Het Slavernijverleden Van Vlissingen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Het Slavernijverleden Van Vlissingen Het slavernijverleden van Vlissingen Een historiografische verkenning Henk den Heijer en Gerhard de Kok Juni 2021 Rapport in opdracht van de Gemeente Vlissingen Het slavernijverleden van Vlissingen Het rapport in hoofdlijnen ............................................................................. 3 Inleiding ......................................................................................................... 4 Atlantische slavernij ....................................................................................... 4 Kwartiermakers in het Atlantische gebied .......................................................................................... 4 Patroonschappen en slaven ................................................................................................................. 6 Trans-Atlantische slavenhandel ...................................................................... 8 Fase 1: slavenhandel op Vlissingse patroonschappen ......................................................................... 9 Fase 2: de Kamer Zeeland .................................................................................................................. 10 Fase 3: de illegale slavenhandel ........................................................................................................ 10 Fase 4: de vrijhandelsperiode ............................................................................................................ 12 Na 1750: Vlissingse dominantie van de Nederlandse slavenhandel ................................................. 14 Slavenhandel en de lokale samenleving tijdens het hoogtepunt ...................................................... 16 Stemmen van voor- en tegenstanders ........................................................... 18 Een Zeeuws theologisch ‘debat’ ........................................................................................................ 18 Betje Wolffs seculiere tegenstem ...................................................................................................... 19 Verantwoording en bibliografische schets ..................................................... 20 2 Het rapport in hoofdlijnen . Zeeuwse kooplieden hadden een minstens zo groot aandeel in de oprichting van de West- Indische Compagnie (WIC) als Hollandse kooplieden. Vlissingers opereerden in de zeventiende eeuw als kwartiermakers in het Atlantische gebied en droegen daarmee bij aan het ontstaan van de op slavenarbeid gebaseerde plantage- economie. Vlissingers als Jan de Moor, Abraham van Pere, Jan Snouck en Adriaan en Cornelis Lampsins waren rechtstreeks betrokken bij de stichting van diverse slavenkoloniën in het Atlantische gebied. Het ging om onder meer Berbice, Sint Eustatius en Tobago. Vlissingen was betrokken bij de verovering van Suriname (1667) en nam in de eerste periode na de verovering deel aan het besturen van die kolonie. Het begin van de Vlissingse slavenhandel is onduidelijk. Het bewijs voor Vlissingse betrokkenheid bij de trans-Atlantische slavenhandel in 1619 is dun. Wel is duidelijk dat kolonisten in Zeeuws-Vlissingse koloniën in de eerste helft van de zeventiende eeuw slaven van indiaanse afkomst verhandelden. Het Vlissingse aandeel in de slavenhandel van de WIC was gering, maar tussen 1675 en 1740 hebben Vlissingse slavenschepen van de compagnie waarschijnlijk tussen de 5500 en 6000 Afrikanen als slaaf naar plantagekoloniën vervoerd. Tussen 1675 en 1730 vond er vanuit Vlissingen grootschalige smokkelhandel plaats op West- Afrika, waarbij Vlissingse smokkelaars ruim 22.000 Afrikanen als slaaf hebben verscheept. In de eerste twee decennia van de zogenoemde vrijhandelsperiode (1730-1750) vervoerden Vlissingse slavenschepen meer dan 17.000 Afrikanen. Prins Willem IV van Oranje beloofde zich als markies van Vlissingen in te zetten voor de stedelijke handelsbelangen op Afrika. In de tweede helft van de achttiende eeuw was Vlissingen de onbetwiste hoofdstad van de Nederlandse slavenhandel. