Stagnatie, Crisis En De Weg Naar Innovatiebeleid (1976-1983)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Stagnatie, Crisis En De Weg Naar Innovatiebeleid (1976-1983) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Innovatiepolitiek: Een reconstructie van het innovatiebeleid van het ministerie van Economische Zaken van 1976 tot en met 2010 Velzing, E.-J. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Velzing, E-J. (2013). Innovatiepolitiek: Een reconstructie van het innovatiebeleid van het ministerie van Economische Zaken van 1976 tot en met 2010. Eburon. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 3 Stagnatie, crisis en de weg naar innovatiebeleid (1976-1983) Inleiding De economische stagnatie van de jaren ’70 van de 20e eeuw legde de zwakke punten van de Nederlandse industrie bloot. Verschillende bedrijven bleken internationaal niet meer concurrerend te zijn. De oorzaken hiervan waren de stijgende loonkosten en energieprijzen na de oliecrisis van 1973. De tweede oliecrisis van 1979 leidde tot economische recessie en hoge werkloosheid in het begin van de jaren ‘80 (zie figuur 3-1). De secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken (EZ), Frans Rutten, schreef over het grote gevaar waarin Nederland verkeerde, de noodzaak deze situatie ten goede te keren en de inspanningen die daarvoor nodig waren.1 Een oplossing zag men in innovatiebeleid. Dat kwam er evenwel niet zonder slag of stoot. 12% Werkloosheid 10% Economische groei 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% Figuur 3-1: werkloosheidspercentage en economische groei (1970-2010).2 Naast de zwakke economie hadden technologische ontwikkelingen veel impact. Als gevolg van het befaamde rapport aan de Club van Rome in 1972, The limits to growth, kregen de negatieve gevolgen van economische groei voor onder andere milieu, werkgelegenheid en 42 Innovatiepolitiek grondstoffenvoorziening veel aandacht.3 In 1980 onderzocht de commissie Rathenau het effect van informatietechnologie en micro-elektronica op de werkgelegenheid.4 Tegelijk werden ook de mogelijkheden van nieuwe technologieën duidelijk, bijvoorbeeld toen in het begin van de jaren ’80 de personal computer (Apple en IBM) werd geïntroduceerd. In politiek opzicht was er sprake van polarisatie tussen ‘rechts’ en ‘links’. In 1977 kwam dit tot uiting in de langste kabinetsformatie die Nederland heeft gekend. Joop den Uyl, die als minister-president als winnaar uit de verkiezingen kwam, wist geen coalitie te vormen met CDA- voorman Dries van Agt. Het CDA en de VVD lukte dit met een krappe meerderheid wel, wat resulteerde in het kabinet Van Agt I. Vier jaar later probeerden Den Uyl en Van Agt het opnieuw. Geharrewar binnen dit kabinet Van Agt II maakte echter dat er in deze periode geen stabiele regering was. De PvdA en het CDA konden geen overeenstemming bereiken over het te voeren sociaaleconomisch beleid. Vanwege de voortdurende discussies hadden de ministers maar weinig tijd voor het implementeren en uitvoeren van hun maatregelen. In paragraaf 3.1 beschrijf ik vanuit het rationele-actorperspectief de belangrijkste adviezen en nota’s die de opkomst van het innovatiebeleid inluidden. Ik ga tevens in op de maatregelen die hieruit voortvloeiden. Om aanvullend inzicht te krijgen beschouw ik in de paragrafen 3.2 en 3.3 die opkomst achtereenvolgens vanuit het organisatiegedrag- en politieke-actorperspectief. 