'Vel 2. 5 Tweede Kamer.

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Onderzoek van geloofsbrieven.

De tijdelijke Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen twee bezwaarschriften , betreffende de plaats gehad hebbende verkie- zingon , als van : P. N. Puts en andereu, betrekkelijk do verkiezing in het dis- trict Roermond; van Russel. betrekkelijk de verkiezing in het kiesdistrict Maastricht.

Deze stukken zijn in handen gesteld van de beide Commissien tot onderzoek der geloofsbrieven.

De Commissien, in wier handen zijn gesteld de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden der Eamer, brengen daaromtrent 2ste ZITTING. verslagen uit.

De heer van Eek, lid der eerste Commissie: In handen van deze Commissie zijn gesteld de geloofsbrieven van de volgende heeren, gekozen in de hoofdkiesdistricten achter hunnen naam vermeld: Geert Reinders, te Zuidhorn; dr. Rembertus Westerhoff, te Appingadam; Jan Freerks Zylker , te Appingadam ; dr. Willem Joseph Andries Jonckbloet, te Winschoten; mr. Louis graaf van ZITTING VAN DINGSDAG 20 NOVEMBER Heiden Reinestein , te Assen ; mr. Johan Rudolph Thorbecke, te Assen; Jan Earel Hendrik de Roo van Alderwerelt. te Leeuwarden; Sybrand Hingst, te Leeuwarden; mr. Schelte (GEOPEND TEN 1 URE.) Wybenga , te Sneek ; Antony Moens , te Sneek ; jhr. mr. Sybrand Willem Hendrik Adriaan van Beyma thoe Eingma.te Dokkum ; mr. Philippus van Blom , te Dokkum ; jhr. Carel Marius Storm van 's Gravesande, te Steenwijk; Thomas Jean Stieltjes, te ; mr Albertus van Naamen van Eemnes, te Zwolle; mr. Gijs- bertus Martinus van der Linden, te Almelo; mr. Petrus Abraham Samuel van Limburg Brouwer, te Almelo; mr. Gerhard Duin- bar, te Deventer; mr. Albertus van Delden, te Deventer ; jhr. mr. Hendrik Anthon ridder van Rappard, te Zutphen ; mr. Jacob Dam, te Zutphen; mr. Constant Theodore baron van Lynden Ingekomen: Bezwaarschriften tegen de verkiezingen. — Ver- van Sandenburg, te Arnhem; mr. Levinus Wilhelmus Christiaau slagen uitgebragt door de Commissien tot onderzoek der Eeuchenius, te Arnhem; mr. Christianus Joannos Antonius Hey- dunrijck, te Nijmegen; jhr. .lohannes Antonius Christianus Ar- geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden. — Toe- noldus van Nispen van Sevenaer, te Nijmegen; mr Willem lating dier leden . met uitzondering van degenen , die de bij Frederik Karel van Lidth du Jeude, te Tiol; mr. Jan Earel baron van Goltstein, te Amersfoort; mr. Krnest Louis baron van de Grondwet voorgeschreven eeden nog niet hebben Hardenbroek van Lookhorst, te Amersfoort; mr. Evert du Marchie afgelegd , en van leden gekozen te Maastricht, Tilburg van Voorthuysen, te Utrecht; mr. Nicolaas Pieter Jacob Eien , te Utrecht; mr. Willem baron van Goltstein, te Hoorn; Haye en Roermond. Mensonides, te Hoorn; jhr. mr. Cornelis van Foreest, te Alkmaar: mr. Eduard Herman 's Jacob, te Alkmaar; mr. Johan Herman Geertsema Cz , te Haarlem ; Guillaume Louis Jacques van der Hucht, te Haarlem. Ten aanzien van al deze verkiezingen merkt do Commissie op, dat uit de processen-verbaal van stemopneming, die volgens de wet zijn opgemaakt, gebleken is, dat al de genoemden bij eerste stemming of bij herstemming de volstrekte meerderheid der uit- Tijdelijke Voorzitter de heer Helmiers', als oudste lid in gebragte geldige stemmen hebbon verkregen; dat zij allen don jaren. vereischten ouderdom hebben bereikt is uit de uittreksels der acten van geboorten of daarmede gelijkgestelde acten gebleken. De door allen afgegoven verklaringen toonen aan dat zij geene Tegenwoordig, met den tijdelijken Voorzitter, 66 leden, te betrekkingen bekleeden, onvereenigbaar met het lidmaatschap der weten de heeren: Eamer. Dat zij den staat van Nederlander bezitten blijkt ook uit de overgelegde stukken. Do heer Eeuchenius hooft echter gemeend te kunnen volstaan met de overlegging van eon uittreksel Hollingerus Pijpers, Keuchenius, Heemskerk Bz., Guljé, uit hot doopboek dor Hervormde Hollandscho gemeente te Batavia , Eerstens, van Rappard, Moens, Jonckbloet, van Zinnicq Berg- waaruit blijkt dat hij aldaar is geboren. Ook deze Commissie mann, Bichon van IJsselmonde, Westerhoff, Dumbar , van der meent dat er meer mag worden geëischt om iemand op grond van Hucht, Heydenrijck, van Wassenaer Catwijck, van Beyma thoe de wet ter uitvoering van art. 7 der Grondwet als Nederlander Eingnia, Insinger ,Geertsema, van Nispen van Sevenaer , Hoffman, te kunnen erkennen. Ten aanzien van den heer Eeuchenius Verheijen, Saaymans Vader , Haffmans, van Namen van Eemnes, meent de Commissie echter te moeten berusten in zijne vroegere van Lynden van Sandenburg, van Lidth de Jeude, Eien, toolating als lid dezor Eamer. van Heidon Reinestein, Beens, Pijnappel, Hingst, Taots van Tegen geen der verkiezingen is eenig bezwaar gemaakt, behalve Amerongen, van den Heuvel, Wybenga, van Reenen , Bots, tegen die van de hoeren van der Linden en van Limburg Brouwer. Wintgens, van Zuylen van Nyevelt, van Eerkwijk, de Bieberstein, Ook bij die verkiezing is er van do kiezers bij opening dor stern- Blom, Storm van 's Gravesande, W. van Goltstein, Mensonides, briefjes en bij de verklaring wie tot leden der Tweede Eamer Fransen van de Putte, J. E. van Goltstein, van Eek, Simons, waren benoemd, geen bezwaar in het midden gebragt; alleen later du Marchie van Voorthuysen, de Brauw, Zylker, Luyben, is een verzoekschrift tot niet-toelating van genoemde heeren strek- de Roo van Aldorworelt, Rochussen, Viruly Verbrugge, Fokker, kende ingediend door iemand dio zich noemt J. W. Just de la de Casembroot, van Delden, 'sJacob, Begram,van der Linden, Paisières, wonende te Eolhorn nabij Schagen in Noordholland, Dam, van Foreest, Thorbecke, en van Limburg Brouwer. en die beweert gemagtigd te zijn door de Twentsche kiesverecni- ging Vaderland en Eoning te Tubbergcn, blijkens mandaat. Daar dit mandaat alleen bestaat in een telegram luidende: wordt gening- De notulen van het verhandelde in de vorige zitting worden tigd tot adres aan de Eamer, geteekend Tubbergen 17 November, gelezen en goedgekeurd. R. Hattink, en daaruit dus hoegenaamd niet voortvloeit dat ver~

BIJBI.AD VAN DE NEDERLANDSCHE STAAÏS-COURANT. 2de Zitting 1866— 1S67. II. 6

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Onderzoek van geloofsbrieven.

