“Pour Satisfaire Les Curieux” Het Ontstaan Van Een Economische Kunsttheorie in Veilingcatalogi Uit De Noordelijke Nederlanden in Het Begin Van De Achttiende Eeuw?

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

“Pour Satisfaire Les Curieux” Het Ontstaan Van Een Economische Kunsttheorie in Veilingcatalogi Uit De Noordelijke Nederlanden in Het Begin Van De Achttiende Eeuw? Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 “Pour satisfaire les curieux” Het ontstaan van een economische kunsttheorie in veilingcatalogi uit de Noordelijke Nederlanden in het begin van de achttiende eeuw? Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Marjolein Dieltiens (02102637). Promotor: prof. dr. Koenraad Jonckheere Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 “Pour satisfaire les curieux” Het ontstaan van een economische kunsttheorie in veilingcatalogi uit de Noordelijke Nederlanden in het begin van de achttiende eeuw? Masterproef voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, voor het verkrijgen van de graad van Master, door Marjolein Dieltiens (02102637). Promotor: prof. dr. Koenraad Jonckheere Dankwoord “De studententijd is de mooiste tijd van je leven. Geniet er zolang van als je kan.” Die uitspraak heb ik vele malen gehoord voor ik begon aan mijn studies hier in Gent. Ik kan enkel zeggen dat wat ik hier in Gent heb beleefd meer was dan enkel de mooiste tijd van mijn leven. Vreemd om te bedenken dat ik deze jaren afsluit met een masterproef die me bloed, zweet en veel tranen heeft gekost. Niettemin is dit onderwerp, de kunstmarkt van de laat zeventiende en vroeg achttiende eeuw, een passie van me geworden en zou ik mezelf niets anders hebben zien doen. Er zijn een aantal mensen om te bedanken. Allereerst mijn promotor professor dr. Koenraad Jonckheere, wiens doctoraat de grote inspiratiebron was voor mijn onderzoek van de voorbije twee jaar. Uw kritische, zeer nuttige inzichten en expertise waren onontbeerlijk. Ook wil ik u bedanken om steeds in mijn kunnen te geloven, en me aan te zetten te streven naar een volle ontplooiing van mijn potentieel, wat geleid heeft tot het bevestigen van mijn komende twee jaar in Amsterdam. Ook de vele werknemers van de bibliotheken, die door onze gedeelde liefde voor stoffige boeken steeds paraat stonden. Bedankt aan het Rubenianum, voor het mooie uitzicht op de tuin van het Rubenshuis, de Universiteitsbibliotheek van Gent, die de voorbije maanden als tweede thuis heeft gediend, en het KBR, voor het investeren in zachte stoelen. Ook duizendmaal dank aan al mijn naasten die met mij te maken kregen als ik het niet zag zitten. Eerst en vooral mijn liefde en toeverlaat Martijn, om mijn thesis streng te verbeteren en van me te blijven houden, zelfs op mijn laagste punt; mijn zus Jasmien, het licht in mijn leven, en de rest van mijn fantastische familie, om altijd in mij te blijven geloven, ook al was ik aan mezelf aan het twijfelen. Mijn vrienden: Stephanie, die steeds paraat stond voor raad en een pintje bier; Maureen, voor een Nederlandse, eerlijke schop onder de kont, en Celien, die de lat voor toekomstige buurvrouwen erg hoog heeft gelegd. Inhoudstafel 1. Inleiding p. 3 1.1 Methodologie p. 7 2. Evolutie naar transparantie en kennerschap bij de handelaar/agent p. 9 2.1. Herkomst als garantie p. 9 2.1.1 Het belang van herkomst op een internationale kunstmarkt p. 10 2.1.2 Herkomst in veilingcatalogi p. 13 2.2. Kopieën en toeschrijvingskwesties p. 18 2.2.1 