3.1 Rationele-actorperspectief In de periode 1976 tot en met 1983 was voor het ministerie van EZ het centrale thema de overgang van defensief naar offensief industriebeleid. Het voorheen gevoerde industriebeleid stond bekend als defensief, omdat het grotendeels was gericht op het behoud van bestaande, in moeilijkheden geraakte bedrijven. Daarvoor in de plaats bepleitte EZ in verschillende nota’s en rapporten een toekomstgericht (of offensief) ‘herstructureringsbeleid’, dat stilaan omgevormd werd tot innovatie- of technologiebeleid. Figuur 3-2 geeft een overzicht van de belangrijkste beleids- en adviesrapporten en de beleidsmaatregelen in deze periode. 5 De voornaamste veranderingen werden pas in gang gezet tijdens de parlementaire enquête naar het overheidshandelen inzake het RSV-concern. * De conclusies daarvan zetten het defensieve industriebeleid in een negatief daglicht, maar ook delen van de nieuwe offensieve insteek van EZ. In de Economische Structuurnota van 1976 gaf het ministerie van EZ de eerste aanzet tot innovatiebeleid om de toekomst van de Nederlandse economie veilig te stellen. Daarna verschenen ongeveer tegelijk drie invloedrijke rapporten. De eerste twee waren de Sector- en Innovatienota uit 1979, die kunnen worden gezien als het vervolg op de Economische Structuurnota, het derde was het WRR-advies Plaats en toekomst van de Nederlandse industrie. In paragraaf 3.1.1 beschrijf ik de opkomst van het innovatiebeleid als alternatief voor het industriebeleid uit de jaren ’60 en ’70 dat geen oplossing bood voor de structurele problemen van de Nederlandse economie. Onder verantwoordelijkheid van het ministerie voor Wetenschapsbeleid werd in de * RSV staat voor Rijn-Schelde-Verolme Machinefabrieken en Scheepswerven N.V. Stagnatie, crisis en de weg naar innovatiebeleid (1976-1983) 43 Innovatienota van 1979 een nieuwe aanpak uiteengezet. In paragraaf 3.1.2 ga ik in op de maatregelen die hieruit voortvloeiden. Die waren hoofdzakelijk gericht op (1) het stimuleren van innovatie bij bedrijven en (2) het bevorderen van de marktgerichtheid van kennisinstellingen. Vervolgens bespreek ik in paragraaf 3.1.3 het derde invloedrijke rapport: Plaats en toekomst van de Nederlandse industrie. Hierin bepleitte de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) meer toekomstgericht economisch beleid. Op advies van de WRR stelde EZ daarop volgend de commissie Wagner in die de minister moest adviseren over een nieuw industriebeleid. Aan het oude (defensieve) industriebeleid kwam echter pas in 1983/1984 een einde tijdens de parlementaire enquêtecommissie naar de gang van zaken rondom het ‘RSV-debacle’. Figuur 3-2: EZ-innovatiebeleid in beleidsnota’s, adviezen en maatregelen (1976-1983). 3.1.1 De opkomst van het innovatiebeleid Als minister van Economische Zaken bracht Joop den Uyl (PvdA) in 1966 de Nota inzake groei en structuur van onze economie uit, waarin hij stelde dat de bestaande industriële structuur verdere economische groei mogelijk in de weg stond.6 Om dat te voorkomen voerde EZ in de loop van de jaren ’60 en ’70 een zogenaamd sectorbeleid, dat bestond uit (1) het investeren in sectoren met groeimogelijkheden en (2) het herstructureren van slecht presterende sectoren.7 Dat laatste kon gaan om inkrimpen of beëindigen van bedrijfstakken, maar ook om het geven van een nieuw toekomstperspectief. Om de herstructureringstrajecten te ondersteunen was in 1972 de Nederlandse Herstructureringsmaatschappij (NEHEM) opgericht, die vanaf 1975 een zogenaamd 44 Innovatiepolitiek tripartiet karakter kreeg. 