La Petite Bande Olv. Sigiswald Kuijken Bach Vrijdag 1 Juni 2007 Johann Sebastian Bach

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

La Petite Bande Olv. Sigiswald Kuijken Bach Vrijdag 1 Juni 2007 Johann Sebastian Bach Bach en Händel La Petite Bande olv. Sigiswald Kuijken Bach vrijdag 1 juni 2007 Johann Sebastian Bach. Schilderij van E. G. Haussman, 1764. Bach & Händel . Seizoen 2006-2007 Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe Weiss, Knüpfer, Bach vrijdag 3 november 2006 B’Rock & Vocalconsort Berlin olv. Gary Cooper Purcell, Händel vrijdag 1 december 2006 Il Fondamento . Collegium Vocale Gent olv. Daniel Reuss Händel woensdag 6 december 2006 Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe Bach maandag 26 maart 2007 La Petite Bande olv. Sigiswald Kuijken Bach vrijdag 1 juni 2007 La Petite Bande Sigiswald Kuijken muzikale leiding Johann Sebastian Bach (1685-1750) Brandenburgse Concerti, BWV1046-1051 Concerto nr 2 in F, BWV1047 15’ • Allegro • Andante • Allegro assai Concerto nr 4 in G, BWV1049 16’ • Allegro • Andante • Presto begin concert 20.00 uur pauze omstreeks 20.55 uur Concerto nr 5 in D, BWV1050 19’ einde omstreeks 22.15 uur • Allegro • Affettuoso inleidend gesprek met Sigiswald Kuijken en Diederik Verstraete • Allegro 19.15 uur . Kleine Zaal teksten programmaboekje Sigiswald Kuijken, Diederik Verstraete pauze coördinatie programmaboekje deSingel gelieve uw GSM uit te schakelen Concerto nr 6 in Bes, BWV1051 20’ • Allegro • Adagio ma non tanto • Allegro Cd’s Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door Concerto nr 1 in F, BWV1046 22’ ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 • Allegro www.tklavervier.be • Adagio • Allegro • Menuetto - Trio I - Polacca - Trio II Foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in Rode en/of Blauwe Zaal Concerto nr 3 in G, BWV1048 12’ open vanaf 18.40 uur • Allegro - Adagio kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur • Allegro broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Corinthia (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) • Restaurant HUGO’s at Corinthia open van 18.30 tot 22.30 uur • Gozo-bar open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket van deSingel voor diezelfde dag Bachs Brandenburgse Concerto’s Op 24 maart 1721 ondertekent Johann Sebastian Bach het voorwoord tot een in leer ingebonden partituur met als titel ‘Six Concerts Avec plusieurs Instruments Dédiées à Son Altesse Royalle Monseigneur Crétien Louis Marggraf de Brandenbourg’. Dit prachtige manuscript in Bachs eigen, uiterst verzorgde handschrift, bevat de zes werken die de muziekgeschiedenis ingegaan zijn onder de naam ‘Brandenburgse Concerto’s’. Voortgaande op Bachs eigen titelpagina, lijkt deze naam terecht te zijn, ook al stamt hij niet van Bach zelf: het was Spitta die in zijn grote Bach-biografie uit 1880 voor het eerst met deze benaming op de proppen kwam. Toch werden deze werken waarschijnlijk nooit in het markgraafschap Brandenburg uitgevoerd, meer zelfs: voor zover we weten, ontving Bach nooit enige blijk van erkennig of een woordje van dank voor zijn toch wel erg bijzonder geschenk. Ontstaansgeschiedenis: de ‘Cöthense’ in plaats van de ‘Brandenburgse’ concerto’s? Waarom Bach juist begin 1721 zo een uitzonderlijke muzikale gift aan de markgraaf van Brandenburg liet bezorgen, is niet met zekerheid geweten. Uit de schaars bewaarde bronnen kan echter wel een logische hypothese met betrekking tot het ontstaan van deze werken afgeleid worden. In december 1717 ruilt Bach de post van hoforganist en concertmeester in Weimar voor deze van kapelmeester in het calvinistische Cöthen. Op het eerste gezicht een vreemde beslissing: in Weimar maakte Bach vooral faam als organist en als componist van orgel- en kerkmuziek, terwijl er in Cöthen nauwelijks een fatsoenlijk