Over De Macht Van Integriteit Dienaren Van Het Volk
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Dienaren van het Volk: Over de macht van integriteit Muel Kaptein Inhoudsopgave 1 Dienaren van het Volk: Over de macht van integriteit “Hoevelen hebben de macht vervloekt tot op het ogenblik waarop men hun er het bezit van heeft gegeven en de middelen verschaft om er op hun beurt misbruik van te maken.” Nicolas Chamfort1 “Het is misschien moeilijk te geloven, maar de meeste politici zijn heel aardige mensen.” Barack Obama2 “Een goed mens worden is een levenslange inspanning.” Bill Clinton3 Februari 2013 Inhoudsopgave Inleiding 11 I. Regels, moraal en ethiek 13 1. Integriteit begint met kennis van de eigen functie 15 2. Integriteit vereist vervolgens kennis van de regels 18 3. Integriteit gaat zowel om de letter van de regels als om de geest ervan 23 4. Integriteit is het zich houden aan de regels 26 5. Integriteit is niet alleen het zich houden aan de geschreven regels, maar ook aan de ongeschreven regels 30 6. Integriteit is niet alleen doen wat moreel is, maar ook wat ethisch is 34 II. Gedrag en karakter 37 7. Integriteit gaat niet alleen om wat men doet, maar ook om waarom men het doet 39 8. Integriteit gaat niet alleen om waarom men het doet, maar ook om wie men is 42 9. Integriteit gaat niet alleen om wie men (niet) is, maar ook om dat men het heeft 45 10. Integriteit van een persoon wordt zichtbaar in de patronen van diens gedrag 49 11. Integriteit is niet van nature aanwezig, maar moet men zelf opbouwen 54 III. Invalshoeken van beoordeling 57 12. Integriteit slaat over van de ene situatie naar de andere situatie 59 13. Integriteit van zichzelf is niet alleen hoe men het begrip zelf definieert, maar ook hoe anderen het definiëren 62 14. Integriteit van zichzelf is niet alleen hoe men het zelf ziet, maar ook hoe anderen het zien 65 15. Integriteit is niet alleen in het geding als de feiten tegenspreken, maar ook als de schijn tegen is 68 16. Integriteit komt te voet en gaat te paard 72 17. Integriteit schuilt niet alleen in grote misstappen, maar juist ook in kleine misstappen 75 Inhoudsopgave 5 18. Integriteit uit het verleden spreekt over de integriteit in het heden en de toekomst 78 19. Integriteit wordt beoordeeld aan de hand van de eigen identiteit 82 20. Integriteit van vandaag wordt beoordeeld met de integriteit van morgen 85 IV. Voorbeeldfunctie 89 21. Integriteit vereist geen voorbeeldig gedrag, maar wel voorbeeldgedrag 91 22. Integriteit vereist meer voorbeeldgedrag naarmate men meer macht heeft 94 23. Integriteit is niet louter in het geding bij zelfverrijking evenals bij ten onrechte genoten persoonlijk voordeel 96 24. Integriteit in privétijd is relevant voor integriteit in de functie 99 25. Integriteit betekent dat wat een persoon van anderen verwacht, anderen dit ook van deze persoon mogen verwachten 103 V. Idealen en standpunten 107 26. Integriteit is vooral het hebben van idealen 109 27. Integriteit is de rode draad in de functie, de loopbaan en zelfs het leven 111 28. Integriteit moet bij de persoon passen 114 29. Integriteit is het uiten van doordachte standpunten 116 VI. Risico’s vanuit omgeving en macht 119 30. Integriteit loopt grotere risico’s naarmate de ambities toenemen 121 31. Integriteit loopt grotere risico’s naarmate men meer taken en functies vervult 123 32. Integriteit spreekt uit de relaties met anderen 125 33. Integriteit wordt bedreigd door de eigen omgeving 128 34. Integriteit wordt gevoed door de eigen omgeving 131 35. Integriteit vereist inzicht in wat macht met de eigen integriteit doet 134 36. Integriteit verzuurt bij cynisme 137 37. Integriteit blijkt in tegenspoed, maar nog meer in voorspoed 140 Inhoudsopgave 6 VII. Trouw 143 38. Integriteit is trouw zijn aan waarvoor men staat en gaat 145 39. Integriteit komt neer op het antwoord “Ik kan het niet doen” 149 40. Integriteit is uiteindelijk de prijs die men er zelf voor wil betalen 152 41. Integriteit kan niet zonder macht 154 42. Integriteit raakt ondermijnd wanneer men chantabel wordt 156 43. Integriteit vereist zelfcontrole 160 VIII. Dienstbaarheid 163 44. Integriteit vereist zelfrelativering 165 45. Integriteit is het doorgeven van de waardigheid van de functie 168 46. Integriteit betekent ondergeschiktheid van persoonlijke belangen maar geen onderdanigheid 170 47. Integriteit vereist geen onpartijdigheid en onafhankelijkheid 173 48. Integriteit vereist niet alleen morele deugden maar ook intellectuele deugden 176 49. Integriteit vergt het respecteren en waarderen van de integriteit van anderen 179 IX. Verantwoordelijkheid en verantwoording 183 50. Integriteit krijgt meer profiel als men het collectieve geweten vormt 185 51. Integriteit is verantwoordelijkheid opeisen 187 52. Integriteit is de schakel tussen verantwoordelijkheid en verantwoording 189 53. Integriteit vereist de waarheid, doch geen volledige openheid 193 X. Tussen norm en praktijk 199 54. Integriteit