Beleg van in 1405 streken, totdat de Arkelsen in 1417 de strijd voorgoed opgaven. In 1405 bereikte de geschiedenis van Hagestein een dramatisch hoogtepunt, De Arkelse oorlogen toen de geallieerde legers van Holland, en het Het beleg van Hagestein is niet een op polderland overstroomden, na zware zichzelf staande gebeurtenis geweest. belegeringen stad en kasteel van Het was een fase in de Arkelse Hagestein en het kasteel Everstein oorlogen die, met korte perioden van veroverden, en grondig verwoestten. wapenstilstanden en vredes, gewoed Zo kwam drieëntwintig jaar na het hebben tussen de en de Merwede verlenen van de stadsrechten (1382) in de jaren 1387-1417. Het conflict een gewelddadig einde aan de ging in wezen om de macht in dit "stadshistorie" van Hagestein. gebied. De ondergang van Hagestein heeft Geen van de heersers van de grote indruk gemaakt op de omringende gebieden- Holland, middeleeuwers. Kroniekschrijvers, de Utrecht, en Brabant- zogenaamde Vermeerdere Beka en hadden duidelijke aanspraker er op. vooral de Gorcumse kanunnik Dirk Daardoor hadden vooraanstaande Frankenz. Pauw, hebben de strijd edelen als de heren van , 1 uitvoerig beschreven . Zij waren ontzet Vianen, Culemborg en Arkel vrij spel. over het massale geweld dat de hoge Zij probeerden stap voor stap hun heren hadden ontketend, ondersteund greep op de uitgestrekte polders te door zulke nieuwigheden als vergroten. Aanvankelijk gebeurde dit steenbussen, zoals de kanonnen toen met vreedzame middelen: meestal nog heetten. Niet dat de door het kopen en pachten van kroniekschrijvers veel medelijden landerijen en dorpen, soms ook door hadden met de Hagesteinse bevolking. het sluiten van een rijk erfhuwelijk. Nee, zij kapittelden de hoogmoed van de Hagesteinse heer, Jan van Arkel, Als wij ons beperken tot de die zich had durven verzetten tegen en de onmiddellijke zijn vorstelijke belegeraars, de graaf omgeving, dan zien wij, dat er in de van Holland en de bisschop van 14de eeuw drie bewegingen aan de Utrecht. gang waren. De heren van Arkel Graaf Willem VI van Holland was zeer drongen vanuit hun machtscentra aan tevreden met deze overwinning op zijn de Linge, Gorinchem en , naar aartsvijand. Het verhaal gaat, dat hij in het noorden, naar Hagestein aan de herinnering eraan zilveren munten liet Lek. De heren van Culemborg rukten slaan met als beeldenaar de Hollandse vanuit Culemborg naar het westen, leeuw in een tuin, een symbolische naar en , op. De verbeelding van zijn geslaagde heren van Vianen kwamen daarbij in omsingeling (omtuining) van de knel te zitten en wendden zich Hagestein2. Ook bisschop Frederik kon daarom naar het westen, naar Ameide. terugzien op een geslaagde Een belangrijk ogenblik in dit gedrang onderneming, want als prijs voor zijn om de macht was het dubbelhuwelijk deelname aan de strijd had hij van de broers Hendrik II en Jan van Hagestein gekregen. Hendrik II van Vianen met de zusjes Heilwich en Vianen was eveneens gelukkig met de Johanna van Herlaar. Hendrik II huwde voorspoedige afloop, want hij was Heilwich van Herlaar in 1373, Jan en verlost van een machtige buurman. De Johanna traden kort daarna in het verliezer, Jan van Arkel, liet echter de huwelijk. Daardoor werden de moed niet zakken. Hij en zijn familie uitgestrekte bezittingen van Ameide, verplaatsten de oorlog naar andere Tienhoven, Twaalfhoeven en

32 Noordeloos aan de Viaanse macht Jan van Arkel heeft zich direct bezig toegevoegd3. gehouden met de versteviging van zijn Tot dan toe was alles vreedzaam positie in Hagestein. Zijn vader verlopen, maar dit veranderde met de verleende in 1382 aan Hagestein komst van Jan van Arkel (1362-1428). stadsrechten en vervolgens breidde Hij was een hoogmoedig en lastig Jan stad en kasteel uit tot een van de man, die "niet aardde naar zijn goede sterkste vestingen in de wijde vader heer Otto van Arkel", zoals zijn omgeving, terwijl hij op de grens met minst partijdige biograaf, Dirk Pauw Everdingen het kasteel Everstein in de 6 het uitdrukte4. uiterwaard aldaar bouwde , kennelijk Jan was van hoge adellijke geboorte; met de bedoeling om zich te dekken een van zijn grootvaders van Thibaut tegen de heer van Culemborg en om van Bar, die zich hertog van een goed uitzicht op de scheepvaart Lotharingen noemde, terwijl Jan zelf op de Lek te hebben. op veertienjarige leeftijd (1376) Na allerlei pesterijen tegen Viaanse trouwde met Johanne, een dochter van boeren en een moord door de hertog van Gulik. Mogelijk heeft Hagesteiners gepleegd op het Viaanse heer Otto toen aan zijn zoon de kerkhof, barstte in 1387 de oorlog heerlijkheid en het kasteel van tegen Vianen los die in een Hagestein in leen gegeven om een triomfantelijke overwinning voor Jan 7 passende staat te kunnen voeren5. van Arkel eindigde .

