CH Waardestelling Lutkemeerpolder 03102019
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
CULTUURHISTORISCHE WAARDESTELLING LUTKEMEERPOLDER AMSTERDAM 3 oktober 2019 CULTUURHISTORISCHE PROJECTEN WEESP Inhoud 1 Aanleiding, doel en werkwijze 2 Ligging en landschappelijk karakter 3 Beknopte geschiedenis 4 Cultuurhistorische waardering 4.1 Nationaal niveau 4.2 Provinciaal niveau 4.3 Gemeentelijk niveau, overige inventarisaties 4.4 Overige waarden 4.5 Waarden volgens het beschermingsvoorstel 5 Afweging 5.1 Werkwijze 5.2 Selectiecriteria gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht 5.3 Conclusies Bronnen !2 1 Aanleiding, doel en werkwijze Aanleiding en doel De gemeente Amsterdam heeft in augustus 2019 Cultuurhistorische Projecten gevraagd een cultuurhistorische waardestelling op te stellen voor de Lutkemeerpolder in Amsterdam West. Deze moet bruikbaar zijn voor de afweging of het gebied in aanmerking komt voor een beschermde status (gemeentelijk beschermd gezicht). De achtergrond voor de vraag ligt in de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in de polder en de reacties daarop van enkele erfgoedverenigingen. Onder andere Heemschut en de Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp stellen een beschermde status voor de polder voor in de vorm van aanwijzing als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. De waardestelling moet dus de vraag beantwoorden: wat is de cultuurhistorische waarde van het gebied en zijn er voldoende cultuurhistorisch-inhoudelijke argumenten voor aanwijzing als gemeentelijk beschermd gezicht. Werkwijze Het onderzoek begint met een kort hoofdstuk over het ontstaan en de ontwikkeling van de polder. De beantwoording van de vraag vindt vervolgens ‘getrapt’ plaats: • in het kort wordt bekeken welke waarde aan het gebied en elementen daarvan is toegekend in eerdere (historisch-landschappelijke) waarderingen. Deze stap levert informatie op over de uniciteit, bijzonderheid e.d. van het gebied; • vervolgens wordt geanalyseerd hoe het gebied scoort op de selectiecriteria voor de aanwijzing van gemeentelijke beschermde gezichten in Amsterdam. Hierbij spelen de cultuurhistorische waarde, situering, gaafheid en uniciteit een belangrijke rol (Handleiding aanwijzing monumenten en gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten); • de toetsing aan de selectiecriteria levert, tegen de achtergrond van eerdere/bredere waardering, een uitspraak op over de beschermenswaardigheid van het gebied. NB Archeologie blijft buiten beschouwing, zie daarvoor het rapport Archeologisch bureauonderzoek Plangebied Lutkemeerpolder Stadsdeel Nieuw-West BO 12-100 Amsterdam 2012. !3 2 Ligging en landschappelijk karakter De Lutkemeerpolder, zoals bedoeld in bovengenoemd beschermingsvoorstel, ligt in stadsdeel Nieuw-West en wordt begrensd door de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, de Ookmeerweg (S106), de Wijsentkade en de Osdorperweg. In feite bestaat dit gebied uit de eigenlijke Lutkemeerpolder en het deel van de Osdorperbovenpolder aan de zuidoostkant van de Raasdorperweg. Het oostelijk deel van de Lutkemeerpolder is voor ongeveer een vijfde deel in agrarisch grondgebruik en wordt verder in beslag genomen door Herdenkingspark Westgaarde (1972) en het recente bedrijventerrerkein. Het westelijk deel heeft een agrarisch karakter langs de hoofdas van de polder, de Lutkemeerweg. Ten zuiden van de Etnaweg ligt het genoemde bedrijventerrein (fase 1 Business Park Amsterdam Osdorp); de rand van de polder tegen de Ringvaart is recent ingericht als natuurgebied. De Osdorperbovenpolder binnen het gebied heeft een agrarisch karakter met merendeels grasland en daarnaast glastuinbouw. Bebouwing is geconcentreerd langs de Osdorperweg. De recent aangelegde Westrandweg (A5) doorsnijdt het gebied in het noordwesten. !4 3 Beknopte geschiedenis De huidige Lutkemeerpolder en omgeving horen bij het uitgestrekte veengebied dat in west Nederland vanaf de 11de eeuw werd ontgonnen als bouwland. Vaak begon men de ontginningen vanaf de oevers van een natuurlijk veenstroompje of een gegraven waterloop. Haaks op zo’n ontginningsbasis werden evenwijdige percelen uitgezet, van elkaar gescheiden door afwateringssloten (strokenverkaveling). Aan de kopse kant van de percelen bij de ontginningsbasis verrezen boerderijen en ontstonden de voor het veenlandschap typerende boerderijlinten. Op deze wijze kwamen de 11de- of 12de- eeuwse veenontginningen van de (latere) Osdorperbovenpolder in het noorden en de (latere) Middelveldsche Akerpolder (nu De Aker) in het zuiden tot stand. Osdorp is een voorbeeld van een boerderijlint in zo’n veenontginningsgebied. De Lutkemeerpolder en omgeving op de kaart van Van Berckenrode uit 1610-1615. De (latere) Lutkemeerpolder is rood omlijnd. Daarboven de Osdorperbovenpolder; links van het Lutkemeer de polder Raasdorp, grenzend aan het Haarlemmermeer (uit: