Liefde | Muzikale Meesterwerken | AVROTROS Klassiek I AVROTROS Klassiek II | AVROTROS Vocaal Radio Filharmonisch Orkest | Groot Omroepkoor

vrijdag 28 september 2018, 20.15 uur inleiding Huib Ramaer 19.30 uur Onbaatzuchtige toewijding

Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Stanislav Kochanovsky dirigent Martina Batič koordirigent

Sumi Hwang sopraan Denzil Delaere tenor Thomas Oliemans bariton

Hector Berlioz 1803-1869 Ouverture Les francs-juges 1826

Jan van Gilse 1881-1944 Sulamith Cantate voor sopraan, tenor, bariton, koor en orkest 1901-1902

PAUZE

Sergej Rachmaninov 1873-1943 Drie Russische volksliederen opus 41 voor koor (alten en bassen) en orkest 1927 Over het beekje • O, Wanka! • Mijn wangen zijn wit

Sergej Tanejev 1856-1915 Johannes van Damascus Cantate opus 1 voor koor en orkest 1881-1884 Adagio ma non troppo • Andante sostenuto – Moderato attacca subito • Fuga: Allegro – Moderato – Adagio Live-uitzending Alle luisteraars kunnen volop genieten van de muziek als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Hans van den Boom. ➜ WWW.NPORADIO4.NL

Het nieuwe seizoen: Liefde Zoals u van ons gewend bent, bestaat maninov zijn sfeervolle koorliederen het AVROTROS Vrijdagconcert uit over het wel en wee van de liefde. Over verschillende deelseries, met voor ieder een mannetjeseend die een vrouwtjes- wat wils. Een substantieel deel van de eend achtervolgt over een brug. Het geprogrammeerde werken is geïnspi- vrouwtje vliegt weg en het mannetje reerd door liefde, in vele uitingsvormen. blijft eenzaam achter. Of over een vrouw Dit concert refereert aan het thema via die door haar man is verlaten omdat hij Sulamith van Jan van Gilse. Sulamith is niet met haar boosaardige vader kan een Sunamitische vrouw uit de Bijbel, die opschieten. In het derde lied wordt een een oude man redt die op de weg ligt en vrouw rood en bleek omdat haar jaloerse door iedereen werd genegeerd. De Drie man er onverwachts aankomt. Russische volksliederen van Sergej Rach-

Drankje na afl oop Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen.

Hart & Ziel Lijst Kom op vrijdag 19 oktober energie geven in het dage- concert om 20.15 uur door naar het NPO Radio 4 Hart lijks leven. De gehele dag het Radio Filharmonisch & Ziel Festival in Tivoli- zijn er optredens, muzi- Orkest, het Groot Vredenburg en dompel je kale activiteiten voor jong Omroepkoor en chef- onder in de mooiste en oud en een lunch - dirigent Markus Stenz. klassieke muziek. Die dag concert. Ontmoet je wordt de uitzendweek van favoriete Radio 4-presen- Stemmen op de NPO de jaarlijkse NPO Radio 4 tatoren. Neem deel aan Radio 4 Hart & Ziel Lijst Hart & Ziel Lijst feestelijk workshops, bezoek kan van vrijdag 28 sep- afgesloten. Centraal staan lezingen of neem een tember t/m vrijdag 5 300 klassieke muziek- kijkje bij de live radio- oktober via stukken die luisteraars het uitzending. Wees welkom ➜ WWW.RADIO4.NL/ meest raken, inspireren of bij het feestelijk slot HARTENZIEL Onbaatzuchtige toewijding 3

Een windvlaag op een orgel Twee dagen na de première van zijn eerste concertouverture Les francs-juges schreef de teleurgestelde Hector Berlioz aan de librettist Humbert Ferrand dat het hem helaas niet gelukt was om het publiek ‘meteen’ voor zijn muziek te winnen. De enthousiaste reacties van orkestmusici, die al tijdens de eerste repetitie spontaan begonnen te applaudisseren, schiepen veel te hoge verwachtingen bij de anders altijd onzekere componist. Hij had het volste vertrouwen in deze volgens de traditionele vormprincipes geschreven ouverture (de tijd van zijn programmatische symfonie, dramatische opera's en defi nitieve breuk met alle conventies moest nog komen). Het publiek dat zich op 26 mei 1828 in het Parijse Conservatorium verzameld had, reageerde echter heel behoudend. Het was ge- wend aan ouvertures uit bekende opera’s, en had nog nooit een ouverture meegemaakt van een opera die niet geënsceneerd was, HECTOR BERLIOZ, GESCHILDERD niet gepubliceerd en bovendien al twee jaar niet meer bestond. DOOR GUSTAVE COURBET

Een van de orkestviolisten vergeleek de muziek van de 25-jarige Berlioz met "een windvlaag die een orgel bespeelde."

Het oorspronkelijke verhaal over de ongenadige rechters van de middeleeuwse Duitse despoot Olmerik, de bevrijding van de gevangengenomen jonge koning Lenor en de alles overwinnende liefde van Lenor en Amélie (nota bene een verloofde van Olmerik) bleef muzikaal herkenbaar in een langzame introductie (Adagio sostenuto), een levendig Allegro assai en een bruisende coda. De luisteraars verbaasden zich echter over de ongewone instrumentale 4 combinaties, steeds wisselende thema’s in verschillende toonsoor- ten en de ongekende expressie en intensiteit van de muziek. Al die contrasten en de voortdurend veranderende muzikale sfeer waren overrompelend. Een van de orkestviolisten vergeleek de muziek van de 25-jarige Berlioz met “een windvlaag die een orgel bespeel- de”. De recensenten waren naar moderne begrippen heel mild. De meest geestige beweerde dat de componist van een dergelijk muziekstuk ongetwijfeld ziek was en zijn oeuvre aan behoorlijk hoge koorts had te danken.