orgel voorhanden was en de kerkmuziek er helemaal niets voorstelde. De verklaring voor Bachs overstap dient echter niet uitsluitend in de fel verziekte verstandhouding met graaf Wilhelm van Weimar gezocht, ook al werd Bach door de graaf bijna één maand lang van zijn vrijheid beroofd alvorens hij naar Cöthen mocht vertrekken. Het hof van de jonge prins Leopold von Portret van Prins Leopold von Anhalt-Cöthen © Heimatmuseum Cöthen Anhalt-Cöthen mocht dan wel calvinistisch zijn, de prins zelf was was immers een meer dan verdienstelijk amateur-gambist. Het een groot muziekliefhebber, sinds enkele jaren druk bezig een grootste deel van Bachs instrumentale muziek dateert dan ook uitmuntend hoforkest uit te bouwen. Zijn kapelmeester Stricker uit deze periode: kamermuziek voor de diverse ‘Cammer-Musici’ had zopas ontslag genomen, zodat de prins op zoek was naar (zoals de zes Suites voor cello solo), maar ook orkestmuziek een nieuwe kapelmeester om zijn privéorkest te leiden en om er voor het hoforkest, zoals de zes Brandenburgse Concerto’s. muziek voor te componeren. Uit diverse rekeningen van onder andere de boekbinder en Prins Leopold von Anhalt-Cöthen was één van die vele de kopiist in Cöthen, blijkt dat Bach waarschijnlijk méér dan tientallen Duitse vorsten die politiek of militair absoluut twintig ‘concerti’ componeerde in Cöthen. Ook als we in niets te betekenen hadden (Leopold regeerde over slechts aanmerking nemen dat naast de zes Brandenburgse Concerto’s dertigduizend onderdanen!), maar die in de kunst, en in dan nog andere orkestwerken in Cöthen ontstonden, zoals de twee vooral in de muziek, een welkom middel vonden om hun vioolconcerto’s en het concerto voor 2 violen, dan zijn er nog maatschappelijke status wat op te krikken. Het vorstendom vele werken verloren gegaan: volgens sommigen bleef zelfs Anhalt-Cöthen stelde politiek dan wel niets voor, het beschikte minder dan de helft van Bachs instrumentale muziek bewaard… gedurende enkele jaren dan toch maar over één van de beste De meeste van de zes Brandenburgse Concerto’s lijken in ieder ensembles ten noorden van de Alpen, een muziekgezelschap dat geval het hoforkest van prins Leopold op het lijf geschreven: zelfs met het beroemde hoforkest van Dresden kon wedijveren. de talrijke aartsmoeilijke solopartijen werden wellicht door Dat prins Leopold zo een uitstekend hofensemble wist uit te de ‘Cammer-Musici’ vertolkt, en ook de ensemblepartijen bouwen, was gedeeltelijk het gevolg van de opheffing van het zijn vaak van een technisch veeleisend niveau. Bovendien Berlijnse hoforkest door de nieuwe, alleen in militaire signalen vraagt slechts één concerto - het eerste - om muzikanten geïnteresseerde Pruisische koning Frederik Willem I in 1713. die in Cöthen niet voortdurend beschikbaar waren: twee Hierdoor werd plots een relatief groot aantal uitstekende hoornisten. Uit de hofrekeningen blijkt echter dat af en toe musici tegelijkertijd werkloos en prins Leopold maakte van een salaris “an die beyden Waldhornisten, so sich allhier hören deze gelegenheid dankbaar gebruik om de meesten meteen lassen” uitbetaald werd, zodat Bach soms ook over hoorns kon voor zijn orkest te engageren: kapelmeester Stricker, violisten beschikken. Voor het overige kan men de gevraagde bezetting Spiess en Marcus, hoboïst Rose, fagottist Torlée en cellist van elk concerto perfect met de in Cöthen beschikbare Linike, om er maar enkele te noemen. Samen met de gamba- musici invullen, rekening houdend met het gegeven dat de virtuoos Abel en 2 fluitisten droegen deze muzikanten de titel meeste muzikanten uit Bachs tijd méér dan één instrument ‘Cammer-Musicus’, en werden ze beduidend meer betaald dan bespeelden (zo speelden hoboïsten ook vaak (blok)fluit), en de andere orkestleden. Hoogstwaarschijnlijk speelden zij niet dat de orkestpartijen waarschijnlijk