Archeologisch bureauonderzoek Plangebied Lutkemeerpolder, p. 10). Als gevolg van de ontwatering van het veen daalde het maaiveld. Daardoor werd de grond weer natter en moest verder ontwaterd worden. Een continu proces van bodemdaling begon. Deze bodemdaling maakte de veenontginningen kwetsbaar voor overstromingen vanuit het buitenwater. Via de Zuiderzee en het IJ overstroomden delen van het veengebied dan ook regelmatig. De overstromingen leidden tot erosie van het veen en daarmee tot uitbreiding van de Zuiderzee en het IJ. Ook ontstonden binnenmeren zoals het Haarlemmermeer, dat voortdurend groter werd, en het aangrenzende, aanzienlijk kleinere Lutkemeer (lutke of luttike = klein). Grote delen van het veengebied werden in dit proces weggeslagen. De overblijvende gebieden raakten te nat voor akkerbouw en werden omgezet in grasland (veenweiden t.b.v. de veeteelt). !5 Hoewel al in de 17de eeuw plannen waren gemaakt om het Haarlemmermeer droog te leggen, duurde het tot half 19de eeuw alvorens daadwerkelijk actie werd ondernomen. Het meer dreigde toen gevaarlijk te worden voor zowel Amsterdam als Leiden. Tussen 1848 en 1852 werd het meer drooggemalen en ontstond de Haarlemmermeerpolder. Lutkemeer en omgeving op de Topographisch-militaire kaart met de situatie rond 1852. Het Haarlemmermeer is drooggelegd, het Lutkemeer nog niet. In 1863 verkocht het Rijk het Lutkemeer aan de broers J.W.H en L. Rutgers van Rozenburg, die betrokken waren geweest bij het ontstaan van de Haarlemmermeerpolder. In het jaar daarop lieten zij het meer droogleggen door middel van een stoomgemaal aan de westkant dat uitmaalde op de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. De Lutkemeerpolder die uit de drooglegging resulteerde, werd in 1865 ontgonnen met een regelmatige strokenverkaveling (zg. rationele verkaveling). Er werd een centrale ontsluitingsweg aangelegd, de Lutkemeerweg. Daaraan verrezen vijf boerderijen: De Melkweg, Tijd is Geld, De Boterbloem, Nooitgedacht en ‘t Oog in’t Zeil. Het grondgebruik was voornamelijk akkerland. De noordelijke dijk van het Lutkemeer, de van oorsprong middeleeuwse Wijsentkade, verloor met de drooglegging aanvankelijk zijn waterkerende functie. !6 Lutkemeerpolder en Osdorperbovenpolder rond 1880. Het poldertje Raasdorp aan de noordwestkant van de Lutkemeerpolder is in vervening, de Osdorperbovenpolder nog niet. Tegen eind 19de eeuw kwamen de polders rond de Lutkemeerpolder in vervening. Van te voren was bepaald dat deze polders, als ze uitgeveend waren en dus in een waterplas waren veranderd, weer drooggemaakt moesten worden. Het poldertje Raasdorp aan de noordwestkant van de Lutkemeerpolder was rond 1880 in vervening, in 1895 besloot men de Osdorperbovenpolder te vervenen. Om de Lutkemeerpolder te vrijwaren van wateroverlast tijdens deze vervening werd de Wijsentkade versterkt (verbreed/verhoogd). De Osdorperbovenpolder werd in 1921 weer drooggemalen. Hetzelfde gebeurde met de naburige Middelveldsche Akerpolder (1896). Raasdorp werd na vervening bij de Lutkemeerpolder gevoegd, de kavels ten westen van de Lutkemeerweg werden doorgetrokken naar de Ringdijk. De westelijke Wijsentkade werd afgegraven. De Osdorperbovenpolder kreeg als droogmakerij een soortgelijke verkaveling als de Lutkemeerpolder. Daarbij bleef ten oosten van de Raasdorperweg de oude verkavelingsrichting haaks op de Osdorperweg gehandhaafd. Aan de westkant van de weg werden percelen haaks daarop uitgezet. Hier vestigden zich tuinbouwbedrijven. !7 Bij vervening was het oude bebouwingslint langs de Osdorperweg, waaronder het minieme kerntje Osdorp, gespaard. In de huidige situatie is nog door de hogere liggig ten opzichte van de droogmakerij herkenbaar dat het hier gaat om niet-verveend ‘bovenland’. De achtereenvolgende historische kaarten geven Osdorp steeds aan als niet meer dan een handvol huizen en boerderijen ter hoogte van de knik in de Osdorperweg. In 1789 was in het lint een RK kerk gebouwd, met daarbij een begraafplaats. De ruimtelijke structuur van de droogmakerijen Lutkemeerpolder en Osdorperbovenpolder wijzigde tussen 1865 en 1971 weinig. Wel werden in 1959 slibvelden aangelegd in de Lutkemeerpolder aan de zuidkant van de Wijsentkade, met de Slibveldenweg als verbindingsweg vanaf de Osdorperweg. Een aanzienlijk grotere ingreep betekende in 1971 de aanleg van de begraafplaats Westgaarde tussen de Lutkemeerweg en de Wijsentkade. Ongeveer een kwart van de Lutkemeerpolder werd omgevormd, boerderij Nooitgedacht werd gesloopt. Naderhand vervaagde ter hoogte van Westgaarde nog een deel van de Wijsentkade. Langs de Osdorperweg nam de bebouwingsdichtheid gaandeweg toe. Na ca. 1990 intensiveerde de tuinbouw ten westen van de Raasdorperweg. Langs de rand van de polder aan de Ringdijk is vrij recent een ecologische zone ingericht. Daarbij is de historische polderverkaveling in het noordelijk deel gehandhaafd, in het zuidelijk deel niet.