Hendrik Conscience

Bladzijden uit de Roman van een Romancier

Marcel Lambin

Marcel Lambin

Hendrik Conscience Bladzijden uit de Roman van een Romancier

WOORD VOORAF

Over het werk en het leven van Hendrik Conscience is reeds zoveel geschreven dat men zich afvraagt hoe het mogelijk is er nog een boek aan to wijden. Tijdens zijn laatste levensjaren en onmiddellijk na zijn overlijden (10 september 1883) werden uitvoerige levensoverzichten gepubliceerd . In 1912, ter gelegenheid van het eeuw f eest van zijn geboorte (3 december) werden andermaal een massa bijzonderheden verzameld en uitgegeven . De jongste jaren hee f t August Keersmaekers zich zeer verdienstelijk gemaakt door het publiceren van bijzonderheden uit het leven van de man die zijn yolk leerde lezen ~ . Uit andere studien kan men vernemen welke de verhouding is van de Conscience-romans tot het echte volksleven. Na de studie van Al f ons De Cock in 1913 kwam het systematisch onderzoek van A . Van Hageland (1953). Wij waarderen echter nog het meest wat Remi Sterkens schreef over Conscience en het Kempische volksleven . Op de vraag o f het yolk Conscience nog leest bee ft een openbaar onderzoek door studio Antwerpen van het N.I.R. (1953) uitsluitsel gegeven. De Leeuw van Vlaanr deren kwam op de vijfde plaats nadart 11 .250 antwoor- den van luisteraars hun voorkeur voor een Vlaams boek hadden later kennen . Het kwam na De Witte, Pallieter, De Vlasschaard, maar voor werk van Walschap, Em. Van Hemeldonck, Lode Zielens en Marnix Gijsen . Wij naderen stilaan een nieuw Conscience-jaar : de herdenking van de honderdste verjaring van zijn over- lijden. Het boek van Marcel Lambin is als de inzet tot vernieuwde Conscience-literatuur. Zeer gewetensvol heef t hij betrouwbare gegeven in twintig prettige leesbare hoof dstukken samengebracht. Hij is in dit genre niet aan zijn proefstuk. Gedurende meer dan veertig jaar hebben wij zijn kleine histories over grote manner gelezen en weten lezen door een groot publiek . Dit boek van de verteller Lambin over de verteller Conscience zal het- zelf de, weUicht nog groter succes kennen. Wat wij hem van harte toewenen . Prof . Dr . K. C. Peeters .

De « grijze bard > .

TOELICHTING

Dit is geen biografie van Conscience . De titel zegt het duidelijk. Het zijn hoofdstukken uit zijn leven, waarin wij een Conscience benaderen, die er zo helemaal anders uitziet dan het ge'idealiseerde beeld dat zijn bewonde- raars reeds generaties voor ogen staat . Een Conscience dan met zijn bewogenheid, zijn warmhartigheid, zijn grootheid, maar die, evenmin als wie ook, aan de menselijke beperktheid kon ontkomen. Want hij was niet de eenvoudige, ongecompliceerde, haast argeloze figuur, zoals die uit zijn boeken naar voren treedt. Integendeel. Hij was een zeer complexe, bijwijlen getormenteerde natuur. Misschien wet de meest complexe figuur uit onze 19e eeuwse Vlaamse tetterkunde . Wij volgen hem in zijn felbewogen leven, tegen de achtergrond van zijn tijd, waarin hij tegelijk speler was met en speelbal van de krachten, die toen de geestelijke evolutie van cns yolk bepaalden. M. L.

De ouders van Conscience

Toen Conscience geboren werd, was ons land een Frans wingewest, waarover zijn schaduw afwierp. Antwerpen, in de 16e eeuw de grootste wereldhaven, was sedert de sluiting van de Schelde (1648) tot een ingedommeld provinciestadje verschrompeld, nog inge- riemd in zijn oude wallen, de huidige leien (Frankrijklei, Italielei, enz .) en slechts toegankelijk door oude, enge stadspoorten, waaraan alleen nog straatnamen herinne ren (Kipdorpbrug, Rodestraat, enz.) . De straten waxen smal en bochtig, de achterbuurten talrijk en in voile stad trof men nag koehouderijen aan, waarvan de beesten nooit van stal kwamen. waterleiding was onbekend . In de volkswijken stonden de pompjes in voile straat en moesten eon aantal gezinnen het met eon gemeenschappelijke w .c. stellen. In de deftige wijken trof men nog talrijke stijlvolle huizen aan. Hier en daar zelf s nog een houten gevel . De straatverlichting was beperkt tot zeldzame olie- lantaarns. Geen trams, geen auto's, geen fietsen . De

11 stations van toes waren de afspanningen, waar de logge postkoetsen met vaste reisbestemming aan- en afvoeren. In de straten een zeldzame karos, vele vrachtwagens en talrijke hondekarretjes. Geen grootwarenhuizen, maar schemerige winkeltjes met buikige potters en glanzende koperen weegschalen . Vele en drukbezochte markten met de kleur en het levee van liedjeszangers en kwakzalvers. Geen mode die elk seizoen verandert, maar duurzame klederdrach- ten, die wel een eeuw meegingen. En veel bittere armoe, want sociale wetgeving was toes nog een onbekend begrip. Alleen armenzorg in haar meest vernederende vorm : de aalmoes . Brood- bedelingen bij rijke begrafenissen, ook als getrouw- heidspremie bij katechismusonderricht voor volwasse- een, waren een buitenkansje. In de regel stierf men jong en de weeshuizen, waar het levee zuur was, waren overbevolkt, zodat veel weeskinderen werden uitbesteed op het platteland en vaak schandelijk uitgebuit als goedkope werkkrachten, hoe jong dan ook. De rijken leefden toes nog vorstelijk. In elegance equipages reden zij door de stad, nagehold door bewon- derende kinderen. Verblindende f eesten lokten k ijk- grage toeschouwers our to gemeten van de schitterende toilettes van de aankomende gasten . De sluicing van de Schelde in 1648 had Antwerpen tot een dole haven gemaakt, met sours de ranke silhouet van een zeldzaam zeilschip. wel waren er de keizer- lijke scheepstimmerwerven, tussen de Schelde en de verlaten Sint-Michielsabdij (Kloosterstraat) . Maar er

12 stonden alleen oorlogsbodems op stapel en die brachten geen zilver in 't laatje. De meeste ruien en vlieten, waaraan thans nog alleen straatnamen herinneren (Sint-Pietersvliet, Burchtgracht, Koolvliet, enz .) waren nog niet overwelfd en boden stel- h g een schilderachtige aanblik, echter zeer tot nadeel van de algemene hygiene . Zo zag het Antwerpen van Conscience's prille jeugd eruit en nog lange jaren zou dit stadsbeeld ongewijzigd blijven. In de winter van 1807 zette Pierre Conscience, de vader van onze schrijver, to Antwerpen voet aan wal. Tot driemaal toe had hij, in de loop van zijn diensttijd op de Franse vloot, een harde krijgsgevangenschap ge- kend op de beruchte Engelse « pontons ~, waar het leven een hel was. Eervol uit de dienst ontslagen, kreeg hij een baantje als K gardien volant de la marine » bij de Franse scheepstimmerwerven, door Bonaparte bij zijn eerste bezoek aan Antwerpen (1803) tot stand gebracht op de terreinen van de voormalige Sint-Michielsabdij, gelegen tussen de Schelde en de huidige Kloosterstraat . In het huffs nr. 11, Sint-Rochusstraat, huurde hij een kamertje. Na de dagtaak zocht de 28-jarige man wel eens ontspanning in de kroegjes van de Kloosterstraat, waar muziek en daps het jonge yolk lokten . Daar maakte hij kennis met een aardig blondje met blauwe ogee, Cornelia Balieu, dochter van een wever uit de Schoyte- straat. Zij was dienstmeid bij een Waalse familie, waar

13 zij een mondje Frans had opgeraapt, wat vanzelfspre kend de kennismaking ten goede kwam . Op 8 februari 1809 huwden ze. De huwelijksakte ver- meldt dat Pierre Francois Conscience geboren werd to Besancon op 13 oktober 1779 en de bruid to Antwerpen op 23 november 1787 . Haar handtekening ontbreekt, daar zij verklaarde niet to kunnen schrijven . Het paar betrok het kamertje van Pierre Conscience . In november 1809 werd hun eersteling geboren . Hij kreeg de naam van de vader en werd in de Sint-Andries- kerk gedoopt. In de loop van 1810 verhuisde het jonge gezin naar de Steenbergstraat en een jaar later naar de Lange Meistraat, waar een dochtertje het levenslicht zag, Adelaide Josephine, dat reeds een maand nadien stierf. Vader Conscience, die intussen tot « contre~maitre y was bevorderd, moet flunk zijn brood verdiend hebben, want in augustus van hetzelfde jaar kocht hij voor 2.620 F een huffs aan de Pompstraat 30, waar kort daar- a op zijn eerstgeborene overleed . In de enige bovenkamer van ditzelfde huffs (gedenk- plaat) bracht vrouw Conscience, die in haar huwelijk aan 't kwijnen was gegaan, een d,erde kindje op de wereld . Dat was op 3 december 1812, 's ochtends om half acht . Het wichtje werd gedoopt in de Sint-Andrieskerk en kreeg als voornaam Henri, naar zijn peter, Henri Del- salle, een Waals muzikant. Als meter fungeerde de jon- gere zuster van de moeder, Anna Balieu, eveneens gehuwd met een Fransman. Het wichtje was zo tenger, dat de arme moeder, die reeds haar vorige kindjes had

14 verloren, voortdurend in angst leef de dat ook dit haar zou worden ontnomen. De val van Napoleon, in 1814, kostte vader Conscience zijn baan. Om aan zijn brood to komen, opende hij in zijn huffs een kruidenierswinkeltje, dat zijn vrouw be- diende, terwijl hij het behangersvak weer opnam, dat hij in zijn jeugd geleerd had . Hetzelfde jaar streek de ooievaar voor de vierde maal neer op het dak, dit keer met een f linke knaap, die Jean Balthazar gedoopt werd . Met het oog op ruimer inkomsten, grog Pierre Con- science een vennootschap aan met twee van zijn land- genoten. Zij kochten scheepswrakken op om die als afbraakmateriaal in het klein aan de man to brengen. Hij nam eveneens een werkdadig aandeel in het slopen van de vervallen Sinte-Walburgiskerk, op het Burcht- plein. In 1815 was hij zo goed bij kas, dat hij voor 4030 F een huffs kocht op de hoek van de Burchtgracht en de thans verdwenen Mattenstraat . Hij nam er zijn intrek, na zijn huffs aan de Pompstraat tegen 200 F 's jaars to hebben verhuurd. Daar beviel zijn vrouw in november 1816 van een dochtertje, Anne Marie, dat reeds het jaar daarop over- feed. In april 1818 en in januari 1819 bracht moeder Conscience telkens een doodgeboren kind op de wereld en in januari 1820 kwam ze in de kraam van een dochtertje, Marie Catherine, dat slechts enkele dagen in leven bleef. Om het gezinsinkomen aan to vullen, Meld moeder Conscience een kruidenierswinkeltje open, wat mee-