Kopieën en vervalsingen p. 19 2.2.1.1 Omgang met kopieën in veilingcatalogi p. 23 2.2.2 Toeschrijvingskwesties p. 28 2.2.2.1 Toeschrijvingen in veilingcatalogi p. 31 2.3 Invloed van gravures op de kunstmarkt p. 35 2.3.1 Incorporatie van gravures in de veilingcatalogi p. 37 2.3.2 Ontstaan van een nieuwe ordening p. 39 3. Taalgebruik in veilingcatalogi p. 43 3.1 Invloed van literatuur en taal p. 43 3.1.1 Emancipatie van de Nederlandse kunsttaal p. 43 3.1.2 Franse literaire hegemonie p. 48 3.2 Specifiek woordgebruik in de veilingcatalogi p. 53 3.2.1 Rigide structuur p. 53 3.2.2 Meer diversiteit in Franse catalogi p. 56 3.2.3 Financiële versus esthetische indicators p. 58 3.2.3.1 Vakspecifieke termen p. 59 GLOEJENT p. 61 VAN ZYN BESTE TYD p. 67 ORDONNANTIE, TEKENING, KOLORIET, EXPRESSIE p. 73 3.2.3.2 Financiële parameters p. 79 BEELDJES p. 81 ZORG/SOIN p. 85 IS IETS GEBORSTEN p. 88 4. Besluit p. 91 5. Bibliografie p. 95 5.1. Gepubliceerde werken p. 95 5.2. Internetbronnen p. 106 6. Bijlagen p. 107 6.1. Catalogi p. 107 6.2. Tabellen en grafieken p. 155 7. Afbeeldingen p. 159 1. Inleiding De titel van deze thesis vangt aan met een citaat uit de Description Du Cabinet de Tableaux de Mr. Meyers, à Rotterdam (1714): Jacques Meyers (16…-1721) merkte terecht op dat er een aantal zaken zijn die handelaars in catalogi kunnen aanhalen “pour satisfaire les curieux”.1 Deze notie was er niet altijd, maar hier begon verandering in te komen tegen het einde van de zeventiende eeuw. Deze eeuw was een periode waarin zich significante veranderingen voordeden op de Nederlandse kunstmarkt. In de Gouden Eeuw steeg het aantal schilders en schilderijen naar een ongeziene hoogte,2 en na 1650 werd verzamelen iets modieus.3 Er werd een ontelbaar aantal werken geproduceerd, wat ertoe leidde dat tegen het laatste kwart van de zeventiende eeuw de kunstmarkt verzadigd was en de tweedehandsmarkt haar hoogdagen kende. In de Nederlandse provinciën kon er van elke prijscategorie diverse kunst gekocht worden vanuit heel Europa.4 In de eerste helft van de zeventiende eeuw waren veilingen nog een lokaal verschijnsel, maar in de tweede helft kregen ze langzaam maar zeker meer aantrek van buitenlandse kopers.5 Er kon rond de eeuwwende een groei worden waargenomen in het aantal Nederlandse verzamelaars die de internationale interesse in hun collectie ten volle benutten.6 In het hoogste segment van de kunstmarkt waren de verzamelaar-handelaars of de handelaar-connaisseurs actief,7 die de rol van de connaisseur langzaam overnamen.8 Over het algemeen waren zij rijker dan de schilder-handelaars en in vele gevallen opteerden zij dan ook voor een duurder segment van de kunstmarkt, aangezien buitenlandse kopers vaak over aanzienlijk meer kapitaal 1 Zie bijlage 3, nummer 1. 2 Eric Jan Sluijter, “Over Brabantse Vodden, Economische Concurrentie, Artistieke Wedijver En de Groei van de Markt in de Zeventiende Eeuw,” in Kunst Voor de Markt 1500-1700 (Zwolle: Waanders, 2000), 113-115. 3 Roelof van Gelder, “Noordnederlandse Verzamelingen in de Zeventiende Eeuw,” in Verzamelen: Van Rariteitenkabinet Tot Kunstmuseum, ed. Ellinoor Bergvelt, Debora J. Meijers, and Mieke Rijnders (Heerlen: Gaade Uitgevers, 1993), 127. 4 Koenraad Jonckheere, The Auction of King William’s Paintings (1713): Elite International Art Trade at the End of the Golden Age. (Amsterdam: John Benjamins Publishing Company, 2008), 36. 