Gemeente Noordoostpolder Structuurvisie Noordoostpolder
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Gemeente Noordoostpolder Structuurvisie Noordoostpolder 2025 Plan-Milieueffectrapport INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING DEEL A: KERN 1. WAAROM EEN PLAN-MILIEUEFFECTRAPPORT? 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doel plan-milieueffectrapportage 1 1.3. Procedure 2 1.4. Leeswijzer 4 2. STUCTUURVISIE NOORDOOSTPOLDER 2025 5 2.1. Beleidskader 5 2.2. Doel van de Structuurvisie Noordoostpolder 2025 7 2.3. Trends en ruimtelijke opgaven Structuurvisie Noordoostpolder 2025 7 2.3.1. Wonen 7 2.3.2. Werken 8 2.3.3. Recreatie 9 2.3.4. Opgaven verkeer, water, natuur en energie 9 2.4. Landschapsvisie Noordoostpolder 9 2.4.1. Landschapsanalyse 10 2.4.2. Ontwikkelingskansen vanuit de Landschapvisie 12 2.4.3. Agrarische erven 14 2.5. Voornemen en alternatieven 15 2.5.1. Wat is de referentiesituatie? 16 2.5.2. Wat is het maximaal alternatief? 16 2.5.3. Wat is het voorkeursalternatief? 16 3. REFERENTIESITUATIE, ALTERNATIEVEN EN BEOORDELINGSKADER 17 3.1. Referentiesituatie 17 3.1.1. Huidige situatie 17 3.1.2. Autonome ontwikkelingen 18 3.2. Maximaal alternatief 20 3.3. Plan- en studiegebied 25 3.4. Beoordelingskader 27 4. EFFECTEN, EFFECTVERGELIJKING EN ONTWIKKELRUIMTE 29 4.1. Effecten referentiesituatie en maximaal alternatief 29 4.1.1. Landschap en cultuurhistorie 29 4.1.2. Bodem en water 31 4.1.3. Natuur 33 4.1.4. Verkeer 35 4.1.5. Woon- en leefmilieu 36 4.1.6. Klimaat en energie 39 4.2. Ontwikkelruimte: kansen, knelpunten en randvoorwaarden 39 4.2.1. Opgaven voor de structuurvisie 40 4.2.2. Aandachtspunten 42 5. VOORKEURSALTERNATIEF 45 5.1. Totstandkoming voorkeursalternatief 45 5.2. Beschrijving voorkeursalternatief op hoofdlijnen 51 5.3. Effecten voorkeursalternatief 55 5.3.1. Landschap en cultuurhistorie 55 5.3.2. Bodem en water 57 5.3.3. Natuur 57 5.3.4. Verkeer 60 5.3.5. Woon- en leefmilieu 60 5.3.6. Klimaat en energie 62 5.4. Aandachtspunten voor het vervolgproces 62 6. LEEMTEN IN KENNIS EN MONITORING 65 DEEL B: ACHTERGRONDEN 7. LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE 69 7.1. Beoordelingskader 69 7.2. Referentiesituatie 69 7.3. Maximaal alternatief 75 8. BODEM EN WATER 81 8.1. Beoordelingskader 81 8.2. Referentiesituatie 82 8.3. Maximaal alternatief 87 9. NATUUR 89 9.1. Beoordelingskader 89 9.2. Referentiesituatie 89 9.3. Maximaal alternatief 96 10. VERKEER 99 10.1. Beoordelingskader 99 10.2. Referentiesituatie 99 10.3. Maximaal alternatief 101 11. WOON- EN LEEFMILIEU 105 11.1. Beoordelingskader 105 11.2. Referentiesituatie 106 11.2.1. Geluid 106 11.2.2. Luchtkwaliteit 108 11.2.3. Geur 113 11.2.4. Lichthinder 114 11.2.5. Externe veiligheid 116 11.2.6. Gezondheid 119 11.3. Maximaal alternatief 124 11.3.1. Geluid 124 11.3.2. Luchtkwaliteit 126 11.3.3. Geur 127 11.3.4. Lichthinder 128 11.3.5. Externe veiligheid 129 11.3.6. Gezondheid 130 12. KLIMAAT EN ENERGIE 133 12.1. Beoordelingskader 133 12.2. Referentiesituatie 133 12.3. Maximaal alternatief 133 13. REFERENTIES 135 laatste bladzijde 135 BIJLAGEN aantal blz. I Woordenlijst 2 II Overzicht wettelijk- en beleidskader 16 III Achtergrondrapport natuur en Passende beoordeling 106 IV Methode en uitgangspunten geluid 4 V Methode en