enkelvoudig bezet waren alleen mee in het hoforkest, maar verzorgden ze ook regelmatig (slechts één speler per partij). Een uitvoering aan het hof van de kamermuziekuitvoeringen voor de prins. Al bij al telde het markgraaf van Brandenburg in Berlijn lijkt daarentegen hoogst hoforkest tijdens Bachs verblijf in Cöthen een zeventiental man: onwaarschijnlijk: het ‘hoforkest’ telde er wellicht nooit meer niet veel in onze ogen, maar ‘orkesten’ van meer dan tien man dan zes muzikanten! We mogen dan ook gerust aannemen dat waren toen eerder uitzondering dan regel. de zes Brandenburgse Concerti - althans in hun uiteindelijke Dat Bachs kunst door de prins hoog in het vaandel werd vorm - voor de specifieke samenstelling van het Cöthense gedragen, staat als een paal boven water. Zo ontving Bach een ensemble geschreven werden: een groep die voor een groot vorstelijk loon van vierhonderd Thaler - maar liefst het dubbele deel uit uitzonderlijke musici was samengesteld, die in staat van wat zijn voorganger Stricker had gekregen - en de prins waren de voor die tijd uitzonderlijke muziek ook daadwerkelijk hield er ook van samen met Bach te musiceren: prins Leopold goed uit te voeren. De vergelijking met de concerto’s 'per l’orchestra di Dresda' van bijvoorbeeld Johann David Heinichen of Antonio Vivaldi, waarin soms tot tien solopartijen voorkomen, gaat goed op: ook het hoforkest van Dresden beschikte over een groot aantal ‘solisten’. Eerder een verkapte sollicitatie dan een geschenk? Ook al is de ontstaansgeschiedenis van deze werken (waarschijnlijk) duidelijk, dan nog blijft de vraag waarom Bach deze werken opdroeg aan de markgraaf van Brandenburg met zijn armtierig orkestje van zes man. Uit Bachs voorwoord blijkt dat hij met deze concerto’s aan een enkele jaren oude vraag vanwege de markgraaf voldeed om hem eens een paar van Bachs werken te bezorgen, een vraag die waarschijnlijk tijdens Bachs bezoek aan Berlijn in maart 1719 voor de aankoop van een nieuw Mietke-klavecimbel gesteld werd. Dat Bach pas twee jaar later aan deze vraag voldeed, is niet
Recommended publications
  • Summer Academy Fee the Academy Fee Is 540 € for Each Participant
    9th edition of the LA PESTuITmE mBerA ANcaDdEemy FROM BACH TILL MOZART Italy, 2nd - 17th August 2020 SpeciIanstlr uBmenatarl woorqks ue edition! Orchestral and chamber music works by J.S.BACH, G.PH.TELEMANN, J.PH.RAMEAU AND F.COUPERIN for Flutes, Oboes, Bassoons, Horns, Violins, Violas, Violoncello & Violoncello da Spalla, Violone & Double bass, Harpsichord; W.A.MOZART Divertimento for 2 Horns, Violin, Viola and Double Bass Operatic work W.A.MOZART, selected scenes from IDOMENEO for 2 Sopranos, 1 Mezzosoprano, 2 Tenors & Orchestra (Flutes, Oboes, Horns, Bassoons, all Strings & Harpsichord) LA PESTuITmE mBerA ANcaDdEemy Since 2012, La Petite BandeA orgpanpizleis caa yetairolyn Susm mforer A c2ad0em2y 0in Itaalyr, ew hnicho wwith othpe eyenar! s has become a beloved international appointment for many musicians desiring to deepen their knowledge and practice of historically informed practice for the baroque and classical repertoire (especially Mozart & Haydn). Indeed, they have taken their chance to work with one of the pioneers of this field, violinist and leader of La Petite Bande, Sigiswald Kuijken. Each year, the Academy focuses both on instrumental and operatic works. Singers work with Marie Kuijken on a historically informed approach to the textual and scenical aspects of the score, and perform the opera with the orchestra. The 2020 edition is a special BAROQUE edition, in which the instrumental focus will be on orchestral and chamber music works of J.S.Bach, G.Telemann, J.Ph.Rameau aBnda F.rCooupqeruine. By choosing mostly to play one-to-a-part, for these works the difference between orchestral and chambermusic playing will be minimal.