bestaat niet 201 55. Integriteit reduceert de norm niet tot de praktijk 203 56. Integriteit is geen moralisme 206 57. Integriteit gaat er niet om dat men dit is, maar dat men ernaar streeft 208 58. Integriteit is niet als zwangerschap 210 Inhoudsopgave 7 XI. Omgang met dilemma’s 213 59. Integriteit spreekt uit de strijd met morele dilemma’s 215 60. Integriteit sluit compromissen niet uit, maar compromissen compromitteren integriteit wel 218 61. Integriteit staat het maken van vuile handen toe, maar wel onder voorwaarden 221 62. Integriteit is niet alleen het verkeerde wat men niet doet, maar ook het goede wat men wel doet én bereikt 224 63. Integriteit opofferen kan prijzenswaardig zijn 226 64. Integriteit schuilt niet alleen in wat men doet en weet, maar ook in wat men niet doet en niet weet 228 65. Integriteit is alleen relevant als het ook anders kan 231 66. Integriteit is het midden tussen twee kwaden 233 67. Integriteit als ‘nee-tenzij’ helpt om doorschieten te voorkomen 235 68. Integriteit is gebaat bij morele intuïtie 237 69. Integriteit kan niet zonder zelfreflectie en roldistantie 240 70. Integriteit vaart wel met moreel geluk 243 XII. Belang van integriteit 247 71. Integriteit is belangrijker dan wat publiekelijk aan incidenten bekend wordt 249 72. Integriteit op het hellend vlak is moeilijk te stoppen 251 73. Integriteit wordt moeilijker te verbeteren naarmate men een functie langer vervult 254 74. Integriteit is het enige wat men heeft 257 75. Integriteit geeft macht 259 76. Integriteit toont schoonheid 261 77. Integriteit is een dodelijk wapen 263 78. Integriteit is een sluipmoordenaar 266 79. Integriteit en het gebrek eraan kennen vele formele en informele rekeningen, al worden deze niet altijd afgerekend 270 80. Integriteit wordt belangrijker naarmate transparantie toeneemt of afneemt 274 81. Integriteit moet niet doorschieten in integritisme 277 Inhoudsopgave 8 XIII. Omgang met misstappen 279 82. Integriteit wordt problematischer naarmate een misstap wordt verzwegen, ontkend en verhuld 281 83. Integriteit is het onderzoeken van vermoedens van misstappen 285 84. Integriteit is als een dame: als men zegt het te zijn, dan is men het niet 289 85. Integriteit is niet het ondeugdelijk reageren op beschuldigingen van een misstap 292 86. Integriteit is wel het deugdelijk reageren op beschuldigingen van een misstap 296 87. Integriteit schuilt bij misstappen in de zwaarte van de sanctie 301 XIV. Voor en na de functie 305 88. Integriteit geeft goede redenen om op te stappen 307 89. Integriteit stopt niet bij het stoppen 310 90. Integriteit wordt al op de proef gesteld tijdens selecties en verkiezingen 315 XV. Andere niveaus 319 91. Integriteit is een belangrijke toetssteen voor beleid 321 92. Integriteit van besluitvorming is het hart van integriteit 324 93. Integriteit schuilt in de inrichting van een orgaan 327 94. Integriteit gaat over de vormgeving van de samenleving 330 XVI. Ten slotte 335 95. Integriteit bent u nu 337 XVII. Noten 339 Over de auteur 359 Inhoudsopgave 9 10 Inleiding4 Dienaren van het volk, afgekort tot DV’s, zijn degenen die, betaald of onbetaald, een functie vervullen in de publieke sector. Om te kunnen dienen hebben DV’s in hun functie macht gekregen. Met deze macht dienen zij integer om te gaan. Dit boek beoogt DV’s daartoe inzichten en handreikingen te bieden. Of het nu om een gemeenteraadslid gaat of een lid van de Eerste of Tweede Kamer, om een ambtenaar, semi-ambtenaar of vrijwilliger van een politieke partij, of om een burgemeester, een premier of een koning, allen hebben zij ten minste één ding gemeen. Het zijn ministers, althans in de Latijnse betekenis van het woord: namelijk dienaren. Gekozen, benoemd of uitverkoren om het volk, de samenleving, de gemeenschap, te dienen. Zoals Tony Blair treffend zei tegen zijn campagneteam net nadat hij voor het eerst de landelijke verkiezingen in Engeland had gewonnen: “Vergeet nooit, zij zijn de meesters en wij de dienaren.”5 Dit is ook de reden waarom een Russische president belooft bij zijn beëdiging het volk te dienen en heten ambtenaren in het Engels ‘civil servants’ of ‘public servants’, oftewel dienaren van de burgers, het publiek, de bevolking. Om te kunnen dienen hebben dienaren van het volk, in dit boek afgekort tot DV’s,6 met en in hun functie macht gekregen. Macht om beleid te maken, uit te voeren of te controleren. Oftewel macht om iets of iemand te kunnen beïnvloeden.7 Met de macht die DV’s krijgen, ontstaat het risico dat deze macht niet wordt gebruikt waarvoor zij bedoeld is, namelijk om te dienen. Zo zei een van de eerste en ook een van de grootste filosofen en politicologen Aristoteles al dat omdat regeerders macht hebben zij worden verleid om deze macht voor eigen gewin te gebruiken.8 Dit geldt niet alleen voor regeerders, maar voor alle DV’s: macht verleidt tot oneigenlijk gebruik of zelfs misbruik. Het is daarom van belang dat DV’s bestand zijn tegen deze verleidingen van de macht.