uitgangspunten luchtkwaliteit 9 VI Methode en uitgangspunten geur 4 VII Methode en uitgangspunten gezondheid 2 SAMENVATTING 1. Plan-milieueffectrapportage voor de ontwikkelingen in Noordoostpolder Om sturing te geven aan de ruimtelijke ontwikkelingen in Noordoostpolder (zie afbeelding 0.1) heeft de gemeente een structuurvisie opgesteld. De structuurvisie geeft richting aan de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente tot 2025 en biedt de basis voor het bestem- mingsplan Landelijk Gebied dat na de structuurvisie wordt opgesteld. Afbeelding 0.1. Topografische kaart Noordoostpolder en deel Overijssel Waarom een plan-m.e.r. voor de structuurvisie? Het doel van een milieueffectrapportage voor plannen (plan-m.e.r.)1 is om bij plannen en programma’s het milieu een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming. De struc- tuurvisie maakt bepaalde activiteiten mogelijk. Deze activiteiten kunnen mogelijk m.e.r.- (beoordelings)plichtige activiteiten zijn en/of kunnen effecten hebben op Natura 2000- gebieden. Om deze redenen is een plan-MER opgesteld voor de structuurvisie. Koppeling met structuurvisie Het plan-MER staat niet op zichzelf, maar is gekoppeld aan de vaststelling van de struc- tuurvisie en de procedure die daarvoor wordt doorlopen. Het plan-MER werd gelijktijdig met 1 De afkorting m.e.r. wordt aangehouden voor de milieueffectrapportage als procedure, de afkorting MER staat voor het milieueffectrapport. Witteveen+Bos, NOP23-1/holj2/023 definitief 02 d.d. 14 mei 2013, Structuurvisie Noordoostpolder 2025 Plan-Milieueffectrapport de structuurvisie ontwikkeld, zodat de conclusies uit het plan-MER een rol spelen bij de keuzes in de structuurvisie. Drie vragen Het plan-MER geeft antwoord op de volgende drie vragen: 1. wat is de ‘milieugebruiksruimte’ in de huidige situatie en autonome ontwikkeling en wel- ke randvoorwaarden, kansen en knelpunten volgen daaruit voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen? 2. wat zijn de gevolgen van m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten voor de milieuge- bruiksruimte en wat zijn mogelijke alternatieven voor deze activiteiten? 3. zijn er activiteiten met mogelijk significant negatieve effecten voor Natura 2000- gebieden en wat zijn de cumulatieve effecten op Natura 2000-gebieden? 2. De structuurvisie Noordoostpolder 2025 Afbakening van de structuurvisie De structuurvisie richt zich voornamelijk op het landelijk gebied van de gemeente Noord- oostpolder. De structuurvisie bestrijkt het gehele grondgebied van de gemeente, met uit- zondering van de kern Emmeloord en de dorpen en het water in de omliggende grote me- ren. De structuurvisie gaat in op de relatie tussen het landelijk gebied en de kernen (inclusief Emmeloord) en de relatie tussen Emmeloord en de kleine kernen. De structuurvisie gaat niet in op het ruimtelijk beleid van de kernen. Hiervoor is gekozen omdat de dorpsbewo- ners, met ondersteuning van de gemeente, al apart dorpsvisies opstellen. Doel van de structuurvisie De structuurvisie beschrijft de ruimtelijke ontwikkelingsvisie van de gemeente op de lange termijn (tot 2025). De structuurvisie biedt de basis voor een nadere uitwerking van secto- raal beleid, van het bestemmingsplan en van grondbeleid en uitvoering. Trends en ruimtelijke opgaven