La Petite Bande . Sigiswald Kuijken Christoph Genz tenor woensdag 7 februari 2001

La Petite Bande . Sigiswald Kuijken Stephan Genz bariton donderdag 8 februari 2001 We zijn uiterst vereerd het Belgisch Vorstenpaar te mogen verwel- komen naar aanleiding van het twintigjarig bestaan van deSingel tijdens het concert van La Petite Bande op 7 februari 2001. Joseph Haydn: de paradox

woensdag 7 februari 2001 Waarom houden we (bijna allen) van Haydn? Vanwaar deze La Petite Bande . Sigiswald Kuijken . Christoph Genz tenor bewondering, deze bijzondere vriendschap, deze verbondenheid Joseph Haydn met hem? Symfonie nr 104 in D, London Omdat hij de kunst verstaat ons te doen geloven dat hij als het ware Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria: Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 een geheim met ons deelt, een afspraakje dat ons bijna medeplich- Joseph Haydn tig maakt in een goedaardig complotje met hem. Nochtans ver- Symfonie nr 99 in Es bergt zijn knipoog meer dan hij reveleert over zijn ziel; Haydn is zui- pauze nig met zijn glimlachjes, werpt ons geen gratuite blikken toe – men zou kunnen zeggen dat hij eerst uitzoekt wie het verdient om ver- Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria’s: leid te worden. Per pietà, KV420 En ’t is waar, niet iedereen is gevoelig voor de knipoog van de mees- A te fra tanti affanni, KV469 Joseph Haydn ter van Esterházy: indien je voor alles de tragiek zoekt, de diepe Symfonie nr 100 in D, Militär afgrond, vergeet het maar. En als je op zoekt bent naar het opper- vlakkige, de goedkope afleiding of indien je het goddelijk genie zoekt die je als een zonnestraal – enigszins getemperd door een zekere flou artistique – moet bereiken: vergeet het maar. Bij Haydn, donderdag 8 februari 2001 La Petite Bande . Sigiswald Kuijken . Stephan Genz bariton geen misleiding, geen reizen in een ver universum. Deze afwijzing van het fantastische, deze voorkeur voor de grenzen is verrassend Joseph Haydn Symfonie nr 101 in D, Die Uhr voor een artiest! Joseph Haydn Haydn schijnt ons te willen zeggen: “De Eeuwigheid, het oneindige, Symfonie nr 102 in Bes belaagt ons te zeer van alle kanten; we kunnen er onmogelijk aan pauze ontsnappen. Langs voor, langs achter, omhoog en omlaag houdt het ons gevangen: overal waart de oneindigheid van tijd en ruimte. Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria’s: De macrokosmos overstijgt ons, de microkosmos is al even duize- Mentre ti lascio, KV513 lingwekkend; waar zijn wij temidden daarvan? Laten we ons tevre- Un bacio di mano, KV541 den stellen met een stukje van dit alles, dat we zorgvuldig in ere Rivolgete, KV584 Joseph Haydn houden – zo wordt het leven leefbaar en eindig en de tijd een ver- Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel trouwd getik dat men kan gebruiken, waarop men kan bouwen – een trouwe vriend, de onbreekbare motor die ons ten geschenke werd gegeven en die heel ons kleine universum doet bewegen …” Haydn, dat is de zin voor de mechaniek, voor de constructie, de compositie in de meest letterlijke zin (zoals een kind dat met zijn blokkendoos speelt, huizen, torens, muren, bruggen … bouwt, en vrijheid en geborgenheid vindt in de nieuw bevochten grenzen …). De architect Haydn bouwt steeds nieuwe en verbazingwekkende huizen - sterke huizen gebouwd op rotsgrond. Alles is er juist en waarachtig, bewonderenswaardig evenwichtig en getuigend van goede smaak. Het is er goed wonen - men voelt zich er beschermd door een duurzame vrede. Voor sommigen is dat te geruststellend, niet interessant genoeg - alsof enkel de ontreddering artistiek bruikbaar is. Aan hen gaat Haydn ongemerkt voorbij. Jammer voor hen, want zelfs in het even- wicht zijn er duizend en één min of meer afwijkende nuances, fasci- nerend in hun frisheid en tegenspraak. Er is echter een wijze, besla- gen en nederig ambachtsman nodig, zoals onze Franz-Joseph, die ze ons toont, releveert dankzij alweer duizend en één ingevingen. Haydn toont ons de grootsheid van wat ons beperkt lijkt; de onein- dige verscheidenheid van wat monotoon schijnt – kortom, de onverwachte rijkdom van de eenvoud. Daarin is hij de allergrootste. Ik denk dat in een tijd als de onze, met haar vervreemdende techno- logie, zijn licht weldoend is. Ik houd ervan.