‘Zelfopoff erende liefde en verlossing door erbarming’ Jan van Gilse (1881-1944) was nog jonger dan Berlioz bij de première van zijn Ouverture opus 3, toen hij de cantate Sulamith in Arnhem ten doop hield. Zijn derde opus en tevens het afstudeerwerk aan het Conservatorium van Keulen viel wel ‘meteen’ in de smaak bij het publiek. Op 20 oktober 1903 berichtte de Provinciale Overijssel- sche en Zwolsche courant over de premières die twee dagen eerder op het tweedaags muziekfeest in Musis Sacrum plaatsvonden: de Derde symfonie van Gustav Mahler en de cantate van de jonge Nederlander, waarbij Van Gilse op veel meer aandacht kon rekenen dan Mahler. Niet in de laatste plaats door het reusachtige orkest dat speciaal voor deze avond werd samengesteld uit 120 musici van de Arnhemse Orkest-Vereeniging en het Stedelijk Orkest uit . Het koor was nog indrukwekkender en telde meer dan 500 zangers. Samen met drie solisten zorgden koorzangers en orkestmusici voor een uitvoering van een “groote, niet genoeg te prijzen virtuositeit”. Hoewel de compositie “hooge eischen aan de orkestpartijen” stelde, was de anonieme recensent overtuigd dat zij “hier te lande zeker wel ingang zal vinden”. Het nieuwe muziek- werk was namelijk zo krachtig, expressief en emotioneel dat iedereen die “het gehoord heeft het nogmaals en nogmaals zal willen hooren, want zelden sprak een toonwerk zoo krachtig aan bij geheel het publiek. Er was dan ook een ongekend enthousiasme in de zaal. Bravo’s en bloemen en toespraken en gelukwenschen waren het welverdiende loon.”

Hoewel de compositie “hooge eischen aan de orkest- partijen” stelde, was de anonieme recensent overtuigd dat zij “hier te lande zeker wel ingang zal vinden”. De volgende uitvoering vond echter plaats pas in 1980 op initiatief 5 van het Studentenkoor van de Vrije Universiteit en met medewer- king van het Amsterdams Universiteitskoor en het Utrechtse Symfonie Orkest onder dirigent Huub Kerstens. Dat het zo lang heeft geduurd eer het publiek het veelgeprezen stuk opnieuw kon horen, lag niet alleen aan de moeilijke weg die Jan van Gilse uiteindelijk als musicus moest afl eggen, maar ook aan de tekst van de cantate. Wat aan het begin van de eeuw als vanzelfsprekend romantisch en symbolisch geladen gold, veranderde in de loop der jaren in pompeus en pathetisch. Voor de tijdgenoten van de componist vormde het gedicht van prins Emil von Schönaich-Caro- lath (1858-1908) geen obstakel, maar de latere generaties zagen er slechts een ‘religieuze draak’ in, zoals Renske Koning de tekst in NRC Handelsblad in 1980 bestempelde.

In zijn eigen toelichting voor het programmaboekje bekende Van Gilse dat hij al lang van een compositie droomde over “de zelfopof- ferende liefde en verlossende erbarming”, die zich “in symbolieke vorm” via een vrouwelijk personage openbaarden. Hoewel de tekst van zijn keuze naar Sulamith verwijst, heeft deze niets met de schoonheid van de bruid van Salomo uit het Hooglied te maken. Hij vertelt over niemand anders dan de duivel die voor een moment zijn macht toont en denkt te winnen als een bedelaar te midden van het vredige paasfeest verstoten wordt. Het kwade wordt echter tenietgedaan door een vrouw die onverwachts haar medelijden toont. Dit hoogromantische en symbolische gedicht inspireerde de jonge Van Gilse tot een werk “van zóo opmerkelijke rijpheid” dat het publiek “alles van hem in de toe- komst mocht verwachten”. Met nog weinig meer dan de Eerste symfonie, de Ouverture in c en Sulamith op zijn naam, toonde de nieuwe Nederland- se componist al in 1903 zijn later door Eduard Reeser zo gewaardeer- de “bezielde muzikaliteit en het technisch meesterschap” van een

“geboren componist”. JAN VAN GILSE 6 Volksliederen vol liefdespijn De Drie Russische liederen die Sergej Rachmaninov voor zijn orkes- trale koorwerk in 1926 bewerkte, zijn misschien niet de bekendste voorbeelden uit de Russische muziekfolklore, maar ze zijn zeker niet de minst onderhoudende. Alleen het eerste liedje Over het beekje, het snelle beekje haalde ooit een verzamelbundel met regionale dorpsliederen, de andere twee kwamen uit het immense repertoire van de Russische bas Fjodor Sjaljapin en de zangeres Nadezjda Plevitskaja. Na een concert van Plevitskaja in New York besloot Rachmaninov een drieluik voor koor en orkest te schrijven. De ongerijmde en unisono gezongen teksten kregen een levendige en fantasierijke begeleiding die de ongekunstelde volksmelodieën een ware orkestrale grandeur gaven. De nieuwe compositie werd opgedragen aan Leopold Stokowski die met zijn Philadelphia Orchestra ook de première verzorgde.

SERGEJ RACHMANINOV De verhalen die de liedjes vertellen, zijn nogal droevig van aard. Zo zingen de bassen in Over het beekje, het snelle beekje over een woerd (mannetjeseend) die een mooi eendje het hof probeert te maken. Verschrikt vliegt ze plotseling weg en laat hem ontroost- baar achter. Jammerend beklaagt het vrouwenkoor in Ah, jij, Wanka het lot van de arme boer Wanka die niet met zijn geliefde mag trouwen. In Mijn wangen zijn wit zit een boerenvrouw in angst op haar jaloerse echtgenoot te wachten die haar op elk moment zou kunnen slaan. Rachmaninovs folkloristische uitstapje werd traditiegetrouw gezien als een poging om zijn heimwee een plaats te geven in zijn werken uit de Amerikaanse jaren. Maar het melodi- sche materiaal en de karakteristieke volkslied-intonaties vormden ook een welkome uitdaging voor de componist. De thema’s van afscheid en lotsbestemming kregen zowel luchtige als tragische ondertonen die Rachmaninov in klagende recitatieven, opgewekte koren en orkestrale polyfonie heeft vertaald.

