Vincent Van Gogh and Andries Bonger to Theo Van Gogh. Paris, on Or About Wednesday, 18 August 1886
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Vincent van Gogh and Andries Bonger to Theo van Gogh. Paris, on or about Wednesday, 18 August 1886. on or about Wednesday, 18 August 1886 Metadata Source status: Original manuscript Location: Amsterdam, Van Gogh Museum, inv. no. b500 V/1962 Date: Theo is in the Netherlands, but we do not know the precise dates of his trip. In any event the visit took place in August 1886, because he returned to Paris on 26 August (FR b1844). Theo usually had two weeks holiday, starting at the weekend. This would mean that he could not have set out any earlier than the weekend of 14 August. Since his letter from the Netherlands arrived in Paris this morning (l. 1*) and he was able to report on conversations he had had, at least a few days of his stay must already have elapsed. We have therefore dated the letter on or about Wednesday, 18 August 1886. Additional: Vincent and Andries Bonger both wrote to Theo; Bonger read Vincents letter and referred to its contents in his own letter, written on the same sheet. Original [1r:1] Waarde Theo, Van morgen ontvingen wij1 Uw schrijven. En vinden dat het al heel mooi is dat ge de zaak hebt 1 Theo was staying in the Netherlands. His letter was addressed to Vincent and Andries Bonger2. At that time Andries was living at 80 rue dHauteville (FR b1030), but he was staying with Vincent at 54 rue Lepic, as we learn from a letter to his parents3 (Paris, Friday 27 August 1886): My invalids (Vincent van Gogh also fell ill during Theos absence) have hindered me from writing. Otherwise I should have thanked you much sooner for the warmth of the reception you gave Theo. He was in raptures over his stay with you (he got back Thursday morning). It also pleases me greatly that he is to your liking. The longer one gets to know him, the more one learns to appreciate his fine mind. He is always entertaining company. I slept at the apartment while he was away, because Vincent was alone. ... I now go to eat with Van Gogh every evening as a permanent thing. It does take up a lot of time, since he lives in Montmartre, and the evenings are now taken up altogether, but its more pleasant for us both. The three of us always have plenty to talk about (FR b1844). The flat on the third floor had three reasonably large rooms, a tiny study and a little kitchen. ... Vincent slept in the study, and behind that was the studio, an ordinary room with one not particularly large window, wrote Jo van Gogh-Bonger4 in her introduction to Brieven 1914, p. xlvii. 1 2 Vincent van Gogh and Andries Bonger to Theo van Gogh. Paris, on or about Wednesday, 18 August 1886. geentameerd en het ijs gebroken in zoover ge er met de Hollandsche heeren over gesproken hebt &c.5 En mijn elle sera la vapeur zie ik nog niet in dat onjuist is, daar ik zelf dat la vapeur zijn in t verschiet zie en op staanden voet slechts in zoover dat onze energie la vapeur moet wezen. In t verschiet zie ik t wel . En wat op staanden voet aangaat, ge herinnert U nog dat ik U zeide: Vang desnoods deze keer bot, maar dan is er vast eens over gesproken en dan moet er een tweeden togt naar Holland van Bonger en U zamen overheen. Voorloopig is er alle reden om met vader Pangloss te zeggen, tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes. 11 Maar nu, kerel, de oplossing van het vraagstuk S. 13 die ge in Uw brief van heden geeft, n.l. Zij er uit of ik er uit, zou heel kort, bondig en afdoend wezen als het uitvoerbaar was. Doch gij zult op moeielijkheden stuiten die Bonger en ik dezer dagen onder de oogen hadden en waar wij ons uiterste best op doen om er licht in te krijgen. Die moeielijkheden zijn anders dan ge denkt maar het is nu t moment niet in details te treden; wij zullen U er alles van vertellen als ge terugkomt. Dat gij niet bij S. en S. niet bij U hoort is dunkt me vast en zeker. en dat het dus uitgemaakt moet worden ook maar hoe? Het is goed dat gij U er op voor- bereid houdt dat de zaak misschien niet kan afgemaakt worden op de door U voorgestelde wijze, daar door haar te brusqueeren ge haar lijnregt of tot zelfmoord zoudt kunnen brengen of haar gek maken, waarvan de terugwerking op uw zelf natuurlijk triest zou zijn en U voor altijd zou kunnen knakken.