5 John Michael Montias, Art at Auction in 17th Century Amsterdam (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2002), 109. 6 Jonckheere, The Auction of King William’s Paintings (1713): Elite International Art Trade at the End of the Golden Age, 216. 7 Koenraad Jonckheere, “Supply and Demand: Some Notes on the Economy of Seventeenth Century Connoisseurship,” in Art Market and Connoisseurship. A Closer Look at Painting by Rembrandt, Rubens and Their Contemporaries, ed. Anna Tummers and Koenraad Jonckheere (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2008), 70. 8 Neil De Marchi and Hans J. Van Miegroet, “The Rise of the Dealer-Auctioneer in Paris: Information and Transparency in a Market for Netherlandish Paintings,” in Art Market and Connoisseurship. A Closer Look at Painting by Rembrandt, Rubens and Their Contemporaries, ed. Anna Tummers and Koenraad Jonckheere (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2008), 151. 3 beschikten dan hun Nederlandse concurrenten.9 Een uiting van deze geïnternationaliseerde kunstmarkt waren de advertenties en veilingcatalogi die in meerdere talen gepubliceerd en verspreid werden over Europa. Daar waar catalogi in de eerste helft van de zeventiende eeuw nog uitzonderlijk en voorbehouden waren voor exclusieve veilingen, waren ze in de eerste helft van de achttiende eeuw onmisbaar in een breed segment van de kunstmarkt.10 Binnen de Nederlanden was Amsterdam het voornaamste centrum van de kunsthandel en het veilingwezen.11 In de jaren 1760 verplaatste het centrum van de internationale kunstmarkt zich van Amsterdam naar Parijs,12 waar het aantal collecties groeide van 150 in de periode 1700-1720, naar meer dan 500 in het midden van de eeuw.13 In deze groeiende Parijse kunstmarkt kwam er een nieuwe soort handelaar op, die de connaisseur nog meer verdrong.14 De twee bekendste waren Edmé-François Gersaint (1694-1750) en Jean-Baptiste-Pierre Lebrun (1748-1813). De rollen van handelaar, agent, expert, professionele veilingmeester en adviseur voor verzamelaars werden in deze personen samengebracht.15 De “bewakers van cultuur” waren niet langer de koning en zijn staat, maar een groep verzamelaars, handelaars en kenners.16 Gersaint en Lebrun waren voornamelijk bekend omwille van hun innovaties in de veilingcatalogi. Gersaint vond de catalogue raisonné uit, die hij in zijn veilingcatalogi incorporeerde,17 en Lebrun publiceerde onder andere volumes gravures als aanvulling bij zijn veilingen.18 Hun verkopen waren transparanter dan ooit tevoren, waarmee ze de individuele connaisseur buitenspel zetten.19 In de achttiende eeuw werd de openbare verkoop een “école de 9 Everhard Korthals Altes, De Verovering van de Internationale Kunstmarkt Door de Zeventiende-Eeuwse Schilderkunst: Enkele Studies over de Verspreiding van Hollandse Schilderijen in de Eerste Helft van de Achttiende Eeuw (Leiden: Primavera Pers, 2003), 45-47. 10 Koenraad Jonckheere, “‘Een Zeedig Uijterlijk, En Een Fijn Mans Ijthangbordt Is Het Merk van Een Modern Vroom konstkoper.’ Jacob Campo Weyerman over de Kunsthandel,” in Liber Memorialis Erik Duverger: Bijdragen Tot de Kunstgeschiedenis van de Nederlanden, ed. Henri Pauwels et al. (Wetteren: Universa, 2006), 88. 11 Edmond Bonnaffé, Le Commerce de la Curiosité (Parijs: Honoré Champion, 1895), 67. 12 Korthals Altes, De Verovering van de Internationale Kunstmarkt Door de Zeventiende-Eeuwse Schilderkunst: Enkele Studies over de Verspreiding van Hollandse Schilderijen in de Eerste Helft van de Achttiende Eeuw, 96.
