analyseresultaten.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 8 van 10

6 SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES

Econsultancy heeft in opdracht van Rho Adviseurs voor leefruimte een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Wilpsterweg 1a te Marum.

Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging als- mede de voorgenomen nieuwbouw op de onderzoekslocatie.

Op basis van het vooronderzoek is geconcludeerd dat de onderzoekslocatie onderzocht dient te wor- den volgens de strategie "onverdacht, niet lijnvormig" (ONV-NL). Bij onverdachte locaties luidt de onderzoekshypothese dat de bodem niet verontreinigd is.

De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak tot matig siltig, zeer tot matig fijn zand. De ondergrond bestaat uit zwak tot sterk siltig, zeer tot matig fijn zand. Vanaf 2,4 m -mv bestaat de ondergrond uit zwak tot sterk zandige klei.

In het opgeboorde materiaal zijn zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen.

Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veld- werkzaamheden geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten.

In de bovengrond zijn geen verontreinigingen geconstateerd. In de ondergrond zijn eveneens geen verontreinigingen geconstateerd.

In het grondwater is een lichte verontreiniging met barium geconstateerd.

De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie als "onverdacht" kan worden beschouwd wordt, op basis van de onderzoeksresultaten, niet geheel bevestigd. Gelet op de aard en mate van verontreiniging, bestaat er géén reden voor een nader onderzoek en bestaan er met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem géén belemmeringen voor de bestemmingsplanwijziging van de onderzoekslocatie.

Op de schuur zijn eternit golfplaten waargenomen. Van dit soort asbesthoudende golfplaten is bekend dat, gedurende de periode dat deze asbesthoudende golfplaten op het dak gesitueerd zijn geweest (> 20 jaar), deze onderhavig zijn aan (sterke) verwering door weersinvloeden e.d.. Als gevolg van deze verwering spoelen asbestvezels van dit plaatmateriaal van het dak af en komt op de onderliggende bodem terecht. Diverse bodemonderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat in de "inspoelzone" van regenwater onder dergelijke asbestdaken zónder dakgoot vaak zéér hoge asbestgehalten bevat- ten (ver boven de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s.). Derhalve adviseert Econsultancy om, ten tijde van de herontwikkeling van de onderzoekslocatie (na de sloop van de schuur) over de gehele lengte van het onverharde terreindeel direct onder de dakranden, middels een BUS-melding, een bodemsanering uit te voeren. Als alternatief is het, in overleg met het bevoegd gezag, mogelijk uit- voerbaar om deze bodemlaag gelijktijdig met de sloop van de schuur te saneren. Voor beide scena- rio’s adviseert Econsultancy de bodemlaag tot 1,5 meter vanaf de muur, tot een diepte van 0,2 m -mv (onder milieukundige begeleiding) te saneren en af te voeren naar een erkend verwerker.

Indien er werkzaamheden plaatsvinden, waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zonder meer wor- den afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mo- gelijk van toepassing.

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 9 van 10

Econsultancy Boxmeer, 21 september 2018

Rapport 6987.001 versie D1 Pagina 10 van 10 Bijlage 1 Topografische ligging van de locatie

Schaal 1:25.000 Deze kaart is noordgericht

Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie

Foto 1.

Foto 2. Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie

Foto 3.

Foto 4. Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie

Foto 5.

Foto 6. Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie

Foto 7.

Foto 8. Bijlage 3a Boorprofielen

Boorprofielen Pagina 1 van 1

Boring: 01 Boring: 02

0 klinker 0 strooisel 0 0 7 16 Kernboor Schep, hooi en stro laag Zand, zeer fijn, zwak siltig, 1 Zand, zeer fijn, zwak siltig, 1 donkerbeige, Edelmanboor beigegrijs, Edelmanboor 50 50

2 2 90 100 100 Zand, matig fijn, zwak siltig, 3 bruinbeige, Edelmanboor

130 3 Zand, zeer fijn, matig siltig, 150 150 lichtgrijs, Edelmanboor 160 Zand, matig fijn, matig siltig, 4 grijsbeige, Edelmanboor 4 200 200 210 200 Zand, zeer fijn, sterk siltig, licht 5 beigegrijs, Edelmanboor 240 250 Klei, sterk zandig, lichtgrijs, Edelmanboor

280 Klei, zwak zandig, donkergrijs, 300 Edelmanboor

320 Klei, matig zandig, neutraalgrijs, Edelmanboor 350 350

Boring: 03 Boring: 04

0 klinker 0 klinker 0 7 0 7 11 12 Zand, matig fijn, zwak siltig, Zand, matig fijn, zwak siltig, 1 beigegrijs, Edelmanboor beigegrijs, Edelmanboor 1 Zand, matig fijn, zwak siltig, Zand, zeer fijn, zwak siltig, 50 50 lichtbruin, Edelmanboor 60 lichtbruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, 2 2 donkerbeige, Edelmanboor

100 100 100 100

Boring: 05

0 klinker 0 16 Kernboor Zand, zeer fijn, matig siltig, licht bruinbeige, Edelmanboor 1 50

70 Zand, matig fijn, zwak siltig, 2 donkerbeige, Edelmanboor 100 100

Projectcode: 6987.001 Boormeester: A.G.C.Rondeel

Getekend volgens NEN 5104 Bijlage 4a Analysecertificaten Econsultancy T.a.v. F.M. IJdema Rapenstraat 2 5831 GJ BOXMEER

Analysecertificaat

Datum: 06-Sep-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2018126100/1 Uw project/verslagnummer 6987.001 Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 31-Aug-2018

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Uw project/verslagnummer 6987.001 Certificaatnummer/Versie 2018126100/1 Uw projectnaam Startdatum 31-Aug-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 06-Sep-2018/15:37 Bijlage A,B,C Monsternemer A.G.C. Rondeel Pagina 1/2 Monstermatrix Grond (AS3000)

Analyse Eenheid 1 2

Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Uitgevoerd

Bodemkundige analyses S Droge stof % (m/m) 93.1 88.0 S Organische stof % (m/m) ds 0.9 <0.7 Gloeirest % (m/m) ds 99.0 99.5 S Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2.0 <2.0

Metalen S Barium (Ba) mg/kg ds <20 <20 S Cadmium (Cd) mg/kg ds <0.20 <0.20 S Kobalt (Co) mg/kg ds <3.0 <3.0 S Koper (Cu) mg/kg ds <5.0 <5.0 S Kwik (Hg) mg/kg ds <0.050 <0.050 S Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1.5 <1.5 S Nikkel (Ni) mg/kg ds <4.0 <4.0 S Lood (Pb) mg/kg ds <10 <10 S Zink (Zn) mg/kg ds <20 <20

Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3.0 <3.0 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5.0 <5.0 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <5.0 <5.0 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <11 <11 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 5.4 <5.0 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6.0 <6.0 S Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <35 <35

Polychloorbifenylen, PCB S PCB 28 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB 52 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB 101 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB 118 mg/kg ds <0.0010 <0.0010

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 MM1 01 (16-60) 02 (7-50) 03 (11-50) 04 (12-60) 05 (20-70) 31-Aug-2018 10280954 2 MM2 01 (60-110) 01 (110-160) 02 (50-90) 02 (90-130) 31-Aug-2018 10280955

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Uw project/verslagnummer 6987.001 Certificaatnummer/Versie 2018126100/1 Uw projectnaam Startdatum 31-Aug-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 06-Sep-2018/15:37 Bijlage A,B,C Monsternemer A.G.C. Rondeel Pagina 2/2 Monstermatrix Grond (AS3000)

Analyse Eenheid 1 2 S PCB 138 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB 153 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB 180 mg/kg ds <0.0010 <0.0010 S PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0.0049 1) 0.0049 1)

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK S Naftaleen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Fenanthreen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Anthraceen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Fluorantheen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Chryseen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0.050 <0.050 S Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0.050 <0.050 S PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0.35 1) 0.35 1)

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 MM1 01 (16-60) 02 (7-50) 03 (11-50) 04 (12-60) 05 (20-70) 31-Aug-2018 10280954 2 MM2 01 (60-110) 01 (110-160) 02 (50-90) 02 (90-130) 31-Aug-2018 10280955

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting Akkoord A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting Pr.coörd. V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend VA Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2018126100/1 Pagina 1/1

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monstername ID/Monsteromsch.