zoeker gemagtigd zou zijn tot het verzoekschrift zoo als dat is herstemming de door de wet vereischte meerderheid der uitge- ingezonden, wat hier te meer afdoet, omdat daarin grove beschul- bragte geldige stemmen hebben verkregen. digingen voorkomen, en omdat bovendien het verzoekschrift wordt Door behoorlijke bescheiden is bewezen, dat al die heeren den ingediend uit naam van anderen dan die daartoe last zouden vereischten onderdom hebben bereikt. Uit verklaringen door hen hebben gegeven, kan reeds om die reden op dat verzoekschrift zelven afgegeven, is gebleken, dat zij geene ambten bekleeden geen acht worden geslagen. die onvereenigbaar zijn met het lidmaatschap van de Tweede De Commissie meent nog op te moeten merken, dat de namen, Kamer der Staten-Generaal. Overtuigend is voorts aan de Commissie waaronder sommige der gekozenen zijn vermeld, niet overeenstem- gebleken, dat allen den staat van Nederlander bezitten. men met die vermeld op de registers van den burgerlijken stand, Bij de stemopneming zijn geene bezwaren tegen eenige dezer ver- of daarmede gelijkgestelde registers. Waar echter die heeren kiezingen ingebragt; alleen tegen die van de heeren Verheijen, de zelve de namen voeren waaronder zij gekozen zijn, en er dus aan Bieberstein, van der Maessen de Sombreff en Haffmans zyn geene vergissing in den persoon te denken is, meent uwe Com- sedert bezwaarschriften bij deze Kamer ingediend, welke mede missie met deze opmerking te kunnen volstaan. in handen zijn gesteld van deze Commissie, die de eer heeft als De door de Grondwet gevorderde eeden of beloften zijn door uitslag van haar onderzoek daaromtrent het volgende mede te allen afgelegd, behalve door de heeren van Blom en Stieltjes. deelen. De Commissie stelt dus voor de genoemde heeren , over wier Tegen de geldigheid der verkiezing van don heer jhr. mr. geloofsbrieven verslag is uitgebragt, toe te laten als leden der Jan Baptiste Arnoldus Josephus Marie Verheijen, te Tilburg, Kamer, doch de heeren van Blom en Stieltjes eerst dan , wanneer zijn twee gelijkluidende adressen ingekomen van kiezers, in het zij de bij de Grondwet bedoelde eeden of beloften en verklarin- hoofdkiesdistrict Tilburg, te kennen gevende , dat door het bureau gen zullen hebben afgelegd. van stemopneming te Tilburg is verklaard dat de heer Verheijen , als de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen hebbende, tot lid dezer Kamer is gekozen; De heer «lonckbloet, lid der tweede Commissie: dat volgens de verklaring van het bureau van stemopneming die meerderheid zou hebben bedragen 68 of 69 stemmen; In handen der tweede Commissie tot het onderzoek der ge- dat, om de meerderheid te verkrijgen, het bureau van stern- loofsbrieven zijn gesteld de geloofsbrieven van de navolgende opneming een getal van honderd stembriefjes meer, volgens de heeren, gekozen in de hoofdkiesdistricten achter ieders naam berekening van de adressanten, aan jhr. mr. J. B. A. J. M. Ver- vermeld : heijen heeft aangerekend, dan volgens art. 64 (lees 61) der mr. Gerlach Cornelis Joannes van Rheenen, mr. Michel Henry kieswet mogt geschieden, daar die stembriefjes geen persoon Godefroi, mr. Bijsteruszoon, , duidelijk aanwezen en dus nietig waren; mr. Menso Johannes Pijnappel, Herman Albrecht Insinger, te dat toch bij het nazien der stembriefjes blijken zal, dat al de ; briefjes, welke den naam van Verheijen van Loon op Zand, J. Otto baron van Wassenaer Catwijck, Pieter Hendrik baron Verheijen, mr. Verheijen, Louis Verheijen enz. bevatten, aan Taets van Amerongen tot Natewisch, te ; jhr. mr. J. B. A. J. M. Verheijen zijn toegerekend, niettegen- jhr. mr. Willem Maurits de Brauw, Marie Aart Frederik staande er vier Verheijens van Loon op Zand (vier gebroeders Hendrik Hoffman, te Gouda; te Loon op Zand geboren) bestaan, een J. Verheijen te Tilburg, Cornelis Hoekwater, mr. Willem Wintgens, te Delft; en een J. Verheijen, regter in de regtbank, te 's Bosch wonen; Isauc Dismis Fransen van de Putte, Willem Adriaan Viruly drie mrs. Verheijen te 's Bosch, een te Boxmeer en een te Bergen Verbrugge, Francois Willem Cornelis Blom, te Rotterdam; op Zoom woonachtig zijn, en een Louis Verheijen als practise- mr. Jacob Pieter Pompejus baron van Zuylen van Nyevelt, rend advocaat, en een Louis Verheijen gepensioneerd kanton- jhr. Francois de Casembroot, te 's Hage : regter te Boxmeer wonen; zoodat het als eene met de wet strijdige mr. Marinus Bichon van IJsselmonde, mr. Gerrit Adrianus de handeling is, om al die stembriefjes als uitgebragt op jhr. mr. Raadt, te Dordrecht; J. B. A. J. M. Verheijen, Inspecteur van het lager onderwijs dr. Gerrit Simons, Warnardus Cornelis Mathildus Begram, te in Noordbrabant, wonende te 's Bosch, te verklaren; Gorinchem; om welke reden de adressanten zich wenden tot deze Vergadering mr. Daniel van Eek, mr. Gerrit Adriaan Fokker, te Middelburg; met het » bescheiden en dringend verzoek, om ter handhaving mr. Pieter Hendrik Saaijmans Vader, te Goes; van het regt der kiezers, en ter bescherming van de wet, een Jacob Johan van Kerkwijk, te Zierikzee; onderzoek naar de waarde der stembriefjes aan jhr. mr. J. B. mr. Petrus Joannes Jacobus Hollingerus Pijpers, Norbortus A. J. A. Verheijen toegekend, te willen instellen, en dien Renirus Henricus Guljé, te Breda; heer als de volstrekte meerderheid der stemmen volgens de wet mr. Carolus Cornelius Aloysius Beens, jhr. mr. Jan Baptiste niel verkregen hebbende, niet toe te laten als gekozen lid van de Arnoldus Josephus Marie Verheijen, te Tilburg; Tweede KamT der Staten-Generaal." mr. Johannes Baptista Bots, mr. Petrus van den Heuvel, te Eindhoven; Aannemende dat de feiten in die adressen vermeld juist zijn', Carolus Antonius baron do Bieberstein Rogalla Zawadsky, jhr. hetgeen evenwel niet buiten twijfel is, daar uit hot proces-ver- mr. Paulus Theresia van der Maesen do SombrefF, te Maastricht; baal van stemopneming blijkt, dat onder andere op jhr. Louis mr. Johannes Hendrikus Leopold Haffmans, mr. Pierre Louis Verheijen vier stemmen zijn uitgebragt, die alzoo niet aan den de Lom de Berg, te Roermond; heer jhr. mr. J. B. A. J. A. Verheijen zijn toegerekend, waaruit men schijnt te mogen opmaken, dat de opgave van adressanten Hyacinthus Constantinus Fredorikus Kerstens, te Boxmeer; niet door juistheid uitmunt; maar al aannemende dat de opgave mr. Franciscus Johannes Emilius van Zinnicq Bergmann, mr. juist is, dan is het nog de meening uwer Commissie — ook Aloysius Franciscus Xaverius Luyben, te 's Hertogenbosch. overeenkomstig eene beslissing in deze Kamer ten jare 1852 ge- Het is uwer Commissie gebleken , dat bij al de bureaux van stern- vallen , — dat de in die adressen bedoeldo 100 stembriefjes te regt opneming ter tafel zijn gebragt de stembussen van al de onder- door het bureau van stemopneming aan den hoer jhr. mr. J. B. A. kiesdistricten tot de hoofdkiesdistricten behoorende. Uit de pro- J. A. Verheijen zijn toegi'kend, daar zij, in verband met de in cossen-verbaal blijkt, dat de zogels dier bussen ongeschonden zijn dagbladen als anderzins aangekondigde en besproken candidatuur gebleven; dat het aantal uitgebragte stemmen met de lijsten der van gemelden heer, geen anderen persoon van dien naam kunnen kiezers die briefjes hebben ingeleverd overeenstemt, behalve in geacht worden te bedoelen, wanneer daarvan niet ten duidelijkste sommige districten, waar een verschil was van weinige briefjes , blijkt door naauwkeurige aanwijzing; en dat mitsdien die briefje» dat evenwel op de verkiezing geen invloed heeft gehad. De niet als geen persoon duidelijk aanwijzend behoorden te worden processen-verbaal zijn in behoorlijke orde bevonden ; waarbij verklaard van onwaarde. intusschen moet worden opgemerkt, dat in het district Zierikzee wel is vernield dat 23 briefjes van onwaarde zijn verklaard, waar- Maar bovendien , ook wanneer die briefjes van onwaarde ver- van 10 in blanco, doch zonder opgave van de reden waarom de klaard waren, zou dit geen den minsten invloed hebben gehad op overige 13 van onwaarde moesten worden gerekend. Evenzoo de geldigheid der verkiezing van gemelden heer. Immers in het werden in hoofdkiesdistrict Maastricht 45 briefjes van onwaarde hoofdkiesdistrict Tilburg zijn, blijkens het proces-verbaal der verklaard , als zijnde »in blanco en van onwaarde" , zonder dat stemopneming, uitgebragt 22»8 geldige stemmen. Trekt men daar duidelijk blijkt, of alle in blanco waren of om welke redenen nog van af, als van onwaarde, de gedachte honderd briefjes, dan anders die uitspraak is gedaan. blijven er over 2188 geldige stemmen, zoodat dan de volstrekte Hot is uwer Commissie uit die processen-verbaal, in behoor- meerderheid zou zijn 1095. lijken vorm opgemaakt, gebleken, dat al de voornoemde heeren Op den heer jhr. mr. J. B. A. J. A. Verheijen zijn uitgebragt (behoudens de later te vermelden uitzondering) bij stemming of 1214 stemmen: ook daarvan de 100 betwiste aftrekkende , blijven 7