8 De NEHEM onderzocht de sectorstructuur en ondersteunde het overleg tussen werkgevers, werknemers en de ministers van EZ en Sociale Zaken. Die laatsten beschikten over de financiële middelen om de overeengekomen plannen uit te voeren. Het sectorbeleid zou primair moeten worden gericht op de ontwikkeling van sectoren met toekomstperspectief, maar bestond in de praktijk voor een groot deel uit het saneren en behouden van bedrijven.9 Als gevolg hiervan werden het budget dat de directoraten-generaal (DG’s) Industrie en Prijzen, Ordening en Regionaal beleid (POR) te besteden hadden steeds ruimer. Dat droeg bij aan de tekorten op de overheidsbegroting. Zowel het kabinet Den Uyl als het kabinet Van Agt I kampten met dit budgettaire probleem en beiden wisten het niet op te lossen.10 De steun van EZ voor bedrijven en sectoren bedroeg van 1976 tot en met 1985 bijna 6,3 miljard euro (prijzen van 2012).11 Meer dan een derde van dit bedrag kwam ten goede aan de scheepsbouwsector en ruim 500 miljoen euro (prijzen van 2012) ging naar de staalindustrie. Dit bedrag is exclusief het regionale ‘herstructureringsbeleid’, waaraan EZ in dezelfde periode ruim 3,4 miljard euro (prijzen van 2012) besteedde. Ik laat dit regionale beleid in deze studie verder buiten beschouwing. Het industriebeleid bleek niet voldoende om alle problemen op te lossen. Vanaf het midden van de jaren ‘70 was de conclusie steeds meer dat de economische stagnatie structurele oorzaken had. 12 Daarom bepleitte EZ om af te stappen van het defensieve industriebeleid en in de plaats daarvan innovatiebeleid te gaan voeren.13 Dat kwam naar voren in de nota Selectieve groei (ook bekend als de Economische Structuurnota) van EZ-minister Ruud Lubbers (CDA) in 1976 en de Voortgangsnota Economisch Structuurbeleid (bekend als de Sectornota) van zijn opvolger Gijs van Aardenne (VVD) in 1979.14 Deze laatste verwees naar de tezelfdertijd verschenen Innovatienota van
Recommended publications
  • Zes Ministers
    30jaar Zes VVD VVD ziepag30 ministers Wiegel Van der Klaauw Ginjaar• Pais Voorzitter VVD-:fractie Tuynman Van Aardenne Rietkerk 19 december 197 ,.Als een jongeling van 32 jaar wereld, breidt zich steeds ver­ het hoofdredacteurschap op der uit, en zijn gezin met op­ zich neemt van een politiek groeiende kinderen stelt ook partij-orgaan, dan zullen er meer eisen, die niet langer wel wat mensen zijn, die hun verwaarloosd kunnen worden. hart vasthouden. Onervaren­ Hoezeer het ons ook spijt, wij heid en het niet zo nauw moeten het besluit van de nemen met lange tenen wor­ heer la Chapelle respecteren. den geacht nog bij die leeftijd Gelukkig is hij bereid af en toe te passen." nog commentaren en opini­ Met deze woorden leidde op erende artikelen te blijven 1 april 1 966 de toen nieuw­ schrijven. Wij brengen de scheidende benoemde hoofdredacteur Ph. Gaandeman C. la Chapelle jr. zichzelf in hoofdredacteur heel hartelijk ons blad in. De woorden dank voor al hetgeen hij voor waren meteen kenmerkend ons blad heeft gedaan en voor zijn persoon: een be­ geven hem onze beste wen­ scheiden opstelling, een eer­ sen voor de toekomst mee lijk uitspreken van wat aan de voor zijn werk en zijn gezin. orde is of kan zijn, en een fijn gevoel voor humor. Hij trof een blad aan, dat enige Een woord van welkom tot de tijd daarvoor van een blad heer Victor Hafkamp. die door waarop men zich vrijwillig het hoofdbestuur met ingang moest ab.onneren was ver­ van 1 januari a.s. tot hoofd­ anderd in een blad dat in het redacteur is benoemd.