Sigiswald Kuijken, januari 2001 Joseph Haydn: de Londense symfonieën nr 99-104

Joseph Haydn (1732-1809) is de muziekgeschiedenis ingegaan als het vasteland toen hij vernam dat Haydns broodheer gestorven de vader van het strijkkwartet. Maar ook op het symfonische genre was. Het duurde niet lang of hij ging bij Haydn aankloppen om hem drukte papa Haydn zijn stempel. In zowat veertig jaar tijd schreef hij te engageren voor zijn concerten in de Engelse hoofdstad. “Ik ben meer dan honderd symfonieën. Haydn werkte het grootste deel Salomon uit Londen en ik kom u halen”, zo zou hij zichzelf aan de van zijn leven als kapelmeester van de Hongaarse familie Esterházy. componist hebben voorgesteld. “Morgen zullen we een contract Tijdens zijn jarenlange dienst bij de Esterházy’s beschikte de com- sluiten.” Het contract ging over de compositie van een aantal wer- ponist over een excellent orkest, zodat hij naar hartelust kon experi- ken, die onder leiding van de componist, tijdens de concertreeksen menteren met het genre dat in de tweede helft van de achttiende van Salomon zouden gecreëerd worden. eeuw Europa veroverde: de symfonie. Het leven in paleis Esterháza Het plan om Haydn naar Londen te halen was niet nieuw. In de bood Haydn dus vele mogelijkheden, maar er was ook een keer- jaren 1780 hadden onder meer de organisatoren van de Profes- zijde aan de medaille. Haydn leidde in Esterháza een zeer geïso- sional Concerts al contact gezocht, ook uitgever Bland had ver- leerd bestaan; hij moest componeren volgens de verlangens van de woede pogingen gedaan om de componist naar Engeland te halen vorst en had het formele verbod gekregen kopieën van zijn muziek en meer dan eens had de Londense pers gewag gemaakt van een te verspreiden of compositieopdrachten van buitenstaanders te mogelijk bezoek. aanvaarden zonder een speciale toestemming. Die bijzondere toe- Toen de gevierde musicus in 1791 eindelijk in de stad aankwam, stemming kwam er toch een paar keer, zodat ook de buitenwereld werd hij er als een koning onthaald. Hij werd ontvangen bij de kon kennismaken met het grote meesterschap van de componist. belangrijkste edellieden en burgers van de stad, er stonden zelf Rond 1780 waren de Europese muziekliefhebbers zich ervan enkele koninklijke bezoeken op het programma. bewust dat Haydn één van de belangrijkste componisten van zijn Haydn zelf was ook zeer opgetogen over zijn bezoek want Londen tijd was. maakte een geweldige indruk op hem. Een paar dagen na zijn aan- Op 28 september 1790 overleed Prins Nikolaus en kwam er een komst schreef hij aan een vriend: “Deze immense stad overvalt me einde aan Haydns exclusieve band met de Esterházy’s. Nikolaus’ met haar pure schoonheid en haar wonderlijke monumenten”. opvolger, Prins Paul Anton, deelde de muzikale interesses van zijn Londen was op het einde van de achttiende eeuw één van de muzi- vader niet en ontbond het orkest. Haydn bleef wel op de loonlijst kale hoofdsteden van Europa, met talloze openbare concerten, staan, maar werd (voorlopig) ontslagen van alle verplichtingen. De muziekclubs en privé-initiatieven. Bovendien telde de stad een aan- componist vond een nieuwe verblijfplaats in Wenen en begon er tal uitstekende orkesten. Geen wonder dat Haydn zich voor zijn een nieuw leven. De herwonnen vrijheid van de componist ging Londense concerten hoofdzakelijk op instrumentale muziek con- echter niet onopgemerkt voorbij. Johann Peter Salomon, een Duits centreerde, met als hoogtepunt de twaalf Londense symfonieën. violist die in Londen werkte als concertmanager, was toevallig op De eerste zes symfonieën (nr 93-98) ontstonden in het kader van Wolfgang Amadeus Mozart