15 bracht dat zij doorlopend verlegen zat om oud (be- drukt) papier, dat tot zakjes werd verplakt . Hygiene was toen nog een onbekend begrip . Dit bracht haar man ertoe als bijbaan een handel in oude boeken to beginners . Af en toe kwam dan ook een karrevracht boeken op de zolder terecht, tot grote vreugde van de kleine Henri . Het tengere knaapje zat heelder dagen met zijn news in de prenten en leefde in een wereld van ongebreidelde fantazie . 7ajn vader leerde hem tussendoor de lettertjes spellers en vrij spoedig kon hij lezen. Oude f olianten met reisbeschrijvingen van verre landen en een bont alle- gaartje van prenten deden zijn verbeelding vroegtijdig loswieken. De gevoelige sproQkjesverhalen van zijn steeds om hem bekommerde moeder en het kleurrijk relaas van vaders avontuurlijke belevenissen op de Franse vloot, samen met de oude stadslegenden, die bij valavond op de keldermond door de jeugd steeds weer opnieuw werden verhaald, legden in het tengere knaapje de kiem van de latere verteller . Acht jaar oud bezoekt Henri met zijn jongere broer, Jean Balthazar, een stevig uit de kluiten gewassen ke- reltje, de school van meester Antoon van Rotterdam, aan de Grote Markt en streeft spoedig al zijn makkertjes voorbij . Een nieuwe wereld gaat voor hem open als hij mee mag naar de poesjenellenkelder . In zijn a Geschiedenis mijner Jeugd A heeft hij verteld welke geweldige indruk de volkse dramatiek van de akterende poppers op hem maakte. Hij verslindt flu ook de vijfstuiversboekjes, de

16 / //

Geboortehuis van Hendrik Conscience aan de Pompstraat to Antwerpen . volkslektuur uit die tijd : Malegijs de Tovenaar, de Vier Heemskinderen, Fortunatus' Beurze en zo meer . Intussen verviel zijn uitgesloofde moeder met de dag en op 14 december 1820 sloot zij voor immer de ogee. Na een korte rouwdienst vijf de klasse to 7 u . in de Sint-Pauluskerk, waarvoor elf frank 20 centiemen werd betaald, had de begraf enis plaats op hat Stuyvenberg- kerkhof (thans Stuivenbergplein) . Achter de kist schreed de weduwnaar tussen zijn achtjarig zoontje Henri, op krukken, en de jongere, maar kerngezonde Jean Bal- thazar. Intussen was hat gezin wear eens verhuisd wegens de ongezonde uitwasemingen van de toen nog niet over- welfde Burchtgracht, waarin de kleine Henri op zekere dag op hat nippertje van de verdrinkingsdood werd ge- red, bij een poging om zijn geliefkoosde raaf to redden, die in hat water was gesukkeld . Vader Conscience had nu zijn intrek genomen in een huffs met grote tuin aan de Ankerrui, waarvoor hij 2.460 F had neergeteld. Maar flu moest hij hat slopers- bedrijf opgeven om zijn winkel to bedienen en de huis- houding to beredderen. Hij breidde zijn kruideniers- winkeltje uit en schonk voortaan ook sterke drank. Om klanten to lokken, gaf hij bij iedere bowel een snort karamel toe, die hijzelf bakte . Tussendoor zorgde hij voor de keuken en verstelde zelfs de kleren. In 1825 besloot vader Conscience hat slopersbedrijf wear op to nemen. Hij verhuurde zijn huffs aan de Anker- rui en kocht op de Groene Hook (thans de Dierentuin gedenkplaat aan de voet van hat panoramapark voor her-

17 kauwers) een uitgestrekte tuin, waarin hij met de onderdelen van gesloopte schepen een houten woning in elkaar timmerde. In duurzaam materiaal bouwen was aldaar verboden wegens de nabijheid van militaire ves- tingwerken. De jonge Henri bracht er een heerlijke tijd door en leerde er lezen in het bock der natuur, spoorwijs ge- maakt door een geleerde eenzaat uit de buurt, een be- jaarde priester, met name Beck of Van Beck, die in konflikt gekomen was met de kerkelijke overheid, om- dat hij de verlichtingspolitiek van Jozef II inzake gods- dienst aanhing. De knaap sloot toen ook vriendschap met Jan de Laet, de latere dichter-journalist-politikus . De huishouding liep echter in 't honderd . Vader was de hele dag van huffs en liet de knapen aan hun lot over . Er ontbrak een vrouw. Dc 4?-jarige weduwnaar grog dan ook op verovering uit en wilt het hart to winnen van een blozend Kempens boerinnetje, dat als dienstmeid werkzaam was In den zoeten Inval ~, een herberg aan de Carnotstraat, waar hij gaarne een pint dronk . Zij heette Anna Bogaert en was 25 jaar oud . Haar ouders woonden to Oostmalle . Op 26 f ebruari 1826 vierden zij bruilof t . Zij was een energieke vrouw die haar halfverwilderde stiefzoons kordaat aanpakte en hun weer de weg naar school wees, die zij al to lang verzuimd hadden . Weldra moest vader Conscience noodgedwongen thuisblijven. Het veer tussen het hoog Palinghuis en de dokken, dat hij een tijdlang in pacht had, grog in andere handen over en ook het slopersbedrijf bracht haast nets meer op.

18 In 1827 schonk zijn vrouw hem een dochtertje en er werd besloten naar nieuwe inkomsten nit to zien. Door aankoop vergrootte vader Conscience zijn turn aan de Ankerrui en bouwde er twaalf werkmanshuisjes op . De woning op de Groene Hoek werd van de hand gedaan en in juli 1828 geruild voor een soon lusthof met huffs aan de Prinsstraat 11 to Borgerhout, thans Generaal Eisenhowerlaan 15 (gedenkplaat) . Conscience verkocht echter het huffs en liet ernaast een woning bouwen, waar hij een kruidenierszaak opende. Om alvast klanten to hebben, bouwde hij op zijn grond zes werkmanswonin- gen. Ondertussen verwachtte de jonge vrouw reeds haar derde kindje. In 't geheel zou zij er negen krijgen, waarvan er zes jong zouden sterven. De beide jongens moesten dan ook in 't gareel. Henri, een knapperd, werd hulponderwijzer . Eerst bij meester Vercammen to Borgerhout, daarna bij Shaw to Antwerpen en tenslotte bij Delin aan de Meir (thans Sint-Jan Berchmanskollege) . De zestienjarige hulponderwijzer moet grievende ver- nederingen doorstaan vanwege zijn armoedige kleding, vooral dan in de school voor rijkemanskinderen van monsieur Delin, waar hij in rok voor de klas moet staan, een rok die zijn vader bij een oud-kleerkoper had ge- kocht, afgedragen en veel to wijd en to lang . Tot op zijn oude dag is de bijtende spot nit die sombere tijd in hem blijven naschrijnen. De amwenteling van 1830 bracht de verlossing uit de beklemmende druk van huffs en school . In een patriot-

19 tische bevlieging meldt hij zich als vrijwilliger met Theo- door van Rijswijk . Op zijn tochten komt de jonge foerier onder de be- koring van het droomstille Kempense landschap en kept de eerste roerselen van een idyllisch lief desgevoel, later gekristallizeerd in ` De Loteling ~ . Het beeld van de stifle Kempen met zijn (toen nog) aan grond en geloof gebonden bewoners, de eenvoudigen van harte, is hem van dan of steeds als een oase voor de geest blijven zweven . Telkens als de bitterheid van het leven hem tot aan de lippen gestegen is, zoekt hij rust en berusting in de verlatenheid van de heide . Toen hij in 1836 het leger kon verlaten, waar hij een harde tijd had doorgemaakt, wordt hem een plaats ingeruimd aan de ouderlijke haard, in afwachting van een baantje. Na vruchteloze sollicitaties, stort hij zich hals over kop in de studie om zich binnen tien weken tijds klaar to stomen voor een door het ministerie van openbare werken uitgeschreven examen voor aspirant- ingenieur. Uitgeput door overwerk moet hij het opgeven . Maar de schrijfkoorts kreeg hem to pakken, tot groot ongenoegen van zijn nuchtere vader. Toen men deze in het weekblad g De Fakkel een gedicht aanwees, geti- teld « De lange Wapper en ondertekend H. Geweeten (vertaling van H . Conscience), dreigde hij zijn zoon de dear to wijzen. Het hielp geen ziear. Toen vader Conscience later vernam dat Leopold I zich voor zijn zoon interesseerde en deze laatste, dank zij Wappers' bescherming, een baantje bij het Provin- ciaal Bestuur kreeg, kwam het tot een halve verzoemng .

20 De stijgende roem van de noon vleide de vadertrots . Toen vader Conscience eens toevallig in de herberg « Het Kattenhof to Borgerhout de lof van de jonge schrijver hoorde verkondigen, riep hij trots uit : « Dat is mijn zoon ! In het gezin van vader Conscience grog het niet langer meer naar wens . De ziekelijke toestand van zijn vrouw had sluiting van de winkel tot gevolg en negen kinderen grootbrengen was een drukkende last . Een gedeelte van de eigendommen moest to gelde worden gemaakt. Ge lukkig werden toen joist door de stad Antwerpen de twaalf werkmanshuisjes aan de Ankerrui onteigend, wat de aardige som van 23 .000 F in 't laatje bracht . Op 23 maart 1843 overleed Pierre Conscience's tweede vrouw, evenals zijn eerste, aan slepende tering, de gesel van de tijd . De man kende een vredige oude dag temidden van zijn kinderen. In het jaar 1849 zoo hij zijn zeventigste jaar ingaan. Dit moest extra gevierd worden . Ieder kind zorgde voor een geschenk . Henri, die toen al een tijdje Hendrik was geworden, schreef voor de gelegenheid een Frans gedicht. Enkele dagen voor het f eest ontving vader Conscience een brief, die hem berichtte dat zijn goederen gerechte- lijk zouden worden in beslag genomen, daar hij voor 1800 F wissels had ondertekend ten voordele van een vriend, die to Luik een snort bazaar Meld en faljiet was verklaard. Deze vriend, een weduwnaar zonder kinderen, had enkele jaren tevoren Conscience's oudste dochter

21 Marie bij zich genomen, met de belofte hear bij zijn afsterven de zaak in voile eigendom over to laten . Het noodlottig bericht trof de grijsaard zo diep, dat hij ineenzakte met de zucht : a Pauvre Marie ! p Een hevige koorts greep hem aan. Een bijgeroepen priester werd op verwensingen tegen Napoleon onthaald. Hendrik snelde toe. Terwijl hij om een dokter zond, droeg hij zijn arme vader uit de benauwde kamer in de frisse tuin, wear hij door een beroerte geveld wend. De feestklok werd een doodsklok . Hij stierf nog de zelfde namiddag en werd op zijn naamdag begraven met een elfurendienst, waarvoor hij het geld klaar had hg- gen. Zo luidde zijn uiterste wilsbeschikking.

22 Het cenakel van de Vlaamse romantiek

HET ZWART PAARD

Het is wel jammer dat geen tijdgenoot er aan gedacht heeft de geschiedenis to schrijven van de opkomende Vlaamse romantiek, die in de Scheldestad een gunstige voedingsbodem vond . Wij missen aldus de kleurige achtergrond die Theophile Gautier ons schildert in zijn K Histoire du Romantisme en dat de verhitte atmosfeer oproept, waarin de Franse romantics van het eerste uur de doorbraak bevochten . Antwerpen heeft niet de epische strijd gekend van de Franse kunstenaars van de nieuwe richting tegen de oude garde. Maar toch ook to onzent werd in de jaren 1836-1840 vinnig geschermutseld. Aan het hoofd van de Antwerpse Kunstakademie stood in die dagen de eerbiedwaardige Matthijs van Bree, die zichzelf had overleef d . Hij was een bleke epigoon van de Franse schilder David, de pans van het tanende kiassicisme. Met dogmatische onverzettelijkheid bleef van Bree een verkalkt klassicisme opdringen, waartegen

23 de heraut van de romantiek, de onstuimige kunst- schilder , storm liep, aangevuurd door de jongere generatie, die nood had aan nieuwe geeste- lijke waarden . Naar romantische geplogenheid stonden zij erop zich in doenwijze en kleding ostentatief, en zover als maar mogelijk was, van de f ilisters to distancieren . Vestimentair hadden de jonge kunstenaars zich af- gestemd op de klederdracht die hun kunstbroeder, de letterkundige F . J. van Kerckhoven, uit Italie had ge- importeerd, waar hij een tijd aan de universiteit van Bologna medicijnen had gestudeerd . In hun zwaar- gedrapeerde almaviva's keken zij van onder hun breed- gerande Rubenshoeden uitdagend om zich heen. Zij gingen er ook wel eens baldadig op los. Burgerlijk fatsoen en dito kunst werden met ruwe elleboogstoten opzij gedrongen om plaats to ruimen voor de bazuinende karavaan, op weg naar het Land van Belofte . De romantiek, die eerst de plastiek veroverde, zou kort daarop schallend in de Vlaamse letterkunde wor- den binnengehaald door Hendrik Conscience, die met zijn Frans gerijmel tot dower had thuisgehoord bij de literaire suikerbakkers, die to allen tijde in het rand- gebied van de letterkunde naarstig hun onschuldig bedrijf uitoefenen. In 1836 zwaait de milicien Conscience af . Hij had zich bij het uitbreken van de onzalige revolutie van 1830 in een romantisch-patriottische roes als vrijwilliger gemeld bij het allegaartje soldeniers, dat toen als de Belgische strijdkrachten doorging.