    [Show full text]
  • Verloren Vertrouwen
    ANNE BOs Verloren vertrouwen Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1967-2002 Boom – Amsterdam Verloren vertrouwen Afgetreden ministers en staatssecretarissen 1967-2002 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. dr. J.H.J.M. van Krieken, volgens het besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op woensdag 28 maart 2018 om 14.30 uur precies door Anne Sarah Bos geboren op 25 februari 1977 te Gouda INHOUD INLEIdINg 13 Vraagstelling en benadering 14 Periodisering en afbakening 20 Bronnen 22 Opbouw 23 dEEL I gEïsOLEERd gERAAkT. AftredEN vanwegE EEN cONfLIcT IN hET kABINET 27 hOOfdsTUk 1 dE val van mINIsTER dE Block, ‘hET mEEsT gEgEsELdE werkpAARd’ VAN hET kABINET-dE JONg (1970) 29 ‘Koop prijsbewust, betaal niet klakkeloos te veel’ 32 ‘Prijzenminister’ De Block op het rooster van de oppositie 34 Ondanks prijsstop een motie van wantrouwen 37 ‘Voelt u zich een zwak minister?’ 41 De kwestie-Verolme: een zinkend scheepsbouwconcern 43 De fusie-motie: De Block ‘zwaar gegriefd’ 45 De Loonwet en de cao-grootmetaal 48 Tot slot. ‘Ik was geen “grote” figuur in de ministerraad’ 53 hOOfdsTUk 2 hET AftredEN van ‘IJzEREN AdRIAAN’ van Es, staatssEcretaris van dEfENsIE (1972) 57 De indeling van de krijgsmacht. Horizontaal of verticaal? 58 Minister De Koster en de commissie-Van Rijckevorsel 59 Van Es stapt op 62 Tot slot. Een rechtlijnige militair tegenover een flexibele zakenman 67 hOOfdsTUk 3 sTAATssEcretaris JAN GlasTRA van LOON EN dE VUILE was Op JUsTITIE (1975) 69 Met Mulder, de ‘ijzeren kanselier’, op Justitie 71 ‘Ik knap de vuile was op van anderen’ 73 Gepolariseerde reacties 79 In vergelijkbare gevallen gelijk behandelen? Vredeling en Glastra van Loon 82 Tot slot.
    [Show full text]
  • 7. Komitee Zuidelijk Afrika
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Aan de goede kant: Een geschiedenis van de Nederlandse anti- apartheidsbeweging 1960-1990 Muskens, R.W.A. Publication date 2013 Link to publication Citation for published version (APA): Muskens, R. W. A. (2013). Aan de goede kant: Een geschiedenis van de Nederlandse anti- apartheidsbeweging 1960-1990. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:01 Oct 2021 7. Komitee Zuidelijk Afrika Inleiding In april 1959 richtten Sietse Bosgra en To van Albada Actie Informatie Algerije (AIA) op.1090 De aanleiding was hun ontzetting over de wandaden van de Fransen in hun Noord-Afrikaanse gebiedsdeel. Bosgra en de zijnen pakten de zaken voortvarend aan. Naast picket lines bij de Franse ambassade hield de Actie Informatie Algerije zich bezig met het vertalen van boeken en het schrijven van brochures over de anti-koloniale strijd in Algerije.
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • 'Een Democratische Formatie?'