10280954 01 1 16 60 0535657369 980128024 10280954 02 1 7 50 0535657367 980128024 10280954 03 1 11 50 0535657363 980128024 10280954 04 1 12 60 0535657359 980128024 10280954 05 1 20 70 0535657361 980128024

10280955 01 2 60 110 0535657370 980128025 10280955 01 3 110 160 0535657373 980128025 10280955 02 2 50 90 0535657366 980128025 10280955 02 3 90 130 0535657365 980128025

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2018126100/1

Pagina 1/1

Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 .

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2018126100/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Cryogeen malen AS3000 W0106 Voorbehandeling Cf. AS3000

Droge Stof W0104 Gravimetrie Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-EN 15934

Organische stof (gloeiverlies) W0109 Gravimetrie Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754

Korrelgrootte < 2 µm (lutum) W0171 Sedimentatie Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753

Barium (Ba) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Cadmium (Cd) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kobalt (Co) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Koper (Cu) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kwik (Hg) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Molybdeen (Mo) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nikkel (Ni) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Lood (Pb) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0423 ICP-MS Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Minerale Olie (C10-C40) W0202 GC-FID Cf. pb 3010-7 en gw. NEN-EN-ISO 16703

PCB (7) W0271 GC-MS Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980

PAK (10) (VROM) W0271 GC-MS Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287

PAK som AS3000/AP04 W0271 GC-MS Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Econsultancy T.a.v. F.M. IJdema Rapenstraat 2 5831 GJ BOXMEER

Analysecertificaat

Datum: 13-Sep-2018

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek.

Certificaatnummer/Versie 2018130522/1 Uw project/verslagnummer 6987.001 Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen 10-Sep-2018

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De analyse resultaten hebben alleen betrekking op het beproefde object.

De grondmonsters worden tot 4 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 werkdag voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum: Naam: Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet,

Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Technical Manager

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Uw project/verslagnummer 6987.001 Certificaatnummer/Versie 2018130522/1 Uw projectnaam Startdatum 10-Sep-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 13-Sep-2018/12:58 Bijlage A,B,C Monsternemer Latunij Pagina 1/2 Monstermatrix Water (AS3000)

Analyse Eenheid 1

Metalen S Barium (Ba) µg/L 150 S Cadmium (Cd) µg/L <0.20 S Kobalt (Co) µg/L <2.0 S Koper (Cu) µg/L <2.0 S Kwik (Hg) µg/L <0.050 S Molybdeen (Mo) µg/L <2.0 S Nikkel (Ni) µg/L 4.5 S Lood (Pb) µg/L <2.0 S Zink (Zn) µg/L 20

Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen S Benzeen µg/L <0.20 S Tolueen µg/L <0.20 S Ethylbenzeen µg/L <0.20 S o-Xyleen µg/L <0.10 S m,p-Xyleen µg/L <0.20 S Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 0.21 1) BTEX (som) µg/L <0.90 S Naftaleen µg/L <0.020 S Styreen µg/L <0.20

Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen S Dichloormethaan µg/L <0.20 S Trichloormethaan µg/L <0.20 S Tetrachloormethaan µg/L <0.10 S Trichlooretheen µg/L <0.20 S Tetrachlooretheen µg/L <0.10 S 1,1-Dichloorethaan µg/L <0.20 S 1,2-Dichloorethaan µg/L <0.20 S 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0.10 S 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0.10 S cis 1,2-Dichlooretheen µg/L <0.10

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 Pb 01 10-Sep-2018 10294399

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Analysecertificaat

Uw project/verslagnummer 6987.001 Certificaatnummer/Versie 2018130522/1 Uw projectnaam Startdatum 10-Sep-2018 Uw ordernummer Rapportagedatum 13-Sep-2018/12:58 Bijlage A,B,C Monsternemer Latunij Pagina 2/2 Monstermatrix Water (AS3000)

Analyse Eenheid 1 S trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0.10 CKW (som) µg/L <1.6 S Tribroommethaan µg/L <0.20 S Vinylchloride µg/L <0.10 S 1,1-Dichlooretheen µg/L <0.10 S 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 0.14 1) S 1,1-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S 1,2-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S 1,3-Dichloorpropaan µg/L <0.20 S Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/L 0.42

Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L <10 Minerale olie (C12-C16) µg/L <10 Minerale olie (C16-C21) µg/L <10 Minerale olie (C21-C30) µg/L <15 Minerale olie (C30-C35) µg/L <10 Minerale olie (C35-C40) µg/L <10 S Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L <50

Nr. Monsteromschrijving Datum monstername Monster nr. 1 Pb 01 10-Sep-2018 10294399

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting Akkoord A: AP04 erkende verrichting S: AS SIKB erkende verrichting Pr.coörd. V: VLAREL erkende verrichting Eurofins Analytico B.V. M: MCERTS erkend VA Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), TESTEN P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). RvA L010 BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2018130522/1 Pagina 1/1

Monster nr. Boornr Omschrijving Van Tot Barcode Monstername ID/Monsteromsch.

10294399 01 1 240 340 0680323830 980128312 10294399 01 2 240 340 0680323829 980128312 10294399 01 3 240 340 0800673450 980128312

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2018130522/1

Pagina 1/1

Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 .

Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2018130522/1 Pagina 1/1

Analyse Methode Techniek Methode referentie

Aromaten (BTEXN) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Barium (Ba) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Cadmium (Cd) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kobalt (Co) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Koper (Cu) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Kwik (Hg) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Molybdeen (Mo) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Nikkel (Ni) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Lood (Pb) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Zink (Zn) W0421 ICP-MS Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2

Xylenen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Styreen W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

VOCl (11) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Tribroommethaan (Bromoform) W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Vinylchloride W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,1-Dichlooretheen W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

DiClEtheen som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,1-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,2-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

1,3-Dichloorpropaan W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

DiChlprop. som AS3000 W0254 HS-GC-MS Cf. pb 3130-1

Minerale olie (C10-C40) W0215 GC-FID Cf. pb 3110-5

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juni 2016.

