Familie Hygrophoropsidaceae

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Familie Hygrophoropsidaceae Hygrophoropsidaceae 01-09-2020 Jean Werts & Joke De Sutter Hygrophoropsidaceae • Alfabetische index • Hygrophoropsidaceae foto’s & hyperlinken • Hygrophoropsidaceae geslachten alfabetisch • Bibliografie Hygrophoropsidaceae geslachten alfabetisch • Hygrophoropsis • Leucogyrophana Geslacht Hygrophoropsis • Sporenpoeder wit. Bodembewonende saprofyten. Vruchtlichaam met viltige hoed, gevorkte en +- witte of oranje plaatjes. Hygrophoropsis aurantiaca Valse hanenkam Hygrophoropsis fuscosquamula Fijnschubbige schijncantharel Hygrophoropsis macrospora Grootsporige schijncantharel Hygrophoropsis morganii Geurende schijncantharel Hygrophorposis aurantiaca (Wulfen/Fr.) Maire Valse hanenkam bij Dennen op arme zure bodem Lode Rubberecht Blommerschot 2018/11. Hygrophoropsis aurantiaca (Wulfen/Fr.) Maire Valse hanenkam • Hoed: gewelfd tot ondiep trechtervormig, Ø 2-8 cm, fijn donzig, mat, oranjegeel, met een blekere, ingerolde rand. • Steel: 3 - 5 cm x 5 - 10 mm, vaak gebogen, oranjegeel. • Vlees: taai, gelig tot oranje. Smaak zwamachtig. Geur zwamachtig. • Lamellen: gevorkt, aflopend, oranje. • Sporenfiguur: bleekgeel. • Ecologie: bij Dennen op arme zure bodem. Augustus – december. • Bron: Fungi of Switserland volume 3. Deze soort kan men verwarren met Cantharellus cibarius, ervan eten kan darmstoornissen veroorzaken. Deze soort is zeer variabel van kleur. Hygrophoropsis aurantiaca (Wulfen/Fr.) Maire Valse hanenkam Hygrophoropsis fuscosquamula P.D.Orton Fijnschubbige schijncantharel Ieko Staal waarneming.nl Hygrophoropsis fuscosquamula P.D.Orton Fijnschubbige schijncantharel • Hoed: tot 5 cm, witachtig tot crème of wat okerkleurig, met olijfbruine tot sepia gekleurde kleine schubjes. • Steel: gewoonlijk cilindrisch of iets verdikkend aan de basis, +- dezelfde kleur als de hoed of geeloker. • Vlees: witachtig, niet veranderend bij blootstellen aan de lucht. Smaak en geur onbeduidend. • Lamellen: witachtig tot crème, aflopend van de steel, gevorkt. Deze soort verschilt van H. macrospora door kleinere sporen (slechts iets groter dan in H. aurantiaca) en door meer duidelijk schubbig te zijn. Hygrophoropsis fuscosquamula P.D.Orton Fijnschubbige schijncantharel Hygrophoropsis macrospora (D.A.Reid) Kuyper Grootsporige schijncantharel Wim Veraghtert waarnemingen.be Hygrophoropsis macrospora (D.A.Reid) Kuyper Grootsporige schijncantharel • Hoed: witachtig tot crème, rand ingerold. • Steel: met dezelfde kleur als de hoed, cilindrisch. • Vlees: witachtig, niet veranderend bij blootstelling aan de lucht. • Lamellen: witachtig tot crème, aflopend van de steel, gevorkt. • Ecologie: in natte weiden met Russen. September – November. Zeldzaam. Hygrophoropsis macrospora (D.A.Reid) Kuyper Grootsporige schijncantharel Hygrophoropsis morganii (Wulf:Fr.) Maire Geurende schijncantharel Drew parker flickr Hygrophoropsis morganii (Wulf:Fr.) Maire Geurende schijncantharel • Hoed: 10 – 35 mm, vlak met ietwat depressief centrum, uiteindelijk diep trechtervormig, jong met ingerolde rand en dikwijls gelobd, niet hygrofaan, niet doorschijnend gestreept, rozeachtig tot roze-lederkleurig, bijna effen to fijn donzig. • Lamellen: dicht bijeen, aflopend, dun, dikwijls gevorkt, smal, met tussenaders als ouder, bleek roze-lederkleurig, met gave en gelijk gekleurde randen. • Steel: 10 – 30 x 2 – 5 mm, wat breder nabij de top (4 – 8 mm), versmallend naar beneden, met kleur als de hoed, met onduidelijke vezelige bedekking. • Vlees: dun, met kleur als de hoed of witachtig. • Geur: gewoonlijk sterk, zoetig als Hebeloma sacchariolens; smaak onbeduidend. • Sporenfiguur: witachtig. • Ecologie: onder naaldbomen. Uitgestorven (?) in Nederland. Augustus – oktober. Uitsluitend in bergnaaldbossen. Hij