Uva-DARE (Digital Academic Repository)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Vergelijking van Jodenvervolging in Frankrijk, België en Nederland, 1940-1945 : overeenkomsten, verschillen, oorzaken Griffioen, J.W.; Zeller, R. Publication date 2008 Link to publication Citation for published version (APA): Griffioen, J. W., & Zeller, R. (2008). Vergelijking van Jodenvervolging in Frankrijk, België en Nederland, 1940-1945 : overeenkomsten, verschillen, oorzaken. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 2. UITGANGSSITUATIE 2.1 Bezettingsconcepties en -bestuur Het bezettingsbestuur in de door Duitsland van 1939 tot 1942 veroverde landen en gebieden werd gekenmerkt door een grote mate van verscheidenheid, zowel in de formele betrekkingen met het Duitse centrale gezag, alsook wat betreft de interne organisatiestructuren en informele machtsverhoudingen. Ten aanzien van de formele status en betrekkingen met het Duitse 1 centrale gezag in Berlijn onderscheidde de Duitse historicus H. Umbreit drie categorieën : – bezette gebieden, waarop de Reichsverwaltung van toepassing werd verklaard, met hierbinnen een verder onderscheid tussen a) formeel geannexeerde gebieden onder Reichsstatthaltern en Oberpräsidenten , dit gold voor de voormalige vrijstaat Danzig met West-Pruisen, de Warthegau , Ostoberschlesien , en b) met het Reich verbonden, maar nog niet formeel geannexeerde gebieden onder Chefs der Zivilverwaltungen (CdZ): Elzas 2, Lotharingen, Luxemburg, Untersteiermark , de bezette gebieden van zuid-Karinthië en Krain 3 en het gebied Białystok in noord-Polen ; – bezette landen en gebieden met Duitse Zivilverwaltungen of Duitse zivilen Aufsichtsorganen met wederom een onderscheid in a) staten, waarvan gesteld werd dat zij onder de ‘bescherming’ ( Schutz ) van het Duitse Rijk stonden, dit was Denemarken 4, b) staten die tot de ‘Groot-Germaanse’ sfeer werden gerekend en voor latere annexatie in aanmerking kwamen, 1 Hans Umbreit, ‘Auf dem Weg zu Kontinentalherrschaft’, in: B.R. Kroener, R.-D. Müller, H. Umbreit, Das Deutsche Reich und der Zweite Weltkrieg , Band 5: Organisation und Mobilisierung des deutschen Machtbereichs , erster Halbband (5.1): Kriegsverwaltung, Wirtschaft und personelle Resourcen 1939–1941 , herausgegeben vom Militärgeschichtlichen Forschungsamt (Stuttgart: Deutsche Verlags-Anstalt, 1988), pp. 3–345, aldaar 100–121. Umbreit, ‘Nationalsozialistischen Expansion 1938–1941. Strukturen der deutschen Besatzungsverwaltungen im Zweiten Weltkrieg’, in: M. Salewski, J. Schröder (Hg.), Dienst für die Geschichte. Gedenkschrift für Walther Hubatsch, 17. Mai 1915–20. Dezember 1984 (Göttingen/Zürich: Musterschmidt Verlag, 1985), pp. 163–186, m.n. 177–178. Umbreit, ‘Die deutsche Besatzungsverwaltung: Konzept und Typisierung’, in: W. Michalka (Hg.), Der Zweite Weltkrieg. Analysen, Grundzüge, Forschungsbilanz (München/Zürich: Piper, 1989), pp. 710–727. Umbreit, ‘Zur Organisation der Besatzungsherrschaft’, in: J. Houwink ten Cate, G. Otto (Hg.), Das Organisierte Chaos: “Ämterdarwinismus” und “Gesinnungsethik”: Determinanten nationalsozialistischer Besatzungsherrschaft (Berlin: Metropol, 1999), pp. 35–54, m.n. 47–48. Werner Röhr, ‘System oder organisiertes Chaos? Fragen einer Typologie der deutschen Okkupationsregime im Zweiten Weltkrieg’, in: R. Bohn (Hg.), Die deutsche Herrschaft in den “germanischen” Ländern 1940–1945 (Stuttgart: Franz Steiner, 1997), pp. 11–45. Wolfgang Seibel, ‘State Structure and Mass Murder. The Impact of Administrative Regimes on the Holocaust in Western Europe 1940– 1944’, Paper prepared for the 14th Colloquium of the European Group for Organisational Studies, Maastricht, The Netherlands, July 9–11, 1998 (43 p.), pp.6–7; Idem, ‘The Strength of Perpetrators - The Holocaust in Western Europe, 1940– 1944’, Governance: An International Journal of Policy, Administration, and Institutions , vol. 15, nr. 2 (April 2002), pp. 211– 240, m.n. 213–214. Zie ook het vergelijkend overzicht bij Yves Durand, Le nouvel ordre européen nazi. La collaboration dans l’Europe allemande (1938–1945) (Bruxelles: Complexe, 1990), p. 70. Al veel eerder tot stand kwam de opmerkelijke pioniersstudie van A.E. Cohen: ‘Opzet en structuur van het Duitse Rijkscommissariaat in Nederland’. Notities voor het Geschiedwerk, nr. 16; Amsterdam: Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, 1952); voor het eerst