Bulletin Van Vragen En Antwoorden
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nr. 14 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2001-2002 14 juni 2002 BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN INHOUDSOPGAVE I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS (Reglement artikel 81, 1, 2, 3, 5 en 7) A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn Blz. Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering . 1363 Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openba- re Werken en Energie . 1364 Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen . 1404 Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelings- samenwerking . 1418 Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming . 1426 Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme . 1429 Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw . 1430 Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Orde- ning . 1473 Paul Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid . 1491 Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting . 1504 B. Vragen waarop werd geantwoord na het verstrijken van de reglementaire termijn Mieke Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen . 1523 Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelings- samenwerking . 1530 Marleen Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming . 1530 Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme . 1536 Nr. 14 II. VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS EN WAAROP NOG NIET WERD GEANTWOORD (Reglement artikel 81, 6) Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering . 1538 Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw . 1539 III. VRAGEN WAARVAN DE REGLEMENTAIRE TERMIJN VERSTREKEN IS MET TEN MINSTE TIEN WERKDAGEN EN DIE OP VERZOEK VAN DE VRAAGSTELLERS WERDEN OMGEZET IN VRAGEN OM UITLEG (Reglement artikel 81, 4) Nihil REGISTER . 1540 -1363- Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 14 – 14 juni 2002 I. VRAGEN VAN DE VLAAMSE heid goedgekeurd. Deze Code is ondertussen mee- VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN gedeeld aan het Vlaams Parlement en kan in ex- ANTWOORDEN VAN DE MINISTERS tenso geraadpleegd worden op www.vlaanderen.be. (Reglement artikel 81, 1, 2, 3, 5 en 7) Met deze Code engageert de Vlaamse regering zich om de communicatie van de hele Vlaamse over- A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de heid te laten beantwoorden aan een set kwaliteits- reglementaire termijn normen. Ze geeft daarmee uitvoering aan de bepa- ling in het Vlaams regeerakkoord dat een deonto- logische code voor de Vlaamse overheidscommuni- PATRICK DEWAEL catie uitgewerkt zal worden. MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING De Code is van toepassing op alle betaalde com- municatie van de hele Vlaamse overheid. Hij geldt Vraag nr. 18 dus zowel voor de eigen initiatieven van de minis- van 8 februari 2002 ters en hun diensten, als voor die van de Vlaamse van de heer FILIP DEWINTER openbare instellingen. Hij is van toepassing op alle mediacampagnes, waarbij het begrip "campagnes" Deontologische code – Stand van zaken in de ruimste zin geïnterpreteerd moet worden. Naar aanleiding van het zogenaamde "Volvo-inci- De goedgekeurde Code bouwt voort op de goede dent" waarbij minister Mieke Vogels betrokken praktijk die de voorbije jaren ontwikkeld werd en was, liet de minister-president weten dat hij over- toegepast wordt bij de Vlaamse overheidscommu- woog om een deontologische code voor ministers nicatie. Het is evenwel voor het eerst dat thans van de Vlaamse regering in te voeren. deze regels geëxpliciteerd en op een rijtje gezet worden. Het meest opvallende onderdeel heeft be- Is deze code ondertussen van kracht ? trekking op de deontologische regels waaraan de Vlaamse overheidscommunicatie moet beantwoor- Zo ja, kan de minister-president de inhoud van den. Deze hebben onder meer betrekking op de deze code meedelen ? verplichting tot correctheid, evenwichtigheid, volle- digheid, tijdigheid en toegankelijkheid van de in- Zo neen, waarom niet ? formatie. De overige hoofdstukken van de Code sturen de communicatie van de Vlaamse overheid kwalitatief in de richting van een meer professione- Antwoord le aanpak, om zo te komen tot de voor bestuur en burger beste besteding van de ingezette middelen. In onze rechtsorde bestaan heel wat juridische in- strumenten die deontologische regels voor minis- De Code van Goede Praktijk bestaat uit een aantal ters bevatten of die het Vlaams Parlement en de dwingende bepalingen, maar bevat daarnaast ook Vlaamse volksvertegenwoordigers moeten toelaten aanbevelingen en reikt hulpmiddelen aan om tot om een minister die een zware deontologische fout een correcte interpretatie, toepassing of