Haydns eerste reis naar Londen (1791-1792). De tweede reeks van Concertaria’s: zes (nr 99-104) componeerde hij voor zijn tweede bezoek in de • Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 jaren 1794-1795. • Per Pietà, KV420 Aan het einde van de tweede reis probeerde de Engelse koning • A te fra tanti affanni, KV469 (uit: Davidde Penitente) hem te overhalen om in Londen te blijven en bood hem onderdak • Mentre ti lascio, KV513 aan in Windsor Castle, maar Haydn moest naar Oostenrijk terugke- • Un bacio di mano, KV541 ren. In januari 1794 was prins Paul Anton Esterházy overleden en • Rivolgete, KV584 (uit: Cosí fan tutte) zijn opvolger wilde het orkest in ere herstellen. Aangezien Haydn nog steeds de officiële kapelmeester was, werd hij teruggeroepen Naast zijn vele opera’s schreef Mozart nog een aanzienlijk aantal om deze taak te vervullen. losstaande aria’s. Sommige daarvan waren bedoeld als alternatief De twaalf Londense symfonieën tonen componist Haydn op het voor bestaande opera-aria’s of werden in een bepaalde opera hoogtepunt van zijn kunnen, al zijn het niet echt vernieuwende gewoon extra ingelast, om tegemoet te komen aan specifieke wen- werken. De kracht van deze orkestwerken ligt vooral in hun sen van bepaalde uitvoerders. Af en toe werden dergelijke aria’s sublieme klankrijkdom, hun schat aan muzikale ideeën en hun sub- ook wel in opera’s van andere componisten gebruikt. Dit gebeurde tiele diepgang. Enkele symfonieën kregen na verloop van tijd een bijvoorbeeld wanneer een componist niet in Wenen resideerde en bijnaam, zoals nr 96 de mirakelsymfonie, nr 100 de militaire, nr 103 men zijn opera wilde aanpassen aan de mogelijkheden van met de paukenroffel en nr 104 de Londense. Deze ondertitels kwa- bepaalde zangers. Voor deze aanpassingen werd dan vaak een men niet van Haydn zelf, maar werden later door muziekliefhebbers beroep gedaan op Mozart. toegevoegd. In de periode 1783-1785 waren er vijf operaproducties van toen zeer succesvolle componisten waarvoor Mozart extra materiaal Nicole Van Opstal leverde. Voor Mozart was dit telkens een enorme kans om te bewij- zen dat hij de vergelijking met de meest getalenteerde operacom- ponisten uit die tijd kon doorstaan. Deze extra aria’s waren haast per definitie zeer virtuoos; ze boden aan één of ander gevierd zan- ger of aan een prima donna de kans om hun vocale kunsten of dra- matische kwaliteiten uitgebreid te etaleren. Naast deze opera-aria’s componeerde Mozart ook een aanzienlijk aantal concertaria’s, meestal met een bepaalde zanger of zangeres voor ogen. Bijgevolg waren die aria’s “precies op maat van de zan- gers gesneden, net zoals een goed ontworpen jurk”, zoals Mozart Mozart in mei 1788 de aria Un bacio di mano, KV541. De zanger die zelf noteerde in een brief van 1778. hij op het oog had was Francesco Albertarelli. Hoewel het libretto Concertaria’s waren enorm geliefd bij het achttiende-eeuwse con- geschreven werd door F. Livigni, is het mogelijk dat Lorenzo da certpubliek. Ook Mozart hield van het genre; hij kon er bij het grote Ponte de tekst voor de aria leverde. Deze tekst gaat over een vrolijke publiek op een zeer directe en overtuigende manier zijn talent voor Fransman die op een ironische wijze raad geeft aan een niet zo dramatische muziek mee bewijzen. In enkele van deze concertaria’s snuggere minnaar. verwerkte Mozart prachtige instrumentale soli, zoals voor hobo, piano en zelfs contrabas. Nicole Van Opstal Van de aria’s die Christoph en Stephan Genz tijdens hun concerten met La Petite Bande zullen vertolken, werd er één voor het concert- podium gecomponeerd. De andere zijn vervangingsaria’s voor wel- bepaalde operaproducties. “Gisteren en eergisteren waren er belangrijke concerten georgani- seerd door het Wiener Tonkünstler-Gesellschaft. Ik speelde er een concerto en Adamberger zong er één van mijn rondeaus”, dat schreef Mozart op 24 december 1783. Het bedoelde rondeau was de aria Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 die hij voor tenor Johann Valentin Adamsberger componeerde. Uit de aria blijkt duidelijk dat Adamsberger een bijzonder talent moet geweest zijn. De aria vraagt niet alleen een zorgvuldige stembeheersing van de uitvoerder, maar doet ook uitvoerig beroep op zijn dramatische kwaliteiten. Mentre ti lascio, KV513 werd gecomponeerd op 23 maart 1787 voor Mozarts vriend baron Gottfried von Jacquin. Deze bas-aria, op tekst van Ducca Sant’Angioli-Morbilli, werd toegevoegd aan de opera La disfatta di Dario van Giovanni Paisiello en beschrijft op een meesterlijke wijze de gevoelens van een vader die afscheid neemt van zijn dochter. Voor de opera Le gelosie fortunate van Pietro Anfossi componeerde woensdag 7 februari 2001 La Petite Bande . Sigiswald Kuijken Christoph Genz tenor

Joseph Haydn Symfonie nr 104 in D, London 28’ • Adagio - Allegro • Andante • Menuet: Allegro – Trio • Finale: Spirituoso

Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria: Misero! O sogno - Aura che intorni spiri, KV431 10’

Joseph Haydn Symfonie nr 99 in Es 28’ • Adagio - Vivace assai • Adagio • Menuet: Allegretto – Trio • Vivace

pauze

Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria’s: Per pietà, KV420 8’ A te fra tanti affanni, KV469 (uit Davidde Penitente) 7’ begin concert 20.00 uur Joseph Haydn pauze omstreeks 21.10 uur Symfonie nr 100 in D, Militär 24’ einde omstreeks 22.15 uur • Adagio – Allegro Allegretto inleiding door Nicole van Opstal . 19.15 uur . Foyer • Menuet: Moderato tekst programmaboekje Sigiswald Kuijken, Nicole van Opstal • Finale: Presto coördinatie programmaboekje deSingel • druk programmaboekje Tegendruk gelieve uw GSM uit te schakelen! Joseph Haydn Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr 104 in D, London Concertaria: Misero! O sogno – Aura, che intorno spiri, KV431 (425b)