Plattegrond van Hagestein in 1583 is groot 2 morgen en 151 roeden vervaardigd door Claes Floriss in opdracht C is de groene-woutse singel, groot 269 van de kapittels van de Dom en van roeden en 10+ voet Oudmunster. D is de molenwert, groot 215 roeden en 3+ A is de poort, groot 12 morgen en 98 voet roeden Utrecht, Rijksarchief (Dom, inv. 1648, fol. 18) B is de singel om het Huis te Hagestein, en (Foto: Utrecht, Rijksarchief)

33 Inmiddels had Jan van Arkel zich ook situatie zag Hendrik II van Vianen zijn een vooraanstaande plaats aan het kans schoon om wraak te nemen op grafelijke hof van Holland verworven. Jan van Arkel voor de smadelijke Daar mengde hij zich in de Hoekse en nederlaag in 1387. Hij onderhandelde in Kabeljauwse twisten en wierp zich op 1400 met de bisschop van Utrecht om als leider van de Kabeljauwen. Hij zijn verloren bezit Ameide terug te kreeg de regerende graaf Albrecht van veroveren. In ruil voor zijn steun Beieren aan zijn kant, zeer tot verlangde de bisschop, dat Hendrik II ongenoegen van diens erfopvolger dan afstand zou doen van de hoge Willem VI, die meer voelde voor de rechtsmacht van Ameide en van de Hoekse partij. Het drama van de door de Utrechters zo gehate tol op de moord op Aleid van Poelgeest (1392), Lek14. een lieve vriendin van de weduwnaar geworden graaf Albrecht, deed Willem 8 Jan van Arkel werd door al deze naar het buitenland vluchten . Jan van ontwikkelingen dermate in het nauw Arkel heerste na Willem's vlucht als gedreven, dat hij betrekkelijk trésorier en zegelbewaarder van de 9 onverwachts in augustus 1401 de graaf in Holland, 1392-1394 . De oorlog verklaarde aan de Hollandse Kabeljauwse partij beleefde toen graaf Albrecht15. Aanvankelijk boekte glorierijke dagen, maar toch zag heer Jan klinkende successen tegen de Otto, Jan's oude vader, de toekomst Hollanders: in september 1 401 van de Arkels somber in, want hij plunderde hij de Krimpenerwaard en voegde zijn overmoedig geworden versloeg de te hulp geschoten zoon eens toe: "Lieve zoon, ik schaam stadsmilities van Dordrecht en mij, dat jij rector (de baas) van Holland Schoonhoven bij Nieuwpoort en in bent geworden, want jij bent te edel en februari 1402 plunderde en te rijk om iemand te dienen. Maar let verbrandde hij het stadje Nieuwpoort16. wel op, dat een heer van Holland geen 10 De Hollandse oorlogsmachine kwam heer van Arkel wordt!" . slechts langzaam op gang. Pas in De ster van Jan van Arkel in Holland 1402 sloten Holland, Utrecht en begon te dalen, toen de graaf zich Vianen militaire verbonden tegen de weer met zijn zoon Willem verzoende. heer van Arkel om Gorinchem aan te Weliswaar was Jan nog een van de tasten17. Het beleg van Gorinchem, belangrijkste Hollandse leger­ van juni tot november 140218, werd aanvoerders in de Friese oorlogen een falikante mislukking. Er volgde in (1396-1400), waarin hij beloond werd de jaren 1403-1404 een serie met de vrije heerlijkheid van 11 wapenstilstanden, waarbij het leek Terschelling , maar zijn greep op de alsof de Hollandse graaf tot een politieke ontwikkelingen verslapte. compromis wenste te komen met Jan Rond 1400 begon het verzet tegen de van Arkel19. Maar opnieuw sloegen de machtige heer van Arkel - heer Otto 12 Arkelsen toe in maart 1405 met de was inmiddels overleden - duidelijke verwoesting van Woudrichem20. De vormen aan te nemen. De stad ondergang van dit stadje was het sein Dordrecht leed zeer onder de voor graaf Willem VI (Albrecht was in belemmeringen die haar scheepvaart op de Merwede bij Gorinchem door 1404 overleden) om een nieuw Jan van Arkel ondervond. Van de offensief tegen Arkel in te zetten. Het Hollandse graaf eiste Dordrecht doel was dit keer niet Gorinchem maar maatregelen daartegen8. De stad Hagestein. Van 22 april tot 27 mei Utrecht klaagde bij haar bisschop 1405 vertoefde de graaf in Vianen om tegen de tollen die Jan van de de eerste voorbereidingen tot de Utrechtse scheepvaart op de Lek eiste belegering te treffen, "toen men de bij Ameide en Everstein13. In deze blokhuizen opsloeg voor Hagestein"21.