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen zo’n 60.000 Afrikanen als slaaf (ter vergelijking: dat was ongeveer zesmaal de toenmalige omvang van de stadsbevolking). Meer onderzoek naar de Vlissingse slavenhandelaren is gewenst. Het gaat om mannen als Adriaan Kroef, Jan van der Woordt, Anthony en Hendrik de Zitter en Jan Swart. De slavenhandelselite had nauwe banden met het toenmalige stadsbestuur. In de achttiende eeuw waren diverse slavenhandelaren bijvoorbeeld schepen van Vlissingen. Tijdens het hoogtepunt van de Vlissingse slavenhandel was mogelijk een kwart van de lokale economie direct of indirect verbonden met de trans-Atlantische slavenhandel. Er is meer onderzoek nodig naar het contemporaine antislavernijdebat. Toch lijkt het erop dat er Vlissingen destijds nauwelijks principiële tegenstanders van de slavernij waren. De bekendste tegenstander was de in Vlissingen geboren Betje Wolff, die bijdroeg aan het ontstaan van een antislavernijdebat in Nederland. 3 Inleiding Het Nederlandse slavernijverleden staat de laatste jaren volop in de schijnwerpers: historici doen er uitgebreid onderzoek naar, media besteden frequent aandacht aan het onderwerp en musea organiseren er tentoonstellingen over. Wie de berichtgeving over het slavernijverleden volgt, krijgt de indruk dat slavenhandel en slavernijactiviteiten voornamelijk werden georganiseerd vanuit wat nu de Randstad heet. Recente onderzoeken naar en publicaties over de rol die Amsterdam en Rotterdam daarin hebben gespeeld, bevestigen dat beeld. De Walcherse steden Middelburg en Vlissingen daarentegen zouden een bijrol hebben vervuld, alleen in de tweede helft van de achttiende eeuw hadden zij een groot aandeel in de trans-Atlantische slavenhandel van de Republiek, dat is althans het beeld. Het onderzoek naar de Zeeuwse betrokkenheid concentreert zich al jaren op de slavenhandel van de Middelburgse Commercie Compagnie (MCC), waarvan een vrijwel compleet archief bewaard is gebleven. Minder bekend is dat de Walcherse steden voortrekkers waren in de ontwikkeling van de handel en scheepvaart in het Atlantische gebied, essentiële activiteiten voor het opzetten van de slavenhandel en de stichting van plantagekoloniën waarin op grote schaal slaven werden gebruikt. In dit essay wordt gefocust op het aandeel van Vlissingen in de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij met daarbij vooraf de aantekening dat dat aandeel lastig is te scheiden van dat van de andere Walcherse steden, met name van Middelburg. Kooplieden en regenten uit de Walcherse steden werkten namelijk dikwijls samen en hadden bewindhebbers in de kamer Zeeland van de West-Indische Compagnie (WIC). Dit historiografische essay is tot stand gekomen naar aanleiding van de motie ‘Erkenning slavernijverleden’, die de gemeenteraad van Vlissingen op 28 januari 2021 aannam. Het geeft vanuit de bestaande literatuur een kort overzicht van de kennis over de rol van Vlissingen in het Atlantische slavernijverleden van Nederland. De rol van Vlissingen in de Aziatische slavernij is niet onderzocht. Een diepgravend onderzoek naar het slavernijverleden van Vlissingen vereist – naast deze literatuurverkenning – nieuw archiefonderzoek. Atlantische slavernij Kwartiermakers in het Atlantische gebied De Nederlandse deelname aan de handel op Afrika en Amerika begon aan het eind van de zestiende eeuw. Dertig jaar voordat de WIC in 1621 werd opgericht en de Staten-Generaal haar een handelsmonopolie in het Atlantische gebied verleenden, zonden kooplieden uit Hollandse en Zeeuwse steden al schepen naar West-Afrika en Amerika voor de inkoop van goud, ivoor, was, verfstoffen en 4 tropische landbouwproducten zoals suiker en tabak. De Zeeuwen hadden daarin minstens zo’n groot aandeel als kooplieden uit Hollandse steden. Zo bezat een van de Zeeuwse pioniers, de Middelburgse koopman Balthasar de Moucheron, al in de jaren 1590 enkele handelsposten in het Senegambia gebied. Ook liet hij in 1596 de eerste Nederlandse aanval op het Portugese kasteel São Jorge da Mina (Elmina) op de Goudkust uitvoeren, een aanval die mislukte. Twee jaar later rustte De Moucheron met steun van de Staten-Generaal een eskader van vijf schepen uit voor de verovering van het eiland Príncipe in de Bocht van Guinee dat na een bezetting van drie maanden weer moest worden prijsgegeven. De Moucheron nam eveneens met een aantal Zeeuwse schepen en bemanningsleden deel aan de door de Staten-Generaal georganiseerde expeditie die tot doel had de Canarische Eilanden te plunderen en het Portugese suikereiland São Tomé te veroveren. Ook deze expeditie, die in mei 1599 vanuit Vlissingen was vertrokken, liep uit op een fiasco waarbij minstens 1200 zeelieden het leven lieten. Bovengenoemde mislukkingen hebben Walcherse kooplieden