24 « Het Zwart Paard >> (thans kruidenierszaak) aan de Prinses- straat 14 in Antwer pen, h.et cenakel van de Antwerpse romantics, wear Conscience zijn < Wonderjaar voorlas, dat later een steep des aanstoots zou worden tussen de katolieke en de liberale tendensen in de ontluikende Vlaamse letter- kunde.

Teruggekeerd order het vaderlijke dak aan de Pcrinsstraat 11 (thans Generaal Eisenhowerlei 15 -- gedenkplaat), laait als een brandend braambos zijn grate passie op de letterkunde . Hij verslindt Ossian, Walter Scott, Byron, de Franse en de Duitse romantics, pacer Pointers, vader Cats en het nog povere werk van Vlaamse tijdgenoten . Hij ontleent haast al zijn leesvoer aan zijn belezen vriend, de medische student Jan de Laet, die het vuur steeds maar aanwakkert . Grasduinend in oude kronieken over de vrijheidsstrijd in de l6de eeuw, groeit in Conscience's geest en hart het schema van een roman en als vanzelf begirt de ganzeveder op het papier to lopen . Hij meent echter dat hij, zoals hij tot dan toe meestal gedaan had, in het Frans moet schrijven . Maar het wit helemaal niet vlotten. Ontmoedigd en zowat lukraak schakelt hij over naar het Vlaams en ... tot zijn verbazing loopt het ver- haal heet van de pen. Zo ontstond « Het Wonderjaar ~ . Hij las het zijn vriend Jan de Laet voor, die er een meesterwerk in zag en ongeduldig was om hieromtrent het oordeel to vernemen van de « Kunstenaarskring ~, een snort artistiek-literair cenakel, dat zijn zetel had in de kroeg van moeder Goedmond, « Het zwart Paard ~, aan de Paddengracht, thans Prinsesstraat . De « Kunstenaarskring groepeerde enkele Vlaams- gezinden uit de school van Jan Frans Wiilems, samen net kunstenaars van de nieuwe richting. Daar ont- moetten elkaar tussen pot en pijp Wappers, Leys, Venneman, de Block, Ferdinand de Braekeleer, Noter-

25 man, Correns, Verspreeuwen, Nelis, Max de Suremont, Mertens, Smolderen, de Wolf, Jan de Laet en Theodoor van Rijswijck, wiens literaire bagage zich toen nog beperkte tot enkele onuitgegeven verzen. De dag dat Conscience lezen zou, verdrongen zich wel een twintigtal leden in het dompige gelagkamertje van • Het zwart Paard zodat men langs een kreupele wenteltrap naar een ruimere bovenzaal moest om plaats to vinden . De erg bedeesde Conscience las en las en bracht het gezelschap in vervoering. R Dat moet gedrukt worden ! roept Jan de Laet en allen vallen hem bij. Schilder de Block voelt zich moreel verplicht dadelijk van het voorzitterschap of to zien om het op Conscience over to dragen . De kunstenaars laaien van geestdrift . Ze vinden het werk op en top R rot ~, een woord uit hun bargoens, waarin zij de hoogste lof kondenseren . Rot zijn is het konventi©nele, gladgestreken, bloedloze klassicisme de rug toekeren en het accent leggen op het schilder- achtige, het emotionele, het gedrapeerde, het - drama- tische. Dit woord roept bij hen middeleeuwse burchten op en melaatse hutten, dromerige maanlandschappen en schemerig-geheimzinnige wouden, heroiek en smachtend gevoel, bewogenheid, hartstocht, felle kleuren . Weg met alle verstarring en verdorring! Levers, warmbloedig levers! Dat is de Blijde Boodschap, het Nieuwe Testament. Er worrt aangedrongen op een tweede lezing, dit keen in ruimere kring. Een van de leden, de vermogende koopman Max de Suremont, die in zijn vrije urea ears

26 letterkunde liefhebbert, opent spontaan zijn ruime salons. Daar, aan de Ossenmarkt, temidden van een talrijk en selekt publiek, least de jeugdige auteur zijn werk een tweede maal voor en brengt zijn toehoorders in hoera-stemming. Er is gears tegenhouden meer aan . Het werk moat en zal gedrukt worden . Conscience zat met de handers in hat haar . Hoe kon hij er aan denken ? Hij bezat gears rode duit en vreesde bovendien de banbliksems van zijn nuchtere vader, wiens genadebrood hij at en die het burgerlijk mis- prijzen tegenover de kunst als een deugd kultiveerde . Zelfs het edelmoedige aanbod van de Block, die met de opbrengst van een pas verkocht doek wilde borg staan voor een mogelijk financieel tekort, was niet bij machte Conscience to overhalen . Maar de doordraver Jan de Laet liet hot er met bij . Hij nam kunstschilder Gustaaf wappers in de arm en daze verzocht de jonge schrijver bij hem thuis (Minderbroedersrui 13) to komen voorlezen . De hoog- gestemde lof van de leider der nieuwe kunstbeweging, die eon gunstige afzet voorspiegelde, deed de laatste aarzeling verdampen. Maar toen hat prospektus van Het wonder jaar in omloop ward gebracht, barstte thuis de born . Vader Conscience, tergend gekapitteld door zijn taalgenoten, omdat zijn zoon het Frans de rug toekeert om in de taal van de gehate Hollander to schrijven, gaat gewel- dig to keer . De toestand wordt spoedig onhoudbaar en in februari 1 37 verlaat Conscience het ouderlijk dak, na eon ontroerende brief to hebben achtergelaten .

27 Met vijf frank op zak en wat schamel linnen in een zakdoek geknoopt, gaat hij bet avontuur tegemoet . Hij neeamt zijn intrek in De Koning van Spanje ~ . In een gevel van de huizenreeks, waar eens de oude afspanning stond, aan de Carnotstraat 5, herinnert een bronzen gedenkplaat aan dit verblijf . In hun geestdrift hadden de jonge schilders van de r Kunstenaarskring er zich toe verbonden elk een teke- ning to leveren voor het to verschijnen boek . Het waren Venneman, Schippers, Noterman, Melzer, de Block, Lieffers, de Smet, Carolus, Ruyten en Correns . Hendrik Let's ontwierp de titelplaat die bet hoof dportaal van de 0.-L.-Vrouwekerk voorstelde, binnen dewelke zich de voornaamste episode uit de roman afspeelt de beeldenstorm . Maar de goedwillige illustrators brachten het enkel tot een roerende uiting van onmacht . Bovendien werden zij dap nog slecht gediend door de litograaf de Prins, die vakkundig beneden peil bleek . Drukker Schoesetters werd met het werk belast. De kosten beliepen 1300 F. Voor de tekst 00 F. en 500 voor de illustraties . In mei 1 37 kwam r Het Wonder- jaar van de pers . Geestdriftig schreef het blad Den Antwerpenaer r dat bet als de eerste steep mocht beschouwd worden van het gebouw onzer nationals letterkunde. De vrienden brachten intekenlijsten in omloop . Maar de voorgespiegelde bijval bleef uit. Ofschoon sommigen onder hen een dozijn exemplaren voor hun rekening namen, bereikte het verkochte aantal slechts 241 . Er

2 bleef een tekort van 540 F, precies de prijs van de stuntelige illustratie . Enkele maanden later werd Conscience door bemid- deling van Wappers en met diens ontleende rok door Leopold I in audientie ontvangen . En kort daarop kreeg hij eon brief van 's konings kabinet, waaruit wij citeren Le Roi dont le vif desir pour la langue flamande est Si bien connue (sic), a vu avec one veritable satisfac- tion le succes de votre premier ouvrage ... Le talent que ce livre annonce chez son auteur fait desirer a Sa Majeste qu'il continue a livrer au public le fruit de ses etudes litteraires, enz... A Gelukkig bleef het niet bij dit korreltje koninklijke wierook, want kort daarop sneeuwde het vorstelijke manna neer op de berooide schrijver in de tastbare vorm van een hulpgeld ten bedrage van 400 F, zodat hij tenslotte zijn schuld vermocht can to zuiveren. Het ontstaan van Conscience's eerste boek is eon golden datum in de geschiedenis van de Vlaamse letter- kunde. Het Wonderjaar was inderdaad de meuwe lente en het nieuwe geluid van toen. Het was boven- dien eon uitzonderlijk verschijnsel . De volksjongen die Conscience was had nagenoeg geen onderwijs genoten . Hij was het perf ekte type van de autodidakt, die nosh door de omstandigheden noch door zijn milieu gediend werd. In bet kultureel ver- pauperde Vlaanderen van zijn tijd was geen sprake van enige literaire traditie, waaraan hij zich geestelijk voe- den kon. Zijn literaire smack was hem bijgebracbt door middeleeuwse verhalen, de volkslektuur van zijn tijd

2 Malegijs de Tovenaar ., = De vier Heemskinder n ~, Fortunatus' Beurze s en zo meer. De vertoningen in de poesjenellenkelder hadden hem met zijn hale wezen in de volkse dramatiek gedompeld. Het was allemaal naief, stuntelig, oubollig . Samen met de sprookjes die zijn moeder het ziekelijk knaapje ver- telde en de legenden, die hij op de keldermond, bij valavond, van zijn speelmakkertjes to horen kreeg, hebben zij hem een onverbrekelijke binding gegeven met de volksziel, een binding die hij nimmer zal los- laten en die in hem de raszuivere, volksverbonden schrijver heeft doen ontwaken . Het onderwijs, dat kort tevoren onder de impels van Willem I naar een hoger niveau evolueerde, was in de tijd van Conscience tot een bedroevend laag pail terug- gevallen en ken hem geen levende schrijftaal bijbren- gen. Hij moest, in de voile betekenis van hat woord, zijn a Vlaams • zelf aanleren. Vanzelfsprekend was zijn eerste probeersel lang geen meesterwerk. Mfr artistieke wil dan artistiek vermo- gen. Maar zijn gloeiende scheppingsdrift overwint alle moeilijkheden en vrij spoedig schrijft hij goede rowans in een veer zijn tijd behoorlijke taal . Maar wat veal belangrijker was, zij spraken bet yolks- gemoed direkt aan . Er is to onzent geen schrijver bekend, die meer van het yolk geweest is dan Conscience. In dit opzicht kan hij best vergeleken worden met zfjn tijdgenoot Charles Dickens, die door hat yolk op de handen gedragen ward . Het naleve en gebypertrofieerde proza van a Hat

30 wonderjaar doet ons thans giimlachen . Even een proef'je En de wind, als een verrader, ontstool Lodewijks brandende zoen en vlood er, door de bomen des wouds, mede weg • . Talrijke vereerders van de volksgeliefde schrijver peigrimeerden in de loop der jaren naar Het Zwart Paard om een poosje to verwijien in het trader, waar- binnen Conscience en de herboren Vlaamse letterkunde hun eerste triomf vierden . Om in stemming to komen, kwam dan telkens de pot met tionen deksel op tafel, waaruit Conscience placht to drinkers. Twijfel aan de autenticiteit van deze relikwie werd misprijzend in de kiem gesmoord. Na de Eerste Wereldoorlog werd de historische kroeg gedeeltelijk verbouwd . Er is thans een levensmiddelen- zaak in gevestigd . In 1 62, naar aanleiding van de 150e verjaring van Conscience's geboorte, lief de Vlaamse Toeristenbond in de gevel een gedenkplaat aanbrengen, outworpen door beeldhouwer Albert Poels .

