in het land van brederode

Land en Water

18de jaargang nr. 3-4 historisch tijdschrift 1993 voor het land van Inhoud Colophon

Bericht van de redactie 33 In het Land van Brederode, De uitwatering in de Historisch Tijdschrift voor vóór 1460 34 het Land van Vianen Bolgerijen in de Middeleeuwen 45 Kroniek 56 Jrg 18, nr3/4, 1993

Het tijdschrift is een uitgave van de Historische Vereniging "Het Land van Brederode". ISSN: 0929-466X

Bestuur Voorzitter : A.J.M. Koenhein Secretaris : L. Terken Joke Smitlaan 4 4133 HL Vianen Tel. (03473) 76693 Penningmeester: L.A. Smits, Vianen Giro 4082285 Erelid : G.A. Verduin

Redactie Redactieadres V.F.C. Leeuwenberg- Steegh Kerkstraat 10 4132 BE Vianen Tel. (03473) 73250 Overige leden P.T. den Hertog A.J.M. Koenhein H.L.Ph. Leeuwenberg

Druk: Spijker Drukkerij bv, Buren

Lidmaatschap per jaar: ƒ 27,50 Jeugdlidmaatschap per jaar ƒ 11,25 De leden ontvangen het tijdschrift gratis.

Inlichtingen over advertenties bij het redactieadres.

Niets uit deze uitgave mag worden over­ genomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redfactie. Bericht van de redactie problemen opleverde. Uitkomst bood de windmolen, een uitvinding van de 15e De geschiedenis van de Vijfheerenlanden eeuw, die rond 1460 in de Vijfheeren­ is onlosmakelijk verbonden met die van landen werd geïntroduceerd. Hoe de uit- de grootschalige ontginningen, die vanaf watering vóór die tijd hier was georgani­ de elfde eeuw in het graafschap Holland seerd in onderlinge afspraken tussen de en het westen van het Sticht werden aan­ lokale heren wordt door de auteur aan de gevat. Tot dan was dit gebied bedekt met hand van situatiekaarten beschreven. een dik veenpakket, dat weliswaar De kaarten zijn op basis van de originelen begaanbaar was, maar ongeschikt voor getekend door het redactielid P.T. den bebouwing. Alleen enkele boven het veen Hertog. uitstekende duintoppen, de zgn. donken, De bijdrage van ons medelid J. Heniger en verhoogde oeverwallen leenden zich knoopt hierbij aan. Hij geeft een beschrij­ voor de vestiging van nederzettingen. Ten ving van een van de polders in het ontgin­ onzent vormt daarvan een ningsgebied van de Vijfheerenlanden in goed voorbeeld. de middeleeuwen, namelijk Boigerijen, dat n Het in cultuur bren en van ^It • ij+^^c+rQU+Q wcbi ui V_IIIC uiur\r\ci l lu ie vclutiltîM, ni. veengebied was een proces van de lange Langbolgerijen, Kortbolgerijen en Zouden- adem en heeft eeuwen geduurd. De daar­ Bolgerijen. Pas in de 14e eeuw duiken de bij gehanteerde verkavelingsstructuur van namen op van de bezitters van deze pol­ "i&i laiiu vuiiiiL iui tic uay vciu vai luctöy ders, die op zeker moment achterieen- nog steeds een karakteristiek element van mannen bleken van de heren van Vianen. de landschapsarchitectuur in Holland en De auteur gaat ook in op de ingewikkelde . Dat beseft men pas goed, als kwestie van de herkomst van deze men er vanuit een vliegtuig op neerziet. gerechten uit de zgn. Manschap van Kuik, Er mag nog wel eens op gewezen wor­ die in 1327 aan de graaf van Holland was den, dat het ontginningenlandschap een verkocht. Ook Vianen, Hagestein en historisch monument is, waarmee we behoorden daartoe en zijn dus zorgvuldig moeten omspringen. sinds die tijd als Hollands gebied te In dit nummer wordt de ontginningsge­ beschouwen, ook al hebben de latere schiedenis van de Vijfheerenlanden in een heren van Vianen zich daar weinig van overzichtsartikel geschetst. De geologi­ aangetrokken. sche situatie ten tijde van de eerste ont­ Zoals gebruikelijk wordt het nummer af­ ginningen, de politiek-institutionele ver­ gesloten met de Kroniek. Daarin is ook houdingen tussen en Linge, de orga­ afgedrukt de brief die het bestuur aan de nisatie en - wij zouden zeggen - projekt- gemeenteraad heeft gestuurd naar aanlei­ matige aanpak van de ontginningen op ding van het Lijnbaanprojekt. Als gevolg initiatief van de landsheer (de graaf van hiervan dreigt de zuidelijke stadsmuur, Holland en de bisschop van Utrecht) in nog niet zo lang geleden zorgvuldig strookvormige verkavelingen volgens zgn. gerestaureerd, een gatenkaas te worden. 'cope'-overeenkomsten (vgl. Hei- en Maar ook anderszins dreigt het zicht op Boeikop, enz.), dit alles komt de historische binnenstad ernstig aange­ ter sprake in een bijdrage van Ruud de tast te worden. Het leek de redactie goed Jong. In het bijzonder besteedt hij aan­ om de bedenkingen van de vereniging dacht aan de organisatie van de uitwate- tegen de gevolgen van deze plannen voor ring van de ontgonnen landerijen, waarbij het nageslacht vast te leggen. aanvankelijk het overtollige water langs natuurlijke weg via sloten, boezemwaters Vianen, maart 1994 en de grote rivieren naar zee vloeide, maar waarvan de lozing op het buitenwa­ ter in de vijftiende eeuw als gevolg van inklinking van het veen en een geleidelijke stijging van het zeeniveau steeds meer

33 De uitwatering in de Vijfheerenlanden is bemaling (naast een goede bescher­ vóór 1460 ming door dijken) thans onontbeerlijk. Het eerste bericht over bemaling van de Inleiding Vijfheerenlanden dateert uit 1460. Karel de Stoute, de toenmalige heer van het De Vijfheerenlanden zijn relatief laag gele­ Land van Arkel, gaf opdracht tot het bui­ gen ten opzichte van het omringende bui­ tenwerking stellen van de waarschijnlijk tenwater. Het zich tussen de Lek en de kort tevoren gestichte poldermolens, die Linge binnen een aloude ringdijk uitstrek­ uitsloegen op het boezemwater . kende gebied omvat globaal een oostelijk Er waren geschillen gerezen spruijtende deel, dat zich een weinig boven het van zeecker watermoelenen die die hee- niveau NAP verheft, en een meer weste­ ren van Brederode ende Cuijlenborch mit lijk gelegen deel, dat zich daar beneden huere medeplegers geset hadden op den bevindt (afb. 1). In het hoge deel ligt het Zieryck, tot groten hynder, beswaringe meeste land echter niet hoger dan 1 ende last van onsen lande ende ondersa­ 2 meter boven NAP, slechts een geringe ten van Arckef . Deze windwatermolens oppervlakte langs de Lek en vooral op de maalden overtollig water uit de hoger Hagesteinse stroomrug reiken tot 2 à 3 gelegen omstreken van Vianen (onder de meter boven NAP1. In het lage deel ste­ jurisdictie van de Brederodes) en Ever- ken de Schoonrewoerdse stroomrug en dingen (horend onder Culemborg) in de het oeverland van de Linge in het zuiden Zederik. Deze voerde het water vervol­ eveneens boven NAP uit, tot ongeveer gens door het lager gelegen Land van 1 meter. In totaal ligt ca. 70% van de Vijf­ Arkel, dat daar kennelijk last van onder­ 3 heerenlanden boven het O-niveau, doch vond . minder dan 10% reikt hoger dan 1 meter. Het door Karel de Stoute gepresenteerde Deze hoogte van het maaiveld van om en alternatief ten behoeve van een goede nabij 0 meter NAP wordt echter ruim­ uitwatering van de noordelijke Vijfheeren­ schoots overtroffen door de waterstanden landen, namelijk een watergang door de van het omringende buitenwater. Daardoor Zouwedijk naar de Merwede bij Hardinx- veld, stuitte echter op onoverkomelijke / bezwaren, zodat het gehele plan in 1462 4 /^ T~~~\x door Karel werd herroepen . Men mag / Vianen aannemen, dat de molens op de Zederik in werking zijn gebleven. sp Uit enkele laat-13de-eeuwse stukken blijkt ^ Hoger dan evenwel dat al veel vroeger een gedeelte­ ta\ ,-' ,. 0 m. lijk gegraven stelsel van watergangen in 0 \ / .'"/•"/' '-- de Vijfheerenlanden aanwezig was, waar­ <• V 's / ,' / ' '' ' - x £ ƒ 'l / -' / *-' ; langs het overtollige water uit het gebied 1 ^ ' '' " ~^7 afvloeide. Bovendien werden maatregelen P- genomen om het gebied tegen overstro­ V ,-s r*-".* 5 l_l- -' /"o ming van buiten te beschermen . Dit doet * kz'l'^^'-'f:~-',1 /' '-'/' / © '"•-•-.z de vraag rijzen op welke wijze dit tegen­ /# woordig zo laag gelegen gebied in die Lager dan a / periode zonder hulp van bemaling werd 1 j e / SO m. /'l'~.^ - ontlast van overtollig water. Tegelijk komt M , v r ' / ~' daarbij de vraag op hoe lang de uitwate- Hd-l ' ' l^-*' l_I. ~**^ ~~ -- ringsstructuren al bestonden vóór de tijd X waaruit de bovenbedoelde, oudst ) ' Linge bewaard gebleven stukken stammen. Met andere woorden, wanneer is een begin gemaakt met maatregelen ten behoeve 1. Hoog en laag in de Vijfheerenlanden. van de uitwatering. De nul-meter hoogtelijn is gestreept aangegeven.

34 Landschap en bewoning rond het jaar 1000.

De ondergrond van de Vijfheerenlanden maakt deel uit van een dikke, waaiervor­ mige laag verweringsmateriaal, die in een omvangrijk dalingsgebied aan de rand van het continent al meer dan een miljoen jaren voortdurend wordt aangevuld door de grote Noordwest-Europese rivieren6. Het verweringspuin in de ondergrond is samengesteld uit grind, zand en klei. Het is voornamelijk aangevoerd door de Rijn, in mindere mate door de Maas en mid- denduitse rivieren, en mogelijk zelfs door de Schelde. Na de laatste ijstijd, ca. 13.000 jaar gele­ den, bevond het gebied zich in een brede, ondiepe riviervallei waar meanderende rivierarmen in westwaartse richting door­ 3. Rivierarmen en stroomruggen in de Vijfheeren- heen stroomden (afb. 2). Wegens verzan­ ianden: i. Hagesteinse stroom; 2. Zijderveldse ding veranderden deze soms van stroom- stroom; 3. Schoonrewoerdse stroom; 4: Schaayk- se stroom. baan, zodat een viertal fossiele rivier­ armen, de stroomruggen, nog dicht onder of aan de oppervlakte liggen. Tussen de rein. De oudst bekende van deze vroege­ rivierarmen in heeft zich voortdurend veen re rivierarmen dateren van vóór 3000 kunnen vormen, waarin ook af en toe v.Chr., hun diepliggende stromruggen zijn laagjes klei werden afgezet. De stroom­ met veen en met klei-afzettingen van de ruggen van deze rivieren liggen hoger in jongere rivierarmen bedekt7. Tussen 3000 de ondergrond. Door de inklinking van het en 1500 v. Chr. zijn de zgn. Zijderveldse, omringende veen ten gevolge van de late­ Schaaykse en Schoonrewoerdse stromen re ontginningen vormen zij tot op de huidi­ actief geweest (afb. 3). Na de verzanding ge dag zichtbare verhogingen in het ter- van de Schoonrewoerdse stroom heeft de hoofdafvoer van de Rijn ongeveer duizend jaar lang ten noorden van de Vijfheeren­ landen gelegen, in de tegenwoordige provincie Utrecht8. In die tijd hebben de moerasbossen in de Vijfheerenlanden zich goed kunnen ontwikkelen, wat tot een toename van de vorming van het Hollandveen heeft geleid. Verscheiden eeuwen vóór het begin van de jaartelling is uiteindelijk de laatste ver­ dwenen rivier in het gebied tot ontplooiing gekomen, de zgn. Hagesteinse stroom, die vanaf Helsdingen de bovenloop van de Hollandse IJssel volgde en na Montfoort naar de Oude Rijn bij liep langs de Linschotenrug9. Dit is een belangrijke Rijnarm geweest getuige de hoge stroomrug, die duidelijk waarneem­ baar 2 tot 3 meter boven het omliggende 2. Rivieren in de laatste ijstijd. terrein uitsteekt en waarvan de oeverwal-

35 len gemiddeld zo'n 500 meter uit elkaar zijn gelegen10. N /^•v^ NESN Na het begin van de jaartelling is de / ^-N Jl -/ /HSV ^^ 11 afvoerfunctie van de Hagesteinse stroom f\. /^ -^C-'A overgenomen door de Lek, een nieuwe J ^6NES •"" V Jl GOUWENES rivier, die tussen de 4e en 8e eeuw als de JT hoofdafvoer van de Nederrijn is gaan \ /, functioneren11. Een restant van de oude \ 11 LAAK rivier was in 1288 onder de naam Gaasp 12 % / MIDDELOOS / nog aanwezig bij Hagestein , maar enige '\ <»-•-- / *•* "*~ / tijd daarvoor waren de boven- en bene- • • ' / denmondingen (beide in verbinding met U'---"ts LEDE / de Lek) al afgedamd13. Na de 13e eeuw is - - *^. / nooit meer iets van dit water vernomen. In ..ARKELOOS HL / /1 f — 1 Gasperde (van Gaaspweerde), de middel­ (è GRAVIttNE- j eeuwse naam van Hagestein is de naam \\ i t LOOS -^ _ 2 van de oude rivier langer blijven voort­ 3 leven. De hoofdstromen omstreeks 1000 waren 4. In het verkavelingspatroon resterende sporen de Lek en de Linge, waartussen het van voormalige zijtakken en veenwatertjes. 1. dij­ gebied van de latere Vijfheerenlanden ken; 2. voormalige watertjes; 3. verondersteld voormalig watertje. HS=Hagesteinse stroomrug. gestalte heeft gekregen.