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 42-46 Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV 3771 NB Barneveld Fax +31 (0)34 242 63 99 IBAN: NL71BNPA0227924525 en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. Omgeving), P.O. Box 459 E-mail [email protected] BIC: BNPANL2A het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) 3770 AL Barneveld NL Site www.eurofins.nl KvK/CoC No. 09088623 en door de overheid van Luxemburg (MEV). BTW/VAT No. NL 8043.14.883.B01 Bijlage 4b Getoetste analyseresultaten BoToVa T12 Toetsing Wbb grond

Projectnummer 6987.001 Projectnaam Ordernummer Datum monstername 31-08-2018 Monsternemer A.G.C. Rondeel Certificaatnummer 2018126100 Startdatum 31-08-2018 Rapportagedatum 06-09-2018

Analyse Eenheid 1 GSSD Oordeel RG AW T I

Bodemtype correctie Organische stof 0,9 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) 2 Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 93,1 93,1 Organische stof % (m/m) ds 0,9 0,9 Gloeirest % (m/m) ds 99 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2,0 1,4 Metalen Barium (Ba) mg/kg ds <20 54,25 20 190 555 920 Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,20 0,241 - 0,2 0,6 6,8 13 Kobalt (Co) mg/kg ds <3,0 7,383 - 3 15 103 190 Koper (Cu) mg/kg ds <5,0 7,241 - 5 40 115 190 Kwik (Hg) mg/kg ds <0,050 0,0502 - 0,05 0,15 18,1 36 Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190 Nikkel (Ni) mg/kg ds <4,0 8,167 - 4 35 67,5 100 Lood (Pb) mg/kg ds <10 11,02 - 10 50 290 530 Zink (Zn) mg/kg ds <20 33,22 - 20 140 430 720 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 10,5 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 17,5 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <5,0 17,5 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <11 38,5 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds 5,4 27 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 21 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <35 122,5 - 35 190 2600 5000 Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 52 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 101 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 118 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 138 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 153 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 180 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0,0049 0,0245 - 0,007 0,02 0,51 1 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds <0,050 0,035 Fenanthreen mg/kg ds <0,050 0,035 Anthraceen mg/kg ds <0,050 0,035 Fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0,050 0,035 Chryseen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0,050 0,035 Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0,050 0,035 PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0,35 0,35 - 0,35 1,5 20,8 40

Legenda

Nr. Analytico-nr Monster 1 10280954 MM1 01 (16-60) 02 (7-50) 03 (11-50) 04 (12-60) 05(20-70)

Eindoordeel: Voldoet aan Achtergrondwaarde

Gebruikte afkortingen - kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde * groter dan Achtergrondwaarde ** groter dan Tussenwaarde *** groter dan Interventiewaarde

GSSD Gestandaardiseerd gehalte RG Vereiste Rapportagegrens AW Achtergrondwaarde T Tussenwaarde I Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa. Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/ N.B.: de vermelde tussenwaarde is door PAIS berekend en is niet afkomstig uit BoToVa BoToVa T12 Toetsing Wbb grond

Projectnummer 6987.001 Projectnaam Ordernummer Datum monstername 31-08-2018 Monsternemer A.G.C. Rondeel Certificaatnummer 2018126100 Startdatum 31-08-2018 Rapportagedatum 06-09-2018

Analyse Eenheid 2 GSSD Oordeel RG AW T I

Bodemtype correctie Organische stof 0,7 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) 2 Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000 Uitgevoerd Bodemkundige analyses Droge stof % (m/m) 88 88 Organische stof % (m/m) ds <0,7 0,49 Gloeirest % (m/m) ds 99,5 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) % (m/m) ds <2,0 1,4 Metalen Barium (Ba) mg/kg ds <20 54,25 20 190 555 920 Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,20 0,241 - 0,2 0,6 6,8 13 Kobalt (Co) mg/kg ds <3,0 7,383 - 3 15 103 190 Koper (Cu) mg/kg ds <5,0 7,241 - 5 40 115 190 Kwik (Hg) mg/kg ds <0,050 0,0502 - 0,05 0,15 18,1 36 Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 1,05 - 1,5 1,5 95,8 190 Nikkel (Ni) mg/kg ds <4,0 8,167 - 4 35 67,5 100 Lood (Pb) mg/kg ds <10 11,02 - 10 50 290 530 Zink (Zn) mg/kg ds <20 33,22 - 20 140 430 720 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) mg/kg ds <3,0 10,5 Minerale olie (C12-C16) mg/kg ds <5,0 17,5 Minerale olie (C16-C21) mg/kg ds <5,0 17,5 Minerale olie (C21-C30) mg/kg ds <11 38,5 Minerale olie (C30-C35) mg/kg ds <5,0 17,5 Minerale olie (C35-C40) mg/kg ds <6,0 21 Minerale olie totaal (C10-C40) mg/kg ds <35 122,5 - 35 190 2600 5000 Polychloorbifenylen, PCB PCB 28 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 52 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 101 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 118 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 138 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 153 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB 180 mg/kg ds <0,0010 0,0035 PCB (som 7) (factor 0,7) mg/kg ds 0,0049 0,0245 - 0,007 0,02 0,51 1 Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds <0,050 0,035 Fenanthreen mg/kg ds <0,050 0,035 Anthraceen mg/kg ds <0,050 0,035 Fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds <0,050 0,035 Chryseen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(a)pyreen mg/kg ds <0,050 0,035 Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds <0,050 0,035 Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds <0,050 0,035 PAK VROM (10) (factor 0,7) mg/kg ds 0,35 0,35 - 0,35 1,5 20,8 40

Legenda

Nr. Analytico-nr Monster 2 10280955 MM2 01 (60-110) 01 (110-160) 02 (50-90) 02 (90-130)

Eindoordeel: Voldoet aan Achtergrondwaarde

Gebruikte afkortingen - kleiner dan of gelijk aan Achtergrondwaarde * groter dan Achtergrondwaarde ** groter dan Tussenwaarde *** groter dan Interventiewaarde

GSSD Gestandaardiseerd gehalte RG Vereiste Rapportagegrens AW Achtergrondwaarde T Tussenwaarde I Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa. Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/ N.B.: de vermelde tussenwaarde is door PAIS berekend en is niet afkomstig uit BoToVa BoToVa T13 Toetsing Wbb grondwater (ondiep)

Projectnummer 6987.001 Projectnaam Ordernummer Datum monstername 10-09-2018 Monsternemer Latunij Certificaatnummer 2018130522 Startdatum 10-09-2018 Rapportagedatum