31

De bijbel van de Vlaamse wederopstanding

DE LEEUW VAN VLAANDEREN In zijn kamertje in de • Koning van Spanje welt Conscience zich prinsheerlijk. Alle kluisters zijn flu afgeworpen en hij kan schrijven naar hartelust. Maar niet alle dagen heeft een auteur rozen zonder doornen op zijn schrijftafel staan. In 1 37, een jaar na het verschijnen van zijn .Wonder- jaar s dat bij zijn kunstbroeders een vuurwerk van geestdrift had doers opgaan, sneed een koud stortbad Conscience de adem of de kritiek had zijn •Phantazya, een slecht gemixte cocktail van proza en poezie, als minderwaardig werk aan de kant geschoven. Het was dan ook niet veel meer dan vlijtig geknoopte franje-roman- tiek, die zijn opkomende schrijversnaam in diskrediet bracht en die hem wekenlang tot een desperado maakte, verscheurd door twijfel aan het talent dat hij in zich- zeif had menen to ontdekken . Toen de zwartste wanhoopsvlagen luwden, rijpte in

33 hem het voornemen zich to rehabiliteren door het scheppen van een groots werk . Evenals voor het wonderjaar ' zou hij de stof ontlenen aan een van die perioden uit ons nationaal verleden, waarop een volbloed romanticus zijn hollende verbeelding en zijn behoefte aan heldenverering teugelloos kon loslaten . In zijn .cGeschiedenis mijner Jeugd~ heeft Conscience verteld hoe hij wekenlang oude kronieken en lands- geschiedenissen uitkamde en met het hoof d in de harden zat of wakend droomde, gedurende de nacht, om zich de roemrijkste heldendaden onzer voorvaderen voor ogee to toveren en zo to wikken en to voorzien welk onderwerp het geschiktste mocht zijn om hem bet voorgestelde doel to later bereiken .. Uiteindelijk vie! zijn keus op de verbeten strijd van de Klauwaards tegen de Leliaards, met als apotheose de Guldensporenslag, die Vlaanderens zelfstandigheid redde en de doorbraak bracht van de stedelijke demo- kratie. Determinerend voor het thema was het romantisch schilderij van de hoogdraver Nicasius De Keyser ; De Slag van . In 1 36 had het op een tentoonstel- ling to Antwerpen zulk een overweldigende bijval ge- kend, dat de Messager des Sciences Historiques • zijn aerate aflevering van het jaar 1 37 opende met een hooggestemde description du tableau de representant la bataille des Eperons d'or In 1 25 had Prudens van Duyse zich reeds gewaagd aan een poetische verheerlijking van de Heldenmoed der Vlamingen tegen de Fransen order hat bestuur van

34 Graaf Gwijde van Dampierre ~, door Conscience trou- wens geciteerd in het derde deel van zijn roman. Ook Theodoor van Rijswijck had toen reeds de Gulden- sporenslag bezongen. Dadelijk zag Conscience in dat zijn onderwerp hem eeu rijke stof leverde tot het schilderen der prachtig- ste taferelen, tot het opvoeren van grote volksmenigten, tot het beschrijven van gevechten en veldslagen en tot het verheerlijken van de heldenmoed des voor- geslachts. Liefde tot het vaderland en tot de vrijheid zouden de toverroeden zijn waarmee hij zijn gewrocht op elke bladzijde zou bezielen en hij twijfelde niet 01 ditmaal zou het Vlaamse yolk dit boek, to zi jner ere geschreven, met blijdschap en hoogschatting ont- vangen ~. (Geschiedenis mijner Jeugd) . Zijn eerste inspiratiebron was dezelfde die ook de Keysers geestdrift had doers opvlammen, met name de verhandeling van de Gentle universiteitsprofessor en bibliothecaris A. Voisin over La Bataille de Courtrai ou des Eperons d'Or, d'apres Goethals - Vercruysse ~ . Deze laatste was een Kortrijks historicus (175 -1 3 ), die heel wat feitenmateriaal omtrent de Guldensporen- slag had verzameld . De studie van A . Voisin verscheen voor het eerst in de Jaargang 1 37 van de Messager des Sciences Histo- riques en werd sedertdien meermaals in boekvorm herdrukt. Steunend op deze eerste wetenschappelijke studie over de Guldensporenslag, gloeide Conscience dag en

35 nacht van koortsige scheppingadran Na verloop van enkele weken kwam hij dan ook klaar met het schema der verschillende taferelen en stood het verhaal in zijn geheel, met personen en tonelen, hem levend voor de geest. In de Scheldestad vond hij bevriende en deskundige hulp in de persoon van de stadsbibliothecaris Mertens, die de voornaamste geschiedkundige bronnen van Voisin en Goethals tot zijn beschiikking stelde, waaronder Die Excellente Cronike van Vlaenderen a, een kom- pilatiewerk door Willem Vorsterman to Antwerpen in 1531 uitgegeven en dat Conscience naar eigen getuige- nis, in de voorrede van zijn roman, tot richtsnoer diende. Verder de Chronycke van Vlaenderen van Vermmmen en Blootacker en tenslotte De Spieghel Historiael ' van Lodewijk van Velthem, geschreven + 1315, de meest volledige bron over de Slag bij KorV rijk en die Conscience dan ook in de laatste hoof d- stukken van zijn werk van zeer nabij heeft gevolgd. Daarnaast raadpleegde hij flog tal van andere bron- nen en studies, alle vermeld in de talrijke voetnoten van zijn roman. Qm het historrsch milieu zo nauwgezet mogelijk to evoceren, bestudeerde hij zelfs het valke- niersbedrijf. In zijn Geschiedems mijner Jeugd • verhaalt hij dat zijn bekommernis om de landschappen, steden en ge- bouwen die in zijn roman voorkomen, naar de natuur to kunnen schilderen, zo grout was, dat hij met zijn vriend, dichter Jan de Laet, een verkenningstocht door West-Vlaanderen ondernam. Alle plaatsen die hij diende

36 to kennen, werden bezocht en beschreven, zelfs topo- grafisch in schets gebracht, wanneer zulks nuttig bleek . Te Brugge ontmoetten beide vrienden een bevoegde gids in Octave Delepierre, bibliothecaris aldaar en die toen reeds als geschiedschrijver gunstig aangeschreven stood. Later werd hij Belgisch consul to Londen en overleed er in 1 ? . Delepierre bracht Conscience heel wat historische bijzonderheden bij betreffende de stof die hij in zijn werk wenste to behandelen, o . m. de geschiedkundige en heraldische gegevens omtrent de jonge ridder Adolf van Nieuwland, dat zuchtend en bleekbloedig jongmens, door de schrijver met een rol bedacht ter wile van de sentimentele intrige met de refine maagd Machteld . Toen beide verkenners voldoende vertrouwd waren met de topografie van het oude Brugge, trokken zij near de burcht van Male, eens het verblijf van de graven van Vlaanderen. Sedert enkele jaren is er de bloeiende Sint-Trudo abdij gevestigd. Een diepe teleurstelling . Luister maar Toen ik die pleats grog bezoeken, jammert Con- science, vond ik mij terdege in mijn verwachtingen bedrogen. Niets ken aan het oog des reizigers zijner oudheid getuigen, mits het eer op een groot en grof pakhuis den op een heerlijk goed gelijkt. Slechts enige overblijfselen der oude vestingmuren ken men met veel moeite tussen de zode nog ontdekken. De arduinen kerk staat nog temidden van het dorp . Voor enige jaren wa- rm er nag gr-ote bossen in de omstreken, dock derzelver grond is flu meestal door de landbouw ingenoinen A.

37 Daarentegen troffen beide trekkers het eerbiedwaar- dige slot van wijnendale, bij Torhout, nog in betrekke- lijk goede staat aan . Via Roeselare bereikten zij Kortrijk, waar Conscience zich enkele jaren later als arrondissementscommissaris zal vestigen en waar zijn pen zo gejaagd over het papier liep, dat de waarde van zijn werk er onder leed. Op het Groeningerveld, even buiten de Gentse poort, was in 1$31 ter ere van 0 .-L .-Vrouw van Groeninge een bescheiden gedachteniskapel opgericht . Conscience noteert de namen van de gesneuvelde France aanvoer- ders die er ver held staan. Met een vlam in het hart bewondert hij een van het gewelf neerhangende echte gulden spoor . In de Sint-Michielskerk leest hij van een oud schil- derij de namen of van hen, die na de bloedige worste- ling in de abdij van Groeninge hun graf vonden. Door- huiverd van zijn onderwerp, pelgrimeert hij door de Groeningerkouter en last zijn wiekende verbeelding over de wuivende korenvelden los. Te Kortrijk ontmoet hij ook nog de vergrijsde Goethals - Vercruysse in wiens Jaarboek der stad en oude Casselry van Kortrijk D (1 15) bijzonderheden over de Guldensporenslag liggen uitgezaaid . In diens bibliotheek treft hij de fameuze zerksteen van Conync Sigis' van Majorca aan, waarvan Conscience de tekst kopieert . Ook to Gent haalde hij een rijke oogst aan archeolo- gische en topograf ische gegevens binnen in zijn gesprek-

3 ken met de keur van Vlaamse geleerden, die daar toen bedrijvig waren. Hij praat er met de universiteitsprofessor A . Voisin die, zoals wij hierboven schreven, de eerste weten- schappelijke verhandeling over de Guldensporenslag op zijn aktief had. Verder had hij er omgang met baron Jules de Saint-Genois, romancier en historicus met jonkheer Flip Blommaert, prof . C. P. Serrure en vooral met F.A. Snellaert, die kort tevoren tot doctor in de geneeskunde aan de Gentse Alma Mater was gepromo- veerd . Hij leert er ook kunstschilder Felix de Vigne kennen, tevens een gezaghebbend archeoloog, die toen joist de publikatie had ondernomen van een tweedeig werk over de s Klederdrachten der Middeleeuwen en die Conscience in de vestimentaire rekwizieten van zijn onderwerp wegwijs maakte . Reeds de tweede dag na zijn terugkeer to Antwerpen, duikt hij in het werk onder . Zozeer is hij van zijn onder- werp vervuld, dat hij in een paar weken, op weinig na, drie hoofdstukken klaar heeft . Zijn invloedrijke beschermer, kunstschilder Gustaaf wappers, die wist dat de ambteloze romancier zich niet lang meer boven water zoo kunnen houden, meende hem een dienst to bewijzen door hem aan een baantje to helpen als vertaler bij het provinciebestuur, met de schrale wedde van 500 fr. 's jaars . Conscience aanvaardt, dock met een zwaar hart, want nu zal hij zes our per dag in het gareel moeten en hij yeast terecht dat zijn literaire arbeid er onder lijden zal . Hij werkt nu 's avonds en een stuk in de nacht . Maar