‘Ik begeef me op een onbekende weg’ Sergej Tanejev (1856-1915) was een van de eerste studenten die zich in 1866 bij het Conservatorium van Moskou aanmeldde. Zijn hart lag bij muziektheorie en vooral bij contrapunt dat hij als geen ander in Rusland beheerste. Maar ook als pianist en componist liet deze leerling van Nikolaj Rubinstein en Pjotr Iljitsj Tsjaikovski snel van zich horen. Na zijn afstuderen werd Tanejev zelf een professor en later ook de directeur van zijn alma mater. Hij werd bijzonder gewaardeerd en was geliefd bij zijn leerlingen, onder wie 7 Aleksandr Skrjabin en Sergej Rachmaninov. Hij was muziek- theoreticus, historicus, fi losoof en wiskundige, hij schaakte met Lev Tolstoj en las boeken in het Esperanto. Tanejev was een gerenommeerde meester van de Russische koormuziek en liet maar liefst 37 a cappella koorwerken en tien cantates na. Zijn Johannes van Damascus voor koor en orkest was de eerste fi losofi sche cantate in de Russische muziek en tegelijkertijd de eerste ‘orthodoxe’ cantate. De tekst voor zijn driedelige compositie vond Tanejev tussen de gedichten van Aleksej Tolstoj. In diens gedicht Johannes Damascenus zag de componist de perfecte poëtische vertaling van de overgeleverde bronnen over het leven van de heilige Johannes uit Damascus (676-749). In het door Tanejev SERGEJ TANEJEV, CA 1890 gekozen fragment zingt de Griekse theoloog en monnik een hymne naar aanleiding van de dood van een van zijn klooster- broeders. Een hymne en een meditatieve overpeinzing over het leven, de dood en hoop op redding. Een hymne en een meditatieve overpeinzing over het leven, de dood en hoop op redding.

De muziek van Tanejevs cantate is sereen en meditatief. Keer op keer creëert de componist complexe polyfonie, canons en koralen die de luisteraars aan de verheven sfeer van de orthodoxe liturgie herinneren. Samen met de gestorvene, die op zijn redding hoopt, verkent de componist “de onbekende weg” en bezingt hij “het laatste uur vóór een eeuwige slaap” totdat “de trompetten het einde van de wereld aankondigen”. Het werk aan de cantate nam ruim drie jaar in beslag. Toen ze uiteindelijk gereed was, droeg Sergej Tanejev zijn Johannes van Damascus op aan de nagedachtenis van Nikolaj Rubinstein. De première was op 11 maart 1884 tijdens het Rubinstein-herden- kingsconcert. Op dat moment had Tanejev al enkele pianostukken, liederen, kwartetten, trio’s en orkestwerken op zijn naam staan. De cantate was echter de eerste compositie die hij belangrijk genoeg achtte om zijn opus 1 te worden.

Olga de Kort 8 Jan van Gilse Sulamith cantate naar gedichten van Emil von Schönaich-Carolath (1858-1908)

Auf einem Felsen im Judäerland zog festlich langsam eine Prozession. den Oleanderbäume rot umblühten, Da plötzlich wo die Straße scharf sich saß einst ein Wand’rer. wendet Sein Antlitz war vernichtend schön, stockte sie jäh, quer überm Wege lag doch furchtbar stolz, so stolz, als ob die ein alter Bettler, den die Kraft verließ Stirne vor Durst und Hitze. Der erhob die Hand sich abgeschütteld jäh ein Diadem. und fl ehte jammervoll: ‘Erbarmt euch Und blaß von der Begierden großen meiner, Kampf. denn ich verschmachte! Netzt mir die