niet afgeremd in hun drang om te investeren in de Atlantische handel en in kolonisatieprojecten, integendeel. Waarom deden zij dat en wat voor winst hoopten zij daarmee te behalen? Om dat te verklaren moeten we voor Vlissingen misschien wel teruggaan naar 1585 toen de stad een Engels onderpand werd. In dat jaar sloot Engeland het Verdrag van Nonsuch, waarin het de Nederlandse opstandelingen militaire steun beloofde in hun strijd tegen Spanje in ruil voor het in pand geven van Brielle, Vlissingen, en het fort Rammekens. Veel Engelsen vestigden zich na de sluiting van het verdrag in Vlissingen en werkten daar samen met kooplieden en regenten uit de stad. Gezamenlijk effenden zijn het pad voor expedities naar het Amazonegebied, die mogelijk al vóór 1600 tot de stichting van Zeeuwse handelsposten aldaar hebben geleid. Sir
Recommended publications
  • Bittersweet: Sugar, Slavery, and Science in Dutch Suriname
    BITTERSWEET: SUGAR, SLAVERY, AND SCIENCE IN DUTCH SURINAME Elizabeth Sutton Pictures of sugar production in the Dutch colony of Suriname are well suited to shed light on the role images played in the parallel rise of empirical science, industrial technology, and modern capitalism. The accumulation of goods paralleled a desire to accumulate knowledge and to catalogue, organize, and visualize the world. This included possessing knowledge in imagery, as well as human and natural resources. This essay argues that representations of sugar production in eighteenth-century paintings and prints emphasized the potential for production and the systematization of mechanized production by picturing mills and labor as capital. DOI: 10.18277/makf.2015.13 ictures of sugar production in the Dutch colony of Suriname are well suited to shed light on the role images played in the parallel rise of empirical science, industrial technology, and modern capitalism.1 Images were important to legitimating and privileging these domains in Western society. The efficiency considered neces- Psary for maximal profit necessitated close attention to the science of agriculture and the processing of raw materials, in addition to the exploitation of labor. The accumulation of goods paralleled a desire to accumulate knowledge and to catalogue, organize, and visualize the world. Scientific rationalism and positivism corresponded with mercantile imperatives to create an epistemology that privileged knowledge about the natural world in order to control its resources. Prints of sugar production from the seventeenth century provided a prototype of representation that emphasized botanical description and practical diagrams of necessary apparatuses. This focus on the means of production was continued and condensed into representations of productive capacity and mechanical efficiency in later eighteenth-century images.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 12 bron OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 12. Stichting Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek, [Nijmegen] 1993 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_oso001199301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. Afbeeldingen omslag De afbeelding op de voorzijde van de omslag is een tekening van het huis Zeelandia 7, afkomstig uit C.L. Temminck Grol, De architektuur van Suriname, 1667-1930. Zutphen: Walburg Pers, 1973. Op de achterkant is de bekende lukuman Quassie geportretteerd naar de gravure van William Blake in Stedman's Narrative of a Five Years Expedition Against the Revolted Negroes in Surinam (1796). In dit nummer van OSO is een artikel over Quassie opgenomen. OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 12 1 OSO tijdschrift voor Surinaamse taalkunde letterkunde, cultuur en geschiedenis Inhoudsopgave en index Jaargang 6-11 (1987-1992) Artikelen Agerkop, Terry 1989 Orale tradities: een inleiding, 8 (2): 135-136. Arends, Jacques 1987 De historische ontwikkeling van de comparatiefconstructie in het Sranan als ‘post-creolisering’, 8 (2): 201-217. Baldewsingh, R. 1989 Orale literatuur van de Hindostanen, 8 (2): 167-170. Beeldsnijder, Ruud 1991 Op de onderste trede. Over vrije negers en arme blanken in Suriname 1730-1750, 10 (1): 7-30. Beet, Chris de 1992 Een staat in een staat: Een vergelijking tussen de Surinaamse en Jamaicaanse Marrons, 11 (2): 186-193. Bies, Renate de 1990 Woordenboek van het Surinaams-Nederlands: Woordenboek of inventaris? (discussie), 9 (1): 85-87.