Analyse Eenheid 1 GSSD Oordeel RG S T I

Metalen Barium (Ba) µg/L 150 150 * 20 50 338 625 Cadmium (Cd) µg/L <0,20 0,14 - 0,2 0,4 3,2 6 Kobalt (Co) µg/L <2,0 1,4 - 2 20 60 100 Koper (Cu) µg/L <2,0 1,4 - 2 15 45 75 Kwik (Hg) µg/L <0,050 0,035 - 0,05 0,05 0,175 0,3 Molybdeen (Mo) µg/L <2,0 1,4 - 2 5 153 300 Nikkel (Ni) µg/L 4,5 4,5 - 3 15 45 75 Lood (Pb) µg/L <2,0 1,4 - 2 15 45 75 Zink (Zn) µg/L 20 20 - 10 65 433 800 Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen µg/L <0,20 0,14 - 0,2 0,2 15,1 30 Tolueen µg/L <0,20 0,14 - 0,2 7 504 1000 Ethylbenzeen µg/L <0,20 0,14 - 0,2 4 77 150 o-Xyleen µg/L <0,10 0,07 m,p-Xyleen µg/L <0,20 0,14 Xylenen (som) factor 0,7 µg/L 0,21 0,21 - 0,2 0,2 35,1 70 BTEX (som) µg/L <0,90 Naftaleen µg/L <0,020 0,014 - 0,02 0,01 35 70 Styreen µg/L <0,20 0,14 - 0,2 6 153 300 Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L <0,20 0,14 - 0,2 0,01 500 1000 Trichloormethaan µg/L <0,20 0,14 - 0,2 6 203 400 Tetrachloormethaan µg/L <0,10 0,07 - 0,1 0,01 5 10 Trichlooretheen µg/L <0,20 0,14 - 0,2 24 262 500 Tetrachlooretheen µg/L <0,10 0,07 - 0,1 0,01 20 40 1,1-Dichloorethaan µg/L <0,20 0,14 - 0,2 7 454 900 1,2-Dichloorethaan µg/L <0,20 0,14 - 0,2 7 204 400 1,1,1-Trichloorethaan µg/L <0,10 0,07 - 0,1 0,01 150 300 1,1,2-Trichloorethaan µg/L <0,10 0,07 - 0,1 0,01 65 130 cis 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 0,07 trans 1,2-Dichlooretheen µg/L <0,10 0,07 CKW (som) µg/L <1,6 Tribroommethaan µg/L <0,20 0,14 630 Vinylchloride µg/L <0,10 0,07 - 0,2 0,01 2,5 5 1,1-Dichlooretheen µg/L <0,10 0,07 - 0,1 0,01 5 10 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7 µg/L 0,14 0,14 - 0,2 0,01 10 20 1,1-Dichloorpropaan µg/L <0,20 0,14 1,2-Dichloorpropaan µg/L <0,20 0,14 1,3-Dichloorpropaan µg/L <0,20 0,14 Dichloorpropanen som factor 0.7 µg/L 0,42 0,42 - 0,6 0,8 40,4 80 Minerale olie Minerale olie (C10-C12) µg/L <10 7 Minerale olie (C12-C16) µg/L <10 7 Minerale olie (C16-C21) µg/L <10 7 Minerale olie (C21-C30) µg/L <15 10,5 Minerale olie (C30-C35) µg/L <10 7 Minerale olie (C35-C40) µg/L <10 7 Minerale olie totaal (C10-C40) µg/L <50 35 - 50 50 325 600 Extra parameters som 16 aromatische oplosmiddelen µg/L 0,77 Geen oordeel mogelijk

Legenda

Nr. Analytico-nr Monster 1 10294399 Pb 01

Eindoordeel: Overschrijding Streefwaarde

Gebruikte afkortingen - kleiner dan of gelijk aan Streefwaarde * groter dan Streefwaarde ** groter dan Tussenwaarde *** groter dan Interventiewaarde

GSSD Gestandaardiseerd gehalte RG Vereiste Rapportagegrens S Streefwaarde T Tussenwaarde I Interventiewaarde

Deze toetsing is uitgevoerd met behulp van BoToVa. Zie voor info: http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/instrumenten/botova/ N.B.: de vermelde tussenwaarde is door PAIS berekend en is niet afkomstig uit BoToVa Bijlage 5 Toetsingskader Circulaire bodemsanering

AW = achtergrondwaarde S = streefwaarde I = interventiewaarde t.b.v. sanering(-sonderzoek)

voorkomen in: Grond/sediment Grondwater (μg/l opgelost, tenzij (mg/kg droge stof) anders vermeld) Stof/niveau

AW I S I

I. Metalen antimoon (Sb) 4,0 22 - 20 arseen (As) 20 76 10 60 barium (Ba) - 920* 50 625 cadmium (Cd) 0,60 13 0,4 6 chroom (Cr) 55 - 1 30 chroom III - 180 - - chroom VI - 78 - - cobalt (Co) 15 190 20 100 koper (Cu 40 190 15 75 kwik (Hg) 0,15 - 0,05 0,3 kwik (anorganisch) - 36 - - kwik (organisch) - 4 - - lood (Pb) 50 530 15 75 molybdeen (Mo) 1,5 190 5 300 nikkel (Ni) 35 100 15 75 tin (Sn) 6,5 - - - vanadium (V) 80 - - - zink (Zn) 140 720 65 800

II. Anorganische verbindingen chloride - - 100 (Cl/l) - cyaniden-vrij 3 20 5 1500 cyaniden-complex 5,5 50 10 1500 thiocyanaat 6,0 20 - 1500

III. Aromatische verbindingen benzeen 0,20 1,1 0,2 30 ethylbenzeen 0,20 110 4 150 tolueen 0,20 32 7 1000 xylenen 0,45 17 0,2 70 styreen (vinylbenzeen) 0,25 86 6 300 fenol 0,25 14 0,2 2000 cresolen (som) 0,30 13 0,2 200 dodecylbenzeen 0,35 - - - aromatische oplosmiddelen (som) 2,5 - - -

IV. Polycyclische aromatische kool- waterstoffen (PAK's) naftaleen 0,01 70 antraceen 0,0007 5 fenantreen 0,003 5 fluoranteen 0,003 1 benzo(a)antraceen 0,0001 0,5 chryseen 0,003 0,2 benzo(a)pyreen 0,0005 0,05 benzo(ghi)peryleen 0,0003 0,05 benzo(k)fluoranteen 0,0004 0,05 indeno(1,2,3cd)pyreen 0,0004 0,05 PAK (som 10) 1,5 40 - -

V. Gechloreerde koolwaterstoffen vinylchloride 0,10 0,1 0,01 5 dichloormethaan 0,10 3,9 0,01 1000 1,1-dichloorethaan 0,20 15 7 900 1,2-dichloorethaan 0,20 6,4 7 400 1,1-dichlooretheen 0,30 0,3 0,01 10 1,2-dichlooretheen (cis- en trans-) 0,30 1 0,01 20 dichloorpropanen 0,80 2 0,8 80 trichloormethaan (chloroform) 0,25 5,6 6 400 1,1,1-trichloorethaan 0,25 15 0,01 300 1,1,2-trichloorethaan 0,3 10 0,01 130 trichlooretheen (Tri) 0,25 2,5 24 500 tetrachloormethaan (Tetra) 0,30 0,7 0,01 10 tetrachlooretheen (Per) 0,15 8,8 0,01 40

monochloorbenzeen 0,20 15 7 180 dichloorbenzenen 2,0 19 3 50 trichloorbenzenen 0,015 11 0,01 10 tetrachloorbenzenen 0,0090 2,2 0,01 2,5 pentachloorbenzeen 0,0025 6,7 0,003 1 hexachloorbenzeen 0,0085 2,0 0,0009 0,5

monochloorfenolen(som) 0,045 54 0,3 100 dichloorfenolen (som) 0,20 22 0,2 30 trichloorfenolen (som) 0,0030 22 0,03 10 tetrachloorfenolen (som) 0,015 21 0,01 10 pentachloorfenol 0,0030 12 0,04 3

PCB's (som 7) 0,020 1 0,01 0,01 chloornaftaleen (som) 0,070 23 - 6 monochlooranilinen (som) 0,20 50 - 30 dioxine (som I-TEQ) 0,00018 - 0,000055 - pentachlooraniline - - 0,15 - * De norm voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene bodemverontreiniging. Voor overige situaties is de norm voor barium tijdelijk buiten werking gesteld. Bijlage 5 Toetsingskader Circulaire bodemsanering

voorkomen in: Grond/sediment Grondwater (μg/l opgelost, tenzij (mg/kg droge stof) anders vermeld) Stof/niveau