34 Vesting Hagestein vóór 125223, lag waarschijnlijk aan de westzijde van het tegenwoordige dorp, De vesting Hagestein bestond uit twee aan de oostzijde van de Zandgracht. gedeelten: de stad en het kasteel Van de omvang en de indeling van het Hagestein, en het kasteel Everstein. kasteel is niets bekend. In 1599-1600 Hemelsbreed lagen beide delen zijn de ruïnes ervan grondig ongeveer 21/2 km van elkaar verwijderd, opgeruimd, zodat archeologisch dat wil zeggen dat zijn in elkanders onderzoek ter plaatse niet eenvoudig zicht lagen. Hagestein was op twee zal zijn24. manieren met Everstein verbonden: via de Hoevenweg en de Lekdijk, en via De verdedigingswerken van de stad de Tienhovense kade en de Hagestein zijn wat beter aan te Poldersteeg. duiden. Dirk Pauw vertelde, dat de Van groot beiang was de verbinding stad voorzien was van grachten, muren van Hagestein met het zuiden, waar de en torens6. De stadsgrachten zijn voornaamste Arkelse bezittingen duidelijk herkenbaar op de kaart van lagen. Via de Poldersteeg, Graaf Hagestein uit 1583. Ook nu nog zijn zij Huibertlaan en de Diefdijk kwam men in het veld waarneembaar als sloten of gemakkelijk in Leerdam. Onderweg lag greppels. Opmerkelijk is, dat aan de het strategische , dat oostzijde, de noordzijde en een deel evenals Leerdam bezit van de Arkels van de westzijde de stad omsloten was. De verbinding naar het westen, werd door dubbele grachten. Aan de naar Ameide en het kasteel Herlaar, zuidzijde en aan het andere deel van via en , liep over de de westzijde was slechts een enkele Tiendweg22, Hogelandseweg, de gracht gegraven. In de noordoostelijke Biezenweg en andere, nog zuidelijker hoek van het grachtenstelsel is nog de gelegen polderkaden. Deze vorm van een grote stadstoren te verbindingen moeten kwetsbaar herkennen. Van de stadsmuren is niets geweest zijn, want het vijandige meer terug te vinden. Het is zelfs de Vianen stak als een wig tussen vraag of zij van steen geweest zullen Hagestein en Lexmond en kon zijn. Immers, de stadsgrachten zodoende gemakkelijk troepen­ omsloten een rechthoek van ruim 11/2 bewegingen daar onderscheppen. De km omtrek. Het is moeilijk aan te noordflank van de vesting Hagestein nemen, dat de Hagesteinse burgerij in werd gevormd door de rivier de Lek. de korte periode van 1382-1405 in Zolang de Arkelsen in staat waren de staat geweest zal zijn om een rivier te beheersen, van Ameide tot stenen stadsmuur van formaat, over Everstein, was de Lek een goede een lengte van 11/2 km. te bekostigen verdedigingsgordel. Uit het en te bouwen. Aannemelijker lijkt het, voorgaande is duidelijk, dat de dat de stadsmuren tijdens het beleg zwaartepunten van de aanval zouden grotendeels bestonden uit aarden- liggen op de Lek en op het polderland wallen waarop (houten) palissaden tussen Vianen en Hagestein. stonden. Over het uiterlijk van Everstein valt Over de verdedigingswerken van weinig te zeggen. Het kasteel had Hagestein en Everstein zijn wij slecht dubbele grachten, bolwerken, een ingelicht; temeer omdat het archief van grote toren en mogelijk een dubbele de familie van Arkel grotendeels ringmuur25. Het is overigens niet verloren is gegaan. Wij moeten ons precies bekend, waar het gestaan beperken tot wat wij in Hollandse en heeft. De middeleeuwse bronnen Utrechtse bronnen daarover kunnen zeggen, dat het in de uiterwaarden van vinden. de Lek stond, op de grens van Het kasteel Hagestein, gesticht kort Hagestein en Everstein6.

35 Voorbereidingen tot het beleg b. Het aanvalsplan en het materieel a Diplomatiek Het aanvalsplan tegen Hagestein en Al in 1402, toen het offensief nog Everstein was eenvoudig: uithongeren gericht was op Gorinchem, hadden de en dan bestormen. De Utrechters, stad geallieerden afgesproken om te zijner en bisschop, zouden het beleg om tijd de bezittingen van de Arkels in de Everstein slaan, terwijl Willem VI stad Vijfheerenlanden aan te vallen. De stad en kasteel van Hagestein zou Utrecht had op 23 juni 1402 belegeren. Het beleg van Everstein afgesproken met de Hollandse graaf werd ingeleid met de bouw van om een bolwerk aan te leggen bij blokhuizen (Ganskeye, Palenborch en Everstein26. Op dezelfde dag beloofde Vreedborch), aan beide oevers van de de graaf aan de bisschop van Utrecht Lek30. De scheepvaart op de Lek werd de kastelen van Hagestein, Everstein verhinderd door een paalwerk in de en Leerdam te zullen verwoesten27. rivier te bouwen. Op deze wijze Van groot belang bij deze afspraak hielden de Utrechters de oostelijke was de toewijzing van Hagestein aan anvoerroute uit Gelderland onder de bisschop. Holland en Utrecht zaten controle en omgekeerd konden de namelijk met de moeilijke kwestie wie Eversteiners dan niet via de rivier naar na de verovering de beste aanspraken het oosten uitbreken. Over dit op Hagestein had. Op het eerste paalwerk werden horden gelegd, zodat gezicht leek dat de Hollandse graaf te de belegeraars te voet en met wagens zijn, hij beschouwde zichzelf als de de Lek konden oversteken31; de oudst leenheer van Hagestein en meende, bekende Lekbrug, zij het dan een dat Jan van Arkel zijn leenman was. De tijdelijke geniebrug! bisschop echter stond op het Het beleg van Hagestein zelf werd standpunt, dat de Utrechtse traditie geleid vanuit Vianen, waar de wilde, dat hij de opperleenheer van Hollandse graaf gastvrijheid van Hagestein was. De bisschop kon zijn Hendrik II van Vianen genoot en er zijn aanspraken evenwel niet met oude hoofdkwartier opsloeg. Van verdere documenten ondersteunen, zomin als krijgsverrichtingen van Hendrik II is de graaf van Holland sterk bewijs voor niets bekend. Willem VI liet zijn stelling had. Als oplossing werd verschillende blokhuizen rond gevonden, dat na de val van Hagestein Hagestein bouwen. De blokhuizen de bisschop met zeven prelaten droegen namen als Jan van Dorps plechtig zou bezweren, dat Hagestein were, Jan Hughenzs were en Jacob aan hem toebehoorde28. Wat de Symonszs toren. Ook de graaf had een bisschop hier tegenover moest stellen eigen blokhuis te velde: een is niet uitdrukkelijk bekend, maar, later verschanste huysinge met een zael valt hij samen met de stad Utrecht van wilgenhout erin. De plaats van de Everstein aan. blokhuizen zijn vooralsnog niet precies aan te geven, maar vermoedelijk lagen Waren dus al in 1402 de voornaamste zij op de belangrijkste wegen die naar aanvalsverdragen tegen Hagestein Hagestein leidden, zoals de Lange gesloten, de nieuwe graaf Willem VI Dreef, de Hoevenweg, de Tiendweg, verzekerde zich op 21 juli 1405 te de Biezenweg, de Brede steeg, de Quesnoy, in Henegouwen, van de Tienhovense kade enz. Tussen de steun van de hertog van Bourgondië, blokhuizen werd een muur van Jan zonder Vrees, en van hertog Anton gevlochten wilgenteen gebouwd om te van Brabant29. Op deze wijze trachtte voorkomen dat de verdedigers van Willem VI de hertog van Gelre, een Hagestein gemakkelijk konden zwager van Jan van Arkel, af te uitbreken. De bouw van deze houden van een hulpactie vanuit het belegeringsmuur moet een geweldige oosten.