    [Show full text]
  • Itinerario Creating Confusion in the Colonies: Jews, Citizenship, and the Dutch and British Atlantics
    Itinerario http://journals.cambridge.org/ITI Additional services for Itinerario: Email alerts: Click here Subscriptions: Click here Commercial reprints: Click here Terms of use : Click here Creating Confusion in the Colonies: Jews, Citizenship, and the Dutch and British Atlantics Jessica Roitman Itinerario / Volume 36 / Issue 02 / August 2012, pp 55 ­ 90 DOI: 10.1017/S0165115312000575, Published online: Link to this article: http://journals.cambridge.org/abstract_S0165115312000575 How to cite this article: Jessica Roitman (2012). Creating Confusion in the Colonies: Jews, Citizenship, and the Dutch and British Atlantics. Itinerario, 36, pp 55­90 doi:10.1017/S0165115312000575 Request Permissions : Click here Downloaded from http://journals.cambridge.org/ITI, IP address: 132.229.193.5 on 02 Nov 2012 55 Creating Confusion in the Colonies Jews, Citizenship, and the Dutch and British Atlantics JESSICA ROITMAN* Jews in most of early modern Europe struggled to assert their rights within legal frameworks that presumed them to be intrinsically different—aliens—from the (Christian) population around them no matter where they had been born, how they dressed and behaved, or what language they spoke. This struggle played itself out on various fronts, not the least of which was in the Jewish assertion of the right to become more than aliens—to become citizens or subjects—of the territories in which they lived. Citizenship, in its various forms, was a structural representation of belonging. Moreover, citizenship conferred tangible rights. As such, being a recog- nised citizen (or subject) had not only great symbolic, but also great economic, importance. This recognition of belonging was needed for, among other things, Jewish par- ticipation in the settlement and economic exploitation of the Dutch and British Atlantic overseas’ possessions.
    [Show full text]
  • De Militair Geneeskundige Dienst Vroeger En Nu
    De Militair Geneeskundige Dienst vroeger en nu door J. KARBAAT, Majoor-Arts, Commandant Afdeling Geneeskundige Dienst van de Troepenmacht in Suriname Waarom na de reeds verschenen hoofdstukken In de instructie van Crijnssen staat wel het over de Troepenmacht in Suriname, nu nog iets een en ander vermeld over de voeding, het over een bepaald onderdeel van de Troepen- drinkwater en de hygiëne van de soldaten en macht, zult u zich afvragen. Het antwoord hier- matrozen, maar niets over de geneeskundige op is niet zo moeilijk te geven. In de eerste verzorging. plaats neemt de MGD in de geschiedenis van Uit een sterkte-opgave van de Troepenmacht Suriname een zeer bijzonder plaats in, omdat het door kapitein P. Versterre in 1675 weten wij, dat Militair Hospitaal (dat qua instelling reeds gedu- er in dat jaar een chirurgijn, Meester Damaert, rende 200 jaar bestaat) gedurende bijna 100 bij de troepen aanwezig was. In 1679 is er een jaren de enige ziekeninrichting in Suriname was. opper-chirurgijn, een chirurgijn en bovendien Het pionierswerk op het gebied van curatieve en sedert 1678 een apotheker bij de troepen. Uit preventieve geneeskunde in Suriname is vooral een financiële verantwoording van gouverneur door militaire artsen verricht. In de tweede J. Heinsius in 1679 blijkt, dat hij 200 pond sui- plaats omdat ook nu nog de MGD in Suriname ker d.i. ƒ 20 per maand aan het ziekenhuis qua te verzorgen categorieën personen een veel betaalde voor geneeskundige hulp aan soldaten. uitgebreider arbeidsveld heeft dan de MGD in Hieruit blijkt dat er in dat jaar reeds een soort Nederland.