AW I S I

VI. Bestrijdingsmiddelen chloordaan 0,0200 4 0,02 ng/l 0,2 DDT (som) 0,20 1,7 - DDE (som) 0,10 2,3 - DDD (som) 0,020 34 - DDT/DDE/DDD (som) - - 0,004 ng/l 0,01 aldrin - 0,32 0,009 ng/l - dieldrin - - 0,1 ng/l - endrin - - 0,04 ng/l - drins (som) 0,015 4 - 0,1 -endosulfan 0,00090 4 0,2 ng/l 5 -HCH 0,0010 17 33 ng/l - -HCH 0,0020 1,6 8 ng/l - -HCH (lindaan) 0,0030 1,2 9 ng/l - HCH-verbindingen (som) - - 0,05 1 heptachloor 0,00070 4 0,005 ng/l 0,3 heptachloorepoxide (som) 0,0020 4 0,005 ng/l 3 hexachloorbutadieen 0,003 - - - organochloorhoudende 0,40 - - - bestrijdingsmiddelen(som landbodem) azinfos-methyl 0,0075 - - - organotin verbindingen (som) 0,15 2,5 0,05-16 ng/l 0,7 tributyltin (TBT) 0,065 - - - MCPA 0,55 4 0,02 50 atracine 0,035 0,71 29 ng/l 150 carburyl 0,15 0,45 2 ng/l 50 carbofuran 0,017 0,017 9 ng/l 100 4-chloormethylfenolen (som) 0,60 - - - niet-chloorhoudende bestr.mid. (som) 0,090 - - -

VII. Overige verontreinigingen asbest - 100 - - cyclohexanon 2,0 150 0,5 15000 dimethyl ftalaat 0,045 82 - - diethyl ftalaat 0,045 53 - - di-isobutylftalaat 0,045 17 - - dibutyl ftalaat 0,070 36 - - butyl benzylftalaat 0,070 48 - - dihexyl ftalaat 0,070 220 - - di(2-ethylhexyl)ftalaat 0,045 60 - - ftalaten (som) - - 0,5 5 minerale olie 190 5000 50 600 pyridine 0,15 11 0,5 30 tetrahydrofuran 0,45 7 0,5 300 tetrahydrothiofeen 1,5 8,8 0,5 5000 tribroommethaan 0,20 75 - 630 ethyleenglycol 5,0 - - - diethyleenglycol 8,0 - - - acrylonitril 2,0 - - - formaldehyde 2,5 - - - isopropanol (2-propanol) 0,75 - - - methanol 3,0 - - - butanol (1-butanol) 2,0 - - - butylacetaat 2,0 - - - ethylacetaat 2,0 - - - methyl-tert-butyl ether (MTBE) 0,20 - - - methylethylketon 2,0 - - -

Bodemtypecorrectie

Anorganische verbindingen

a + b * % lut. + c * % org.st. Lb = Lst * a + b 25* + c 10*

Lb is interventiewaarden geldend voor de te beoordelen bodem (mg/kg); Lst is interventiewaarde voor de standaardbodem (mg/kg);% lut. is gemeten percentage lutum in de te beoordelen bodem; % org. st. is gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem; A, B en C zijn constantenafhankelijk van de stof; Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij streefwaarden wordt in de bovenstaande formule de interventiewaarde vervangen door streefwaarde.

Bijlage 5 Toetsingskader Circulaire bodemsanering

STOF a b c

arseen 15 0,4 0,4 barium 30 5 0 beryllium 8 0,9 0 cadmium 0,4 0,007 0,021 chroom 50 2 0 cobalt 2 0,28 0 koper 15 0,6 0,6 kwik 0,2 0,0034 0,0017 lood 50 1 1 nikkel 10 1 0 tin 4 0,6 0 vanadium 12 1,2 0 zink 50 3 1,5

Organische verbindingen

% org.st. Lb = Lst * 10

Lb is interventiewaarden geldend voor de te beoordelen bodem (mg/kg); Lst is interventiewaarde voor de standaardbodem (mg/kg); % org. st. is gemeten percentage organisch stof in de te beoordelen bodem; Voor bodems met gemeten organisch stofgehalten van meer dan 30% respectievelijk minder dan 2%, worden gehalten van respectievelijk 30% en 2% aangehouden. Voor toepassing van de bodemtypecorrectie bij streefwaarden wordt in de bovenstaande formule de interventiewaarde vervangen door streefwaarde.

Nader onderzoek De tussenwaarde (Tw) is het toetsingscri- terium ten behoeve van een nader onderzoek. Wordt de tussenwaarde overschreden, dan is een nader onderzoek, op korte termijn, Tw = 0,5 * (S + I) noodzakelijk

Tw is de tussenwaarde; S is de streefwaarde en I is de interventiewaarde. Bijlage 6 Geraadpleegde bronnen

Geraad- Informatiebron pleegd Toelichting (ja/nee)

Datum Opmerkingen Informatie uit kaartmateriaal etc. kaartmateriaal

Historische topografische kaart ja 1912 - heden www.topotijdreis.nl

ja 2008 - 2014 Publieke Dienstverlening op Luchtfoto de Kaart Loket (www.pdok.nl)

Datum bron/ Opmerkingen Informatie uit themakaarten kaartmateriaal

Bodemkaart Nederland ja 2016 www.bodemdata.nl

Grondwaterkaart Nederland ja 1995 TNO REGIS I

Bodemloket.nl ja 1 augustus 2018

Informatie van eigenaar / terreingebruiker / Datum Contactpersoon Opmerkingen opdrachtgever uitgevoerd

Historisch gebruik locatie ja 3 augustus 2018

Huidig gebruik locatie ja

Huidig gebruik belendende percelen (vanuit ja onderzoekslocatie)

Toekomstig gebruik locatie ja

Calamiteiten/resultaten voorgaande bodemonderzoeken ja

Verhardingen/kabels en leidingen locatie ja

Datum Contactpersoon Opmerkingen Informatie van gemeente uitgevoerd

Archief Bouw- en woningtoezicht ja 7 augustus 2018 Mevr. M. Lotens

Archief Wet milieubeheer en Hinderwet ja

Archief ondergrondse tanks ja

Archief bodemonderzoeken ja

Gemeenteambtenaar milieuzaken ja

Datum Opmerkingen Informatie uit terreininspectie uitgevoerd

Historisch gebruik locatie ja 3 augustus 2018

Huidig gebruik locatie ja

Huidig gebruik belendende percelen (vanuit ja onderzoekslocatie)

Verhardingen ja

BIJLAGE 3

Concept rapport

QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN WILPSTERWEG 1A TE MARUM

Concept rapport

QUICK SCAN BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN WILPSTERWEG 1A TE MARUM

rapportnr. 2018.3056 juni 2018

In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte Postbus 150 3000 AD ROTTERDAM

Adviesbureau Mertens B.V. Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie

Bezoekadres: Dr. Willem Dreeslaan 1 te Bennekom Postadres: Postbus 367, 6700 AJ te Wageningen

T: 0317-428694 M: 06-29458456

E: [email protected] I: www.adviesbureau-mertens.nl

© Adviesbureau Mertens BV, Wageningen, 2018.

