De Biltse Grjft september 1997

SCHIPPERS IN DE BIL T Lies Haan - Beerends

Al is er over de Biltse schippers al veel geschre lijnig in noordoostelijke richting af zou buigen ven, o.a. door Mr.P.E-l.Damstéen J.W.H.Meijer, om aansluiting te vinden op de Engelse vaart en toch mag er in een nummer, speciaal gewijd aan de Pijnenburgergrift, dan zou men vanuit de Biltse Grift, een verhaal over dit onderwerp via de Eem de Zuiderzee hebben kunnen berei niet ontbreken. ken. Waren de plannen ooit werkelijkheid gewor den, dan hadden er in voorgaande eeuwen trek- In de Middeleeuwen was er in De Bilt van schuiten met passagiers door de Biltse dreven scheepvaart nog geen sprake. In het boek gevaren en was er wellicht ook nu nog van Biltse Wateren binnen het Sticht van , geschre scheepvaart sprake geweest. Dat heeft helaas, ven door S.C.Kalkoen (1898), wordt vermeld dat ondanks herhaalde pogingen, niet zo mogen zijn de vaart langs de Hoofddijk in de vijftiende en en de rest van het verhaal beperkt zich dan ook zestiende eeuw voor het plaatselijk verkeer van voornamelijk tot de Biltse beurtschippers, die weinig betekenis is geweest. De Biltse Grift was tweemaal per week hun platte praamschuit van er in die periode helemaal nog niet. De meeste en naar Utrecht boomden. weteringen en vaarten dienden voor de afwate ring, al zullen ze in beperkte mate voor het ver Een beurtschipper was een officieel door de voer van landbouwproducten of de afvoer van ambachtsheer aangestelde functionaris. Toen zand hebben dienst gedaan. Mr.Antoni Keppel in 1715de heerlijkheid Oostbroek en De Bilt kocht was Jan van Eist De Utrechtse raad voerde d.d. 12 februari 1599 schipper van De Bilt. Na diens overlijden in verband met de wenselijkheid van een aan te benoemde de ambachtsheer Mary van Sparen- leggen vaart als reden aan, dat Bilts zand aange berg tot schipperse. Zij was de weduwe van Jan voerd zou kunnen worden voor de ophoging van van Eist. De heerlijkheid Oostbroek en De Bilt de landerijen aldaar en dat de Utrechtse mest in werd in 1744eigendom van J.H.van Ewijck. De Bilt zijn werk zou kunnen doen. Hij was niet verplicht om Mary als schipperse aan te houden, maar zoals uit het onderstaande Na tientallen jaren van onderhandelen werd ca. blijkt, bleef zij tot haar dood deze functie 1640 door de staten Utrecht de vaart naar De Bilt vervullen: verbeterd en doorgetrokken tot . De Bijt Vermitshet overlijden van Mary van Sparenberg verkreeg via de Biltse Grift een goede scheep het schippersampt van de Bi/t is komen te vaartverbinding met Utrecht. zij het dat, voor wat vaceren hebben wij Johan Hendrik van Ewijck De Bijt betreft, alleen goederen per schip ambagtsheer van Oostbroek en de Bi/t etc. vervoerd werden. daartoe provisioneeljk aangestelt, gelijk wij daartoe tot wederopseggens aanstellen, Ernst Het verhaal over de Biltse schippers zou een heel Venendaal, waarvoor denselven ons uyt eijgen, andere wending hebben genomen als de grootse en vrijen wille als een recognitie aangeboden plannen betreffende de aanleg van een vaart tus heeftjaarlijks te sullen betaelen de somma van sen Utrecht en de Eem doorgang hadden kunnen veertig Caroly guldens â 20 st[uiver]s yder, vinden. De Bilt zou zich heel anders hebben ont welke moeten voldaen werden binnen veerthien wikkeld, indien de vroedschap van Utrecht d.d. daegen naar elken verscheijndag, ingegaan 31 augustus 1640 daadwerkelijk besloten zou sijnde den 29. January desesjaars 1748... hebben tot de aanleg van zo’iivaart over te gaan. In het onderschrift vermeldde Martijn,de vrouw Zou de vroedschap gekozen hebben voor het van Ernst: plan, waarbij men van de stadssingel bij de “Ditmerk x is gegeven bij mijn man Ernst Plompetoren via de Biltse Grift naar de Gildbrug Venendaalof van Ekdom”. zou graven en vervolgens een verbinding, zou Het trouwboek maakte duidelijk, dat Martijn maken aan de noordzijde van de Steenstraat, die bleek te staan voor Martijntje Sparenberg, naar ter hoogte van het landgoed Sandwijck recht- alle waarschijnlijkheid familie van Mary, de

