Forumartikel: Rapport Project X Haren Revisited Een Kritische Beschouwing Over Onderzoek Naar Media in De Facebook-Rellen Van September 2012
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
108 | Peter Vasterman & Huub Wijfjes* Forumartikel: Rapport Project X Haren revisited Een kritische beschouwing over onderzoek naar media in de Facebook-rellen van september 2012 Inleiding Op 8 maart 2013 verscheen het rapport van een commissie onder leiding van Job Cohen die, in opdracht van de Groningse gemeente Haren, had onderzocht hoe ogenschijnlijk onschuldige gebeurtenissen in Haren op 21 september 2012 konden uitmonden in rellen, plunderingen en gewelddadige confrontaties tussen jongeren en de politie. Na de presentatie van het rapport Twee werelden. You only live once – voorzien van drie deelrapporten over de rol van de overheden, de media en de jeugdcultuur – trokken de politiek-bestuurlijke kanten de meeste aandacht. Ze had- den ook de grootste consequenties. Burgemeester van Haren Rob Bats trad enkele dagen na de presentatie af en het regionale politiekorps nam maatregelen ter ver- betering van het handelen bij eventuele toekomstige rellen. Daarmee leek de kous af. Maar de rapportage inspireerde ook debatten in professio- nele en wetenschappelijke kringen over verschillende deelonderwerpen. Eén daar- van is de rol van media, een onderwerp waarbij in het bijzonder de interactie van de traditionele en de nieuwe sociale media in de belangstelling staat.1 Bij het hoofdrap- port was een deelrapport, De weg naar Haren, gevoegd dat deze rol van media en communicatie centraal stelde, terwijl in het deelrapport over jeugdcultuur, Hoe Dio- nysos in Haren verscheen, ook een en ander aan de orde kwam over de plaats en func- tie van media in deze cultuur. * Dr. Peter Vasterman (1951) is mediasocioloog. Hij is universitair docent bij de leerstoelgroep Media en Journalistiek van de afdeling Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam. Ook is hij docent aan de master Journalistiek. Contactgegevens: Turfdraagsterpad 9, 1012 XT, Amsterdam. Tel.: 020 525 36 47. [email protected] Prof. dr. Huub Wijfjes (1956) is mediahistoricus. Hij is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Radio en Televisie aan de afdeling Mediastudies van de Universiteit van Amsterdam. Ook is hij als universi- tair hoofddocent verbonden aan de masteropleiding Journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Contactgegevens: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, 9712 EK, Groningen. Tel.: 050 363 52 69. h.b.m.wijf [email protected] Guest (guest) IP: 170.106.33.22 Peter Vasterman & Huub Wijfjes | 109 Het functioneren van media werd al in de directe nasleep van de rellen stevig bedis- cussieerd, zoals de rol van media altijd wel op een of andere manier aan de orde komt na afloop van ernstige ongeregeldheden of grote maatschappelijke onrust. Dat effect was hier ook te zien, mede omdat de rellen in Haren hun oorsprong en motor leken te vinden in de omgeving van de zogenoemde ‘sociale media’, waarvan het gebruik en de betekenis bepaald nog niet solide in kaart zijn gebracht. De rellen in Haren staan dan ook bekend als de ‘Facebook-rellen’, een verwijzing naar het open- baar plaatsen van een oproep op Facebook op 6 september om de verjaardag van het 16-jarige meisje Merthe te gaan vieren in haar woonplaats Haren. Het was een oproep die in de sociale media al snel werd geïdentificeerd als een Nederlands Pro- ject X-feest en vervolgens gekaapt door anonieme internetgebruikers. Op deze gekaapte Project X-Facebookpagina gaven na twee weken meer dan 30.000 bezoe- kers aan naar Haren te komen voor het feestje. Dat werden er uiteindelijk zo’n 5.000, met gevolgen die uitvoerig staan beschreven in het hoofdrapport Twee werel- den. Een belangrijke conclusie van het hoofdrapport was dat jongeren zich ‘via een breed palet aan communicatiemiddelen organiseerden, met Facebook als centraal plat- form, en dat het feest door massamedia op de agenda werd gezet’. Die agenda- setting leidde tot acties bij de gemeenten en de politie, maar uiteindelijk ook tot ver- dere mobilisatie van jongeren die al een bezoek overwogen (Twee werelden, p. 10 en 13). Deze uitspraak lijkt te contrasteren met de conclusies uit het deelrapport over media dat ‘de rol van massamedia niet doorslaggevend was’, maar dat die gevestigde media zoals krant, radio en televisie ‘juist reageerden op een ontwikkeling binnen de sociale media’ (De weg naar Haren, p. 120). Dit wijkt ook af van de conclusie in het deelrapport over de jeugdcultuur van het onderzoeksteam onder leiding van de socioloog Gabriël van den Brink dat ‘een minder opgewonden berichtgeving bij tra- ditionele media’ de mobilisatie die via sociale media onder jongeren gaande was had kunnen verminderen (Hoe Dionysos in Haren verscheen, p. 138). De ogenschijnlijke verdeeldheid in de commissie bij de interpretatie van verschil- lende