3 dat houdt hij niet lang nit en in oktober 1 3 neemt hij, met instemming van Wappers, ontslag, verbitterd oak omdat een verhoopte promotie hem was ontgaan . Hij zal zich flu geheel aan zijn task kunnen wijden in de eenzaamheid van het armoedig kamertje, dat hij in « De Koning van Spanje • betrekt. Het gaat met de jeugdige auteur de berooide karat uit. Maar zijn vriend Jan de Laet reikt hem een hel- pende hand. Hij stelt voor bij hem to komen inwonen tegen vriendentarief (Kerkstraat 31, in 1 44 door V-born vernield) . Zij schrijven flu aan dezelfde tafel . Terwijl de Laet dagbladartikels pent, zwoegt Conscience aan het laatste deel van zijn roman . Weldra kan hij dan ook aan Snellaert melden « De Leeuw van Vlaanderen is bijkans afgewerkt... Zodra hij zijn klauw in het licht zal gestoken hebben, zal ik Ue. een exemplaar toezenden Na tiers maanden koortsachtige arbeid lag de roman persklaar. Maar in heel Antwerpen durfde geen druk- ker het aan een Vlaams werk van zulk een omvang voor eigen rekening uit to geven . Het zou inderdaad drie delen omvatten . Conscience, die zich intussen al maar dieper in de schuld had gestoken, kreeg nu ook nog deze zware financiele last to dragen. Hoezeer vrienden, kunstenaars en strijdende Vlamin- gen ook de grote trom roerden, toch bleef het aantal intekeningen beneden verwachting, wat nogal begrijpe- lijk was als men weet dat het werk F kostte, erg duur voor de tijd . Toch warden 4 0 exemplaren aan

40 De romantische titelprent, door Wappers ontworpen, voor de eerste uitgave van « De Leeuw van Vlaanderen », Een typisch staalt~e van de gehypertro f ieerde romantiek uit die dagen . de man gebracht, tegen 241 voor het t Wonderjaar M en 27 voor Phantazy ~. Het werk, dat in december 1 3 van de pers kwam en opgedragen was aan de beschermer van de auteur, kunstschilder Gustaaf Wappers, blies dadelijk een voor aan dat hoog zoo oplaaien en dat nog steeds niet helemaal is gedoof d. Koning Leopold I schonk de auteur een toe- lage en geleidelijk liep het verkoopcijfer dusdanig op, dat hij zijn schulden vermocht aan to zuiveren . Maar wij blozen met terugwerkende kracht als wij bedenken dat de schrijver als batig saldo tiers frank overhield . Hij bleef dus even arm als tevoren en ten erode raad en volkomen ontmoedigd trad de schrijver van ons nationaal epos tenslotte in de gecombineerde functie van bediende en tuiniersknecht in dienst bij de bevriende familie Van Geert to Borgerhout (Van Geertstraat ) . Vader Van Geert zoo de schoonvader worden van Max Rooses en de grondlegger van het arboretum to Kalmt- hout. Terwijl hij gelaten in zijn lot dan maar in bloemen en planters onderdook en hardnekkig zijn scheppings- drang onderdrukte, had hij er geen flauw vermoeden van dat zijn Leeuw van Vlaanderen zoo worden be- groet als de bijbel van de Vlaamse wederopstanding, waarop generatie na generatie dure eden zwoer, die uiteindelijk ons yolk van een dreigende verbastering hebben gered .

a *

41 diet wonderjaar en De Leeuw van Vlaanderen werden al kort na hen verschijnen voor het toneel be werkt en kenden overal een laaiend sukses . Bij de lek- tuur van de toenmalige recensies hoort men het geest- driftig gejuich nog nadaveren . Interessanter voor ons is ecliter het kleurrijke relaas van een autentieke Fransman, met name markies de Ferriere le Vayer, die to Brugee een vertoning van de Leeuw van Vlaanderen bijwoonde. Hij was attache bij de Franse ambassade to Brussel . In een verslag aan zijn regering, bewees hij een joist besef to hebben van de macht der Vlaamse beweging, door onomwonden to verklaren dat men in haar de grootste hinderpaal zoo ontmoeten, blj elke poging tot vereniging van Belgie met Frankrijk. In 1 42 publiceerde onze diplomaat zijn Etudes morales et politiques sur la Belgique N . wij knippen er de passes uit, waarin hij zijn indrukken heeft genoteerd, toen hij to Brugee een opvoering van de Leeuw van Vlaanderen bijwoonde . Zij zijn precies dezelfde als degene die wij in de Vlaamse bladen van die tijd to lezen krijgen, met dit verschil echter dat hij het ver- baal extremisme van de Vlaamsgezinden met autentieke dapperheid verwarde. est one sorte de vine f ant me... Pourtant un soir it me sembla qu'il y avait de l'agitation autour du theatre . Je crus entendre one rumeur inusitee. Je m'approchai de l'affiche j'y lu ces mots De Leeuw van Vlaanderen, of Jan Breydel en Peter van Conning, door Conscience a, c'est-a-dire Le Lion des Flandres,

42 ou Jean Breydel et Pierre de Conninck, par Conscience . On jouait un drame flamand . Quoique peu verse daps le Vlciemsche, je ne resistai pas a la nouveaute d'une pareille affiche. Je voulais voir ce qui donnait de la vie a cette vile morte enfin je voulais voir un drame flamand. La piece etait commences . En montant l'escalier j'entendais les cris de l'acteur et le bruit de la fouls emus. A mon arrives daps le corridor, 1'ouvreuse, des qu'elle m'apercut, me fit signs de me taire. Ii y avail des gens qui, faute de places, l'oreille appuyee contre les portes, tachaient de saisir les sons a defaut du spec- tacle. Ne faites pas de bruit, ce moment est celui de Ia plus belle scene ~, me dit l'ouvreuse en m'introduisant moi sixieme daps une loge de quatre ! La salle n'etait pas grande ells etait plains. Le parterre, les loges, a droite, a gauche, en haul, en bas, tout etait serre, presse, attentif quand on ecoutait, on aurait entendu le vol dune mouche quand on applau- dissait, c'etait un ouragan. Les acteurs me parurent outrer leers gestes plus qu'il ne convient meme a un melodrama et, malgre la petitesse de la salle et le silence du public, us poussaient des rugissements, comma s'ils eussent ate en haut de la tour des Halles . La piece ne manquait pas d'un certain interet. L'ac- tion en etait viva, varies, sauvage . Les imprecations contre la France etaient saluees par des trepignements les allusions a la gloire des Flandres soulevaient un

43 hours frenetique. A la fin de la piece fl y eut une marche triomphale . La vue de la banniere flamande, aver le lion brode, excita une tempete d'enthousiasme et de joie tumultueuse. On se levait, on montait sur lea ban- quettes les femmes jetaient leurs bouquets les hom- mes agitaient leurs mouchoirs . Bruges prenait le passe pour l'avenir elle se croyait ressuscitee.

44 Conscience, een politieke agitator?

Toen bekend werd dat de mogendheden op 6 decem- ber 1 3 to Londen het Verdrag der XXIV artikelen hadden ondertekend, waarbij de grenzen van het jonge Belgie definitief werden vastgelegd, evenwel met het verlies van zowat de helft van de provincies Limburg en Luxemburg en dit ten voordele van de Nederlandse kroon, schoot in heel het land de verontwaardiging als een steekvlam omhoog . Uit petities, persartikels, meetings, optochten, mani- festaties, affiches bleek dat in brede volkslagen snel een krachtig verzet groeide tegen de prijs, die de mogend- heden ons wilden doen betalen voor de erkenning van onze onafhankelijkheid. Straat, herberg, werkmilieu en parlement daverden van de emotionele uitbarstingen aanhoudingen werden verricht onder beschuldiging van samenzwering tegen de veiligheid van de staat . Zo gingen to Brussel o.a. de promotors van het Belgische socialisme Jakob Kats en Jan Pellering, de nor in . De bisschop van Gent, mgr. Delebecque, achtte het zelfs nodig de geesteijken van zijn bisdom to verbieden

45 petities voor of tegen de aanvaarding van het Verdrag der XXIV artikelen to ondertekenen. Toen kon dat nog. Reservisten werden opgeroepen en brachten de sterkte van ons leger op 100.000 man. Men vreesde voor straatgeweld, toen op 1 f ebruari 1 3 in het parlement de bespreking van het Verdrag der XXIV artikelen werd ingezet. Kort tevoren hadden strooibriefjes de soldaten tot ongehoorzaamheid aangezet. Uit voorzorg werd het Brusselse garnizoen gekonsigneerd en het Paleis der Natie door infanterie bezet. De regering, die in 's lands belang en in eensgezind- heid met de koning eenstemmig de goedkeuring van het Verdrag voorstond, werd dagen na elkaar met orato- rische brisantbommen bestookt. In de senaat veerde de blinde Alexander Rodenbach, de grootoom van , ziedend van drift, uit zijn zetel op en vuurde op de regering deze verbale projektiel of Ik verzoek de minister van Buitenlandse Zaken de Londense protokollen over de XXIV artikelen to overhandigen aan de minister van Oorlog. Die kan er patronen van maken. Er deed zich ook een tragisch intermezzo voor . Het Kortrijkse parlementslid, Bekaert • Baekeland, ofschoon hij tot het zwijgend kontingent van het halfrond behoor- de, meende er goad aan to doen op de uitslaande vlam- men asse to strooien, door met irenische woorden op wederzijds begrip aan to sturen . Maar de emotie greep hem zo naar het hart, dat hij plots doodsbleek in zijn zetel teruggleed en toegesnelde kollega's een lijk in hun armen hielden.

46 Na eindeloze zittingen met dramatische hoogtepunten ward ten slotte hat Verdrag goedgekeurd met 5 stem men tegen 41 . Bij de stemming hield Alexandra Gende- bien een pathetische rede, waarbij hij uitriep K Neen, 3 0.000 maal neen, voor de 3 0.000 Belgen die gij uit angst prijsgeeft ! ~, waarna hij de voorzitter een briefje overhandigde met de lakonische woorden K Ik neem ontslag als lid van de Kamer van Volksvertegenwoor- digers. K De houding van de strijdende Vlamingen ten opzichte van de XXIV artikelen was hun ten dale opgedrongen door de omstandigheden. Men mag hierbij met uit hat oog verliezen dat de politieke zelfstandigheid van Belgie in een labiele toestand bleef verkeren, zolang willem I weigerde zijn instemming to betuigen met de voorstellen van de mogendheden, vervat in de XXIV artikelen. Dat bracht mee dat de Vlaamsgezinden zich meestal in de schaduw hielden, om toch maar niet van orangisme to worden verdacht, want bij de wisseling van een politiek regime ligt hat woord landverrader bij velen los in de mond. En nu bood 1 3 hun de kans om alle verdacht- making van zich of to wuiven met een brevet van burger- deugd. Vanzelfsprekend waren er onder de flaminganten overtuigde orangisten. Vooral dan to Gent . In de Schelde- stad daarentegen waren zij grosso modo Belgicisten, om hat met een maar recente term to zeggen . wij zouden Conscience hun exponent kunnen noemen . Zijn hale leven heeft hij zijn Vlaamsgezindheid als een credo beleden, maar zij is steeds tot heimatliefde binnen een

47 orthodox Belgicisme beperkt gebleven . Dat Vlamingen in wezen Nederlanders zijn, vigil buiten zijn geestelijke horizon. Het valt dan ook gemakkelijk to begrijpen dat Con- science, met zijn licht ontvlambaar gemoed, losbeukte op de Hollander, die hij in 1 30 als vrijwilliger het land had helpen buitenvechten . In een brief van 31 januari 1 3 van Conscience's vriend Jan de Laet aan de Gentse dokter Snellaert op de vooravond van de kamerdebatten over de XXIV artikelen, die op 1 f ebruari zouden losknetteren -- galmt een echo na van de hoogspanning onder de Ant- werpse flaminganten ... « Het verbroederend avondmaal der rederijkers is een nachtmaal, een morgendmaal en bijna een middag- maal geworden. (Lieve Hemel, wat zijn wij sober ge- worden !) . .. Conscience heeft weder ene redevoering gedaan waarin ministers, gouverneurs en gaps de waalse hutspot terdegen is over de hekel gehaald en de koning zeer geprezen is geworden . . . . Er heeft een snort van samenzwering plaats gehad. Allen hebben met de hand ten hoge gezworen de vlaamse belangen door alle middelen in alle tijden op alle plaatsen voor to staan .. Nu een ander groot nieuws . Binnen enige dagen zult gij een gedrukt manifest aan de Vlamingen, door Hen- drik en mij ondertekend, to huffs krijgen. Het is sterk in de zin van 1 30, in de zin van de wederstand aan de XXIV artikels geschreven en zou u mogelijk, zo gij onze