In de derde eeuw na Chr. nam de bevol­ het bij dalend rivierpeil uit de moerasbos­ king in het hele deltagebied af14, waar­ sen kon wegvloeien, zowel via dezelfde schijnlijk ook in de latere Vijfheeren­ zijtakken (in benedenwaartse richting) als landen. In de vroege middeleeuwen deed de veenwatertjes 'Arkeloos', 'Middeloos' zich weer dorpsvorming voor op de oever- en 'Gravinneloos'. De afwatering van het wallen: vóór 1000 ontstonden in elk geval gebied verliep aldus op geheel natuurlijke Gasperde (Hagestein) en Helsdingen aan wijze, met de rivieren mee in beneden- en de Gaasp, aan de Lek, en zeewaartse richting (afb. 4). aan de Linge, mogelijk ook Het veengebied was omstreeks het jaar Leerdam. Omstreeks 1000 waren de oude 1000 onbewoond en ongecultiveerd. Dit cultuurgronden bij deze dorpen, in hoofd­ werd veroorzaakt doordat dit gebied bij zaak engen (bouwlandcomplex van de hoge rivierstanden bestond uit een dras­ akkers van de bewoners), en enig oud sig en soms zelfs geheel overstroomd koningsgoed eveneens op de stevige elzenbroekmilieu met slappe bodem. Wel oevers gesitueerd, terwijl het tussen de werd het moerasgebied door de bewoners rivieren gelegen veen nog in woeste staat van de oeverwallen gebruikt om er te verkeerde. De begroeiing heeft indertijd jagen, te vissen, riet en hout te halen, bestaan uit door elzen gedomineerde plaggen te steken en zelfs wel om er vee moerasbossen in het veengebied en te weiden. Dergelijke stukken van de wil­ waarschijnlijk niet veel zwaardere bebos­ dernis werden als 'velden' aangeduid16, sing op de kleistroken15. die in de Vijfheerenlanden zijn terug te Dit ca. 10 km brede veengebied lag aan­ vinden als , Lakerveld, Rietveld, zienlijk hoger dan tegenwoordig, in het Oosterwijkse veld en Kedichemse veld17. algemeen ongeveer even hoog als de Omstreeks deze tijd begon men met de oeverwallen. Het was een moerassig ontginning van deze enorme veengebie­ gebied, dat bij hoge rivierstanden functio­ den in de Hollands-Utrechtse laagvlakte, neerde als tijdelijke berging van rivierwa­ eerst op beperkte schaal vanuit de ter. Dat kon binnendringen via de zijtak­ bewoonde oeverwallen en engen, later ken Laak, Lede en (veronderstelde) volgens een weloverwogen en systemati­ Gouwe. Het water stagneerde daar, totdat sche ontginningsstrategie.

36 Ontginning van de wildernis vruchtbaarheid van de kleistroken langs de rivieren heeft men zich hierbij niet hoe­ Een eerste vereiste voor het geschiktma- ven te beperken tot de engen (de oor­ ken van de ca. 10 km brede strook veen- spronkelijke bouwlanden bij de nederzet­ wildernis tussen Lek en Linge voor men­ tingen), maar konden de bestaande selijke bewoning en landbouwproduktie nederzettingen stukje bij beetje worden was de ontwatering van het levende veen. vergroot door van tijd tot tijd stukken wil­ Daartoe werden in afzonderlijke ontgin- dernis te cultiveren. Deze verkavelingen ningsblokken drainagestelsels aangelegd vonden plaats in lokale kaders: zij werden van onderling parallelle sloten, ongeveer uitgevoerd door de dorpsgemeenschap­ loodrecht op een ontginningsbasis in de pen zelf al naar gelang de behoefte aan vorm van een weg, die gesitueerd werd nieuw akkerland zich deed voelen. Door op de oeverwal of langs een natuurlijke of Van der Linden is deze gang van zaken kunstmatige hoofdwatergang. Via het slo- 'de eerste uitbouw van het oude land' tennet stroomde het overtollige water uit genoemd20. Zo zijn langs de Linge de oud­ het moeras in de hoofdwatergang, en kon­ ste strokenverkavelingen vanaf de ontgin­ den de tussenliggende kavels na voldoen­ ningsbasis aan de rivier nog goed te de uitdroging van de veengrond in cultuur onderscheiden als een aaneengesloten worden genomen18. Via hoofdwatergan­ reeks van naast elkaar gelegen ontginnin­ gen, de weteringen en vlieten, werd het gen van geringe omvang, In het noorden water uit het ontginningsbiok geioosd, het­ van de Vijfheerenlanden zijn al sinds het zij op een nog onontgonnen broek of midden van de 10e eeuw ontginningsacti­ stroomafwaarts op een rivier. Hierdoor viteiten bedreven door de Utrechtse kapit­ ontstonden de typische strokenverkavelin­ tels van de Dom en Oudmunster, zoals op gen in het gebied. Deze ontwateringsme­ de oude engen van Gasperde en Hels­ thode is slechts op de Hagesteinse dingen (in de polder Bloemendaal), in de stroomrug niet overal nodig geweest, daar Mafit en de Monnikenhof, alsmede in het worden ook blokverkavelingen aangetrof­ grootschalige ontginningsbiok De Biezen. fen. Zowel tegen wateroverlast als tegen De systematische ontginningen, sinds de uitdroging zullen kaden om de ontgin- 11e eeuw algemeen en op gelijksoortige ningsblokken zijn aangebracht, zodat kan wijze uitgevoerd in de Hollands-Utrechtse worden gesproken van polders. laagvlakte, werden aangepakt op initiatief Met het voortschrijden der ontginningen van de regionale machthebbers, onder zijn ook de gevolgen van rivieroverstro­ wie met name de graven van Holland en mingen ernstiger geworden en werden de de bisschoppen van Utrecht op de voor­ kaden langs de rivieren aaneengesloten grond traden. Zij zochten hun landsheerlij- en geleidelijk opgehoogd tot dijken. Uit de ke territoria uit te breiden en te versterken al eerder aangehaalde overeenkomst van door de onbewoonde venen te bestem­ 1284 blijkt, dat het gebied van de latere men voor de stichting van geheel nieuwe Vijfheerenlanden in of kort na dat jaar nederzettingen21. 19 geheel was omgeven met een ringdijk . Een belangrijk kenmerk van die dorps­ Het overtollige water van het grootste deel stichtingen was, dat ze werden uitgevoerd van dit omdijkte gebied werd toen via de op basis van een zgn. cope, een overeen­ Zederik geloosd in de Linge, door uitwate- komst tussen de landsheer en de toekom­ ringssluizen bij Arkel. stige bewoners22. Deze laatsten waren Nog voordat de ontginning van het centra­ pure kolonisten, die zowel van de omrin­ le veengebied in de Vijfheerenlanden gende, als van de veel verder verwijderde vanaf de 11 e eeuw op systematische oude cultuurgronden afkomstig kunnen wijze werd ter hand genomen in het kader zijn geweest23. Op systematische wijze van de zgn. Grote Ontginning, is het werden de toekomstige dorpsterritoria uit­ bewoonde areaal in de latere Vijfheeren­ gemeten in de wildernis en toegewezen landen geleidelijk uitgebreid ten behoeve aan groepen gecontracteerde kolonisten. van de groeiende bevolking. Vanwege de Elke man verkreeg een gestandaardi-

37 en bestaat uit een drietal verkavelingen N f^*V^\ (Zijderveld, Kortgerecht en Nieuw- Schaayk). Het andere, grotere complex / V (3600 ha) is gerealiseerd aan de westzijde /' 7Ï>» van de ontginningsbasis, en wel volgens r '• A \ LAAK /VN /'m - - / een voor het gehele gebied ontworpen LB ƒ ' T / 7 ontginningsplan. Dit middeleeuwse NB / BC / / 1 I• -•ZV/ 'streekplan' voorzag in eerste instantie in B LM NH ƒ ° / / de aanleg van een vijftal parallel verlopen­ \/ / de ontginningsbases vanaf de oude ver­ /' ;/ OH/KG/ / LBR bindingsweg. Daarna zijn vanaf elk van HM y / deze vijf ontginningsbases afzonderlijk de 1 \LEDE * ' HL N - : LD ' y% blokken Autena, Bolgerijen, Boeicop, VL/ Heicop en Middelkoop ontgonnen volgens / de bekende strokenverkaveling. De ont­ \ —--' 1 ginning van deze vijf blokken is met tus­ ^S 2 senpozen gerealiseerd in westelijke rich­ * Linge 3 ting vanaf de oude verbindingsweg, zoals valt af te leiden uit de aanwezigheid van 5. Afzonderlijke ontginngingsblokken in het cen­ enkele zijkaden: de Groene Kade in trale deel van de Vijfheerenlanden. 1. verbindings­ Bolgerijen, de Zijde- of Rijskade in Heicop weg Everdingen-Leerdam; 2. ontginningsgrenzen; 3. voormalige gerechtsgrenzen; A=Autena; en de Zijlkade in Middelkoop. Dit waren T=Tienhoven; VN=Vrije Nes; LB=Ley Bolgarijen; de westelijke begrenzingen van de als BC=Bolgarijen onder Culemborg/Everdingen; eerste ontgonnen nederzettingsterritoria: NB=Neder-Boeicop; OB=Over-Boeicop; Bolgerijen onder Everdingen, Over-Heicop NH=Neder-Heicop; OH=Over-Heicop; en Hoogeind of Hoog-Middelkoop (afb. 5). LM=Laageind van Middelkoop; HM=Hoogeind Tot op de huidige dag behoren de zijka­ (van Middelkoop); LBR=; HL-Hoog- Leerbroek; LD=Loosdorp; ZV=Zijderveld; den zelf tot de oostelijk ervan gelegen KG=Kortgerecht; NS=Nieuw-Schaayk. polders en zijn de moderne gemeente­ grenzen, net als oude nederzettings- of gerechtsgrenzen, nog altijd gesitueerd seerd aandeel in het te verkavelen 25 gebied, zijn strookvormige hoefslag, in aan de westzijde hiervan . Ook in Autena vrije eigendom ter cultivering en bewo­ en Boeicop zijn er oude gerechtsgrenzen ning. Een veel voorkomende maat van de aanwezig, en hoewel deze niet (meer?) hoeve was 6 voorling (1200 à 1350 m) in vergezeld gaan van zijkaden, doen zij ver­ de diepte bij 30 roeden (95 à 115 m) in de moeden dat ook hier de ontginning in breedte24. fasen is uitgevoerd met verschillende nederzettingsterritoria in deze blokken: De regelmatige, strakke verkavelingsvor- Autena onder Everdingen met het afzon­ men in het centrale deel van de derlijke gerechtje Tienhoven naast Autena Vijfheerenlanden vormen tezamen met de onder Vianen, en Over-Boeicop naast cope-namen Middelkoop, Heicop en Neder-Boeicop. Boeicop de nog altijd bestaande kenmer­ ken van de systematische en van hoger­ Op grond van interpretatie van de schaar­ hand georganiseerde ontginningswerk- se historische gegevens kan worden vast­ zaamheden uit de periode van de Grote gesteld, dat de ontginningen langs de Lek Ontginning. en de Linge omstreeks het jaar 1100 Voor een tweetal ontginningscomplexen waren voltooid, en dat de ontginningen heeft de huidige weg tussen Everdingen langs de Laak, en mogelijk ook die in en Leerdam, waarschijnlijk een oude ver­ Leerbroek, waarschijnlijk in uitvoering ver­ bindingsweg tussen de gouwen Lek-IJssel keerden in de jaren rond 110826. Van de en Teisterbant, als ontginningsbasis polder Hei- en Boeicop kan worden aan­ gediend. Het ene complex strekt zich uit genomen, dat deze in de jaren '30 van de ten oosten van de oude verbindingsweg 12e eeuw onder het landsheerlijk gezag

38 van de bisschop van Utrecht is ontgon­ vroege 12e eeuw tot in de loop van de nen. De hiermee samenhangende ontgin­ 14e eeuw in het gebied zijn opgewor­ ning van het omringende cope-complex, pen28, eigenlijk vanaf de aanvang van de namelijk Autena, Bolgerijen, Boeicop, ontginning een rol gespeeld. Ook kan in Heicop en Middelkoop kan dus in het dat verband gewezen op de verwoesting tweede kwart van de 12de eeuw worden van de kerk van Autena per eluvionem gedateerd27. aquarum (door overstroming), die volgens De kunstmatige uitwateringsstructuren in de bron van 1294 geruime tijd vóór dat de Vijfheerenlanden blijken dus al meer jaar en volgens Dekker mogelijk zelfs nog dan 300 jaar vóór de invoering van de in de 12e eeuw heeft plaatsgevonden29. bemaling in het gebied aanwezig te zijn.

Ontwikkeling van de uitwaterings­ N structuren tot 1460 % S De oorzaak van de diverse veranderingen ^j^mß o"" in het functioneren van de uitwaterings­ structuren zijn toe te schrijven aan de ont­ ». >1 LA / watering van het levende, waterhoudende ,~ / CENTRALE veen. De hierdoor veroorzaakte inklinking „ML 1 /' VEENGEBIED van de bovenlaag deed het maaiveid zodanig dalen, dat er problemen ontston­ ^^ ' / den bij de lozing van overtollig water op NL T* j ^_ het relatief steeds hoger komende buiten­ L E * AM *r*"4 \. - -^L f water. Uitgaande van een oorspronkelijke MiL ZW VEEN- *• • V ligging van het veenoppervlak ter hoogte > / GEBIEAL D >__. » van de overwallen, is het grondoppervlak >V/ *GL i/^l na meer dan zeven eeuwen kunstmatige 1 ontwatering 2 à 3 m. gedaald. Het inklinkingsproces viel slechts te stop­ 3 pen door de waterstand weer aan het 6. Reconstructie van het uitwateringspatroon ca. maaiveld te laten komen, maar dat was 1100. 1. rivieren; 2. zijtakken en veenwatertjes; om begrijpelijke redenen ongewenst. Dus 3. verlande stromen. De blokverkavelingen zijn werd het peil, sinds de waterstand binnen blokvormig weergegeven, de ontginningen, hetzij de polders beheersbaar was geworden, voltooid of in ontginning, zijn strookvormig. kunstmatig laag gehouden. Het inklin­ HW=Haagwetering: G=Gaasp; LA=Laak; kingsproces van de bovenste bodemlagen ML=Middeloos; NL=Noordeloos; LE=Leede; bleef zodoende voortduren, en daarmee L=Loos (Loosdorp); AM=Aquoyse Meer; MIL=Minkeloos; AL=Arkeloos; GL=Gravinneloos; de daling van het maaiveld. Dit had tot D=Donken. gevolg dat nog weer lagere waterstanden binnen de polders noodzakelijk werden, Een globale reconstructie van het uitwate­ zodat op den duur onvermijdelijk stagnatie ringspatroon tijdens de eerste decennia ontstond bij de lozing van polderwater op van de 12de eeuw kan worden gemaakt het buitenwater, dat zelf onder invloed van op basis van de in het verkavelingspa­ zeespiegelrijzing aan lichte niveaustijgin­ troon resterende sporen van de veenwa­ gen onderhevig is geweest. Ter bestrijding tertjes, via welke het langs de randen van de uitwateringsproblemen ten gevolge reeds in cultuur gebrachte gebied hoofd­ van de daling van het maaiveld werd uit­ zakelijk uitwaterde (afb. 6). Het grootste eindelijk in 1460 het bemalen van de pol­ deel van de waterafvoer moet in die tijd ders in de Vijfheerenlanden geïntrodu­ hebben plaatsgevonden naar de Lek, via ceerd. het watertje dat zich vanaf naar Deze problemen hebben, getuige bijvoor­ slingerde en dat bekend moet beeld de vele huisterpen die sinds de hebben gestaan als de Middeloos. Deze

39 /•••""•v N Vet--'vHV \ t SK / •-./ y \ OUDE / *•*».. ZEDERIK *\ ZEDERIK / .« 'X „ I ^FT-IRRTTT .* •1 / ~* * • f £ * MIDDELKOOP M '\^ .* *'/ •* MIDDELOOS • 1 :| ZEDERIK .* .* ;i7p ..•*.. 4- s ? Linge Linge