    [Show full text]
  • Paramaribo As Dutch and Atlantic Nodal Point, 1650–1795
    Paramaribo as Dutch and Atlantic Nodal Point, 1650–1795 Karwan Fatah-Black Introduction The Sociëteit van Suriname (Suriname Company, 1683–1795) aimed to turn Suriname into a plantation colony to produce tropical products for Dutch mer- chants, and simultaneously provide a market for finished products and stimu- late the shipping industry.1 To maximize profits for the Republic the charter of the colony banned merchants from outside the Republic from connecting to the colony’s markets. The strict mercantilist vision of the Dutch on how the tropical plantation colony should benefit the metropolis failed to materialize, and many non-Dutch traders serviced the colony’s markets.2 The significant breaches in the mercantilist plans of the Dutch signify the limits of metropoli- tan control over the colonial project. This chapter takes ship movements to and from Paramaribo as a very basic indication for breaches in the mercantilist plans of the Dutch: the more non- Dutch ships serviced Suriname relative to the number of Dutch ships, the less successful the Suriname Company was in realizing its “walled garden” concept of the colony. While Suriname had three European villages (Torarica, Jodensavanne and Paramaribo) in the seventeenth century, Paramaribo became its sole urban core in the eighteenth century. This centralization and * The research done for this chapter was first presented in a paper at the European Social Science and History Conference 2010 in Ghent and figures prominently in the PhD disserta- tion Suriname and the Atlantic World, 1650–1800 defended on 1 October 2013 at Leiden University. 1 Octroy ofte fondamentele conditien, onder de welcke haer Hoogh.
    [Show full text]
  • Remnants of the Early Dutch in Guyana 1616-1815 Nova Zeelandia (New Zeeland
    Remnants Of The Early Dutch in Guyana 1616-1815 By Dmitri Allicock Coat of arms -Flag of the Dutch West Indian Company- 1798 Map of Essequibo and Demerara Nova Zeelandia (New Zeeland} Guyana is the only English-speaking country in South America, but English has been the official language for less than half the time Europeans occupied the country. The Dutch language was the main medium of communication for 232 years, from the time a group of Dutchmen sailed up the Pomeroon River and settled there, to 1812 when English replaced Dutch as the language used in the Court of Policy (Parliament). To this day, hundreds of villages have retained their original Dutch names like Uitvlugt, Vergenoegen and Zeeburg. Some present-day Guyanese have names like Westmaas, Van Lange and Meertens. No Guyanese citizen or visitor can escape visible and other reminders of our Dutch predecessors. The ruins of a brick fort can still be seen on a little island where the Essequibo, Mazaruni and Cuyuni rivers meet. The original fort was a wooden structure built around 1600 by some Dutch traders who called it Kyk-over-al or "See-over-all" because it provided a commanding view of the three rivers. From 1627 the fort was controlled by the Dutch West India Company, a Holland-based organization which was vested with the power to establish colonies and which monopolized Dutch trade in the New World. The Company appointed Adrianetz Groenewegel as its first Commander to administer Kyk-over-al. The wooden fort was replaced in the 1630s by a brick structure which also served as an administrative centre.