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Onderzoek van geloofsbrieven.

hem nog 1114 stemmen, dus 19 meer dan de volstrekte meer- zoldigd staatsambt aannemende of bevordering in do staatsdienst derheid. verwervende, houden op leden der Kamers to zijn, maar zijn Dit alles overwegende, meent uwe Commissie dat er geene reden dadelijk weder verkiesbaar." bestaat om gevolg te geven aan der adressanten verzoek. De vragen die hier te beantwoorden vallen zijn deze: Tegen do geldigheid der jongste verkiezingen in het hoofdkies- 1°. heeft de heer Haffmans oen bezoldigd staatsambt aange- district Maastricht zijn verschillende bezwaarschriften ingediend, nomen ? en daaronder een, dat eerst heden in handen uwer Commissie is 2°. was hij, dit doende, lid van de Staten-Generaal? gesteld, en van zoodanigen inhoud , dat de Commissie eene meer Wat betreft de eerste vraag : het is uwer Commissie uit de «rezette overweging dan waartoe zij heden in staat is noodzakelijk Nederlandsche Staats-courant van 1 November jl. gebleken, dat rekent, weshalve zij uwe Vergadering verzoekt omtrent de stukken door Zijne Majesteit, bij besluit van 29 October jl., n°. 90, » tot betrekkelijk de jongste verkiezing in het hoofdkiesdistrict Maas- zijne tegenwoordige betrekking is herbenoemd en bij vernieuwing tricht diligent te worden verklaard. aangesteld de kantonregter te Venlo mr. J. H. L. Haffmans " Betrekkelijk de verkiezing van den heer Haffmans is ingekomen En uit verschillende dagbladen , bijv. de Nieuwe Rotterdamsche een adres van G. A. Beelen c. s., allen kiezers in het district courant van 19 November jl. en de Volksvriend, weekblad van Roermond, ondeï de aandacht dezer Vergadering brengende: Roermond van 17 November jl., zoowel als uit het zoo even dat de heer mr. Leopold Haffmans, die benoemd is op den 30sten voorgelezen adres, blijkt, dat in de zitting van de arrondissements- October jl. tot lid van de Tweede Kamer, bij Koninklijk besluit regtbank te Roermond van Donderdag 15 November gemelde van 29 October bevorens, n°. 90, herbenoemd is tot kantonregter heer Haffmans als kantonregter te Venlo is beëedigd , uit welke te Venlo. handeling uwe Commissie meent dat genoegzaam blijkt, dat hij il Adressanten zijn van oordeel, dat ten gevolge van deze laatste genoemde betrekking, zijnde een bezoldigd staatsambt, heeft benoeming, aan het voorschrift van het laatste lid vau art. 91 aangenomen. der Grondwet uitvoering behoort gegeven te worden. Rest dan de vraag, of de heer Haffmans toen hij dat ambt aan- i) Blijkens de geschiedenis van evengemeld grondwettelijk voor- nam lid was van de Staten "Generaal en zich aldus aan eeno schrift, behooren de kiezers te beslissen , of de man hunner keuze, herkiezing dient te onderwerpen ? als hij een bezoldigd staatsambt aanneemt, nog onafhankelijk En die vraag meent uwe Commisssie ten stelligste in ontken» genoeg is om lid der Kamer te blijven. nenden zin te moeten beantwoorden. » Ten aanzien van den waarborg van onafhankelijkheid mag Wel was de heer Haffmans op 15 November jl gekozen, of wil alzoo op geenerlei wijze inbreuk worden geduld, waartegen zij men benoemd, tot lid der Tweede Kamer; maar geen benoemde vermeenen in het onderwerpolijke geval met alle kracht, welke kan als lid der Tweede Kamer optreden of als zoodanig besehouwd overtuiging geeft, te moeten opkomen, wijl die waarborg schijnt worden vóór dat hij de bij art. 83 der Grondwet gevorderde in de waag gesteld te zijn. eeden heeft afgelegd en vóór dat het onderzoek zijner geloofs- ii De herbenoeming van den heer Haffmans is eerst den lsten brioven, bij art. 93 der Grondwet voorgeschreven, gunstig zij af- der loopende maand in de Nederlandsche Staatsbourant opgenomen geloopon en hij als lid dezer Vergadering zij toegelaten. en dus drie dagen nadat de verkiezing van de leden der Kamer Aangezien nu de heer Haffmans eerst op 19 November jl. de in het district Roermond plaats had bekend geworden, waar- bedoelde eeden in handen des Konings heeft afgelegd; aangezien van het gevolg is dat de kiezers buiten de mogelijkheid zijn ge- op dit oogenblik zelfs nog niet over zijne toelating is beslist, komt weest om ten deze van hunnen wil te doen blijken. het uwer Commissie voor, dat hij op 15 November jl., toen hij als ii Buitendien, als men niet denkt aan antidath en , heeft de heer kantonregter te Venlo den eed aflegde, waardoor hij geacht moet Haffmans, die van zijne vernieuwde aanstelling geen officieel worden dio betrekking aan te nemen,geen lid der Kamer was, en er berigt heeft kunnen krijgen vóór den afloop der verkiezing op den dus met het oog hierop geene sprake kan zijn van eene ontduiking 30sten October, zijne herbenoeming tot kantonregter niet kunnen van het voorschrift van al. 1 van art. 91 der