De Parelduiker. Jaargang 8

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Parelduiker. Jaargang 8 De parelduiker. Jaargang 8 bron De parelduiker. Jaargang 8. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_par009200301_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. 2 [2003/1] Mathilde Stuiveling-van Vierssen Trip+ In de ban van Herman Gorter Herinneringen aan Jenne Clinge Doorenbos en Ada Prins Op een avond in mei 1932 kwam Garmt Stuiveling naar Rotterdam om mijn hand te vragen. Hij woonde in Buitenpost en had voor de gelegenheid een logeeradres in Utrecht. Ik mocht dat officiële gesprek niet bijwonen. Wat ons betreft was deze ouderwetse formaliteit overbodig: wij waren zegge en schrijve vier-en vijfentwintig. Toen ik na een klein uur mee mocht komen theedrinken, waren mijn ouders verbazingwekkend afstandelijk. Het onverbiddelijke spoorboekje maakte een eind aan die stroeve vertoning en ik bracht Garmt naar het Maasstation. Wat hadden de ouders toch allemaal gevraagd en gezegd? Er was niet veel aan te merken geweest. Garmt had immers net zijn doctoraal Nederlands achter de rug en nog wel cum laude. De dienstplicht was gedurende de studie uitgesteld, de aanvraag voor dienstweigering in zee. Sinds een jaar of wat was het voor de zogenaamde gewetensbezwaarden mogelijk ons land niet als soldaat te dienen, maar in een vervangende burgerdienst. Ook had Garmt moeten vertellen wie zijn vrienden waren, omdat mijn ouders nog nooit van hem hadden gehoord. Er was echter wel iets vreemds gebeurd. Mijn vader had met afkeuring in zijn stem gevraagd: - En u maakt ook versjes? Het jaar daarvoor was inderdaad zijn bundel Elementen verschenen, maar wat voor bezwaar kon dat zijn tegen zijn voornemen mij te trouwen? Antwoord: dat dichters niet bekend stonden als de trouwste echtgenoten. Garmts weerwoord was geweest dat mijn ouders dan het In Memoriam-gedicht van Herman Gorter bij de dood van zijn vrouw zouden moeten lezen. Een bot zwijgen was gevolgd. Dat dichters bij ons thuis niet hoog stonden aangeschreven, was mij genoegzaam bekend, maar dit was ronduit mal. Wij konden er niet zwaar aan tillen; veel te bezig met ons geluk. In juni 1932 slaagde Garmt voor het examen dienstweigeren; achter de groene tafel Leger en Kerk. Dat betekende een jaar extra burgerdienst boven het normale jaar dienen bij de krijgsmacht, plus de zes weken herhalingsoefeningen niet te ver- + Mathilde Stuiveling-van Vierssen Trip, geboren te Rotterdam in 1907, woont sinds haar huwelijk in 1935 met Garmt Stuiveling (1907-1985) te Hilversum. Zij is lid van het Humanistisch Verbond. De parelduiker. Jaargang 8 3 Garmt Stuiveling en Thilde van Vierssen Trip, 23 juli 1932. geten; gage vijftig gulden in de maand, tien gulden meer voor wie terechtkwam in Den Haag. En in die dure stad werd Garmt met ingang van september '32 tewerkgesteld bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, met als directe chef de directeur van de afdeling Onderwijs, dr. Ph.J. Idenburg. In het najaar van 1934 kreeg Garmt, inmiddels gepromoveerd, van zijn chef verlof de dienst voor de duur van zes weken te onderbreken om in Groningen een zieke lerares Nederlands te vervangen. Mevrouw dra. W.C. Wittop Koning-Rengers Hora Siccama, lerares aan de Handels HBS, had dr. G. Stuiveling bij haar directeur als vervanger aanbevolen. Zij was getrouwd met de bekende Groninger architect van die naam. In de laatste week van het ziekteverlof, toen Wobbien Wittop Koning aan de beterende hand was, nodigde zij haar vervanger te eten. Over dat bezoek vertelde Garmt mij het volgende. Terwijl de gastvrouw de tafel dekte en rondliep, was hij op de grond gaan zitten voorlangs haar lage boekenkast. Hij had een eerste druk van Gorters Mei in de hand genomen en toen aan Wobbien gevraagd hoe zij aan dit exemplaar kwam met een opdracht van de schrijver. Het antwoord luidde: - Ik ben om hem gescheiden, maar hij is niet met mij getrouwd. Wat een