4 Zo zag Conscience er uit toen hij z~jn eerste letterkundige suk- sessen bcekte maar oc~k harde klappen to inkasseren kreeg . (Schilderij van Xavier de Cock)

beweegredens daartoe niet kende, niet al to zeer be • vatten. In het epistel zet de Laet die motieven uiteen. Kort gezegd komen zij hierop neer door tegen Holland de strijd aan to gaan, willen wij de Walen bewijzen dat wij vuurvaste patriotten zijn . En pathetisch besluit hij In geval van oorlog kunnen wij wel eens de woorden van het manifest met ons bloed mogen bevestigen . Het worde dan tot welzijn van Vlaanderen gestort . kiaar Dr. Snellaert en de Gentse Vlamingen, die zich met Nederland verbonden bleven voelen, waren niet to overtuigen door het versgebakken patriottisme van de Antwerpenaars. In een tweede brief van de Laet aan Snellaert, gedag- tekend februari 1 3 , vlamt de passie nag hoger op . Hij schrijft in een groen dominopak, wachtend op de zich verkiedende juffers, die hij naar een bal moet vergezellen

... +~ want wij drijven hier de staatkunde en de ver- makers hand aan hand voort, totdat wij ter grenzen trekken of dat Eelgie enen onuitwisbaren kaakslag ont- vange, die ons voor eeuwig 1 30 zal doers vervloeken en de Belgen (wij Vlamingen ook) in Europa als lafaards zonder geest of hart zal doers doorgaan ~ . En hier krijgen wij uit diezelf de brief een proefje van de klapperende romantiek nit die dagen ... Als Limburg en Luxemburg worden geleverd en de Schelde gesloten wordt, break ik mijn liar (de Laet was dichter) om niets meer dan vloekgedichten, die mijn tijdgenoten mogen brandmerken, to schrijven .

4 Drie dagen eerder, op 6 februari 1 3 , had to Antwer- pen de derde opvoering plaats van Conscience's tot drama bewerkt « Wonderjaar ~, in de sedert lang ver- dwenen schouwburg op de hock van de Schemers- , en Maarschalk Gerardstraten, met name hat « Theatre des Varietes ~, door puristische Vlamingen omgedoopt tot « Schouwburg der Verscheidenheden ! Na de apvoering betrad Conscience hat toned en sprak de tot aan de nok gevulde zaal toe, zoals hij alleen dat kon. Een bezield en bezielend redenaar . Wij molten in geen geval dulden, riep hij uit, dat 400 .000 van onze broeders aan Holland worden afgestaan als losprijs voor onze onafhankelijkheid . Dat betekent dat het parlement moat weigeren hat Verdrag der XXIV artikelen goad to keuren, met als onafwendbaar gevolg dat de mogend- heden ons met de wapens to lijf zullen gaan . Hier dan enkele fragmenten uit de van patriottisme bolstaande redevoering van de volkstribuun Conscience « Zodra de mogendheden hunne benden op onze gren- zen zenden zullen, zal ons strijdgierig lager, met onze zo wel bezielde Burgerwacht, tegen de ontzaglijke macht optrekken . De koning wil hat (joist niet), de Kamers willen hat (zij waren verdeeid), de inwoners der ver- kochte provincien zullen zieh als razend tegen hunne verdrukkers opwerpen !

« En de Martelaren (de gesneuvelden van 1 30), die flu aan de voet van hat beeld der Vrijheid to Brussel rusten, zouden opstaan, om ons toe to roepen o laf- aards ! Wij zijn voor u gesneuveld, wij zijn uit liefde

50 tot u van de aarde verdwenen en gij werpt de faster over onze lijken en maakt ons werk tot een kinder- speeltuig, dat men in een kwade luim verbrijzelt ! Ieder weerbaar burger moet de wapens opnemen. Voor de ouderen en vooral voor de vaders, die de verant- woordelijkheid van een gezin dragen, wil Conscience wel grootmoedig een uitzondering waken Maar gij, o jonge mannen, die nog eer en onbevlekte roem nodig hebt, om in uwen ouderdom uw zelven to kunnen eerbiedigen, om aan uw kinderen to mogen zeg- gen volgt mijn voorbeeld en gij zult de naam van Beig weerdig zijn ! Gij, het echte kroost van het herboren Vaderland, gij moet op het uiterste ogenblik een deel van uw bloed aan de vrijheid en aan de onafhankelijk- heid van Belgie opofferen. Indien een van ons die plicht vergeet, hij zij gevloekt als een lafaard, want zijn broe- deren zullen hem op het slagveld niet gezien hebben . En gij, o moeders . . ., boezemt uwe zonen de moed in, die zij nodig hebben, om die grand to verdedigen, waarop gij hen gebaard hebt . Dan zult gij ook met hoog- moed mogen roepen alhoewel vrouw, heb ik toch mijn vaderland gediend ! Wij moeten de natien vary Europa dwingen om nog- maals in het boek der eeuwen to schrijven De Belgen zijn de kloeksten alley volken ! n Ons bloed strome dan in het uur van nood en van gevaar voor Vrijheid, voor Vorst en voor Vaderland Wij publiceren deze fragmenten, omdat Conscience's redevoeringen in de heruitgaven van ' zijn werk nooit Voorkomen, maar vooral toch om de nagaim te beluiste-

51 ren van de patriottxsche vuurspuwerij, waaraan Net alleen Conscience, maar haast ells romantics, bij de doorbraak van het nationalisme in Europe, zich bezon- digden. Terwijl zijn woord de vlam joeg in de harten van zijn toehoorders, werd de gloedvohe spreker vanuit de zeal een iauwerkrans met een gedicht door bewonderaars toegeworpen. Toen hij met bezwerend gebaar zijn pathetische slotzin over de hoof den list galmen, daverde minutenlang de zaal onder de emotionele uitbarsting van het publiek, dat de aanwezige operazanger Hen- drickx met luide kreten toeriep de Brabanconne aan to heffen, die door de hele zaal werd meegebruld erg de temperatuur alarmerend deed oplopen . Na de vertoning trok een op kookhitte gebrachte masse near de Grote Markt, wear random de in 1 30 geplante vrijheidsboom werd gedanst, gehuild en ge- dreigd. Het kwam tot ernstige wanordelijkheden en bij burgemeester Legrelle werden de ruiten ingegooid. Conscience was de wanhoop nabij . Het stadsbestuur en de merkantiele bovenlaag, die in de grond nog steeds orangistisch voelden, namen hem zijn explosief optreden zeer kwalijk . Aan Georges Eeckhoud vertelde hij later dat een politie-agent hem, onder geheimhouding, kwam waarschuwen zich na zonsondergang maar liever met op straat to wagen. Nu was Conscience helemaal niet het type van de politieke agitator. Hooguit kon men hem verwijten dat hij zich aan revolutionair verbalisms was to buiten gegaan . En dat zou hem mfr overkomen, vooral den bij Vlaamse

52 aangelegenheden . Met heel wat Vlamingen uit de roman- tische periode (en nog lang daarna) meende hij dat de retorische bazuin nooit luid genoeg kon schallen . Zij moesten nog leren dat alleen door georganiseerd en keihard verzet op alle fronten de strijd van recht tegen privilegies kon worden gewonnen. Aan politieke ge- schooldheid waren zij nog lang niet toe . De Vlaamse Beweging was nog in haar puberteitsjaren . Zoals wij hierboven schreven, keurde het parlement met een geringe meerderheid het Verdrag der XXIV artikelen goed en, buiten alle verwachting, liep in heel bet land de politieke bloeddruk verbazend snel tot het normale peil terug . Het felt dat gezagdragers en invloedrijke persoon- lijkheden Conscience's politieke agitatie scherp afkeur- den, maar mfr nog de bittere vaststeuing dat zijn lite- raire arbeid niet naar waarde werd geschat (De Leeuw van Vlaanderen bracht hem 10 F op) en het er boven- dien naar uitzag dat de kritiek hem, in zljn ogee althans, een carriere als auteur onmogelijk zou waken, dit apes kon de emotionele man met verwerken . Wij zegden het reeds eerder hij brak zijn pen en trad, half als klerk half als tuinier, in dienst bij de bevriende familie Van Geert in Borgerhout . Vader Conscience, die op de schrijvelarij van zijn zoon steeds met burgerlijk misprijzen had neergezien, kwam hem gelukwensen met zijn besluit en wilde hem zelfs met een geldelijk steuntje de overgang naar een geor- dend leven vergemakkelijken. Maar zoonlief wees bet

53 aanbod kategorisch van de hand en zei uitsluitend met werken aan de kost to when komen . Zijn gewilde afzondering werd door vele letterkundi- gen en Vlaamse strijders als een reeel verlies gevoeld . Dat bleek uit de talrijke brieven, die hem uit alle hoeken van het Vlaamse land bereikten en dat werd hem in alle toonaarden herhaald door zijn vrienden, de kunstschilder Wappers en de letterkundige Jan de Laet . Tegen zijn diepste wezen in, wilde hij hardnekkig stand houden . Acht maanden hield hij bet vol . Toen kapituleerde hij voor zichzelf.

54 Conscience gecensureerd

LIEFDE .. . MET WIJWATER VERDUND

Then in 1 43 de tweede uitgave verscheen van Con- science's eerste roman « Het wonderjaar s, brak een storm van verontwaardiging los in liberalizerende Vlaamse kringen, waartoe ook de schrijver zelf -- then nog stark onder de invloed van het liberaal kathoiicisme van de Franse priester Lamennais -- mocht gerekend worden. De vrijzinnig-georienteerde P .F. Van Kerckhoven, zelf een niet onverdienstelijk schrijver, die in Bologna medi- cijnen had gestudeerd en daar in de kringen vann de Carbonari had verkeerd, liet geen gelegenheid voorbij- gaan om Conscience onder vuur to nemen, vooral dan in zijn brochure « De Vlaamse beweging ~, waarin hij hem verweet uit eigenbaat zijn diepste overtuiging to hebben verraden. Het bleak inderdaad dat de auteur zich had laten bepraten om zijn werk to verminken -~- men zei hat krasser -- en aldus in de gunst to komen van een klerus,

55 die vaak geestelijke bekrompenheid verwarde met deugd en ad majorem Dei gloriam a ook de ontluikende Vlaamse letterkunde aan de leiband wilde houden . Als beloning voor zijn zogezegd verraad a zouden zijn werken (de gekastreerde Leeuw van Vlaanderen a was er oak bij) door de regering worden aangekocht voor de bibliotheken van onze gevangenissen. Twee geestelijken blijken als censoren to zijn opge- treden onderpastoor Buelens van de Antwerpse Sint- Jakobskerk, het type van de klerikale vlammenwerper, die al eerder bewijzen van geestelijke myopie had ge- geven ten opzichte van J .F. Willems, maar vooral de superior van het seminarie to Mechelen en censor librorum, kanunnik Van Hemel. Om to beginners kwam in de gecastigeerde uitgave van Het Wonderjaar a de ophefmakende voorrede uit de eerste druk (1 3?) niet meer voor . Daarin had Con- science, bij het beoordelen van het Geuzenepos, blijk gegeven van een zekere geestelijke onafhankelijkheid, volkomen in strijd met de van Roomse zijde ingeblikte waarheid ter zake. Zeker, in Wonderjaar I had Conscience de verf er dik kontrasterend tegenaan gegooid . Van de Geuzen niets dan goed, terwiji de katholieke Spanjaarden aLs de beu- len van ons yolk zevenmaal zeventigmaal werden ver- vloekt. Dat was ears regelrechte aanslag tegen het enige ware geloof . Om zijn censoren tar wile to zijn keerde Con- science in Wonderjaar II de rollers nagenoeg om en herschreef hij zelfs ears paar hoofdstukken . De bleekschimmige pater Franciscus nit de eerste editie, groeide in de tweede druk nit tot een hoofdperso- nage, pure inkarnatie van het Roomse geloof de vroom- heid, de addl des gemoeds, de kristelijke naastenliefde in een pij verpakt. Hij slaagt er zelfs in geuzenaanvoer- ders to bekeren ! In de boeken mocht in geen geval ook maar iets veer komen dat de gevangenen, die per se slecht moesten zijn, nog slechter zou kunnen maken . Nergens mocht een dissonant blijven naklinken, die de refine zeden van het vrome Vlaamse yolk nit hun gladgestreken vouwen zou kunnen rukken. Waar de censoren meenden dat de lief de to vurig op- laaide, werd zij met wijwater verdund, getuige het wulpse (!) liedje Het lone Vassertje nit het Wonder- jaar', dat de uitzuiveraars een hoge rug deed opzetten . Vooral dan het versje