    [Show full text]
  • La Petite Bande Olv
    2007-2008 BLAUWE ZAAL DO 24 APRIL 2008 La Petite Bande olv. Sigiswald Kuijken 2007-2008 Bach wo 14 november 2007 KOOR & ORKEST COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. PHILIppE HERREWEGHE za 15 december 2007 FREIBURGER BAROckORCHESTER & COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. MASAAKI SUZUKI do 24 april 2008 LA PETITE BANDE OLV. SIGISWALD KUIJKEN Bach LA PETITE BANDE SIGISWALD KUIJKEN muzikale leiding SIRI THORNHILL sopraan PETRA NOskAIOVÁ mezzo CHRISTOPH GENZ tenor JAN VAN DER CRAbbEN bas JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Cantate ‘Es ist euch gut, dass ich hingehe’, BWV108 20’ Pictogrammen DeSingel AUDIO gelieve uw GSM uit te schakelen Cantate ‘Wahrlich, wahrlich, ich sage euch’, BWV86 18’ Cantate ‘Sie werden euch in den Bann tun’, BWV44 22’ pauze De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Himmelfahrtsoratorium REAGEER ‘Lobet Gott in seinen Reichen’, BWV11 32’ & WIN Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen
    [Show full text]
  • Indianapolis Baroque Orchestra Barthold Kuijken, Artistic Director & Conductor Toma Iliev, Maria Romero, Stephanie Raby, Violins ______
    Three Hundred Ninety-Eighth Program of the 2012-13 Season _______________________ Early Music Institute IndyBaroque Music The Allen Whitehill Clowes Series Indianapolis Baroque Orchestra Barthold Kuijken, Artistic Director & Conductor Toma Iliev, Maria Romero, Stephanie Raby, Violins _______________________ The Colorful Telemann From Armide (1686) . Jean-Baptiste Lully Ouverture (1632-1687) Passacaille Overture in E Minor, TWV 55:e3 .......... Georg Philipp Telemann Ouverture (1681-1767) Les Cyclopes Menuet Galimatias en rondeaux Hornpipe _________________ Auer Concert Hall Saturday Afternoon January Nineteenth Four O’Clock music.indiana.edu Concerto in F Major, RV 551 ................... Antonio Vivaldi Allegro (1678-1741) Andante Allegro Toma Iliev, Maria Romero, Stephanie Raby, Violins Malin Sandell, Cello Bernard Gordillo, Harpsichord Intermission Suite from Dardanus (1739) ................ Jean-Philippe Rameau Ouverture (1683-1764) Air pour les Plaisirs I Air pour les Plaisirs II Air gracieux Tambourins I and II Air vif Rigaudons I and II Air gay en rondeau Menuets I and II Tambourins I and II Sommeil: Rondeau tendre Air très vif Calme des Sens: Air tendre Gavotte vive Chaconne ___________________ Barthold Kuijken is the world’s leading performer on the Baroque flute. He regularly appears with such early music specialists as his brothers, Sigiswald Kuijken, violin, and Wieland Kuijken, viol, as well as with Paul Dombrecht, oboe, and harpsichordist Bob van Asperen. He performed frequently with the late harpsichordist Gustav Leonhardt. Born in Belgium in 1949, Kuijken began his conservatory studies on the modern flute in Bruges and Brussels, where he played with the contemporary music ensemble Musiques Nouvelles. He discovered the Baroque flute on his own while a student in Brussels.
