van Jan Blankens grafmonument doel was Opzichter te Hellevoetsluis 1775-1795 van een vorig jaar speciaal daartoe opge­ richte stichting, waarvan de auteur deel Jan Blanken Janz. werd in 1755 te Berg­ uitmaakt. Wij hebben daar reeds eerder ambacht geboren als zoon van de timmer­ aandacht aan besteed. In de kroniek van man en molenbouwer J.T. Blanken. Jan dit nummer kan de lezer kennis nemen van was de eerste telg uit een geslacht van het resultaat van de inspanningen van het waterbouwers, dat in de periode 1795- comité. 1825 met drie ingenieurs in de water­ staatsdienst nauw was betrokken bij de Overigens is de historische vereniging aanleg van grote waterwerken in Neder­ 1 "Het Land van Brederode" niet de enige land . die extra aandacht besteedt aan de per­ Met nog drie broers groeide hij op in een soon van Jan Blanken. Ook het Stedelijk ambachtelijk milieu in de Krimpenerwaard, Museum wijdt een speciale ten­ waar zijn vader dijkopzichter was. Na toonstelling aan Blanken in zijn Viaanse enige jaren onderwijs op een Franse context. Waarom 1988 als herdenkings­ kostschool te hebben gevolgd, werd hij in jaar in Vianen de bijzondere aandacht familie-traditie opgeleid in de sluis-, mo­ heeft gekregen die het verdient, zal na len- en dijkwerken door zijn oom AT. lezing van de hier bijeengebrachte artike­ Blanken, stadsfabriek te Gouda. In de 18e len duidelijk zijn. eeuw bestond er bij steden, waterschap­ pen en de Staten van Holland behoefte aan bekwame -vaterbouwers voor de sluis- en dijkwerken in de Hollandse Waterlinie. Op 20-jarige leeftijd had Jan Blanken zich voldoende geschoold in de "bouw-, landmeet- en tekenkunst", zodat Jan Blanken Jansz. (1755-1838), de Staten van Holland hem in 1775 aan­ inspecteur-generaal van de Waterstaat stelden tot fortificatie-opzichter op de Zuidhollandse eilanden, hoewel hij geen 150 jaar geleden overleed op de buiten­ landmetersexamen had afgelegd. Hij werd plaats "Vijverlust" te Vianen Jan Blanken echter benoemd op voorspraak van zijn Jansz., een van de beroemdste Neder­ oom, die als sluisbouwer een goede naam landse waterbouwkundigen van de 19e had bij het gewest Holland. eeuw. Als timmermanszoon wist Jan In de Vierde Engelse oorlog (1780-1784) Blanken in de Bataafse en Franse tijd diende Blanken onder de militaire inge­ (1795-1813) op te klimmen tot inspecteur- nieur OJ. van de Graaff (1734-1812) bij de generaal van de Waterstaat. In de bijna verdediging van de Hollandse kust. De twintig jaar dat Blanken deze funcktie aanleg van de defensiewerken betekende bekleedde, legde hij onder koning Lode- voor Blanken een praktische oefenschool wijk Napoleon, keizer Napoleon Bonaparte in het ingenieursvak met Van de Graaff als en koning Willem I grote bouwwerken aan leermeester. Hoewel Blanken zich als een ter beveiliging van Nederland tegen het autodidact in de civiele en militaire water­ water. Ook te Vianen, waar volgens Blan­ bouwkunde bekwaamde, was een militaire kens plannen in het begin van de 19e eeuw carrière bij het ingenieurskorps van de de infrastructuur werd verbeterd met de genie voor hem als zoon van een timmer­ aanleg van de straatweg naar Gorinchem man onmogelijk. Op voorspraak van de en het Zederikkanaal. Voldoende aanlei­ raadpensionaris van Holland, Mr. Pieter ding voor een korte historische terugblik van Bleiswijck, trad hij echter in dienst bij op Blankens carrière, met tevens aandacht het artilleriekorps, dat in 1785 werd uitge­ voor de geschiedenis van de verdwenen breid. Als opzichter had Blanken Van buitenplaats "Vijverlust". Tot slot wordt Bleiswijck geadviseerd over waterwerken, een overzicht gegeven van het grondbezit in ruil waarvoor hij tot luitenant bij de van Blanken in Vianen en omstreken. artillerie werd benoemd. Het was kenmer-