Van alle Londense symfonieën is dit de enige die in de titel met Lon- Misero! O sogno, o son desto? Chiuso è il varco all’uscita. Io den geassocieerd wordt. Waarom dat zo is, is niet duidelijk. dunque, oh stelle! solo in questo rinchiuso abitato dall’ombre, Op de autograaf noteerde Haydn: “Dit is de twaalfde symfonie die luogo tacito, e mesto, ove non s’ode nell’orror della notte che ik in Engeland geschreven heb”. Onder het publiek dat op 4 mei de’notturni augelli la lamentabil voce, i giorni miei dovrò qui termi- 1795 de première bijwoonde, bevond zich ook muziekchroniqueur nar? Aprite, indegne, questa porta infernale, spietate, aprite, aprite. Charles Burney. “Zo’n muziek heb ik nog nooit voordien gehoord, Alcun non m’ode, alcun non m’ode e solo, ne’cavi sassiascoso, dat dit het werk kan zijn van een sterveling! Dankzij producties als risponde a’mestiacenti eco pietoso. E dovrò qui morir? Ah! deze kunnen we ons een beetje voorstellen wat Apollo en zijn negliestremi amari sospiri almen potessi, oh Dio! oh Dio! dar al caro muzen zouden componeren”, schreef hij in een brief aan zijn doch- mio ben, dar al caro mio ben l’ultimo addio! ter Susan. Aura, che intorno spiri, sull’ali a leiche adoro, deh! porta i miei Een gewichtig inleidend adagio leidt naar het allegro dat zich vol sospiri, miei sospiri, dì che per essamoro, dì che per essa moro, che kracht en enthousiasme ontvouwt. Het lyrische tweede deel più essa moro, che più non mi vedrà. (andante) begint rustig en luchtig maar bouwt door de opeenvol- Ho mille lorve il torno, divarie voci il suono, che orribile soggiorno, ging van modulaties (veranderingen van toonaard) toch spanning che nuova crudeltà, che nuova crudeltà. op. Het menuet zit boordevol verrassingen, waarna het allegro spi- Che barbara sorte, che stato dolente, mi lagno, sospiro, nessuno mi rituoso het geheel op een meesterlijke wijze besluit. Haydn demon- sente, nel grave periglio nessuno non miro, non spero consiglio, streerde in dit deel een knap staaltje van orkestraal contrapunt. non trovo piètà, non spero consiglio, non trovo pietà, non trovo, non trovo pietà. Mi lagno, sospiro, nessuno mi sente, non spero consiglio, non trovo pietà, nel grave periglio, nessuno non miro, non spero consiglio, non trovo pietà. Joseph Haydn Symfonie nr 99 in Es

Nadat hij enkele gewaardeerde dansreeksen had geschreven voor soonlijke correspondentie. Haar dood was voor de componist dan feestelijke bijeenkomsten van de Weense adel, begon Haydn eind ook een groot verlies, wat de droevige toon en de serene melan- 1792 aan de voorbereidingen van zijn tweede concertreis naar Lon- cholie in dit adagio zou kunnen verklaren. den. In de overeenkomst met Salomon stond opnieuw de opdracht Na een luchtig menuet besluit deze symfonie met een even grootse om zes symfonieën te schrijven. als vrolijke finale. De eerste uit de reeks, de symfonie nr 99 in Es toont meteen dat Haydn opnieuw indruk wilde maken op het Londense publiek. Het werk heeft veel grotere allures dan zijn voorgangers en bovendien voegt Haydn voor het eerst twee klarinetten toe, waardoor het gevarieerde orkestpallet nog kleurrijker wordt. Met deze symfonie opende Haydn op 10 februari 1794 een nieuw seizoen van de Salo- monconcerten. Zoals hij dat gewoon was, leidde hij het orkest “ter- wijl hij op de pianoforte begeleidde”, aldus de Morning Chronicle. De recensent was diep onder de indruk van de compositie: “De onovertroffen Haydn heeft hier een werk afgeleverd waarover ik niet in gewone termen kan schrijven. Het is één van de grootste meesterwerken die we ooit gehoord hebben. Het zit boordevol ideeën, die even nieuw als indrukwekkend zijn. De symfonie raakt je tot in het diepste van je ziel. Het publiek antwoordde dan ook met een dolenthousiast applaus”. Het enthousiasme was zo groot dat het werk tijdens het volgende concert hernomen werd. Met uitzondering van nr 95 beginnen alle Londense symfonieën met een trage inleiding. Ondanks haar zeer dramatisch karakter leidt deze inleiding naar een lichtvoetig, goedgehumeurd vivace assai. Het tweede deel, adagio, is één van de meest verfijnde en nobele die Haydn ooit geschreven heeft. Terwijl hij aan dit deel werkte, kreeg Haydn het bericht dat Marianne von Genzinger over- leden was. Met deze vrouw, de echtgenote van de dokter van Prins Esterházy, voerde Haydn sinds jaren een regelmatige en zeer per- Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria: Per pietà, KV420 uit de opera Il curioso indiscreto (II, 4) van Pasquale Anfossi

Il Conte Per pietà non ricercate la cagion del mio tormento, sì crudele in me lo sento, che neppur lo so spiegar. Vo’ pensando ma poi come? Per uscir mache mi giova di far questa o quella prova se non trovo, se non trovo in che sperar.