gezongen teksten Drohend hinein in’s blühende Welltall Lippen rage. mit einem Trunk nur, lasst mich nicht Leer wie die Wüste, nur gekrönt vom Zug verderben. off ner Empörung. Auch sein Auge war Um Christi Willen!’ Und er schleppte sich so tief und leer als habe es geschaut mit gerung’nen Händen hin zu den seltsamen Glanz und sei dann jäh erstarrt Frommen. zu schwarzem Lava. Sein tiefroter Mund Und rührte fl ehentlich den Kleidersaum war hohngespannt, als lache oft und gern der Priester an, die riefen aber laut: er über Unglück. Wo sein leichter Gang ‘Auf nach Jerusalem!’ Und über’m Leib das Gras gebeugt, da senkte welk es des Hingesunk’nen ging die Prozession. nieder Indess der Wierauch dichter wallte, die feinen Halme, und den Ort umsponn, und hundertstimmig sich zum Himmel allwo er rastete ein fahler Reif, schwang, damit gemerkt bis zu der Welten Ende die Osterhymne: ‘Christ ist auferstanden!’ die Stätte sei, wo er einst ausgeruht. Aus Satans Augen brach ein Blitz Denn er war Satan. wilden Triumphes. Seinem Mund umkam ein seltsam Lächeln, das war satt von Über Gottes Erde lag tiefer Frieden. Hohn Es war Osterzeit. und von Verachtung. Vom Berge Karmel bis nach Askalon, fl oß Glockenklang und zog tiefsüß und Es ließ ein Sturm die Brust hochauf ihm leise wogen. ein himmliches Grüßen übers blühende Und langsam sprach er: Welt, du bist Land. doch mein, Im Tale aber tönten Gnadenlieder. du bist doch mein, du schöne, schöne Und Weihrauch wallte, Erde. Weihrauch wallte. Ums Paladium Als ich das Haupt erhob zu Gottes Thron fl ogen die Fahnen, gen Jerusalem, und nach Empörung schrie, so daß ein Riss dein fert’ges Werk, die Schöpfung, wild Der Abend kam mit dunklen Flammen- 9 durchklaff te, glanze nicht ward’s aus Stolz! Nein, ich erkannte über Judäa. In den Tälern lag nur, tief blauer Duft, da stand sie auf und mein hoher Feind, wie tief verfehlt das ging große, in’s Abendrot hinein, das ungeheure Werk, das du getan. der Abend kam mit Flammenglanz und in Deiner Schöpfung Ziel den Tälern lag war reine Liebe, süß, tiefsinnig schön tiefblauer Duft, da stand sie auf und ging ist der Gedanke, aber viel zu groß in’s Abendrot hinein. Die Sonne sank für seine Träger. Deine Liebe ward und wob ein letztes Glühen, Weirauchumschwebt, im Herzen aber um ihre hohe wandelnde Gestalt. frech Und Satan blickte regungslos ihr nach durch Kot geschleift. Haltlos rollt deine mit den entgötterten, verlornen Augen. Welt in einen Abgrund, ich doch schmett’re ihr des Hasses Felsen krachend in die Spei- chen und sehe lachend sie zu Grunde geh’n. Und juble laut: ‘Du weißt nichts mehr von Liebe, du schöne Welt, nun bist du mein, ganz mein!’ Siehe des Weges kam ein Maronitenweib. Es trug ihr Haupt ein schweres Bündel grünen des Gezweig’s In ihren Armen aber lag ein Kind, des lächelte im Schlaf. Da sah am Graben- rand auch sie den Bettler, und ihr Bündel warf so gleich sie ab. Dann löte auch das Kind sie aus dem Kleide, kniete nieder still und nahm das Haupt des Kranken in den Schoß. Der röchelte: ‘Ach, ich verdurste Weib. Und rings kein Quell!’ Bebend löste schnell sie das Gewand und bettete das wüste Greisenhaupt an ihre Keusche, sanft geschwellte Brust. 10 Sergej Rachmaninov Drie Russische volksliederen opus 41 transliteratie en vertaling: Martine Mussies

Over het beekje Tsjerez retsjkoe, retsjkoe bystroe, po Over het beekje, het vlugge beekje, Over mostotsjkoe, kalina, het bruggetje, kalina, Po kroetomoe, malina. Een klein steil bruggetje, malina. Selezen-at perechodit po mostotsjkoe, Een woerd [mannetjeseend] waggelt kalina, over de brug, kalina, Perechodit, malina. Hij steekt over, malina. Seroe oetkoe perevodit, seroe oetkoe, Hij waggelt naar een grijs eendje, een kalina, grijs eendje, kalina, Perevodit, malina. Hij komt eraan, malina. Sera oetka ispoegalas, ispoegalas, kalina, Het grijze eendje schrikt, ze wordt bang, kalina, Oeletela, malina! Ze vliegt weg, malina! Selezen stoit, platsjet, stoit, platsjet, En daar staat de woerd, kalina, kalina, Stoit, platsjet, malina! En hij huilt, malina!

O, Wanka! Ach, ty Vanka, razoedala golova, da! Ach jij, Wanka, jij heethoofd, ja! Razoedalaja golovoesjka, Vanka tvoja! Wat heb je toch een heet hoofdje, jij, Wanka! Skol daletsje otezzjaesj ot menja, Hoe ver ga je er nu weer vandoor? Da na kogo ty pokidaesj milyj droeg Voor wie loop je weg, mijn lieve vriend, menja, Ach ni na brata ni na droega svoego, da! Ach, niet voor een broer en niet voor een vriend van je, hè? A na svekra na zlodeja, da Vanka, moego Maar voor een boosaardige schoonvader, hè, Wanka-mijn, S kem ja ostanoes v toe zimoe zimovat, Wie zal er nu bij me blijven overwinteren, da! hè! S kem ja boedoe temnoe notsjkoe, Vanka, Met wie zal ik nu de donkere nachten korotat. doorbrengen, Wanka? Mijn wangen zijn wit 11 Belilitsy roemjanitsy vy moi, Mijn wangen zijn wit, mijn wangen zijn rood, Sokatitss so litsa bela doloj, Mijn tranen stromen, Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, Mijn jaloerse echtgenoot komt nu naar huis, A! Aj ljoeli, aj da, ljoesjenki, li! Ah! Aj ljoeli, aj da, ljoesjenki, li! Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, Hij komt nu naar huis, on vezjot, vezjot podarok dorogoj Hij brengt me een kostbaar cadeau, Aj da! Aj da! Ai ja! Ai ja! On vezjot, vezjot podarok dorogoj, Hij brengt me een kostbaar cadeau, Pletenoejoe sjelkovoejoe batozjoe! een gevlochten zijden zweep! Aj ljoeli! Aj ljoeli da ljoesjenki li! Aj ljoeli! Aj ljoeli da ljoesjenki li! Pletenoejoe sjelkovoejoe batozjoe! Een gevlochten zijden zweep! Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Aj ljoeli! Aj ljoeli! Aj ljoeli! Aj ljoeli! Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit! Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto! Ik weet niet wat ik heb misdaan, O! Aj li, ljoeli, ech, ljoesjenki ljoeli! O! Aj li, ljoeli, ach, ljoesjenki ljoeli! Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto, Ik weet niet wat ik heb misdaan, Za kakoejoe za takoejoe za bedoe Ik weet niet waar ik dit aan verdiend heb, Tolko bylo vsej moej to toet bedy, Het enige dat ik heb misdaan, is dat ik bij Oe soseda, na besede ja byla, de buurman op visite ging, voor een praatje. Soeprotinoe cholostogo sidela, Ik zat tegenover deze vrijgezel, Cholostomoe stakan medoe podnesla, ik gaf hem een glas honingwijn Cholostoj stakan medoe prinimal, en hij nam het aan, het glas honingwijn, Ko stakanoe bely roeki prizjimal, Hij drukte mijn witte handen om het glas, Pri narode soedaroesjkoj nazyval, Hij noemde me “zwaantje”, in het open- baar, “A, ty soedaroesjka, lebedoesjka moja, “Ah, jij mijn vrouwtje, mijn zwaantje, wat Ponaravilas pochodoesjka tvoja!” beweeg je je mooi!” Roemjanitsy vy moi, Blosjes van me, Sokatites so litsa bela doloj Ga toch van mijn witte gezicht af, Jedet, jedet moj revnivyj moezj domoj, Mijn jaloerse echtgenoot komt nu naar huis, Chotsjet, chotsjet menja, molodoe, pobit, Hij wil mij, zijn jonge meisje, slaan! Pravo slovo, chotsjet menja pobit, Eerlijk waar, hij wil me slaan, Ja zj ne znajoe i ne vedajoe za tsjto! En ik weet niet eens waarom! 12 Alexander Tanejev Johannes van Damascus, Cantate opus 1 vertaling: Onno Schoonderwoerd