36 onderneming geweest zijn. In de wijde die kanonnen niet meer dan ijzeren omtrek, in de Lopikerwaard, bussen die stenen en schroot schoten. Krimpenerwaard, Alblasserwaard en Het Hollandse leger bracht meer dan zelfs in het Land van Arkel, werden dertig kleine kanonnen, de vogelaars, duizenden wilgen gekapt en naar de in de strijd. Het meest geducht waren uiterwaarden bij Vianen echter vier grote kanonnen, die getransporteerd. Op 't Sand, nu een lieftallige namen droegen: Grote Griet, 33 vredige straat in een nieuwbouwwijk in Snelletje, Roosje en Lijntje . Dit zware Vianen, werden koortsachtig de horden geschut had zo'n grote vuurkracht, dat gevlochten, waaruit de muur er speciaal zware houtblokken achter opgebouwd moest worden32. gelegd moesten worden om de 34 Tot de wapens die de belegeraars terugslag op te vangen . De bediening aanvoerden, behoorden de traditionele van de middeleeuwse kanonnen was blijden, tuimelaars en evenhogen erg omslachtig, waardoor de (bestormingstorens). Maar gevaarlijker vuursnelheid zeer laag was. Maar was een machtige batterij van de toen sommige vogelaars hadden losse moderne kanonnen. Eigenlijk waren kamers (snelletjes), die van tevoren

\ \.-B=A K /»T, --ff T s T ren 'i'

'

Kaart van de Rivier de Lek van Krimpen tot westen van Vianen, op veilige afstand van het Hagesteinsche Schoor (...) door Melchior het slagveld, gevlochten. Bolstra getekend in de periode 1 751-1764, (Foto: Utrecht, Gemeentelijke Fotodienst) detail uit blad 7. De horden werden ten

37 met kruit gevuld konden worden. volgelingen, en elfhonderdtwintig man Misschien was het grote kanon stadsmilities; uit de Hollandse steden Snelletje in wezen ook een snel(ler) werden toen 2782 gewapenden vurend kanon. verwacht. In de herfst waren er vijftienhonderdtien man stedelijke c. Manschappen troepen uit Holland te velde, uit Zeeland vijfhonderdtien man; de Het Hollandse leger voor Hagestein Zeeuwse edelen waren toen met was samengesteld uit uiteenlopende tweehonderdachtentwintig onderdelen: infanterie, cavalerie en gewapenden ter heervaart gekomen35. genietroepen. De cavalerie werd Over de huurtroepen zijn wij iets beter hoofdzakelijk gevormd door Hollandse ingelicht. Van juli tot september 1405 en Zeeuwse edelen. De infanterie diende heer Jan van Vianen, de broer bestond uit de stedelijke troepen, de van Hendrik II, als kapitein van een stadsschutterijen van de Hollandse en groep van vierentwintig soudenaren. Zeeuwse steden. De boeren van het Sinds september echter had de graaf Hollandse platteland kwamen onder een huurleger van ongeveer 800 man aanvoering van hun baljuwen met tot zijn beschikking, bestaande uit schop en spade en wagen om eenendertig groepen van circa graafwerk te verrichten35. Toen nog vijfentwintig man. De huurlingen een bijzonderheid, was, dat Willem VI hadden een eigen heelmeester36. ook gebruik maakte van "soudenaren", huurlingen, waaronder een contingent Voorbereidingen tot de verdediging Engelsen36. De omvang van het belegeringsleger is Door het ontbreken van het archief van moeilijk vast te stellen. De edelen en de familie van Arkel weten wij maar steden waren namelijk niet verplicht weinig over de verdediging van om voor de volle duur van het beleg Hagestein en Everstein. aanwezig te zijn. Zij hadden het In ieder geval leidde Jan van Arkel niet privilege om in een oorlog buiten de in eigen persoon de verdediging. Die landsgrenzen slechts een paar weken had hij opgedragen aan zijn drie de Hollandse graaf te dienen. Na bastaardbroers: op Everstein voerde afloop van de diensttijd (de heervaart) Hendrik van Nijenstein het bevel, keerden de troepen weer naar huis bijgestaan door Jan van Ravenstein. terug, ook al was de strijd nog in volle Hagestein Werd verdedigd door Jan de gang. Daardoor was het een komen en bastaard van Arkel37. Hagestein gaan van belegeraars. De graaf beschikte tenminste over twee grote probeerde de heervaarten zo goed kanonnen en een homoet mogelijk te regelen om zodoende de (verdedigingstoren)33. Everstein werd bewaking van de blokhuizen op peil te ook met kanonnen verdedigd38. Het houden. Mogelijk werden juist de aantal verdedigers is zelfs huurlingen gebruikt om dreigende bij benadering niet op te geven. Wel gaten in de omsingeling te dichten. Bij zijn enkele namen van de de aanvang van het beleg, in het vooraanstaanden onder hen bekend. voorjaar van 1405, ontbood de graaf Op Everstein bevonden zich de heren twaalfhonderdvijftig gewapenden uit van Broekhuizen en van Hoogstraten de Hollandse steden en vijfhonderd­ en ook heer Willem van Ranst37. In vijfenzestig uit de Zeeuwse steden. Hagestein streed een bloedverwant Zelf rekende Willem VI zijn eigen van de heer van Arkel, Jan van Arkel, hofhouding op honderdvierenzeventig heer van Zoelen, mee, die tijdens het cavaleristen. In juli 1405, toen het beleg door een pijlschot zou beleg hervat werd, ontbood hij uit sneuvelen39. Zeeland driehonderdvijf edelen en hun De verdedigingstaktiek berustte op het