Ah, tra l’ire e tra glisdegni della mia funesta sorte, della mia funesta sorte, chiamo, chiamo, chiamo solo, oh Dio, la morte che mi venga a consolar, chiamo, chiamo, chiamo solo, oh Dio, la morte che mi venga a consolar. Wolfgang Amadeus Mozart Joseph Haydn A te fra tanti affanni, KV469 Symfonie nr 100 in D, Militär (uit Davidde Penitente)

A te, fra tanti affanni Nadat hij zijn tweede bezoek aan Engeland begonnen was met de pietà cercai, Signore, uitvoering van de niet zo eenvoudige symfonieën nr 99 en 101, Che vedi il mio bel core, che mi conosci almen besloot Haydn zijn bijdrage aan de reeks lenteconcerten van Salo- Udisti i voti miei: mon af te sluiten met de symfonie nr 100. e già godea quest’alma per te l’usata calma delle tempeste in sen. Het Londense publiek kreeg ze voor het eerst te horen op 31 maart 1794 in The Hanover Square Rooms. Het was trouwens de laatste concertreeks die op Hanover Square doorging, het jaar nadien wer- den de Salomonconcerten opgenomen in de reeks Opera concerts in King’s Theater, Haymarket. De onvangst van symfonie nr 100 was enorm uitbundig. Het werk werd geprezen om zijn eenvoud en toegankelijkheid. “Deze symfo- nie is duidelijk minder geleerd en makkelijker te vatten dan enkele andere recente werken van hem, hoewel ze even rijk is aan nieuwe ideeën”, aldus de Londense correspondent van de Allgemeine Musikalische Zeitung. Vooral het tweede deel viel in de smaak door de bijzondere instrumentatie. Haydn gebruikte onder meer cimba- len, triangels en trommels (zogenaamde Turkse instrumenten) en voegde trompetsolo’s en fanfare-achtige passages toe waardoor de symfonie haar bijnaam de militaire kreeg. donderdag 8 februari 2001 La Petite Bande . Sigiswald Kuijken Stephan Genz bariton

Joseph Haydn Symfonie nr 101 in D, Die Uhr 28’ • Adagio – Presto • Andante • Menuet: Allegretto – Trio • Vivace

Joseph Haydn Symfonie nr 102 in Bes 24’ • Largo vivace • Adagio • Menuet: Allegro – Trio • Finale: Presto

pauze

Wolfgang Amadeus Mozart Concertaria’s: Mentre ti lascio, KV513 6’ Un bacio di mano, KV541 2’ Rivolgete, KV584 (uit: Cossi fan tutti) 6’

Joseph Haydn Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel 32’ begin concert 20.00 uur • Adagio - Allegro con spirito pauze omstreeks 21.00 uur • Andante più tosto Allegretto einde omstreeks 22.10 uur • Menuet • Finale: Allegro con spirito inleiding door Nicole van Opstal . 19.15 uur . Foyer tekst programmaboekje Sigiswald Kuijken, Nicole van Opstal coördinatie programmaboekje deSingel druk programmaboekje Tegendruk gelieve uw GSM uit te schakelen! Joseph Haydn Symfonie nr 101 in D, Die Uhr

Ook de Symfonie nr 101 dankt haar bijnaam aan het tweede deel. De begeleidingsfiguur in de fagot en de pizzicato in de strijkers roe- pen het effect op van een tikkende klok. Globaal gezien is het werk licht en opgeruimd van karakter en vol- doet het perfect aan de toenmalige eisen voor vermakelijke en onderhoudende muziek. Hoewel de symfonie begint met een somber adagio, rijk aan chro- matiek, voeren de beide thema’s van het eerste deel de luisteraar onmiddellijk naar meer opgewekte sferen. Het tweede deel, andante (de klok), ontvouwt zich aanvankelijk voorzichtig en behoedzaam, maar krijgt gaandeweg meer kracht en impact. Het wordt gevolgd door een opgewekt menuet, waarvan het mid- dendeel (trio) voorbehouden is aan enkele solistische houtblazers. Deze fluiten en fagotten zorgen even voor een pastorale sfeer. In de energieke finale laat Haydn de thema’s van het eerste deel opnieuw opduiken, waardoor de cirkel gesloten wordt. Joseph Haydn Wolfgang Amadeus Mozart Symfonie nr 102 in Bes Concertaria: Mentre ti lascio, KV513 (uit de opera La disfatta di Dario op een tekst van Duca Sant‘ Angioli-Moribilli)