Ioann Damaskin Johannes van Damascus naar Aleksej Tolstoj (1817-1875)

1 Idoe v nevedomyj mne poet’, Op een ongekend pad begeef ik mij, Idoe mezj stracha i nadezjdy; Reis tussen angst en hoop; Moj vzor oegas, ostyla groed’, Mijn blik gedoofd, mijn borst verkild, Ne vnemlet sloech, somknoety vezjdy. Mijn gehoor verstomd, de oogleden toe.

Lezjoe bezglasen, nedvizjim, Daar lig ik, verstild, onbeweeglijk, Ne slysjoe bratskogo rydan’ja, Hoor niet langer mijn broeders’ lachen, I ot kadila sinij dym, En het blauw gekringel uit het wierook- vat Ne mne stroejit blagoöechan’je. Geurt niet langer aangenaam voor mij.

2 No vestsjnym snom poka ja spljoe, Maar zolang ik slaap, mijn eeuwige slaap, Moja ljoebov’ ne oemirajet. Sterft mijn liefde niet. I jejoe, brat’ja, vas moljoe, En ik smeek jullie, broeders, Da kazjdyj k Gospodoe vzyvajet: Roep tot God, elkeen: Gospod’! Gospod’! Gospod’! Mijn God! Mijn God! Mijn God!

3 V tot den’, kogda troeba Op de dag waarop dan een bazuin Vostroebit mira prestavlen’ja, Zal schallen van het eind der wereld, Primi oesopsjego raba Neem dan uw ontslapen dienstknecht V Tvoji nebesnyje selen’ja. Op in Uw hemelse woonst. Stanislav Kochanovsky, dirigent zomer terug voor Rigoletto. Vorig seizoen 13 Stanislav Kochanovsky studeerde in zijn dirigeerde hij het Radio Filharmonisch geboortestad Sint-Petersburg, en deed al Orkest in de NTR ZaterdagMatinee vroeg ervaring op met een breed symfo- (Visman, Berlioz), en 16 maart aanstaan- nisch repertoire en opera als dirigent aan de keert hij er terug met werk van het Mikhailovsky-theater in Sint-Peters- Thorvaldsdottir, Sibelius en Rachmaninov. burg en chef van het Filharmonisch Orkest van Safonov. Zijn debuut met de Martina Batič, koordirigent Italiaanse Accademia Nazionale Santa De Sloveense koordirigent Martina Batič Cecilia in 2014 resulteerde onmiddellijk studeerde in 2001 af aan de Muziekaca- uitvoerenden in een uitnodiging terug te komen, net demie van de Universiteit van Ljubljana als zijn debuut bij Opernhaus Zürich waar en studeerde in 2004 af bij Michael Gläser hij Schoppenvrouw leidde in 2016 en een aan de Musikakademie in München. Voor nieuwe productie van Jevgeni Onegin het Peter Dijkstra leidde zij repetities met jaar daarop. Recentelijk debuteerde hij het Koor van de Beierse Radio. Martina onder meer bij het Rotterdams Philhar- Batič werkte als docente koordirectie bij monisch Orkest, Orchestra Sinfonica cursussen en meesterklassen in Slovenië, Nazionale della RAI di Torino, Orchestra Salzburg en Triëst. Zij maakt geregeld della Svizzera Italiana, Orchestre National deel uit van jury’s bij koorcompetities. In de Lyon, het Symfonisch Orkest van 2006 won ze de eerste prijs van de Eric Tokio, het Chinees Nationaal Symfonieor- Ericson Competitie in Stockholm. Tussen kest, het Israëlisch Symfonieorkest, het 2004 en 2009 was zij koordirigente van Koninklijk Concertgebouworkest en het het Sloveens Nationaal Theater en Ballet, Orchestre National du Capitole de en sinds 2012 is zij artistiek leider van het Toulouse. Opera’s die hij onlangs diri- Sloveens Filharmonisch Koor. Daarnaast geerde waren Iolanta in Florence, Prins was Martina Batič gastdirigent bij diverse Igor in en Boris Godoenov in radiokoren in Zweden, Denemarken en Seoul. Na zijn debuut in 2017 op het Duitsland en bij Chorwerk Ruhr. In 2011 Festival in Verbier met de productie leidde Martina Batič het Eric Ericson Jevgeni Onegin keerde hij er afgelopen Kamerkoor in Stockholm ter gelegenheid DANIIL RABOVSKY