38 openhouden van de aanvoerlijn met op 27 mei huiswaarts44 en met hem het Arkelse Leerdam. Vandaaruit het gros van het leger, terwijl een moesten de voorraden voor de kleine macht achterbleef ter bewaking belegerden komen. Of Jan van Arkel van de blokhuizen. tijdens het beleg ook nog militaire steun ontving van zijn zwager, de b. Arkelse doorbraak hertog van Gelre, is niet bekend. Was de eerste aanval op een Hef beleg van Hagestein mislukking uitgelopen, de omsingeling van Hagestein had wel effect. De Het beleg van Hagestein valt in drie belegerden begonnen honger en dorst fases uiteen: het eerste beleg in het te lijden. Ook op Everstein kreeg men voorjaar van 1405; de doorbraak van problemen. De verdedigers hadden Jan van Arkel in juü; en tenslotte het groot gebrek gekregen aan boter, tweede beleg van augustus tot aan de kaas, haver, mout (om bier te brouwen) ondergang op 23 december. en er was nog maar anderhalf aam wijn (dit is 225 liter) in beide vestes. a. Het eerste beleg Alleen weit en rogge waren nog genoeg in voorraad. De Arkelse Hoewel de voorbereidingen aan bevelhebbers vroegen Jan van Arkel Hollandse zijde al in maart 1405 om vóór 21 juli te hulp te komen, begonnen waren40, kan men het begin anders zouden zij moeten van het beleg stellen op 22 april 1405. onderhandelen over capitulatie. De In het begin van april gebood Willem VI heer van Arkel bracht nu grote een heervaart van de baanrotsen41, voorraden wijn, bier, haver, gerst en ridders, knapen en steden van Holland andere levensmiddelen in Leerdam en Zeeland, tesamen een strijdmacht bijeen om die naar Hagestein en van tweeduizend of meer man, om op Everstein te brengen. De belegeraars 22 april te Vianen te verschijnen42. Als verzamelplaats werd Bodegraven aangewezen43. Inderdaad nam de graaf op 21 april te Bodegraven de wapenschouw af, en de volgende dag arriveerde hij in Vianen, zijn hoofdkwartier44. Volgens Dirk Pauw duurde het eerste beleg vijf weken, dus tot eind mei. Dat wil zeggen, dat Willem VI aanvankelijk in de veronderstelling verkeerde, dat de verovering van Hagestein met één heervaart geklaard zou kunnen worden. Dat zal hem hard tegengevallen zijn. Hoe er ook gestormd of geschoten werd, Hagestein gaf in die weken geen krimp. Daarentegen demonstreerden de Arkelsen hun macht door onder aanvoering van jonker Willem van Belegering van het slot Hagestein door Arkel, Jan's erfzoon, met succes het Graaf Willem VI. Een fantasie-voorstelling uit Hollandse stadje Werkendam, schuin het midden van de 18de eeuw. Gravure door tegenover Gorinchem aan de Simon Fokke (1712-1784) Merwede, te bestormen45. Vianen, Historische Vereniging "Het Land van Brederode" Teleurgesteld keerde graaf Willem VI (Foto: Utrecht, Rijksarchief)

39 =ZZ3 hadden echter lucht gekregen van de Omgekeerd slaagden de Hagesteiners moeilijkheden. De Hollanders trachtten erin om bressen in de belegeringsmuur in allerijl een reusachtige heervaart te schieten tussen de stedelijke naar Vianen te sturen, maar naar alle troepen van Delft en Alkmaar61. De waarschijnlijkheid kwamen zij te laat Hollandse stormaanvallen werden keer om het voedseltransport te op keer afgeslagen52. Bij de onderscheppen. Immers, na de kritieke stormaanval maakte men gebruik van datum van 21 juli hielden Hagestein schuiten die in de stadsgrachten en Everstein het nog vijf maanden lang gelegd werden om min of meer vaste 46 vol! Dit Arkelse huzarenstuk moet grond te hebben bij de beklimming van een ernstige tegenvaller voor Willem VI de muren53. De strijd golfde onbeslist geweest zijn. Hij vertoefde juist in op en neer, totdat de winter aanbrak Quesnoy om hulp te vragen aan en de honger opnieuw Hagestein Bourgondië en Brabant tegen teisterde. Met grote schrik zagen de Gelderland, terwijl de heer van Arkel verdedigers, dat in december de vorst op eigen kracht door de omsingeling inviel en de stadsgrachten dichtvroren. was gebroken. Tevergeefs wachtten zij op ontzet. Het moreel kreeg een beslissende knauw, c. Het tweede beleg toen op 1 december de bisschoppelijke en stedelijke banieren Haastig keerde Willem VI terug naar van Utrecht op Everstein wapperden Holland. Hij kwam op 5 augustus in ten teken van de overgave; spoedig 54 Vianen aan44, waar een dag tevoren de ging dat kasteel in vlammen op . nieuwe heervaart was gearriveerd. Het De Hagesteiners achtten nu de tijd tweede beleg van Hagestein begon gekomen om te onderhandelen over dus op 4 augustus 140547. Ditmaal de voorwaarden van capitulatie. De was de graaf vastbesloten om een onderhandelaars waren de beslissing te forceren. Hij heeft Vianen commandant van het kasteel, Jan de niet meer verlaten, voordat Hagestein bastaard van Arkel, en verder Jan van gevallen was en meestal was hij te Gelre en Gerrit Matijse, een 55 vinden in zijn blokhuis te velde44. De burgemeester van Hagestein . De nieuwe heervaart was veel groter dan onderhandelingen liepen op niets uit, die tijdens het eerste beleg: ruim want de Hagesteiners wensten vrije vierduizend man48. Nu ook vulde aftocht voor de verdedigers van stad Willem VI zijn troepen aan met het en kasteel, terwijl Willem VI volledige grote huurleger van achthonderd capitulatie op genade of ongenade 54 soudenaren. En waarschijnlijk werden eiste . Bijzonder onaangenaam was eerst in deze beslissende fase van het tijdens de bespreking, dat de Arkelse beleg de kanonnen in stelling commandant aan Hendrik II van gebracht49. Tevens werd in de loop van Vianen verklapte, dat de situatie augustus de befaamde tuin, de binnen de vesting hopeloos was door belegeringsmuur van wilgenteen, gebrek aan proviand en door het opgebouwd34. Tevergeefs trachtten de sneuvelen van de heer van Zoelen. Hagesteinse kanonnen de bouw te Toen de delegatie op het punt stond verhinderen: "die van het huis en uit terug te gaan naar Hagestein, bleef de de stad schoten ... het meest, toen bastaard van Arkel op voorstel van de men de tuin begon te maken"60. heer van Vianen uit eigen beweging Het precieze verloop van de strijd is achter in de Hollandse gelederen. moeilijk te reconstrueren. Dirk Pauw Geschokt over een dergelijk schrijft, dat Willem VI drie grote onridderlijk gedrag keerden Van Gelre bolwerken had laten bouwen, van en Matijse huiswaarts. Dirk Pauw zou waaruit hij met blijden en kanonnen Jan de bastaard later in zijn kroniek 62 Hagestein zwaar beschoot. brandmerken als die valsche verader .