Recommended publications
  • The Collecting, Dealing and Patronage Practices of Gaspare Roomer
    ART AND BUSINESS IN SEVENTEENTH-CENTURY NAPLES: THE COLLECTING, DEALING AND PATRONAGE PRACTICES OF GASPARE ROOMER by Chantelle Lepine-Cercone A thesis submitted to the Department of Art History In conformity with the requirements for the degree of Doctor of Philosophy Queen’s University Kingston, Ontario, Canada (November, 2014) Copyright ©Chantelle Lepine-Cercone, 2014 Abstract This thesis examines the cultural influence of the seventeenth-century Flemish merchant Gaspare Roomer, who lived in Naples from 1616 until 1674. Specifically, it explores his art dealing, collecting and patronage activities, which exerted a notable influence on Neapolitan society. Using bank documents, letters, artist biographies and guidebooks, Roomer’s practices as an art dealer are studied and his importance as a major figure in the artistic exchange between Northern and Sourthern Europe is elucidated. His collection is primarily reconstructed using inventories, wills and artist biographies. Through this examination, Roomer emerges as one of Naples’ most prominent collectors of landscapes, still lifes and battle scenes, in addition to being a sophisticated collector of history paintings. The merchant’s relationship to the Spanish viceregal government of Naples is also discussed, as are his contributions to charity. Giving paintings to notable individuals and large donations to religious institutions were another way in which Roomer exacted influence. This study of Roomer’s cultural importance is comprehensive, exploring both Northern and Southern European sources. Through extensive use of primary source material, the full extent of Roomer’s art dealing, collecting and patronage practices are thoroughly examined. ii Acknowledgements I am deeply thankful to my thesis supervisor, Dr. Sebastian Schütze.
    [Show full text]
  • Julius S. Held Papers, Ca
    http://oac.cdlib.org/findaid/ark:/13030/kt3g50355c No online items Finding aid for the Julius S. Held papers, ca. 1921-1999 Isabella Zuralski. Finding aid for the Julius S. Held 990056 1 papers, ca. 1921-1999 Descriptive Summary Title: Julius S. Held papers Date (inclusive): ca. 1918-1999 Number: 990056 Creator/Collector: Held, Julius S (Julius Samuel) Physical Description: 168 box(es)(ca. 70 lin. ft.) Repository: The Getty Research Institute Special Collections 1200 Getty Center Drive, Suite 1100 Los Angeles 90049-1688 [email protected] URL: http://hdl.handle.net/10020/askref (310) 440-7390 Abstract: Research papers of Julius Samuel Held, American art historian renowned for his scholarship in 16th- and 17th-century Dutch and Flemish art, expert on Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt. The ca. 70 linear feet of material, dating from the mid-1920s to 1999, includes correspondence, research material for Held's writings and his teaching and lecturing activities, with extensive travel notes. Well documented is Held's advisory role in building the collection of the Museo de Arte de Ponce in Puerto Rico. A significant portion of the ca. 29 linear feet of study photographs documents Flemish and Dutch artists from the 15th to the 17th century. Request Materials: Request access to the physical materials described in this inventory through the catalog record for this collection. Click here for the access policy . Language: Collection material is in English Biographical / Historical Note The art historian Julius Samuel Held is considered one of the foremost authorities on the works of Peter Paul Rubens, Anthony van Dyck, and Rembrandt.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/206026 Please be advised that this information was generated on 2021-09-26 and may be subject to change. 18 De Zeventiende Eeuw 31 (2015) 1, pp. 18-54 - eISSN: 2212-7402 - Print ISSN: 0921-142x Coping with crisis Career strategies of Antwerp painters after 1585 David van der Linden David van der Linden is lecturer and nwo Veni postdoctoral fellow at the University of Groningen. He recently published Experiencing Exile. Huguenot Refugees in the Dutch Repu- blic, 1680-1700 (Ashgate, 2015). His current research project explores Protestant and Catholic memories about the French civil wars. [email protected] Abstract This article explores how painters responded to the crisis on the Antwerp art market in the 1580s. Although scholarship has stressed the profound crisis and subsequent emigration wave, prosopographical analysis shows that only a mino- rity of painters left the city. Demand for Counter-Reformation artworks allowed many to pursue their career in Antwerp, while others managed to survive the crisis by relying on cheap apprentices and the export of mass-produced paintings. Emigrant painters, on the other hand, minimised the risk of migration by settling in destinations that already had close artistic ties to Antwerp, such as Middelburg. Prosopographical analysis thus allows for a more nuanced understanding of artistic careers in the Low Countries. Keywords: Antwerp painters, career strategies, art market, guild of St.