STANISLAV KOCHANOVSKY MARTINA BATIČ 14 van de negentigste verjaardag van de tutte), Marzelline (Fidelio ), Mimì (La componist Ingvar Lindholm. In 2016 bohème) en Cleopatra (Giulio Cesare in dirigeerde ze een concert met het MDR Egitto). Ze zong ook een hoofdrol in een Chor bij het Achava Festival en afgelopen hedendaagse opera: Lena in Vom Mäd- seizoen leidde zij het Choeur de Radio chen, das nicht schlafen wollte van Marius France bij het Festival Présence. Martina Felix Lange, die in 2014 in première ging. Batič repeteert regelmatig met vooraan- Liedrecitals geeft Sumi Hwang regelmatig staande Europese koren ter voorberei- met pianist Helmut Deutsch, met wie ze ding van concerten met dirigenten zoals onder meer in , Seoul en Londen te Valery Gergiev, Heinz Holliger, Marcus horen was. Creed, Jaap van Zweden, Hartmut Sumi Hwang studeerde aan de Nationale Haenchen, Gianandrea Noseda, Emma- Universiteit in Seoul, en aan de Hochschu- nuel Viillaume, Markus Stenz, Steven le für Musik und Theater in München, Sloane, James Gaffi gan en anderen. Sinds waar ze studeerde bij Frieder Lang, deze maand (september 2018) is zij Donald Sulzen en Céline Dutilly. muzikaal leider van het Chœur de Radio France. Denzil Delaere, tenor Denzil Delaere is sinds 2017 lid van het Sumi Hwang, sopraan Jong Ensemble van Opera Vlaanderen. De Koreaanse sopraan Sumi Hwang was Hij studeerde in 2013 af met een Solis- afgelopen februari voor miljoenen tenprijs aan het Koninklijk Conservato- tv-kijkers te zien bij het zingen van het rium te Gent, waar zijn zangdocenten Olympische volkslied op de Olympische Marcos Pujol en Gidon Saks waren. Hij Winterspelen in Pyongyang. Nadat ze een volgde tevens een opleiding aan de eerste prijs behaalde bij de Koningin International Opera Academy bij Guy Elisabethwedstrijd in Brussel in 2014 Joosten, wat onder meer resulteerde in werd ze lid van het ensemble van Theater de rol van Don Ottavio (Don Giovanni) op Bonn. Daar debuteerde ze in de rollen het Opera Festival in Alden-Biesen. van Micaëla in Carmen, Lauretta in Gianni Tijdens zijn opleiding volgde hij master- Schicchi en Susanna in Le nozze di Figaro, classes bij onder andere Robert Alderson, en keerde ze afgelopen mei en juni terug Jennifer Hamilton, Michael Spyres, Misha voor de rol van Liù in Turandot. Verder Didyk, Gabriele Micheli en Ubaldo Fabbri. sprong ze onlangs in bij de Wiener Op zijn repertoire staan rollen zoals Kammeroper als Fiordiligi in Così fan tutte Mitradate (Mitridate, re di Ponto), Ferrando (onder Stefan Vladar). In haar vorige (Così fan tutte), L’incredibile en L’abate seizoenen in het Theater Bonn heeft (Andrea Chénier) en Percy (Anna Bolena), Sumi Hwang een divers rollenrepertoire onder leiding van dirigenten als Jean- opgebouwd, waaronder Pamina (Die Marie Zeitouni, Dmitri Jurowski, Andrew Zauberfl öte), Almirena (Rinaldo), Leïla (Les Greenwood, Dirk Brossé en Jesús López

pêcheurs de perles), Fiordiligi (Così fan Cobos. Hij richtte La Chapelle Sauvage op, waarmee hij uitvoeringen realiseerde repertoire, van opera tot lichte muziek. In 15 van vocale werken van Bach, zoals het 2013 won hij de Prix d’Amis voor zijn rol Weihnachtsoratorium. Denzil Delaere van Papageno in Die Zauberfl öte van koestert een bijzondere liefde voor Mozart bij De Nederlandse Opera. Hij moderne muziek, en was al te horen in zong daar ook als Schaunard in La bo- werken van Olivier Messiaen, Alban Berg, hème, als Fritz Kothner in Die Meistersin- Wolfgang Rihm, Wim Henderickx, John ger von Nürnberg en als Peter in Hänsel Cage en Joris Blanckaert. In 2017 zong hij und Gretel. als Tamino (Die Zauberfl öte) en de eerste Afgelopen seizoenen trad Thomas tenorpartij in Monteverdi’s Maria-Vespers Oliemans op als Schaunard in Londen, als in het Luzerner Theater. Afgelopen Conte di Almaviva in Le nozze di Figaro en seizoen was Denzil Delaere bij Opera als Hamlet in Thomas’ Hamlet bij de Vlaanderen te horen als Schwertrichter Opera van Göteborg. Verder zong hij (Das Wunder der Heliane van Korngold), onder meer als Papageno in Die Zau- Carlos en Balbuena (Le Duc d’Albe van berfl öte in Aix-en-Provence, als Guglielmo Donizetti), Bardolfo (Falstaff ) en Dritter in Così fan tutte en als Donner in Das Knappe (Parsifal). Rheingold in Genève, en als Hercule in Glucks Alceste in Madrid. Op het gebied Thomas Oliemans, bariton van eigentijds repertoire zong Thomas Bariton Thomas Oliemans studeerde aan Oliemans in wereldpremières van Peter- het conservatorium van Amsterdam bij Jan Wagemans, Rob Zuidam en Martijn Margreet Honig en vervolgde zijn oplei- Padding. Op 17 maart 2017 zong Thomas ding bij Robert Holl, Elio Battaglia en Oliemans in het Vrijdagconcert in Mahlers Dietrich Fischer-Dieskau. Hij debuteerde Das Lied von der Erde. in 2002 als Vader in de opera Pollicino van Hans Werner Henze bij de Nationale Radio Filharmonisch Orkest Reisopera. Hij maakte in 2005 zijn debuut Het Radio Filharmonisch Orkest, op- bij de Salzburger Festspiele als Gonsalvo gericht in 1945, is een onmisbare schakel in Die Gezeichneten van Franz Schreker. in het Nederlandse muziekleven. Behalve Thomas Oliemans beheerst een breed het grote symfonische repertoire speelt MARCO BORGGREVE