40 Nu de onderhandelingen mislukt wegspattende stukjes kalk van de waren, maakten de Hollanders zich beschietingen. Dooreen dergelijk gereed voor de laatste aanval. Nog dieet gingen zij aan rottend tandvlees éénmaal werden de stormladders (scheurbuik?) lijden61. Na lange tegen de Hagesteinse muren gezet, en onderhandelingen gaven de wel op het ijs van de grachten, maar Eversteiners tenslotte op vrij gunstige voordat Hagestein stormenderhand in voorwaarden op: met behoud van een bloedbad tenonder zou gaan, leven en bezittingen. Op 11 december gaven de burgers (de commandant 1405 viel Everstein, dat in brand was immers overgelopen) hun stad op gestoken werd60. genade of ongenade over56. De capitulatie had plaats op 23 december De afbraak 140557. Twee dagen later vierden de overwinnaars Kerstmis in de zwaar Toen Hagestein en Everstein 58 bevochten stad . uitgebrand waren, kwamen de zegevierende vorsten een belangrijke Het beleg van Everstein bepaling uit hun aanvalsverdrag na. Op 26 december, 's middags om 12 uur, Zo uitvoerig als de Hollandse bezwoer bisschop Frederik plechtig archieven over het beleg van met zeven prelaten, dat Hagestein Hagestein vertellen, zo mager zijn de volgens de traditie aan hem Utrechtse archieven over het beleg toebehoorde27. De volgende dag nam van Everstein. Volgens Dirk Pauw viel graaf Willem VI afscheid van zijn de belegering van dit kasteel geheel bondgenoot en reisde af naar samen met die van Hagestein. De Haarlem21. Als herinnering aan het Utrechters kwamen in het voorjaar beleg nam hij de weerklok (de klok die voor Everstein en trokken na vijf de weerbare man ten strijde riep), de weken van stormen en kanonneren kanonnen en de homoet van weer af. Na de Arkelse doorbraak van Hagestein mee naar huis62. Het juli kwamen de Utrechters weer terug verslagen Hagestein liet hij over aan om het beleg voort te zetten59. De de wraak van de Utrechters. Tot 1 mei Vermeerderde Beka vertelt 1406 hield de stad Utrecht de nauwkeurig, hoe de Utrechters blokhuizen Palenborch en Vreedborch Everstein aanvielen. In plaats van te bij Everstein met soudenaren bezet30. stormen en te schieten gebruikten zij In die tijd begon de afbraak van nu de genie. De genie bouwde met nagenoeg alles wat aan bouwwerken "neersticheyt" vijf lange, overdekte in het Land van Hagestein te vinden gangen, die zij steeds verder vooruit was. Beide kastelen werden met de schoof in de richting van Everstein. grond gelijk gemaakt. De huizen van Hoe de belegerden de gravende Hagestein werden gesloopt, de straten Utrechters ook met kanonvuur omgeploegd61. Alleen de stads­ bestookten, zij konden niet grachten bleven als stille getuigen van voorkomen, dat één van de gangen het beleg onaangeroerd, evenals de tenslotte de buitenste slotgracht kerk. Uit deze twee overblijfselen van bereikte. Daar werd een fort gebouwd, de ongelukkige stad is in latere van waaruit zij op zeer korte afstand 60 eeuwen het moderne Hagestein het kasteel konden belagen . Met hun gegroeid. De herinnering aan de stad grote kanonnen schoten zij stukken uit is trouwens nooit verdwenen. de grote toren van Everstein. Evenals Eeuwenlang na het beleg noemden de in Hagestein begon ook in Everstein Hagesteiners het stuk land ten de honger te knagen. Men moest noorden van de Dorpsstraat nog paardevlees, katten en ratten eten; steeds de Poort (de stad). hun bakmeel mengden zij met