K Gij meet mij driemaai zoenen, Eer gij van hier moogt gaan. p

trek in het gewijde voorhoof d van de literaire inquisi- teurs diepe rimpels, die pas verdwenen teen de brave Hendrik (Conscience) zoenen door groeten had ver- vangen ! ! ! In de Leeuw van Vlaanderen had de censuur min- der wilde scheuten moeten wegsnoeien . Maar evenals in Het Wonderjaer had ook bier de inleiding geen genade gevonden . De krachtpatser K bij God ! die de woeste Breydel maar steels donderend nit de mend rolde en die de

57 censoren vreselijk had geergerd, was overal uitgevlakt . Liefdesscenes moesten er uit of werden sterk geneutra- liseerd. Ongenadig knipte de schaar in « de zwierigheid der tengere laden van de mooie Machteld, evenals in de bladzijden waarin Adolf van Nieuwland afscheid van haar neemt « eer als een zinneloze dan een redelijk mens .. . en zij uitroept « Ja, ik bemin u ! niet als zuster, maar met meer kracht, met onrustige drift ~ . wij kunnen het hierbij laten. Arme Conscience ! Striemend kwam de gesel van hat misprijzen op hem near . Vanzelfsprekend speelde bij minder suksesvolle schrijvers ook de afgunst mee. Jongere generaties hebben het geval serener bekeken, vooral dan besef opgebracht voor de pragmatische karat ervan. Had Conscience zich niet onderworpen aan de klerikale censuur, dan was zijn werk oak nooit tot de brede volkslagen kunnen doordringen en had men nooit van hem kunnen getuigen hij leerde zijn yolk lezen . Uiteindelijk is zijn morale kapitulatie -- want hat was er een -- op large termijn een overwinning gebleken . Ook bij sommige katholieke letterkundigen en bij de meeste geestelijken stood Conscience stellig niet op een goad blaadje. Liever niet lawn, was hat parool . En heist hadden zij een sanitair cordon omheen hat werk van de volksgeliefde auteur getrokken om de rein zeden van het vrome Vlaamse yolk voor besmetting to behoeden . Het heeft de goedaardige volksverteller wel diep ge- griefd dat kanunnik David (de schutspatroon van hat Davidsfonds, niet de stichter) hem met scherpe pen in het hart prikte literair en moreel.

5 David doceerde to Leuven naast vaderlandse geschie- denis ook Nederlandse letterkunde . Deze dogmatische classicist dweepte met Bilderdijk, maar hij kon helemaal geen begrip opbrengen voor de opkomende romantics, die voor de klassieke beheerstheid en het uitgebalanceer- de evenwicht in de kunst minachtend de schouders op- haalden en met bazuingeschal en wapperende vaandels hun wilde f antazie loslieten op een voor hen verstarde wereld. Zelfs Conscience, die in onze verpauperde letterkunde van die dagen toch een rijke belofte was, kende geen genade in Davids ogen . Hij vond het werk van de jonge auteur -- en helemaal ongelijk had hij niet -- stuntelig, onrijp, slordig van taal . Zijn kritiek was even genade- loos als een valbijl nooit of to nimmer is Conscience ook maar sets behoorlijks uit de pen gevloeid, oreerde de geleerde kanunnik. Voor het eigene, het geniale van de jonge schrijver bleek hij met toegankelijk . Bovendien verweet hij Conscience een rauwe realist to zijn, op de rand van het onzedelijke af. Bij een be- spreking van Conscience's « De Pelgrim in de woestyn ., had David het in zijn tijdschrift « De Middelaer over « de wellust die er to wild, to ontbloot wordt in voorge- steld ~ . Jaja ! En dat was niet zonder gevaar in die tijd van zonde-obsesie, die de liefde kiemvrij had ingeblikt volgens de recepten van een abstrakte en levensvreemde moraal-teologie. Een mening die, weliswaar afgezwakt, tot enkele jaren voor wereldoorlog U nog door sommige geestelijken

5 werd gedeeld . In bepaalde kolleges vond men de rowans van Conscience toen to opwindend voor de leerllngen. Gelukkig heeft de dome kanunnik er nooit weet van gehad dat Conscience op 10 maart 1 36, toen nog onder de wapens en fungerend als onderwijzer aan de regi- mentsschool to , aan zijn vriend De Laet een (bewaard) gebleven brief had toegestuurd, samen met zijn handschrift van een Franc toneelstuk • Satan converti ou plus d'Enfer p (hij schreef toen nog overwe- gend in het Franc), waarin de duivel sensueel lekker- bekt J'az fait i'amour a des nonettes Fraiches comme les fleurs des champs, Elles disaient Beau diable, faites, Mass ne nous faites pas d'enfants. Deze jongellngszonde werd op de planken gebracht op een vastenavond door zijn makkers van het 2de linie- regiment, in een herberg met als uithangbord A la Tavern du Pain Perdu zoals blijkt nit een aantekening van Conscience zelf op zijn handschrift . Het werd een levensgroot schandaal . Vanaf de kansel loeide de pastoor in heilige verontwaardiging tegen de verdorvenheid van het France stuk en bedreigde de auteur ermee dat Lucifer, de vorst der hellemachten, hem tot straf van zijn goddeloos bedrijf regelrecht naar de hel zou slepen . Conscience was allerminst een puriteinse kniesoor . In het dagblad • Den Antwerpenaer van 3 aug. 1 37 kruist hij de pen met een recensent, die aanstoot had

60 genomen aan bepaalde schilderijen met naaktvoorstel- lingen op de driejaarlijkse tentoonstelling Had de beer Moons, schrijft hij, met zyn ingekrom- pen kunstverstand, wat breeder gedachten over waer vernuft gehad, zou by ons van bet gezicht der brodderyen en van menig plat portrait verlost hebben, om een gunstige plaets aen de schoone beeldingen van Ph . van Bree en aen bet zwierig tafereeltje van den jongen Mynen to geven. -- Maer de beer Moons is bang van bet Grieksch ! Foei, met dat schoon naekt ! -- Ware bet dan nag verknoeid, maer zoo levend, zoo fyn en zoo natuer- lyk ! ho, de Godsdienst ! --- de zeden ! ho ! ho! . Wy zouden den beer Moons vragen of by in kerken en tempels bet zelf de gedacht over naekt behoudt ? dan zal by wellicht in een gansch jaer nog geen zuiveren paternoster kunnen bidden . Indien by dan toch van vleesch en beenderen gemaekt is zal Rubens, de groote meester, hem ook wel schriklyk naekt toonen . Hy ga maer eens, eenen vaderons voor de oprichting des kruis in de hoofdkerk lawn of zyn hair met to bergs ryzen zal ! Renier Snieders, zeif toch een verdienstelijk schrijver, maar morsel allergisch als een versuikerde kwezel, had al de boeken van Conscience tot een overdikke peper- koek aaneen laten lijmen, als een balk, om bet uitlenen van de populaire auteur in de Turnhoutse bibliotheek tegen to gaan en de ontlener op straat, bezwaard met die balk, als een onverlaat to kunnen signaleren. Daarentegen bleek bet nog steeds gelezen boek van pastoor V. Hut's De Bende van Baekelandt A geschikte

61 lektuur voor onze knapenschap, althans volgens een recensie in de Westvlaamse Biekorf van 1 1 « Daarenboven mag deze boek in hander gesteken worden van alle jongelingen, zonder het minste gevaar van er dweepzuchtige droomers van to maker of hunne goede zeden to verflauwen, ja zelfs to doer verliezen . En zoude men hetzelfde mogen zeggen over de boel en van Hendrik Conscience? Met de beste wil van de wereld kunnen wij ors Diet voorstellen dat bepaalde passussen uit Conscience's werk indertijd kanunnik David -- en velen met hem -- van pure ergernis in de keel zijn blijven steken . Hier twee proefjes van deze zedenbedervende literatuur. « Zachtjes wijkt de kuise Geertrui voor het vuur van haar minnaars hart, dat door haar kleed heen begirt to gloeien (Uit « Het Wonderjaar .). En uit « De Leeuw van Vlaanderen n dit suggestieve beeld, wellicht het meest gewaagde dat bij Conscience to vinden is « Bij wijlen bracht Jan Breydel zijn vlam- mend oog van de vijanden op de bijl, die in zijn sterke mannenvuist flikkerde en hij streelde het moordstaal met meer liefde dan of hij zich op de zachte boezem zij ner braid had verlustigd . De morele reaktie op het werk van onze meest popu- laire auteur is symptomatisch voor een onzalige tijd, die kwezelarij met vroomheid verwarde . Een paar voorbeel- den ter illustratie. « Het Belgisch Chronykje ~, dat gedrukte bekrompen- heid verkocht, slingerde zijn banbliksems over het hele tot dan toe verschenen oeuvre van Conscience, dat als

62 vergif op zijn al to talrijke lezers inwerkte. « Vergif w vergif , of bet den mensch op eenen keer of naer ver- scheyden dagen bet leven beneemt, hij is tech deed . Het letterkundig (!) maandblad, bet Nederduitsch Overzicht ~, meende de literatuur als een snort morale schurft to moeten bestrijden. Even luisteren naar dit stichtelijk proza M Alle zedenleraars verkiaren eenpariglijk dat bet le- zen der rowans gevaarlijk, verderfelijk is . De genees- heren zullen in dit gevoelen delen. (Men raadplege bier de geleerde docteur Descuret, in zijn voortreffelijke wer- ken La Medecine des Passions ~~ en Theorie morale du go1It ~). Teen in 1 51 een brandramp de Muntschouwburg to Brussel grotendeels verwoestte, zag bet blad daarin de toorn des Heren om al de ergernis, die daar jarenlang ongestraft op de planken was gekomen. In bet aprilnummer van 1 54 grog bet de brave Conscience striemend to lijf . In al zijn rowans, een paar uitgezonderd, heeft hij bet altijd maar over liefde, zinnelijke liefde, tot walgens toe . Het is overigens nog niet zo h l lang geleden dat, ter voorkoming van de maagdelijke blos - een teen fel verspreide aandoening - in de nonnekenspensionaten, ook wel in sommige kolleges, Conscience permanent in quarantaine werd gehouden, al heeft hij er zich dan ook op beroemd in zij n geschriften nooit een maagd to heb- ben doen blozen .

63

'th4?/i€/ feed l ~rf~r~~~te .(ilh

Lodewijk verdedigt de onschuld van zijn verloofde Geertruid tegen de snode Spanjaard Valdes . Een proefje van kiappe- rende romantiek . (Prent uit « Het Wonderjaar door Schippers)

Eerbetoon en harde kiappen

CONSCIENCE RIDDER EN PROFESSEUR AGREGE

Half juni 1 45 raakte in de Scheldestad bekend dat koning Leopold I het f elbegeerde ridderkruis van de Leopoldsorde had verleend aan Conscience, toen even- tjes over de 33 . De konsiderans van het koninklijk besluit, in die tijd (en nog heel lang daarna) uitsluitend in het Frans ge- steld, moet de Vlaamsgezinden van toen als muziek in de oren gekionken hebben Voulant donner une mar- que publique de notre satisfaction au sieur Conscience (Henri), dont plusieurs ouvrages viennent d'etre traduits en allemand et temoigner en meme temps de Nos sym- pathies pour la litterature flamande ... De jonge schrijver, toen griffier van de Antwerpse Kunstakademie, werd door leraars en leerlingen nit- bundig gehuldigd, want het verlenen van een ridderkruis voelde men in die tijd nog aan als een reele koninklijke guest.