Deze rapportage mag zonder schriftelijke toestemming vrij worden vermenigvuldigd. De verzamelde data zijn alleen te gebruiken voor het hier geschetste onderzoek en mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ...... 2 1.1 INLEIDING ...... 2 1.2 HET PLANGEBIED EN DE PLANNEN ...... 2 1.3 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK ...... 4 1.4 OPBOUW RAPPORT ...... 4

2. BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN ...... 5 2.1 WET NATUURBESCHERMING ...... 5 2.2 RODE LIJST ...... 5

3. METHODE ...... 6

4. RESULTAAT INVENTARISATIE EN BEOORDELING ...... 7 4.1 FLORA ...... 7 4.2 VLEERMUIZEN ...... 7 4.3 OVERIGE ZOOGDIEREN ...... 7 4.4 BROEDVOGELS...... 8 4.5 AMFIBIEËN ...... 8 4.6 VISSEN ...... 8 4.7 REPTIELEN ...... 8 4.8 OVERIGE...... 8

5. SAMENVATTENDE CONCLUSIE ...... 9

GERAADPLEEGDE LITERATUUR ...... 10

BIJLAGEN ...... 11 1. PLANGEBIED ...... 12 2. BEGRIPPEN...... 13

Adviesbureau Mertens 1 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

1. INLEIDING

1.1 Inleiding

Er is het voornemen voor de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied aan de Wilpsterweg 1a te Marum. De aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten vormt een te onderzoeken aspect omdat met de plannen effecten kunnen ontstaan op soorten die beschermd zijn via de Wet natuurbescherming. Op grond hiervan is aan Adviesbureau Mertens B.V. uit Wageningen gevraagd om een verkennend veldonderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid van wettelijk beschermde soorten en indien aanwezig, aan te geven hoe hiermee dient te worden omgegaan. In dit rapport worden de resultaten van deze verkenning gepresenteerd.

1.2 Het plangebied en de plannen

Het plangebied is gelegen aan de Wilpsterweg 1a te Marum (zie figuur 1 voor de globale ligging en in bijlage 1 is de exacte ligging en begrenzing weergegeven). Dit gebied bestaat uit een woning, schuur en cultuurgroen. Er is het voornemen om de bestaande schuur om te vormen tot woning en de huidige woning te slopen. In figuur 2 wordt een beeld gegeven van het plangebied op woensdag 6 juni 2018.

N ▲

Figuur 1. Globale ligging van het plangebied aan de Wilpsterweg 1a te Marum.

Adviesbureau Mertens 2 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

Figuur 2. Foto-impressie van het plangebied aan de Wilpsterweg 1a te Marum.

Adviesbureau Mertens 3 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

1.3 Doelstelling van het onderzoek

De doelstelling van het onderzoek is tweeledig. Enerzijds wordt inzichtelijk gemaakt welke wettelijk beschermde natuurwaarden in het kader van de soortbescherming van planten- en diersoorten te verwachten zijn. Anderzijds worden de consequenties van deze aanwezigheid voor de planontwikkeling weergegeven. Gelet op de opdracht genoemd in de inleiding en de doelstelling, is het van belang dat de volgende vragen worden beantwoord: 1. Welke wettelijk beschermde planten- en diersoorten komen mogelijk voor ter plaatse van en in de directe omgeving van het plangebied? 2. Welke verwachte wettelijk beschermde planten- en diersoorten ondervinden nadelen van de plansituatie? 3. Hoe dient te worden omgegaan met eventuele negatieve effecten van de plansituatie op wettelijk beschermde planten- en diersoorten?

1.4 Opbouw rapport

Na een korte uitleg over de soortbescherming van de Wet natuurbescherming (hoofdstuk 2) komen achtereenvolgens aan de orde: - De onderzoeksmethode (hoofdstuk 3). - Een beschrijving van de aanwezigheid van beschermde soorten (hoofdstuk 4). - Een beoordeling van de effecten op beschermde soorten (hoofdstuk 5). In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de gebruikte definities en afkortingen.

Adviesbureau Mertens 4 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

2. BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN

2.1 Wet natuurbescherming

Per 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming van kracht geworden. Deze wet integreert de Flora- en faunawet, Boswet en Natuurbeschermingswet 1998 tot één wet. Deze wet implementeert tevens de Vogel- en Habitatrichtlijn en andere verdragen in het nationaal natuurbeschermingsrecht. Het bevoegd gezag is Gedeputeerde Staten van de Provincie(s) waar een project wordt gerealiseerd. Gedeputeerde Staten kunnen deze bevoegdheid ook overdragen conform lid 7 van deze wet. De nieuwe Wet natuurbescherming sluit aan bij de internationale kaders zoals de Vogel- en Habitatrichtlijn. De soortbescherming richt zich dan ook primair op de bescherming van plant- en diersoorten die genoemd zijn in deze richtlijnen. Daarnaast is een deel van de soorten van de Rode Lijst (zie paragraaf 2.2) beschermd via de Nieuwe Wet natuurbescherming. Tevens geldt voor alle soorten de algemene zorgplicht, zoals deze ook al gold onder de Flora- en faunawet. Indien een plan resulteert in negatieve beïnvloeding van een soort of soorten kan ontheffing worden verleend conform artikel 3.3 van de Wet natuurbescherming voor soorten van artikel 3.1 en 3.2 (Vogelrichtlijnsoorten). Ontheffing kan worden verleend conform artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming voor soorten van artikel 3.4 en 3.6 (Habitatrichtlijnsoorten). De criteria voor ontheffingsverlening voor deze soorten zijn identiek aan die van de Flora- en faunawet omdat de ontheffingsgronden van de Vogel- en Habitatrichtlijn gelijk zijn gebleven. Het nationaal recht staat het niet toe om hiervan af te wijken. Provincies kunnen voor de nationaal beschermde soorten een algemene vrijstelling verlenen. In de Provincie Groningen wordt voor een aantal soorten vrijstelling verleend in het kader van de ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden. Het betreft o.a. aardmuis, bastaardkikker, bosmuis, bruine kikker, dwergmuis, dwergspitsmuis, egel, gewone bosspitsmuis, gewone pad, haas, huisspitsmuis, kleine watersalamander, konijn, meerkikker, ree, rosse woelmuis, veldmuis, vos en woelrat.

2.2 Rode lijst

De Rode lijst met bedreigde soorten is eind 2004 gepubliceerd in de Staatscourant en voor een deel in 2009 herzien. Aan de op deze lijst genoemde soorten komt bescherming toe voor zover zij vallen onder het beschermingsregime van de Wet natuurbescherming.

Tussen de Wet natuurbescherming en de Rode lijsten bestaat geen formele relatie. Alleen op basis van “gunstige staat van instandhouding” kunnen bij beschermde Rode lijstsoorten "zwaardere" randvoorwaarden gelden ten aanzien van mitigerende en compenserende maatregelen dan voor algemene soorten. Zo zal het bij zeer algemeen voorkomende soorten die gering afnemen in aantal (Rode lijstsoort met het criterium gevoelig) relatief eenvoudig zijn om aan te tonen dat de "gunstige staat van instandhouding" niet in het geding komt. Voor soorten met een beperkt verspreidingsbeeld en die afnemen in aantal (soorten van de Rode lijst met het criterium bedreigd of ernstig bedreigd) is een uitgebreide effectenstudie wenselijk. Voor deze soorten geldt namelijk de zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats. Dit artikel is derhalve ook gericht op het voorkomen van doden en verwonden van algemene soorten. Op deze manier wordt nader invulling gegeven aan de bescherming van soorten die in aantal en/of verspreiding afnemen.