    [Show full text]
  • Adriaen Thomasz. Key
    adriaen thomasz. key (Antwerp c. 1544 - Antwerp, after 1589) Portrait of a Bearded Gentleman, Bust-Length, in a Black Doublet with a White Lace Ruff, Painted Oval signed ‘ATK’ (in ligature) and dated ‘1574’ (upper left), inscibed ‘AETA: 48’ (upper right) oil on panel 75.6 x 60.3 cm (29¾ x 23¾ in) Provenance: Anonymous sale, J. Fiévez, Brussels, 3-4 July 1919 [=1st day], ‘Catalogue d’une collection importante de tableaux anciens & modernes dessins provenant de la Galerie du vicomte Jacques de la L. et autres provenances’, lot 121, illustrated, as Antonis Mor; where acquired by Jules Porgès (1839-1921), Paris; with Jacques Goudstikker, Amsterdam, by 1925 (where recorded by Max Friedländer), no. 1446, as Antonis Mor; looted by the Nazi authorities, July 1940; recovered by the Allies, 1945; Institute for Cultural Heritage, Netherlands 1946-2006, inv no. NK 1906, as Frans Pourbus the Elder; restituted in February 2006 to the heir of Jacques Goudstikker; their sale, Christie’s, London, 5th July 2007, lot 24, as Frans Pourbus the Elder. Exhibitions: Utrecht, Centraal Museum, Kersttentoonstelling van werken van eenige oude schilderigen uit de collectie Goudstikker, 1925-1926, no. 17. Literature: Christopher Wright, Paintings in Dutch Museums. An Index of Oil Paintings in Public Collections in The Netherlands by Artists born before 1870, (Sotheby Parke Bernet, London, 1980), p. 373, as attributed to Frans Pourbus I; Old Master Paintings: An Illustrated Summary Catalogue, Rijksdienst Beeldende Kunst (The Netherlandish Office for the Fine Arts), The Hague, 1992, p. 243, no. 2106, illustrated, as Frans Pourbus (1); Koenraad Jonckheere, Adriaen Thomasz.
    [Show full text]
  • The Young Talent in Italy
    Originalveröffentlichung in: Jonckheere, Koenraad (Hrsg.): Michiel Coxcie, 1499 - 1592, and the giants of his age : [...on the occasion of the exhibition "Michiel Coxcie: the Flemish Raphael", M - Museum Leuven, 31 October 2013 - 23 February 2014], London 2013, S. 50-63 und 198-204 Eckhard Leuschner THE YOUNG TALENT IN ITALY 4U ichiel Coxcie appears to have been in Italy between about 1530 and a.539.1 With just two exceptions (see below), no contemporary archival documentation relating to this phase of his career has so far been published. Giorgio Vasari mentions that he met Coxcie in Rome in M1532,2 and the surviving paintings, drawings and prints indicate that that is where he spent almost all his time in Italy. As far as the art history of Rome in the Cinquecento is concerned, the 1530s may well be the least studied decade of the century. 3 That is partly due to the political events of the previous years, especially the Sack of Rome in 1527 and its aftermath. When the troops of Emperor Charles V stripped the city of its treasures and political importance, they also weakened the finances of local patrons and the demand for art in general. However, the onset of the Reformation in the North had made itself felt even before then, and the number of works of art commissioned and produced in Rome had been in decline since the early 1520s.4 Although the city ’s artistic life never came to a complete standstill (not even during or immediately after the sack), the scarcity of information on artists active in Rome around 1530 speaks for itself.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    De Gulden Passer. Jaargang 78-79 bron De Gulden Passer. Jaargang 78-79. Vereniging van Antwerpse Bibliofielen, Antwerpen 2000-2001 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_gul005200001_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 7 [De Gulden Passer 2000-2001] Woord vooraf Ruim een halve eeuw geleden begon de bibliograaf Prosper Arents aan de realisatie van zijn vermetel plan om de bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens virtueel te reconstrueren. In 1961 publiceerde hij in Noordgouw een bondig maar nog steeds lezenswaardig verslag over de stand, op dat ogenblik, van zijn werkzaamheden onder de titel De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens. Toen hij in 1984 op hoge leeftijd overleed, had hij vele honderden titels achterhaald, onderzocht en bibliografisch