Grondwet. aannemen dan na zijne benoeming tot lid der Kamer. De be- Mitsdien heeft uwe Commissie de eer u voor te stellen te be- wering dat de heer Haffmans eerst lid dor Kamer wordt door sluiten , dat er geen termen zijn om tot de niet-toelating van den zijne toelating, kan toch, naar het bescheiden oordcel der onder- heer Haffmans te besluiten, wanneer overigens zijne geloofsbrieven geteekenden , niet opgaan ; nademaal in de artt. 105 en 100 der in orde zijn bevondon. — kieswet niet van den gekozene, maar van den benoemde , tot lid Aangezien nu al de genoemde leden de vereischte bescheiden dor Kamer wordt gesproken. hebben overgelegd, welke, met uitzondering van dio van de heeren o Ook de bewering dat de heer Haffmans zijn ambt, waarvoor de Bieberstein en van der Maesen de Sombreff, in behoorlijke hij bij vernieuwing is aangesteld, eerst na den 9den Januari)' orde zijn bevondon ; aangezien allen , behalve do heeren Godefroi aanstaande zal aanvaarden, kan hem geen regt geven om tot en de Lom de Berg, de bij art. *3 der Grondwet voorgeschreven dien tijd lid der Kamer te blijven, daar de Eerste Kamer in eeden hebben afgelegd , zoo heeft de Commissie do eer u voor te hare zittinsr van den lsten Mei 1851 reeds van oordeel is geweest stellen, al de gekozenen, voorloopig met uitzondering van do o . .. . . heeren de Bieberstein en van der Maesson de Sombreff, toe te dat door do aanneming van eene benoeming bij continuatie laten als leden der Kamer, de heeren Godefroi en Lom de Berg tot kantonregter de benoemde dadelijk ophoudt lid der Kamer zoodra zij de eeden bij de Grondwet bedoeld hebbon afgelegd, do te zijn, onaangezien of hij zijn ambt al dan niet heeft aanvaard. anderen terstond. ii Dewijl naar alle waarschijnlijkheid de heer mr. Leopold Haff- mans, in strijd met gemeld art. 91 der Grondwet, lid dor Kamer De tijdelijke Voorzitter: Ik stel aan de Vergadering voor oin zal trachten te blijven, althans tot den 9den Januarij aanstaande, zich te vereenigen met do conclusien dor beide Coinmissien en alzoo nemen de ondergeteekenden de vrijheid deze hooge Vergadering to besluiten tot toelating der nieuw benoemde leden, de heeren: te verzoeken , om bij het onderzoek der geloofsbrieven van den G. Roinders, dr. R. Westerhoff, J. F. Zylkor, dr. W. J. A. heer Haffmans tot zijne niet-toelating te besluiten." — Jonckbloet, mr. L graaf van Heiden Reineftein, mr. .J. R. Thor- Bovendien is hoden nog in handen uwer Commissie gesteld het becke, J. K. II. de Roo van Alderwerelt, mr. J. Hingst, mr. S. volgend adres van P. Nusselem Puts c. s., kiezers in het district Wybenga, A. Moens, jhr. mr. S. W. II. A. van Beyma tlioe Roermond, te kennen gevende : Kingma, jhr. C.M Storm van 's Gravesande, mr. A. vau Naaineu n dat mr. Leopold Haffmans bij de verkiezing van 30 October van Eenmes, mr. P. A. S. van Limburg Brouwer, mr. G. M. jl. benoemd is tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Grnoraal, van dor Linden, mr. G. Dumbar, mr. A van Delden, mr. J. dat hij bij Koninklijk besluit van daags te voren herbenoemd Dam, jhr. mr. II. A. ridder van Rappard, mr. C. Th. baron van is tot kantonregter te Venlo en als zoodanig beëedigd in do Lynden van Sandenburg, mr. L. W. C. Keuchenius, mr. C. .1. A. teregtzitting der arrondissements-regtbank te Roermond van Heydenrijck, jhr. J. A. C. A. van Namen van Sevenaer, mr. jongstleden Donderdag; W. F. C. van l.idih de Jeude, mr. J. K. baron van Goltstein , n dat mr. L. Haffmans door zijne beëediging een bezoldigd ' E. L. baron van Hardenbroek van Lookhorst, mr. E. du Mar- staatsambt heeft aangenomen, en gevolgelijk blijkens art. 91 der chie van Voorthuyseu, mr. N. P. J. Kien, mr. W. baron vau Grondwet ophoudt lid der Kamer te zijn ; Goltstein, II. Mensonides , jhr. mr. C. van Foreest, mr. E. II. » Redenen waarom de ondergeteekenden uwe hoogo Vergadering 'sJacob, G. L. J. van der Hucht, mr. J. II Geortsema Cz., J. J. verzoeken, om bij onderzoek der geloofsbrieven , den heer mr. Rochussen, mr. M. J. Pijnappel, II. A. Insiuger, mr. G. C. J. Leopold Hoffmans tot zitting nemen in de Kamer niet te willen van Reenen, mr. J. Heemskerk Bz., O. baron van Wnsscnaor toelaten." Catwijck, P. H. baron Taets van Amerongen tot Natewisch , IJ we Commissie meent dat binnen den kring harer bevoegdheid jhr. mr. W. M. de Brauw, M. A. F. H. Hoffman , C. Hoekwater, alloen ligt de beantwoording der vraag, of er grond bestaat om mr. W. Wintgens, F. W. C. Blom, W. A. Viruly Verbrugge, 'n dezen uitvoering te geven aan alin. 4 van art. 91 der Grondwet. I. D. Fransen van de Putte, mr. J. P. P. baron van Zuylen Dit alinea luidt aldus: nLeden der Staten-Generaal, een be- 8 —tÊÊÊ——————^——————^^—i^——i

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Regeling der werkzaamheden.