kan nauwelijks verward worden door de opmerkelijke zoete aromatische geur. Gelijkaardige geur kan men vinden bij • Bron: Fungi of Switserland volume 3. Hebeloma sacchariolens. Hygrophoropsis morganii (Wulf:Fr.) Maire Geurende schijncantharel Geslacht Leucogyrophana Leucogyrophana mollusca Knolletjesplooivlies Leucogyrophana romelli Weke aderzwam Leucogyrophana mollusca Knolletjesplooivlies Terry Coppens Vlaamse mycologische vereniging Leucogyrophana mollusca Knolletjesplooivlies Leucogyrophana romellii Weke aderzwam Karl Hellemans Driehoekbos Oelegem oktober 2015 Leucogyrophana romellii Weke aderzwam • Beschrijving: vruchtlichaam leerachtig, week, korstvormig, sterk geaderd- geplooid of met hoekige, wijde poriën, over enkele dm uitspreidend. Hymenium helder oranje tot zalmkleurig, met een harig-wattige, witte rand. Sporenfiguur lichtgeel. Voorkomen: op (verbrande) takken van naald- en loofbomen, soms op de grond of op mossen. Saprofiet. Status: zeldzaam. Leucogyrophana romellii Weke aderzwam Alfabetische index •A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F Fijnschubbige schijncantharel G Geurende schijncantharel Grootsporige schijncantharel H Hygrophoropsis aurantiaca Hygrophoropsis macrospora Hygrophoropsis fuscosquamula Hygrophoropsis morganii I J K Knolletjesplooivlies L Leucogyrophana mollusca Leucogyrophana romellii M N O P Q R S U T V Valse hanenkam W Weke aderzwam X Z Bibliografie • Fungi of Switserland volume 3 Breitenbach/Kränzlin • Standaardlijst van Basidiomycota en Myxomycota van Vlaanderen en het Brussels gewest Ruben Walleyn & Emile Vandeven • Beknopte standaardlijst van Nederlandse paddenstoelen 2013 Eef Arnolds & Ad van den Berg • Paddenstoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen Hans Vermeulen • Flora agaricina neerlandica volume 5 • Flora agaricina Neerlandica volume 7 • Waarnemingen.be.
Recommended publications
  • Covered in Phylloboletellus and Numerous Clamps in Boletellus Fibuliger
    PERSOONIA Published by the Rijksherbarium, Leiden Volume 11, Part 3, pp. 269-302 (1981) Notes on bolete taxonomy—III Rolf Singer Field Museum of Natural History, Chicago, U.S.A. have Contributions involving bolete taxonomy during the last ten years not only widened the knowledge and increased the number of species in the boletes and related lamellate and gastroid forms, but have also introduced a large number of of new data on characters useful for the generic and subgeneric taxonomy these is therefore timely to fungi,resulting, in part, in new taxonomical arrangements. It consider these new data with a view to integratingthem into an amended classifi- cation which, ifit pretends to be natural must take into account all observations of possible diagnostic value. It must also take into account all sufficiently described species from all phytogeographic regions. 1. Clamp connections Like any other character (including the spore print color), the presence or absence ofclamp connections in is neither in of the carpophores here nor other groups Basidiomycetes necessarily a generic or family character. This situation became very clear when occasional clamps were discovered in Phylloboletellus and numerous clamps in Boletellus fibuliger. Kiihner (1978-1980) rightly postulates that cytology and sexuality should be considered wherever at all possible. This, as he is well aware, is not feasible in most boletes, and we must be content to judgeclamp-occurrence per se, giving it importance wherever associated with other characters and within a well circumscribed and obviously homogeneous group such as Phlebopus, Paragyrodon, and Gyrodon. (Heinemann (1954) and Pegler & Young this is (1981) treat group on the family level.) Gyroporus, also clamp-bearing, considered close, but somewhat more removed than the other genera.