    [Show full text]
  • Historical Performance Practice at the Beginning of the New Millennium
    Historical Performance Practice at the beginning of the new millennium Dorottya Fabian An interest in early music and performing practices of the past has a long history by now. Its characteristics in the nineteenth century have been mapped by several authors, especially in relation to the revival of Johann Sebastian Bach’s music, the Cecilian Movement and various musical developments in England. Even more pub- lications are available on its twentieth-century history.1 The initiatives during the early decades (e.g. the organ and recorder movements of the 1920s, the establish- ing of the Schola Cantorum in Basel in 1933) and the contribution of pioneers like Wanda Landowska and Arnold Dolmetsch have been extensively studied togeth- er with lesser-known figures, places and institutions.2 But as is well-known, it was during the second half of the twentieth century that the Early Music or Historically Informed Performance Movement has truly taken off, becoming a major force in the world of classical music. Many books and papers have been dedicated to the history of this development, its various phases, musical characteristics, key figures, aesthetic outlook and philosophical assumptions, and its achievements. There was a burgeon- ing of such literature and heated debates during the 1980s and 1990s followed by more comprehensive and ‘corrective’ analyses published during the early years of the 2000s, most focussing on the second half of the twentieth century.3 Much less has 1 Harry Haskell, The Early Music Revival – A History, London 1988; George B. Stauffer, Changing Issues of Performance Practice, in: John Butt (Hg.), Cambridge Companion to Bach, Cambridge 1997, S.
    [Show full text]
  • Sigiswald Kuijken La Petite Bande . Collegium Vocale Haydn, Sieben Letzte Worte, HXX/2 Bach En Hoogdagen
    m u z ie k Sigiswald Kuijken La Petite Bande . Collegium Vocale Haydn, Sieben letzte Worte, HXX/2 Bach en Hoogdagen Philippe Herreweghe Koor en Orkest Collegium Vocale Bach Cantates BWV39 en 131, Missa BWV236 woensdag 29 september 1999 Andreas Scholl Akademie für Alte Musik Bach Altcantates BWV35 en 170 woensdag 3 november 1999 Frans Brüggen Orkest van de XVIIIe Eeuw Nederlands Kamerkoor Bach Weihnachtsoratorium BWV248 donderdag 9 december 1999 Philippe Herreweghe Koor en Orkest Collegium Vocale Bach Johannes-Passie BWV245 woensdag 16 februari 2000 Sigiswald Kuijken La Petite Bande. Collegium Vocale Haydn, Sieben letzte Worte, HXX/2 dinsdag 11 april 2000 La Petite Bande. Koor van Collegium Vocale Sigiswald Kuijken muzikale leiding Nancy Argenta sopraan Petra Noskaiovä alt Yves Saelens tenor Jan Van der Crabben bas Wolfgang Amadeus Mozart Ave Verum Corpus KV618 4’ Kyrie KV341 8’ Josef Haydn Die Sieben letzte Worte unseres Erlösers am Kreuze, Hob.XX/2 • Introduzione (Maestoso ed Adagio) 35’ • Sonata I : (Largo) Pater dimitte ülis; non enim sciunt, quid faciunt • Sonata II: (Grave & Cantabile) Amen dico tibi; hodie mecum eris in pardiso • Sonata III: (Grave) Mulier, ecce filius tuus, et tu ecce mater tua • Sonata IV: (Largo) Eli, Eli, lamma sabacthami pauze • Introduzione (Largo et Amabile) 30’ inleiding Nicole van Opstal. 19.15 uur. Foyer • Sonata V: (Adagio) Sitio • Sonata VI: (Lento) Consummatum est aanvang concert 20.00 uur • Sonata VII: (Largo) Pater, in manus tuas commendo spiritum meum pauze omstreeks 20.50 uur • II terremoto (Presto et con tutta la forza) einde concert omstreeks 21.40 uur tekst programmaboekje Nicole van Opstal coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk Gelieve uw GSM uit te schakelen! Wolfgang Amadeus Mozart Motet Ave verum Corpus KV618 In juni 1791 bracht Mozart een bezoek aan zijn vrouw Constanze, die in het kuuroord Baden een behandeling volgde.