beschreven. Persklaar kon men zijn notities echter allerminst noemen, iets wat hij overigens zelf goed besefte. In 1994 slaagden Alfons Thijs en Ludo Simons erin onderzoeksgelden van de Universiteit Antwerpen / UFSIA ter beschikking te krijgen om Arents' gegevens electronisch te laten verwerken. Lia Baudouin, classica van vorming, die deze moeilijke en omvangrijke taak op zich nam, beperkte zich niet tot het invoeren van de titels, maar heeft ook bijkomende exemplaren opgespoord, Arents' bibliografische verwijzingen nagekeken en aangevuld en de uitgegeven correspondentie van P.P. Rubens opnieuw gescreend inzake lectuurgegevens. Een informele werkgroep, bestaande uit Arnout Balis, Frans Baudouin, Jacques de Bie, Pierre Delsaerdt, Marcus de Schepper, Ludo Simons en Alfons Thijs, begeleidde L. Baudouin bij haar ‘monnikenwerk’. Na het verstrijken van het mandaat van de onderzoekster bleef toch nog heel wat werk te verrichten om het geheel persklaar te maken.
    [Show full text]
  • Print Through the Flemish Engraver and Art Dealer Jan Van Der Bruggen (1649–Ca
    Young Man and Woman Studying a ca. 1688–92 Statue of Venus, by Lamplight oil on canvas 43.8 x 34.9 cm Godefridus Schalcken signed faintly lower right on the base of the (Made 1643 – 1706 The Hague) statue: “G. Schalcken” GS-103 © 2021 The Leiden Collection Young Man and Woman Studying a Statue of Venus, by Lamplight Page 2 of 11 How to cite Jansen, Guido. “Young Man and Woman Studying a Statue of Venus, by Lamplight” (2017). In The Leiden Collection Catalogue, 3rd ed. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. and Lara Yeager-Crasselt. New York, 2020–. https://theleidencollection.com/artwork/a-young-man-and-woman-studying-a-statue-of-venus-by-lamplight/ (accessed September 28, 2021). A PDF of every version of this entry is available in this Online Catalogue's Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2021 The Leiden Collection Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Young Man and Woman Studying a Statue of Venus, by Lamplight Page 3 of 11 In this engaging and atmospheric picture, a young man is shown wearing a Comparative Figures painter’s beret and holding a drawing in his left hand that displays the contours of the plaster or marble statue of a kneeling nude woman in front of him. He points to this statue with his right hand while looking up at the young woman standing next to him, to whom he apparently explains the drawing and the statue. A copper oil lamp illuminates the scene, which is closed off on the right by a green curtain.
    [Show full text]
  • April 2007 Newsletter
    historians of netherlandish art NEWSLETTER AND REVIEW OF BOOKS Dedicated to the Study of Netherlandish, German and Franco-Flemish Art and Architecture, 1350-1750 Vol. 24, No. 1 www.hnanews.org April 2007 Have a Drink at the Airport! Jan Pieter van Baurscheit (1669–1728), Fellow Drinkers, c. 1700. Rijksmuseum, Amsterdam. Exhibited Schiphol Airport, March 1–June 5, 2007 HNA Newsletter, Vol. 23, No. 2, November 2006 1 historians of netherlandish art 23 S. Adelaide Avenue, Highland Park NJ 08904 Telephone/Fax: (732) 937-8394 E-Mail: [email protected] www.hnanews.org Historians of Netherlandish Art Officers President - Wayne Franits Professor of Fine Arts Syracuse University Syracuse NY 13244-1200 Vice President - Stephanie Dickey Bader Chair in Northern Baroque Art Queen’s University Kingston ON K7L 3N6 Canada Treasurer - Leopoldine Prosperetti Johns Hopkins University North Charles Street Baltimore MD 21218 European Treasurer and Liaison - Fiona Healy Marc-Chagall-Str. 68 D-55127 Mainz Germany Board Members Contents Ann Jensen Adams Krista De Jonge HNA News .............................................................................. 1 Christine Göttler Personalia ................................................................................ 2 Julie Hochstrasser Exhibitions ............................................................................... 2 Alison Kettering Ron Spronk Museum News ......................................................................... 5 Marjorie E. Wieseman Scholarly Activities Conferences: To Attend ..........................................................