    [Show full text]
  • How Many Fungi Make Sclerotia?
    fungal ecology xxx (2014) 1e10 available at www.sciencedirect.com ScienceDirect journal homepage: www.elsevier.com/locate/funeco Short Communication How many fungi make sclerotia? Matthew E. SMITHa,*, Terry W. HENKELb, Jeffrey A. ROLLINSa aUniversity of Florida, Department of Plant Pathology, Gainesville, FL 32611-0680, USA bHumboldt State University of Florida, Department of Biological Sciences, Arcata, CA 95521, USA article info abstract Article history: Most fungi produce some type of durable microscopic structure such as a spore that is Received 25 April 2014 important for dispersal and/or survival under adverse conditions, but many species also Revision received 23 July 2014 produce dense aggregations of tissue called sclerotia. These structures help fungi to survive Accepted 28 July 2014 challenging conditions such as freezing, desiccation, microbial attack, or the absence of a Available online - host. During studies of hypogeous fungi we encountered morphologically distinct sclerotia Corresponding editor: in nature that were not linked with a known fungus. These observations suggested that Dr. Jean Lodge many unrelated fungi with diverse trophic modes may form sclerotia, but that these structures have been overlooked. To identify the phylogenetic affiliations and trophic Keywords: modes of sclerotium-forming fungi, we conducted a literature review and sequenced DNA Chemical defense from fresh sclerotium collections. We found that sclerotium-forming fungi are ecologically Ectomycorrhizal diverse and phylogenetically dispersed among 85 genera in 20 orders of Dikarya, suggesting Plant pathogens that the ability to form sclerotia probably evolved 14 different times in fungi. Saprotrophic ª 2014 Elsevier Ltd and The British Mycological Society. All rights reserved. Sclerotium Fungi are among the most diverse lineages of eukaryotes with features such as a hyphal thallus, non-flagellated cells, and an estimated 5.1 million species (Blackwell, 2011).
    [Show full text]
  • Field Guide to Common Macrofungi in Eastern Forests and Their Ecosystem Functions
    United States Department of Field Guide to Agriculture Common Macrofungi Forest Service in Eastern Forests Northern Research Station and Their Ecosystem General Technical Report NRS-79 Functions Michael E. Ostry Neil A. Anderson Joseph G. O’Brien Cover Photos Front: Morel, Morchella esculenta. Photo by Neil A. Anderson, University of Minnesota. Back: Bear’s Head Tooth, Hericium coralloides. Photo by Michael E. Ostry, U.S. Forest Service. The Authors MICHAEL E. OSTRY, research plant pathologist, U.S. Forest Service, Northern Research Station, St. Paul, MN NEIL A. ANDERSON, professor emeritus, University of Minnesota, Department of Plant Pathology, St. Paul, MN JOSEPH G. O’BRIEN, plant pathologist, U.S. Forest Service, Forest Health Protection, St. Paul, MN Manuscript received for publication 23 April 2010 Published by: For additional copies: U.S. FOREST SERVICE U.S. Forest Service 11 CAMPUS BLVD SUITE 200 Publications Distribution NEWTOWN SQUARE PA 19073 359 Main Road Delaware, OH 43015-8640 April 2011 Fax: (740)368-0152 Visit our homepage at: http://www.nrs.fs.fed.us/ CONTENTS Introduction: About this Guide 1 Mushroom Basics 2 Aspen-Birch Ecosystem Mycorrhizal On the ground associated with tree roots Fly Agaric Amanita muscaria 8 Destroying Angel Amanita virosa, A. verna, A. bisporigera 9 The Omnipresent Laccaria Laccaria bicolor 10 Aspen Bolete Leccinum aurantiacum, L. insigne 11 Birch Bolete Leccinum scabrum 12 Saprophytic Litter and Wood Decay On wood Oyster Mushroom Pleurotus populinus (P. ostreatus) 13 Artist’s Conk Ganoderma applanatum