41 Epiloog Oudmunster zorgvuldig het Land van Hagestein beheerd. Hun prachtig De bisschop kon nu aan de bewaard gebleven archief bevat wederopbouw van het Land van talloze documenten van de nog Hagestein beginnen. Eén van zijn ongeschreven geschiedenis van het eerste daden was het herstellen van "dorp" in de 16de en 17de eeuw. de scheepvaart op de Lek. Daarbij werd hij krachtig geholpen door de J. Heniger natuur. Hoog water sleurde in januari 1406 het ingenieuze paalwerk met de geniebrug over de Lek met zich mee63. Noten Op 3 augustus 1406 herstelde de bisschop de veren over de rivier het Oudslijkerveer en het veer van 1. Met de Vermeerderde Beka wordt Everdingen64. aangeduid een anonieme kroniek, lopende van de oudste tijden tot 1426. Hagestein was echter niet lang rust Dit werk is waarschijnlijk door een beschoren. In 1419 bezette Jan van Utrechter geschreven. Het gedeelte Beieren in een nieuwe fase van de over de jaren 1393-1 426, waarin ook het beleg van Hagestein beschreven Hoekse en Kabeljauwse twisten 65 wordt, is samengesteld in 1426 of kort Hagestein en roofde de akkers leeg . daarna. De kroniek werd gepubliceerd Er dreigde een herhaling van de strijd door A. Matthaeus, Analecta, van 1405, omdat de Utrechters 's-Gravenhage 1738, dl 3, 1 -407. (Zie J. vreesden dat er een nieuw kasteel Romein, Geschiedenis van de Noord- 66 Nederlandsche geschiedschrijving in de gebouwd zou worden . Pas in 1422 Middeleeuwen, Haarlem 1932, 86-88. ontruimde Jan van Beieren weer Dirck Pauw (141 6-na 1489) was Hagestein met de uitdrukkelijke kanunnik te Gorinchem. Hij schreef de bepaling, dat er nooit meer een Kronijcke des lants van /Krekel ende der kasteel in Hagestein gebouwd mocht stede van Gorcum, uitgegeven door H. 67 Bruch, Dirck Franckensz. Pauw worden . Sindsdien brak een vredige (Theodericus Pauli), 1931. tijd aan. Namens de bisschop werd het Van Hollandse zijde is helaas geen Land bestuurd door een drost of vergelijkbare kroniek voorhanden. ambtsman en een schout. De oudst 2. Zie voor deze munt: H. Enno van bekende bisschoppelijke schout, Gelder, De Nederlandse munten, Utrecht-Antwerpen 1965, 41 en 271. Volpert Aarnt Dogenzoon, is benoemd in 3. J. Heniger, "Hendrik II van Vianen", LvB -142268. 1979, nr 1/2, 3-6. De ironie van de geschiedenis wil, dat 4. Bruch, a.w., 55. de bisschop van Utrecht in 1484 het 5. J.W. Groesbeek, "De heren van Arkel", De Nederlandse Leeuw 1954, 209-216. Land van Hagestein in leen gaf aan Jan komt al in 1379 als heer van Jan heer van Egmond, een nakomeling Hagestein voor. van Jan van Arkel, die zich er niet voor 6. Bruch, a.w., 48, 49. Weliswaar beweert schaamde de bisschop te herinneren Dirck Pauw, dat heer Otto van Arkel de aan zijn erfelijke rechten op stad Hagestein en het kasteel Everstein 69 bouwde, maar in die tijd was Jan heer Hagestein . Aan die merkwaardige van Hagestein. situatie kwam echter vrij spoedig een 7. J. Heniger, "Hendrik I en Gijsbrecht van einde. In 1510 deed Jan van Egmond, Vianen", LvB 1978, nr2/3, 23, 24. inmiddels stadhouder van Holland en 8. H.P.H. Jansen, Hoekse en Kabeljauwse Zeeland geworden, voor vierendertig­ twisten, Bussum 1966, 50-54. 9. Th. van Riemsdijk, De Tresorie en honderd pond afstand van Hagestein Kanselarij, 's-Gravenhage 1908, 171, aan de kapittels van de Dom en 204, 205. Oudmunster die het voortaan als 10. Bruch, a.w., 54. eenen vrijen edelen eijgen guede 11. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 304, mochten bezitten70. Vanaf 1510 Memoriale BM, fol. 54: op 22 maart 1399 beleende graaf Albrecht Jan van hebben de kanunniken van Dom en Arkel met Terschelling.

42 12. Bruch, a.w., 54: Heer Otto stierf op 10 1600 (RAU, Oudmunster, inv. 641) en april 1396 en werd begraven te uij een register van de huur van Gorinchem. goederen en landerijen te Hagestein, 13. GAU, Stad I, inv. 13, dl 1, fol. 10: 1596-1599 (RAU, Oudmunster, inv. morgenspraak van de Utrechtse gilden 522) blijkt, dat het middeleeuwse op 13 mei 1402: Gi ghoede luden van kasteel niet ver van het latere, 16de den ghilden, gi moghet wel weten hoe eeuwse kasteel lag. De plaats van de dat die heer van Arkel den ghesichte ruïne werd toen aangeduid als de oude van Utrecht, ons, ende onsen borgheren molenwert. Op de kaart van Hagestein ende onderzaten, ende den coopluden uit 1583 staat op het perceel naast het groot ghewelt ende onrecht ghedaen 16de eeuwse kasteel duidelijk heeft, opten stroom in der Lecken, ende afgebeeld een oneffen terrein, de andersins, ende noch daghelix doet. moelenwerf volgens het bijschrift, met 14. Hendrik II van Vianen werd op 8 het onderstel van een molen. Kennelijk november 1400 in een plechtige zitting is dat perceel de oude molenwerf, waar van het Generaal Kapittel van Utrecht eens het middeleeuwse kasteel stond. beleend met de lage rechtsmacht van 25. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde Ameide. A. Matthaeus, De Nobilitate, Beka", 324, 325. Op 30 juli 1405 Utrecht 1698, 246, 247. beloofde Johan Hombout onder andere 15. Graaf Albrecht ontving de ontzegbrief een constructie te maken om over de van Jan van Arkel op 24 augustus 1401 grachten en bolwerken van Everstein op het kasteel Nijenburg bij Alkmaar. aen der overster Rynghelmuer te komen Bruch, aw, 57. Matthaeus, Analecta, (GAU, Stad I, inv. 425). "Vermeerderde Beka", 316. 26. GAU, Stad I, inv. 539. 16. Bruch, a.w., 57, 58. 27. RAU, Staten van Utrecht, inv. 2. Dit, 17. Verbond tussen graaf Albrecht en voor de geschiedenis van Hagestein Hendrik II van Vianen op 14 april 1402 belangrijke document is helaas vrij tegen de heer van Arkel, waarbij de ernstig beschadigd. graaf beloofde aan de Viaanse heer 28. P.G.F. Vermast, "De Heeren van Goye", Ameide en Meerkerk terug te geven in De Nederlandsche Leeuw 1949 en ruil voor zijn hulp. 1950. Hierin wordt de kwestie van de Staatsarchief Detmold, Holland L 3, inv. leenroerigheid van Hagestein 435, 135-138. uitgebreid besproken. Het verbond tussen Holland en de stad 29. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 307, Utrecht is van 23 juni 1402. Memoriale BF, 1406-1408, fol. 79. GAU, Stad I, inv. 539. 30. GAU, Stad I, inv. 427, idem inv. 591. 18. Bruch, a.w., 58, 62. ARA, Grafelijkheids Restant van de rekening over 1406. Rekenkamer, dl 2, inv. 80: Rekening 31. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde van Philips van Dorp betreffende de Beka", 322, 323. kost van de keuken tijdens het beleg 32. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. van Gorinchem, 25 juni-22 september 4967, rekening van Pieter heren 1402. Danelsz. van Matenesse, over het beleg 19. Zie voor de wapenstilstanden: ARA, van Hagestein, 11 juli-31 december Hollandse Leenkamer, inv. 305, 1405. Idem inv. 4969, rekening van Jan Memoriale BI, fol. 48v, 50v, 51, 52, 90v, van Dorp over de blokhuizen voor 91 v. Hagestein. 20. Bruch, a.w., 63, 64. K.N. Korteweg, 33. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. Rechtsbronnen van Woudrichem en het 4977, rekening van Gerrit van Land van Altena, 1 948, dl 1, 62, 67, dl Oudshoorn en Pieter Buitenwech 2, 209, 210. Gerritsz voor Gasperden. 21. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, dl 2, 34. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. inv. 94: Rekening van 's graven herberg 4967. door Hugo de Blote, 17 december 35. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57. 1404-10 januari 1406. Blafferd rakende de oorlog tegen de 22. De Tiendweg is nu verdwenen. Hij Arkelsen, 1405, fol. 1-11 v. Deze begon aan de Zandgracht in Hagestein bladzijden bevatten de grafelijke en liep over de Weerd naar het bevelen aan de Hollandse en Zeeuwse Hogeland bij Vianen. troepen, van april tot november 1405. 23. Het kasteel Hagestein werd in 1252 36. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. door Gijsbrecht Uten Goyen 84. Rekening van de trésorier Philips opgedragen aan de graaf van Gelre, van Dorp, fol. 59-87v, over de soldij der van wie hij het in leen terug ontving. huurlingen. OSU, nr1278. 37. Bruch, a.w., 65. Groesbeek, aw., 207, 24. Uit de documenten met betrekking tot 208. de opruiming van de ruïnes in 1599- 38. GAU, Stad I, inv. 425.