22 kend voor Blankens carrière dat hij zijn heid in de Republiek pas na 1795 kon kennis van de waterbouw aanbood aan worden uitgevoerd. Aangezien hij het regenten en bestuurders en zich vervol­ dokplan had ingediend bij Mr. P. van der gens verzekerde van hun protectie. Heim, secretaris van de Rotterdams Te Hellevoetsluis begon Blankens loop­ admiraliteit en tevens maecenas van het baan in de civiele- en militaire waterbouw. Bataafs Genootschap, kreeg hij toegang In deze vestingstad en marinehaven tot deze kring van verlichte empirische raakte hij vanaf 1785 behalve bij vesting- wetenschappers. werken betrokken bij waterstaats- en In de oorlogsjaren 1793-1795 diende marinezaken. Als opzichter assisteerde Blanken als opzichter en artillerist bij het Blanken de inspecteur-generaal van beleg van Willemstad en de defensie van 's Landsrivieren Christiaan Brunings de Hollandse kust onder admiraal Van (1734-1805) bij de jaarlijkse peiling van de Kinsbergen. Bevorderd tot kapitein kwam Zuidhollandse zeegaten, die door verzan­ in 1795 een einde aan zijn militaire carrière, ding in de 18e eeuw onbevaarbaar waren toen hij met zijn batterij op de noorder geworden voor schepen van de kooplui- Lekdijk te Vreeswijk moest capituleren regenten. In Brunings, de belangrijkste voor de Franse troepen. waterbouwer in de Republiek, vond Blan­ ken zijn leermeester in de civiele water­ Van directeur tot inspecteur-generaal bouwkunde. 1795-1816 Naast Brunings bracht de kustopname Blanken tevens in kontakt met de regenten Na de Bataafse Revolutie van 1795 bleef van de Rotterdamse admiraliteit, die profijt Blanken aan als opzichter. In het nieuwe hadden van Blankens nieuwe zeekaarten. staatsbestel van de Bataafse Republiek, De admiraliteit belastte opzichter Blanken waaraan ervaring en prestatie de voorkeur met het onderhoud van de marinewerf te werd gegeven boven afkomst, kon Blan­ Hellevoetsluis. In 1787 ontwierp Blanken ken promotie maken. Na de hervorming voor de regenten een revolutionair plan van de oude Republiek tot een nationale voor de aanleg van een droogdok te eenheidsstaat werd vanaf 1795 het water- Hellevoetsluis, dat echter door verdeeld- staatsbeheer een centrale overheidstaak, uitgeoefend door een ambtenarenkorps o.I.v. Christiaan Brunings. Vanwege zijn kennis van de Hollandse kust werd Blan­ ken direct lid van dit korps, de latere Rijkswaterstaat. Naast de fortificatiën en de waterstaat raakte Blanken echter vooral betrokken bij de Bataafse marine, die onder Pieter Paulus werd gemoderniseerd. Dit was voor Blanken aanleiding om zijn dokplan voor Hellevoetsluis uit 1787 te publiceren, waarop het gewest Holland hem in 1797 op reis zond naar Noord-Frankrijk ter bestudering van de dokhavens. Op deze studiereis werd hij door beroemde Franse ingenieurs van de Ecole des Ponts et Chaussées onderwezen in de moderne sluis- en waterbouwkunde, en raakte hij beïnvloed door het neo-classicisme. Na terugkeer in 1798 werd Blanken benoemd Jan Blanken in het uniform van inspecteur-ge­ tot directeur van de sluis- en dokwerken te neraal van de Waterstaat, doorJ.L. Jonxis, (ca. 1836). Olieverf op doek. Den Helder, Rijks werf Hellevoetsluis en leidde tezamen met Willemsoord. Foto: Rijkswerf Willemsoord. Brunings en C.R.Th. Kraijenhoff de aanleg