SUMI HWANG DENZIL DELAERE THOMAS OLIEMANS 16 het orkest, meer dan welk ander Neder- Nederlandse muziekleven, in 2017 de lands symfonieorkest, muziek van dit Concertgebouw Prijs (samen met het moment. Het betreft vaak premières van Groot Omroepkoor). werk dat in opdracht van de omroepseries ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL NTR ZaterdagMatinee en AVROTROS Wordt u ook vriend van het Radio Filhar- Vrijdagconcert wordt geschreven. Ver- monisch Orkest? Zie nieuwende concertideeën als Pieces of ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL/ Tomorrow en Out of the Blue bereiken VRIENDEN-VAN-HET-RFO een opvallend jong publiek. Vrijwel alle concerten worden rechtstreeks uitgezon- “Ondanks de formidabele vocale prestaties den op NPO Radio 4. Dat betekent in deze NTR ZaterdagMatinee was het toch vanzelf dat het Radio Filharmonisch vooral ook de extreme virtuositeit van het Orkest optreedt voor een live-publiek dat orkest die indruk maakte. Virtuositeit die je vele tientallen malen groter is dan een nu eens kon zien. Elektra onderga je altijd concertzaal ooit zou kunnen herbergen. in een operatheater, waar de musici Het orkest wordt sinds 2012 geleid door verscholen zitten in de orkestbak. Bij deze chef-dirigent Markus Stenz. Hij heeft unieke concertante uitvoering waaierde illustere voorgangers als Bernard Haitink het Radio Filharmonisch Orkest in monster- (beschermheer), Jean Fournet, Hans formatie uit over het podium en kon je zien Vonk, Edo de Waart (eredirigent) en Jaap tegen hoeveel orkestraal geweld de van Zweden (honorary chief conductor). zangers eigenlijk moesten opboksen.” Het orkest werkte bovendien samen met – Peter van der Lint, Trouw, 4 juni gastdirigenten als Leopold Stokowski, 2018, over Strauss’ Elektra (NTR Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles ZaterdagMatinee). Dutoit, Valery Gergiev, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozh- Groot Omroepkoor destvensky, Peter Eötvös, John Adams, Met ruim zestig vocalisten is het Groot Christoph Eschenbach, Vasily Petrenko, Omroepkoor het enige professioneel Vladimir Jurowski en Pablo Heras-Casado. opererende koor van deze omvang in Vanaf 1 september 2019 neemt de Nederland. Al sinds zijn oprichting in Amerikaanse Karina Canellakis het stokje 1945 is het een niet weg te denken factor van Markus Stenz over. Zij is daarmee de in het grote koor-symfonische repertoire eerste vrouwelijke chef-dirigent van een in ons land. Het zingt de koorpartijen in Nederlands symfonieorkest. De Ameri- de opera’s, oratoria en cantates in de kaan James Gaffi gan, vaste gastdirigent concertseries van de Nederlandse sinds 2011, tekende bij tot en met Publieke Omroep (AVROTROS Vrijdag- seizoen 2022-2023. concert, NTR ZaterdagMatinee en Het In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Zondagochtend Concert). Het brengt ook Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs a cappella-concerten in Amsterdam

toegekend voor zijn verdiensten voor het (Concertgebouw) en Utrecht (Tivoli- Vredenburg en Jacobikerk). Vrijwel ieder Omroepkoor – net als het Radio Filhar- 17 concert wordt live uitgezonden op NPO monisch Orkest – de Concertgebouw Radio 4 – geen enkel Nederlands koor Prijs. Samen met het orkest en de pro- heeft daarmee zo’n groot publieksbereik. ductieafdeling van de concertseries van Op de palmares staan opera’s en koor- NPO Radio 4 (NTR en AVROTROS) maakt werken uit de negentiende, twintigste en het Groot Omroepkoor deel uit van de eenentwintigste eeuw, veelal opdracht- Stichting Omroep Muziek. werken van componisten als Manneke, ➜ WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL Roukens, Zuidam, Momotenko-Levitsky, Vriend worden van het Omroepkoor? MacMillan, Whitacre, Adams en Glanert, Kijk op maar ook al ‘klassieke’ twintigste-eeuwse ➜ WWW.VRIENDENGROOTOMROEPKOOR.NL componisten als Boulez, Stockhausen, Kagel, Ligeti en Messiaen. Een inmiddels “De allergrootste bewondering dwong het jaarlijkse traditie is het Groot Meezing- Groot Omroepkoor af. […] Op Lerners concert waarbij, na intensieve workshops, begrafenis verklaarde Bernstein nog altijd zo’n 1200 liefhebbers grote werken als trots te zijn op [de] samenwerking [met Verdi’s Requiem uitvoeren met het Groot zijn librettist], een sentiment dat vrijdag Omroepkoor. Martin Wright, die in de bovenal afstraalde op het koor en hun periode 1993-2002 chef-dirigent was, voortreff elijke coach André Thomas.” dirigeert deze happenings. – Martin Toet, Place de l’Opéra, 10 juni Op 1 maart 2015 trad Klaas Stok aan als 2018, over de Nederlandse première koorleider. Peter Dijkstra is met ingang van Bernsteins A White House Cantata van 1 september 2018 eerste gastdiri- (AVROTROS Vrijdagconcert) gent. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010. “Dat het publiek zich [tussen de afzonder- Het Groot Omroepkoor treedt dikwijls op lijke nummers] nauwelijks kon inhouden met het Radio Filharmonisch Orkest, Het met applaus was mede te danken aan de Koninklijk Concertgebouworkest, het uitmuntende prestaties van koor, orkest en Rotterdams Philharmonisch Orkest, het solisten.” Orchestre Philharmonique de Radio – Louis Gauthier, De Telegraaf, 12 juni France en de Berliner Philharmoniker. 2018, over Bernsteins A White House In september 2017 ontving het Groot Cantata 18