    [Show full text]
  • Canada Du Canada Acquisitions and Direction Des Acquisitions El Bibliographie Services Branch Des Services Bibliographiques 395 Wellirl['Lon Street 395
    National Library Bibliothèque nationale 1+1 01 Canada du Canada Acquisitions and Direction des acquisitions el Bibliographie services Branch des services bibliographiques 395 Wellirl['lon Street 395. rue Weninglon Ottawa. Ontario Ottawa (Onlario) K1AON4 K1AON4 NOTICE AVIS The quality of this microform is La qualité de cette microforme heavily dependent upon the dépend grandement de la qualité quality of the original thesis de la thèse soumise au submitted for microfilming. microfilmage. Nous avons tout Every effort has been made to fait pour assurer une qualité ensure the highest quality of supérieure de reproduction. reproduction possible. If pages are missing, contact the S'il manque des pages, veuillez university which granted the communiquer avec l'université degree. qui a conféré le grade. Some pages may have indistinct La qualité d'impression de print especially if the original certaines pages peut laisser à . pages were typed with a poor désirer, surtout si les pages typewriter ribbon or if the originales ont été university sent us an inferior dactylographiées à l'aide d'un photocopy. ruban usé ou si l'université nous a fait parvenir une photocopie de qualité inférieure. Reproduction in full or in part of La reproduction, même partielle, this microform is governed by de cette m!croforme est soumise the Canadian Copyright Act, à la Loi canadienne sur le droit R.S.C. 1970, c. C·30, and d'auteur, SRC 1970, c. C·30, et subsequent amendments. ses amendements subséquents~ Canada • Peter Paul Rubens and Colour Theory: an assessment of the evidence by Rüdiger Meyer AThesis submitled to the Faculty ofGraduate Studies and Research in partial fulfillment • of the requirements of the degree of Doctor of Philosophy Department of Art History McGill University Montreal, Canada March,1995 • © Rüdiger Meyer, 1995 National Ubrary Bibliothèque nationale 1+1 of Canada du Canada Acquisitions and Direction des acquisitions et BiblIOgraphie Services Branch des services bibliographiques 395 Wellington Street 395.
    [Show full text]
  • Sign of the Times a Concise History of the Signature in Netherlandish Painting 1432-1575
    SIGN OF THE TIMES A CONCISE HISTORY OF THE SIGNATURE IN NETHERLANDISH PAINTING 1432-1575 [Rue] [Date et Heure] Ruben Suykerbuyk Research Master’s Thesis 2012-2013 Supervisor: Prof. Dr. P.A. Hecht Art History of the Low Countries in its European Context Utrecht University – Faculty of Humanities (xxx)yyy-yyyy “Wenn eine Wissenschaft so umfassend, wie die Kunstgeschichte es tut und tun muß, von Hypothesen jeden Grades Gebrauch macht, so tut sie gut daran, die Fundamente des von ihr errichteten Gebäudes immer aufs neue auf ihre Tragfähigkeit zu prüfen. Im folgenden will ich an einigen Stellen mit dem Hammer anklopfen.” Dehio 1910, p. 55 TABLE OF CONTENTS VOLUME I I. INTRODUCTION 1 II. PROLOGUE 9 III. DEVELOPMENTS IN ANTWERP 19 Some enigmatic letters 22 The earliest signatures 28 Gossart’s ‘humanistic’ signature 31 Increasing numbers 36 Proverbial exceptions 52 A practice spreads 54 IV. EPILOGUE 59 V. CONCLUSION 63 VI. BIBLIOGRAPHY 66 VOLUME II I. IMAGES II. APPENDICES Appendix I – Timeline Appendix II – Signatures Marinus van Reymerswale Appendix III – Authentication of a painting by Frans Floris (1576) Appendix IV – Signatures Michiel Coxcie I. INTRODUCTION 1 Investigating signatures touches upon the real core of art history: connoisseurship. The construction of oeuvres is one of the basic tasks of art historians. Besides documents, they therefore inevitably have to make use of signatures. However, several great connoisseurs – Berenson, Friedländer – emphasize that signatures are faked quite often. Consequently, an investigation of signature practices can easily be criticized for the mere fact that it is very difficult to be sure of the authenticity of all the studied signatures.