    [Show full text]
  • 573899 Itunes Grand Mogul
    THE GRAND MOGUL Virtuosic Baroque Flute Concertos Blavet Leclair Pergolesi Telemann Vivaldi Barthold Kuijken, Baroque Flute Indianapolis Baroque Orchestra The Grand Mogul The Grand Mogul Virtuosic Baroque Flute Concertos The solo concerto as an instrumental genre emerged in this can be partially borrowed from RV 431 , but at some Virtuosic Baroque Flute Concertos Northern Italy in the first quarter of the 18th century, not places (and in the complete second movement) it needs to long after the concerto grosso, in which several be newly composed. This is not such a difficult task, when all Antonio Vivaldi (1678–1741) instruments, typically two violins and violoncello, take the other parts are extant. We want to thank the publisher, 1Flute Concerto in D minor ‘Il Gran Mogol’, RV 431a xx:xx solo roles. Antonio Vivaldi (1678–1741) was one of the Edition HH (Launton, United Kingdom), to have granted us 2 Allegro non molto x:xx most influential composers of concertos. Most of his the permission to make use of their reconstruction. In the Larghetto x:xx concertos feature the violin as a solo instrument, no doubt Larghetto , Vivaldi lets the flute float over a simple chordal 3 because he was a great violin virtuoso himself. However, accompaniment of the strings. This is the type of writing that Allegro x:xx he also wrote a fair number of concertos for other strongly invites the soloist to add a layer of ornamentation Giovanni Battista Pergolesi (1710–1736) instruments: violoncello, oboe, recorder, bassoon, flute, onto the quite bare melody. I do hope that Vivaldi would have viola d’amore, mandolin, and harpsichord.
    [Show full text]
  • François Fernandez
    François Fernandez François Fernandez, whose parents were both musicians (Jazz and Classic), was born in Rouen in 1960. While pursuing classic modern violin studies, he took up the baroque violin at the age oF 11. He studied with Sigiswald KuiJken in The Hague (Soloist Diploma, Royal Conservatory 1980) and soon became his teacher’s closest collaborator. At the age of 17 he entered in La Petite Bande and became as concertmaster in 1986. At the same time, he worked with the best baroque orchestras oF the epoch, most oFten as leader or soloist: The Orchestra oF the 18th Century (Frans Brüggen), La Chapelle Royale (Philippe Herreweghe), Melante 81 (Bob van Asperen) and Les Arts Florissants (William Christie). For the last 20 years, François Fernandez has devoted himself to chamber music. Not only as a violinist but also on violino piccolo, viola, viola d’amore, viola da gamba and violoncello da spalla. As a chamber musician, he has participated worldwide at the most important Festivals with the Ricercar Consort, the KuiJken brothers, the Hantaï brothers, Ryo Terakado, Glen Wilson, Yves Rechstainer, Marcel Ponseele, Boyan Vodénitcharov, BenJamin Alard, Enrico Gatti, Rainer Zipperling, Sophie Gent, and many other prominent musicians. His solo recitals, most notably with the Sonatas and Partitas oF Bach, were heard by international public, through internet live broadcast. Moreover, he appears as a conductor; recently he was invited by Finnish Baroque Orchestra, Orquesta de Cámara Valdivia in Chile, Orchestre Baroque de Nice, Theater Aachen and Bremer Barockorchester in Germany. Under his baton, Ricercar Consort won the prize from « La Nouvelle Académie du Disque » in France 1994, on the recording of Terpsichore Musarum by Praetorius.
