Zeeuwen Op De Wilde Kust, Berbice
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Zeeuwen op de Wilde Kust, Berbice GEERT STROO De zeventiende eeuw was de Gouden Eeuw WIC gebaseerd was, was aan herziening voor de Republiek der Verenigde Nederlanden. toe. De Kamer Zeeland begon met het toe- De Nederlanders vaarden over de wereldzeeën staan van zogenaamde patroonschappen in haar invloedssfeer en een jaar later volgde om nieuwe koloniën te stichten en hun Amsterdam voor haar gebieden. handelsimperium uit te breiden. In de West hadden Kamers van de West-Indische Zeeuwse patroonschappen Compagnie (WIC) in de zeventiende eeuw grotendeels een eigen invloedssfeer en kan er in Door de Kamer Zeeland van de WIC werd feite over Zeeuwse koloniën gesproken worden. een aantal ‘vryheden en exemptiën’ ver- leend aan koopmannen om eigen koloniën Een van deze Zeeuwse koloniën was Berbice te stichten onder de paraplu van de WIC. in het huidige Guyana. Deze koloniën mochten alleen op het wes- telijk halfrond gesticht worden, Afrika bleef Naar de West voorbehouden aan de WIC. Zo’n nieuw te stichten kolonie werd een patroonschap Aan het eind van de zestiende eeuw vaar- genoemd en de eigenaar patroon. Deze pa- den Nederlandse koopmansschepen steeds troonschappen werden meestal verleend verder om zelf producten te halen en zo aan notabelen die reeds bij de WIC betrok- de voornamelijk Spaanse of Portugese le- ken waren, zoals bewindhebbers van de veranciers te omzeilen. Hierbij ontstonden WIC. De verstrengeling van diverse functies, al snel tegenstrijdige belangen tussen het en van familiebanden, komt dan ook regel- gewest Zeeland enerzijds en voornamelijk matig voor. Vaak waren ze ook betrokken de stad Amsterdam anderzijds. Zeeland bij andere maatschappijen en projecten, zo- richtte zich in de Nieuwe Wereld vooral op als de Noorse Compagnie, de VOC, kaap- de Wilde Kust (de noordkust van het con- vaart en inpolderingsprojecten in Staats- tinent Zuid-Amerika) en de eilanden in Vlaanderen. Een eeuw later waren sommige het Caribische gebied, terwijl Amsterdam families ook nog betrokken bij de Middel - haar aandacht vooral op de kolonie Nieuw- burgse Commercie Compagnie (MCC). Amsterdam (het gebied rond New York) De Zeeuwen richtten zich vooral op de vestigde. Toen in 1621 de WIC werd opge- Caribische Zee (of Kraalzee) en de Wilde richt, juist om de onderlinge concurrentie Kust (of de Guiana’s of Vaste Kust). Pa- te beteugelen, werden deze invloedssferen troonschap pen aan de Wilde Kust zouden als een soort stilzwijgende overeenkomst later uitgroeien tot de kolonie Berbice, gerespecteerd en overgenomen. Essequibo, Demerary en Suriname. Zowel Slechts enkele jaren na de oprichting kreeg Saba, Sint Eustatius als Sint Maarten kwa- de WIC grote problemen, nadat de mis- men ooit als patroonschap in Zeeuwse han- lukte verovering van Bahia en de rest van den en zijn tegenwoordig nog steeds een Nederlands-Brazilië tussen 1623–1625 de deel van ons Koninkrijk. financiële middelen drastisch beperkten. Het concept van patroonschappen hield Daarnaast mislukten ook de verovering van een kleine eeuw stand. De eerste werden Luana (Angola) en Fort Elmina (Ghana). in 1628 vergeven, de laatste eindigden Ook kon de WIC onmogelijk raad en daad in 1714. In de periode ertussen waren de geven aan de grote hoeveelheid koloni- meeste patroonschappen ter ziele gegaan satieverzoeken die bij de Kamers werden door ziekten, aanvallen van indianen, ver- ingediend. Het ‘groot dessyn’ waarop de overingen door vijandelijke Europese landen 8 Den Spiegel De zogenaamde Wilde Kust; met linksboven Suriname, dan rivier de Berbice en in het midden boven de Demerary en de Essequebo; kopergravure. Collectie Rijksmuseum. of financiële tegenslagen. Soms werd een Over Berbice is relatief veel informatie be- patroonschap aan de WIC terug verkocht. kend, maar vooral over de tweede helft van de achttiende eeuw, toen Berbice een ko- Het patroonschap Berbice lonie onder de WIC was. Over de periode als Zeeuws patroonschap is relatief weinig Een van de patroonschappen was het Ber- bekend. In het Nederlands bestaat nog de bice van Abraham van Pere, in samenwer- archaïsche uitdrukking ‘naar de Berbiesjes king met Pieter van Rhee. De familie van gaan’ voor als iets echt misloopt en de ver- Pere woonde rond 1625 aan de westzijde wensing ‘loop naar de Berbiesjes’. Beide van de Koopmanshaven te Vlissingen waar geven een goed beeld over hoe er over de tegenwoordig Bellamypark 32 is.1 Al in kolonie gedacht werd. 1628 kreeg Van Pere als een van de eer- Een van de weinige bronnen betreffende de sten een octrooi samen met burgemeester Zeeuwse periode zijn de beschrijving van De Moor, om een kolonie te stichten. Het schipper Gelein van Stapels uit circa 1630 was tevens het laatste patroonschap dat en het reisverslag van Adriaan van Berkel bestaan heeft tot 1714. Tegen die tijd had die in 1670 