    ‘Een democratische formatie?’ Onderzoek naar het debat over de spanning tussen openbaarheid en beslotenheid van kabinetsformaties tussen 1970 en 2012 Masterscriptie Lisa van Bussel Universiteit Leiden S1585355 14 juli 2016 prof. Dr. Henk te Velde en Elisabeth Dieterman aantal woorden: 31013 Inhoudsopgave Inleiding 2 Hoofdstuk 1 Arguing and Bargaining 10 Hoofdstuk 2 De besloten formatie 13 Hoofdstuk 3 De schriftelijke formatie 18 Hoofdstuk 4 De tegenstrijdige formatie 26 Hoofdstuk 5 De snelle formatie 35 Hoofdstuk 6 De functionele formatie 42 Hoofdstuk 7 De anti-paarse formatie 50 Hoofdstuk 8 De nieuwe formatie 59 Conclusie Een democratische formatie? 68 Epiloog 78 Literatuurlijst 82 2 Inleiding Openbaarheid zal door elke politicus onderstreept worden als kernbegrip binnen het politieke stelsel van Nederland. Openbaarheid is belangrijk als het gaat om informatievoorziening naar het parlement of de burger, maar heeft nog een andere functionele waarde. Wanneer besluitvorming openbaar plaatsvindt, kunnen buitenstaanders zich identificeren met het proces. In het geval bepaalde afwegingen achteraf toch slechte keuzes geweest blijken te zijn kan er terug gegrepen worden op het transparante proces waaraan iedereen op een bepaalde manier heeft kunnen deelnemen. Maar waarom gebeurt dit dan niet altijd? Als een transparant proces van totstandkoming van besluiten of akkoorden achteraf een hoop ellende wegneemt, waarom worden er dan ook regelmatig radiostiltes afgesproken? Openbaarheid van politieke processen is al lange tijd een thema in Nederland. Johan Rudolf Thorbecke, vormgever van de grondwetswijziging van 1848, had openbaarheid al hoog in het vaandel staan en omschreef het als: ‘Openbaarheid dat is; de groote algemene school van politieke opvoeding.’1 De grondwetswijziging van 1848 stond niet alleen in het teken van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid, maar ook van het creëren van openbaarheid.
    [Show full text]
  • Annual Report 1985
    European Investment Bank annual report 1985 3Ì m oiii? f ,,ι(ϊ=ϋΐ=ϊ=:'ί=· lyefet #/ The European Investment Bank in 1985 and 1984 Key data 1985 1984(1) (million ECUs) Total financing provided during the year 7184-6 6 897-1 of which — loans from own resources 6 225-0 5 627-7 — financing from other resources (accounted for in the Special Section) 959-6 1 269-4 Operations within the Community Total 6 524-4 6188-8 — loans from own resources 5 640-7 5 007-0 of which: subsidised loans for reconstruction work in earthquake- stricken areas of Italy 30-2 51-9 — loans from the resources of the New Community Instrument for borrowing and lending (NCI) 883-7 1 181-8 of which: subsidised loans for reconstruction work in earthquake-stricken areas of Italy 14-0 14-6 Operations outside the Community Total 660-2 708-3 of which — financing from own resources 584-3 620-7 — financing from Community budgetary funds 75-9 87-6 Breakdown: — Mediterranean countries 425-2 547-6 of which — Spain and Portugal 260-0 220-0 — African, Caribbean and Pacific (ACP) States and the Overseas Countries and Territories (OCT) 235-0 160-7 Amount outstanding at 31 December in respect of loans from own re­ sources and guarantees 33 290-9 31 167-4 Amount outstanding at 31 December in respect of operations accounted for in the Special Section 8198-2 7 551-3 Subscribed capital 14 400-0 14 400-0 Situation at of which paid in and to be paid in .
    [Show full text]
  • Onder Ministers: De Opkomst Van Ambtelijke En Ministeriële Cultuur in Nederland (1795-1919)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Onder ministers: de opkomst van ambtelijke en ministeriële cultuur in Nederland (1795-1919) Turpijn, J. Publication date 2011 Published in Van Torentje tot Trêveszaal: de geschiedenis van de noordzijde van het Binnenhof Link to publication Citation for published version (APA): Turpijn, J. (2011). Onder ministers: de opkomst van ambtelijke en ministeriële cultuur in Nederland (1795-1919). In H. te Velde, & D. Smit (Eds.), Van Torentje tot Trêveszaal: de geschiedenis van de noordzijde van het Binnenhof (pp. 185-207, 393-395, 434). De Nieuwe Haagsche. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:01 Oct 2021 Noten Voorwoord 13 Riding/Riding, The Houses of Parliament, 19, en [auteur?] verscheidene artikelen in dat boek.
