Ik Ben Toch Vrij De Menschen Te Kiezen, Met Wie Ik Omga?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Ik ben toch vrij de menschen te kiezen, met wie ik omga? Een vergelijkend onderzoek naar sensemaking door de Volkskrant, De Telegraaf en de commissie-Beel betreffende de Greet Hofmans-affaire Cursus: Thema’s in de geschiedenis van politiek en maatschappij (GKMV17016) Student: E.J. Kuiken Studentnummer: 3916820 Docent: drs. Y. van Hoef Omslagillustratie: 8 mei 1950: Greet Hofmans, adviseur van koningin Juliana, kijkt in gezelschap van de prinsessen Beatrix (l.) en Irene naar het defilé voor paleis Soestdijk. Foto ANP. Woorden: 13.527 Abstract In deze scriptie is er onderzoek gedaan naar welke betekenis de Volkskrant en De Telegraaf naderhand hebben gegeven aan de Greet Hofmans-affaire, en in hoeverre deze strookte met de betekenis die de commissie-Beel aan de kwestie gegeven heeft. Bij de beantwoording van deze vraag is gebruik gemaakt van het concept sensemaking, ofwel betekenisgeving. Dit concept is geijkt door de Amerikaanse organisatietheoreticus Karl E. Weick en wordt voornamelijk gebruikt om te verklaren waarom gebeurtenissen zich voordoen en zijn zoals ze zijn. De krantenartikelen en het rapport zijn geanalyseerd volgens een raamwerk zoals samengesteld door Weick. Dit raamwerk bestaat uit het bestuderen van de identiteitsconstructie van Greet Hofmans, een uiteenzetting van de retrospectieve oordelen die over haar invloed en handelen aan het Hof zijn geveld en het duiden van de context waarin de krantenartikelen en het rapport geschreven zijn. Uit de analyse is gebleken dat sensemaking van de kwestie door de kranten en de commissie op fundamentele punten van elkaar verschilt. Zo zagen de kranten Hofmans als een bijgelovig, bigot persoon, die een wrijfvlak vormde in het huwelijk tussen Juliana en Bernhard. De commissie-Beel zag Hofmans niet als gevaar op relationeel vlak, maar als iemand die de afstand tussen het Koninklijk Huis en de Nederlandse bevolking zou vergroten. Met haar oncontroleerbare ‘doorgevingen’ zou Hofmans de koningin van adviezen voorzien en dit zou het onafhankelijk functioneren van de Kroon in het geding brengen. Dit zou het collectieve vertrouwen in de monarchie doen afnemen en op die manier het bestaan van het instituut in gevaar brengen. Een verklaring voor deze oordelen moet gezocht worden in de context waarin de artikelen en het rapport gepubliceerd zijn. De kranten schreven hun artikelen in een periode van opkomende spiritualiteit, wat met argusogen door de samenleving bekeken werd. Religiositeit buiten de bekende structuren van kerk of politieke partij verloor namelijk haar legitimiteit, zo ook de gebedsgenezingspraktijken van Greet Hofmans. De commissie-Beel stelde haar rapport op in een periode waarin het koningshuis grote populariteit genoot. Het behoud van, en het collectieve vertrouwen in het instituut was voor de commissie een hoge prioriteit. Alles wat hieraan deed twijfelen, moest wijken. Zo ook Greet Hofmans. 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Theorie en methode: Een raamwerk voor sensemaking 7 Hoofdstuk 1 13 Liefde en haat: De Oranjes en de pers van 1815 tot 1980 Prins van Oranje en Prinses Maximá dagvaarden Privé Hoofdstuk 2 22 Een kwezelaar met politieke invloed De kwestie-Hofmans in De Telegraaf en de Volkskrant Hoofdstuk 3 34 Een verheven revolutionair als bedreiging voor de monarchie De commissie-Beel over Greet Hofmans Conclusie 47 Literatuurlijst 52 2 Inleiding ‘Als ze maar niet geloven al die onzin die over ons geschreven is’.1 Met deze woorden vatte prinses Juliana tijdens een interview in 1987 haar antwoord samen op de vraag hoe zij later door het Nederlandse volk herinnerd wilde worden. De uitspraak van Juliana in dit interview is tekenend voor de oud-koningin. Volgens journalisten Hugo Arlman en Gerard Mulder heeft de vorstin tijdens haar regeerperiode voortdurend overhoopgelegen met de pers en de afstand tussen hen en het koningshuis zoveel mogelijk bewaard. De opmerking van Juliana ondersteunt niet alleen de ongemakkelijke verhouding tussen de vorstin en de pers, maar suggereert ook dat er door de pers onwaarheden zijn verkondigd over de koninklijke familie en hun handelen.2 Daarom zal in dit onderzoek de verslaglegging in De Telegraaf en de Volkskrant rondom de Greet Hofmans-affaire geanalyseerd worden, en vergeleken worden met de feitelijkheden die later over de affaire gerapporteerd zijn door de commissie-Beel. De Greet Hofmans-affaire was een veronderstelde omstreden vriendschap tussen koningin Juliana en gebedsgenezeres Margaretha (Greet) Hofmans. Hofmans was in 1948 naar het Hof gehaald om de zieke prinses Christina te genezen. Volgens een artikel gepubliceerd door het Duitse blad Der Spiegel, waarvan later zou blijken dan de bron hiervan prins Bernhard was, zou de vorstin in deze periode