flater, wat een ongelooflijke flater, die avond dat Garmt onbevangen kwam kennismaken en het meer een verhoor op vraagpunten werd. Van Wobbien, dat hadden mijn ouders natuurlijk geweten in hun eigen Groningen! Vandaar de ontrouwe dichters! Het was zo onvoorstelbaar lang geleden, we lachten erom dat wij het nu ook wisten. Je kon na tweeëneenhalfjaar toch moeilijk gaan zeggen dat je 't achteraf snapte. De parelduiker. Jaargang 8 Jenne Clinge Doorenbos Omstreeks 1 november 1938 verhuisde ons gezin van de woning in een arbeiderswijk te Hilversum waar Garmt en ik in 1935 waren begonnen, naar een bescheiden twee-onder-een-kap in de Schildersbuurt. Ons dochtertje was haast twee jaar, de kleine jongen ruim twee maanden. Nauwelijks waren de De parelduiker. Jaargang 8 4 verhuizers van de vloer of ik wuifde Garmt uit vanachter het kale woonkamerraam. Hij trok als heer vermomd naar Amsterdam om te spreken over Herman Gorter. Het Kunstenaars Centrum voor Geestelijke Weerbaarheid had in Museum Fodor een tentoonstelling ingericht, gewijd aan het werk van Frederik van Eeden, Herman Gorter, Henriette Roland Holst en Nico van Suchtelen; vier schrijvers dus, van wie de twee eerstgenoemden waren overleden. Voor een aantal avonden had men sprekers aangezocht; Garmt zou Gorter ‘doen’. Bovendien had hij zich beijverd voor de vitrines de gewenste boeken, foto's, handschriften en curiosa te verwerven. Zo had hij, in Bussum, kennisgemaakt met mejuffrouw Clinge Doorenbos, de erfgenaam van Herman Gorter, om haar voor de tentoonstelling het handschrift van Mei te vragen. Zijn gastvrouw had hem echter te kennen gegeven dat dat een heel naïeve, om niet te zeggen onbescheiden vraag was. Het kostbare origineel lag vanzelfsprekend niet bij haar in de kast, maar ergens in een kluis en daar bleef het. En verder? Wat een charmante vrouw! Zij had hem toegezegd voor de vitrine-Gorter het een en ander bij elkaar te zoeken. De dag na zijn toespraak was Garmt onzeker en steeds onzekerder, hoe hij het ervan afgebracht had. Toen hij achter het spreekgestoelte stond, had hij tot zijn ontzetting juffrouw Clinge Doorenbos voor zich op de eerste rij zien zitten. Zij droeg een hoedje met een voile en had na afloop de zaal onmiddellijk verlaten. Wat een opluchting toen de toespraak wonderwel geslaagd bleek, getuige het bedankbriefje van Jenne Clinge Doorenbos, dat zij eindeloos vaak sprekers over Gorter en zijn werk had moeten aanhoren en nu voor de eerste maal dacht dat Gorter tevreden zou zijn geweest over deze analyse van zijn werk en streven. De eerste mei 1939 fietsten wij met stralend weer naar Bussum ter ere van de drieënvijftigste verjaardag van Jenne Clinge Doorenbos. Zij was niet alleen de erfgenaam van Gorters letterkundige nalatenschap, maar woonde ook in zijn huis, dat wil zeggen het huis dat Berlage eens voor het jonge echtpaar Herman en Wies Gorter-Cnoop Koopmans had gebouwd. Tot mijn verbazing waren er niet meer gasten; die werden 's middags verwacht. Garmt zei al langer ‘Jenne’ en ik durfde het toen ook maar. Jenne had koffie en stukken eigengemaakt gebak van iets groters afgesneden. Ik mocht niet mee naar de keuken lopen. We kregen het lekkers op biedermeier bordjes met spelende kinderen erop; die waren uit haar ouderlijk huis, ze had er nog maar drie, elk kind had zijn eigen voorstelling gehad. Een ronde tafel dicht voor grote ramen zonder vitrage. Jenne, rechts, zou de Nieuwe 's-Gravelandseweg hebben kunnen zien, en Garmt, links, de Bredelaan, ware het niet dat twee ondoordringbaar ineengegroeide struikwanden het meters- en metersdiepe driehoekige stuk grond omzoomden; in de verte markeerde een hoge naaldboom waar beide wegen samenkwamen. Voor, bij het huis, lag een schijnbaar onbetreden verzorgde wilde tuin met laaggehouden lenteplanten; alles ontworpen en zomaar gegroeid, een boeiender tuin dan ik ooit had gezien. De parelduiker. Jaargang 8 5 Garmt zat terzijde. Jenne en ik verkenden elkaar. Dat Gorter