als koopman en secretaris naar de familie van Pere tevens de titel Heer van de kolonie gestuurd werd.2 Oost- en West-Souburg gekregen. Juli 2019 9 De beginjaren van het patroonschap was er aan de mon- ding van de Berbice ook een fortje Brand- Bij de stichting van de kolonie waren wacht verschenen, dat vooral als sein- slechts 40 mannen en 20 jongens met de station fungeerde. Arend en de Hazewind naar het gebied ge- bracht. Cornelis van Pere, de zoon van de Handel patroon, was een van de eerste comman- deurs van de kleine kolonie. In latere jaren Uit de kolonie werd voornamelijk orleaan zouden schippers die vaak op het gebied (of anatto) gehaald, een kleurstof waarnaar vaarden voor één à twee jaar aangesteld veel vraag was. Reeds in 1632 bood Van worden als commandeur. De blanke be- Pere een partij van 16.000 pond orlaan uit volking van de kolonie bestond vooral de Berbice te koop aan.3 Daarnaast werd er eerste decennia uit niet meer dan een paar ook tabak geteeld en werden cacao en sui- dozijn blanken, voornamelijk mannen. ker in de loop der jaren steeds belangrijker. In 1672 telde de kolonie vijf suikerplanta- Uit circa 1630 stamt een kaart en beschrij- ges.4 De hulp van indianen en slavenarbeid ving van de kolonie door Gelein van Sta- was cruciaal voor het voortbestaan van pels, een schipper die in de eerste helft van de kolonie. De orleaan werd vooral door de zeventiende eeuw bij veel kolonisatie- indianen verbouwd en verhandeld aan de plannen van diverse Zeeuwse kooplieden Zeeuwen. Slavenarbeid was belangrijk op betrokken was. Van Stapels was lange tijd de plantages. Tezamen met de eerste ko- een vrij onbekend persoon, die deels aan lonisten kwamen in 1628 ook zes slaven de vergetelheid onttrokken is door recent aan in Berbice.5 Daarna werden niet al- onderzoek van Martin van Wallenburg. leen Afrikaanse slaven gebruikt. Tegen het Van Stapels beschrijft het Van Perehuis waar- einde van de zeventiende eeuw zou onge- in Cornelis van Pere zetelde. Dit versterkte veer 25% van de slaven indiaans zijn.6 Voor pakhuis werd tevens als fort gebruikt. Het de periode 1627–1699 zijn er 417 slaven stond enige kilometers landinwaarts en dus geregistreerd als verkocht aan Berbice, niet aan de monding van de rivier Berbice. maar volgens Postma zou dat 1.017 moe- Daarnaast was er ook een ‘principael huys’ ten zijn of ongeveer veertien per jaar.7 Toen en waren er enkele woningen. de Sociteit Berbice in bezit kreeg, waren er Pas later zou Fort Nassau verrijzen, dat in 895 slaven aanwezig.8 1665 voor het eerst genoemd werd en dat Van sommige plantages is bekend dat ze in de jaren tachtig na een indianenoorlog al voor 1714 bestonden. Zo werden er in uitgebreid vernieuwd werd. Tegen het einde 1701 zes genoemd: de Peereboom, Markey, St. Alde gonde, Oostersouburgh, Wester- souburg en Nieuw-Vlissingen. Op de eerste plantage na, is er direct een link met de herkomst van de patroon Van Pere te vin- den met verwijzingen naar de beide Sou- burgs en Vlissingen. De Pereboom (ook wel Mierenberg genoemd) was naar de patroon genoemd. De St. Aldegonde was wellicht een verwijzing naar Marnix van Sint Alde- gonde, die heer van West-Souburg was ge- weest en wiens woning later naar de Van Peres overging. Naast de handel verkregen de Van Peres ook inkomsten door het vervoeren van goederen voor de WIC. Vooral in de jaren Vrucht van de Orleaanboom/struik. veertig zijn er meerdere contracten tussen 10 Den Spiegel Een afbeelding van Fort Nassau 1682; kopergravure. Privécollectie. de Kamer Zeeland en de patroon, waarin bevolking. Wellicht wilde Van Pere ook sla- gesteld wordt dat Van Pere op zijn schepen ven via Argijn naar zijn Caribische eilanden goederen van en naar Essequebo, dat onder brengen. Na zeven jaar liep het contract de Kamer Zeeland viel, zou meenemen in met de WIC betreffende Argijn af en er ruil voor betalingen. Deze overtochten wer- is geen bewijs te vinden dat het verlengd den door Van Pere gecombineerd met de werd. Ook over een betrokkenheid met vaart op zijn eigen kolonie aan de Berbice. Sint Eustatius werd als snel weinig meer gehoord, hoewel kompaan Pieter van Rhee Een eigen imperium daar nog wel aan verbonden bleef. Daarnaast lijkt het erop dat Van Pere voor- De tweede helft van de zeventiende eeuw al in de jaren dertig een soort eigen drie- hoekshandel wilde bewerkstelligen en aan In 1666 was Berbice een van de weinige een heus imperium werkte. Hij verkreeg gebieden in de West dat niet door de Engel- een patroonschap voor Sint Eustatius, dat sen veroverd werd. Commandeur Berge- voor enige tijd de naam Nieuw-Zeeland naar sloeg een Engelse aanval af en was kreeg en had een speciale samenwerking zelfs in staat om de Zeeuwse kolonie aan de met de Kamer Zeeland, patroonschappen Essequibo, die tot dat moment in bezit was mochten immers niet in Afrika, voor het van de Walcherse steden Middelburg, Veere Afrikaanse eilandje Argijn.