van Nyevelt, jhr. F. do Casombroot, mr. M. Bichon van IJsseU kening moest worden gelaten. Dit, dunkt ons, kan niet in de monde, mr. 6. A. de Raadt, dr. 6. Simons, W. C. M. Begram, bedoeling van de wet liggen. mr. D. van Eek, mr. G. A. Fokker, P. H. Saaymans Vader, Dit is het eenige punt waarover de Commissie zich heeft te J. .1. van Kerkwyk, mr. P. J. J. Hollingerus Pijpers, N. R. H. verantwoorden. Ik voor mij zie voor 't oogenblik geen reden, Guljé, mr. C. C A. Beens, en van de heeren : mr. Ph. van Blom, om de beslissing tot later nit te stellen. T. J. Stieltjes en mr. M. H. Godefroi, nadat zij de bij de Grond- wet gevorderde eeden zullen hebben afgelegd. Do heer van der Linden: Ik vereenig mij geheel met de geopperde bedenkingen. Wij moeten onderzoeken alvorens te be- Dienovereenkomstig wordt besloten. slissen. Het bezwaar is, dat briefjes ten onregte zoudon zijn toegekend aan den gekozene. Wat daarvan zij, is moeijelijk uit De tijdelijke Voorzitter stelt voor de toelating van den heer te maken zonder inzage van de briefjes zelve genomen te hebben. mr. J. B. Verheijen. En nu die klagt ter zijde te stellen met de eenvoudige opmerking, dat de adressanten niot goed schijnen gehoord of aangeteekend te hebben, gaat mijns inziens niet op. De heer Storm van 'sGravesande: Mijnheer de President, Wat betreft het andere argument: die gansche berekening van ik kan mij niet vereenigen met de berekening die gemaakt is 100 stemmen vervalt, als men er op let, dat er twee adressen door de Commissie ten opzigte van het gebeurde met den heer zijn, waarvan het eene spreekt van 300 briefjes, zoodat er nu Verheijen, voor zooveel namelijk de berekening van de volstrekte nog een verschil is van 200 stemmen. Ik geloof dus, dat er meerderheid betreft. De Commissie heeft gezegd: het is waar- allezins termen bestaan om de stembriefjes te doen overkomen schynlijk, dat de bij het adres bedoelde honderd biljetten hebbon on in handen der Commissie te stellen, die dan een nader ver- gedoeld op den heer Verheijen Dit is oene zaak waarover ik slag kan uitbrengen. Wil men nu de beslissing ook over dit niet wil twisten; ik geloof dat dikwijl.* zeer te regt een stembureau punt, gelijk de heer Fokker heeft voorgesteld, tot eene nadere biljetten, die niet letterlijk den persoon aanduiden , toch voor den zitting uitstellen, ik kan er mij mede vereenigen; maar ik ver- bekenden candidaat in rekening brengt: het tegendeel is ook wel eenig mij vóór alles met hen, die protesteren tegen de toelating eens het geval, namelijk dat men met voordacht in een ongunstigen van den heer Verheijen op dit oogenblik. zin beslist, als het stembureau den candidaat ongenegen is; ik zou daarvan een voorbeeld kunnen aanhalen van vroeger, mij persoon- lyk zeer bekend. De heer Storm van 's Oravesande : De rapportour der Com- Maar dit daargelaten. De Commissie zegt: als men dio 100 missie vergist zich mijns inziens nog. Hij heeft nu twee vol- biljetten, waarop de naam niet volkomen juist staat, aftrekt, strekte meerderheden, een voor den heer Beens, en eene voor krijgt men 1095 stemmen, en ook dan "nog zou de heer Verheijen den heer Verheijen. Zoo gaat het niet bij de verkiezingen. Wat gekozen zijn. Doch, mijns inziens, gaat de Commissie daarbij is het geval als op een briefje de naam van den heer Beens van eene verkeerde onderstelling uit; zij noemt die biljetten van goed, maar de tweede naam onduidelijk is ? dan zal dat briefje onwaarde, maar dat is volstrekt niet bewezen. Wij hebben ge- zelf gelden , maar die tweedo naam niet. Het briefje zal dus wel hoord, dat er een aantal andere heeren Verheijen zijn; het kan degelijk in aanmerking moeten komen bij de berekening van de zijn, dat er van die heeren op de biljetten zijn vermeld geweest, volstrekte meerderheid. Het is niet anders mogelijk. Er zijn in die wel duidelijk waren aangewezen. Er hebben in ieder geval dit goval uitgobragt 2288 geldige stemmen of liever geldige briefjes, andere personen op gestaan, en nu kan men niet zeggen dat al waarvan de volstrekte meerderheid dus is 1145 on niet 1045, zoo die briefjes van onwaarde zijn, omdat er bij een goeden naam een als de Commissie beweerde, voor den heer Verheijen. Het doet er andere staat, die niet juist is. Ik acht dus dit argument der niets toe, of op een stembriefje één naam of beide namen goed Commissie ongegrond en zal mij om die reden nog niet kunnen staan, de volstrekte meerderheid is, gelijk ik zeg, 1145, dit is verklaren voor de toelating. Gaarne zal ik nu het nader oordeel één meer dan de helft van het aantal geldige briefjes. der Commissie vernemen. Wat betreft het door den rapporteur der Commissie aangehaald artikel van de wet, men gaat daar van de veronderstelling uit dat er slechts één lid gekozen moet worden , maar hier geldt het De heer Fokker : Ik wil niet zeggen, dat ik mij niet met de verkiezing van twee leden. De wet heeft evenmin voorzien in het het advies van de Commissie ten aanzien van de toelating van geval dat zich te Maastricht heeft voorgedaan , dat namelijk drie den heer Verheijen zal kunnen vereenigen. Het is zeer mogelijk personeu de volstrekte meerderheid hebben, terwijl er slechts twee dat ik dat wel zal kunnen doen , als ik de gelegenheid zal gehad verkozen moesten worden. Daaromtrent bestaan wel ministeriele hebben om hot rapport te lezen en zelf de cijfers, die er in voor- explication en Koninklijke beslissingen , maar de wot, zeg ik, komen , bedaard na te gaan en te overwegen. voorziet er niet in. Maar dit is zeker en stellig. dat in het De hoer Storm van 's Gravesande heeft reeds over het fond onderhavige geval de volstrekte meerderheid moet berekend worden der zaak gesproken; maar ik zou wel in overweging willen ge- naar het aantal briefjes, waarop minstens één naam goed en ven , om niet nu op het oogenblik tot eene beslissing over te gaan duidelijk staat. Daarom is hier, onafhankelijk van het gebeurde omtrent dat advies, en dus ook omtrent de toelating van den met den heer Verheijen, 1145 do volstrekte meordorheid. heer Verheijen. Ik geloof, dat het hier inderdaad eene allerge- wigtigste zaak geldt, namelijk de toekenning door het stembu- reau van stembriefjes aan een zeker persoon. Wanneer een De hoer Wintgens: Ik meen mij voor de conclusie der Com- aantal kiezers verlangen dat de Tweede Kamer kennis zal nemen missie en tegen het voorstel tot uitstel te moeten verklaren. Ik van de wijze waarop dat geschied is, dan geloof ik dat men dit meen dat hier toegepast behoort to worden een beginsel dat steeds verlangen niet te ligt mag tellen. Hoezeer ik nu , gelijk ik bon bij verkiezingen, in mijn oog, behoort te gelden; dat is, dat begonnen te zeggen, welligt van het gevoelen der Commissie zal wanneer bij eene venuezing bepaalde candidaten zijn aangewezen, zijn , acht ik het toch raadzaam en wenschelijk , dat de Kamer op het stembureau aan die candidaten ook de stembriefjes moet dit oogenblik geon uitspraak doe. Ik stel dus aan de Kamer toewijzen, waarop oeno kleino afwijking in de spelling van diens voor, de discussie over het al dan niet toelaten van den heer voor- of familienaam voorkomt. Steeds wordt dit bij verkiezingen Verheijen uit te stellen tot een nader door de Kamer te bepalen in acht genomen, en te regt. Ik acht het in het algemeen een dag, en tevens te besluiten om het advios van de Commissie billijk beginsel, en tevens meen ik dat zoo het stembureau heeft te laten drukken. Ik geloof, dat de Kamer daarna dan veel geconstateerd en in hot proces-verbaal opgenomen, dat de moer- beter in staat zal zijn oen juist en billijk oordeel te vellen dan derheid van stemmen op zoodanigen candidaat is uitgebragt, de op dit oogenblik. Kamer naderhand niet tusschen beide moet komen. Ik meen dit in dit geval te minder, omdat uit hot proces-verbaal blijkt, dat De heer Jonckbloct, Voorzitter der Commissie • De Com- geen der aanwezige kiezers, toen het tijd was bozwaren te doen missie is van het boginsel uitgegaan , dat de kieswet zoor uit- geldon, die heeft ingobragt. Het gaat niet aan daarop nu drukkelijk zegt: uvan onwaarde zijn (onder anderen) stembriefjes, terug to komen; men zou dan langs dion weg alle verkiezingen die geen persoon duidelijk aanwijzen." Het komt ons voor, in het geheele land aan eeno nadere enquête kunnen onderwer- dat een stembriefje, hetwelk twee namen bevat, eigenlijk voor pen en alle stembriefjes ter tafel van den President kunnen laten twee stembriefjes geldt, en dat, voor zoover betreft den persoon brengen, om die daar nog eens op nieuw na te zien. Dat gaat niet die niet duidelijk is aangewezen, voor dien persoon het briefje aan. Ik hecht zeer aan het boginsel, dat ik op den voorgrond heb van onwaarde is, terwijl het in zijne waarde blijft voor den gestold, en ik vereenig mij om dio reden met het voorstel van do Commissie. En omdat ik ook geloof dat een nader onderzoek tot tweeden persoon die duidelijk is aangewezen. Er zou anders niets zal leiden, daarom ineen ik mij te moeten vorklaren tegen eene grove onbillijkheid plaats hebbon, indien , ten gevolge van het voorstel om de beslissing voor deze verkiezing uit te stellen. do onduidelijkheid van één naam, ook de andere buiten bore- Vel 3. 9 Tweede Kamer.