7. Stelsel van uitwatehngen eerste helft 13e 8. Het boezemwater van de Zederik na de eeuw. OZ=Oude Zederik; MB=Middelbroek; Middeleeuwen. HV=Helsdingse Verlaat; A=Arkelse dam. BM=Biezenmolen; SK=Sluis (Kostverloren); M=Meerkerk; A=Arkelse dam. uitwateringsroute heeft gefunctioneerd tot­ gewaterd. Vermoedelijk nog in de eerste dat omstreeks 1280 een afsluiting te helft van de 12e eeuw is een viertal hoofd­ Meerkerk is aangebracht in het kader van watergangen tot stand gekomen, die elk de aanleg van de Zouwendijk. Enige tijd het water van meerdere polders afvoer­ vóór 1100 was de waterafvoer vanaf den in de Middeloos, waarna het naar Meerkerk nog via de Noordeloos en de Ameide en in de Lek stroomde (afb. 7). Giessen naar de Merwede geschied. Deze hoofdwatergangen, waarvan er één Overtollig water van het in de 11 e eeuw al in 1269 als "uutwetering" werd aange­ uit cultuurland bestaande 'eiland' tussen duid30, worden in later verschijnende bron­ Gaasp en Lek moet vanouds via de nen Oude Zederik of alleen Zederik Hoevensloot en de Haagwetering naar de genoemd. Samen met de Middeloos dien­ zuidwestelijke, meest stroomafwaartse den zij als samenstel van uitwateringska- punt zijn geleid, waar het tegenover nalen, dat na de afsluiting van de Helsdingen in de Gaasp werd geloosd, Middeloos te Meerkerk werd ingericht als even boven de uitmonding van de Gaasp boezem (afb. 8). in de Lek. In het begin van de 12e eeuw is Omdat de lokaal georganiseerde dijkzorg deze uitwetering zuidwaarts verlengd, onvoldoende veiligheid bood aan het aan dwars door de stroomrug van de Gaasp, inklinking onderhevige gebied tussen Lek langs Helsdingen en tussen Bloemendaal en Linge (de latere Alblasserwaard), werd en Ganzenkamp/ door, de in 1277 besloten tot de instelling van een zgn. Oude Zederik. bovenlokaal dijkbestuur in dat gebied31. Met het vorderen van de ontginningen Daarbij werd ook de aanleg geregeld van werd het overtollige water van steeds een zgn. zijdewindedijk, een dwarsdijk als meer polders via weteringen, vlieten en bescherming tegen overstromingswater min of meer vergraven veenwatertjes uit het hoger gelegen gebied (de later afgevoerd. Doordat eigentijdse berichten Vijfheerenlanden), hetgeen de Zouwen- ontbreken is het niet bekend welke de dijk-Bazeldijk tot resultaat heeft gehad. eerste gegraven weteringen zijn geweest Vermoedelijk werd tevens een verbetering en welke polders zij waarheen hebben uit- beoogd van de geleidelijk verslechterde

40 het gebied sindsdien door een ringdijk is omgeven. Opmerkelijk genoeg blijkt, dat het gebied dat niet was omgeslagen voor het onderhoud van de Diefdijk - het gaat daarbij om de polders langs de Linge - evenmin deel uitmaakte van het boezem­ gebied van de Zederik. Zij waterden recht­ streeks uit in de Linge of langs een ander boezemwater. Binnen twintig jaar na inrichting van de Zederikboezem heeft een aantal polders ten noorden van Leerdam, waaronder Zijderveld en Everdingen, zich afgeschei­ den en is een afzonderlijke uitwaterings- eenheid gaan vormen. De uitwatering daarvan werd tot stand gebracht via de tot een nieuwe watergang omgevormde bovenloop van de Lede, in de Linge bij Leerdam. Kort daarna, In 1304, sloot de polder Middelkoop zich aan bij deze vrij- wei zeker ook ais boezem ingerichte uit- 9. Boezemgebied van de Zederik (sinds 1284), wateringsstructuur: de Ledeboezem. met uitwatering door een sluis bij de Arkelse dam Nadat de polders Zijderveld met Everdin­ in de Linge. 1. Hoofddijken; 2. Boezemwater van gen vanaf 1312 via de Huibert weer op de de Zederik; 3. Huibert. 4. boezemgebied sinds Zederikboezem gingen lozen, besloeg de 1284 (daarvóór via de Middeloos in de Lek); 5. oppervlakte van het boezemgebied van boezemgebied sinds 1286 (idem); 6. boezemge­ de Zederik ca. 8400 ha (afb. 10). bied sinds 1312 via de Huibert; 7. boezemgebied 1284-1304 (idem); 8. boezemgebied 1284-1377; 9. boezemgebied sinds 1284, tot 1304 vermoede­ lijk via de Lede, na 1304 via de Linge te Leerdam. binnenlandse afwatering32, en werd daar­ om in 1281 de Giessen afgedamd33. De aanleg van de Zouwendijk maakte een eind aan de uitwatering van het gebied via de Middeloos in de Lek. In 1284 werd daarom een uitwateringssluis aangebracht in de Arkelse dam, welke dam lang tevo­ ren al moet zijn gelegd in de uitmonding van een voormalig, in het Zederikstelsel opgenomen veenwatertje34. De uitwate­ ring van dit samenstel van watergangen geschiedde voortaan door deze sluis, in de Linge. Bij dezelfde overeenkomst van 1284 werd het Zederikstelsel ingericht als boezem. Het op deze nieuwe boezem en dus via de Arkelse dam in de Linge lozen­ t l f de poldergebied besloeg aanvankelijk i A Lmge bijna 90 procent van het gebied, ofwel een oppervlakte van ongeveer 10.500 ha (afb. 10. Uitwateringspunten op de Linge 1312-1371. 1. polders uitwaterend via de Zederik op de Linge; 9). Tegelijkertijd werd ook de aanleg van 2 en 3. polders uitwaterend op de Linge; 4. Polder de Diefdijk, een zijdewindedijk tegen van Laag-Middelkoop, uitwaterend op de Linge via de boven afvloeiend water, geregeld, zodat Middelkoopse vliet.

41 soort tussenboezem voor het noordelijk deel van het boezemgebied (afb. 12). / y Deze structuur is vóór 1416 alweer gewij­ y^Acht- zigd, mogelijk als gevolg van de in 1401 •— N>* jT hoven uitgebroken Arkelse oorlog. In 141636 Jr Kost verloren althans bleek het zuidelijk deel van het damj ^£22 boezemgebied van de Zederik, Nieuwland A meide | Jn'*#9#c c.s. met Quakernaak, niet meer bij Kostverloren uit te wateren, maar over een eigen, buiten het gebied voerende \ Liesveld boezemwatergang te beschikken: de Schotdeurense vliet, die zich ontlastte in de Merwede bij Gorinchem. Ook de pol­ +tl11 oude dijk ' uitwatering ders in het noorden van het gebied, Vianen c.s., toonden belangstelling voor 11. Situering van de in 1373 vergunde uitwate- dit laag gelegen en dus gunstige uitwate- ringssluizen tussen de Zederikboezem en de Lek. ringspunt. Dit leidde in 1416 tot een geschil met Nieuwland c.s. Het gevolg In 1371 verkreeg de polder Laag-Middel- daarvan was dat in de zuidelijke tak van koop een apart van de Ledeboezem func­ de Zederikboezem ter plaatse van de hui­ tionerende uitwetering, de Middelkoopse dige Bazelbrug een dam werd gelegd, de vliet, die bij Oosterwijk in de Linge spuide. Boterslootse dam, waarmee het water van Belangrijke wijzigingen vonden plaats in Vianen c.s. uit de Schotdeurense vliet de jaren 1373-1378. In 1373 werd door de werd geweerd. De uitwatering van landsheerlijke overheid in 's-Gravenhage Quakernaak, dat onder Viaanse jurisdictie toestemming verleend aan de 'landen ende luden' in de Vijfheerenlanden om uit- wateringssluizen te leggen in de hoofdwa­ terkering langs de Lek35. In dat jaar werd in de Lekdijk bij Kostverloren een uitwate- ringssluis gelegd, waardoor in eerste instantie alleen het noordelijk deel van het boezemgebied van de Zederik (Vianen c.s.) is gaan uitwateren (afb. 11). Vanaf 1377 ging ook het zuidelijk deel van het boezemgebied van de Zederik (Nieuwland c.s. met Quakernaak) van deze uitwate- ringsroute gebruik maken. Het uitwate- ringspunt voor het boezemgebied van de Zederik werd dus verplaatst van de Arkelse dam naar de Kostverlorensluis bij Ameide, dus van de Linge naar de Lek. Daarbij is ongeveer halverwege, bij Schutterseiland, waar vanouds de j Linge 'Viaanse' Zederik in de Middeloos uit­ mondde, een schotdeur in de boezem 12. Uitwateringseenheden met lozingspunten aangebracht, waarmee de uitwatering van sinds 1378. 1 en 2. boezemgebied van de Zederik het hoger gelegen Vianen c.s. tijdelijk kon met uitwatering sinds 1378 in de Lek bij worden onderbroken ten behoeve van Kostverloren (K); 1. hoge deel van het boezem­ onbelemmerde uitwatering van het lager gebied met 'gehandicapte' uitwatering in de gelegen Nieuwland c.s. Zodoende is het Middeloos via de dam met schotdeur (D); 2. lage beneden de schotdeur gelegen deel van deel van het boezemgebied; 3. overige boezem- gebieden met uitwatering in de Linge. de boezem gaan functioneren als een A=Arkelse dam.

42 13. Uitwateringseenheden met lozingspunten in 14. Uitwateringseenheden met lozingspunten 1416. 1. Polders uitwaterend op de Zederik; 2. sinds 1431. 1. Polders uitwaterend op de Zederik; Polder Quakernaak; 3. Nieuwland c.s., uitwate­ 2. Polders uitwaterend via de Klinkert (K) onder­ rend via de Klinkert (K) en de Schotdeuren (S) en door de Zederik naar de Schotdeuren (S) en de de Schotdeurense vliet (SV) op de Merwede bij Schotdeurense vliet (SV) op de Merwede bij Gorinchem (G) 4. Polders uitwaterend op de Gorinchem (G); 4. Polders uitwaterend op de Linge. KS=Kostverloren sluis; B=Boterslootse Linge. KS=Kostverloren sluis. dam; A=Arkelse dam. viel, is daarbij herplaatst naar de en in 1566 blijken de sluizen bij Kostver­ Zederikboezem. Sindsdien verwerkte loren nog altijd in werking te zijn38. deze boezem het water van een ruim 6700 ha groot boezemgebied, waarvan de Besluit uitwatering bij Kostverloren plaats bleef vinden (afb. 13). Sinds de ontginningen in de 12de eeuw De aanwezigheid van de Boterslootse werd de vrije lozing van overtollig water uit dam vormde overigens een aantasting het gebied op het buitenwater steeds van de uit 1284 stammende uitwaterings- meer bemoeilijkt ten gevolge van door­ rechten van Vianen c.s. door de zuidelijke gaande maaivelddaling. De kunstmatige Zederiktak en de Arkelse dam in de Linge. uitwateringsstructuren zijn daar telkens Dit probleem werd in 1431 tot een oplos­ weer aan aangepast. sing gebracht door de boezemwatergang Aanvankelijk vond vrije lozing plaats mid­ van Nieuwland c.s. bij Schotdeuren onder­ dels uitweteringen. Nog vóór het einde door de Zederik te leiden, door middel van van de 13de eeuw was het belangrijkste duikers, waarna de zuidelijke Zederiktak stelsel van uitweteringen ingericht als met de uitwateringssluis in de Arkelse boezem. Spoedig daarna scheidden zich dam weer in gebruik werd genomen door enkele delen van het boezemgebied af en 37 het boezemgebied van de Zederik (afb. vormden een afzonderlijke uitwaterings- 14). Het bestaande uitwateringspunt van eenheid. Weer later werd een ander uit­ de Zederikboezem bij Kostverloren zal wateringspunt in gebruik genomen. daarbij in functie zijn gebleven, want ca. Tevens werd een deel van de boezem 1431 werd geen melding gemaakt van ingericht als een tussenboezem. En beëindiging van de uitwatering in de Lek, andermaal scheidden zich een deel van

43 het boezemgebied af. Vervolgens werd IJssel in de vroege middeleeuwen', Neder­ opnieuw het oorspronkelijke uitwaterings- lands Archievenblad, 84 (1980) 229-247. 10. Verbraeck, Toelichting, 66. punt in gebruik genomen. Het einde van 11. P.A. Henderikx, De beneden-delta van Rijn en deze serie maatregelen kwam met de Maas. Landschap en bewoning van de introductie van windwatermolens in 1460. Romeinse tijd tot ca. 1000 (Amsterdam, 1983) 12. Ruud de Jong 12. OSU, IV, nr. 2334 (1 april 1288): aquam die- tam Gaspa. Dat de Gaasp inderdaad een relict is van de voormalige Hagesteinse Noten stroom valt af te leiden uit een in 1639 opge­ maakte tekening van het grondbezit te 1. De ligging van de Hagesteinse stroomrug is Hagestein van het kapittel van S. Pieter (RAU, met enige moeite op te maken uit het verloop S. Pieter, nr. 425, fo 9). In de aangehaalde van de 2/2 m hoogtelijn, zoals die op blad 38F overdrachtsakte van 1288 worden de Gaasp van de Topografische kaart (1:25.000) is en de Haagwetering als de beide uiteinden weergegeven: van de zandzuigplas Everstein van het goed vermeld, terwijl op de betreffen­ langs het dorp Hagestein, onder de uitbreidin­ de tekening duidelijk is te zien hoe het stuk gen van Vianen, naar het gehucht Helsdin­ land gelegen is tussen de Hagesteinse gen. stroomrug en de Haagwetering. 2. Archieven Hoogheemraadschap van de 13. Henderikx, De beneden-delta, 73. Uit het ver­ Vijfherenlanden (verder: AHV), nr. 1504, brief loop van de Lekdijk ter plaatse van de van Karel de Stoute (10 jan. 1460), afschrift Gaaspmonden kan worden afgeleid dat er 1588: AHV, nr. 1814, oorkonde, waarin Philips dammen zijn opgenomen in het dijktracé. de Goede de door zijn zoon verstrekte 14. Henderikx, De beneden-delta, 33-35. opdracht ondersteunt (7 juni 1461). 15. H. van der Linden, 'Het platteland in het 3. Er zijn geen aanwijzingen dat het overtollige Noordwesten met nadruk op de occupatie water voordien al uit de Vijfheerenlanden circa 1000-1300, in: Algemene Geschiedenis werd geloosd met behulp van watermolens. In der Nederlanden, dl. 2 (Haarlem, 1982) 48-82, Laag-Nederland bestonden überhaupt nog speciaal 52. geen molens vóór het tweede kwart van de 16. Henderikx, De beneden-delta, 55-57. 15e eeuw. G.J. Borger, 'Ontwatering en 17. De drie eerstgenoemde velden hebben zich grondgebruik in de middeleeuwse veenontgin- tot in de huidige topografie kunnen handha­ ningen in Nederland', Geografisch Tijdschrift ven. KNAG, n.r. 10 (1976) 351 ; Zuid-Hollands 18. H. van der Linden, De cope. Bijdrage tot de Molenhoek, samengesteld door A. Bicker rechtsgeschiedenis van de openlegging der Caarten e.a. (Alphen a/d Rijn, 1965) 37-41. Hollands-Utrechtse laagvlakte (Assen, 1956) 4. ARA, Handschriftencollectie, nr. 1335, fo 41- 20. 42 (15 mei 1462). 19. allent dat binnen dien bandike leget ende an 5. Oorkondeboek van het Sticht Utrecht tot der Lecke, OSU, IV, nr. 2180 (11 april 1284). 1301, S. Muller e.a. eds. (5 dln.: Utrecht-'s- 20. Van der Linden, 'Het platteland', 57. Gravenhage, 1920-1959) (verder: OSU), IV, 21. Zie voor dit alles Van der Linden, De cope, nr. 1767 (31 aug. 1269), en nr. 2180 (11 april m.n. 1-3, 70 en 81, en Van der Linden, 'Het 1284). platteland', 64-65. 6. H.J.A. Berendsen, De genese van het land­ 22. Van der Linden, De cope, 72-79. schap in het zuiden van de provincie Utrecht. 23. Ibidem, 115-119. Fockema Andreae heeft Utrechtse geografische studies, 25 (Utrecht, geopperd, dat Zijderveld, Kortgerecht en 1982) 36. Nieuw-Schaayk zijn gekoloniseerd door Putse 7. T. Vink, De Lekstreek, 1926, heeft als eerste emigranten, vanwege de Putse dijkmaat op de stroomruggen in kaart gebracht. De ouder­ de Diefdijk, S.J. Fockema Andreae, Willem I. dom van deze fossiele rivieren is bepaald op Graaf van Holland 1203-1222 en de Holland­ basis van bewoningssporen op de stroomrug­ se hoogheemraadschappen (Wormerveer, gen, onderlinge hoogteligging van de komklei- 1954) 31. lagen die met een bepaalde rivierarm zijn 24. Van der Linden, 'Het platteland', 59. gecorreleerd, pollenanalyse en C 14-daterin- 25. De gezamenlijke gemeentegrens van Vianen gen van organisch materiaal. en Everdingen langs de Groene Kade is in het 8. A. Verbraeck. Toelichting bij de Geologische kader van de gemeentelijke herindeling van Kaart van Nederland 1:50.000, blad 1986, samen met de gemeente Everdingen Gorinchem (Gorkum), 38 Oost (Haarlem, opgeheven. 1970) 65. 26. Zie hiervoor mijn scriptie uit 1989, blz. 51-52. 9. P.A. Henderikx, 'De Lek en de Hollandse 27. Ibidem, 54-57.