Adviesbureau Mertens 5 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

3. METHODE

Op woensdag 6 juni 2018 is een bezoek gebracht aan het plangebied en de directe omgeving. Gedurende dit bezoek is dit gebied en de directe omgeving beoordeeld op het mogelijk voorkomen van beschermde planten- en diersoorten. Dit vond plaats aan de hand van aanwezige ecotopen en sporen. Er is beperkt gebruik gemaakt van bestaande verspreidingsgegevens om het (potentieel) voorkomen van beschermde soorten te bepalen omdat deze via o.a. Waarneming.nl worden beheerd voor een veel groter gebied. Overige waarnemingen worden tevens bewaard voor een groot gebied, namelijk op kilometerniveau zoals weergegeven op www.telmee.nl. en op een nog groter schaalniveau in verspreidingsatlassen.

Adviesbureau Mertens 6 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

4. RESULTAAT INVENTARISATIE EN BEOORDELING

4.1 Flora

Het plangebied is volledig in cultuur gebracht en is voor een groot deel verhard. Plaatselijk is cultuurgroen gelegen in de vorm van tuin en gazon. De aanwezigheid van beschermde planten wordt derhalve uitgesloten. Gedurende het verkennend veldonderzoek op woensdag 6 juni 2018 zijn geen beschermde plantensoorten of resten van beschermde plantensoorten vastgesteld. Op grond hiervan wordt de aanwezigheid van beschermde plantensoorten uitgesloten.

4.2 Vleermuizen

Getoetst is op de verschillende functies die het plangebied kan hebben voor vleermuizen. Dit betreft plaatsen waar vleermuizen kunnen verblijven (verblijfplaatsen zoals kolonie-, paar- en winterverblijfplaatsen), vaste routen tussen verblijfplaatsen in de zomer en winter; respectievelijk vlieg- en migratierouten en plaatsen en gebieden waar vleermuizen foerageren.

De aanwezigheid van verblijfplaatsen zoals kolonie-, paar- en overwinteringsplaatsen van vleermuizen kan worden uitgesloten. In de bebouwing zijn geheel geen geschikte openingen aangetroffen waarin vleermuizen kunnen verblijven. Het ontbreekt aan geschikte daklijsten en geschikte beluchtingsgaten om achter of in te kruipen. De daklijsten zitten strak op de muur en bieden geen toegang voor vleermuizen.

De opstallen zijn geen onderdeel in een lijnvormig landschapselement waarop vleermuizen zich kunnen oriënteren. De bebouwing is vrij laag en sluiten niet aan op andere elementen in de omgeving en is derhalve geen lijnvormig landschapselement waarop vleermuizen zich kunnen oriënteren. De bebouwing blijft ook gedeeltelijk behouden waardoor vleermuizen zich kunnen blijven oriënteren. In de omgeving zijn daarnaast voldoende alternatieve landshapselementen. Effecten op vliegroutes worden derhalve uitgesloten.

De aanwezigheid van migratieroutes wordt uitgesloten omdat grootschalige landschapselementen zoals dijken en rivieren niet voorkomen in of aansluiten op het plangebied.

Met de realisatie van de plannen zal het gebied niet van vorm veranderen, gelet op de foerageermogelijkheden van vleermuizen. Mogelijk foerageert er sporadisch gewone dwergvleermuis en laatvlieger als gevolg van de aanwezige ecotopen (verhardingen, tuin). Het plangebied is nu niet van waarde als essentieel foerageergebied en in de toekomst zal deze functie niet negatief verminderen doordat er geen essentiële zaken veranderen. Effecten op de foerageermogelijkheden van vleermuizen worden derhalve uitgesloten.

4.3 Overige zoogdieren

Gelet op de aanwezige ecotopen van het plangebied en de geografische ligging (zie Broekhuizen e.a., 2016) wordt de aanwezigheid van internationaal beschermde overige zoogdieren uitgesloten.

Vermoedelijk komen wel zeer plaatselijk bosmuis en huisspitsmuis voor. Voor deze algemeen voorkomende zoogdieren bestaat een algemene provinciale vrijstelling in de Provincie Groningen.

Adviesbureau Mertens 7 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

4.4 Broedvogels

Gedurende het verkennend veldonderzoek op woensdag 6 juni 2018 zijn geen geschikte (potentiële) nestlocaties aangetroffen voor vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen. Voor huismus en gierzwaluw zijn de opstallen volledig ongeschikt. De dakpannen bieden geen geschikte openingen voor huismus of gierzwaluw.

In het plangebied kunnen algemene broedvogels broeden zoals merel en roodborst. Gedurende het veldonderzoek op woensdag 6 juni 2018 is winterkoning en merel vastgesteld. In verband met de aanwezigheid van algemene broedvogels is het noodzakelijk om buiten het broedseizoen te starten en/of te werken op een manier dat vogels niet tot broeden komen (vogelverschrikkers gebruiken, groen rooien buiten broedseizoen). Op deze manier kan worden voorkomen dat verbodsbepalingen van de Wet natuurbescherming worden overtreden.

4.5 Amfibieën

Gelet op de aanwezige ecotopen van het plangebied en de geografische ligging (zie Ravon.nl, Creemers & Delft, 2009) wordt de aanwezigheid van internationaal beschermde amfibieën uitgesloten.

Mogelijk komen wel gewone pad, grote groene kikker en bruine kikker zeer plaatselijk in lage dichtheid voor. Voor de algemene soorten amfibieën bestaat een algemene provinciale vrijstelling in de Provincie Groningen.

4.6 Vissen

Door het ontbreken van oppervlaktewater in en direct rond het plangebied, wordt de aanwezigheid van vissen uitgesloten. Effecten op vissen kunnen derhalve worden uitgesloten.

4.7 Reptielen

Gezien de huidige aanwezige ecotopen van het plangebied ten opzichte van de verspreiding van reptielen (zie Ravon.nl, Creemers & Delft, 2009), kan de aanwezigheid van reptielen worden uitgesloten.

4.8 Overige

Gezien de huidige aanwezige ecotopen kan de aanwezigheid van beschermde ongewervelden (o.a. diverse soorten dagvlinders en libellen) worden uitgesloten. Nationaal beschermde dagvlinders en libellen komen alleen voor in specifieke ecotopen.

Adviesbureau Mertens 8 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

5. SAMENVATTENDE CONCLUSIE

Er is het voornemen om aan de Wilpsterweg 1a te Marum de bestaande schuur om te vormen tot woning en de huidige woning te slopen. Deze activiteit zou kunnen samen gaan met effecten op beschermde planten- en diersoorten. Op grond hiervan is een verkennend veldonderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde soorten.

In verband met de aanwezigheid van algemene broedvogels is het van belang om werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten en/of te werken op een manier dat vogels niet tot broeden komen (vogelverschrikkers gebruiken, groen rooien buiten broedseizoen). Het plangebied bezit geen mogelijkheden voor vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen om er te verblijven. Mogelijk vliegen en foerageren er vleermuizen. Gedurende en na realisatie van de plannen kunnen deze soorten er blijven vliegen en foerageren. Er zijn daarnaast mogelijk algemene nationaal beschermde zoogdieren en amfibieën aanwezig. Voor deze algemene soorten bestaat een algemene vrijstelling in provincie Groningen. Het voorkomen van overige beschermde soorten wordt uitgesloten.

Op grond van bovenstaande analyse worden effecten op beschermde planten- en diersoorten uitgesloten; de plannen aan de Wilpsterweg 1a te Marum zijn niet in strijd met het gestelde binnen de Wet natuurbescherming.