23 van het droogdok. Voor het dok ontwierp een plan voor een marinehaven aan het hij een van de eerste stoomachines die in Nieuwe Diep te Den Helder, dat na Napo­ Nederland werden gebouwd. leons bezoek aan Holland in 1811 werd Hoewel Blanken als directeur inmiddels goedgekeurd. Tot 1813 was hij belast met behoorde tot de kring van toonaange­ de uitvoering van het plan, dat bestond uit vende civiele waterbouwers van de Ba­ een dokhaven met arsenalen en vesting- taafse Republiek, ambieerde hij vooral een werken. Voor zijn trouwe dienst kreeg militaire loopbaan bij het hoog gewaar­ Blanken van keizer Napoleon de hoge deerde ingenieurskorps van de genie. In onderscheiding van ridder in de orde van 1803 werd zijn sollicitatie tot luitenant-ko­ het legioen van eer. lonel bij de genie echter afgewezen, Evenmin als 1795 of 1810 betekende 1813 doordat militaire ingenieurs uit de hogere het einde van Blankens carrière. Integen­ kringen protesteerden tegen de toetreding deel, hij werd niet alleen door koning van een ambachtsman zoals Jan Blanken. Willem I in zijn funktie gehandhaafd maar Uitgesloten van een militaire carrière, nam tevens belast met belangrijke waterwer­ hij in 1803 ontslag uit de opzichtersdienst. ken. In 1814-1815 werden volgenszijn Bovendien kreeg hij als directeur in 1805- ontwerp ter versterking van de Hollandse 1806 ruzie met zijn collega's over de Waterlinie sluizen gebouwd rond Gorin- afbouw van het dok, en verliet Hellevoet- chem, voor de inundatie van het gebied sluis om zich volledig te wijden aan de tussen de Lek en de Biesbosch. Tevens waterstaatsdienst. gaf Willem I zijn inspecteur-generaal Onder het Koninkrijk Holland (1806-1810) opdracht de marinehavens te Den Helder slaagde Blanken er tenslotte in om als en Hellevoetsluis te voltooien. civiel ingenieur promotie te maken bij de waterstaat, die door koning Lodewijk Bewoner van Vijverlust Napoleon werd gereorganiseerd tot een hiërarchisch korps. Reeds in 1808 werd hij Begin 1816 verhuisde Jan Blanken van tezamen met A.F. Goudriaan benoemd tot Amsterdam naar Vianen, en vestigde zich inspecteur-generaal van de waterstaat, en op de buitenplaats "Vijverlust" ten zuiden tot aan zijn pensionering in 1826 zou hij van de stad. Behalve de centrale ligging deze topfunktie bekleden. Ook als water­ van Vianen in het rivierengebied, waar bouwkundige kreeg Blanken erkenning, Blanken elke winter de leiding gaf aan de doordat koning Lodewijk Napoleon hem dijkbewaking, was een nalatenschap na de watersnoodramp van 1808 in de aanleiding tot de verhuizing. In 1816 erfde Betuwe belastte met uitvoering van de Blanken van zijn zwager, de meestersteen­ Lingewerken ter beveiliging van het rivie­ bakker Arie van , een steenfa­ rengebied. Uit waardering benoemde briek, die reeds meer dan een eeuw door Lodewijk Napoleon hem tot ridder in de de firma Van Lakerveld in de Zevenberger- Orde van de Unie. Bij de Lingewerken kon of Middelwaard langs de Lek werd gedre­ Blanken zijn uitvinding van de waaiersluis ven. Tot aan zijn dood in 1838 exploiteerde toepassen. De originaliteit van deze sluis Blanken naast zijn waterstaatsbetrekking werd echter betwist door zijn collega deze steenfabriek, met 16 steenovens en Goudriaan en vormde het begin van een 24 werklieden een middelgroot bedrijf2. jarenlange ruzie tussen beide water­ De steenfabriek was een lucratief bezit, staatsingenieurs. want de inspecteur-generaal kon voor de Na de inlijving van het koninkrijk Holland uitvoering van de grote waterbouwwerken bij het Franse Keizerrijk werd Blanken in die hijzelf had ontworpen, sinds 1816 uit 1810 als waterstaatsdeskundige door de eigen voorraad bakstenen leveren. keizer naar Parijs ontboden, waar hij in een De buitenplaats "Vijverlust" tegenover de Middelwaard had Blanken op een open­ commissie met admiraal Verhuel en gene­ 3 raal Van Hogendorp Napoleon over mari­ bare verkoping voor ƒ 6.900- gekocht . nezaken adviseerde. In het kader van de De vorige bewoner kolonel J. Raaff had de invasie van Engeland ontwierp Blanken buitenplaats verlaten, omdat voor de