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Regeling der werkzaamheden.

De heer Luyben. | Deze. rede zal nader worden medege- verkiezingen, wanneer er aangewezen candidaton zijn, de uit- de.eld.\ I. gebragte stemmen, ook bij geringe afwijking in do aanduiding, behoort too te wijzen aan de personen, dio bij do verkiezing De heer fr'okker: Hetgeen tot nu toe gezegd is , bewijst, candidaat waren. De hoor Fokker heeft volkomen gelijk wanneer «rcloof ik, ten duidelijkste de noodzakelijkheid en zeer zeker do hij zegt dat dan aan hem ook do stemmen toekwamen, die bij wenschelijkheid , dat mijn voorstel door de Kuiner worde aange- zijne verkiezing niot zijn medegorekend. Hij kan zich evenzeer nomeii, omdat deze gowigtige quaestie, misschien veel gowigtiger beklagen over miskenning van het beginsel, dat zoo juist door dan zij oppervlakkig toeschijnt, niet zoo onberaden en zonder de Commissie is uiteengezet. Ik blijf alzoo bij mijn gevoelen dat zorgvuldige overweging behoort te worden beslist. er geene rodenon zijn om de beslissing over deze zaak uit te liet argument van den heer Wintgens zou ik een argument van stollen. convenientie durven noemen. Wanneer men , zegt de hoer Wint- "ons, de stembriefjes voor deze verkiezing wil opvragen , dan Do heer «lonckbloet: In zaken als dezo, waarbij zich verschil zal men dat van al de 75 verkozenen kunnen doen, en zoo doende van gevoelen openbaart, moet mon niet met overhaasiing te werk eene enquête over het geheele land instellen ; dan zal men al de gaan en uit die consideratie vereenigt zich do Commissie met stembriefjes op de tafel van den President moeten neerleggen. hot voorstel van den hoor Fokker om do zaak uit te stellen. Welnu , als dit dan moest geschieden, welk bezwaar zou daartegen bestaan ? De heer Luyben. \üeze rede zal nader worden medege- Wanneer hier de klagt wordt ingebragt dat aan iemand ten deeld.] II. onregte een getal stemmen toegerekend is, dan mag de Kamer die klagt niet ter zijde stellen , maar is zij verpligt haar te onder- De tijdelijke Voorzitter: Wij behandelen een geschilpunt zooken. Zij mag niet zeggen: ja, het zal wel goed geweest zijn , van groot belang, waarop art 5 van ons Reglement van Orde want — zoo als de heer Wintgens zich uitdrukte — dat gebeurt van toepassing is. Ik zou daarom de Vergadering adviseren een meestal bij die bureaux van stemopneming; wanneer er een gering naderen dag te bepalen , waarop dezo quaestie zal worden beslist. verschil is, dau kont men de stem toe aan hom «lic de bekende Alvorens tot de stemming over te gaan, zal ik voortgaan met candidaat is. het voorlezen van de namen der hoeren, tot wier toelating de Ik kan echter mededeelen dat dit niet bij alle stembureaux Commissien geadviseerd hebben. Aldus stol ik der Vergadering plaats heeft. Wanneer de Kamer mijne geloofsbrieven zou willen voor zich verder te vereenigen met de conclusien tot toelating onderzoeken, dan zal zij zien dat 21 stemmen zijn uitgobragt op van de heeren Bots en van den Heuvel. C. A. Fokker en dat deze niet aan mij zijn toegerekend. Welnu, ook fit was candidaat in mijn district. Indien dus de theorie Dienovereenkomstig wordt besloten. van den heer Wintgens opging, dan zouden die 2-1 stemmen aan mij moeten zijn toegewezen; te meer daar men zich zeer gemak- De tijdelijke Voorzitter: Verder stel ik voor dat de Kamer kelijk in C. A. Fokker en G. A. Fokker kan vergissen. Maar zich vereenigo met de conclusie der Commissie betreffende de het stembureau heeft dat niet gedaan, en ik heb het daarvoor toelating van den heer Haffmans. geprezen. Bij zaken van dezen aard moeten wij de meest mogelijke De heer Storm *;m 's Gravesande : Mijnheer do President, naauwkeurigheid in acht nemen, en mogen wij niet ligtvaardig ik wil nu niet zeggen dat het rapport der Commissio onduidelijk is, aan iemand stemmen toekennen, wanneer niet zonder eenigon of dat ik zoo heel veel tijd noodig zou hebbon om het te begrijpen; twijfel van den wil der kiezers blijkt. Dit geldt vooral hier, nu maar ik moet verklaren de gronden tot do conclusie betreffende twee requesten zijn ingediend, waarbij verklaard wordt dat het don heer Haffmans na eene enkele voorlozing van het rapport nog stembureau niet heeft gedaan zoo als het behoort. niet volkomen te vatton. Het komt mij voor dat die quaestie Ue Kamer behoort te onderzoeken Wil zij besluiten om de zeer delicaat is, en zoo er reden is om do toelating van de heeren stembriefjes te laten komen en in handen der Commissie te stel- Verheijen, de Bieberstein en van dor Maesen de Sombreff uit te len, ik heb er niets tegen. Maai wenscht zij hot niet, dan vol- stellen , meen ik dat er eene dubbele reden bestaat tot oen derge- hard ik bij mijn voorstel, om de discussie uit te stellen tot een lijk uitstel ten aanzien van den heer Haffmans. Gaarne zou ik later te bepalen dag. het rapport der Commissie daarom a tête reposée LEZEN, on ik stel dus voor ook de beslissing omtrent de toelating van don heer De heer Storm van 's CJravesande , voor de derde maal het Haffmans te verdagen tot nadat wij in het bezit van bedoeld ge- woord gevraagd en bekomen hebbende, zegt: Do hoeren Wintgens drukt rapport zullen zijn gesteld. on Luyben hebben de zaak ten principale bepleit. Maar dat is thans de vraag niet; hot is niet de vraag, of wij den heer De tijdelijke Voorzitter: Ik stel der Vergadering voor omtront Verheijen een achtbaar man vinden en hem gaarne in ons midden de toelating van don hoer Haffmans te beslissen op een straks te zouden zien: ik wil dit in geenen dooie in twijfel trekken. Ik ben bepalen dag; en thans te concluderen tot toelating der heeren alleen opgekomen, on kom nog op, tegen hetgeen vervat is in Kersteus, van Zinnicq Bergmann, Luyben en de Lom de Berg, hot rapport der Commissie. Ik ineen straks reeds aangetoond te nadat door dezen laatste de bij do Grondwet voorgeschreven hebben dat de berekening van de Commissie onjuist is. Ik wijs oodon zullen zijn afgelegd. er nu nog op, dat art. 63 der kieswet duidelijk zegt, dat de briefjes, die meer of minder namen, dan er personen te kiezen Dienovereenkomstig wordt besloten. zijn, inhouden, gelden. Wanneer het stembriefje dus twee namen bevat en één naam niet goed is aangewezen, dan geldt het briefje De tijdelijke Voorzitter: Ik stel uu aan do Vergadering voor toch en is de volstrekte meerderheid alleen één moer dan do hellt om, overeenkomstig art. 5 van het Reglement van Ordo , een dag te van do geldige briefjes. bepalen waarop zal beslist worden omtrent de toelating van don Ik voeg mij bij het voorstel van den hoor Fokker, te meer heer Verheijen, en vorzoek do Kamer mij te niagtigon tot het omdat deze zaak niet zonder praecodont is. Do heer Wintgens vaststellen van dien dag. heeft wel gezegd, dat mon dan wol al do stembriefjes uit het gansche land hier kon laten komen, maar dat zijn argumenten, De heer van Zuylcn van Nyeveldt: Mijnheer de Voorzit- die slechts gebezigd worden om al' te schrikken. Het is twee ter, mij dunkt dat er thans nog geen quaestie kan zijn van het of drie malen gebeurd, onder andere bij eene vorkiezing van den bepalen van oen dag waarop de Kamer omtrent do toelating der heer Dirks, on zoo ik moen ook bij dio van den heer van den heeron Verheijen en Haffmans zal hebbon te beslissen, maar dat Heuvel, dat de Kamer de stembriefjes herwaarts heeft laten op- eerst en principe behoort te worden uitgemaakt of er genoegzame zenden. Dit heeft volstrekt geene belommering gegeven. Ikge- gronden bestaan om die beslissing uit te stellen. Het komt mij !sof dat hot goed is dat de Kamer op dezo zaak eene soort van voor dat uit het stilzwijgen der Kamer niet kan worden afgeleid controle houdt, en ik zie daarom geono enkele roden waarom dat al de leden hot hieromtrent met den Voorzitter eens zijn en men de beslissing over deze quaestie niet oenige dagen tot nader verlangen do quaestie uit te stellen. onderzoek zou uitstellen. Daarom verzoek ik den geachten Voorzitter aan do Kamer de vraag te stellen , of zy verlangt dat omtrent de verkiezing der De hoer Wintgens: De geachte spreker heeft er niet genoeg heeren Verheijen en Haffmans nu onmiddellijk, dan wel op oen op gelet dat zijne beschouwing betreft eene bijkomende redenering nader te bepalen dag zal wordon beslist. dor Commissie. Al nam ik aan de stelling van den geachten spreker, dan nog blijft volkomen waar hetgeen do rapporteur De tijdelijke Voorzitter : Ik moot den heer van Zuylon doen op- met zeer veel juistheid heeft vooropgezet, dat men in zake van inerkon dat ik meen straks gezegd te hebben, dat do quaestie