44 28. H. Sarfatij, 'De Alblasserwaard-Vijfheerenlan- snelwegen, de A2 Utrecht-Den Bosch en den: een archeologisch ster-gebied', Neder­ de A27 Utrecht-Breda, hebben het vroe­ lands Archievenblad, 84 (1980) 456-481, m.n. ger zo wijdse vergezicht van Bolgerijen 468-469. ten dele verwoest. De aftakeling van de 29. OSU, V, nr. 2662 (20 dec. 1294). Dekker, Het polder begon trouwens al in de 19de Kromme Rijngebied in de middeleeuwen. Een institutioneel-geografische studie. Stichtse eeuw, toen het nieuwe tracé van het Historische Reeks, 9 (Zutphen, 1983) 326. Merwedekanaal de noordwestpunt af­ 30. OSU, IV, nr. 1767 (31 aug. 1269). Vgl. L.F. sneed van de rest van Bolgerijen. Die Texeira de Mattos, De Waterkeeringen, punt kan men nog terugvinden bij het Waterschappen en Polders van Zuid-Holland, voormalige woonwagenkamp bij de dl. IV, afd. II, onderafd. IV: De boezems, Bolgerijen-brug, namelijk het romantische waterschappen, polders en gronden in de Vijf- stukje landschap met het hoogopgaande Heerenlanden ('s-Gravenhage, 1931) 216 en 623. geboomte en de brede, stille waterplas. 31. P.A. Henderikx, 'De zorg voor de dijken in het Sinds 1949 bezit de Stichting "Het baljuwschap Zuid-Holland en in de gebieden Zuidhollands Landschap" in het midden ten oosten daarvan tot het einde van de 13de van de polder een complex weide- en eeuw', Geografisch Tijdschrift KNAG, n.r. 11 griendianden van grote biologische en (1977) 407-427, m.n. 414-415; idem, 'De recreatieve betekenis1. Daardoor is een oprichting van het hoogheemraadschap van verdere aftakeling een halt toegeroepen. de Alblasserwaard in 1277', Holland, 9 (1977) 212-222, m.n. 217. De polder Bolgerijen is altijd een typische 32. 'Afvoer van het binnenwater van het oostelijk grasiandpoider geweest, zij het aan de deel van de Alblasserwaard was op het einde natte kant, met hier en daar wat griendian­ van de 13de eeuw vaak nauwelijks mogelijk', den. Het sporadische bouwland schijnt T. Stol, 'De afwatering van de Alblasserwaard soms als boomgaard gebruikt te zijn2. bij Kinderdijk', in: Jaarboek Alblasserwaard en Hoewel Bolgerijen waterstaatkundig Vijfherenlanden (Utrecht, 1987) 11. steeds een eenheid is geweest, was dit 33. Henderikx, 'De zorg', 414. bestuurlijk niet het geval met uitzondering 34. OSU, IV, nr. 2180(11 april 1284). 35. AHV, nrs 1971 en 1972(28oct. 1373). van de jaren 1407-1411. Tot voor kort 36. AHV, nrs 1809 (16 mei 1416) en 717 (20 aug. behoorde de polder ten westen van de 1416). Groenekade tot de gemeente Vianen en 37. AHV, nr 1813 (6 nov. 1431). het oostelijke gedeelte tot de gemeente 38. ende den opvloedt uijter Zee wort hooger. Everdingen. Sinds de gemeentelijke herin­ alsoo dat dickwils de sluijsen, leggende ter deling valt de gehele polder onder de Ameyde — het meestendeel van 'tjaer gesloten staen, ARA, Handschriftencollectie, gemeente Vianen. 1335, fo98 (4 nov. 1566). Maten en namen

Bolgerijen in de Middeleeuwen Men neemt aan, dat de polder Bolgerijen met het overige middendeel van de Grenzen Vijfheerenlanden ontgonnen is in de loop van de 12de eeuw, misschien zelfs in het In het noorden van de Vijfheerenlanden begin van die eeuw3. ligt de polder Bolgerijen. De polder De polder mat 5750 meter in de lengte en bestond oorspronkelijk uit een zeer lang was gemiddeld ruim 1000 meter diep. gerekte rechthoek. Vroeger strekte Bolge­ Vanouds droeg de polder de naam van rijen zich uit van de Zederik in het westen Bolgerijen; al in 1313 is er sprake van een tot de Poldersteeg, nu de Dorpsweg onder hoeve land in loco qui Bulgherie appella­ Zijderveld, in het oosten, van de Bolge- tor (in een plaats die Bolgerijen genoemd rijse kade in het noorden tot de Achter­ wordt)4. kade en Zijderveldse laan in het zuiden. Reeds in de Middeleeuwen was de polder Van de oude rechthoek is tegenwoordig verdeeld in drie ongelijke blokken, onder­ zowel op de kaart als in het veld weinig ling gescheiden door de Kruisweg en de meer te bespeuren. Vooral de moderne Groenekade.

45 Reconstructiekaartje van de polder Bolgerijen in zijn originele vorm met daarop geprojecteerd de snelwegen A2 en A27. Tekening door Hugo de Lanoy Meijer.

Het westelijke blok, tussen de Zederik en Middeleeuwen meestal Zouden-Bolgerijen de Kruisweg, had volgens de oude maten terwijl het middenblok ook wel Lijden- een oppervlakte van 10 hoeven, dat is Bolgerijen werd genoemd7. De herkomst ongeveer 138 ha. Voor het middenblok, van deze merkwaardige namen komt ter tussen de Kruisweg en de Groenekade, sprake bij de heren van Bolgerijen. Helaas vond ik afwisselend opgaven van 15^, 16 zijn al deze namen op den duur verloren en 16'/2 hoeven, dat is 215 à 229 ha, met gegaan. Nog op de Topografische Kaart een gemiddelde van 222 ha. Voor het van 1911 komen Zouden Bolgerij en oostelijke blok, tussen de Groenekade en Lijden Bolgerij voor, maar Langbolgerij is de Poldersteeg, heb ik geen oude maat daar al verkort tot Bolgerij. Op dezelfde gevonden, maar men kan die berekenen kaart van 1969 treft men nog alleen de op 18 hoeven of 250 ha5. naam Bolgerijen aan, waarmee dan de Het verschil in oppervlakte tussen het gehele polder bedoeld wordt. middenblok en het oostelijke blok is ook in het kaartbeeld gemakkelijk te constateren. Heren en rechten Het middenblok is, langs de Bolgerijse kade gemeten, beduidend korter (2050 Het is niet bekend, wie de polder meter) dan het oostelijke blok (2450 Bolgerijen in de 12de eeuw heeft ontgon­ meter). Dit verkaart dan ook, waarom in nen. Tot aan 1300 kennen wij ook geen de Middeleeuwen het middenblok namen van grondbezitters of bestuurders, Kortbolgerijen genoemd werd, in tegen­ maar in de 14de eeuw wordt de situatie stelling tot het oostelijke blok, dat duidelijker. Langbolgerijen heette6. Naast deze namen die verband hielden 1. Langbolgerijen met de afmetingen van de polderblokken, waren er ook andere namen in gebruik. Het oostblok, Langbolgerijen, was in de Het kleine, westelijke blok heette in de 14de eeuw een bezitting van de heren

46 van Vianen. Zij bezaten er het hoge graaf van Holland uit 1406 werd verklaard, gerecht en het lage gerecht, de tienden en dat Hendrik II van Vianen de heerlijkheid de tijnsen, welke rechten zij in leen hiel­ Langbolgerijen in leen van Holland hield den van de graaf van Holland. met de wat duistere opmerking: alzo atzet Langbolgerijen bevatte toen al een dorp, die van Everdingen van Cuyk te houden dat echter in de oorlog tussen Vianen en plagen10. Blijkbaar is aan de leenverhou- Arkel (1387-1388) in de as werd gelegd ding Holland-Vianen een geheel andere door één van de Arkelse aanvoerders, verhouding, namelijk Kuik-Everdingen, 8 heer Jan van Rijnestein . Op 30 mei 1411 voorafgegaan. verkocht Hendrik II van Vianen Lang­ bolgerijen aan Hubrecht heer van Culem- Hiermee raken wij verzeild in een zeer borg. Bij die gelegenheid werd dit polder- ingewikkelde kwestie: de zogenaamde blok duidelijk omschreven als streckende Manschap van Kuik. In een grijs verleden aen den Zyderveltschen ween [= de waren de heren van Kuik, aan de Maas in Poldersteeg] opwert ende nederwert Noord-Brabant, burggraaf van Utrecht streckende an Cortbolgry en dair ter geweest. Zij hielden dit ambt in leen van I prk\A/Piirt na&cit nalartan -7\/n Hia haar i/on hl i C^ C f* Y~l /"\ l-\ \ir-ir- uioovji lup veil WLI Cl/l IL. A"\C Culenborch ende Otte van Ackoye mit waren uitgestrekte bezittingen verbonden, horen heerlicheden ende an die ander die voor een groot gedeelte aan weerszij­ 9 zyde naestgelegen is Overboeyencoop . den van de Lek lagen. De heren van Kuik I lit rlo t-t/-\/-\r/-ir\l\ i \s/-\ kAnb-nn-rinrt +*-v f *_MI \_i& i \\J\J\ vjdijrx^ ucyici 1^.11 lu, ld hebben op den duur hun burggrafeiijke Leckwairt, blijkt, dat de koper, de heer van bezittingen in achterleen uitgegeven aan Culemborg, ook de heerlijkheid Tienhoven verschillende edelen. Het zijn deze bezit­ in Autena bezat, terwijl Otto van Ackoye tingen en de daarop zittende achterleen­ zijn buurman was met de heerlijkheid mannen die men gewoonlijk aanduidt als Vierhoeven, ook in Autena. Sinds 1411 is de Manschap van Kuik. De heer van Kuik Langbolgerijen niet meer uit handen van verkocht het ambt van burggraaf van Culemborg geweest, zodat de Utrecht in 1220 weer aan de bisschop, Groenekade, de westgrens van dit polder- maar de bijbehorende bezittingen, de blok, sindsdien een deel van de grens tus­ Manschap dus, hield hij aan zich. Ruim sen de landen van Vianen en Culemborg een eeuw later, in 1327, verkocht de heer en daarna lange tijd nog de grens tussen van Kuik ook de Manschap, en wel aan de gemeenten van Vianen en Zijderveld graaf Willem III van Holland. De verkoop (ook oud Culemborgs bezit). van de Manschap heeft grote gevolgen Wij kunnen nog een stapje verder terug gehad voor de kop van de Vijfheeren- doen in de geschiedenis van Langbol­ landen, want ook Vianen, Hagestein en gerijen. In de leenmannenlijst van de Lakerveld behoorden tot de Manschap

leenheer leenman achterleenman bisschop van Utrecht heren van Kuik [Hubrecht van Everdingen 1259-1298]

die van Everdingen 1327 :... na VV?7 Willem III graaf van [heer van Vianen] Holland Hendrik II van Vianen 1417 Hubrecht van Culemborg Leenverhoudingen in Lang-Bolgerijen (gemeente Everdingen).