    [Show full text]
  • Olympic Mushrooms 4/16/2021 Susan Mcdougall
    Olympic Mushrooms 4/16/2021 Susan McDougall With links to species’ pages 206 species Family Scientific Name Common Name Agaricaceae Agaricus augustus Giant agaricus Agaricaceae Agaricus hondensis Felt-ringed Agaricus Agaricaceae Agaricus silvicola Forest Agaric Agaricaceae Chlorophyllum brunneum Shaggy Parasol Agaricaceae Chlorophyllum olivieri Olive Shaggy Parasol Agaricaceae Coprinus comatus Shaggy inkcap Agaricaceae Crucibulum laeve Common bird’s nest fungus Agaricaceae Cyathus striatus Fluted bird’s nest Agaricaceae Cystoderma amianthinum Pure Cystoderma Agaricaceae Cystoderma cf. gruberinum Agaricaceae Gymnopus acervatus Clustered Collybia Agaricaceae Gymnopus dryophilus Common Collybia Agaricaceae Gymnopus luxurians Agaricaceae Gymnopus peronatus Wood woolly-foot Agaricaceae Lepiota clypeolaria Shield dapperling Agaricaceae Lepiota magnispora Yellowfoot dapperling Agaricaceae Leucoagaricus leucothites White dapperling Agaricaceae Leucoagaricus rubrotinctus Red-eyed parasol Agaricaceae Morganella pyriformis Warted puffball Agaricaceae Nidula candida Jellied bird’s-nest fungus Agaricaceae Nidularia farcta Albatrellaceae Albatrellus avellaneus Amanitaceae Amanita augusta Yellow-veiled amanita Amanitaceae Amanita calyptroderma Ballen’s American Caesar Amanitaceae Amanita muscaria Fly agaric Amanitaceae Amanita pantheriana Panther cap Amanitaceae Amanita vaginata Grisette Auriscalpiaceae Lentinellus ursinus Bear lentinellus Bankeraceae Hydnellum aurantiacum Orange spine Bankeraceae Hydnellum complectipes Bankeraceae Hydnellum suaveolens
    [Show full text]
  • Species Checklist
    Species Checklist Interim Report on Multi-year Inventory of Macrofungi in Gwaii Haanas National Park Reserve and Haida Heritage Site (2007) Dec-08 Genus species Authority Acremonium sp. Agaricus campestris Fr. Albatrellus avellaneus Pouzar Albatrellus flettii Morse ex Pouzar Alboleptonia subsericella (Murr.) Largent & Benedict Alnicola sphagneti (P.D.Orton) Romagn. Amanita ceciliae (Berk. & Broome) Bas Amanita constricta Thiers & Ammirati Amanita constricta ? Thiers & Ammirati Amanita francheti (Boud.) Fayod Amanita fulva ? (Schaeff.) Pers. Amanita gemmata (Fr.) Bertillon Amanita muscaria (L.) Hook. Amanita pachycolea ? D.E.Stuntz Amanita porphyria (A. & S.ex Fr.) Secr. Amanita sp.cf. alba Arrhenia acerosa (Fr.: Fr.) Kuehner Ascocoryne sp. anamorph Baeospora myosura (Fr.) Singer Beauvaria bassiana ? (Bals.-Criv.) Vuill. Bisporella citrina (Batsch ex Fr.) Korf & Carpenter Boletus edulis Bull.ex Fr. Boletus mirabilis (Murr.) Murr. Boletus piperatus Fr. Boletus sp. Cantharellopsis? prescottii ? Cantharellus cibarius var. roseocanus Redhead, Norvell & Danell Cantharellus formosus Corner Catathelasma ventricosum (Peck) Singer Chlorociboria aeruginascens (Nyl.) Kanouse ex Ramamurthi, Korf & Batra Chroogomphus rutilus (Schaeff.ex Fr.) O.K.Miller Chroogomphus tomentosus (Murrill) O.K.Miller Chroogomphus vinicolor (Peck) O.K.Miller Chrysomphalina aurantiaca (Peck) Redhead Chrysomphalina chrysophylla (Fr.) Clemencon Clavariadelphus sp. Claviceps purpurea (Fr.) Tulasne Clavulina castaneopes var. lignicola Petersen Clavulina cinerea (Fr.) Schroet. Clavulina cristata (Fr.) Schroet. Clavulina rugosa (Fr.) Schroet. Clavulinopsis sp. Clavulinopsis umbrinella ? (Sacc.) Corner Page 1 of 10 Clitocybe clavipes (Pers.ex Fr.) Kummer Clitocybe dilatata Pers.ex Karst. Clitocybe sp. Clitopilus prunulus (Scop.) Kummer Collybia acervata (Fr.) Kummer Collybia confluens (Fr.) Kuehner Collybia sp. Coltricia cinnamomea (Pers.) Murrill Conocybe tenera cf. (Schff.ex Fr.) Kuehn. Cortinarius acutus Fr. Cortinarius allutus Fr.