24 1>K STAB VI \\ E s,

:'••*) I* t, Ti. tttitttiiitmlttitt ut

.jiixattm dt Jàeite."ô en st e ôt een Oven o E a I3DÎI i TA A 'Â D.

Rivierkaart van de Lek benedendams door G.F. Van Derfelden Van Hinderstein, 1824. Schaal 1: 15.000. Detail van de steenoven in de Middelwaard. ARA, Aid. Kaarten en Tekeningen, inv.nr.OBGKP5-151. aanleg van de grote straatweg Vianen- voor ƒ 9.200- werd verkocht aan kapitein Gorinchem de oprijlaan, bomen en ander ter zee Alexander Gaspar de Mauregnault. getimmerte van "Vijverlust" moesten Nog geen jaar later kwam het buiten in wijken. Ongetwijfeld was bij de aankoop bezit van de Amsterdamse koopman sprake van enige ambtelijke voorkennis, A. Jospehe, die het tenslotte in 1802 5 want de inspecteur-generaal had tezamen verkocht aan kolonel Raaff . met zijn broer Arie Blanken, hoofdinge­ Hoewel ons geen afbeelding van "Vijver- nieur in Zuid-Holland, in 1814-1816 het lust" bekend is, kunnen we ons uit de tracé van de straatweg bepaald4! notariële akten een voorstelling maken De buitenplaats moet pas tussen 1732 en hoe de buitenplaats er van 1816 tot 1838 1735 zijn gebouwd. Tenminste volgens uit moet hebben gezien: Een sederd het kohier der verpondingen stond in 1732 weinige jaren nieuw, hecht en sterk ge­ op het Zand in Helsdingen een huis en bouwd onder en boven heerenhuis, voor­ hofstede van de heer Van , dat zien van veel ijzer en lood, en voorts van 5 moest worden afgebroken. Op dezelfde boven en 3 benedenkamers, meestal plaats verrees een nieuwe buitenplaats, behangen en van stookplaatsen voorzien, die in 1735 werd bewoond door Dirk alsmede ruime kelder, zeer ruime keuken Hermense veen. De naam "Vijverlust" met pompen. Voor het herenhuis lag kreeg de buitenplaats overigens pas voorts een plaissante tuin en plantagie, en onder de volgende bewoners, de familie een groote vischhjke vijver bij een uitge­ Kelderman, die van 1764 tot 1783 de breid plein [...] hebbende een ruim uitzicht hofstede hebben uitgebreid met een op den nieuw aangelegde straatweg langs visvijver, tuin en boomgaard. Aangezien welke dilligences op Amsterdam, mr. Willem Kelderman en zijn zoon Coen- en Breda dagelijks passeren. Op het erf raad als secretaris van stad en land in van de buitenplaats stonden verder stallen Vianen woonden, werd het buiten ver­ voor 24 paarden en 12 koeien, een koets­ huurd totdat het in 1783 door Coenraad huis, koepel, hooiberg, en timmermans­ 6 Kelderman, toendertijd drost van Zeist, woning .

25 :

Plankaart van de aanleg van de straatweg van Gohnchem naar Vianen, met twee verschillende trace's langs "Vijverlust" uit 1811-1813. Deze weg was een onderdeel van de keizerlijke weg nr. 2 ontworpen op last van Napoleon in 1811 en voltooid onder koning Willem I. ARA, Afd. Kaarten en Tekeningen, inv. nr. WCAP 360.