    [Show full text]
  • Download Tour Dossier
    Tour Notes Discovering the Hidden Guianas Tour Duration – 15 Days Tour Rating Fitness ●●●○○ | Off the Beaten Track ●●●●● | Culture ●●●○○ | History ●●○○○ | Wildlife ●●●●● Tour Pace Busy Tour Highlights ✓ The flight over Kaieteur Falls, the highest free-falling waterfall in the world ✓ The pristine rainforest of Iwokrama ✓ Meeting the local Maroon people in Suriname ✓ Visiting the Iles du Salut and the Guyana Space Centre in French Guiana Tour Map Discovering the Hidden Guianas Tour Essentials Accommodation: Simple but comfortable lodges and hotels Included Meals: Daily breakfast (B), plus lunch (L) and dinner (D) as shown in the itinerary Group Size: Maximum of 10 (you may be joined by travellers from companies other than Undiscovered Destinations) Start Point: Paramaribo (Suriname) End Point: Georgetown (Guyana) Transport: 4WD, motorised boats, pirogue and domestic flights Countries Visited: French Guiana, Guyana, and Suriname The Hidden Guianas The small South American country of Guyana rarely features on most people’s travel plans, but discerning travellers are coming to recognise it as one of the premier wildlife destinations on our planet. Brought into the spotlight by the BBC’s ‘Lost Land of the Jaguar’ series, Guyana offers unique opportunities to spot incredible wildlife such as Tapir, Giant River Otters, Caiman and of course the Jaguar itself. Gain a unique perspective of the forest from its amazing canopy walkway, as well as visiting the Amerindian village of Surama to learn more about the lives of Guyana’s indigenous people. In neighbouring Suriname, we explore the unique capital of Paramaribo with its superb colonial architecture, and look for Caiman on the banks of the river.
    [Show full text]
  • Suriname Hans Buddingh’
    de geschiedenis van suriname Hans Buddingh’ de geschiedenis van SURINAME Nieuw Amsterdam / NRC Boeken inhoud Voorwoord 9 1 Oorspronkelijke bewoners en de eerste kolonisatie 13 2 De Geoctroyeerde Sociëteit 25 Het bestuur van Suriname, een voortdurende strijd om de macht 30 De strijd der cabalisten 44 3 Schets van de blanke koloniale samenleving 56 Komst van blanke kolonisten 56 Joodse immigratie 58 Sociale structuur 61 Een maatschappij zonder samenhang 64 © 2012 Hans Buddingh’ Seksuele betrekkingen van blanken met gekleurden en zwarten 69 Tekstredactie Yulia Knol en Leo Polak Onderwijs 74 Register Ansfried Scheifes Godsdienst 75 Omslagontwerp Bureau Beck Ontwerp binnenwerk en infographics Yulia Knol 4 Slavernij 79 Foto omslag Willem Diepraam Demografische ontwikkeling 88 Foto auteur Ivar Buddingh’ Beheersing van de slavenmacht 92 nur 680 Eigen leven van slaven 103 isbn 978 90 468 1103 0 Vrije kleurlingen en vrije negers 110 www.nieuwamsterdam.nl/buddingh 5 Marronage 119 Boni-oorlogen 135 6 Bewoners van het binnenland 163 Regering van Nieuw Front 366 Vorming van Marron-samenlevingen 163 Verzakelijking Nederlandse hulp en herstel van financiële Inheemsen in de koloniale samenleving 176 stabiliteit 371 7 Emancipatie van de slaven 183 15 Contouren van informele macht en narcocratie 379 Zakenelite splijtzwam in Nieuw Front 379 8 Economie (1651-1863) 205 ‘Oude’ partijen voor het eerst in minderheidspositie 385 Regering van ‘Baas en bazen’ 388 9 Transformatie van de koloniale maatschappij (1863-1942) 217 Crisis in betrekkingen met Nederland 396
    [Show full text]
  • Language and Slavery a Social and Linguistic History of the Suriname Creoles
