Lokale Inclusie Agenda Voor De Gemeenten in Het Westerkwartier
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Lokale Inclusie Agenda voor de gemeenten in het Westerkwartier Versie 2-20 maart 2018 Inhoudsopgave Pagina 2 Aanleiding 3 1. Wat houdt het VN-Verdrag Handicap in? 1.1 Inleiding 1.2 Het VN-verdrag 1.3 Welke wetten zijn aangepast? 4 1.4 Wat houdt de ratificatie van het VN-Verdrag in voor gemeenten? 5 2. Hoe gekomen tot een Lokale Inclusie Agenda: Het Proces 2.1 Inleiding 2.2 Aanpak Lokale Inclusie Agenda 6 3. Analyse Quick Scan: Verbeterpunten Lokale Inclusie 3.1 Inleiding 3.2 Sociaal Domein 7 3.3 Uitkomsten analyse 3.3.1 Sport en spel 3.3.2 Wonen 8 3.3.3 Onderzoek 3.3.4 Actiepunten/aandachtspunten 3.4 Ruimtelijk Domein 3.4.1 Toegankelijkheid 9 3.4.2 Actie- en aandachtspunten 3.5 Communicatie, informatie en personeelsbeleid 10 3.5.1 Informatievoorziening 3.5.2 Personeelsbeleid gemeenten 11 3.5.3 Actie- een aandachtspunten 3.6 Uitkomsten gesprekken inwoners 3.6.1 Actie- en aandachtspunten 12 4. Actie- en aandachtspunten 4.1 Inleiding 4.2 Coördinerend Wethouder 4.3 Actie- en aandachtspunten uit Quick Scans 4.4 Het uitvoeringsplan 4.5 Aandachtspunten/actiepunten 2018 13 4.6 Aandachtspunten/actiepunten 2019 1 LOKALE INCLUSIE AGENDA WESTERKWARTIER AANLEIDING Op 14 juli 2016 heeft Nederland het VN-Verdrag Handicap geratificeerd. Hierdoor is de overheid verplicht de afspraken van dit Verdrag uit te voeren. De ambitie van het VN-Verdrag is een samenleving waarin iedereen, dus ook mensen met een beperking, volwaardig kan deelnemen. Het Verdrag impliceert dat sociale en fysieke belemmeringen - waar redelijkerwijs mogelijk - op termijn dienen te worden weggenomen. Veel sociale en fysieke drempels moeten 'dicht bij de burger' worden opgelost. Drempels wegnemen en het bevorderen van participatie is dan ook een belangrijke taak voor de gemeenten. Dat start met een goed inclusief beleid zodat algemene voorzieningen voor iedereen toegankelijk zijn, met of zonder beperking. Dit plan van aanpak bestaat uit vier delen. Eerst wordt ingegaan op het wettelijk kader en de verplichtingen voor gemeenten (hoofdstuk 1). Vervolgens wordt aangegeven hoe de gemeenten zijn gekomen tot een Lokale Inclusie Agenda (hoofdstuk 2). Hierna worden de verbeterpunten voor lokale inclusie benoemd (hoofdstuk 3) en er wordt afgesloten met een hoofdstuk met actiepunten (hoofdstuk 4). Wat betreft de gemeenten in het Westerkwartier, geldt dat de gemeenten zeker al inclusief bezig zijn. Er is nog wel ruimte voor verbetering, deze verbeterpunten komen in deze notitie aan de orde. Om een beeld te geven op welke onderdelen de gemeenten al goed bezig zijn, worden hieronder twee voorbeelden genoemd: Wanneer de gemeente Zuidhorn vergunningsaanvragen binnen krijgt, dan worden de aanvragen en bekendmakingen doorgestuurd naar de Adviescommissie Gemeentelijk Gehandicaptenbeleid. Wanneer deze commissie aanmerkingen heeft en/of adviezen, dan maken medewerkers van de afdeling Handhaving van de gemeente Zuidhorn een afspraak met de commissie waar hun ideeën en adviezen besproken worden. Een goed voorbeeld is de herinrichting van het Stationspark Zuidhorn waar de leden van de commissie tijdens het hele proces betrokken zijn. In 2016 is er een behoeftepeiling in het Westerkwartier uitgevoerd op het gebied van aangepast sporten. Aanleiding voor het uitvoeren van dit onderzoek was het feit dat de vier gemeenten hebben aangegeven graag meer aandacht te willen schenken aan het stimuleren van sport en bewegen gericht op de groepen mensen met een beperking en/of chronische aandoening. Dit is en wordt door de overheid gestimuleerd vanuit het project Grenzeloos Actief. Een uitvloeisel van dit onderzoek is dat er een app (uniek sporten) gelanceerd is waarin je alle beweegactiviteiten kan vinden voor betreffende doelgroep in of dichtbij je eigen woonplaats. In Zuidhorn is er inmiddels een beweegcoachplus aangesteld. Het hoofddoel van deze functie is “Het structureel inbedden van sporten en/of actieve leefstijl in het dagelijks leven van (inactieve) mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking”. 2 1. WAT HOUDT HET VN-VERDRAG HANDICAP IN? 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op het VN-Verdrag handicap. Uitgelegd wordt wat het verdrag inhoudt. Vervolgens wordt benoemd welke wetten zijn aangepast om aan het VN-verdrag te kunnen voldoen. Als laatste wordt aangegeven wat de ratificatie van het VN-Verdrag inhoudt voor gemeenten. 