onderzoekingen, roept de vraag op hoe het onderzoek naar de rol van media in Project X Haren, met name ook de interactie van traditionele en sociale media, inhoud en vorm is gegeven. Onderzoekstraditie mobilisatie en media Het onderzoek naar Project X Haren past in een lange traditie van onderzoek naar de rol van de media bij grootschalige ordeverstoringen en de mobilisatieprocessen die eraan voorafgaan. Vooral in en na de jaren zestig van de vorige eeuw was de focus gericht op de manier waarop de media de schijnwerpers richtten op en zo mede vormgevers werden van nieuwe protestbewegingen of subculturen. Dat Guest (guest) IP: 170.106.33.22 110 | Tijdschrift voor Communicatiewetenschap — 43 [2] 2015 leverde verschillende klassiekers op zoals de studies van Halloran, Elliott en Mur- dock (1970) en Gitlin (1980). Baanbrekend was ook Folk devils and moral panics: the creation of the Mods and Rockers uit 1972, het begin van de onderzoekstraditie rond moral panics, een typering die overigens naadloos valt toe te passen op de maat- schappelijke reactie na afloop van de Haren-rellen (Cohen, 1972). In deze sociologische en communicatiewetenschappelijke onderzoekingen kregen de media een centrale rol toebedeeld bij maatschappelijke escalatieprocessen. Door er op een stereotiepe manier verslag van te doen – het centrale frame was gericht op mogelijke ordeverstoringen –, wakkerden ze niet alleen de verontrusting aan, maar beïnvloedden ze ook het gedrag van de vermeende folk devils, die zich juist gingen vastbijten in hun afwijkend gedrag. Dat proces staat in de criminologie al jaren bekend als ‘deviancy amplification spiral’: de maatschappelijke reactie op het afwij- kend gedrag zorgt juist voor polarisatie en escalatie (O’Brien & Yar, 2008). Een belangrijke, maar helaas wat onderbelicht gebleven studie in Nederland is het onderzoek dat de Leidse sociologen Van de Beek, Engbersen en Van der Veen (1983) deden naar de rol van media bij de rellen rond de inhuldiging van koningin Beatrix in Amsterdam in april 1980. Op basis van inhoudsanalyse van berichtgeving in verschillende massamedia en interviews met journalisten legden zij het ‘journa- listieke regelsysteem’ bloot waarin objectiviteit en feitelijkheid bij de meeste media weliswaar de basisprincipes waren, maar waarin ideologische voorkeuren van som- mige bij de rellen aanwezige verslaggevers de berichtgeving bepaalden (Van de Beek et al., 1983). Links geëngageerde media zoals VARA, Radio Stad en de Volkskrant die min of meer de kant kozen van de krakers en de relschoppers, werden achteraf door autoriteiten (en de ‘rechtse’ media) aangewezen als een voorname oorzaak van de escalatie van het geweld (Van de Beek et al., 1983; Wijfjes, 2009, p. 418-425). In al deze studies lag de nadruk op de zichtbare rol van de media en ontbrak onder- zoek naar de sociale component: wat speelde zich allemaal af in die groepen en sub- culturen die betrokken waren bij deze mobilisatie en ordeverstoringen? Tegenwoor- dig is daar dankzij de sociale media zoals Facebook en Twitter veel meer zicht op. Wat vroeger binnenskamers of in de wandelgangen speelde, is tegenwoordig op de voet te volgen in het openbare domein van de sociale media. Sterker nog, de sociale media lijken een belangrijk instrument voor sociale mobilisatie geworden. De niet- hiërarchische structuur, het open en internationale karakter en de snelle verbindin- gen tussen verschillende netwerken maken die processen makkelijker en groter. Dat bleek bijvoorbeeld uit het onderzoek naar de onverwachte rellen in een groot aantal Engelse steden in de zomer van 2011 (House of Commons Home Affairs Committee, 2011; Baker, 2011). De vroegere studies over demonstraties waren vol- gens Cottle (2008) opvallend zwijgzaam over de dynamiek achter de schermen en concentreerden zich (net zoals de media in hun berichtgeving) vooral op het zicht- bare visuele spektakel van rellen en demonstraties. Guest (guest) IP: 170.106.33.22 Peter Vasterman & Huub Wijfjes | 111 Inmiddels is het bestuderen van de mobiliserende werking van de online sociale netwerken een aparte onderzoekstak geworden rond begrippen als ‘information cas- cades’ (Lemieux, 2004), ‘availability cascades’ (Kuran & Sunstein, 1999), ‘tipping points’ (Gladwell, 2001) en ‘critical mass’ (Marwell & Oliver, 1993). Dat onderzoek belicht de rol van media bij omslagmomenten in een sociaal systeem waarbij een zelfversterkend proces ontstaat, zoals bij een echte epidemie (González-Baillon e.a., 2011). De analogie met epidemische verspreiding van ziektes is geen toeval, want veel van deze begrippen zijn ontleend aan onderzoek naar bijvoorbeeld complexe ecosystemen waarin kleine verstoringen grote gevolgen kunnen hebben voor ‘critical transitions’ (Scheffer, 2009). Ook in de sociale wetenschappen hebben deze complexiteitstheorieën opgang gedaan, al zijn sociale systemen nog veel onvoorspelbaarder dan ecosystemen. Een belangrijk