47 leenheer leenman achterleenman achter-achterleenman

bisschop van heren van Kuik Utrecht 1327 Willem III graaf Jan heren Arnoudsz. van Holland van Heukelom 1327-1353 - 1353 Jan heren Hubrechtsz. Jan heren Jansz. van Leyenburg van Leyenburg ----- 1383 -— Hendrik II van Jan Jansz. van Vianen Leyenburg 1394 .— 1388-1410 Jan V van Arkel 1406 -— Hendrik II van Vianen Leenverhoudingen in Lijden-Bolgerijen (gemeente Vianen). van Kuik, waardoor zij in feite Hollands de grondslag werd gelegd voor het gebied werden11. Hoogheemraadschap van de Keren wij terug tot Langbolgerijen. Het zal Vijfheerenlanden12. Blijkbaar had hij nu duidelijk zijn, dat de overgang van de belangen bij een goede regeling van de leenverhouding Kuik-Everdingen in deze waterstaatkundige verhoudingen in deze heerlijkheid naar de verhouding Holland- contreien. Het lijkt mij aannemelijk, dat Vianen thuis hoort in de kwestie van de heer Hubrecht van Everdingen onder Manschap van Kuik. Ook Langbolgerijen andere de heerlijkheid van Langbolgerijen moet in 1327 begrepen zijn geweest in de onder zijn bezittingen telde en dat één van verkoop door de heer van Kuik aan de zijn 14de-eeuwse nakomelingen die heer­ graaf van Holland. Er blijft nog over de lijkheid heeft verkocht aan een heer van vraag, wanneer en hoe die van Ever- Vianen. dingen als achterleenmannen van Lang­ bolgerijen hun rechten hebben overgedra­ 2. Kortbolgerijen of Lijden-Bolgerijen gen aan de heer van Vianen. Ik heb hier­ over geen acte kunnen vinden, zodat ik De eerste heer van Kortbolgerijen die in niet weet, welk lid van het geslacht Van de documenten opduikt, is Jan heren Everdingen de heerlijkheid aan welke Arnoudsz. van Heukelom. Hij gaf op 21 heer van Vianen heeft overgedragen en juli 1327 de lijftocht van het gerecht en de evenmin in welk jaar dat gebeurd zou zijn. tiende van 16'^ hoeven land, geheten de In ieder geval moet de overdracht nà 1327 Bolgerye, aan zijn vrouw Clementia heren plaats gehad hebben. Hubrechtsdr. van Schonauwen. Jan deed Het geslacht Van Everdingen is vrij goed dit met toestemming van zijn leenheer, bekend in de geschiedenis. De belangrijk­ graaf Willem III van Holland, want evenals ste vertegenwoordiger is Hubrecht van Langbolgerijen maakte ook Kortbolgerijen Everdingen senior, een ridder die vermeld deel uit van de Manschap van Kuik, dat wordt in de jaren 1259-1298. Hij speelde de graaf juist gekocht had13. Dus ook in een vooraanstaande rol in het tot stand Kortbolgerijen was de leenverhouding die komen van het verdrag van 1284, waarbij van leenheer (de bisschop van Utrecht) -

48 leenman (de graaf van Holland) - achter­ denblok omschreven als dat gerechte van leenman (Jan heren Arnoudsz. van Corte Bolgerye hooge ende leghe mit thin- Heukelom). se ende mit thiende'9. Dus evenals in Jan was een vooraanstaand lid van de Langbolgerijen is ook in Kortbolgerijen Heukelom-Asperen-groep, een zijtak van sprake van het hoge gerecht, en het lage de machtige familie Van Arkel. Hij komt gerecht, de tienden en de tijnsen. voor in de jaren 1327-1353, sinds 1328 Toch heeft de heer van Vianen later als ridder. Kortbolgerijen was slechts één Kortbolgerijen weer teruggekregen. Na de van Jans vele bezittingen. Omstreeks val van het Arkelse Hagestein in 1405, 1340 stichtte hij op de grens van Asperen toen vele zaken door de graaf van Holland en Vuren de sterke burcht Leyenburg, rechtgezet werden, blijkt Hendrik II van waar hij waarschijnlijk ook wel gewoond Vianen in 1406 weer over Kortbolgerijen zal hebben, want hij noemde zich voor­ te kunnen beschikken20. taan Jan van Leyenburg14. Ook zijn nako­ Hoe het verder is gegaan met Jan Jansz. melingen bedienden zich van die naam. van Leyenburg, die per slot van rekening Jan schonk in 1353 al zijn goederen in toch als achter-achterleenman de feitelijke Boigerijen in achter-achterieen aan zijn bezitter van Kortbolgerijen was, is mij niet jongere, gelijknamige zoon Jan heren bekend. Misschien heeft hij als lid van de Jansz. van Leyenburg15. Ook ai was deze Kabeljauwse familie de heerlijkheid moe­ Jan een jongere zoon, toch was hij ten overgeven aan de Hoekse heren van bepaald niet onvermogend. Hij was Vianen. In ieder geval is Kortbolgerijen tevens heer van Schonauwen, waar hij sinds 1406 voorgoed aan Vianen geble­ ook het huis te Schonauwen (onder ven, tot in onze tijd toe, als deel van de Schalkwijk) bezat. In 1353 was hij baljuw gemeente Vianen. van Zuid-Holland. Veel meer is over hem Hiervoor heb ik al gezegd, dat Kortbol­ niet bekend; hij moet gestorven zijn tus­ 16 gerijen ook wel Lijden-Bolgerijen wordt sen 1376 en 1388 . Ook hij had een zoon genoemd. Het ligt voor de hand om die Jan Jansz. van Leyenburg, heer van naam in verband te brengen met het Schonauwen, vermeld in de jaren 1388- 17 geslacht Van Leyenburg, dat in de 14de 1410 . eeuw over dit polderblok regeerde. Ik ver­ Inmiddels waren de verhoudingen in onderstel, dat men het Bolgerijen van de Kortbolgerijen enigszins veranderd. Het Leyenburgs, of Leyenburgs Bolgerijen, stamhoofd van de Leyenburgs, Jan heren kortweg is gaan noemen Leyen-Bolgerijen Hubrechtsz. van Leyenburg, een vooraan­ en tenslotte Lijden-Bolgerijen. staande aanhanger van de Kabeljauwse partij, had geen wettige nakomelingen. Hij 3. Zouden-Bolgerijen trof verschillende regelingen over zijn bezittingen. Zo verkocht hij in 1383 als Het westblok, Zouden-Bolgerijen, was achterleenman zijn rechten op eigendom van de proost van het kapittel Kortbolgerijen aan Hendrik II van Vianen, van St. Marie te Utrecht. Deze prelaat had waardoor dit middenblok van Bolgerijen het in leen uitgegeven aan het geslacht 18 aan Vianen kwam . Voor de achter-ach­ Van den Rijn. terleenman Jan Jansz. van Leyenburg In de archieven komt als eerste heer van had dit geen onmiddellijke gevolgen, want Zouden-Bolgerijen voor Hendrik van den hij werd in 1388 door de heer van Vianen Rijn. In 1407 verkocht hij dat gerecht van bevestigd in de bezittingen van zijn vader. Soudenbolgerien aan Hendrik II van Vianen had aanvankelijk niet de onge­ Vianen, waardoor ook dit polderblok voor­ stoorde zeggenschap over Kortbolgerijen. goed aan Vianen kwam. Het is nog steeds Als gevolg van de nederlaag in de oorlog een deel van de gemeente Vianen. tegen Arkel (1387-1388) moest Hendrik II Welke rechten er in 1407 precies werden van Vianen in 1394 deze heerlijkheid overgedragen, wordt niet vermeld. Ook in afstaan aan zijn overwinnaar Jan V van latere leenacten van de proost van St. Arkel. Bij die gelegenheid wordt het mid­ Marie aan de Brederodes wordt daarover

49 goed op de hoogte van Hendriks familie­ leenheer leenman relaties zijn. Hendrik van den Rijn was de oudste zoon proost van het [Gerard van van Zouden van den Rijn en Aleid van kapittel van den Rijn Hardenbroek. De familieruzie ging om de Sint-Marie te 1268-1295] nalatenschap van Aleids broer Gijsbrecht van Hardenbroek, een ridder die binnen Utrecht een verboden graad van bloedverwant­ [Frederik schap getrouwd geweest was. De Van Zouden van den Rijns hielden vast aan het onwettige den Rijn karakter van dit huwelijk en eisten de 1360, 1368] nalatenschap van heer Gijsbrecht op. De uit dit huwelijk geboren kinderen verzetten zich hiertegen. Op den duur werd de ruzie Hendrik van in der minne geschikt. den Rijn Bijzondere aandacht wil ik vestigen op de 1387-1417 eigenaardige voornaam van de vader van 1407 Hendrik van den Rijn: Zouden. Het is bijna Hendrik II vanzelfsprekend, dat Zouden van den Rijn van Vianen zijn naam gegeven moet hebben aan Zouden-Bolgerijen. In het oudste leenre- Leenverhoudingen in Zouden-Bolgerijen gister van de heren van Vianen is in 1389 (gemeente Vianen). sprake van land op Bolgry in Heinrics ghe- rechte van den RUn Zoudensoen24. Nog in 21 de 16de eeuw heet het westblok Bolgerij niets medegedeeld . Men zou kunnen 25 aannemen, dat het hier evenals in in het gerecht van Zoude van den Rijn . Langbolgerijen en Kortbolgerijen ging om Toch wil deze naamgeving van het polder- het hoog en laag gerecht, de tienden en blok niet zonder meer zeggen, dat Zouden de tijnsen. In ieder geval behoorden de van den Rijn dus zelf ook heer van tienden van Zouden-Bolgerijen in de 16de Zouden-Bolgerijen en 17de eeuw tot de leenkamer van geweest is, maar het Noordeloos22; deze leenkamer was aan is wel heel aanneme­ het eind van de 14de eeuw ontstaan toen lijk. Hendrik II heer van Vianen de familiegoe­ Zouden van den Rijn deren deelde met zijn jongere broer Jan komt voor in twee van Vianen van Noordeloos23. Hieruit kan acten, van 1360 en men afleiden, dat de tienden van oor­ 1368. In de acte van sprong ook onder het Viaanse bezit van 1360 stond hij borg Wapenschild van Zouden van den Rijn, Zouden-Bolgerijen begrepen werden, voor Otto heer van zoals voorkomend op maar in een later stadium in andere han­ Arkel, toen deze de diens zegel aan een den zijn geraakt. tienden van Gasper- charter van 1 juni 1360 Hoewel Hendrik van den Rijn als kleine den en Golberdingen (RAU, Dom, 957), edelman een veel lagere status had dan pachtte van het bestaande uit drie de naburige heren van Bolgerijen, is hij Utrechtse Domkapit­ dwarsbalken met een 26 schildzoom. niet minder interessant. Hendrik was tel . Zouden wordt afkomstig uit het Nedereind van Jutfaas, daar genoemd waar zijn talrijke familieleden landgenoten Fredericus Zoude de Reno, dus Frederik en buren waren. Hij trad in de jaren 1387- Zouden van den Rijn. Aan deze acte 1417 geregeld op in verband met een hangt zijn zegel, waarvan het randschrift erfeniskwestie, waarbij het vuur soms zo nog gedeeltelijk leesbaar is: hoog oplaaide, dat de familie wel eens "..EDERic.zov...an den hin". Op de pliek, de met elkaar op de vuist ging. Aan deze dubbelgevouwen onderkant van de oor­ twisten hebben wij te danken, dat wij vrij konde, staat het woord 'Zouden" geschre-

50 1 * , *™f**F*#miw&^ .*

De polder Bolgerijen, eind 17e eeuw. Detail van de Nieuw Caerte van de Provincie van Utrecht door Bernard de Roy, 1696. RAU, Top. Atlas, 51-2, blad 9 en 14. ven op de plaats waar zijn zegel aan met hetzelfde wapen30. Waarschijnlijk was gehecht is. Blijkbaar heette Zouden voluit deze ridder Gerard van den Rijn een voor­ Frederik Zouden van den Rijn, maar werd vader van Zouden van den Rijn en dus hij gewoonlijk kortweg Zouden genoemd27. ook van diens zoon Hendrik van den Rijn Zoudens zegel aan de acte van 1360 laat die wij als eerste heer van Zouden- duidelijk het wapen zien dat hij voerde: Bolgerijen uit de documenten kennen31. een schild met een smalle schildzoom, Heer Gerard van den Rijn, die later lid van beladen met drie dwarsbalken. Zoudens de Duitse Orde zou worden, wordt ver­ zonen Hendrik en Gijsbrecht van den Rijn meld in de jaren 1268-1295. Ook uit ande­ voerden eveneens de drie dwarsbalken re documenten is duidelijk, dat hij in de maar dan zonder de schildzoom28. Ook Vijfheerenlanden langs de Lek belangen andere leden van Zoudens geslacht Van had. In 1268 was hij één van de scheids­ den Rijn, die bezittingen in Jutfaas had­ rechters in een geschil tussen edelen in den, herkent men direct aan de drie Everdingen en Hagestein32. In 1271 was dwarsbalken in hun wapen29. hij één van de getuigen, toen de bisschop van Utrecht aan Zweder van Beusinchem Dit karakteristieke wapen van Zouden van de jaarmarkten bij het kasteel Vianen toe­ den Rijn brengt ons met een sprong ver­ stond33. Helaas kennen wij de bezittingen der terug in de geschiedenis. Toen in van heer Gerard van den Rijn in onze 1284 de grondslag werd gelegd voor het contreien niet, maar het lijkt op grond van hoogheemraadschap van de Vijfheeren- het bovenstaande niet onaannemelijk, dat landen, zegelde één van de belangheb­ hij ook heer van Zouden-Bolgerijen is bende edelen, "har Gerard van den Ftine", geweest.

51 Landerijen

Het land in de polder Bolgerijen is ontgon­ nen in langgerekte kavels van ca. 140 meter breed, langs de kade gemeten, en ca. 1000 meter diep. Deze kavels werden 'hoeven' genoemd; in totaal telde de pol­ der 44 hoeven land. Dit wil niet zeggen, dat op elke hoeve land een boerderij stond. Integendeel, de beschikbare gege­ vens uit de Middeleeuwen spreken slechts zelden van boerderijen in Bolgerijen. In Langbolgerijen is in de 15de en de 16de eeuw tweemaal sprake van een 'huis, Groenekade gezien vanuit het zuiden vanaf de hofstede, berg en getimmerte'34 en in Achterkade, 1985. Links van de kade ligt het pol- derblok van Kortbolgerijen, rechts het polderblok Kortbolgerijen stond in de 16de eeuw een van Langbolgerijen. Foto auteur. 'getimmerte'35. Over de oorspronkelijke, 12de-eeuwse eigenaren van de hoeven land is niets met zekerheid bekend, maar heer betalen; dat is een uitkering, aanvan­ in latere eeuwen zijn wij vrij goed ingelicht kelijk een dier, bijv. een valk, of een voor­ over de rechten van eigendom en van werp, zoals een paar witte handschoenen, bezit. maar later in geld. Deze leenmannen behoefden niet noodzakelijkerwijs van Uit de Middeleeuwen zijn er maar weinig adel te zijn; vaak waren zij boeren of poor­ eigendomspapieren van landerijen in de ters van Vianen. Opmerkelijk is de sterke polder bewaard gebleven. De eigendoms­ versnippering van de landerijen; bijna ner­ overdrachten in Bolgerijen werden pas gens in de polder lagen meerdere aan- sinds de 16de eeuw geregistreerd en wel eengrenzende kavels die in handen van door schout en schepenen van Vianen in één enkele bezitter waren. Blijkbaar de zogenaamde transportboeken. Deze moest een boer al in de Middeleeuwen boeken sluiten goed aan op het huidige zijn bedrijf samensprokkelen uit verspreid kadaster met zijn kaarten, registers en liggend eigen land, pachtland en leenland. leggers, zodat de eigendommen in de In de 15de eeuw waren er al vele leenhe­ laatste 450 jaar van de polder in principe ren in Bolgerijen: de leenlanden waren te reconstrueren zijn. verdeeld over de leenhoven van Arkel, Gunstiger ligt het met het bezit van de lan­ Culemborg, IJsselstein, Liesveld, Noorde- derijen in de Middeleeuwen. loos en Vianen. Bij nadere beschouwing is Een oud bezit was de hoeve van het deze versnippering terug te voeren tot een kapittel van Oudmunster, waarvan de oudere situatie. precieze ligging in Bolgerijen overigens De goederen in Kortbolgerijen en Lang­ niet bekend is, die al in 1313 in erfpacht bolgerijen die later onder de leenhoven gegeven werd36. van Arkel, IJsselstein en Liesveld ressor­ Maar veel groter was het gedeelte van de teerden, waren afkomstig van het leenhof polder dat via het leenstelsel in leen gege­ van Hagestein dat in de eerste helft van ven werd. De leenmannen hadden niet de de 14de eeuw zijn zelfstandigheid verlo­ 37 eigendom maar het bezit, of gebruik, van ren had . Op welke wijze het leenhof van het leengoed. Ongeveer één derde van de Hagestein aan deze goederen was geko­ landerijen in de polder, ca. 14 hoeven men, is niet te achterhalen. land in totaal, was door leenheren, de De lenen die behoorden tot het leenhof blote eigenaren, in leen gegeven aan van Noordeloos, namelijk een stuk land leenmannen. Voor sommige goederen in en de koren- en smaltiende van Zouden- 38 Bolgerijen moest de leenman bij de leen- Bolgerijen , zijn zonder twijfel afkomstig verheffing een heergewaad aan de leen- uit het leenhof van Vianen, toen Hendrik II