ter sprake zou komen, was te verwachten. Het kwam erop neer dat Jenne wou weten of ik behalve Mei nog meer van Gorter gelezen had. Ik antwoordde naar waarheid dat ik niets had gelezen, dat ik nooit een gedicht las, dat ik in de Mei was blijven steken. Jenne maakte een gebaar van opstaan. Garmt zat beteuterd te kijken. Kennelijk had hij Jenne niet op de hoogte gesteld van mijn bezwaar tegen muziek zowel als poëzie. Eén moment dacht ik dat dit het eind was van het bezoek. Het duurde even voor Jenne begreep dat het geen aanstellerij was. Misschien omdat Garmt het er blijkbaar mee uithield, hoe dan ook, ik werd aanvaard, het voor anderen onbegrijpelijke verschijnsel incluis. Op een gegeven ogenblik merkte ik op dat het ‘toen’, heel vroeger, een verrassende ontdekking moest zijn geweest dat Jenne op 1 mei, de Dag van de Arbeid, jarig was. Die toespeling op Gorters politieke overtuiging viel faliekant verkeerd. Herman Gorter de dichter was onderwerp van gesprek. Tot hier toe en niet verder. Wees gewaarschuwd. Later hoorde ik Garmt die ‘ongenade’ overkomen toen hij vroeg of ook Jenne Gorters tweede roepnaam ‘Pans’ gebruikte. Jenne bevestigde dat Gorter zo werd genoemd. In de herfst van datzelfde jaar 1939 werden Garmt en ik uitgenodigd voor een ontvangst ten huize van Jenne. Er kwamen ‘bekenden’ van haar. Garmt dacht Aegidius W. Timmerman misschien uit Blaricum, ik haar broer en diens vrouw. Er bleek een achttal gasten te komen. In mijn herinnering louter mannen, neenee heren, die de indruk maakten elkaar te kennen. Wij werden aan iedereen voorgesteld. Een bepaald programma was er niet. Men praatte en liep ongedwongen door de drie vertrekken. Alleen in de kamers-en-suite werd van de keuken uit een en ander geserveerd. In de tussenkamer was een deur naar Gorters werkvertrek langs de Bredelaan. Het was alles Gorter wat de klok sloeg. Jenne was het stralend middelpunt, Garmt de hele avond met gorterianen in de weer. Aan de manier waarop die anderen hem als nieuwkomer behandelden, was af te lezen hoe belangrijk men deskundige hulp voor Jenne vond bij het ordenen van de handschriften; een doolhof volgens Garmt, waarin alleen Jenne de weg wist.
Recommended publications
  • Publications of Arnold J. Band
    HISTORY AND LITERATURE ~ • J New Readings of Jewish Texts in Honor of Arnold J. Band edited by William Cutter and David C. Jacobson Brown Ju~aic Studies HAMMA LIBRARY Providence TRINITY LUTHERAN SEMINARY 2199 East Main St. Columbus, OH 43209 ---------·--------- PUBLICATIONS OF ARNOLD J. BAND "Al hashirah." Hadoar 37 (32) (1957). "Metsudah: Essays and Studies, vol. 2, ed. S. Rawidowicz." Judaism 6 (4) (1957). "Kavvim lidmutah shel hashirah haAmeriqa'it hatse'irah." Moznayim 6 (4) (1958). "Sippuro hatanakhi shel Shamir." Hadoar 38 (9) (1957). "Trends in Jewish Education: Boston, A Case Study." Jewish Social Studies 21 (1959). "The New Hero of Hayim Hazaz." Judaism 9 (1960). "The Symbolism of S. J. Agnon." Midstream 6 (4) (1960). "Aristophanes betargum ivri." Hadoar 41 (11) (1961). "Babylon and Jerusalem." Judaism 10 (1961). "Waldo Frank's Bridgehead." Jewish Social Studies 23 (1961). "Horace Kallen's Utopians at Bay." Jewish Social Studies 23 (1961). "A Jewish Existentialist Hero." Judaism 10 (1961). "Sof tequfah: al moto shel Hillel Bavli." Hadoar 42 (6) (1961). "Jewish Literature in the University." Judaism 11 (1962). Reprinted in Modern Jewish Educational Thought. Edited by David Weinstein and Michael Yizhar. Chicago: College of Jewish Studies, 1964. Thirty poems published in the following periodicals: Hadoar, Bitzaron, Haaretz, Lamerhav. 490 PUBLICATIONS OF ARNOLD J. BAND Hare'i bo'er ba'esh (The Mirror Burns Fire), a volume of Hebrew verse. Jerusalem: Ogen; Ogdan, 1963. "He' ares tsu Agnons ershtn gedrukh1 lid." Di Goldene Keyt 46 (1963). "In Grip of Cross-Currents, by Lisitzky." Jewish Social Studies 25 (1963). "Israeli Writing, ed. Joel Blocker." Midstream 9 (2) (1963).