9 De Biltse Gij/t september 1997 overleden schipperse. Ernst, ook wel Erris of Al was de boete lang niet mis, toch was er in Arris genoemd, was de eerste officieel benoem 1752weer een geschil. Onderstaande de schipper uit het Biltse schippersgeslacht van getuigenverklaring werd d.d. 16april 1752 Ekdom. Er zouden er nog diverse volgen. opgemaakt: Ernst van Ekdom diende na korte tijd een klacht .dat ik onderges[crevenJ Arien Jansse in bij de Ambachtsheer. Andere schippers Pappelendam schepen van Oostbrouk ende Bilt zouden goederen vervoeren van en naar Utrecht, eenen Cornelis van Voortop den 12.April waardoor hij zich in zijn inkomsten zag beknot. 1752 met sijn schuyt hebbe gevonden, leggende Hij betaalde, zo zal hij gedacht hebben, niet voor voer de hofstede van Mevrouw Brakonier onder

inT ee was eik 8FU*T9CH!PPCNSÇANIL ii de Bill (buitenplaats Arenberg) en komende van Utrecht, zijnde geladen CeaniLis VAN tW4 N onder anderen met ses vaten bier, een flatS vaw fflt4 t!:;’. ::gflf-’..,.,..pfl.4 ;,T.SJ,, mand wijn, twee kindjes asijn, een naaTeiw vat snnaanh • tnf,NTçt PAPVÇ5’.4CN vaatje seep en verders een partije huyscieraad, welkegoederen ik voor cbÇ_!.: w4. rr.!C q.u..,.J... ‘:. een gedeelte hem heb sien lossen op t,! ‘.,t 1’— gemelde hofstede...” .‘4w:Q4V .T$( .‘Ç Weer stuurde de ambachtsheer een rekest naar gedeputeerde staten, maar dit keer met minder succes. Ook de tegenpartij had een advocaat in de arm genomen. Een commissie, samengesteld uit leden van 7,; :.j flf,J gedeputeerde staten, kreeg injuni 3NTf.q74 fr7 1752 de opdracht de zaak te onder zoeken en zo mogelijk in der minne te w::.:.iM schikken, hetgeen in maart 1753 $4wcr Çrqr geschiedde. Gedeputeerde staten Een stukje uit de stamboom van de familie Ekdom besloten, dat iedere inwoner van De niets f40,- perjaar als recognitie. Ambachtsheer Bilt een willekeurige schipper mocht verzoeken J.H.van Ewijck was het kennelijk met hem eens. goederen te vervoeren, mits in de afgehuurde Die diende een bezwaarschrift in bij gedeputeer schuit geen tijnsbare waren of goederen voor de staten, welk college op 16januari 1750 derden werden verscheept. besloot: “DeGedeputeerden van de Staten ¶î Lands van Voor wie zouden de Biltse schippers goederen te Utregt, interdiceren alle ende een iegeljjk/ buiten vervoeren hebben gehad en wât zal er in die tijd de ordinaris beëdigde Schipper of Voerman/ voor vervoer per schip zijn aangeboden? De door den Ambagtsheer van de Bilt aangesteld! Geheimschrjver van de Staat en Kerken der eenige Vragtgoederenen andere Thijnsbare VereenigdeNederlanden, uitgegevenin 1759, waaren/ voor de respective In- en Opgesetenen verraadt ons voor wie er vervoerd zou kunnen onder de Bilt woonachtig/ in te laden/te zijn. Betreffende De Bilt staat daarin o.a. het vervoeren/ of te bestellen/ ‘tzij van de Bilt naar volgende vermeld: Utregt, ofte van Utregt naar de Bilt, op poene “DeBewoonders van de Dorp, in winkeliers, van t ‘eIkenreyse te incurreren een boete van nodige Ambachtslieden en andere, die door de vijftig Guldens, te appliceren het eene derde ten Land-, Vee,Graan- en Vruchtbouwalhier een behoeve van den Armen van de BiJt,het andere vrolijk en vergenoegt leven genieten, bestaande, derde ten behoeve van den benadeelden ordina zijn op omtrent 300 te tellen; wel te verstaan van ns Schipper in der tijd/en het laatste derde ten den oudsten tot denjongsten toe. Deese gevoegt behoeve van den Aanbrenger/ boven de op de Opgezetenen van rondomme, binnen de verbeurte van alzulken Schuvt/Wagenof Karre/ Jurisdictie, en op 76 Huysgezinnengenomen (vijf waarmede voorsz. Vragtgoederenzullen gevoerd Persoonen voor één Huysgezingenomen) kan zijn...” alsoo te zamen een getal van 680 uitbrengen.”