52 WM

'% :

Zerik bij Zouden-Bolgerijen gezien vanuit het noorden, 1985. Foto auteur.

v lanen van mogen enkele interessante leenmannen Noordeloos aan het eind van de 14de genoemd worden. eeuw een broederscheiding van de De heren van Vianen schonken soms Viaanse familiebezittingen maakten. rechten en landerijen in Bolgerijen aan Het ieeuwedeei van de ieengoederen in famiiieieden. Hierboven is reeds vermeid Bolgerijen behoorden echter tot de leen­ de erfenis die Jan van Vianen van hoven van Vianen en Culemborg. Zij Noordeloos aan land en tiende in Zouden- lagen in Kortbolgerijen en Langbolgerijen. Bolgerijen kreeg. Sindsdien konden de Deze goederen zullen meegekomen zijn heren van Vianen geen inkomsten meer met de verwerving van die heerlijkheden uit de tienden van Zouden-Bolgerijen trek­ door de heren van Vianen en Culemborg ken, want de heer van Noordeloos gaf in de 14de en 15de eeuw. Een voorbeeld aan het eind van de 15de eeuw op zijn is Jan Jansz. van Leyenburg, die aanvan­ beurt die tienden in (achter)leen uit aan kelijk zijn land in Langbolgerijen in leen Jan van Brederode, een bastaardzoon hield van zijn oom Jan heren Hubrechtsz. van Reinoud II van Brederode, die pastoor van Leyenburg, de heer van Kortbol­ in Tienhoven en later in Heikop was. De gerijen. Bij de verkoop van de heerlijkheid tienden vererfden verder onder de erfge­ 40 van Kortbolgerijen aan de heer van namen van heer Jan . Vianen ging de leenband van Jan van De heer van Vianen gaf aan het eind van Leyenburg voor zijn land in Langbolgerijen de 14de eeuw ook de koren-en smaltien­ mede over naar het leenhof van Vianen39. de van Langbolgerijen in leen uit, en wel Aangezien de heerlijkheden van aan zijn neef Gerard heer van Oy. Later, Kortbolgerijen en Langbolgerijen van oor­ in 1440, slaagde de heer van Vianen erin 41 sprong Kuiks bezit geweest zijn, mag men om deze tiende weer terug te kopen . aannemen, dat de leenlanden in die heer­ Rond 1400 schonk Hendrik II van Vianen, lijkheden van oorsprong ook uit het bezit die geen wettige zonen naliet, aan zijn van de heren van Kuik gekomen zullen bastaardzoon Hendrik landerijen in 42 zijn. Bolgerijen in leen . Door schenkingen kwamen er ook leen­ Leenmannen goederen in Bolgerijen in handen van Viaanse instellingen, die daarvoor leen- Het is ondoenlijk om hier alle leenmannen hulde moesten doen. op te sommen die in de Middeleeuwen en Zo vermaakte Maria de Wilde in 1517 een daarna bezittingen in Bolgerijen hebben stuk leenland in Zouden-Bolgerijen aan de gehad. Voor een volledig overzicht raad­ kerk van Vianen om memorie (missen ter plege men de publicaties van Kort en herdenking van overledenen) te doen. De Hoek. Voor zover het Vianen aangaat, opbrengst van dat land werd na de grote

53 brand, in 1540, toegewezen aan de kerk­ telijke en het middenblok komen goed over­ fabriek, het goederencomplex bestemd tot een met de opgaven in de Oorspronkelijke onderhoud van de kerk; het land werd in Aanwijzende Tafel van het Kadasterv&n 1832, namelijk 137 ha en 218 ha. 1562 verkocht voor de verdere opbouw 6. De naam Corte Bolgerye vond ik voor het van de kerk43. eerst in het charter van 19 september 1394 De priester Pieter Lambertsz., die een (ARA, Hollandse Leenkamer, Liber V, fol. 140; broer van Jan Jansz., pastoor van Vianen, RAU, Handschriften, 322, fol. 91). De naam en van mr. Willem Jansz., pastoor van Langbolgri kwam ik voor het eerst tegen in de Loenen, was, vermaakte leenland in klachten van de heer van Vianen tegen de Zouden-Bolgerijen aan de Heilige Geest jonker van Arkel naar aanleiding van de oor­ logshandelingen in 1387 (zie noot 8). van de kerk van Vianen, dat sinds 1533, 7. Soudenbolgerien komt voor het eerst voor in na zijn overlijden, door de Heilige Geest­ het charter van 14 juli 1407, RAU, St. Marie, meesters verheven werd in het leenhof 1826, deel 1 (Leenregister), fol. i; ibidem, no. 44 van Noordeloos . 1827, deel 4, fol. 810-810v. De kerk van Vianen had in de 15de eeuw 8. A.M.C, van Asch van Wijck, 'Stukken ook nog land in Langbolgerijen gemeen betreffende de geschillen tusschen de heeren met leenland. Later kwam dit kerkland in van Arkel en van Vianen', in: Codex Diplo- maticus Neerlandicus, 2e serie, dl 2, 1e afd. bezit van Herman Anthonisz., schepen (1853) 207. Over de Viaanse-Arkelse oorlog van Vianen in 1560, 1561 en 1570-1574, zie J. Heniger 'Hendrik I en Gijsbrecht van die het per testament schonk aan het Vianen', In het Land van Brederode, 3 (1978) Mannenhuis van Vianen45. 24. Over heer Jan van Rijnestein, eigenlijk een roofridder, die vermeld wordt in de jaren J. Heniger 1361-1413, een bastaardzoon van de Utrechtse bisschop Jan van Arkel, zie J.W. Groesbeek, 'De heren van Arkel', De Nederlandsche Leeuw (verder: DA/L), 71 Noten (1954) 173-176. 9. RAArnhem, Graven van Culemborg, fol. 407v. 1. 'De Natuurterreinen van de Stichting "Het De heer van Culemborg werd pas in 1413 Zuidhollands Landschap"', Zuidhollands beleend met Langbolgerijen (ibidem, 4764); Landschap, 1978 (2) 18. J.C. Kort, 'Repertorium op de Cuykse lenen in 2. Zie het graslandvegetatiecartogram in Th.A. Holland, het Sticht en Gelre, 1169-1649', Ons de Boer en L.J. Pons, Bodem en grasland in Voorgeslacht (verder. OV), 45 (1990) 421. de Vijfheerenlanden. Verslagen van land­ 10. ARA, Graven van Holland, 741, Sticht, fol. bouwkundige onderzoekingen, No. 66.6 100; J.C. Kort, 'Repertorium op de Cuykse (Wageningen, 1960), bijlage 2. In het lenen in Holland, het Sticht en Gelre, 1129- 'Register der landerijen in de Jurisdictie van 1649', OV, 45 (1990)421. Vianen uit 1811' (GA Vianen, Ingekomen 11. De kwestie van de Manschap van Kuik wordt Stukken bij den Maire, 1811), wordt in het uitvoerig behandeld door P.G.F. Vermast, 'De Viaanse gedeelte van Bolgerijen 88% als wei­ Heeren van Goye', DNL, 66 (1949) 289-297: land aangemerkt, 9% als griendland en 2% zie voor de grote omvang van de Manschap als bouwland. Ook de Oorspronkelijke J.C. Kort, 'Repertorium op de Cuykse lenen', Aanwijzende Tafel van het Kadaster y an 1832 OV, 44 (1989) 252-266; idem, 45 (1990) 63- laat dergelijke verhoudingen zien. 68, 418-425. 3. Aldus De Boer en Pons, Bodem en grasland, 12. Oorkondenboek Utrecht (OSU), IV, 2180 (11 31; zij verwijzen hierbij naar H. van der april 1284). Linden, De Cope (Assen, 1956), maar de 13. ARA, Graven van Holland, 401, fol. 20, waar laatstgenoemde schrijver behandelt aldaar de de opsomming van de Manschap van Kuik chronologie van ontginning in de Vijfheeren­ begint met de woorden: Dit es dat goed ende landen niet expliciet. manscip dat wi ghecoft hebben jeghens den 4. RAU, Oudmunster, 489 (Kleine Kamer), reke­ heer van Kuyc ende onze manne van den ning van 1313. goede ontfanghen hebben. Int eerste Jan van 5. Een hoeve in het 12de-eeuwse ontginnings­ Hoekelem dat gherechte ende tiende van zes- gebied bevatte volgens Van der Linden, De tiendalue hoeue lands die bieten Bolgherie Cope, 25-26, 16^ Utrechtse morgen. Een ende den tijns van eiker hoeue een enghel- morgen was vroeger 0.84 ha groot. Zodoende sen. Ook op fol. 20 staat de lijftocht van heeft een hoeve een oppervlakte van 16^ x Clementia van Schonauwen geregistreerd. 0.84 = 13.8 ha. De oude maten van het wes­ 14. Over Jan van Leyenburg, ridder, zie O.

54 Merekens, 'Arkeliana Vetera', DNL, 61 (1943) het geslacht Van Damassche, waaraan hij 239, en K.N, Korteweg, 'De middeleeuwsche dan zijn voornamen ontleend zou kunnen Heeren van Asperen', DNL, 69 (1952) 138. hebben. Een luchtfoto van de opgravingen van de 28. Van Hendrik van den Rijn, Zoudens oudste Leyenburg in de Nieuwe Rotterdamsche zoon, vindt men een nagetekend zegel, zon­ Courant van 23 april 1964 geeft een goede der de schildzoom, in RAU, Handschriften, indruk van de sterkte van deze burcht. 322, fol. 127-128 (woensdag na Onze Lieve 15. Kort, 'Repertorium op de Cuykse lenen', OV, Vrouwe conceptio 1399); van Gijsbrecht van 45 (1990)420, dd. 25 juli 1353. den Rijn, Zoudens jongere zoon, eveneens 16. Over Jan heren Jansz. van Leyenburg zie J.P. een nagetekend zegel, zonderde schildzoom de Man, 'Arkeliana Vetera. Opmerkingen', maar met een lambeel ten teken dat Gijs­ DNL, 61 (1943)280. brecht een jongere zoon is, in ibidem, deel 2, 17. Over Jan Jansz. van Leyenburg ibidem. fol. 141v (maandag na S. Gregorius 1401). 18. ARA, Graven van Holland, 226, fol. 205, nr. 29. Een vrij willekeurige greep uit de vele Van den 1366 (14 april 1383), en een afschrift daarvan Rijns: Herbaren van den Rijn, zijn originele in RAU, Handschriften, 322, deel 3, fol. 91 v: zegel met de schildzoom in RAU. St. Marie, belening van Hendrik van Vianen door 1309 (maandag na Beloken Pasen [= 16 april] Albrecht van Beieren, graaf van Holland, na 1387); Willem van den Rijn, zijn originele opdracht door Jan van Leyenburg heren zegel met de schildzoom in RAU, Hubrechtsz.; zie ook Kort, 'Repertorium op de Oudmunster, 1193 (3 maart 1381 ), en 1194 Cuykse lenen', OV, 45 (1990) 420-421. (22 november 1381); Evert van den Rijn, zijn 19. RAU, Handschriften, 322, fol. 91, dd. 19 sep­ originele zegel met de schildzoom in RAU, tember 1394: belening van Jan van Arkel, Oudmunster, 1205 (zondag na S. Geertruid heer van Hagestein, door Albrecht van 1368); Gerrit van den Rijn, zijn originele zegel Beieren, graaf van Holland, na opdracht door zonder de schildzoom in RAU, St. Marie, 1309 Hendrik van heer van Vianen, Goye en (16 april 1387). Ameide. 30. OSU, IV, 2180(11 april 1284). 20. ARA, Graven van Holland, 741, fol. 100. 31. Het is mij tot nu toe niet gelukt een sluitende 21. RAU, St. Marie, 1827; de latere beleningen stamboom van de Van den Rijns uit de 13de staan op fol. 810v-811 (5 april 1442), fol. en 14de eeuw op te stellen. 812v-813 (30 oktober 1532), fol. 813-814 (23 32. OSU, IV, 20-21 (28 juli 1268). augustus 1557), fol. 815-815v (3 december 33. OSU, IV, 83-84 (2 december 1271). 1562), fol. 816-817 (30 mei 1590), fol. 817v- 34. J.C. Kort 1987, 'Repertorium op de lenen van 818v (8 april 1592), fol. 819V-820 (21 augus­ de hofstede Culemborg 1251-1648', OV42 tus 1593), fol. 821-822 (12 april 1616); zie ook (1987) 213-214. C. Hoek, 'Repertorium op de lenen van de 35. Kort, 'De leenhoven heren van Vianen', OV, proostdij van Sint Marie te Utrecht, gelegen in 41 (1986)613-614. de Alblasserwaard en de Vijfherenlanden', 36. Zie noot 4. OV, 46 (1991) 183-193, speciaal 193. 37. Na de dood van de laatste vrouwe van 22. J.C. Kort, 'Repertorium op de lenen van de Hagestein, Margriet Utengoye, in 1331/3 viel hofstede Noordeloos 1453-1666', OV, 35 de heerschappij van Hagestein uiteen ten (1980)465. gevolge van verschillende verkopingen. Vele 23. J. Heniger, 'Hendrik II van Vianen', In het onderdelen van het oude Hagesteinse bezit Land van Brederode, 4 (1979) 3-6. raakten zodoende in andere handen, 24. ARA, Leenhof van Vianen, 5, fol. 26v, dd. 28 Vermast, 'De Heeren van Goye'. januari 1389; J.C. Kort, De leenhoven van de 38. Kort, 'Repertorium lenen hofstede Noorde­ heren van Vianen', OV, 41 (1986) 615. loos', OV, 35 (1980)465. 25. Kort, 'Repertorium lenen hofstede Noorde­ 39. Kort, 'De leenhoven heren van Vianen', OV, loos', OV, 35 (1980) 465: leenacten van de 41 (1986) 612: 2 morgen land in Langbol- tienden van tien hoeven op Bolgerijen uit de gerijen, in het land van Culemborg. jaren 1519-1653. 40. Kort, 'Repertorium lenen hofstede Noorde­ 26. RAU, Dom, 957 (1 juni 1360). loos', OV, 35(1980) 465. 27. Een oudere Frederik Zouden is de Utrechtse 41. Kort, 'De leenhoven heren van Vianen', OV, schepen Vrederic Soude van Damassche die 41 (1986)599. optrad als een van de maaksmannen van de 42. Ibidem, 599-600, 601-602. huwelijkse voorwaarden van 29 november 43. Ibidem, 615-616. 1314 tussen Gerard van Damassche en 44. Kort, 'Repertorium lenen hofstede Noorde­ Alverade. dochter van Wouter van Langerak, loos', OV, 35 (1980) 465. Over de priesters Vermast, 'De Heeren van Goye', DNL, 67 Pieter, Jan, Willem en Hendrik, alle vier zonen (1950) 215-218. Mogelijk stamde Frederik van Jan Lambertsz.. zie Kort, 'De leenhoven Zouden van den Rijn langs vrouwelijke lijn uit heren van Vianen'. OV. 41 (1986) 590 en 598,