    creole language library 52 Language and Slavery A social and linguistic history of the Suriname creoles Jacques Arends john benjamins publishing company Language and Slavery Creole Language Library (CLL) issn 0920-9026 A book series presenting descriptive and theoretical studies designed to add significantly to the data available on pidgin and creole languages. All CLL publications are anonymously and internationally refereed. For an overview of all books published in this series, please see http://benjamins.com/catalog/cll Editors Miriam Meyerhoff Umberto Ansaldo Victoria University of Wellington The University of Hong Kong Editorial Advisory Board Marlyse Baptista Peter Mühlhäusler Ann Arbor, USA Adelaide, Australia George L. Huttar Shobha Satyanath Dallas, USA Delhi, India Silvia Kouwenberg John Victor Singler Kingston, Jamaica New York, USA Susanne Michaelis Norval Smith Leipzig, Germany Amsterdam, The Netherlands Salikoko S. Mufwene Sarah G. Thomason Chicago, USA Ann Arbor, USA Pieter Muysken Tonjes Veenstra Nijmegen, The Netherlands Berlin, Germany Volume 52 Language and Slavery. A social and linguistic history of the Suriname creoles by Jacques Arends Language and Slavery A social and linguistic history of the Suriname creoles Jacques Arends John Benjamins Publishing Company Amsterdam / Philadelphia TM The paper used in this publication meets the minimum requirements of 8 the American National Standard for Information Sciences – Permanence of Paper for Printed Library Materials, ansi z39.48-1984. doi 10.1075/cll.52 Cataloging-in-Publication Data available from Library of Congress: lccn 2017001385 (print) / 2017020733 (e-book) isbn 978 90 272 5276 0 (Hb) isbn 978 90 272 6580 7 (e-book) An electronic version of this book is freely available, thanks to the support of libraries working with Knowledge Unlatched.
    [Show full text]
  • 1 Blz. 2 Van De Voorzitter Blz. 3 Van De Directeur Blz. 4 Nieuwe Aanwinst Voor Het Marinemuseum Blz. 6 Commandeur Abraham Crijns
    INDEX Blz. 2 Van de voorzitter Blz. 3 Van de directeur Blz. 4 Nieuwe aanwinst voor het Marinemuseum Blz. 6 Commandeur Abraham Crijnssen Blz. 11 Overlijden Fulco Bouwmeester Blz. 12 Dat gebeurt alleen in een film Blz. 17 Broome, Australië - Duikoperatie Blz. 18 Zero Hour & Carnot Bay Blz. 26 Helders Next Top matroos Blz. 27 Te koop aangeboden: Zweeds ex-marine schip Blz. 29 Selamat Makan, de Indische rijsttafel Blz. 33 Vriendendag in den Helder Blz. 40 Schenking schilderij Hr. Ms. Soemba aan het museum. Blz. 41 Mededelingen van de redactie Blz. 42 Algemene informatie 1 VAN DE VOORZITTER WAARDE VRIENDEN EN DONATEURS, In uw handen heeft u alweer Nieuwsbrief nummer drie van 2019. Oplettende lezers hebben vast al gemerkt dat de opmaak van nummer twee weer iets anders was dan nummer één. En ook in deze nieuwsbrief treft u weer een kleine vernieuwing aan: een (betaalde) advertentie. Het bestuur heeft besloten om ruimte te maken voor aankondigingen mocht daaraan behoefte bestaan. De redactie werkt kortom zeer hard de nieuwsbrief nog beter af te stemmen op hetgeen u vraagt. Door deze inzet is er zelfs voldoende kopij om een vierde nummer dit jaar uit te brengen. De redactie heeft het voornemen dat elk jaar te doen waarvoor hulde! Vorige keer meldde ik u over de RABO Clubkas Campagne: met 68 stemmen heeft die € 392,36 opgeleverd. Binnenkort overhandigen penningmeester Hennie van Wilgenburg en ik een cheque aan de Directeur Marinemuseum van € 3.000, = voor de aankoop van het dagboek van Joan François Obbes. Ondanks deze financiële aderlating staat de Stichting er nog goed voor.