10 ___ __

De Biltse Grjft september 1997

Wat er zoal werd vervoerd is op te maken uit het avond te voren bij zijn schuit aanwezig zijn om ORDRE ofte REGLEMENT d.d. 23 oktober de goederen in ontvangst te nemen. Op de 1765. woensdagen en zaterdagen diende hij uiterlijk om Behalve de vrachtprjzen voor bier en wijn 9 uur ‘smorgens in Utrecht bij de aangewezen stonden in het Reglement o.a. vermeld de vracht- ligplaats aan de Oudegracht te zijn, vanwaar hij lonen voor stenen en dakpannen, voor mest, hout niet mocht vertrekken voor 12 uur ‘smiddags. Hij werd geacht op zijn laatst om 5 uur middags in De Bilt terug te zijn om ORDRE otte REGLEMENT, dan de bestelde goederen af te leveren waarnaardenSchippervandeBILT.zig.zoinopzigtvan aan de mensen die binnen het dorp het Vaaren,alsrn‘t vorderenvanhetVragtloon, woonachtig waren. Goederen die te Ltiptclykzalhebbenteregulerenengedragen. zwaar waren, zoals bijv. een okshoofd — ,r” t. a vaets bi v Ste. . . , - , 4 a ae ee i.ap. . , - wijn of een ton bier, dienden op weens a Ve een Gast tj. die C,,ab.fl s.q èwy. kosten van de naaeae geadresseerden met het S— Veeenbewa.. .‘. lesenAuSadba . . . “Kraankind” te worden gelost. W t. aS atn*iWAnheSet. . . ,. =,rat= t .l.te_um Viie Mln Ja, . enen ft in W bi reff - - In 1786moest de Biltse sluis ver , Wenen hak Sein Ria . Q _, e . . - nieuwd worden. Dat bracht voor de I1 — b bfl tSe a t* snij.‘iieanke e ‘win 1hfl t-tea bimin egfrsa a •,, - schipper veel zich actnsntet . ongerief met mee. Tw*Wsd fl 3nIJMl *11 S Wne pet uSd1.),. t- ce ‘eeenMeent. S ii.. . — t — Hij moest er gedurende de ver . in as hentga, •S ::zttr..t —tenta Ets. , . . a.t. bouwing twee schuiten op na houden. De van b nbbi bi t .. - Veen ee WtiYSe*a . goederen moesten de ene — *e $EnthJØ nmn 5 Ve ufrnieEauSnnnflg ,, — schuit op de andere worden e — pS flat t - 1 e a RIaSISSe: t 1ettts— bnditneclda. overgeladen. Erris van Ekdom, nog aatet.te.r.=z . nee ttibin*qSl — Rebi a Is anlmcjnniØ Ria . • - steeds de officiële beurtschipper, ver tttt°e. t Iavn rSetnekenek. ., . t kreeg van schout en schepenen S t$ncm Wit af frgm S s elnne$wntcs,Se . S. eens eensteelten j*iq %tnZZZ_... ‘es.vnin4a.sued, • ,. , toestemming om gedurende de tijd erttazr • dat de sluis niet te gebruiken was, de 1septtsØbiiwflmfflata*z1nfl,*9 telennw.ulabnt tast. let.) ta fl t. mWp “r made O,ecn; vrachtlonen te verhogen. . . ntwtttben. )5. 