Adviesbureau Mertens 9 Wageningen

Quick scan beschermde planten- en diersoorten Wilpsterweg 1a te Marum. Concept rapport juni 2018

GERAADPLEEGDE LITERATUUR

Literatuur  Broekhuizen, S., Spoelstra, K., Thissen, J.B.M., 2016. Atlas van de Nederlandse Zoogdieren. Nationaal Natuurhistorisch Museum Leiden, VZZ, Nijmegen, 1-348.  Creemers, C.M., Delft, J., 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. Nijmegen, 1-476.  EEG, 1979. Richtlijn 79/43/EEG inzake het behoud van de Vogelstand. Publicatieblaan den Europese Gemeenschap, nummer L. 103.  EEG, 1992. Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van wilde flora en fauna. Publicatieblad van den van de Europese Gemeenschap, nummer L. 206/7.  Gerstmeier, R., Romig, T., 1997. Zoetwatervissen van Europa, Tirion, Baarn, 1-368.  Hustings, F., Vergeer, J.W., Eekelder, P., 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nationaal Natuurhistorisch Museum Leiden, SOVON, Beek-Upbergen, 1-584.  Limpens, H., Mostert, K., Bongers, W., 1997. Atlas van de Nederlandse vleermuizen. KNNV, Utrecht, 1- 260.  Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Dienst Regelingen, 2009a. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Ministerie van ELI (Dienst Regelingen), Den Haag.  Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Dienst Regelingen, 2009b. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Ministerie van ELI (Dienst Regelingen), Den Haag.  Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2004. Rode lijsten diverse soortgroepen.  Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, 2009. Rode lijsten diverse soortgroepen.  Ministerie van Economische Zaken, 2016. Wet van 16 december 2015, houdende regels ter bescherming van de natuur (Wet natuurbescherming). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 34 (2016), 1-84.  SOVON, 1987. Atlas van de Nederlandse broedvogels.  Nie, H.W. de, 1996. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. Media Publishing, Doetinchem, 1-151.  Spikmans, F, Jong, T. de, 2006. Het waarnemen van zoetwatervissen, Nijmegen, 1-55.

Website  www.ravon.nl  www.waarneming.nl  www.sovon.nl  www.telmee.nl  www.zoogdiervereniging.nl

Adviesbureau Mertens 10 Wageningen

BIJLAGEN

1. PLANGEBIED

N ▲

2. BEGRIPPEN

Baltsplaats Plaats waar een vleermuis al roepend rondvliegt in de herfst en die doorgaans wordt verdedigd tegen andere mannetjes.

Foerageergebied Een gebied waar een vleermuis of een groep van vleermuizen foerageert. Dat gebied wordt regelmatig bezocht door vleermuizen om in te foerageren en dat doorgaans meerdere foerageerplaatsen kent die langere tijd worden gebruikt.

Foerageerplaats Plek (jachtplek) waar wordt gejaagd door vleermuizen. De plek kan in de directe omgeving van de kolonieplaats liggen maar ook kilometers verderop.

Kolonie Groep vleermuizen (kleine groep mannetjes of meestal grotere groep vrouwtjes, soms gemengd (soorten, geslacht)) die in het voorjaar tot de herfst bijeen blijven. De groep kan zich vestigen in gebouwen (in spouwmuren of onder daklijsten e.d.) of bomen (spechtengaten, scheuren). Een groep vrouwelijke vleermuizen wordt ook wel aangeduid als een kraamkolonie. In zo'n groep worden jongen geboren en grootgebracht. Een kolonie maakt vaak gebruik van meerdere verblijfplaatsen die soms gelijktijdig worden gebruikt.

Migratieroute Een vaste route van zomerverblijfplaats naar winterverblijfplaats en visa versa (zie ook vliegroute) of een route in een andere tijd; bijvoorbeeld tussen foerageerplaatsen.

Paarplaats Territorium van territoriale mannetjes. Voor de ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis is dit doorgaans te vinden in boomholten. Voor de laatvlieger en de dwergvleermuis is dit te vinden in gebouwen. Voor de watervleermuis is dit te vinden in bomen en later, tegen de winter, zijn ze te vinden in overwinteringverblijven. Het mannetje vormt een harem met meerdere vrouwtjes. De paartijd valt in de herfst (uitgezonderd de grootoorvleermuis waarbij het in april valt (vroege voorjaar). De hier geschetste situatie van de paring wordt in dit rapport omschreven als “herfst situatie”.

Verblijfplaats Een object (huis, boom, bunker, grot, kast en dergelijke) waarin een of meerdere vleermuizen verblijven (overdag of ’s winters permanent).

Vliegroute Route die door vleermuizen elke avond wordt gebruikt om van de kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en visa vers (zie ook migratieroute). Vrouwtjes met jongen keren soms midden in de nacht terug om de jongen te zogen en gebruiken dan de route. Vliegroutes liggen over het algemeen langs lijnvormige (landschaps)elementen als bomenlanen, huizenrijen e.d. De functies zijn beschutting bij winderig en koud weer, oriëntatie in verband met de echolokatie-geluiden en het vinden van voedsel.

Voorbijvliegend Vleermuizen die voorbijvliegen, niet via een vaste route. Het betreft meestal zwervers of trekkers.

Zwermen Direct na het uitvliegen, naar vooral voor het invliegen bij een kolonie zwermt een deel van de kolonie rond de kolonieplaats. Zwermgedrag is derhalve een indicatie voor een eventuele kolonieplaats.

Winterverblijfplaats Een verblijfplaats waar in de winter een of meerdere vleermuizen in winterslaap (hybernation) gaan. Deze ruimte is doorgaans donker, heeft een hoge luchtvochtigheid en

temperatuurwisselingen zijn nihil.

Zomerverblijfplaats Een verblijfplaats die gebruikt wordt door vleermuizen die niet in winterslaap zijn waarvan niet aangetoond is dat het een kraamverblijfplaats dan wel een paarverblijfplaats is. In sommige gevallen vormen bijvoorbeeld mannetjes kleine groepjes.

BIJLAGE 4

datum 16-5-2018 dossiercode 20180516-34-17883

Plan: Marum - Wilpsterweg 1a

Gegevens aanvrager:

Organisatie: Rho Adviseurs Naam: Stephan Latuputty Postadres: Druifstreek 72c PC/plaats: 8911 LH Norg Telefoon: 0582564084 E-mail: [email protected]

Gegevens betreffende gemeente:

Gemeente Marum Contactpersoon: Dhr. G. (Geert) Postma Telefoon: 0594-641333 E-mail: [email protected]

------

Waterparagraaf geen belang

Bij dit plan treedt alleen een functieverandering op en is er daarom geen waterschapsbelang. Overleg met het waterschap is niet nodig. Mochten er in de toekomst wijzigingen in het plan zich voordoen dan kunt u de Digitale Watertoets nogmaals doen.

NB: wij willen u nog wijzen op de verwerking van afvalwater. Omdat in de meeste gevallen de gemeente bevoegd gezag is, dient u hiervoor contact op te nemen met de betreffende gemeente.

Eventueel vereiste vergunningen worden niet geregeld met deze waterparagraaf en zullen via de daarvoor bedoelde procedueres verkregen moeten worden.

Heeft u vragen of suggesties over de Digitale Watertoets? Laat het ons weten per email: [email protected] of telefonisch: 050-304

8911 .

Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen http://www.noorderzijlvest.nl/

De WaterToets 2017

BIJLAGE 5