Inspecteur-generaal 1816-1826 lust", waar hij zijn kantoor had gevestigd. Hier werden in de winter onder zijn directie Nadat Blanken in 1816 was belast door kaarten, bestekken en rapporten van de Willem I met de aanleg van grote water­ waterwerken opgemaakt door de inge­ bouwwerken, was het een komen en gaan nieurs F.W. Conrad (1800-1870) en L.J.A. van bestuurders en ingenieurs op "Vijver- van der Kun (1801 -1864). Tevens bezoch-

v

/

Plankaart van de aanleg van het tracé van het -kanaal te Vianen, door J. Blanken Jz., 1822. Schaal 1:2000. ARA, Afd. Kaarten en Tekeningen, inv. nr. WCAP 411.

26 ten prominente geleerden en onderne­ koning om tenminste het toezicht over de mers, zoals Moll, Roentgen en Van Swin- kanalen en sluizen die hij had aangelegd te den, "Vijverlust" voor de bestudering van mogen behouden. Op advies van zijn de modellenverzameling die Blanken in collega en rivaal Goudriaan werd hij in een loods op het erf had ondergebracht. 1826 uit de actieve dienst ontslagen. Dikwijls gaf Blanken demonstraties van de werking van zijn uitvindingen zoals de Ook na zijn pensioen bleef Blanken actief waaiersluis en vlotbrug. in de waterbouw, het vak waaraan hij zich Roem verwierf Blanken met de aanleg van sinds 1798 had gewijd. Begin 1828 sollici­ kanalen onder koning Willem I, die tijdens teerde hij naar de vacante betrekking van zijn regering voorrang gaf aan de verbete­ dijkgraaf van het land van Vianen en het ring van de vaarwegen ter bevordering van college van de Lek, maar niet volgens de de handel. Willem I dankt zijn bijnaam regels. Aangezien Blanken niet op de "kanalen-koning" deels aan zijn ijverige nominatie stond van het dijkcollege van de inspecteur-generaal, onder wiens leiding Lek, diende hij bij de minister van binnen­ in 1817-1826 de volgende kanalen werden landse zaken een verzoekschrift in, nadat aangelegd: het Stenenhoek-kanaal, het hij reeds eerder koning Willem I van zijn Zederikkanaal en het Noordhollands verlangen naar het dijkgraafschap op de kanaal. hoogte had gesteld. Willem I informeerde Het verzet van steden en waterschaps- en of Blanken voor deze post in aanmerking polderbesturen tegen de aanleg van kwam, maar zijn minister wees het verzoek grootschalige kanalen, zowel bestemd af en vond dat Blanken zich tot het dijkcol­ voor de scheepvaart als afwatering, werd lege moest richten. Zonder steun was hij door de invloed van mr. M.C. van Hall kansloos in de verkiezing voor het dijk­ (1768-1858), eveneens afkomstig uit graafschap, want invloedrijke burgers van Vianen, gebroken. Als adviseur van Wil­ Vianen als burgemeester E.J. Mecima en lem I pleitte Van Hall bij de vorst voor doker Schwaring hadden ook gesollici­ Blankenskanaalplannen, zodat de inspec­ teerd. Omdat Blanken zich bovendien in teur-generaal in 1818-1819 het Stenen­ zijn brief had beklaagd over de 'diepe hoek-kanaal door de Alblasserwaard en in onkunde' in de waterbouw bij het dijk- en 1823-1826 het Zederikkanaal tussen polderbestuur, kreeg hij zelfs geen enkele 8 Vianen en Gorinchem kon graven7. stem . Het hoogtepunt in zijn carrière als water­ bouwer bereikte Blanken met de aanleg Jan Blanken als landeigenaar te Vianen van het Noordhollands kanaal, dat in de jaren 1819-1825 onder zijn leiding door Het dijkgraafschap ambieerde Blanken 10.000 seizoenarbeiders tussen Amster­ vooral omdat hij uitgestrekte landerijen dam en Den Helder werd gegraven. Het bezat. De waterstaatsdienst had hem tot was het grootste openbare werk dat grote rijkdom gebracht. Sinds 1808 had hij tijdens het koningschap van Willem I werd als inspecteur-generaal het aanzienlijke uitgevoerd, maar betekende tegelijk het jaarsalaris van ƒ 3.500- verdiend, terwijl einde van Blankens loopbaan. In 1825, na hij bovendien inkomsten had uit de sluis- de overstroming van het Waterland, bouw door octrooi-rechten op zijn uitvin­ weigerde Blanken ondanks bevel van ding van de waaiersluis. Het kapitaal werd Willem I de sluizen in het voltooide kanaal belegd in onroerend goed in Vianen, te openen voor de uitlozing, uit vrees dat Heikop en Meerkerk met de marktwaarde zijn levenswerk zou worden beschadigd. in 1838 (de nummers verwijzen naar het Vanwege de deskundigheid en hoge bijgaand kaartje9): leeftijd van Blanken liet de koning de zaak rusten, maar besloot tevens om de inspec­ Vianen teur-generaal na de voltooiing 1. weiland "het Zwanegat of de Wis", van het Zederikkanaal eind 1826 te pensio­ ca. 1,9 ha. ƒ1.500-; neren. Tevergeefs verzocht Blanken de 2. hofstede en 3 schuren, ƒ 15.000,-;