54 vLntZsa,a h5fl a %u,Ln.,ej Sekten t(flnte.n,• Of deze vermoeiende periode de ent.enntt$ 5fl lustens*9lsuitnestdc eau. . . - - aanleiding is geworden van het feit, dc .tbim is lêejukS. neelIe,epden .,.oe.w. ,,t,. Coen na ijes tttitti Wusit sep hkenijhwnp dat in 1787 “Erris van Ekdomzich in btW! )ll *9 — usefl*UhlIeat int. — te OTVO AN na SCHROEFF. anase*vkte*ftbws bas Iut dennen een Gasthuis gekogt en daardoor het 5 lntend hgequtet• Schippersamt van de Bilt vacant ge maakt heeft”, is niet te bewijzen, VR4GTLOONEN. S nrneA4vlsnskHnflnGegsmnéanneknuee Recetteeen letsel. • peebeen dit *ngbee, en t.. een empRestenentt WflL1e. eeeeuksteenStIen’ en ‘eintsebu.een UuSanet int. maar is wel aannemelijk. Hij had these. ee.p panee, es hulst buneni dc iea mnnehnwceeenhnennbeanesleeen dek. liede Vqheud . . . ,t - hen, er PsIllecete en Alhiseen dieren eennIbehe. seen cnmuekeee,reletule “‘ itesgntal. Gedaun tueebcdnni Denssbeepdg, inmiddels bijna 40 jaar het nentt,ht’ue n endtee Tøøederstln deken. mee;amdXneetnekseaJleetdl schippersambt bekleed en dejaren ,• MJL*NVISCONTL 2 + - . . ‘ t — zullen zich hebben doen voelen. MUMtLNDAM, mde Menedseet:yf& Wulfert van Tammelen werd 22 oktober 1787door de ambachtsheer en koren. Het vrachtloon voor een mandje pijpen als zijn opvolger benoemd. Ook Wulfert was de werd gevolgd door de vermelding wat het ver schrijtkunst niet machtig en tekende met een voeren van een ton teer kostte. Kortom, de te ver kruisje. In zijn aanstellingsakte was daarom de voeren goederen waren heel divers. Opmerkelijk volgende zinsnede opgenomen: is de vermelding van koper. I)at was bestemd “zal hij altoos imand van zijnent wegen, die voor de Vingerhoedsmolen, die zich ter hoogte behoorljjk leezen en schrijven kan, in zijneplaats van de Biltse sluis bevond. of nevens hem moeten stellen op zijne Schuit ten In het Reglement stond verder officieel beschre tijden plaatse bij ‘t Reglement bepaalt, om ven, dat de schipper geacht werd op woensdag en hierdoor zijn gebrek in ‘t leezen en schrijven te zaterdag naar Utrecht te varen. Hij moest de vergoede, oppoene van op de eerste klagte