    [Show full text]
  • Walt Whitman's Influence and Reception in The
    Inspiring the Poetry and Identity of a People: Walt Whitman’s Influence and Reception in the Middle East The reception of authors and their works is vastly different throughout the world, and throughout time. What a critic or person feels and responds to in one country can be dramatically different for a critic or person in another country. What people are going through and struggling with, are also greatly influenced by the writers and works of their time. Many can find solace, hope, and inspiration in these works, even if they are not from their own country, or even their own continent. Human emotion and thinking are universal: therefore, works can transcend cultures, languages, oceans, etc. to reach an audience it can inspire. Walt Whitman is one of these writers, and his works have reached people throughout the world, and inspired them as well. Whitman’s reception in America and in Europe is immense; however, it is interesting to look at some of the lesser looked at areas of the world to see just how far Whitman’s messages have traveled. The Middle East in particular has poets and other various people who have been heavily influenced by Whitman, and are inspired by his beliefs and works. Two of the main countries in the Middle East that have been directly impacted by him and his works are Israel and Lebanon. These countries have also enhanced and modified their academic institutions over the years, and because of this, have greater access to literature worldwide, such as Whitman. This has also increased the translation of works of literature (particularly Western literature) so they can be accessible to the public in these countries.
    [Show full text]
  • Report of the Jewish Publication Society of America
    REPORT OF THE FIFTY-EIGHTH YEAR OF THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA 1945 THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA (as of March 31, 1946) PRESIDENT J. SOLIS-COHEN, Jr., Philadelphia VICE-PRESIDENT HON. HORACE STERN, Philadelphia TREASURER LESTER HANO, Philadelphia EXECUTIVE VICE-PRESIDENT-SECRETARY MAURICE JACOBS, Philadelphia EDITOR DR. SOLOMON GRAYZEL, Philadelphia HONORARY VICE-PRE.SIDKNTS SAMUEL BRONFMAN Montreal REV. DR. HENRY COHE N Galveston MARK EISNER New York HON. ABRAM I. ELKUS New York MRS. MOSES P. EPSTEIN New York MRS. BARNETT E. KOPELMAN1 New York JAMES MARSHALL New York HENRY MONSKY Omaha HON. JOSEPH M. PROSKAUER New York DR. A. S. W. ROSENBACH Philadelphia MRS. LOUIS A. ROSETT New Rochelle HON. MURRAY SEASONGOOD Cincinnati FRANK L. WEIL New York MRS. JOSEPH M. WELT Detroit REV. DR. STEPHEN S. WISE New York 637 638 AMERICAN JEWISH YEAR BOOK PHILIP W. AMRAM2 Washington WALTER H. ANNENBERG1 Philadelphia FRED M. BUTZEL2 Detroit BERNARD L. FRANKEL2 Philadelphia LEE M. FRIEDMAN1 Boston LIONEL FRIEDMANN1 Philadelphia REV. DR. SOLOMON GOLDMAN1 Chicago LESTER HANO1 : Philadelphia AL PAUL LEFTON2 Philadelphia HON. LOUIS E. LEVINTHAL3 Philadelphia HOWARD S. LEVY3 Philadelphia WILLIAM S. LOUCHHEIM2 Los Angeles REV. DR. LOUIS L. MANN1 Chicago EDWARD A. NORMAN2 New York FRANK. J. RUBENSTEIN2 Baltimore REV. DR. ABBA HILLEL SILVER3 Cleveland J. SOUS-COHEN, JR.3 Philadelphia HON. HORACE STERN3 Philadelphia EDWIN WOLF, 2ND3 Philadelphia HOWARD A. WOLF3 Philadelphia PUBLICATION COMMITTEE HON. LOUIS E. LEVINTHAL, Chairman Philadelphia REV. DR. BERNARD J. BAMBERGER New York DR. SALO W. BARON New York REV. DR. SAMUEL BELKIN New York DR. JOSHUA BLOCH New York REV.