    [Show full text]
  • Guide to Early Music in Flanders
    GUIDE TO EARLY MUSIC IN FLANDERS SECOND EDITION 2009 CONTENTS 6 PREFACE 7 INTRODUCTION: A Devil and a Pederast: On historical performance practice in Flanders and its international ramifications PART 1 ARTISTS 14 Ensembles 30 Orchestras 34 Conductors 41 Soloists Singers 42 Sopranos 45 Tenors / Countertenors 47 Baritones / Bass Instrumentalist 50 Players of Keyboard Instruments 56 Players of String Instruments 60 Players of Wind Instruments PART 2 ORGANISATIONS AND STRUCTURES 68 Concert Organisations 69 Arts Centres and Concert Halls 71 Festivals 73 Research Institutions, Documentation Centres and Libraries 79 Music Education 80 Conservatories 81 Postgraduate Education 81 Universities 82 Media 85 Booking Agencies 86 Publishers 87 Record Companies 88 Instrument Makers PART 3 ADDITIONAL INFORMATION 93 ‘Flemish’ Music from the Middle Ages until circa 1750 97 On Cultural Policy in Flanders 4 FLANDERS? GATEWAY TO EUROPE Belgium is a federal state in the heart of Europe. Flanders is the northern, Dutch-speaking part of Belgium. The Flemish Community counts more than 6 million inhabitants and is run by a government of its own with a number of specific competences, such as culture, education, media… Brussels, capital of Belgium and of Flanders as well, is home to the European Commission and many international cultural institutions. 5 PREFACE Smaller than a postage stamp! That’s how minute Flanders looks on a map of the world, if you can discover it at all. However, a felicitous turn of his- tory has made this region into an exciting crossroads of different cultures. This is why Flanders is so rich in creative talent and abundant with cultural activities.
    [Show full text]
  • Historical Performance: Quartets from Juilliard and the Royal Conservatoire of the Hague Photo by Claudio Papapietro
    Historical Performance: Quartets from Juilliard and the Royal Conservatoire of The Hague Photo by Claudio Papapietro Support the next generation of performing artists "I see for Juilliard a bold, creative, unstoppable, and joyful spirit that nurtures individuality. And I see for Juilliard an endless continuum of beauty, of artists who launch their voices into the universe." —Damian Woetzel, Juilliard President You are a vital part of Julliard’s future. Your donation supports financial aid for more than 90% of our students and the development of the next generation of performing artists. Make your tax-deductible gift by December 31 and be a part of the this exciting new chapter at Juilliard. Give now at giving.juilliard.edu/future or call (212) 599-7000, ext. 278. Thank you for your support. juilliard.edu The Juilliard School presents Historical Performance: Quartets from Juilliard and the Royal Conservatoire of The Hague Saturday, January 12, 2019, at 8pm Nieuwe Kerk, The Hague Saturday, January 19, 2019, at 7:30pm Rosemary and Meredith Willson Theater, The Juilliard School Royal Conservatoire Quartet Aleksandra Kwiatkowska, Violin Pietro Battistoni, Violin Clara Sawada, Viola Blanca Martín Muñoz, Cello Juilliard HP Quartet Rachell Ellen Wong, Violin Chloe Kim, Violin Naomi Dumas, Viola Madeleine Bouïssou, Cello JOSEPH HAYDN String Quartet in F Minor, Op. 20, No. 5 (1732-1809) Aleksandra Kwiatkowska, Pietro Battistoni, Violins Clara Sawada, Viola Blanca Martín Muñoz, Cello WOLFGANG AMADEUS String Quartet in C Major, K. 456, “Dissonance” MOZART Rachell Ellen Wong, Chloe Kim, Violins (1756-91) Naomi Dumas, Viola Madeleine Bouïssou, Cello Intermission Program continues Juilliard's full-scholarship Historical Performance program was established and endowed in 2009 by the generous support of Bruce and Suzie Kovner.