    [Show full text]
  • New Data on the Occurence of an Element Both
    Analele UniversităĠii din Oradea, Fascicula Biologie Tom. XVI / 2, 2009, pp. 53-59 CONTRIBUTIONS TO THE KNOWLEDGE DIVERSITY OF LIGNICOLOUS MACROMYCETES (BASIDIOMYCETES) FROM CĂ3ĂğÂNII MOUNTAINS Ioana CIORTAN* *,,Alexandru. Buia” Botanical Garden, Craiova, Romania Corresponding author: Ioana Ciortan, ,,Alexandru Buia” Botanical Garden, 26 Constantin Lecca Str., zip code: 200217,Craiova, Romania, tel.: 0040251413820, e-mail: [email protected] Abstract. This paper presents partial results of research conducted between 2005 and 2009 in different forests (beech forests, mixed forests of beech with spruce, pure spruce) in CăSăĠânii Mountains (Romania). 123 species of wood inhabiting Basidiomycetes are reported from the CăSăĠânii Mountains, both saprotrophs and parasites, as identified by various species of trees. Keywords: diversity, macromycetes, Basidiomycetes, ecology, substrate, saprotroph, parasite, lignicolous INTRODUCTION MATERIALS AND METHODS The data presented are part of an extensive study, The research was conducted using transects and which will complete the PhD thesis. The CăSăĠânii setting fixed locations in some vegetable formations, Mountains are a mountain group of the ùureanu- which were visited several times a year beginning with Parâng-Lotru Mountains, belonging to the mountain the months April-May until October-November. chain of the Southern Carpathians. They are situated in Fungi were identified on the basis of both the SE parth of the Parâng Mountain, between OlteĠ morphological and anatomical properties of fruiting River in the west, Olt River in the east, Lotru and bodies and according to specific chemical reactions LaroriĠa Rivers in the north. Our area is 900 Km2 large using the bibliography [1-8, 10-13]. Special (Fig. 1). The vegetation presents typical levers: major presentation was made in phylogenetic order, the associations characteristic of each lever are present in system of classification used was that adopted by Kirk this massif.
    [Show full text]
  • The Macrofungi Checklist of Liguria (Italy): the Current Status of Surveys
    Posted November 2008. Summary published in MYCOTAXON 105: 167–170. 2008. The macrofungi checklist of Liguria (Italy): the current status of surveys MIRCA ZOTTI1*, ALFREDO VIZZINI 2, MIDO TRAVERSO3, FABRIZIO BOCCARDO4, MARIO PAVARINO1 & MAURO GIORGIO MARIOTTI1 *[email protected] 1DIP.TE.RIS - Università di Genova - Polo Botanico “Hanbury”, Corso Dogali 1/M, I16136 Genova, Italy 2 MUT- Università di Torino, Dipartimento di Biologia Vegetale, Viale Mattioli 25, I10125 Torino, Italy 3Via San Marino 111/16, I16127 Genova, Italy 4Via F. Bettini 14/11, I16162 Genova, Italy Abstract— The paper is aimed at integrating and updating the first edition of the checklist of Ligurian macrofungi. Data are related to mycological researches carried out mainly in some holm-oak woods through last three years. The new taxa collected amount to 172: 15 of them belonging to Ascomycota and 157 to Basidiomycota. It should be highlighted that 12 taxa have been recorded for the first time in Italy and many species are considered rare or infrequent. Each taxa reported consists of the following items: Latin name, author, habitat, height, and the WGS-84 Global Position System (GPS) coordinates. This work, together with the original Ligurian checklist, represents a contribution to the national checklist. Key words—mycological flora, new reports Introduction Liguria represents a very interesting region from a mycological point of view: macrofungi, directly and not directly correlated to vegetation, are frequent, abundant and quite well distributed among the species. This topic is faced and discussed in Zotti & Orsino (2001). Observations prove an high level of fungal biodiversity (sometimes called “mycodiversity”) since Liguria, though covering only about 2% of the Italian territory, shows more than 36 % of all the species recorded in Italy.