27 3. boomgaard met huis en akker, ca. 2,2 13. hooiland in de Bolgerij, ca. 3,3 ha., ha.,/5.700,-; ƒ1.225,-; 4. huis, kersenboomgaard en grachten 21. de uiterwaarde "de Haantjes" aan de in het Viaanse Bos waarop het slot oostzijde van de Voorhaven van het Amaliastein stond, ca. 2,5 ha., nieuwe Zederikkanaal, buiten de ƒ 12.600,-; boomgaard "de Scheele Oostpoort, ca. 4 ha., ƒ 7.800,-; Heul" in het bos, ca. 1,7 ha. ƒ 2.150,-; 5. de Zevenberger-of Middelwaard Heikop buitendijks langs de Lek, met steenfa­ briek, woonhuizen, loodsen, ca. 70 ha 14. hooiland, ca. 2 ha., ƒ 400,-; ƒ 46.000,-; 15. polder Boeikop, hooiland, ca. 3 ha., 6. boomgaard en weiland aan de Waaij- ƒ 525,-; steeg.ca. 9 ha. ƒ 10.800,-; 16. weiland; 17. akker met huis en schuur, ca. 4,2 ha., 7. de buitenplaats "Vijverlust", ca. 1,8 ƒ 5.500,-; ha., ƒ 8.100,-; boomgaard achter het buiten, ca. 2,5 ha., ƒ 3.400,-; 18. weiland, ca. 1,5 ha.; 8. weiland, genaamd "de Kolfbaan", ca. 4 ha., ƒ 4.700,-; 9. weiland met huis en akker genaamd 19. hooiland in de polder Oost-Lakerveld, "de Oosterom" in de polder de Gans- ca. 5 ha., ƒ 650,-; kampen, ca. 7 ha., ƒ 3.500,-; 10. weiland in de Autenase-polder, ca. 2 Meerkerk ha.,/500,-; 20. hooi- en weiland langs de oude Zede- 11. griendlanden, ca. 3 ha., ƒ 725,-; rik, het Nieuwe Wiel, boomgaard, en 12. weiland, ca. 4 ha.; bouwmanswoning, ca. 14,8 ha.

Grondbezit van Jan Blanken in de . Tekening H. de Lanoy Meijer.