De ontwikkelingsvisie is gebaseerd op de trends op het gebied van wonen, werken en re- creëren en de opgaven die hieruit volgen voor het ruimtelijk beleid van de gemeente. De belangrijkste ruimtelijke opgaven zijn: - zoeken naar mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering en differentiatie in woonmilieus zonder het ontwerp van de polder en de leefbaarheid in de dorpen aan te tasten; - ruimte bieden aan de schaalvergroting in de landbouw. Er is behoefte aan grotere bouwblokken, tot 3 hectare. Voor de vrijkomende agrarische bedrijven/erven dient een passende nieuwe bestemming te worden gezocht; - een oplossing bieden voor de landbouw, die in de lagere delen van de polder ten noordwesten van Emmeloord en rondom Schokland te maken heeft met wateroverlast. - de ligging van en de aanwezige ruimte in de gemeente benutten om actief nieuwe be- drijvigheid naar de polder te trekken om de economie te verbreden en werkgelegenheid te creëren; - ontwikkelen van de toeristisch-recreatieve sector tot een belangrijke economische pijler van Noordoostpolder met inachtneming van duurzaamheid; - realiseren van een goede bereikbaarheid als basisvoorwaarde voor ontwikkeling van nieuwe initiatieven; - realiseren van een klimaatbestendige waterinrichting in 2025; - de gemeente Noordoostpolder wil in 2030 energieneutraal zijn. Witteveen+Bos, NOP23-1/holj2/023 definitief 02 d.d. 14 mei 2013, Structuurvisie Noordoostpolder 2025 Plan-Milieueffectrapport Landschapsvisie Noordoostpolder De Noordoostpolder is ontstaan in de periode net na de Tweede Wereldoorlog (Wederop- bouwperiode) als nieuw landbouwgebied. De ideeën uit deze periode zijn terug te vinden in de vormgeving van de Noordoostpolder en in de landschappelijke structuur. In de Land- schapsvisie zijn de cultuurhistorische kwaliteiten van het landschap, samen met de oor- spronkelijke ontwerpprincipes en de ontwikkelingen uit de afgelopen 60 jaar in beschou- wing genomen. De landschapsanalyse leidde tot een landschappelijke basiskaart met sa- menhangende deelgebieden (zie afbeelding 0.2). Afbeelding 0.2. Landschappelijke basiskaart met samenhangende deelgebieden Bron: Gebaseerd op Landschapsvisie (Feddes/Olthof, 2012). Per deelgebied zijn ontwikkelingskansen bepaald. Deze ontwikkelingskansen sluiten aan bij het huidige en het gewenste landschappelijke karakter van het deelgebied. Zo zal de noordwestrand het agrarisch karakter behouden, wordt het middengebied zoveel mogelijk open gehouden en kan de rand langs het oude land verder ontwikkeld worden tot bosrijk gebied met een recreatieve functie. Verder kan in de tussenzone de glastuinbouw zich ontwikkelen. In de landschapsvisie is ook de transformatie van agrarische erven een belangrijk onder- werp. Transformatie van de agrarische erven is naar verwachting de komende tien jaar een belangrijke ontwikkeling in de polder. Dit wordt veroorzaakt door twee factoren. Enerzijds neemt het aantal agrarische bedrijven af, waardoor erven hun agrarische bedrijfsfunctie Witteveen+Bos, NOP23-1/holj2/023 definitief 02 d.d. 14 mei 2013, Structuurvisie Noordoostpolder 2025 Plan-Milieueffectrapport verliezen en worden omgevormd voor wonen of recreatieve voorzieningen. Anderzijds vindt vergroting plaats van agrarische bedrijven, waarbij uitbreiding van het