II De Biltse Grjft september 1997 deswegens, van zijn bediening ontzet le zullen en Dirkje, tot schipper te benoemen. Bijna dertig worden.” jaar heeft Willem het schippersambt bekleed. In Wulfert was gehuwd met Dirkje Willemse van de raadsvergadering van 19 september 1832werd Ekdom, blijkens de stamboom van de familie melding gemaakt van het overlijden van Willem Van Ekdom een oomzegster van de vorige schip van Tammelen. Met algemene stemmen werd per. 1-letambt bleef dus in de familie. besloten Willem van Ekdom, reeds schipper Wulfert overleed in 1788. In 1791trad Dirkje zijnde, tot officiële schipper van De Bilt te be voor de tweede maal in het huwelijk, ditmaal met noemen. Deze Willem was een zoon van Come Jacob l-larskamp,die blijkens de belastingkohie lis van Ekdom, die op zijn beurt weer een zoon ren van 1795/1796 het schippersvak beoefende. was van Willem Cornelisz.van Ekdom, de vader Al stonden in bedoelde kohieren de gebroeders van de eerdergenoemde Dirkje en broer van Ernst Jan en Cornelis van Ekdom niet als schippers ver van Ekdom. meld -zij werden daghuurder genoemd- uit andere Blijkens de gemeenteverslagen van De Bilt voer gegevens blijkt, dat ook zij als schipper er nog steeds “een vaste veer- of vragschuit werkzaam waren. tweemaalper week van hier op Utrecht”

Waarom het zo lang geduurd heeft, voordat Jacob Op 11mei 1842 besloot de Raad tot de opstelling Harskamp officieel als schipper benoemd werd is van een nieuw Reglement en Tarief der Vracht- onduidelijk. Wel blijkt uit de archieven dat het bonen op het Veervan de Biltsche schuit, waar toen ook in De Bilt roerige tijden waren. In de bij de tarieven werden aangepast. Het vrachtloon gerechtsnotulen werd de inkwartiering van voor koper werd daarin niet meer vermeld, daar soldaten meermalen vermeld. Zo ook alle onge de Vingerhoedsmolen niet meer in bedrijf was. makken die dat tot gevolg had. Pas op 9januari Voor die tijd meer moderne zaken zoals “een 1804vergaderde het gerecht over de opvolging Schufraam met glazen, een Kagchel met of van Wulfert van Tammelen: zonder pijp, een IJzeren Haard of een Ladetafel” “Nogis in Deliberatie genomen hoe ten aanzien stonden genoemd en ook “eenengrooten van de vacante Waschmand”was niet vergeten. Schippersplaats te handelen en daarop Tijdens de raadsvergadering van 13 november gedelibereerd zijnde is beslooten bij meerderheid 1848werd melding gemaakt van het overlijden van de Schepenen (willendeden Schout hierin van Willem van Ekdom. Besloten werd, dat zijn geene stem uitbrengen, tenzij Schepenen wilde weduwe, Adriana Grootenhuis, het schippers- besluiten de aanstelling van de Schipper aan den ambt voorlopig mocht waarnemen. In de raads Ambagtsheer wierde overgelaten) dat Jacob vergadering van 7 mei 1849 kreeg zij een offi Harskamp als schipper van hier op Utrecht en ciële benoeming, daar ze gedurende de waar vice versa zal worden aangesteld, zooals dezelve neming volgens de mening van de raad getoond aangesteld word bij deze; en zal aan hem eene had volkomen voor deze betrekking berekend te behoorlijke Acte van aanstelling daarvan worden zijn. Met algemene stemmen was dan ook tot ter hand gesteld.” haar aanstelling besloten. Het meningsverschil, dat kennelijk bij schout en Zoals blijkt uit de gemeenteverslagen voer de schepenen bestond betreffende het aanstellings dorpsschuit van De Bilt ook toen nog tweemaal recht, heeft deze vertraging wellicht veroorzaakt. per week naar Utrecht en terug en kwam de Het is zeer waarschijnlijk, dat Dirkje na het Zeister schuit dagelijks door de Biltse Grift. Nog overlijden van haar eerste man het schippersambt altijd werden er alleen goederen per schuit officieus heeft bekleed. Zij overleed eind 1803. vervoerd. Personen moesten gebruik maken van Daardoor moest er toen in ieder geval een de door het dorp rijdende diligences. beslissing genomen worden betreffende de Blijkens de “Nominatieve staat der bevolking” uit aanstelling van een beurtschipper. 1857waren niet alleen de weduwe van Willem Jacob was slechts korte tijd officieel als schipper van Ekdom en haar zoon Cornelis als schipper werkzaam. Op 30juni 1804overleed ook hij en werkzaam, maar ook Jacob van Amerongen, in de gerechtsvergadering van 30juli 1804werd Hendrik van Ekdom, Steven van Ekdom en met algemene stemmen besloten om Willem van Willem Peereboom, de laatste als turfschipper Tam melen, een zoon van voornoemde Wulfert aangeduid.