    [Show full text]
  • 9B Taxonomy to Genus
    Fungus and Lichen Genera in the NEMF Database Taxonomic hierarchy: phyllum > class (-etes) > order (-ales) > family (-ceae) > genus. Total number of genera in the database: 526 Anamorphic fungi (see p. 4), which are disseminated by propagules not formed from cells where meiosis has occurred, are presently not grouped by class, order, etc. Most propagules can be referred to as "conidia," but some are derived from unspecialized vegetative mycelium. A significant number are correlated with fungal states that produce spores derived from cells where meiosis has, or is assumed to have, occurred. These are, where known, members of the ascomycetes or basidiomycetes. However, in many cases, they are still undescribed, unrecognized or poorly known. (Explanation paraphrased from "Dictionary of the Fungi, 9th Edition.") Principal authority for this taxonomy is the Dictionary of the Fungi and its online database, www.indexfungorum.org. For lichens, see Lecanoromycetes on p. 3. Basidiomycota Aegerita Poria Macrolepiota Grandinia Poronidulus Melanophyllum Agaricomycetes Hyphoderma Postia Amanitaceae Cantharellales Meripilaceae Pycnoporellus Amanita Cantharellaceae Abortiporus Skeletocutis Bolbitiaceae Cantharellus Antrodia Trichaptum Agrocybe Craterellus Grifola Tyromyces Bolbitius Clavulinaceae Meripilus Sistotremataceae Conocybe Clavulina Physisporinus Trechispora Hebeloma Hydnaceae Meruliaceae Sparassidaceae Panaeolina Hydnum Climacodon Sparassis Clavariaceae Polyporales Gloeoporus Steccherinaceae Clavaria Albatrellaceae Hyphodermopsis Antrodiella
    [Show full text]
  • Re-Thinking the Classification of Corticioid Fungi
    mycological research 111 (2007) 1040–1063 journal homepage: www.elsevier.com/locate/mycres Re-thinking the classification of corticioid fungi Karl-Henrik LARSSON Go¨teborg University, Department of Plant and Environmental Sciences, Box 461, SE 405 30 Go¨teborg, Sweden article info abstract Article history: Corticioid fungi are basidiomycetes with effused basidiomata, a smooth, merulioid or Received 30 November 2005 hydnoid hymenophore, and holobasidia. These fungi used to be classified as a single Received in revised form family, Corticiaceae, but molecular phylogenetic analyses have shown that corticioid fungi 29 June 2007 are distributed among all major clades within Agaricomycetes. There is a relative consensus Accepted 7 August 2007 concerning the higher order classification of basidiomycetes down to order. This paper Published online 16 August 2007 presents a phylogenetic classification for corticioid fungi at the family level. Fifty putative Corresponding Editor: families were identified from published phylogenies and preliminary analyses of unpub- Scott LaGreca lished sequence data. A dataset with 178 terminal taxa was compiled and subjected to phy- logenetic analyses using MP and Bayesian inference. From the analyses, 41 strongly Keywords: supported and three unsupported clades were identified. These clades are treated as fam- Agaricomycetes ilies in a Linnean hierarchical classification and each family is briefly described. Three ad- Basidiomycota ditional families not covered by the phylogenetic analyses are also included in the Molecular systematics classification. All accepted corticioid genera are either referred to one of the families or Phylogeny listed as incertae sedis. Taxonomy ª 2007 The British Mycological Society. Published by Elsevier Ltd. All rights reserved. Introduction develop a downward-facing basidioma.
    [Show full text]
  • Distribution of Building-Associated Wood-Destroying Fungi in the Federal
    European Journal of Wood and Wood Products https://doi.org/10.1007/s00107-019-01407-w ORIGINAL Distribution of building‑associated wood‑destroying fungi in the federal state of Styria, Austria Doris Haas1 · Helmut Mayrhofer2 · Juliana Habib1 · Herbert Galler1 · Franz Ferdinand Reinthaler1 · Maria Luise Fuxjäger3 · Walter Buzina1 Received: 20 September 2018 © The Author(s) 2019 Abstract Wood is an important construction material, but when used incorrectly it can be subjected to deterioration by wood-destroying fungi. The brown rot producing dry rot fungus (Serpula lacrymans) is by far the most dangerous wood-destroying fungus in Europe. In the present publication, 645 fungal samples from damaged wood in the federal state of Styria (Austria) were examined and recorded by isolation date, geographical location, species identifcation of the wood-destroying fungus, loca- tion of damage, construction method, and age and type of building. In Styria, Serpula spp. accounted for 61.5% of damages, followed by Antrodia spp. (10.7%) and the genera Gloeophyllum (8.2%), Coniophora (3.9%) and Donkioporia (1.1%). Properties in the area of the Styrian capital Graz and old buildings were more often infested by wood-destroying fungi than houses in the rural area and new constructions. 1 Introduction the cellar fungus (Coniophora puteana), Antrodia spp. and other wood-destroying fungi can cause severe damage to Wood rot is the degradation of wood by the destruction of buildings and potentially cause human injuries. Some wood- organic materials caused by fungi. This process is predomi- destroying fungi can penetrate even masonry and are able to nantly afected by temperature and moisture as well as the translocate water and nutrition over long distances.