beïnvloed zijn door Hofmans. De gebedsgenezeres zou de vorstin door God ‘doorgegeven’ pacifistische ideeën in hebben gefluisterd. Iets wat in het licht van de Koude Oorlog toentertijd niet gewenst was door de Nederlandse regering. De kwestie heeft grootschalige aandacht gekregen van voornamelijk de buitenlandse pers, en is datzelfde jaar onderzocht door een onderzoekscommissie onder leiding van oud-premier Louis Beel. De commissie heeft haar bevindingen over de kwestie datzelfde jaar uitgebracht in een geheim rapport.3 1 Het spraakmakende interview van Maartje van Weegen met Juliana en Bernhard, videofragment, Maartje van Weegen, VPRO, 1987, https://www.vpro.nl/speel~WO_VPRO_038069~alleen-deze- week-on-demand-beschikbaar-nos-1987-30-min-24-sec~.html (13’55-14’12). 2 Gerard Mulder en Hugo Arlman, ‘Zo is het wel genoeg, heren. De ongemakkelijke verhouding tussen pers en monarchie’, in: Martin van Amerongen, Jan Blokker en Herman van Run (red.), Luizen in de Pels. 100 jaar journalistiek in Nederland (Amsterdam 1984) 100-109, aldaar 101. 3 Claus Jacobi, ‘Niederlande/Staatskrise. Die gesundbeterin’, Der Spiegel, 13 juni 1956, via: http://www.spiegel.de/spiegel/print/d-31882319.html (15 maart 2018); Jan Willem Brouwer, ‘De Hofmansaffaire: privézaak of staatszorg?’, in: Jan Willem Brouwer en Peter van der Heiden (red.), Het 3 De vraag die centraal zal staan in dit onderzoek is welke betekenis hebben de Volkskrant en De Telegraaf naderhand gegeven aan de Greet Hofmans-affaire, en in hoeverre strookte deze met de betekenis die de commissie-Beel aan de kwestie gegeven heeft? De Telegraaf en de Volkskrant kenden ten tijde van de Hofmans-kwestie beide een van de hoogste oplages en verspreidingsgraad in Nederland. Deze hoge verspreidingsgraad laat zien welk oordeel over de affaire bij de meerderheid van het Nederlandse publiek bekend is geworden.4 Met dit onderzoek wordt een lacune in de historiografie opgevuld en daarmee een bijdrage geleverd aan het wetenschappelijk debat over deze affaire. De Hofmans- affaire is tot nog toe voornamelijk vanuit het perspectief van de monarchie en de regering-Drees bestudeerd. Zo bestudeerden historicus Cees Fasseur en sociologe Jolande Withuis in hun werken de kwestie vanuit het perspectief van Soestdijk en de relationele verhouding tussen Juliana en Bernhard. Beide stelden dat Hofmans een godsdienstwaanzinnig was en een wig dreef tussen het huwelijk van Bernhard en Juliana. Dit was ook de reden was dat Bernhard de media opzocht en informatie verschafte voor het artikel in Der Spiegel.5 Politicoloog Hans Daalder en oud-PvdA- politicus Lambert J. Giebels hebben de kwestie vanuit politiek perspectief uiteengezet. Zij zagen de kabinetten-Drees, die toentertijd de regering vormden, als redders van de Nederlandse monarchie. De aanwezigheid van Hofmans aan het Hof zou tot dusdanig hoge spanningen tussen de Kroon en de ministers hebben geleid dat de regering wel in moest grijpen om een constitutionele crisis te voorkomen.6 Historici Jan Willem Brouwer en Han van Bree onderzochten in hun studies de kwesties voornamelijk vanuit het perspectief van Juliana zelf. Zij stellen dat de vorstin uiteindelijk slachtoffer is geworden van staatsbemoeienis. Zij zou zich niet anders dan anders gedragen hebben en haar functie bij het vormen van het vierde kabinet-Drees naar behoren vervuld hebben. Toch heeft zij uiteindelijk haar religieuze ambities en daarbij behorende kabinet-Drees IV en het kabinet-Beel II (1956-1959). Het einde van de rooms-rode coalitie (Den Haag 2004) 57-79, aldaar 57-61. 4 Jan van de Plasse, Kroniek van de Nederlandse dagbladpers (Amsterdam 1999) 140-141. 5 Cees Fasseur, Juliana en Bernhard. Het verhaal van een huwelijk de jaren 1936-1956 (Amsterdam 2008) 153-318; Jolande Withuis, Juliana, vorstin in een mannenwereld (Amsterdam 2016) 389-431, 436-459, 473-497. 6 Hans Daalder, Drees en Soestdijk. De zaak-Hofmans en andere crises 1948-1958 (Amsterdam 2006) 11-21; Lambert J. Giebels, De Greet Hofmans-affaire: Hoe de Nederlandse monarchie bijna ten onder ging (Amsterdam 2007) 7-17, 201-224, 276-307. 4 vriendschappen, onder andere die met Greet Hofmans, op hebben moeten geven op aandringen van de regering.7 Dat de positie van de media betreffende de Hofmans-affaire een discussiepunt is, wordt betoogd door mediahistoricus Huub Wijfjes. Volgens Wijfjes merkte de Hofmans-affaire een kentering aan in de manier van verslaglegging door de Nederlandse pers omtrent koningshuisaangelegenheden. Deze sloeg om van een traditie van op feiten gebaseerd nieuws en hoor en wederhoor, naar een meer agressieve en persoonlijke benadering jegens leden van het Koninklijk Huis. Wijfjes stelt dat deze kentering ervoor heeft gezorgd dat de pers in de jaren zeventig en tachtig de kwestie- Hofmans opnieuw oprakelden en het toen tot een waar schandaal dreven.8 In dit onderzoek wordt in het