BESCHERMHEER EERSTE VIOOL CELLO HOORN Bernard Haitink Joris van Rijn Michael Stirling Annelies van Nuff elen CHEF-DIRIGENT Dimiter Tchernookov Eveline Kraayenhof Toine Martens Markus Stenz Alexander Baev Winnyfred Beldman Fréderick Franssen HONORARY CHIEF Roswitha Devrient Mirjam Bosma Rebecca Grannetia CONDUCTOR Alberto Facanha Crit Coenegracht Jaap van Zweden Johnson Anneke Janssen TROMPET ERE-DIRIGENT Mariska Godwaldt Ansfried Plat Hessel Buma Edo de Waart Josje ter Haar Arjen Uittenbogaard Hans van Loenen VASTE GASTDIRIGENT Julija Hartig Georgios Kotsiolis Raymond Rook James Gaffi gan Masha Iakovleva Ketevan Roinishvili Hans Verheij ASSISTENT DIRIGENT Kerstin Kendler Frans-Aert Burghgraef Anna Korpalska CONTRABAS TROMBONE Sander Teepen Pamela Kubik Rien Wisse Herman Nass Pedja Milosavljevic Walter van Egeraat Victor Belmonte Albert Gerrie Rodenhuis Annika Pigorsch Pieter Vel Jim Schultz Bastrombone Ruud Wagemakers Stephan Wienjus Marijn Migchielsen Eduard Zlatkin TWEEDE VIOOL Marta Fossas i Mallorqui TUBA Casper Bleumers Clea Garzon Tenorio Bernard Beniers Radio Filharmonisch Orkest Sarah Loerkens Ries Schellekens Zofi a Balcar FLUIT Ian van den Berk Barbara Deleu PAUKEN Esther de Bruijn Carla Meijers Paul Jussen Michiel Eekhof Maike Grobbenhaar (+ Mark Haeldermans Annemarie van Helderen piccolo) Esther Kövy SLAGWERK Ingrid van Leeuwen HOBO Hans Zonderop Renate van Riel Hans Wolters Vincent Cox Alexander van den Tol Yvonne Wolters Esther Doornink Frits Wagenvoorde René Oussoren Casper Donker ALTHOBO Iina Laasio Gerard van Andel HARP Ellen Versney ALTVIOOL KLARINET Frank Brakkee Frank van den Brink PIANO Huub Beckers Esther Misbeek (+ Stephan Kiefer Arjan Wildschut basklarinet) Igor Bobylev Diede Brantjes Sabine Duch Marije Helder FAGOT Erik Krosenbrink Jos Lammerse Annemijn den Herder Birgit Strahl Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk CONTRAFAGOT Ewa Wagner Desirée van Vliet Annemieke Huls 19

KOORLEIDER Klaas Stok EERSTE GASTDIRIGENT Peter Dijkstra VASTE GASTDIRIGENT Michael Gläser

SOPRANEN ALTEN TENOREN BASSEN vElma van den Dool Yvonne Benschop Alan Belk Gert-Jan Alders Daphne Druijf Nicoline Bovens Sebastian Brouwer Peter Duyster Loes Groot Antink Ans van Dam Kevin Doss Joep van Geff en Titia van Heyst Jose Kamminga Boguslaw Fiksinski Geert van Hecke Simone Houweling- Anneke Leenman Ben Heijnen Henk van Heijnsbergen Manders Suzanne Meessen Peter-Paul Houtmortels Daniël Hermán Mostert

Charlotte Janssen Maria de Moel Matevž Kajdiž Palle Fuhr Jørgensen Omroepkoor Groot Anitra Jellema Chantal Nysingh Ioan Micu Itamar Lapid Yun Park Anjolet Rotteveel Albert van Ommen Ludovic Provost Judith Petra Anneloes Volmer Uroš Petrac Mitchell Sandler Elizabeth Poz Harda van Wageningen Jan Willem Schaafsma Luuk Tuinder Annette de Rozario Roelien van Wageningen Matthew Smith Hans de Vries Jolanda Sengers Ruth Willemse Andrew Neil Walters Nanco de Vries Varvara Tishina Els Woldberg Jan van Zelm Liesbeth Vanderhallen Pierrette de Zwaan Dorien Verheijden 20

vrijdag 5 oktober 2018, 20.15 uur zaterdag 29 september 14.15 uur TivoliVredenburg, Utrecht Concertgebouw, Amsterdam inleiding Michel Khalifa 19.30 uur WWW.ZATERDAGMATINEE.NL SERIES MUZIKALE MEESTERWERKEN, AVROTROS VOCAAL Een jonge, nieuwe Mendelssohn Hohe Messe Freiburger Barockorchester Pablo Heras-Casado dirigent Akademie für Alte Musik Ensemble Polyharmonique Isabelle Faust viool volgende concerten volgende Georg Kallweit concertmeester Mendelssohn Ouverture Alexander Schneider koordirigent Een midzomernachtsdroom Mendelssohn Eerste symfonie Bach Hohe Messe Mendelssohn Scherzo, Intermezzo, Notturno en Bergamasca uit Een midzomernachtsdroom Mendelssohn Vioolconcert

PROGRAMMERING PRESENTATIE AVROTROS NPO PROGRAMMATOELICHTING Astrid in ’t Veld RADIO 4 Olga de Kort PRODUCTIE Hans van den Boom REDACTIE PROGRAMMABOEK Manon Tuynman, Lucas Bos ARTISTIEK LEIDER Clemens Romijn MARKETING & COMMUNICATIE Kees Vlaardingerbroek VORMGEVING Marco van Es, Vera Vos, Mary Fan DIRECTEUR STICHTING OMROEP Dorine Verharen colofon Zandkamp MUZIEK EINDREDACTIE ADMINISTRATIE & FINANCIËN Roland Kieft Onno Schoonderwoerd Stichting Omroep Muziek