1.2 Het VN-Verdrag De ambitie van het VN-Verdrag is een inclusieve samenleving. Inclusie gaat over het meedoen en erbij horen van mensen met een beperking. Vaak hoor je ook de term inclusieve of gevarieerde samenleving. Een samenleving waar iedereen kan meedoen. In een inclusieve samenleving zijn er geen speciale voorzieningen voor mensen met een beperking. Alle voorzieningen zijn toegankelijk voor iedereen en iedereen kan er zelfstandig gebruik van maken. Het VN-Verdrag specificeert geen duidelijke beleidsdoelen of concrete maatregelen die binnen een bepaalde termijn genomen moeten worden. Inclusief beleid is een manier van denken en werken waarbij in alle fasen van de beleidscyclus rekening gehouden wordt met verschillen tussen mensen en dan vooral verschillen tussen mensen met en zonder een beperking. Hierbij gaat het zowel om de uitvoering als de ontwikkeling van beleid. Inclusief beleid heeft twee invalshoeken. Aan de ene kant het overheidsbeleid dat de maatschappij op allerlei levensgebieden toegankelijker maakt. Aan de andere kant het ontwikkelen van de kracht van de mensen zelf om meer actief te participeren en om een eventuele ondersteuningsbehoefte kenbaar te maken. De belangrijkste (beoogde) opbrengst van inclusieve beleidsvorming is betere participatie en het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen met een beperking. Inclusieve beleidsvorming raakt alle beleidsterreinen. Het is een goede stimulans om met elkaar samen te werken, zoals samenwerking tussen beslissers, beleidsmakers en uitvoerders, maar ook met belanghebbenden en verschillende beleidsterreinen. Integraal werken bevordert bovendien synergie, meer draagvlak en een hogere effectiviteit. Inclusief beleid is dan ook een brede, overkoepelende benadering waarin op alle beleidsterreinen zowel maatregelen worden getroffen die algemeen van aard zijn als maatregelen die specifiek de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking stimuleren. Het uitgangspunt is zo algemeen waar mogelijk en specifiek waar nodig. Participatie van personen met een beperking levert de samenleving veel op. Niet alleen in sociaal opzicht, maar ook in economisch opzicht. Beleid gericht op inclusie maakt het voor personen met een beperking mogelijk zelfstandiger aan de samenleving deel te nemen, waardoor ze minder of minder snel een beroep op (financiële) ondersteuning door de overheid hoeven te doen. Bovendien is de verwachting dat door steeds meer inclusief beleid te voeren, er minder snel beroep zal worden gedaan op specifieke voorzieningen omdat er meer geïnvesteerd is in algemene structurele voorzieningen. 1.3 Welke wetten zijn aangepast? Om aan het VN-Verdrag te voldoen, is de Kieswet aangepast met als doel om stemklokalen en stemprocessen zo toegankelijk mogelijk te maken voor mensen met een beperking. De belangrijkste wijziging is dat zo veel mogelijk, maar ten minste 25% van de stemlokalen zodanig 3 gelegen en ingericht is dat kiezers met lichamelijke beperkingen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen stemmen. Na de verkiezingen van 2017 is gekeken naar de mogelijkheden om álle stemlokalen toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Bij het referendum in maart 2018 voldoen de Westerkwartiergemeenten aan de 25% toegankelijkheid. Om aan de verplichtingen van het Verdrag te voldoen, is de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz), gericht op onderwijs, arbeid, wonen en openbaar vervoer, nu uitgebreid met goederen en diensten. In het VN-verdrag staat onderstaande regel: Voor aanbieders van goederen en diensten geldt dat het VN-Verdrag hen verplicht tot het treffen van redelijke aanpassingen in een specifieke situatie. De Wgbh/cz legt geen algemene verplichting op tot het treffen van doeltreffende aanpassingen, maar een verplichting die afhankelijk van de individuele situatie specifiek ingevuld moet worden. Zo wordt voorkomen dat ondernemers grote investeringen moeten doen. De wet verbindt drie voorwaarden aan de doeltreffende aanpassingen: 1. De aanpassing moet geschikt zijn (hij neemt de belemmering weg); 2. De aanpassing moet noodzakelijk zijn (hetzelfde doel kan niet op een andere manier worden bereikt); 3. De aanpassing vormt geen onevenredige belasting. 1.4 Wat houdt de ratificatie van het VN-Verdrag in voor gemeenten? Gemeenten moeten vooral het gedachtegoed van het VN-Verdrag – het volwaardig participeren aan de samenleving van mensen met een beperking – inbedden in bestaande en nieuwe regels en beleid. Op deze manier ontstaat er meer samenhang tussen verschillende terreinen en dragen de gemeenten bij aan het transformatieproces in de samenleving. Belangrijk daarbij is dat gemeenten, maar ook inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties binnen de gemeente, op een andere manier gaan kijken naar mensen met een beperking. Het moet logisch worden dat er rekening met hen wordt gehouden, zodat zij ook gebruik kunnen maken van alle voorzieningen in de gemeente. Gemeenten zijn verplicht om voor de beleidsterreinen waarvoor zij verantwoordelijkheden hebben, te werken aan een geleidelijke verwezenlijking van het Verdrag – in samenwerking met mensen met een beperking en de hen vertegenwoordigende organisaties. Gemeenten zijn niet verplicht