28 In maatschappelijk opzicht klom Blanken gelegenheid van de gelijknamige tentoon­ in de 19de eeuwse standenmaatschappij stelling in het Rijksmuseum te Amsterdam op tot de burgerij en verwierf uiteindelijk van 14 februari t/m 3 mei 1987 (Beetster- zwaag,1987). als grootgrondbezitter aanzien in kringen 2. Rijksarchief Zuid-Holland (RAZH), Notarieel van notabelen teVianen. archief (NA) Vianen, nr. 7914. Jan Blanken Na 1828 trok Blanken zich terug op zijn en zijn vrouw erfden als enige erfgenamen buitenplaats, waar hij zich temidden van het voliedige onroerend goed van A. van zijn modellenverzameling en uitgebreide Lakerveld. bibliotheek toelegde op de publicatie van 3. Idem, nr. 7961. waterbouwkundige werken die hij had 4. Algemeen Rijksarchief (ARA), Afd. Kaarten geschreven tijdens zijn ambtelijke carrière. en Tekeningen, nr. VTH 1294: plankaart van J. Blanken uit 1811. Reeds in 1811 had Kort voor zijn dood op 82-jarige leeftijd in Blanken een tracé ontworpen voor de grote 1838 verscheen als afscheid een historisch weg nr. 2 van Amsterdam naar Parijs langs overzicht van alle waterbouwkundige Gorinchem en Vianen. werken die Blanken tijdens zijn loopbaan 5. ARA, Financiën van Holland, nr. 509, fol. 69. in Nederland had aangelegd. RAZH, Oud rechterlijk archief Vianen,nr. 20 Aangezien Blanken zowel zijn vrouw als fol. 169r-169v. Idem, nr. 22fol. 329-339; nr. zijn zoon Jan Anthonie alsmede zijn drie 25; nr. 26, fol. 6. L.G. Krijnen, Depolitieke- broers had overleefd, werden na zijn dood juridische elite van Vianen in de achttiende eeuw, 1725-1795 (doctoraalscriptie; in 1838 de bezittingen door zijn schoon­ Utrecht, 1985). zoon Cornells Sloot en schoondochter 6. RAZH, NA Vianen, nr. 7961 (rep. nr. 27/528). F.M. Duppen te gelde gemaakt. De uitge­ Idem, nr. 7977 (rep.nr. 6/1942). breide bibliotheek en modellenverzame­ 7. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, ling werden, nadat de ambtelijke stukken handschriftencollectie, nr. 131 C 38: van Waterstaat waren uitgezocht, in 1841 briefwisseling Blanken met Van Hall, te Utrecht geveild. Overigens geschiedde 1816-1819. dit in weerwil van Blankens laatste wilsbe­ 8. ARA, Kabinet minisier Binnenlandse Zaken, nr. 22, dossier 797. ARA, Staatsse­ schikking, waarbij was bepaald dat zijn cretaris, nr. 3019: KB 21-7-1828, nr. 58. kaarten, modellen en boeken als een 9. RAZH, NA Vianen, nr. 7977 resp. nrs. studie-collectie voor de waterbouwkunde 14/1929; 38/1974; 39/1975. ARA, Afd. moesten worden bewaard10. Kaarten en Tekeningen, minuutplans Ook de landerijen in Vianen en omstreken Vianen, nrs. Kador-R 1454-1463. Met dank werden in het openbaar geveild; zij brach­ aan H. de Lanoy Meijer, die aan de hand ten ca. ƒ 127.000- op. Wellicht werd uit van de gegevens de bijgaande kaart tekende. deze opbrengst het gietijzeren grafmonu­ 10. ARA, Binnenlandse Zaken, 3e Afd. Water­ ment, dat in 1841 werd opgericht ter staat 1830-1877, nr. 335. herdenking van Blanken, betaald. Ten­ 11. ARA, Afd. Kaarten en Tekeningen, nrs. slotte kocht Cornells Sloot de buiten­ FIDZ 507-13 en TMK blad nr. 485. Op de plaats, waar zijn kinderen tot 1849 hebben rivierkaart uit 1883 wordt het buiten wel gewoond. Waarschijnlijk werd "Vijverlust" vermeld, maar op de topografisch-militaire na 1883 afgebroken, maar de geschiede­ kaart uit 1888 niet meer. RAZH, NA Vianen, nr. 7977. Er werd ƒ 1040- aan begrafenis­ nis van de laatste bewoners behoeft nog kosten in 1839 betaald. nadere studie11.

R.M. Haubourdin

Noten Jan Blanken en de waterstaat van de omgeving van Vianen 1. Biografische gegevens: R.M. Haubourdin, 'Jan Blanken Janszn. (1755-1838) natio­ Op het hoogtepunt van zijn carrière kocht naal bouwer', in: De Physieke Existentie dezes Lands, Jan Blanken, Inspecteur de inspecteur-generaal van de Waterstaat Generaal van de Waterstaat (1755-1838). Jan Blanken de buitenplaats Vijverlust te 1 Essaybundel/catalogus verschenen ter Vianen om zich daar te vestigen . De nu

29