Bij de première van Haydns symfonie nr 102 op 2 februari 1795 Dario deed zich een bijzonder incident voor. Tijdens de uitvoering stond Mentre ti lascio, oh figlia, oh figlia, in sen mi trema il core, in sen mi het publiek zo in bewondering voor Haydn dat velen hun plaats ver- trema il core. lieten en dichter bij het orkest kwamen staan om de beroemde diri- Ahi che partenza amara. Ahi che partenza amara! gent van nabij te kunnen bekijken. Nauwelijks was het volk voor het Provo nel mio dolore le smanie ed il terror, le smanie ed il terror, le orkest samengedromd of de reusachtige luchter kwam los van het smanie ed il terror. plafond en viel naar beneden. Als bij wonder raakte niemand Mentre ti la scio oh figlia, in sen mi trema il core. gewond. Ahi che partenza amara! Provo nel mio dolore le smanie ed il terror. Hoewel de symfonie nr 102 één van de hoogtepunten uit de reeks Parto. Tu piangi? Tu piangi? Oh Dio! is, wordt ze niet zo vaak gespeeld. Nochtans is dit werk volgens Ti chieggio un sol momento, un sol momento. Mentre ti la scio, oh sommigen het beste orkestwerk dat Haydn ooit schreef. Het wijst figlia, in sen mi trema il core. Ahi che partenza amara! vooruit naar het symfonische oeuvre van Ludwig van Beethoven. Figlia ti lascio. Oh Dio che fier tormento! In het inleidende largo hangt een gespannen sfeer door de drama- Ti chieggio un sol momento, un sol momento. Figlia ti lascio. Ahi tisch aanzwellende akkoorden en dynamische contrasten. Ze intro- che partenza amara! Oh Dio che fier tormento! Ah mi si spezza il duceren een krachtig allegro vivace vol spanning en tegenstel- cor, ah mi si spezza il cor. Parto. Addio. lingen. In het tweede deel, een adagio met een elegische melodie, Tu piaggi! Ahi che partenza amara! is de sfeer donker en bedrukt. De melancholische toon wordt ver- Ahi che partenza amara! Oh Dio che fier tormento! sterkt door de instrumentatie: fagotten, gestopte hoorns en trom- Figlia, io parto, ti lascio. Addio. Ahi che partenza a mara! Oh Dio petklanken zorgen voor een enigszins donkergetinte atmosfeer. che fier tormento! Ah mi si spezza il cor. Voor enige vrolijkheid is het wachten op het menuet, dat beheerst wordt door een joviaal klinkende volksdansmelodie. Ook de finale heeft een opgeruimd karakter, humor en lichtvoetigheid bepalen hier de sfeer. Wolfgang Amadeus Mozart Wolfgang Amadeus Mozart Un bacio di mano, KV541 Rivolgete, KV584 (uit de opera Le gelosie fortunate (II, 4) op een tekst van Lorenzo Da (uit Cosi fan tutte) Ponte)

M. Giro Rivolgete a lui lo sguardo Un bacio di mano vi fa maraviglia, e poi bella figlia volete sposar. e vedrete come sta. Voi siete un po’tondo, mio caro Pompeo, l’usanze del mondo Tutto dice, io gelo … io ardo … andate a studiar. idol mio pietà. Un uom, che si sposa con giovin vezzosa, a certi caprici, dee pria E voi, cara, un sol momento rinuncia, dee libere voglie la sciar alla moglie, dee sempre le porte il bel ciglio a me volgete, aperte lasciar, dee chiudere gli occhi, gliorecchi, la bocca, se il re e nel moi ritroverete, degli sciocchi non vuole sembrar. Voi siete un po’tondo, mio caro quel che il labbro dir non sa. Pompeo, l’usanza del mondo andate e studiar. Un Orlando innamorato non è niente in mio confronto; un Medoro il sen piagato verso lui per nulla io conto: Son di foco i miei sospiri, son di bronzo i suoi desiri: Se si parla poi di merto certo io sono, ed egli è certo che gli uguali non si trovano da Vienna al Canadà. Siam due Cresi per ricchezza, due Narcisi per bellezza, in amor i Marcantoni verso noi sarian buffoni, siam più forti d’un Ciclopo letterati al par di Esopo se balliamo un Pich ne cede, sì gentil e snello è il piede. Se cantiam, col trillo solo facciam torto all’usignuolo; e qualch’altro capitale Joseph Haydn Symfonie nr 103 in Es, Mit dem Paukenwirbel