    [Show full text]
  • EEN GROEN LINKSE SAMENWERKING De Redenen Van De PPR Tot Samenwerking Met De Klein-Linkse Partijen Van 1977 Tot En Met 1989
    EEN GROEN LINKSE SAMENWERKING De redenen van de PPR tot samenwerking met de klein-linkse partijen van 1977 tot en met 1989 Abstract In de jaren van haar bestaan was de PPR altijd op zoek naar samenwerking met andere partijen, om een progressieve meerderheid in het parlement te bereiken. Eerst was de PvdA de voornaamste partner, maar vanaf 1977 veranderde dat en verschoof de aandacht langzamerhand naar de PSP en CPN, de andere klein-linkse partijen. Welke redenen had het PPR-bestuur om met deze partijen te samenwerken? Op verschillende momenten in de jaren ’80 werkte de PPR met de PSP en CPN samen, vanwege weinig ideologische verschillen en om een machtsfactor te blijven in de Nederlandse politiek. Na een lang traject werd deze samenwerking voltooid met een gezamenlijk akkoord voor de Tweede Kamerverkiezingen in 1989: Groen Links Tom Plaum (s4341813) Begeleider: dr. K.P.S.S. Vossen Aantal woorden: 16424 Een groen linkse samenwerking Tom Plaum (s4341813) Inhoud Inleiding .................................................................................................................................................. 4 Voorwaarden voor partijfusies ............................................................................................................ 4 Geschiedenis van prominent partijlid .................................................................................................. 6 Overzichtswerken GroenLinks ............................................................................................................ 7 Overzichtswerken
    [Show full text]
  • VU Research Portal
    VU Research Portal ‘“Bringing in Those Who Are Far”. Jewish Sociology and the Reconstruction of Jewish Life in Post-war Europe Wallet, B.T. published in Journal of Religion in Europe 2016 DOI (link to publisher) 10.1163/18748929-00902003 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Wallet, B. T. (2016). ‘“Bringing in Those Who Are Far”. Jewish Sociology and the Reconstruction of Jewish Life in Post-war Europe. Journal of Religion in Europe, 9(2), 225-246. https://doi.org/10.1163/18748929-00902003 General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 29. Sep. 2021 Journal of journal of religion in europe 9 (2016) 225-246 Religion in Europe brill.com/jre ‘Bringing in Those Who Are Far’ Jewish Sociology and the Reconstruction of Jewish Life in Post-War Europe Bart Wallet Vrije Universiteit Amsterdam [email protected] Abstract Sociology played a major role in the reconstruction of European Jewry after 1945.
    [Show full text]
  • The Nuclear Option Why Is There a Differentiation Between the Nuclear Energy Policy of the Netherlands and Belgium?
    The Nuclear Option Why is there a differentiation between the nuclear energy policy of the Netherlands and Belgium? Name: Bo Snier (6012558) [email protected] th Date: June 20 , 2021. MA-Thesis History oF Politics and Society: Sustainability (GKMV17023) Supervisor: Dr. Hans Schouwenburg Words: 13578 1 Abstract The usage oF nuclear energy has been the subject oF much debate in the past and in the present. Even within the European Union, the use oF nuclear energy is not without complications. For eXample, Belgium is almost dependent on the use oF nuclear energy, while it is hardly used in the Netherlands. This distinction will be analyzed in this thesis, and an attempt will be made to provide an answer to the question: Why is there a diFFerentiation between the nuclear energy policy oF the Netherlands and Belgium? This matter was answered by looking at the trend that has been going on since Second World War and evaluating the actors involved in political and social debates using available source material. These actors are the government, environmental movements, the industrial sector, and scientists, in that order. According to the Findings, there is virtually little variation between Dutch and Belgian policies. The government in the Netherlands, however, made place For environmental groups and incorporated critical voices From scientists in the decision-making process. Although the Dutch government did not Follow the recommendations one-on-one, it did result in a shiFt in policy in Belgium, where these players had little or no impact on political processes; it even appeared that most scientists supported the use oF nuclear energy.
    [Show full text]
  • Een Constructieve Relatie?