uitvoering gemaakt heeft, hiervoor politiek verantwoordelijk van de dwingende bepalingen te komen. te stellen. Gelet op het reeds bestaande instrumentarium van Ik wil expliciet verwijzen naar de omzendbrief van deontologische voorschriften en regels – dat nu 24 november 1998 betreffende de ministeriële nog werd uitgebreid met een Code van Goede deontologie. Deze omzendbrief bevat belangrijke Praktijk – is het niet nodig een afzonderlijke principes en deontologische voorschriften waaraan deontologische code voor ministers op te stellen. ministers die lid zijn van de Vlaamse regering zich dienen te houden. De leden van de Vlaamse rege- ring hebben zich er onder meer toe verbonden de deontologische code na te leven die geldt voor de Vraag nr. 19 leden van het Vlaams Parlement. van 8 februari 2002 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Daarnaast heeft de Vlaamse regering op 7 decem- ber 2001 een Code van Goede Praktijk voor de Samenwerkingsakkoord Duitstalige Gemeenschap Communicatiecampagnes van de Vlaamse over- – Jaarverslag Vlaams Parlement – Vragen en Antwoorden – Nr. 14 – 14 juni 2002 -1364- Het decreet betreffende de goedkeuring van het op het ontbreken van garages of parkeerplaatsen samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en (Bulletin nr. 10 van 29 maart 2002, blz. 1012). Duitstalige Gemeenschap daterend van 28 juni 1985 bepaalt in artikel 24 dat er jaarlijks door de Mijn oorspronkelijke vraag kwam er vanuit de op- Vlaamse regering een verslag wordt uitgebracht. tiek dat heel wat gemeenten nog altijd de voor- noemde taksen heffen op nieuwbouwprojecten Voorzover mij bekend, dateert het laatste verslag, waarbij garages ontbreken, en dit ondanks het feit dat betrekking heeft op 1999, van 14 juli 2000. dat de richtlijn van 20 oktober 1982 met een om- zendbrief van 3 juni 1997 door de minister van Werd er sedertdien nog een jaarverslag opgesteld Ruimtelijke Ordening werd ingetrokken. Daardoor en uitgebracht ? was de aanbeveling voor het heffen van zulk een belasting verdwenen, maar er werd geen verbod aan gekoppeld. Antwoord Sommige gemeenten heffen dus vandaag nog altijd deze belasting, soms tot een bedrag van euro Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger mee- 3.718,40 (150.000 fr.) per ontbrekende parkeer- delen dat de Vlaamse regering op 15 juni 2001 het plaats of garage. Enige perverse trekjes zijn aan verslag van het jaar 2000 heeft goedgekeurd. deze heffing zeker niet vreemd. Zo zijn er bijvoor- beeld kustgemeenten die op de zeedijk of in win- Het jaarverslag verschaft een overzicht van de uit- kelstraten parkeerplaatsen of garages verbieden, voering van het werkprogramma voor het jaar maar terzelfder tijd toch de voornoemde taks blij- 2000, dat werd opgesteld en gerealiseerd ter uit- ven heffen. Bovendien zijn er nu de stedelijke voering van het samenwerkingsakkoord tussen structuurplannen die de mogelijkheid bieden om in Vlaanderen en de Duitstalige Gemeenschap van 28 voldoende parkeerplaatsen en dergelijke te voor- juni 1985, en is momenteel het meest recente. Het zien bij de renovatie van gedeelten van de stad. werd onlangs aan het secretariaat-generaal van het Vlaams Parlement bezorgd. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de burgers door het indienen van een bezwaarschrift en een Een nieuw verslag zal worden opgesteld door de eventueel daaruit voortvloeiende rechtszaak tel- gemengde commissie, nadat het nieuwe samenwer- kens zelf moeten ageren om dergelijke bijwijlen kingsakkoord met de Duitstalige Gemeenschap is onbillijke taksen aan te vechten. geratificeerd en de onderhandelingen over een nieuw werkprogramma hebben plaatsgevonden. 1. Welke beleidsvisie wordt terzake gehanteerd ? 2. Heeft de minister zicht op de verschillen die er bestaan in de verschillende gemeenten aangaan- de het al dan niet innen van een dergelijke taks ? STEVE STEVAERT 3. Op welke manier worden deze uitwassen van MINISTER VICE-PRESIDENT een niet meer gehandhaafde richtlijn verholpen ? VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, 4. Welke oplossing stelt de minister voor, eventu- OPENBARE WERKEN EN ENERGIE eel in samenspraak met zijn collega bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, en binnen welke Vraag nr. 132 termijn, voor deze voor de burgers soms ongelij- van 17 januari 2002 ke en rechtsonzekere situatie ? van de heer DIDIER RAMOUDT N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Dirk Van Mechelen,Vlaams minister van Gemeentebelastingen – Taks op ontbreken van ga- Financiën en Begroting, Innovatie, Media en rages Ruimtelijke Ordening. In antwoord op een gelijkaardige vraag (nr. 20 van 12 november 2001) verwees de minister van Bin- Antwoord nenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid naar de minister bevoegd