55 met landerijen onder Boeikop. die zich gelukkig prijzen als ze deze publi­ 45. C. Hoek, 'De leenkamer van de hofstad te katies antiquarisch weten te bemachtigen. Liesveld te Groot Ammers (circa 1341-1650)', Het ongemak van een ontbrekend noten­ OV, 33(1978) 332. apparaat neemt men dan op de koop toe. Ook leverde hij geregeld bijdragen voor het tijdschrift van de vereniging, die van Kroniek een grote kennis blijk gaven. Bij gelegenheid werd hem gevraagd voor Met bijdragen van: de leden van de vereniging een lezing te P.T. den Hertog houden. Dat deed hij kennelijk met graag­ M.C. Hollebrandse te, want velen zullen zich de bijzondere M.J.M. Kerkhof wijze waarop hij de aandacht wist vast te A.J.M. Koenhein houden kunnen herinneren. Uiteindelijk L. Terken verloochende hij de didaktische inzichten van zijn professie niet. Na zijn pensionering ging Horden in Pieter Horden Harderwijk wonen, nog later keerde hij (1909-1993) weer terug naar Amsterdam. Aanvankelijk nam hij nog vaak deel aan excursies, waarbij hij, zodra de reis over Viaans grondgebied ging, zijn reisgenoten spon­ taan met boeiende informatie overlaadde over alles wat zich op dat moment binnen het gezichtsveld bevond. Maar de laatste jaren moest hij steeds meer verstek laten Op 12 October 1993 overleed te Amster­ gaan. Hij woonde per slot van rekening dam ons medelid Pieter Horden. Hij werd ook niet direct naast de deur. geboren te , waar hij zijn jeugd Met zijn heengaan heeft de vereniging doorbracht. Met een beurs doorliep hij de een markant lid verloren, die het vuur van Rijkskweekschool te Nijmegen. Hij volgde de historische belangstelling voor onze zijn ouders, die intussen naar Rotterdam streek, zowel naar binnen als naar buiten, waren verhuisd, en begon aldaar zijn op zeer verdienstelijke en persoonlijke loopbaan als onderwijzer aan een lagere wijze wist aan te wakkeren. school. In 1934 volgde zijn benoeming aan de Het bestuur ambachtsschool aan het Timorplein te Amsterdam. Daar heeft hij 38 jaar lang les gegeven, maar desondanks bleef hij grote Vianen in Grootmoeders tijd belangstelling tonen voor zijn geboorte­ dorp Lexmond en het omringende land In 1988 verscheen Vianen en de Vianers van Vianen. Zomers bracht hij er zijn in Grootmoeders tijd, een boekje met vakanties door en dan hielp hij vaak de foto's en prentbriefkaarten, verzameld en geograaf T. Vink met de grondboringen van tekst en commentaar voorzien door i.v.m. diens studie over de Vijfheerenlan- F. Baars. Nu is een opvolger uitgegeven den. met dezelfde opzet: Vianen in Groot­ Zijn historische publikaties over het land moeders tijd, deel 2. van Vianen (Recht en slecht in het land Frans Baars schetst een zeer nostalgisch van Brederode en Een kleine geschiede­ beeld van wat voor hem de mooiste plek nis van het Land van Vianen) waren de op aarde was: het Vianen tussen de vrucht van zijn niet aflatende bestudering eeuwwisseling en de tweede van de archieven. Zij zijn tot de dag van Wereldoorlog. De ruim 80 foto's en prent­ vandaag een begrip voor alle geïntere- briefkaarten zijn globaal in de volgende seerden in de geschiedenis van Vianen, categorieën te verdelen: lokaties, groeps-

56 foto's, bedrijvigheid, gebeurtenissen en de uitleg bij straatgezichten links en rechts portretten en familiefoto's. wel eens worden verwisseld, zijn fouten De afbeeldingen van lokaties zullen het die voorkomen hadden moeten worden. meest aanspreken: stadsgezichten, Eveneens bijzonder jammer is dat veel straatjes en karakteristieke hoekjes. Zo foto's niet gedateerd zijn. Als het lukt om zijn er foto's van al lang gesloopte huizen van een schoolfoto alle namen te achter­ en drastisch veranderde straten. B.v. het halen, moet het ook lukken om bij bena­ "Goedkoopje", het Gorinchems Veerhuis dering de ouderdom van de foto aan te en de Schippersplaats. geven. En of de lezers veel waardering Er zijn veel groepsfoto's opgenomen: hebben voor de familiekiekjes en de por­ school- en verenigingsfoto's en ook de tretten vraag ik me af. M.i. horen die in foto's gemaakt tijdens Oranje- en onaf- een boekje als dit niet thuis. hankelijkheidsfeesten, waarop de hele Maar wie herinneringen wil ophalen aan straat poseert. de hand van een praatje bij een plaatje Een blik op het dagelijks leven geven de vindt daar bij Frans Baars voldoende stof foto's van mensen in hun werkomgeving, voor. b.v. metselaars op de steiger, siagers met F. Baars, Vianen in grootmoeders tijd, hun paaskoeien, de man van de benzine­ deel 2 (Zaltbommel 1993). pomp, de radiodistributiecentraie, en de monteurs, trots poserend tussen deftige P.T.d.H. automobielen. De foto met personeel van de steenoven is veelzeggend: nog niet de helft van de groep is volwassen, enkele Dijkversterking vrouwen met kinderen op de arm, en van de jongeren zelfs een blootsvoets. De planvorming voor de dijkversterking bij Sommige gebeurtenissen zijn zo bijzonder de oude binnenstad van Vianen heeft dat er volop foto's van zijn opgenomen in weer vertraging opgelopen. De oorzaak dit boekje: hoog-water in de Buitenstad en van deze vertraging is het advies van de een dichtgevroren Lek waar de auto's commissie Boertien, de commissie die in overheen rijden. opdracht van de ministervan Verkeer en Verder zijn er nog portretten en familie­ Waterstaat de uitgangspunten voor rivier­ foto's van min of meer bekende Viaanse dijkversterking opnieuw onderzocht heeft. inwoners. Hoewel de provincie Zuid-Holland buiten Als we de twee boekjes van F. Baars ver­ het onderzoeksgebied lag, heeft de lande­ gelijken, dat valt onmiddellijk op dat de lijke politiek besloten dat de nieuwe nor­ hoeveelheid foto's in deel 2 bijna verdub­ men ook in het Zuid-Hollandse deel van beld is, en dat is natuurlijk een winstpunt. het rivierengebied gaan gelden. Dat het de Baars opnieuw gelukt is om Wat wil de commissie Boertien? Volgens voldoende origineel materiaal bijeen te de commissie Boertien is dijkversterking zamelen voor een fotoboekje is een pres­ in het rivierengebied nodig, maar moet en tatie, zeker als we bedenken dat ook in de kan men meer rekening houden met jaren 70 al twee van dergelijke boekjes natuur en landschap en met cultuurhistori­ zijn verschenen, en dat ook in dit tijdschrift sche waarden. Waar deze waarden in het al verscheidene straatgezichten zijn gepu­ gedrang komen kan men met technische bliceerd. Ook is het hem gelukt om vele middelen als damwanden, kistdammen, namen op de groepsfoto's te achterhalen, keermuren of kwelschermen de schade en dat is geen sinecure. Dat dit niet altijd zoveel mogelijk beperken. Dat de dijkver­ foutloos is, is jammer maar haast onver­ sterking op deze manier wel wat meer mijdelijk. B.v. foto 5: Bakker Herik moet gaat kosten moet men maar voor lief zijn Van Herk, foto 60: Puth van Zanten nemen, onze cutuurhistorische objecten moet zijn Ruth van Zanten. en het rivierenlandschap zijn het meer Dat de opsomming van groepsfoto's "van dan waard. De commissie Boertien vond links naar rechts" niet altijd klopt, en dat in ook dat de inspraak voor belanghebben-

57 den verbeterd moest worden. Dit wil men Cursus genealogie onder meer bereiken door een verplichte Milieu-effectrapportage (MER). Onder leiding van het bestuurslid mevrouw W.H. van der Horst-Harkema is In het vorige nummer van het tijdschrift in oktober en november 1993 vier dins­ (18de jaargang (1993) nr 1/2) heeft u kun­ dagavonden een cursus genealogie gege­ nen lezen dat in Zuid-Holland al veel van ven. Hieraan hebben dertien cursisten de voorstellen van de commissie Boertien deelgenomen. in praktijk werden gebracht. De vertraging Op de eerste avond, 19 oktober, werden in de planvorming is voornamelijk ont­ de cursisten wegwijs gemaakt door staan door de MER plicht. Het is namelijk mevrouw Van der Horst. Zij vertelde welke zo dat de Commissie voor de MER alleen documenten voor genealogisch onder­ dijkvakken van meer dan tien kilometer in zoek van belang zijn, waar die te vinden behandeling wil nemen. Aangezien de zijn en welke bronnen toegankelijk zijn. plannen voor Vianen-Centrum maar over Vervolgens werd uitgelegd in welke vorm een stukje dijk van één kilometer gingen, de gevonden gegevens geregistreerd kun­ moet men de hele procedure opnieuw nen worden door de onderzoeker, zoals doorlopen vanaf de startnotitie. De ver­ een kwartierstaat, een stamreeks, een wachting is dat de nieuwe startnotitie in genealogie of een parenteel. Begrippen 1996 of 1997 zal verschijnen, de uitvoe­ die duidelijk uitgelegd en omschreven ring van de dijkversterking op zich staat werden. voor na het jaar 2005 gepland. De tweede cursusavond op 2 november Het is wel heel goed mogelijk dat deze was geheel gewijd aan de organisatie van planning nog gewijzigd wordt. Na de hoge het archiefwezen in Nederland. Het waterstand met Kerstmis 1993 gingen er bestuurslid, de heer H.L.Ph. Leeuwen­ stemmen op om zwakke plekken in de dij­ berg, medewerker van het Rijksarchief ken met voorrang te behandelen. Tijdens Utrecht, was de aangewezen persoon om datzelfde hoge water bleek opnieuw dat de cursisten op dit terrein voor te lichten. de dijk in de omgeving van Vianen op Hij vertelde welke stukken bewaard wor­ diverse plaatsen te veel kwelwater door­ den, welke archieven openbaar zijn en laat. In de Hazelaarstraat moest men zelfs hoe men te werk moet gaan bij een met zandzakken en nylon doek een zand- bezoek aan een archief. meevoerende wel te lijf. Door met dit Op 16 november was de beurt aan de doek, verzwaard met zandzakken, het heer J.J.M. Ruijter, de archivaris van de meespoelende zand tegen te houden kon gemeente Vianen. Hij vertelde hoe en der­ men ondermijning van de dijk voorkomen. gelijk onderzoek zich in Vianen kan afspe­ Ook net boven de stuw bij Hagestein len. Met talrijke duidelijke voorbeelden moest men noodmaatregelen treffen. werden de cursisten op de hoogte gesteld Overigens is de dijk daar in het verleden van de gang van zaken. al eens doorgebroken, het buitendijkse De cursus werd op 30 november besloten wiel ter hoogte van de Reijersteinseweg is door mevrouw Van der Horst, die aan de bij de aanleg van de stuw dichtgegooid. hand van een concreet voorbeeld de cur­ Het is duidelijk dat de kwelgevoeligheid sisten voorlichtte hoe men in de praktijk te van de zandige ondergrond waar de dijk werk dient te gaan. op veel plaatsen op ligt een reëel gevaar is. Zodra er zich nieuwe ontwikkelingen Op alle cursusavonden werd men voor­ voordoen kunt u het vervolg van het dijk- zien van schriftelijk materiaal zoals een versterkingsverhaal in de kroniek ver­ uittreksel van de lezing, copieën uit wachten. archieven en een literatuurlijst. Als extra was er op 8 januari 1994 nog K. een bezoek georganiseerd aan het vereni­ gingscentrum van de Nederlandse Genealogische Vereniging in Naarden. Na

58 ontvangst met koffie en koek, volgde een bestuur van de Stichting Stedelijk inleiding waarin verteld werd wat en waar Museum Vianen twee etsen, beiden een alles te vinden was. Na de rondleiding kon gezicht op de Voorstraat, gemaakt. Op de men zelf proberen meer over eigen familie ets die naar het noorden is gericht, rich­ te weten te komen. Die hulp die men daar ting Lekpoort, staat de gevel van het nieu­ bij kreeg van de vrijwilligers en vrijwillig­ we museum centraal. De andere ets geeft sters van de Nederlandse Genealogische een impressie van de Voorstraat, in zuide­ Vereniging was perfect. Zeer tevreden lijke richting naar de N.H.Kerk (zie afbeel­ reisde men na een lange dag weer af naar ding). Vianen. Beide etsen zijn in een oplage van 110 Gezien het succes van deze cursus wil de exemplaren afgedrukt en door de kunste­ Historische Vereniging dit najaar de cur­ nares voorzien van signatuur, titel en sus herhalen. nummer. De etsen zijn te koop voor f.49.50 per stuk, inclusief passe-partout. L.T. A.J.M.K.