abbiam poi che alcun non sa. De symfonie nr 103 ging in première op 2 maart 1795 in de reeks Bella bella! Tengon sodo: Opera Concerts. Enkele dagen voordien hadden de kranten het se ne vanno ed ne godo; concert in grote letters aangekondigd. erione di costanza, De hooggespannen verwachtingen werden alweer ingelost. In de specchi son di fedeltà. Morning Chronicle stond de dag nadien te lezen: “Er werd een nieuwe symfonie uitgevoerd van de innemende Joseph Haydn. Het werk zit vol geniale fragmenten, zowel qua melodieën als qua klankrijkdom. De inleiding eiste onmiddellijk alle aandacht, het alle- gro charmeerde ons allemaal, voor het andante werd bis geroepen, het menuet was charmant en schattig en het laatste deel was de kroon op het werk”. De symfonie dankt haar naam aan de aanzwellende paukenroffel waarmee het werk begint. La Petite Bande Haydns Die Sieben Letzte Worte Unseren Erlösers. In november 2000 werkte het Het barokorkest La Petite Bande werd in 1972 opgericht door Sigiswald Kuijken, orkest voor het eerst samen met de het vocaal ensemble Ex Tempore, in een pro- op verzoek van de Duitse platenfirma Harmonia Mundi, om Lully’s Le Bourgeois ductie rond de Vespere de Confessore en ander religieus werk van Mozart. Het sei- Gentilhomme op te nemen onder leiding van Gustav Leonhardt. De orkestbezet- zoen 2001-2002 wordt reeds ingezet in de zomer met een concertant programma ting en de naam werden ontleend aan het orkest van Lully zelf aan het hof van rond Antonio Vivaldi, aangevuld met een concertante Serva Padrona van G.B. Per- Lodewijk de XIV. Ondermeer door authentieke instrumenten te gebruiken en de golesi. In het najaar volgt dan Mozarts Die Entführung aus dem Serail (concertant) oude speelwijze in ere te herstellen werd er naar gestreefd deze muziek, zowel met onder meer Isolde Siebert, Cyndia Sieden, Christoph Genz, Knut Schoch, qua interpretatie als qua klankbeeld, zo getrouw mogelijk te laten herleven, zon- Stephan Schreckenberger en Cornelius Hauptmann. In december wordt het orkest der daarbij in een strak academisme te vervallen. Oorspronkelijk was het niet de opnieuw uitgenodigd naar Japan, met een gevarieerd Mozart-programma. Als bedoeling dat La Petite Bande een permanent orkest zou worden, maar het succes Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen wordt La Petite Bande gesteund door het van de plaatopnamen was zo groot dat de groep geregeld concerten ging geven. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Sinds 1997 is La Petite Bande in residen- Na een eerste periode, waarin het accent vooral lag op de Franse barokmuziek tie in de Stad Leuven, en ontvangt het ensemble een structurele sponsoring van (Lully, Campra, Muffat) werd ook het Italiaanse repertoire aangevat (Corelli, KBC Bank & Verzekeringen. Vivaldi en anderen). Daarna kwam als vanzelfsprekend ook het oeuvre van J.S. Bach aan de beurt. De laatste jaren heeft het orkest zich ook vaak laten opmerken door zijn veelgeprezen interpretaties van de klassieke meesters (Mozart, Haydn). Onder leiding van Gustav Leonhardt of van Sigiswald Kuijken, de vaste dirigent, heeft La Petite Bande sinds zijn ontstaan talrijke plaatopnamen gemaakt: opera’s van Rameau en Händel, Bachs Vioolconcerti (met Sigiswald Kuijken als solist), de Johannes- en Matthäuspassion, de Hohe Messe en het Magnificat, evenals de Brandenburgse Concerten en de Orkestsuites. Uit het klassieke repertoire werden o.m. opgenomen: het Requiem, Vioolconcerti en Sinfonie Concertante (solisten: Sigiswald Kuijken en Ryo Terakado) en de Da Ponte-opera’s Cosí fan tutte, Don Giovanni en Le Nozze di Figaro van Mozart, de Schöpfung, Jahreszeiten en meer dan twintig symfonieën van Haydn. La Petite Bande neemt op voor Deutsche Har- monia Mundi, Denon en Accent. De vaste kern van het orkest bestaat uit internati- onaal bekende solisten, specialisten op het gebied van de authentieke historische uitvoeringspraktijk. La Petite Bande is regelmatig te horen en te zien op binnen- en buitenlandse radio- en televisiestations, en trad op in vele belangrijke Europese festivals en concertzalen, en verder ook in Japan, Australië en Zuid-Amerika. Het jaar 2000 herdacht de tweehonderd vijftigste verjaardag van J.S. Bachs overlijden, en La Petite Bande vierde deze gelegenheid met de Brandenburgse Concerti (januari, juni, juli, november), de Hohe Messe (augustus-oktober) en Cantates (oktober-november). Sinds 1998 brengt La Petite Bande de vocale werken van J.S. Bach (Cantates, Passies, enz.) met slechts één zanger per partij (d.w.z. zonder koor in de huidige betekenis van het woord) - geheel in overeenstemming met de laat- ste stand van zaken in het researchwerk daaromtrent: de Thomascantor zelf blijkt al deze werken in dat perspectief ontworpen te hebben. April 2000 werd geken- merkt door een hernieuwde samenwerking met het Collegium Vocale (Gent) in Christoph Genz, tenor Stephan Genz, bariton Als lid van het Leipziger kreeg