    [Show full text]
  • Fungi of French Guiana Gathered in a Taxonomic, Environmental And
    Fungi of French Guiana gathered in a taxonomic, environmental and molecular dataset Gaëlle Jaouen, Audrey Sagne, Bart Buyck, Cony Decock, Eliane Louisanna, Sophie Manzi, Christopher Baraloto, Melanie Roy, Heidy Schimann To cite this version: Gaëlle Jaouen, Audrey Sagne, Bart Buyck, Cony Decock, Eliane Louisanna, et al.. Fungi of French Guiana gathered in a taxonomic, environmental and molecular dataset. Scientific Data , Nature Publishing Group, 2019, 6 (1), 10.1038/s41597-019-0218-z. hal-02346160 HAL Id: hal-02346160 https://hal-agroparistech.archives-ouvertes.fr/hal-02346160 Submitted on 4 Nov 2019 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. www.nature.com/scientificdata OPEN Fungi of French Guiana gathered in DATA DescriPTOR a taxonomic, environmental and molecular dataset Received: 23 April 2019 Gaëlle Jaouen 1, Audrey Sagne2, Bart Buyck3, Cony Decock4, Eliane Louisanna2, Accepted: 3 September 2019 Sophie Manzi5, Christopher Baraloto6, Mélanie Roy5 & Heidy Schimann 2 Published: xx xx xxxx In Amazonia, the knowledge about Fungi remains patchy and biased towards accessible sites. This is particularly the case in French Guiana where the existing collections have been confned to few coastal localities. Here, we aimed at flling the gaps of knowledge in undersampled areas of this region, particularly focusing on the Basidiomycota.
    [Show full text]
  • Wood-Decaying Fungi in Protected Buildings and Structures on Svalbard
    Wood-decaying fungi in protected buildings and structures on Svalbard Johan Mattsson1, Anne-Cathrine Flyen2, and Maria Nunez1 1Mycoteam AS, P.O.Box 5 Blindern, N-0313 Oslo, Norway, E-mail: [email protected], [email protected] 2NIKU, P.O. Box 736, Sentrum, N-0105 OSLO, Norway, E-mail: [email protected] Norsk tittel: Råtesopp i fredede bygninger og expected adverse growing conditions for bygningsmaterialer på Svalbard fungi, the present study shows that decay in protected buildings and building materials is Mattsson J, Flyen A-C, Nunez M, 2010. relatively common. Leucogyrophana mollis Wood-decaying fungi in protected buildings was the dominant brown rot fungus in the and structures on Svalbard. Agarica 2010 investigated material, but a few other brown vol. 29, 5-14. rot species and also soft-rot decay were found. This pattern of damage, with mainly KEY WORDS brown rotting fungi, differs clearly from Svalbard, wood-decaying fungi, protected studies in protected buildings in Antarctica, buildings, brown rot, Leucogyrophana where no brown rot fungi has been discover­ mollis. ed. The observed damages on Svalbard are most extensive along floors and ceilings and NØKKELORD in wood that is in contact with soil. Svalbard, råtesopp, fredede bygninger, brun­ råte, Leucogyrophana mollis. INTRODUCTION Decay of wood caused by fungi is a normal SAMMENDRAG process at least in temperate and tropic clim­ Svalbard har et kaldt og relativt tørt klima, ates (Rayner and Boddy 1988). Since the men til tross for forventet ugunstige vekstfor­ fungal organisms have a minimum require­ hold viser våre undersøkelser at det er rela­ ment with regard to physical conditions, i.e.
    [Show full text]