    [Show full text]
  • HNA November 2017 Newsletter
    historians of netherlandish art NEWSLETTER AND REVIEW OF BOOKS Dedicated to the Study of Netherlandish, German and Franco-Flemish Art and Architecture, 1350-1750 Vol. 34, No. 2 November 2017 Peter Paul Rubens, Centaur Tormented by Peter Paul Rubens, Ecce Homo, c. 1612. Cupid. Drawing after Antique Sculpture, State Hermitage Museum, St. Petersburg 1600/1608. Wallraf-Richartz-Museum, © The State Hermitage Museum, Cologne © Rheinisches Bildarchiv Köln St. Petersburg 2017 Exhibited in Peter Paul Rubens: The Power of Transformation. Kunsthistorisches Museum, Vienna, October 17, 2017 – January 21, 2018 Städel Museum, Frankfurt, February 8 – May 21, 2018. HNA Newsletter, Vol. 23, No. 2, November 2006 1 historians of netherlandish art www.hnanews.org E-Mail: [email protected] Historians of Netherlandish Art Offi cers President – Paul Crenshaw (2017-2021) Providence College Department of Art History 1 Cummingham Square Providence RI 02918-0001 Vice-President – Louisa Wood Ruby (2017-2021) The Frick Collection and Art Reference Library 10 East 71 Street New York NY 10021 Treasurer – David Levine Southern Connecticut State University 501 Crescent Street New Haven CT 06515 European Treasurer and Liaison - Fiona Healy Seminarstrasse 7 D-55127 Mainz Germany Contents President's Message .............................................................. 1 In Memoriam ......................................................................... 2 Board Members Personalia ............................................................................... 4 Arthur
    [Show full text]
  • Caravaggio, Second Revised Edition
    CARAVAGGIO second revised edition John T. Spike with the assistance of Michèle K. Spike cd-rom catalogue Note to the Reader 2 Abbreviations 3 How to Use this CD-ROM 3 Autograph Works 6 Other Works Attributed 412 Lost Works 452 Bibliography 510 Exhibition Catalogues 607 Copyright Notice 624 abbeville press publishers new york london Note to the Reader This CD-ROM contains searchable catalogues of all of the known paintings of Caravaggio, including attributed and lost works. In the autograph works are included all paintings which on documentary or stylistic evidence appear to be by, or partly by, the hand of Caravaggio. The attributed works include all paintings that have been associated with Caravaggio’s name in critical writings but which, in the opinion of the present writer, cannot be fully accepted as his, and those of uncertain attribution which he has not been able to examine personally. Some works listed here as copies are regarded as autograph by other authorities. Lost works, whose catalogue numbers are preceded by “L,” are paintings whose current whereabouts are unknown which are ascribed to Caravaggio in seventeenth-century documents, inventories, and in other sources. The catalogue of lost works describes a wide variety of material, including paintings considered copies of lost originals. Entries for untraced paintings include the city where they were identified in either a seventeenth-century source or inventory (“Inv.”). Most of the inventories have been published in the Getty Provenance Index, Los Angeles. Provenance, documents and sources, inventories and selective bibliographies are provided for the paintings by, after, and attributed to Caravaggio.
    [Show full text]