[1v:2] Geen ongelukken dus s.v.p. Nu heb ik tegen Bonger ook gezegd wat ik tot U zeide, dat ge haar aan een ander moest zien over te doen, en tegen Bonger heb ik ten volle gezegd hoe ik het voelde dat een arrangement lamiable dat vrij wel voor de hand ligt, is dat ge haar overdoet aan mij. Zooveel is zeker, 5 Theo used his stay in the Netherlands to try to get support for his plans to set up his own art gallery with Andries Bonger6. He talked to his Uncle Vincent7, but his uncle saw no merit in the idea. We do not know who else is meant by the Dutch gentlemen, but it is reasonable to assume that he also spoke to H.G. Tersteeg8. On the basis of Vincents remark about Uncle Cor9 and Uncle Vincent in letter 659 we can assume that Theo approached Uncle Cor too. A year later, on 26 July 1887, Theo was to write to Jo Bonger10 about his uncles reaction: I had several artists in mind whose work I admired and with whom I was sure I could do business. Andr shared my views and we arranged that I would approach my uncle, who had once promised to help me, to get the money we needed to carry out our plan and start a business together. My uncle refused to help and fobbed me off, kindly at first, but later, when I persisted, quite firmly. Andrs attempts to raise funds were no more successful. For a while I was bitterly disappointed, so much so that I fell ill. See Brief happiness 1999, pp. 63-64, letter 1. 11 These words are quoted from the philosopher Pangloss in Voltaire12s Candide (1759), where they occur re- peatedly. The novel tells the story of the journey of the young, open-minded Candide, who is driven out of the palace where he lives. He has learned from the household philosopher Pangloss that he lives in the best possible world: Tout est pour le mieux dans le meilleur des mondes. During his wanderings Candide encounters a great deal of misery (so that he begins to have doubts), but nonetheless in the end he calls for fortitude with the cry: we must cultivate our own garden (il faut cultiver notre jardin). Later in the correspondence, Van Gogh quotes Panglosss maxim about the best of all possible worlds several times more. However he interprets it as a genuine exhortation to be optimistic; the irony with which Voltaire put these words into the quasi-philosophers mouth largely escapes him. 13 At this time Theo had a relationship with a woman referred to only as S14, about whom nothing further is known. Vincent van Gogh and Andries Bonger to Theo van Gogh. Paris, on or about Wednesday, 18 August 1886. 3 indien zoowel gij als zijzelve er in berusten wildet dan ben ik bereid S. van U over te nemen, liefst echter zonder haar te trouwen doch als t beter uitkomt dan zelfs met een mariage de raison. Ik schrijf U dit kortaf opdat gij vr Uw terugkomst nog tijd zoudt hebben er eens over te denken. Daar zij zoodoende het huishouden zou kunnen doen en daar zij zich zelf bedruipt door haar werk, ware t voor U eer eene bezuiniging dan andersom. Lucie15 heeft haar cong, ik heb haar gezegd dat gij er niet mede zoudt doorgaan omdat het te duur uitkwam, maar haar aangehouden tot Uw terugkomst omdat gij dan kunt beslissen hoe t huishouden wezen zal, en ingeval die beslissing niet den eersten besten dag genomen kan worden is t welligt wenschelijk tot er beslist is met S. het huishouden op den zelfden voet te laten wat Lucie betreft. Kondt gij zelf in dit arrangement treden dan zie ik als eerste gevolg voor U er in dat gij U geheel vrij man zoudt voelen en uw eigen engagement17 la vapeur zou gaan. Goeden moed en bedaardheid. Wat het werk betreft, ik heb een pendant voor die bouquet die ge bij U hebt, 20 verder een tak witte lelies wit, rose, groen tegen zwart, in den geest van een zwart japansch verlakt24 met parelmoer ingelegd, die ge kent dan een tak oranje tijgerlelies tegen blaauw fond, dan een bouquet daliahs, violet tegen geel fond, en Roode glaeuls in een blaauwen vaas tegen licht geel.25 Bonger is bezig te lezen au Bonheur des dames26 en ik heb gelezen Bel ami van Guy de Maupassant. 28 [1v:3] Weet ge dat en Bonger en S. hier slapen en het zijn curieuse dagen, soms zijn we erg, erg bang voor haar en soms zijn we almagtig vrolijk en opgewekt. Maar S. is geducht gederangeerd. en het is nog lang niet over. Dat het echter beslist af is tusschen U en haar zult ge weerkeerig pas voelen als ge elkaar terug ziet en ge hoeft dus niet te vreezen ge er weer aan vast raakt.