12 De Biltse Grjft september 1997

In de raadsvergadering van 13 april 1859 kwam stond betreffende het goederenvervoer te water ter tafel, dat Adriana Grootenhuis te kennen had vermeld, dat er “eeneschuit in geregelde dienst gegeven met haar ambt te willen stoppen. Zij op Utrecht” voer. vroeg de raad haar zoon Cornelis aan te stellen, Of dat de schuit van Comelis, dan wel een schuit hetgeen tijdens de raadsvergadering van 29 april van een Biltse schipper was werd in het verslag 1859 daadwerkelijk werd besloten. Cornelis van niet vermeld. Ekdom kreeg een akte van aanstelling uitgereikt. Zijn inkomsten uit genoemde betrekking werden Willem van Ekdom, zoon van Cornelis, wonende begroot op f250,-. Vond Cornelis dit bedrag aan in het voormalige schippershuis aan de Dorps- de lage kant? Hoopte hij meer te kunnen straat, diende in het prille begin van deze eeuw verdienen? Hij deed daar in ieder geval een een verzoek in voor de verbouwing van een poging toe. Hij diende een verzoek in om de schuur, gelegen achter zijn huis. Die schuur zou vrachttarieven te herzien, maar in de raadsnotulen als bergplaats voor brandstoffen dienst moeten van 17 augustus 1859 stond te lezen, dat deze gaan doen. De bouwvergunning werd hem 26 poging mislukte. De raad besloot, na overleg met februari 1902verleend. Dat Willem toen het de gemeentesecretaris van Utrecht, de tarieven schippersvak beoefende bleek niet alleen uit de onveranderd te laten en wel “opgrond van de vele bouwaanvrage, maar ook uit een rekening, moeijelijkheden” aan zo’ntariefsverhoging gezonden aan het schildersbedrijf van de weduwe verbonden. H.J.Nieuwenhuis d.d. 21 maart 1903. Een vat “chemischzuiver Hollandsch loodwit” werd van Cornelis van Ekdom is, voor zover is na te gaan, Utrecht naar De Bilt per schip vervoerd door de laatste officieel benoemde beurtschipper van Willem van Ekdom. Willem ondervond in die periode concurrentie van andere middelen van transport, zo bleek uit andere rekeningen. Een vaatje “Engels Zwart” van 25 kilo werd in dat jaar per boot vervoerd van Rotterdam naar Utrecht en werd vanuit Utrecht door bode Dazelaar bij de Wed. Nieuwenhuis afgeleverd. Een bus “belegen dunne standolie “, eveneens per schuit van Rotterdam naar Utrecht vervoerd, werd per tram in De Bilt bezorgd. Willem was in die tijd geen fulltime schipper meer. Hij was zich ook met de brandstoffenhandel bezig gaan houden. Eerst was dat voornamelijk turf, per schip uit Vinkeveen aangevoerd, later kwam daar ook Tekening van P. Ludgers uit 1868 met het buitenhuis van de steenkool bij. Wasserij De Sneeuw- Oorsprong aan de Biltstraat te Utrecht. (Gem archief bal, gevestigd aan de Bunnikseweg, Utrecht) was daar bijvoorbeeld een van de De Bilt geweest. Al zijn er tot het midden van afnemers van. deze eeuw nog schippers in De Bilt werkzaam geweest, een officiële aanstelling is niet gevon Al kwamen er dan andere middelen van vervoer den. Cornelis was in 1880 met zijn gezin naar in zwang, toch waren er nog meerdere schippers Zeist verhuisd, waar hij blijkens een advertentie in die tijd in het dorp woonachtig. In het adres