BIJBI.AD VAN DE NEDERLANDSCHE STAATS-COURANT. 2de Zitting. 1866 186 7. II. 10

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER.

Opmaking eener lijst van drie eandidaten voor het Voorzitterschap der Kamer.

aangaande do toelating van den heer Haffmans zou worden ver- Bij do stemming over den eersten candidaat, waaraan 63 leden daagd tot oen dag, nader door de Vergadering to bepaleni. deelnemen, bekomt de heer G. C. J. van Reenen 50 stemmen Inmiddels ben ik voortgegaan om de namen van andere heerena de heer Storm van 's Gravosande 5 stommen en do heer van der op te noemen. Linden 2 stemmen, terwijl op ieder van do heeren Hoekwater, Heemskerk Bzn., Geertsoma, Fransen van do Putte, Fokker De heer Fokker: Ik wensch in overwoging te geven om eono0 en Luyben ééne stem wordt uil gebragt. stemming door do Kamer to doen houden over de beide voor- stellen, zoowel dat van den lieer Storm van 'sGravesande als1 Vermits de heer van Reenen alzoo do volstrekte meerderheid dat van mij , strekkende om de discussien over dit punt uit teÖ van stemmen verkregen heeft, zal hij als eerste candidaat op du stellen. Eerst wanneer, hetzij een van die voorstellen, hetzijj lijst worden gebragt. beide aangenomen zijn, zal het to pas komen een dag voor dieI nadere dismi isio te bepalen. Ik geloof dat de Kamer te regt ver- Bij de eerste stemming ter benoeming van een tweeden candi- langt eerst dit punt in stemming gebragt te zien. daat, waaraan 62 leden deelnomen, bekomen do heer Storm van 's Gravensando 29, de heer Luyben 18, do heeren van Nispi'ii De tijdelijke voorzitter: Ik stel thans aan de Vergaderingl van Sevenaer on van Goltstein ieder 3, de heeren Geertsemaen voor om de discussien ten aanzien van de toelating van den heer Reinders ieder I stemmen, terwijl op de hoeren Hoffmann, van Verheijen uit te stellen tot een straks door de Kamer te be- Eek, Jonckbloet, van Zuylen van Nyevelt en J. K. van Golt- palen dag. stein ieder ééne stem wordt uitgebragt.

Verscheidene leden: Stemmen! Stemmen! Niemand alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen bekomen hebbende, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming. De Voorzitter: Ik zal volgens het verlangen van de Kamerr waaraan weder 62 leden doel nemen. Daarbij bekomt de heer dit voorstel in stemming brengen. Storm van 's Gravesande 34 en de heer Luyben 25 stemmen. terwijl op de heeren Geortsema, van Nispen van Sevenaer en Het voorstel van den tijdehjken Voorzitter, strekkende om de5 Saaymans Vador ieder ééne stem wordt uitgebragt. beslissing omtrent de toelating van den heer mr. J. B. Verheijen te verdagen, in stemming gebragt, wordt met 46 tegen 17 stemmenï De heer Storm van 's Gravensande derhalve de volstrekte goedgekeurd. meerderheid van stemmen verkregen hebbende, zal als tweede candidaat op de lijst geplaatst worden. Voor hebben gestemd de heeren: van Eek, du Marchie vani Voorthuysen, de Brauw, Zylker, de Roo van Alderwerelt, Bij de oerste stemming tor benoeming van een derden candi- Viruly Verbrugge, Fokker, van Delden, 's Jacob , van der Linden,, daat, waaraan wederom even als aan de volgende stemmingen Dam, van Foreest, Thorbecke, van Limburg Brouwer, Hollin-• 62 leden deel nemen, bekomt de heer Luyben 26, de heer Rein- gerus Pijpers, Keuchenius, Heemskerk Bz., Guljé, Kerstens,, ders 25, de heer J. K. van Goltstein 3 en de heeren Guljé en Moens, Jonckbloet, Westerhoff, Dumbar, Heydenrijck, vani Rochussen ieder 2 stemmen, terwijl op do hoeren Kien, Fokker, Wassenaer Catwijek, van Beyma thoe Kingma, Insinger , Geert- Saaymans Vader en Geertsema ieder eene stem wordt uitgebragt.