    [Show full text]
  • Fifty-Ninth Year the Jewish Publication Society Of
    REPORT OF THE FIFTY-NINTH YEAR OF THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA 1946 THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA (as of April 27, 1947) PRESIDENT J. SOLIS-COHEN, Jr. VICE-PRESIDENT HON. HORACE STERN TREASURER LESTER HANO EXECUTIVE VICE-PRESIDENT-SECRETARY MAURICE JACOBS CHAIRMAN, PUBLICATION COMMITTEE HON. LOUIS E. LEVINTHAL HONORARY VICE-PRESIDENTS SAMUEL BRONFMAN Montreal REV. DR. HENRY COHEN Galveston MARK EISNER New York HON. ABRAM I. ELKUS New York MRS. MOSES P. EPSTEIN , New York MRS. BARNETT E. KOPELMAN New York JAMES MARSHALL New York HON. JOSEPH M. PROSKAUER New York DR. A. S. W. ROSENBACH Philadelphia MRS. LOUIS A. ROSETT New Rochelle HON. MURRAY SEASONGOOD Cincinnati 799 800 AMERICAN JEWISH YEAR BOOK FRANK L. WEIL New York MRS. JOESPH M. WELT Detroit REV. DR. STEPHEN S. WISE New York TRUSTEES PHILIP W. AMRAM2 Washington WALTER H. ANNENBERG1 Philadelphia FRED M. BUTZEL2 Detroit BERNARD L. FRANKEL2 Philadelphia LEE M. FRIEDMAN1 Boston LIONEL FRIEDMANN1 Philadelphia REV. DR. SOLOMON GOLDMAN1 Chicago LESTER HANO1 -. Philadelphia AL PAUL LEFTON2 Philadelphia HON. LOUIS E. LEVINTHAL2 Philadelphia HOWARD S. LEVY2 Philadelphia WILLIAM S. LOUCHHEIM3 Beverly Hills SIDNEY NEUMANN3 Philadelphia FRANK L. NEWBURGER1 Philadelphia REV. DR. LOUIS L. MANN1 Chicago EDWARD A. NORMAN3 New York FRANK J. RUBENSTEIN3 Baltimore REV. DR. ABBA HILLEL SILVER2 Cleveland J. SOLIS-COHEN, JR.2 „ Philadelphia HON. HORACE STERN2 Philadelphia EDWIN WOLF, 2ND2 Philadelphia HOWARD A. WOLF2 Philadelphia PUBLICATION COMMITTEE HON. LOUIS E. LEVINTHAL, Chairman Philadelphia REV. DR. BERNARD J. BAMBERGER New York DR. SALO W. BARON New York REV. DR. SAMUEL BELKIN New York DR. JOSHUA BLOCH New York REV.
    [Show full text]
  • Barukh Kurzweil and Modern Hebrew Literature 1
    BARUKH KURZWEIL AND MODERN HEBREW LITERATURE 1 By JAMES S. DIAMOND Washington Uni1·ersity I. THEORETICAL STRUCTURE FROM ITS EARLIEST days the criticism that evolved alongside modern Hebrew literature has perceived and grappled with the diffuse issue of Hebrew­ European literary relationships. In the twentieth century Joseph Klausner, Zvi Woyslawsky, Yeshurun Keshet, (Ya'akov Kapilowitz), Shlomo Tsemah, Eliezer Steinmann, Simon Halkin, Israel Zemora, Avraham Kariv, Dov Sadan and Barukh Kurzweil have all, in very different ways, addressed themselves to this subject, sometimes implicitly. I. This essay represents two chapters of my doctoral dissertation entitled The Literary Criticism ol Barukh Kur::wei/: A Study in Hebrew-European literary Relationships. Indiana University, 1978. About half the Kurzweil corpus has so far been collected into eight volumes and where possible I have given the references to these volumes in accordance with the following key: S= 1959. Siprutenu hahadafo-hem5ek 'o mahpeka? Tel Aviv. (Third enlarged edition, 1971). BT= 1960. Bialik ulsernihm·ski -mehqarim b;isiratam. Tel Aviv. (Fourth enlarged edition, 1971). A=l963. Massot 'al sippurey Say 'Agnon. Tel Aviv. (Fourth enlarged edition, 1975). H= 1966. Beyn lia~on /;,qeyn ha' absurdi -p;,raqim /;,derek sil!rutenu bamme' a ha'efrim. Tel Aviv. (Second enlarged edition, 1973). ]=1969. B;,ma'a!Jaq 'al 'erkey hayyahadut. Tel Aviv. L= 1976. l;,nokah hamm;,IJuka haruhanit Jet dorenu -pirqey hagut u!Jiqqoret. Ramat Gan. Where a given article by Kurzweil has not yet been collected I have made reference to its original place of publication as noted in the bibliography. In addition there are references to the memorial volume SBK=l975.