    [Show full text]
  • Zeeuwen Op De Wilde Kust, Berbice
    Zeeuwen op de Wilde Kust, Berbice GEERT STROO De zeventiende eeuw was de Gouden Eeuw WIC gebaseerd was, was aan herziening voor de Republiek der Verenigde Nederlanden. toe. De Kamer Zeeland begon met het toe- De Nederlanders vaarden over de wereldzeeën staan van zogenaamde patroonschappen in haar invloedssfeer en een jaar later volgde om nieuwe koloniën te stichten en hun Amsterdam voor haar gebieden. handelsimperium uit te breiden. In de West hadden Kamers van de West-Indische Zeeuwse patroonschappen Compagnie (WIC) in de zeventiende eeuw grotendeels een eigen invloedssfeer en kan er in Door de Kamer Zeeland van de WIC werd feite over Zeeuwse koloniën gesproken worden. een aantal ‘vryheden en exemptiën’ ver- leend aan koopmannen om eigen koloniën Een van deze Zeeuwse koloniën was Berbice te stichten onder de paraplu van de WIC. in het huidige Guyana. Deze koloniën mochten alleen op het wes- telijk halfrond gesticht worden, Afrika bleef Naar de West voorbehouden aan de WIC. Zo’n nieuw te stichten kolonie werd een patroonschap Aan het eind van de zestiende eeuw vaar- genoemd en de eigenaar patroon. Deze pa- den Nederlandse koopmansschepen steeds troonschappen werden meestal verleend verder om zelf producten te halen en zo aan notabelen die reeds bij de WIC betrok- de voornamelijk Spaanse of Portugese le- ken waren, zoals bewindhebbers van de veranciers te omzeilen. Hierbij ontstonden WIC. De verstrengeling van diverse functies, al snel tegenstrijdige belangen tussen het en van familiebanden, komt dan ook regel- gewest Zeeland enerzijds en voornamelijk matig voor. Vaak waren ze ook betrokken de stad Amsterdam anderzijds. Zeeland bij andere maatschappijen en projecten, zo- richtte zich in de Nieuwe Wereld vooral op als de Noorse Compagnie, de VOC, kaap- de Wilde Kust (de noordkust van het con- vaart en inpolderingsprojecten in Staats- tinent Zuid-Amerika) en de eilanden in Vlaanderen.
    [Show full text]
  • The Guiana's Experience 2017
    Note : The 2017 itinerary is one day less than 2016 due to the change of internal flights in Guyana. In 2017 the flight to Kaieteur Falls is included in the trip rather than an optional excursion as it is now necessary to have it at the beginning of the trip. The Guiana’s Experience 2017 The Guiana Shield is a 1.7 billion year old Precambrian geological formation in northeast South America and is one of the regions of highest biodiversity in the world. The Shield has 1400 vertebrate species and 1680 bird species. The Shield is overlain by the largest expanse of undisturbed tropical rain forest in the world. Join us as we explore the Guianas: Guyana, Suriname and an optional extension to French Guiana. Marvel at Kaieteur Falls, the highest single drop waterfall in the world and discover one of the greatest untouched rainforests left. This region is home to endangered species such as jaguar, giant anteater, giant river otter, tapir and so much more. Spend time learning about the cultures of the region with visits to Amerindian and Maroon communities. This really is an untouched and totally unique part of South America. Saturday Arrive in Guyana and transfer to your hotel. Overnight at Grand Coastal Inn. Sunday Breakfast at the hotel before transferring to the Eugene F. Correia International Airport for a scheduled flight over the Demerara and Essequibo Rivers and hundreds of miles of unbroken tropical rainforest to land at Kaieteur Falls, the world’s highest free-falling waterfall. At 228 meters, Kaieteur is nearly five times the height of Niagara Falls.
    [Show full text]