sema, van Nispen van Sevenaer, Hoffman, van Namen vani Eemnes , Kien, van Heiden Reinestein, Beens, Hingst, Taets vani Niemand alzoo de volstrekte meerderheid bekomen hebbende, Amerongen, Wybenga, van Reenen, Bots, van Kerkwijk, Blom,, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming, waarbij de Storm van 'sGravesande, Mensonides, Fransen van de Putte,i heer Luyben 30, de heer Reinders 28 en de heer J. K. van \V. van Goltstein en do tijdelij ko Voorzitter. Goltstein 3 stemmen erlangt, terwijl op den heer Kokker eene stem wordt uitgebragt. Tegen hebben gestemd de heeren: Simons, Luyben, Rochussen , de Casembroot, Begram, van Rappard , van Zinnicq Bergmann , Niemand alzoo de volstrekte meerderheid bekomen hebbende , Bichon van IJsselmonde, van der Hucht, Saaymans Vader, heeft er eene stemming plaats tusschen de vier leden die bij de van Lynden van Sandenburg, van Lidth de Jeudo, Pijnappel, vorige stemming de meeste stemmen verkregen hebben, zijnde de van den Heuvel, Wintgens, van Zuylen van Nyevelt en J. K. heeren Luyben, Reinders, J. K. van Goltstein en Fokker. van Goltstein. Bij deze en de volgende stemming waren afwezig de heeren Daarbij erlangt de heer Luyben 31, de heer Reinders 28 en Verheijen, Haffmans en de Bieberstein. de heer J. K. van Goltstein 3 stemmen.

Het voorstel van don tijdelijken Voorzitter, om de beslissing over Vermits ook nu nog geen volstrekte meerderheid is verkregen, do toelating van den heer Haffmans uit te stellen tot een nader wordt overgegaan tot eene stemming tusschen de beide leden die te bepalen dag, in stemming gebragt, wordt mot 46 tegen 18 bij de vorige stemming de meeste stemmen hebben bekomen, stemmen goedgekeurd. zijnde de heeren Luyben en Reinders. Daarbij erlangt do heer Luyben 34 en de heer Reinders 27 stemmen, terwijl één blanco Tegen hebben gestemd, do heeren: van Rappard, Bichon van briefje in de bus wordt gevonden. IJsselmonde, van dor Hucht, Insinger, Saaymans Vader, van Lyndon van Sandenburg, van Lidth do Jeude, Kien, Pijnappel, De heer Luyben alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen Taets van Amerongen, Wintgens, van Zuylen van Nyevelt, 'o p zich vereenigd hebbende, zal als derde candidaat op de lijst W. van Goltstein, J. K. van Goltstein, Simons, Rochussen, |geplaats t worden. de Casembroot en Begram. De tijdelijke Voorzitter : Namens de Vergadering dank ik de heeren stemopnemers voor de door hen verrigto taak en heb De tijdelijke Voorzitter: De tweede Commissie hoeft aan do (d e eer, volgens art. 102 van het Reglement van Orde, hen üo- Kamer verzocht diligent to worden verklaard ten aanzien van het novens de heeren van Lyndon van Sandenburg, Keucheniu» . doen van een voorstel omtrent de verkiezingen , die hebben plaats •W . van Goltstein en van Wassenaer Catwijek te benoemen , om gehad in het hoofdkiesdistrict Maastricht. Ik stel aan de Ver- ,zic h met do aanbieding van de op te maken nominatie aan /. M. gadering voor dat verzoek toe te staan. .de n Koning te willen belasten. Dienovereenkomstig wordt besloten. Daarna wordt de Vergadering gescheiden.

Do tijdelijke Voorzitter: Naar aanleiding van art. 6 van het Reglement van Orde der Kamer noodig ik de leden uit, thans ovor te gaan tot het opmaken eener lijst van drie candidaten, den Koning aan te bieden, om daaruit den Voorzitter van do Tweede Kamer der Staten-Generaal gedurende de tegenwoordige zitting te be- noemen.

De heeren Begram, Fokker, de Casembroot en van den Heuvel worden tot stemopnemers benoemd. Vel 31. 101 Tweede Kamer.

2DE ZITTING. — 20 NOVEMBER. Regeling der werkzaamheden. (SUPPLEMENTBLAD.)

de Kamer te houden alleen op grond van een adres van den eerste den beste, die daarmede opkomt. Wat een anderen grond betreft, die ook roeds door den ge- achten woordvoerder van de Commissie is bijgebragt, moet ik nog wgzen op hetgeen zich, ik meen zes jaren geleden, heeft voor- gedaan ten opzigte van den geachten afgevaardigde uit Sneok, den heer Wybenga. Toen gold het een geval, dat veel gelijkheid had REDEVOERINGEN, uitgesproken door den met dat, waarvan nu sprake is. Er waren stemmen uitgebragt op mr. Schelte Wybenga, en nu zijn die stemmen, ofschoon er ook heer Luyben, in de zitting van den iOsten een mr. Schelte Wybenga te Amsterdam bestond, nogthans door November 1866. de Kamer begrepen onder de stemmen, die aan ons geacht mede- lid zijn toegerekend, vermits uit de omstandigheden, zoo als door den toenmaligen woordvoerder van de Commissie werd aange- toond, bleek, of het er althans voor kon wordon gehouden, dat de bedoeling van de kiezers was dengeen der heeren Wybenga [Zie bladz. 9.J J. aan to wijzen, die ons medelid is. Dus ook naar mijn inzien moet de heer Verheijen dadelijk worden toegelaten. Ik heb tegen het advies van de Commissie hetzelfde bezwaar dat door den heer Storm van 'sGravesande isingebragt; maar aan fZie bladz. 9.J II. de andere zijde ben ik de meening van den laatsten geachten spreker uit Delft toegedaan, dat, in weerwil van het verschil van meening met de Commissie omtrent de beweegredenen, de heer Verheijen Ik kan mij niet vereenigen met het voorstel van den heer moet worden toegelaten. Ik refereer mij aan de gronden, daarvoor Fokker, ook nadat de Commissie daaraan hare goedkeuring heeft door den heer Wintgens bijgebragt. Ik voeg daarbij alleen nog gehecht. Daardoor toch zullen wij een gevaarlijk antecedent stel- dezen grond, dat om acht te mogen slaan op bezwaren tegen de len. Immers wanneer wij aan de beweegredenen van het voorstel handelingen van het stembureau, zonder dat bij de opening van de getrouw blijven. zullen wij voortaan op een louter beweren de briefjes door een der kiezers bezwaar is ingebragt, wij meer toelating van een gekozen lid moeten uitstellen. Dit mag niet, moeten hebben dan een louter beweren, in een adres aan de Kamer want dan heeft een kwaadwillige het in zijne magt om een gekozene ingediend. Ik zeg niet dat elk beweren, dat door niets is gestaafd, gedurende eenigen tijd uit de Kamer te houden. Ik geloof dat wij eenvoudig en onmiddellijk moet worden ter zijde gelegd. Maar aan bezwaren, gelijk het geopperde , geen gevolg moeten toeken- het komt mij voor met betrekking tot dit punt een juist beginsel nen wanneer ze bij een adres worden medegedeeld, maar wel te zijn, dat waar men voor een beweren eenige waarschijnlijkheid wanneer die bezwaren reeds zijn geopperd bij de opening der of eenig begin van bewijs kan aanvoeren, ook iets meer moet stembriefjes en later bij adres aan de Kamer worden ondersteund. gevergd worden, ten einde niet genoopt te worden om leden buiten Ik kan mij met het voorstel van den heer Fokker niet vereenigen.

HU BI. AD VA* DE NEDBRI.ANDSCHK STAATS-COURANÏ. — 2de Zitting' 1866 1867. II.