    Een constructieve relatie? Nederland en China – 1971-1985 Rick Otten 10136223 [email protected] Masterscriptie Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Begeleider: Dr. R. van Dijk Datum: 17 juli 2015 Voor Opa Vriend * 20 januari 1920 - † 5 december 2013 “Rick, gebruik je talenten!” Inhoudsopgave Inleiding 1 1. Een langverwachte toenadering – 1971-1973 6 2. Consolideren en concretiseren - 1974-1978 16 3. Hoogtepunten – 1978-1980 26 4. De Taiwan-order – 1980-1981 35 5. Van dieptepunt naar herstel – 1981-1985 45 Conclusie 56 Literatuurlijst 62 Inleiding Op 17 juli, in het jaar 1656, arriveerde een gezantschap van de Verenigde Oost-Indische Compagnie voor de poorten van de hoofdstad van het Rijk van het Midden. De reis van Canton, een grote havenstad in Zuid-China, naar Peking duurde ruim vier maanden maar kende een grote vertraging omdat het gezantschap zeven maanden in Canton moest wachten op goedkeuring vanuit de hoofdstad.1 Dat de VOC naar het hof kwam was opmerkelijk aangezien de compagnie nog niet eerder direct contact had gelegd met Peking. Aan de hand van dit bezoek vond voor het eerst direct contact plaats tussen Nederland, toentertijd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, en China. De betrekkingen tussen Nederland en China kennen dus een lange geschiedenis. Toen in 1949 de Volksrepubliek China werd uitgeroepen door de Chinese communisten begreep Nederland snel dat de machtsverhoudingen in dit land blijvend waren veranderd. In 1950 werd daarom overgegaan tot juridische erkenning van de Volksrepubliek waarna in 1954 daadwerkelijk diplomatieke relaties werden gestart op het niveau van zaakgelastigden. Nederland is weliswaar goed bekend met ‘Made in China’, maar over Nederland en China is betrekkelijk weinig geschreven door historici.
    [Show full text]
  • Drie1kwart E-Studenten Heeft Bezwaren Tegen Werken Bij
    Onderzoeksproject 'Autodidactos' Verschijni ngsdatum Drie1kwart E-studenten heeft bezwaren TH-Berichten tegen werken bij wapenindustrie Het laatste nummer van TH-8erich­ ten voor de vakantie verschijnt op Totaal 76% van de ondervraagde studenten van de afdeling Elektrotechniek op nahouden is een mondelinge vrijdag 26 juni. TH-Berichten za l in van de THE wit niet of liever niet gaan werken in een bedrijf dat aileen maar enquete gehouden. Kort samenge­ het nieuwe studiejaar weer voor het wapens maakt. Een op de vier studenten zegt wei bereid te zijn in een derge· vat levert het project het volgende eerst verschijnen op vrijdag 28 lij k bedrijf te gaan werken. beeld op. augustus. Het tijdstip van kopij­ Ais een bedrijf niet aileen wapens maakt dan is de helft van de studenten aanbieding is met ingang van het bereid er te gaan werken. Wapenindustrie in Nederland eerste nummer gewijzigd. Kopij Dit zijn resultaten uit een mondelinge enquete onder 67 studenten van de In vergelijk met de rest van de hiervoor dient een week voor de afdeling Elektrotechniek (totaal aantal ingeschreven E·studenten is 985) die westerse wereld heeft Nederland verschijningsdatum, vrijdags om in het kader van het project 'De ingenieur en de wapenindustrie' is gehouden. geen geweldig grote wapenindustrie. 15.00 uur, in het bezit van de redac­ Het is een onderdeel van het prakticum Autodidactos voor eerstejaarsstu­ Ongeveer eenderde van de totale tie te zijn . denten. nationale wapenproduktie wordt meer kans maken op een baan in de geexporteerd. In 1975 kwam dit Van de redactie wapenindustrie dan bij de andere neer op een bed rag van ruim een vakgroep.
    [Show full text]