Etsen van Ton Diekstra Nieuw onderkomen Stedelijk Museum Zoals U hiervoor hebt kunnen lezen vond Vianen en vindt er voor het nieuw geopend Stedelijk Museum Vianen een aantal In 1985 opende het Stedelijk Musueum sponsoraktiviteiten ten behoeve van de Vianen zijn deuren in het pand Voorstraat financiering van het museum plaats. Zo 103. Voorheen was het museum onderge­ heeft Ton Diekstra, beelden kunstenares bracht in de zogeheten Museumzaal van uit Everdingen, in opdracht van het het stadhuis. Als gevolg van een ingrijpen-

59 de verandering van het stadhuiscomplex gegeven, dat hier in het midden van de kreeg de museumzaal een andere 17de eeuw, een R.K. schuilkerk werd bestemming. Vandaar de verhuizing naar gevestigd. Aan de geschiedenis van dit Voorstraat 103. gebouw werd destijds in dit tijdschrift aan­ Aan de aankoop en inrichting van dacht besteed (jrg. 11 (1986) nr 1/2). Voorstraat 103 als museum was de nodi­ Het zal inmiddels duidelijk zijn dat de ge discussie voorafgegaan. Met argus­ keuze op Voorstraat 97 viel. Overigens ogen werd dan ook de ontwikkeling van waren er nog heel wat obstakels te over­ het Stedelijk Museum gevolgd. In alle winnen voor het "nieuwe" museum geo­ objectiviteit moest worden vastgesteld dat pend kon worden. Daarvoor, maar ook het goed ging met het Vianense Museum. voor de museale inrichting waren forse Tal van tentoonstellingen werden georga­ bedragen nodig. niseerd waardoor het Stedelijk Museum De Stichting Stedeijk Museum was welis­ langzaam maar zeker nationale bekend­ waar eigenaresse van een pand, maar heid kreeg. Steeds weer werd de edu­ had geen fortuin aan geld in de kassa. Dit catief verantwoorde presentatie en de betekende dus een intensieve sponsor­ verzorgde vormgeving geprezen. Behalve werving om de tonnen - want daar praten exposities ontplooide het bestuur van de we over - bijeen te krijgen. Uiteindelijk is Stichting Stedelijk Museum Vianen ook dat gelukt. Zo moet bijvoorbeeld de tuin andere aktiviteiten nog zijn definitieve inrichting krijgen. Maar Zo werd bijvoorbeeld in 1986 de Junioren- hoe dan ook: in minder dan een jaar was Club opgericht: een vereniging waarin in Vianen een nieuw museum gereali­ maandelijks voor jongeren van 7 tot 13 seerd. jaar een programma op gebied van kunst Op 5 november 1993 werd de nieuwe en geschiedenis wordt georganiseerd. behuizing van het Stedelijk Museum Weliswaar bewees het Stedelijk Museum Vianen officieel geopend door H.K.H. Vianen in het pand Voorstraat 103 in korte Prinses Margriet. tijd ten volle zijn bestaansrecht, maar dat had tevens tot gevolg dat de ruimte veel M.C. Hollebrandse te klein bleek te zijn voor het ontwikkelen van de gewenste aktiviteiten. Vooral het gemis van een permanente presentatie Hoe beschermd is het stadsgezicht? waarin een overzicht van de historie van Vianen werd gegeven, evenals het ontbre­ Het bestuur van de Historische Vereniging ken van een vaste opstelling met hoogte­ maakt zich grote zorgen over de plannen punten uit de collectie van de heer O.T. die de gemeente Vianen in petto heeft Villiers Rooseboom - werd een veel voor de Lijnbaan. Naar aanleiding hiervan gehoorde klacht van de bezoekers. heeft het bestuur op 15 maart j.l. de vol­ Daarom werd "uitbreiding" een vast agen­ gende brief aan de gemeenteraad doen dapunt tijdens de vergaderingen van het uitgaan. bestuur van de Stichting Stedelijk Museum Vianen. Geachte leden van de raad, Enerzijds bestond de mogelijkheid het bestaande gebouw Voorstraat 103 uit te Zoals bekend is Vianen een erkend breiden; anderzijds was het uitkijken naar beschermd stadsgezicht. In dit stadsge­ een ander pand. Over beide opties werd zicht speelt de zuidelijke stadsmuur, nog gefilosofeerd toen zich onverwacht de onderdeel van middeleeuwse vestingwer- mogelijkheid voordeed om het pand ken, een overheersende rol. Vanaf de Voorstraat 97 te verwerven en daar het muur kijkend heeft men nog steeds een "nieuwe" museum onder te brengen. ruim uitzicht naar het zuiden, ondanks de Het bijzondere van Voorstraat 97 is uiter­ dreigend oprukkende nieuwbouw van aard het feit dat het om een monumentaal scholen, sportzaal en brandweerkazerne. pand gaat met als extra bijzonderheid het Tot op heden hebben de grasvlakte waar-

60 onder het archeologisch monument van op het standpunt, dat het gemeentebe­ het oudste Viaanse kasteel ligt, het open stuur van Vianen op onverantwoorde plein van het busstation en de goed geko­ wijze het Viaanse culturele erfgoed zen beplanting op de Lijnbaan het bijzon­ beheert. Op grove, zeer drastische wijze dere uitzicht naar het zuiden gewaar­ is inmiddels schade toegebracht aan de borgd. Bovendien bepalen grasvlakte, zuidelijke stadsmuur door de recent gere­ busstation en beplanting bij nadering van aliseerde "poortdoorgang" met de bedoe­ de stad vanuit het zuiden het voor Vianen ling om een voetgangersbrug over de zo karakteristieke gezicht op de zuidelijke stadsgracht naar het Lijnbaanproject te stadsmuur. bouwen. Bovendien betekent de bouw De nog bestaande delen van de middel­ van een lange, hoge en grotendeels in fel eeuwse verdedigingswerken van Vianen rood uitgevoerde gevelwand van dit pro­ mogen zich in een levendige belangstel­ ject aan de Lijnbaan, de ondergang van ling verheugen. Met name de zuidelijke het stadsgezicht. Een en ander is boven­ stadsmuur ter hoogte van de Lijnbaan is dien in strijd met bestaande wetten, veror­ zeer in trek bij inwoners, toeristen en his­ deningen en regels van rijk en gemeente torisch geïnteresseerden. Immers, de ten aanzien van monumenten en indrukwekkende resten met prachtige beschermd stadsgezicht. spaarbogen en schietgaten, die in 1987 Wij verzoeken u, de raad van de gemeen­ zijn gerestaureerd, aangevuld en geco- te Vianen, om: pieerd bij het Klooster, getuigen van het - de nieuwe "poortdoorgang" weer te verleden en behoren tot de belangrijkste laten dichten; cultuurhistorische monumenten van de - geen toestemming te verlenen om de stad. geprojecteerde brug over de stads­ Terecht onderschrijven burgemeester en gracht te bouwen; wethouders de grote historische betekenis - het huidige Lijnbaanproject te herover­ van de zuidelijke stadsmuur in hun brief wegen en aan te passen aan de eisen van 11 december 1992 aan de raad met die het beheer van monumenten en betrekking tot de restauratieplannen van stadsgezicht stelt; de kerktoren en de stadsmuur bij de kerk: - advies te vragen aan de leden van de "De aanwezigheid van nog grote delen Monumentencommmissie over het van de stadsmuur is van grote betekenis Lijnbaanproject; voor Vianen: de historische binnenstad - de Monumentencommissie uit te brei­ ontleent er voor een niet onbelangrijk deel den met leden uit de gemeente zelf en zijn identiteit aan. Vanuit dit besef ook die als zodanig ook representatief zijn heeft het gemeentebestuur in vroegere voor de Viaanse bevolking. jaren al uitgesproken dat de instandhou­ Als nadere toelichting op uitgangspunten ding, als van grote cultuurhistorische en de verzoeken van de Vereniging dient waarde voor de gemeenschap, eigenlijk bijgevoegde toelichting. ook de taak is van de gemeente." Een van de taken die de Historische Hoogachtend, Vereniging "Het Land van Brederode" zich stelt, is het nauwkeurig volgen van ontwik­ Bestuur Historische Vereniging kelingen ten aanzien van monumenten en "Het Land van Brederode" historisch landschapsschoon in en om Vianen. Met stijgende verbazing en erger­ De voorzitter nis heeft de Historische Vereniging "Het Mw. drs. A.J.M. Koenhein Land van Brederode" dan ook kennis De secretaris genomen van het Lijnbaanproject en de Mw. drs. L. Terken gevolgen hiervan voor de zuidelijke stads­ muur en het beschermd stadsgezicht. c/c: Fractievoorzitters Politieke Partijen Deze plannen zijn door ons nader bestu­ Gemeente Vianen deerd en de Vereniging stelt zich bij deze Monumentenzorg

61 Bond Heemschut In augustus 1993 zien wij opeens een opening op een heel andere plaats in de Toelichting bij brief dd. 15 maart 1994 van zuidelijke stadsmuur verschijnen, z'n 30 de Historische Vereniging "Het Land van meter oostelijker, vlak naast een rondeel Brederode" (halfronde toren), waarin zich trouwens al vele jaren op 6,5 meter een deur door Voorgeschiedenis muur bevindt. De plaats van de nieuwe doorgang is nog vreemder, als men zich In de raadsvergadering van 17 december bedenkt, dat een aantal meters verder 1992 komt de restauratie van de toren van oostwaarts zich nog een doorgang door de Nederlands Hervormde Kerk en van de de muur bevindt, die uitkomt op het stadsmuur bij de kerk (tweede fase) aan Klooster. Deze doorgang geeft, vanuit het de orde. In bijbehorende brief van 11 Klooster, toegang tot het bestaande wan­ december, hiervoor al geciteerd, stellen B delpad langs de buitenzijde van de muur. 6 W voor om in de stadsmuur een nieuwe Op het ogenblik zijn er dus op een lengte doorgang te maken. Deze doorgang is van 60 meter drie (!) doorgangen in de bedoeld om een verbinding tot stand te stadsmuur aanwezig. brengen tussen de groenzone aan de bui­ Nog vreemder wordt de plaats van de tenzijde van de stadsmuur, ter hoogte van nieuwe doorgang als blijkt, dat het ge­ de Grote Klok, de Voorstraat en de Korte maakte gat direct en midden tegenover Kerkstraat. Deze doorgang zou goed aan­ het geplande Lijnbaanproject, waarover sluiten bij het reeds bestaande wandelpad nog geen principe-uitspraak is gedaan, langs de buitenzijde van de muur ter uitkomt. Als verklaring waarom men juist hoogte van het Klooster. voor deze plaats heeft gekozen, dient de De vraag was echter: waar moest de de gelukkige vondst die men bij werkzaam­ voorgestelde doorgang komen en waar heden aan de muur heeft gedaan. In de moest de stadsmuur worden uitgebroken? grond bij de doorgang vond men een B & W stelde voor: "in de verste uithoek patroon van keitjes. Dit werd geïnterpre­ nog juist uitkomend op het plein"; met teerd als "een straat" en gedateerd op 400 andere woorden: een doorgang in de jaar oud, dus 16de-eeuws, aldus een ver­ muur, direct achter slagerij Verwers. De slag in het Nieuwsblad van 28 grootste verrassing was echter dat de juni 1993. Tot op heden is er echter geen voorgestelde doorgang "tevens de moge­ officieel verslag met afbeeldingen en lijkheid voor een aantrekkelijke voetver­ opmetingen samengesteld door een binding tussen Voorstraat en het gepro- expert, waardoor het slechts een vondst jekteerde Lijnbaangebied" bood. Uit de van keitjes blijft, en verder niets. notulen van deze raadsvergadering blijkt Het ergste moet nog komen. In september dat de raadsleden niet reageren op deze vragen B & W de raad van Vianen een koppeling van de doorgang in de stads­ principe-uitspraak te doen over het muur aan het Lijnbaanprojekt. Lijnbaanproject. Tijdens de vergadering In juni 1993 had er een werkoverleg van de Commissie Ruimtelijke Ordening plaats tussen de gemeente, Monumenten­ van van 7 oktober 1993 blijkt dat, om het zorg en de architect van het Lijnbouw- Lijnbaan-project een goede kans van sla­ project. Hier is ook geproken over de res­ gen te geven, de bouw van een brug over tauratie van de stadsmuur. Er werd echter de stadsgracht van de Lijnbaan naar de door Monumentenzorg geen schriftelijk binnenstad hiervoor onontbeerlijk is. De advies over de restauratie van de muur Historische Vereniging verklaart zich aan de gemeente Vianen, zoals bepaald staande de vergadering tegen. in artikel 11 van de Monumentenwet, uit­ Uit nader onderzoek blijkt dan, dat de gebracht. Wel moest Monumentenzorg op doorbraak door de stadsmuur illegaal is gebeurd. Niet alleen heeft de gemeente 7 juni 1993 van rechtswege een vergun­ zonder meer een doorgang door de zuide­ ning afgeven voor de restauratie van de lijke stadsmuur gemaakt, maar deze ook toren en de muur.

62 nog eens zo'n 30 meter naar het oosten het Lijnbaanproject op 7 maart jl. opgeschoven. Bovendien waren er zowel Bovendien, zo deelde de heer Moree voor de vorige als voor deze doorgang, deze avond mee, kan deze brug, wat hem geen bouwaanvragen, zoals bepaald in betreft, er zo komen. De doorgang door artikel 41 van de Woningwet, ingediend. de muur zit er immers toch al! Dit gebeurde pas op 29 november 1993. Tot slot een citaat uit de monumentenver­ De vergunning bij Monumentenzorg voor ordening van de gemeente Vianen. In de doorbraak voor de muur is pas 16 Artikel 5 staat dat: december 1993, vele maanden na de 1. Het is verboden een beschermd doorbraak, aangevraagd. Kortom, een gemeentelijk monument te beschadi­ situatie te gek voor woorden! gen, te vernielen of af te breken. 2. Het is verboden zonder vergunning De stand van zaken nu van burgemeester en wethouders of in strijd met bij zodanige vergunning Afgelopen weken zijn de definitieve plan­ gestelde voorschriften: nen voor de Lijnbaan gepresenteerd. a. een beschermd gemeentelijk monu­ Direct aan de straat heeft men een groot ment af te breken, te verplaatsen of in winkelpand geprojecteerd. De architect enig opzicht te wijzigen; heeft een gebouw ontworpen met een b. een beschermd gemeentelijk monu­ zeer lange en hoge gevel. Het pand loopt ment te herstellen of te gebruiken op van het Zwijnshoofd tot aan de hoek van een wijze, waardoor het wordt ontsierd de Aimé Bonnastraat, terwijl het laatste of in gevaar gebracht. stuk, een driehoek, nog met een bouwbe­ stemming moet worden ingevuld. Men De Historische Vereniging "Het Land van denkt hierbij aan een toren van zo'n 14 Brederode" kan uit bovenstaande alleen meter, de maximale bouwhoogte in maar concluderen dat het gemeentebe­ Vianen. De uitvoering van het gebouw, in stuur van Vianen op onverantwoorde het bijzonder het front naar de stad toe, wijze omgaat met het monumentale en zal, op een onderbreking van een halve cultuur-historische erfgoed van Vianen. ronding met Griekse (!) zuilen grotendeels Met name de wijze waarop de betreurens­ worden uitgevoerd in verschillende rode waardige ingreep tot stand is gebracht, steensoorten. Als gevolg hiervan zal er, geeft blijk van een volkomen misplaatste tegenover de stadsmuur een overweldi­ opvatting van de functie van een histori­ gende gevelwand ontstaan, waardoor sche binnenstad, en kan zelfs de indruk voor het een tunneleffect van de Lijnbaan wekken dat desinteresse de besluitvor­ gevreesd moet worden. De bouw van ming in deze heeft bepaald. Dit mag niet toren wijzen wij ten zeerste af. Gaat men waar zijn en wij hopen dat wij ons daarin de binnenstad buiten kopiëren? vergissen. Wij vinden de plaats waarop het gebouw geprojecteerd is bijzonder ongelukkig gekozen. Locatie, omvang van het gebouw alsook de uitvoering van het gebouw betekenen een aantasting van het beschermd stadsgezicht. Een andere bouwlocatie is te prefereren. In ieder geval moet het geheel vele, vele meters naar achteren, richting Aimé Bonnastraat. Uit de plannen blijkt tenslotte ook nog dat de bouw van een brug over de gracht onontbeerlijk is voor het slagen van het project. Deze is voor een directe verbin­ ding met de binnenstad beslist noodzake­ lijk, zoals bleek op de inspraakavond over

63 64