gepubliceerd in: J.C.H. Blom, D.E.H. de Boer, H.F. Cohen, J.F. Cohen, A.E. Cohen als geschiedschrijver van zijn tijd (Amsterdam: Boom, 2005), pp. 389–401, m.n. het overzicht van Duitse bezettingsbesturen in Europa op 389–391. Nagenoeg alle genoemde onderzoekers baseren zich hierbij in belangrijke mate op in 1941 geschreven rapportages en artikelen van de Duitse jurist en hooggeplaatste SS-officier (chef Verwaltungsabteilung van het militair bestuur in Frankrijk) Werner Best: ‘Die deutschen Aufsichtsverwaltungen in Frankreich, Belgien, den Niederlanden, Norwegen, Dänemark und im Protektorat Böhmen und Mähren. Vergleichende Übersicht; Manuskript nur für Dienstgebrauch, Stand August/September 1941’ (Darmstadt, Oktober 1941); typoscript in Archiv Institut für Zeitgeschichte, München, ED 3; ook in Bundesarchiv Berlin (BAB), T-501, r. 101, fr. 1292-1375, en in: Hauptstaatsarchiv Düsseldorf, Rep. 242, Verfahren gegen Best, 1 Js 12/65, RSHA, Dok. O 29. Voorts: Werner Best, ‘Grundfragen einer deutschen Großraum-Verwaltung’, in: Festgabe für Heinrich Himmler (Darmstadt: L.C. Wittich Verlag, 1941; 2. Aufl.: 1943), pp. 33–60; vergel. Ulrich Herbert, Best. Biographische Studien über Radikalismus, Weltanschauung und Vernunft 1903–1989 (Bonn: J.H.W. Dietz Nachfolger, 1996), pp. 279–283, 290 n. 103, pp. 648–649. 2 Lothar Kettenacker, Nationalsozialistische Volkstumspolitik im Elsaß (Stuttgart: Deutsche Verlags-Anstalt, 1973). 3 Lothar Kettenacker, ‘Die Chefs der Zivilverwaltung im Zweiten Weltkrieg’, in: Dieter Rebentisch, Karl Teppe (Hg.), Verwaltung contra Menschenführung im Staat Hitlers. Studien zum politisch-administrativen System (Göttingen: Vandenhoeck & Ruprecht, 1986), pp. 396–417. 4 Fritz Petrick, ‘Dänemark: das “Musterprotektorat”?’, in: Robert Bohn (Hg.), Die deutsche Herrschaft in den “germanischen” Ländern 1940–1945 (Stuttgart: Franz Steiner, 1997), pp. 121–134. 74 werden onder Reichskommissare geplaatst. 5 Dit gold voor Noorwegen, Nederland en vanaf 13 juli 1944 ook België; c) gebieden in centraal en oost-Europa die bestemd waren voor Duitse kolonisatie en ten dele reeds tijdens de oorlog hiervoor werden gebruikt: het overige westelijke deel van de in maart 1939 ontbonden staat Tsjecho-Slowakije onder de naam Protektorat Böhmen und Mähren , het Generalgouvernement in Polen, het Reichskommissariat Ukraine en het Reichskommissariat für das Ostland dat de drie Baltische landen Litouwen, Letland en Estland, alsmede het noordoosten van Polen omvatte. – bezette landen/gebieden onder een Duitse Militärverwaltung , met ook hier een verder onderscheid: a) gebieden onder Militärbefehlshabern of Wehrmachtbefehlshabern ; dit had betrekking op België tot 13 juli 1944, Frankrijk, Servië en gebieden in noord- en zuid- Griekenland; b) achter het front gelegen operatiegebieden van het Duitse leger in de Sovjet- Unie, die onder gezag stonden van Oberbefehlshabern von Heeresgruppen of Armeen . In het kader van deze formele bestuursverhoudingen kwam het van begin af tot deels overeenkomstige, maar ook deels overlappende en tegenstrijdige bevoegdheden. Dit was een bron van spanningen en conflicten, zoals die ook het bestuur in Duitsland zelf kenmerkten. Daarbij komt de duidelijk verschillende aard van de bezettingspolitiek in het oosten en het westen van Europa, verschillen die veel belangrijker waren dan de variatie in formele betrekkingen tot het Duitse rijksgezag. Deze verschillen zijn direct herkenbaar bij een vergelijking van de Reichskommissariate Ostland en Ukraine met de Reichskommissariate in Noorwegen en Nederland, of bij een vergelijking van de Militärverwaltungen in België en Frankrijk met het militair bestuur in Servië. 6 In het regime van de bezette gebieden in het oosten was de bestuurlijke top in veel grotere mate dan in het westen bezet door nationaal-socialistisch kader zonder vakkundige bestuursopleiding. Typische voorbeelden hiervan zijn Hinrich Lohse als Reichskommissar voor het Ostland en Erich Koch als Reichskommissar van Oekraïne. Beiden waren voordien Gauleiter (NSDAP -districtsleider). Hun doortastende praktijken met betrekking tot diverse civiele en militaire instanties brachten de nationaal-socialistische ‘ Führerstaat ’ tot gelding, zowel met betrekking tot de personalisering van hun macht als gezien hun onberekenbaarheid. Hun regime uitte zich ten opzichte van de aan hen onderworpen bevolking in plundering