43 J

39. Bruch, a.iv., 65. Jan van Gelre ende Gerit Matijse, 40. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. burgemeester van Gasper. Men kan 4969, rekening van Jan van Dorp van twijfelen, of hier niet gelezen moet de blokhuizen voor Hagestein, sinds 18 worden: burgemeesters. maart 1405. 56. Bruch, a.w., 66. 41. Baanrotsen of baanderheren zijn 57. Dirck Pauw noemt de dag van overgave ridders die het recht hadden mannen niet. De "Vermeerderde Beka" meent, onder hun eigen banier te strijde te dat Hagestein op 20 december viel voeren. (pagina 326). De Hollandse 42. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol. huursoldaten echter zegden op 23 1, bevel van 6 april 1405. december, 's middags om vier uur, de 43. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol. dienst op, also die stede van Hagestein 2, bevel van 9 april 1405. up gegeven wort (ARA, Grafelijkheids 44. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, dl 2, Rekenkamer, inv. 84, fol. 77). inv. 94. Rekening van de kost van 's 58. Willem VI verbleef 23-26 december graven herberg door Hugo de Blote. binnen Hagestein (ARA, Hollandse Met behulp van deze rekening kan men Leenkamer, inv. 306, fol. 53v). tot op de dag nauwkeurig vaststellen, 59. Bruch, a.w., 64. waar Willem VI zich tijdens het beleg 60. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde bevond. Beka", 324-326. 45. Bruch, a.w., 64. 61. Bruch, a.w., 66. 46. ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol. 62. Het uitbreken van de weerklok duurde 3v en 4, bevel van Philips van twee dagen (ARA, Grafelijkheids Wassenaar en Philips van Dorp van 1 5 Rekenkamer, inv. 4977, fol. 1). juli 1405. 63. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde 47. Dirck Pauw meende, dat het tweede Beka", 327. beleg begon op 23 juli 1405 (Bruch, 64. RAU, Bisschoppen, inv. 371, 155. aw., 65). Maar uit de bevelen van 65. F. von Löher, Geschiedenis van Jacoba Willem VI aan de Hollanders en van Beieren en haar tijd, 's-Gravenhage Zeeuwen blijkt, dat de nieuwe heervaart 1880, dl 3, 47. aanvankelijk op 2 augustus, later op 4 66. RAU, Bisschoppen, inv. 475, de guerra augustus te Vianen verwacht werd Traiectensi, fol. 37, 38. (ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol 67. RAU, Bisschoppen, inv. 480: verdrag 4-8). van 27 juli 1422. F. van Mieris, Groot 48, ARA, Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol. charterboek der graaven van Holland, 4, bevel van 20 juli 1405. van Zeeland en heeren van Vriesland (...) 49. Op 15 juli 1405 werd aan de Hollandse in vier deelen, Leiden 1753-1756, dl 4, steden uitdrukkelijk bevolen al hun 647-651. bussen, kruit, steen, rijbanden 68. RAU, Bisschoppen, inv. 371, 265. enzovoort gereed te houden (ARA, 69. RAU, Dom, inv. 793, fol. 5, 6. Hollandse Leenkamer, inv. 57, fol. 4). 70. RAU, Dom, inv. 793, fol. 8v-10, 13, 14, 50. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde 27v, 28. Beka", 324. 51. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. 84, fol 81. 52. Bruch, s.w., 65. 53. ARA, Grafelijkheids Rekenkamer, inv. 84, fol. 100. 54. Matthaeus, Analecta, "Vermeerderde Beka", 326. 55. Bruch, a.w., 65. Dirck Pauw is niet duidelijk over de positie van Jan van Gelre. Uit zijn bewoordingen zou men kunnen lezen, dat Jan van Gelre ook burgemeester van Hagestein was: Des quam uyter stadt Jan van Wolfferen, des heeren van Arkel broeder bastaert, met

44