1 op 1oktober 1879de “schippc’rsaffaire”van de boek van de gemeente De Bilt d.d. april 1909 weduwe G.van Arkel-Pruijser had overgenomen. stond niet alleen W. van Ekdom sr. als schipper In het gemeenteverslag van De Bilt over datjaar vermeld, maar ook W. van Ekdom Jr., H. en T.

13 De BilIse Grfft september 1997

Amsterdam”. De firma C.(van) Ekdom uit Zeist had in die tijd de beschikking over motorschuiten, iets wat het vervoer over langere afstanden mogelijk maakte. Voor het personenver voerhadin 1909de paardentram moeten wijken voor de elektri sche tram. In 1912 was er betreffende het Ansichtkaart va De Biltse grift bij het sluisje, daterend uit begin deze vervoer van goederen eeuw. (Top Atlas list. Kring) voor het eerst sprake van “boden en vrachtauto’s”. In het gemeenteverslag Hazekamp,J. en L.v.d.Horst, C.du Maine en over 1927stond pas vermeld, dat er “geen beurt- W.Smit. Bovendien waren W.Kramer en schepen” aanwezig waren en in het verslag over H.Verkuil als schippersknecht in het adresboek 1931stond te lezen, dat de “motorbootdienst van opgenomen. Deze laatsten zouden volgens de heer Zeist naar Amsterdam door de Biltse Grift ging”. A. van Ekdomjr. voor de familie van Ekdom gevaren hebben. Hij vertelde ook, dat de familie Het onderschrift, behorende bij een foto opgeno Ekdom in die jaren meubilair vervoerde voor men in het tijdschrift Utrecht in woord en beeld baron van Van Boetzelaer, volgens het d.d. 7 oktober 1927 vertelt ons dat de schippers bovengenoemd adresboek wonende in “Huize in die tijd zand vervoerden: Houdringe”. De baron was ‘s zomers in Sche “Bijhet oude sluisje rusten/In het water schepen veningen woonachtig. De wintermaanden bracht zand./ hij in De Bilt door. Tweemaal perjaar werd een En de schippers staan te pruimen/En te praten deel van zijn bezittingen heen en weer gevaren. aan den kant.” In het gemeenteverslag over 1905 was er Niet alleen zand werd er vervoerd. Ook mest, betreffende het vervoer te water voor het eerst grind en brandstoffen zal er in de schuiten sprake van een “pakschuitendienst op gezeten hebben. In het nummer van 8januari 1932 stond bij een foto in bovenbedoeld tijdschrift te lezen: “Het is nu een koud baantje, ompraam schepen voort te bomen door de Biltsche Grjfl, en wij gelooven dat de lezers met de schippers niet graag zouden willen ruilen! Maar ze zijn het gewend, deze menschen, en rustig boomenze door, op hetjaagpad langs den drukken Biltschen straatweg.” Al werd het pad langs de Biltse Grift danjaagpad