Christoph Genz zijn eerste muzikale Stephan Genz werd in 1973 in Erfurt geboren. Als lid van het Leipziger Thomaner- opleiding. Aan het King’s College in Cambridge studeerde hij Muziekwetenschap- chor kreeg hij zijn eerste muzikale opleiding. Aan de Hogeschool voor Muziek en pen en maakt er deel uit van het King’s College Koor. Vervolgens studeerde hij Theater te Leipzig studeerde hij bij Hans-Joachim Beyer. Vanaf 1994 vervolgde hij zang bij Hans-Joachim Beyer aan de Hogeschool voor Muziek in Leipzig. Bij Elisa- zijn studies bij Mitsuko Shirai en Harmut Höll aan de Staatshogeschool voor beth Schwarzkopf studeerde Christoph Genz liedinterpretatie. Christoph Genz Muziek in Karlsruhe. Ook bij Dietrich Fischer-Dieskau en won reeds enkele grote prijzen bij internationale zangwedstrijden, waaronder de studeerde Stephan Genz liedinterpretatie. Hij won enkele prijzen bij gerenom- Eerste Prijs op het Concours van Grimsby (1995) en op de Internationale Johann meerde internationale wedstrijden, waaronder de Internationale Johannes Sebastian Bach-wedstrijd in Leipzig (1996). Hij werd reeds uitgenodigd voor ver- Brahms-wedstrijd in Hamburg (1994) en de Internationale Hugo Wolf-wedstrijd in schillende concerten, liedavonden en operaproducties in Europa, Afrika en de Stuttgart. Stephan Genz is als gastzanger verbonden aan de opera’s van o.a. Ber- U.S.A. onder de leiding van dirigenten als Ludwig Güttle, Sir , Philippe lijn (Duitse Staatsopera), Lausanne, Rennes, Straatsburg en Parijs (Bastille) en de Herreweghe, Sigiswald Kuijken, Peter Schreier, Helmuth Rilling, Sir John Eliot Gar- Scala te Milaan. Hij concerteerde met talrijke gerenommeerde dirigenten, zoals diner, Thomas Hengelbrock, . Daarnaast verleende hij zijn Myung-Whun Chung, Marcus Creed, Sir , Philippe Her- medewerking aan talrijke concerten en cd-opnames, met onder andere Musica reweghe, Sigiswald Kuijken, Fabio Luisi, Georges Pétre, René Jacobs, Giuseppe Antiqua olv. Reinhard Goebel, alsook cd-opnames met verschillende werken van Sinopoli. Ondertussen verschenen cd-opnames met Goethe-liederen van Hugo J.S. Bach en Max Bruch, de Johannes-passie van Bach onder leiding van Ludwig Wolf (Claves) en liederen van Franz Schubert (Capriccio). Andere opnames ver- Güttler bij Berlin Classics, de Lofzang van Mendelssohn onder leiding van Helmuth schenen bij Hyperion (Wolf, Eichendorf-liederen, piano: Roger Vignoles), bij Cla- Rilling bij Hänssler. Bij Berlin Classics zijn enkele cd’s met Bach-cantates onder lei- ves (Schumann, Heine-liederen) en Teldec. Voor enkele van deze opnames ontving ding van Ludwig Güttler verschenen. Ook DGG-Archiv-Produktion bracht een hij de zeer gegeerde Diapason d’Or en de Timbre Platin. In oktober 1999 ontving aantal Bach-cantates onder leiding van Sir John Eliot Gardiner uit. Christoph Genz Stephan Genz de Brahms-prijs in Schleswig-Holstein. In de categorie solozang geeft regelmatig concerten op gerenommeerde festivals, zoals de Schubertiade werd hij, eveneens in oktober 1999, bekroond met de zeer gegeerde Gram- Hohenems, Verbier, Davos, Luzerner Musikfestwochen, Aix-en-Provence. Hij zingt mophone Award. De bariton gaf talrijke Liederavonden en concerten in de Ver- bovendien op diverse liedavonden in oa. de Alte Oper Frankfurt, het Concertge- enigde Staten en in bijna alle Europese landen. Zijn debuut in de Londense Wig- bouw Amsterdam, Louvre Parijs en Wigmore Hall in Londen. Tijdens het seizoen more Hall in maart 1999 werd een groot succes. Sindsdien gaf hij telkens weer 1997-1998 was Christoph Genz verbonden aan het theater van Basel. Hij gaf ook Liederavonden in de Wigmore Hall. Hij werd vervolgens uitgenodigd voor Lieder- verschillende gastoptredens bij de Opera de Nancy (Fernando in Cosi fan tutte), avonden in Amsterdam (Concertgebouw), Frankfurt (Alte Oper), Brussel (De Théâtre de Champs Elysées in Parijs (Tamino in Die Zauberflöte), de Opera de Lau- Munt), Parijs (Chatelet, Champs Elysées), naar de Schubertiade van Hohenems, sanne, Teatro alla Scala in Milaan (olv. Guiseppe Sinopoli), op de Festspiele van naar Italië, Spanje en Japan (Tokio, Okoyama, Nagaoka), Festival Verbier, Fest- Aix-en-Provence (Die Zauberflöte). In het seizoen 2000-2001 maakt Christoph spiele Aix-en-Provence. Genz als Fernando (Cosi fan tutte) zijn debuut in de Staatsopera van Hamburg. La Petite Bande

Viool I Traverso Ryo Terakado Marc Hantai Luis Otavio Santos Frank Theuns Dmitry Badiarov Makoto Akatsu Hobo Mira Glodeanu Patrick Beaugiraud Eva-Maria Röll Anneke Vanlancker

Viool II Klarinet Sara Kuijken Lorenzo Coppola Paul Herrera Daniele Latini Guya Martinini Cathérine Girard Fagot Jean-Paul Burgos Alain De Rijckere Kaori Toda Yukiko Murakami

Altviool Hoorn Marleen Thiers Claude Maury Michiyo Kondo Hermes Pecchinini Benoit Douchy Trompet Cello Graham Nicholson Hidemi Suzuki Thibaud Robinne Emmanuel Balssa René Schiffer Pauken Norbert Pflanzer Contrabas James Munro Tom Devaere Géry Cambier