    [Show full text]
  • Fifty-Seventh Year the Jewish Publication Society Of
    REPORT OF THE FIFTY-SEVENTH YEAR OF THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA 1944 THE JEWISH PUBLICATION SOCIETY OF AMERICA OFFICERS* PRESIDENT J. SOLIS-COHEN, Jr., Philadelphia VICE-PRESIDENT HON. HORACE STERN, Philadelphia TREASURER HOWARD A. WOLF, Philadelphia EXECUTIVE VICE-PRESIDENT - SECRETARY MAURICE JACOBS, Philadelphia EDITOR DR. SOLOMON GRAYZEL, Philadelphia HONORARY VICE-PRESIDENTS SAMUEL BRONFMAN Montreal REV. DR. HENRY COHEN Galveston HON. ABRAM I. ELKUS New York City JAMES MARSHALL New York City HENRY MONSKY Omaha HON. MURRAY SEASONGOOD Cincinnati HON. M. C. SLOSS San Francisco TRUSTEES MARCUS AARON Pittsburgh PHILIP W. AMRAM Philadelphia EDWARD M. BAKER Cleveland FRED M. BUTZEL Detroit J. SOLIS-COHEN, JR Philadelphia BERNARD L. FRANKEL Philadelphia LIONEL FRIEDMANN Philadelphia REV. DR. SOLOMON GOLDMAN Chicago HON. HARRY A. HOLLZER Los Angeles REV. DR. NATHAN KRASS New York City AL PAUL LEFTON Philadelphia HON. LOUIS E. LEVINTHAL Philadelphia HOWARD S. LEVY Philadelphia **WILLIAM S. LOUCHHEIM Philadelphia REV. DR. LOUIS L. MANN Chicago "As of September 1, 1945. **In the grmed forces. 735 736 AMERICAN JEWISH YEAR BOOK EDWARD A. NORMAN New York City CARL H. PFORZHEIMER New York City DR. A. S. W. ROSENBACH Philadelphia FRANK J. RUBENSTEIN Baltimore REV. DR. ABBA HILLEL SILVER Cleveland HON. HORACE STERN Philadelphia *EDWIN WOLF, 2ND Philadelphia HOWARD A. WOLF Philadelphia PUBLICATION COMMITTEE HON. LOUIS E. LEVINTHAL, Chairman Philadelphia REV. DR. BERNARD J. BAMBEROER New York City DR. SALO W. BARON New York City REV. DR. SAMUEL BELKIN New York City DR. JOSHUA BLOCK New York City REV. DR. MORTIMER J. COHEN Philadelphia J. SOLIS-COHEN, JR Philadelphia DR. SOLOMON SOUS-COHEN Philadelphia REV.
    [Show full text]
  • The Embrace of the Rosebush: Anti-Hebraism in Modern Jewish Literature David Aberbach, Mcgill University, Montreal, and the Lond
    The Embrace of the Rosebush: Anti-Hebraism in Modern Jewish Literature David Aberbach, McGill University, Montreal, and The London School of Economics Among the consequences of modernization is an unprecedented tendency among Jewish writers, especially those writing in English, to denigrate or caricature Hebrew and generally give a limited and distorted picture of the Hebrew language and of Jewish education and culture. Until the nineteenth century Jews and Christians found common ground in their supremely high valuation of Hebrew as the Holy Tongue. With the rise of the secular Enlightenment, the devaluation of Scripture, and Jewish emancipation and civil rights, the traditional Jewish view of Hebrew was contested for the first time, in Germany then elsewhere, particularly in English-speaking countries. Jewish anti- Hebraism has more than purely historical interest and relevance in multicultural societies that aim to preserve minority languages and cultures. It warns that assimilation, however rational, just, and beneficial, can exact a high cost to the minority culture. Consequently, minorities are often right to be protective of their cultures, and cautious and critical of the education provided by the dominant culture. Sources of anti-Hebraism may be found in the eighteenth-century Enlightenment and the rise of nationalism, especially in Germany. Enlightenment and the decline of religion led to a critical revaluation of the Hebrew Bible as of all religious texts. Hebrew for the first time became a target of controversy and confusion over Jewish national-religious identity. From the time of Moses Mendelssohn (1729–1786), the leading figure in the German-Jewish Enlightenment (Aufklärung or, in Hebrew, Haskalah), Hebrew bridged traditional Judaism with non-Jewish culture.