    [Show full text]
  • Guide to Early Music and Baroque in Flanders
    Guide to Early Music and Baroque in Flanders 6. Artists/Soloists........................................................................................................................................ 1 6.1. Conductors....................................................................................................................................... 1 6.2. Vocalists ........................................................................................................................................... 4 6.2.1. Soprano ................................................................................................................................... 4 6.2.2. Mezzo-soprano/Alto ............................................................................................................. 7 6.2.3. Altus .......................................................................................................................................... 7 6.2.4. Countertenor............................................................................................................................ 8 6.2.5. Tenor......................................................................................................................................... 9 6.2.6. Baritone..................................................................................................................................10 6.2.7. Bass.........................................................................................................................................11 6.3. Instrumentalists
    [Show full text]
  • Mozart Operas LE NOZZE DI FIGARO DON GIOVANNI COSÍ FAN TUTTE DIE ZAUBERFLÖTE
    95933 Mozart Operas LE NOZZE DI FIGARO DON GIOVANNI COSÍ FAN TUTTE DIE ZAUBERFLÖTE Sigiswald Kuijken conductor La Petite Bande LE NOZZE DI FIGARO K492 All seems well until the gardener, Antonio, storms in with crushed geraniums from Act 1 a flower bed below the window. Figaro, who has run in to announce that the wedding A country estate outside Seville, late 18th century. While preparing for their wedding, is ready, pretends it was he who jumped from the window, faking a sprained ankle. the valet Figaro learns from the maid Susanna that their philandering employer, Count Marcellina, Bartolo and Basilio burst into the room waving a court summons for Figaro, Almaviva, has designs on her. At this, the servant vows to outwit his master. Before long, which delights the Count, as this gives him an excuse to delay the wedding. the scheming Bartolo enters the servants’ quarters with his housekeeper, Marcellina, who wants Figaro to marry her to cancel a debt he cannot pay. After Marcellina and Susanna Act 3 trade insults, the amorous page Cherubino arrives, revelling in his infatuation with In an audience room where the wedding is to take place, Susanna leads the Count on with all women. He hides when the Count shows up, furious because he caught Cherubino promises of a rendez-vous in the garden. The nobleman, however, grows doubtful when flirting with Barbarina, the gardener’s daughter. The Count pursues Susanna but conceals he spies her conspiring with Figaro; he vows revenge. Marcellina is astonished but thrilled himself when the gossiping music-master Don Basilio approaches.
    [Show full text]
  • WOLFGANG AMADEUS MOZART Piano Quartets K. 493 & K. 478
    WOLFGANG AMADEUS MOZART Piano Quartets K. 493 & K. 478 Kuijken Piano Quartet 1 WOLFGANG AMADEUS MOZART (1756 - 1791) Piano Quartets K. 493 & K. 478 Kuijken Piano Quartet Veronica Kuijken fortepiano Sigiswald Kuijken violin Sara Kuijken viola Michel Boulanger cello WOLFGANG AMADEUS MOZART (1756 - 1791) PIANO QUARTET K. 493 [1] Allegro 14:30 [2] Larghetto 12:55 [3] Allegretto 9:01 PIANO QUARTET K. 478 [4] Allegro 14:53 [5] Andante 7:02 [6] Rondo 8:09 total time 66:34 4 5 For anyone wishing to approach any type of music, a ‘virginal’ listening the key, in the Rondo in D Major, K. 485 for piano. Yet now they are catapulted experience, I believe, is the best possible choice. For those of us who into the main theme and are put through their paces, tonally speaking. have mastered score-reading, could that alone be enough, and ultimately Additionally, there are bars 5 and 6 of the first movement of the E-flat major perhaps the true essence? (Naturally, I can ask this only about notated music.) piano quartet, which strongly evoke bars 3 and 4 of the sonata for two pianos, So, paradoxically, are we closest to that essence when listening inwardly to written five years earlier. Mozart places the two bars right at the beginning of music in our heads? both pieces to conclude the very first phrase of the exposition. I also hear the finale of the ‘Kegelstatt’ Trio, K.498, written two months after the E-flat piano I was asked to write something about the music presented on this recording.
    [Show full text]