14 De Biltse Grij’tseptember 1997

genoemd, de schippers waren in die dagen nog vracht. Kort na de oorlog was het echter met het niet gehaast bezig. Zij boomden rustig voort. Het schippersvak gedaan. Het wegtransport nam het verkeer raasde inmiddels wel over de weg. Niet vervoer over. alleen personenauto’s,maar ook vrachtwagens, De firma Ekdom uit Zeist nam in 1949de laatste bussen en trams denderden door de Dorpsstraat. boot uit de vaart. Sindsdien zijn er geen schippers Daardoor uiteraard veel overlast bezorgend. meer in de Biltse Grift te zien. Thans ziet men Daarom werd het verkeer in de dertiger jaren door een enkele keer een roeibootje of een kano. Van de aanleg van een rondweg buiten het dorp omge professionele bedrijvigheid is geen sprake meer. leid. De oude losplaats aan de Bunnikseweg De Grift is nu het domein van watervogels. kwam daardoor te vervallen. Wel werd er in 1934 Zwanen en meerkoeten zwemmen er rond. nog een nieuwe losplaats aangelegd bij de Hengelaars gooien er soms hun dobber uit. Voor Jacobssteeg. Deze heeft echter maar korte tijd de waterbeheersing is de Biltse Grift nog wel dienst gedaan. degelijk van belang, maar voor de scheepvaart niet meer. Het schippersambt is in De Bilt In het adresboek van De Bilt en van verleden tijd geworden! 1937 stond C. van Ekdom, wonende Utrech tscheweg 277 nog als schipper aangemerkt Met dank aan de heren A.Ekdomjr. en H.Ekdom evenals W.van Ekdomjr., die op de Hessenweg voor verkregen informatie en fotomateriaal. woonachtig was. Diverse mensen bleken het beroep van “voerman”uit te oefenen. Ook “chauf Bronnen: -gerechtsnotulen 1 feurs” waren er in De Bilt woonachtig. T.Knop GAB G tlm 3 -notulen gemeenteraadGAB, nrs 6 t/m 12 per, wonende de 7, stond op Leijenscheweg speci -stukken RAU, R 29-31, inv.nrs 4 en 10 fiek als “vrachtrijder De Bilt-Utrecht” te boek en -uittreksel Waterenbinnen het Sticht van Utrecht H.v.d.Kuil en Zonen, Hessenweg 100 werden van S.C.Kalkoen, uitgegeven 1898 expediteurs genoemd. A.Ekdom was brandstof -diverse artikelen betreffende de Biltse schipper van Mr.P.H.Damsté fenhandelaar, wonende op de Rembrandtlaan en -Kleine Historie van De Bi/t van J.W.H.Meijer. J.Ekdom schilder, gevestigd aan de 1995 Leijenscheweg. Opgemerkt zij, dat de familie -artikel De Beurtschipper van Zeist van L.Visser, Ekdom het voorvoegsel “van”, behorend bij hun opgenomen in het Dorp Zeist, verschenen in 1980 achternaam, in de loop der jaren kennelijk was -artikel Utrecht havenstadi van D.T.Koen.jaarboek Oud Utrecht 1991,blz. 121t!m 142 kwijt geraakt. -namenbestand,samengestelddoor Jan van der Heijden, beschikbaar voor de Historische Kring d’OudeSchool De heer A.Ekdomjr., zoon van de brandstoffenhandelaar en kleinzoon van W.Ekdom sr., vertelde dat hij in de oorlogsjaren als jong maatje meevoer op schuiten van zijn vader en ooms Willem en Cornelis. Behalve brandstoffen, zand en grind werden er vaten bier vervoerd, komende uit Amsterdam van de Amstel- en de Heineken- brouwerijen. Ook zakken suiker van de Amsterdamse suikerfa briek Wester behoorden tot de te vervoeren De rustige Biltse Grift anno 1997, gezien in de richting Zeist vanaf de universiteitsweg.

15