    [Show full text]
  • Curriculum Vitae [PDF]
    CURRICULUM VITAE David C. Jacobson, Professor, Program in Judaic Studies, Brown University Education: 1970 B.A. University of Chicago, Chicago, Illinois English Language and Literature 1973 B.J. Ed. Hebrew College, Brookline, Massachusetts 1974 M.A. University of California, Los Angeles Department of Near Eastern Languages 1977 Ph.D. University of California, Los Angeles Department of Near Eastern Languages Dissertation title: "The Recovery of Myth: A Study of Rewritten Hasidic Stories in Hebrew and Yiddish, 1890-1910" Professional appointments: 1974-75 Lecturer in Hebrew, Hebrew Union College, Los Angeles, California 1976-79 Assistant Professor of Hebrew Studies, University of Michigan 1979-80 Assistant Professor of Hebrew Literature Ben-Gurion University, Beersheva, Israel 1980-87 Assistant Professor of Hebrew University of Pennsylvania 1983-87 Adjunct Professor of Hebrew Literature Reconstructionist Rabbinical College 1987-92 Assistant Professor of Hebrew Wesleyan University 1992-94 Assistant Professor of Judaic Studies Brown University 1994-96 Dorot Assistant Professor of Judaic Studies Brown University 1996-2006 Associate Professor of Judaic Studies Brown University 2 Professional appointments (continued): 2007-present Professor of Judaic Studies Brown University Scholarship: Current Research Project: “Hasidic Tales in the Writings of Contemporary Israeli Psychologists, Rabbis, and Academics.” Books: Modern Midrash: The Retelling of Traditional Jewish Narratives by Twentieth- Century Hebrew Writers (Albany: State University of New York Press, 1987). Does David Still Play Before You?: Israeli Poetry and the Bible (Detroit: Wayne State University Press, 1997). Israeli and Palestinian Identities in History and Literature , ed. Kamal Abdel- Malek and David C. Jacobson (New York: St. Martin's Press, 1999). History and Literature: New Readings of Jewish Texts in Honor of Arnold J.
    [Show full text]
  • A Heart Attack in Sweden
    Chapter 15 A Heart Attack in Sweden For over twenty years, since the Swedish translation of And the Crooked Shall Be Made Straight in 1925, Agnon’s friends in Sweden had been pursuing the No- bel Prize in Literature for him, both secretly and openly; Agnon himself deeply coveted the prize, which he needed to reinforce his narcissistic grandiose self, as well as a symbol of the mother’s love that he had never really received. His Nobel Prize ambitions had received a blow in 1937, when the American sales of his novel declined. In 1947 they received another blow when Salman Schock- en’s lobbying for him in Sweden failed, and when Agnon’s foes at the Hebrew University of Jerusalem foiled his candidacy. In 1948, during the Arab-Israeli war, the forty-eight-year-old Rabbi Dr. Kurt Wilhelm, a former employee of the Schocken Library in Jerusalem, succeeded the seventy-nine-year-old Marcus Ehrenpreis as chief rabbi of Stockholm.1 Like his predecessor, Rabbi Dr. Wil- helm, who had been lobbying for Agnon winning the Nobel Prize two years earlier, began translating some of Agnon’s books into Swedish, with a view to advancing Agnon’s candidacy.2 The violent emotions around the candidacy for the Nobel Prize in Literature, which had burst out in the intrigues at the Hebrew University of Jerusalem of late 1946 and early 1947, were revived in late 1950, when Agnon’s chief rival for the prize, the American Jewish poet Zalman Shne’ur, visited Israel. Shne’ur met Selig Brodetsky,3 the president of the Hebrew University of Jerusalem, urging him to have the university propose his candidacy for the Nobel Prize to the Swedish Academy.
    [Show full text]
  • Arabic And/Or Hebrew: the Languages of Arab Writers in Israel 151
    132 Arnold]. Band neapolis: University of Minnesota Press, 1986) ate standard for "cultural crit­ ics," particularly those who follow the postcolonialist theories of Edward Said. The applicability of these theories are convincing in Hever's article on Sham mas's ArabeJqlles, "Hebrew in an Israeli Arab Hand: Six Miniatures on Anton Shammas's Arabesql/CS," Cultural Critique 7 (1987): 47-76, reprinted in Tbe Nature and Context of Minority Discourse, eds. Abdul R. and David Lloyd (New York: Oxford University Press, 1990), 264-93. They 8 become less convincing as he attempts to apply his ideas to the entire corpus of Israeli literature. In a subsequent article, "Lehakot ba'aqevo shel Achilles," in Alpayim 1 (June 1989): 186-93, [English version in Tikkun 4/5 (Sept.lOcc. 1989): 30-33], Hever considers the new openness of Israeli literature to Palestinian writers, usually translated from Arabic, as a major cultural break- Arabic and/or Hebrew: The Languages of an attack on the "Achilles heel" of the Zionist narrative that has Arab Writers in Israel * dominated Israeli Hebrew literature. The theories of Deleuze and Guattari, especially "deterritorialization," support Hever's argument only if inverted, only if the features of the minority culture are appropriated--consciously or Ami Elad-Bouskila unconsciously-by the majority literature, 12. The first appearances of these stories are noteworthy: A.B. Yehoshua's "Fac- the Forests" (Mul haya'arot), Qesbet 5 (Spring 1963):18-45; Amos Oz's "Nomad and Viper" (Navvadim vatsefa), Ha'arets, Feb. 7. 1964; Amaliah Ka­ hana-Carmon's "Heart of Summer. Heart of Light" (Lev haqayits.
    [Show full text]
  • Waste Land with Promise: Ch Aim Nachman Bialik's America
    WASTE LAND WITH PROMISE: CH AIM NACHMAN BIALIK'S AMERICA Michael Brown Close connectionswith theUnited States were forged bymany Yishuv leaders in the interwarperiod. Although on first consider ation, thepoet Chaim Nachman Bialik might seeman unlikelyperson to have extensive American ties, in fact, he was instrumental in bindingthe cultural world of theYishuv toAmerica. Never conversant withAmerican lifeor literature,Bialik was able nonethelessto develop personal ties with many American Jews, and he grew to appreciate the advances of American-Jewish culture. Like leaders in other areas of Yishuv life,he recognized thefinancial and diplomatic necessityof close American connections. He helped to pave the way for Israel's laterclose relationshipwith American Jewryand theUnited States. What a foreignpoet who died in themid-1930s thoughtof the United States would seem to be an arcane, if not altogether frivolous question. In many cultures, however, writers exert on considerable influence public affairs. Witness, for example, the position of Vaclav Havel in post-communist Czechoslova kia, or that of Sartre and Camus in postwar France. Jews, "the JewishPolitical Studies Review 6:3-4 (Fall 1994) 47 This content downloaded from 77.127.163.174 on Mon, 15 Apr 2013 03:11:00 AM All use subject to JSTOR Terms and Conditions 48 Michael Brown people of the book/' may be somewhat more open to the influ ence of the literati thanothers. Especially in theperiod between theEmancipation and thebirth of Israel,when theirpolitical life was circumscribed and the influence of religion upon them declining, they filled some of the void with culture. They ac cepted poets, essayists, and novelists as tastemakers and ex a pected them to assume certain role in setting the communal agenda.
    [Show full text]
  • Sivan, 5745 - June 1985, No
    A Quarterly Review of Hebrew Letters, published by the Hebrew Literary Foundation and co-sponsored by the BfTZARON Institute of Hebrew Culture & Education, School of Education, New York University. Editor:................................ ..........Hayim Leaf Associate Editors:............. .. Rivka Friedman Gabriel Preil Chairman, Editorial Board: Nathan H. Winter Editorial Assistant:............ ........... Nelly Segal BITZARON, P.O.Box 623, Cooper Station, N.Y. 10003 Tel. (212) 598-3987 Vol. VII (New Series), Sivan, 5745 - June 1985, No. 26 (355) TABLE OF CONTENTS Topics..................................................................................................H.L. 2 Time and the Novel........................................................ Moshe Shamir 4 Poems of End and Deliverance..........................................Sh. Shalom 12 300 Years of Hebrew Poetry in America............... Eisig Silberschlag 13 In the Souvenir Store (Poem)..............................................A. Komem 27 The Crisis of Jewish Identity in Israel.......................Shlomo Sharan 29 R’ Saadya Gaon and the Zohar.................................... Sh. Abramson 35 120th Birth anniverssary of M.Y. Berditchevsky: Poetic tension in M.Y. Berditchevsky’s novels............ Simon Halkin 40 M.Y.Berditchevsky as a Teacher.................Emmanewl Ben-Gorion 43 Poetic Magic: Birds.............................................................N. Yonatan 46 A Hebrew Edition of the History of the Jews in America........................................................................
    [Show full text]