65 In de zalen en in de tuin van de Kunstakademie kleur- den vlaggen en wimpels, terwijl gelegenheidsrijmelarij de lof van de gevierde verkondigde en de hele dag f eest- salvo's dreunden . Bij valavond brachten koormaatschap- pijen de gehuldigde voor zijn wooing, aan de Lange Beeldekensstraat, een laaiende serenade, waarna zij hem met daverende marsmuziek onder walmend toortslicht naar de Akademie begeleidden, waar de erewijn en de welsprekendheid overdadig vloeiden, afgewisseld met koorzangen in de a giorno verlichte tuin . Pas last in de nacht doofden de feestvuren. Conscience is al zo lang in het pantheon der literatuur bijgezet, dat wij ons nog moeilijk kunnen voorstellen dat ook hij vaak hard op zijn tanden heeft moeten bijten, toen hij als auteur en als mens harde klappen to ver- duren kreeg . Het begon al met zijn dekoratie . Naast levendige stukjes in de kranten, ook de Frans- talige, toch een paar dissonanten. Het Provinciaal Ant- werpsch Nieuwsblad had het over elektorale strategic en de Independance Belge D insinueerde dat de woor- den Voulant temoigner Nos sympathies pour la litt - rature flamande ', die minister Nothomb de koning in de mood had gelegd, gewoon bedoeld waren om de Vlamin- gen to lijmen met het oog op de aanstaande verkie- zingen. Het zou nog erger warden . Conscience hing, evenals toen vele katholieken, een door de Franse priester Lamennais katholiek gedoopt liberalisme aan. De klerus nu meende ooze ontluikende

66 letterkunde onder haar herderlijke bescherming to moeten nemen, vanzelfsprekend ad majorem Dei gloriam ~ . Zij spiegelde de veelbelo'vende auteur een ruime ver- spreiding van zijn werk voor, indien hij zijn a Wonder- jaar • en zijn Leeuw van Vlaanderen bier en daar wilde uitzuiveren . Zoals wij hierboven schreven, kapituleerde Conscience . De Geuzen werden gediskrediteerd, de katholieke Span- jaarden gerehabiliteerd . Ergernisgevende vloeken als a bij God ! werden uitgevlakt en waar de lief de to vurig oplaaide, werd ze met wijwater verdund . Het lie- derlijke Loze Vissertje mocht niet langer meer zoenen, alleen nog zedig groeten, enz ... Zijn liberaal georienteerde geestesgenoten hebben hem bet verraad' aan zijn werk en zijn principes striemend verweten. Niet geheel ten onrechte trouwens . Politieke onverdraagzaamheid vrat als een kanker de Antwerpse artistieke bent aan en aan bet eind van de jaren 1 40 stonden liberalen en klerikalen met getrok- ken messen tegenover elkaar . Het unionisme brokkelde steeds meer af. Zoals we hierboven schreven, verscheen to Antwerpen medio 1 47 een Vlaams liberaal hekeiblad « De Schrob- ber ., onder bet kernachtige motto Wie zelf luizen heeft mag een ander niet kammen ~. In de redaktie zat P.F. Van Kerckhoven, zelf een veelbelovend schrijver, maar groen van afgunst vanwege de populariteit van Conscience . « De Schrobber was gericht tegen bet enkele maanden tevoren uitgekomen klerikaal satirisch

67 weekblad « De Roskam opgesteld door K drij diepzin- nige Staatkundigen. En die waren Vleeschouwer, Jan de Laet en Conscience. Reeds in zijn eerste nummer ging « De Schrobber Conscience hardhandig to lijf « Eenieder weet, aldus het blad, op welke schandige wijze hij de eerste uitgaaf van « Het Wonderjaar veranderd heeft en met welke inzich- ten. Ook weet Conscience genoeg wat hij er mede ge- wonnen heeft de vriendschap van Van Hemelen, de superior van het Seminarie to Mechelen (die Conscience bewerkt had) en het kruis van Leopold. Conscience's ridderkruisen (hij had er intussen nog een paar buitenlandse bijgekregen) bleken een perma- nents bron van ergernis en afgunst voor zijn vijanden, die hem ongemotiveerd van korruptie bleven verdenken, getuige o. m. dit liedje ujt « De Roskam ~, met de ter- gende bedenking erbij dat het eigenlijk in « De SchrobM ber thuishoorde Draagt Henri een kruis o f drij, Waar ik niet kan aan geraken, Schoon ik hem zo zeer benij, Dat ik nachten tang most waken Hij's met kruisen schier verguld, Daaraan hee f t de Roskam schuld Most ik mij zo verdrieten, 't Is de schuld van de Jezuieten. Behalve in « De Schrobber ~, werden ook in andere publikaties van liberalen huize hatelijkheden tegen Conscience gedebiteerd . Hier volgt een proefje, met

6 name een portret uit een tegen hem gericht pamflet Hendrik was een jong mens, met zwart steenhaar, zwarte knevel, brume ogee, bleke opgezwollen kaken en een ijselijke spotternij was over gars zijn aangezicht verspreid. Een onzuiver vuur brandde in zijn borst en zijn lage ziel was zijn lichaam waardig ~ . Wij kunnen het hierbij laten. Maar Conscience, die als zestienjarige zijn carriere begonnen was als hulponderwijzer in bourgeois-scholen en vanwege rijkeluiskinderen grievende vernederingen had moeten doorstaan, zou een nog grotere eer to beurt vallen. Op 27 oktober 1 45 had Leopold I een besluit onder- tekend, waarbij Conscience (00k Ledeganck en de Laet) benoemd werden tot K professeurs agreges van de Gentse universiteit, sedert 1 30 met een pennetrek volledig verfranst. Kort daarop, november 1 45, legden Conscience en de Laet (Ledeganck was toen reeds ongeneeslijk ziek) tijdens de plechtige opening van het akademisch jaar in de aula van de universiteit de gebruikelijke eed of in de handen van de toenmalige minister van Binnen- landse Zaken, Sylvain Van de Weyer, die bij deze gelegenheid zijn officiele welsprekendheid in plechtige periodes over de getabberde geleerdheid en de ceremo- niele zwartgeroktheid liet golven. Vanzelfsprekend France golven. Be minister legde er de nadruk op dat de benoeming van Vlaamse letterkundigen tot professeur agrege aan de in Vlaanderen gelegen universiteit bewees, hoe-

6 zeer de regering de ontwikkeling van de Vlaamse letterkunde, een van de fundamentele komponenten van de Belgische nationaliteit, naar waarde schatte . In de aula klonk langdurig, maar akademisch beheerst applaus. Maar daarbuiten brak bij de Vlaamsgezinden een daverend alleluia los, want reeds zagen zij (toen al) het beloofde land vbor zich open liggen ! De ministeriele woorden werden to Antwerpen met vergulde letters in een snort oorkonde voor de geschiedenis vastgelegd en alle letterkundige maatschappijen kregen de blijde boodschap toegezonden . In hun politieke ongeschoold. heid zagen zij het morgenrood van , de Vlaamse opstan- ding reeds kleuren aan de kim, om het eens to zeggen met een stijlbloempje naar hun hart . Aan Conscience's benoeming tot professeur agrege was echter geen leeropdracht hoegenaamd verbonden . Zij was puur honoris causa bedoeld . Dat was eveneens het geval met de vleiende opdracht, waarmee hij twee jaar later werd verguld, die van leraar Nederlands van de hertog van Brabant en van de graaf van Vlaanderen . Nooit of to nimmer heeft hij aan zijn koninklijke leer- lingen ook maar een les kunnen kwijtraken, aangezien hij ze nooit to zieu heeft gekregen . Minister Rogier had er zich tegen verzet ! Het officiele Belgie en niet het minst het episkopale Belgie legden het er op aan door aanmoedigende schouderklopjes en het verlenen van veelsoortige gun- sten (een lokomotief werd zelfs met de naam d . F. Willems gedoopt) de Vlaamsgezinden buiten het poli- tieke vaarwater to houden .

70 En dat was nauwelijks een probleem, aangezien de leidende figuren van de Vlaamse beweging meestal letterkundigen of filologen waren, die onrealistisch geen hell zagen in de politick en zichzelf en burs yolk als bet ware systematisch isoleerden in een soon literair- folkloristisch reservaat, begrensd door wat we een sani- tair cordon zouden when noemen, dat hen moest be- veiligen tegen verderf elijke vreemde invloeden, vooral die uit bet zedenbedervende Frankrijk en bet protestant- se Holland. Intussen leverden de Vlaamsgezinden geen gevaar op voor de taal- en andere privileges van een verfranste en verfransende bourgeoisie die alle macht, prestige en lukratieve baantjes monopoliseerde . De beginperiode van de Vlaamse beweging sloot dan ook of met een deficitair saldo . De rampzalige omwente- ling van 1 30 had de Vlamingen alles uit de handers geslagen. En nog steeds bleven deze handers even ledig, al prijkte op menige Vlaamse borst een dekoratie. Gunsten meer dan genoeg . Rechten ? Een nul in kwa- draat.

71

Conscience dichter van karamelleverzen

In 1 17 kocht de stedelijke hoofdbibliotheek van Antwerpen op een openbare veiling een handschrift van Conscience . Het berust thans in het Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven . Op een drietal vellen heeft Conscience eigenhandig een aantal heuse karamelleverzen genoteerd van hem- zelf, van enkele bekende en van onbekend gebleven tijdgenoten. Het stuk is zo goed als niet bekend. Hoe dit kurieus dokument ontstond, willen wij bier memo- reren, omdat bet ons een kijkje gunt achter de schermen van bet literaire levee in een periode van felle gisting . Op 4 december 1 47, na een woelige zitting, werd bet katolieke driemanschap Conscience, Jan de Laet en Lodewijk Vleeschouwer uit • De Olijftak gesloten, de rederijkerskamer die in bet artistiek-literaire levee van Antwerpen de toon aangaf . Dit was bet werk van de vrijzinnig georienteerde P.F. van Kerckhoven, zelf een verdienstelijk schrijver, die echter wegteerde van af-

73 guest om Conscience's groeiend succes, dat het zijne ongewild in de schaduw drong. Met ziekelijke hardnek- kigheid probeerde hij de populaire auteur van de baan to knikkeren. Zonder resultant evenwel, al liet hij geen gelegenheid voorbijgaan om op Conscience's reputatie als schrijver en als mens verbeten in to hakken . Bovendien hadden politiek en ressentiment een wig gedreven in de Antwerpse artistieke bent. Twee kampen stonden tegenover elkaar. Op initiatief van Vleeschouwer, die zowat achter de schermen als hoofd- redakteur fungeerde, verscheen op 17 januari 1 47 het eerste nummer van « De Roskam een klerikaal satirisch weekblad . Met verbluf f ende virtuositeit moist Vleeschouwer dit instrument to hanteren . Wekelijks ging hij het liberale franskiljonse stadsbestuur to lijf en verzuimde daarbij nooit van Kerckhoven hardhandig toe to takelen. Deze laatste ging er in juni van hetzelfde jaar net « De Schrobber op los, een weekblad dat als tegen- hanger van « De Roskam « bedoeld was. AI moat kleri- kaal was en vooral de groep die Conscience, Vleeschou- wer en Jan de Laet aanhing, werd door « De Schrobber nijdig afgestriemd . Het kwam van beide zijden tot een onwaardig gekaats met persoonlijkheden, even benepen als in een dorpskonflikt tussen twee konkurrerende brouwers. De getormenteerde van Kerckhoven, die secretaris was van « De Olijftak a en daar over veel invloed be- schikte, begon een gemeen gestook om de drie Ros- kammers Conscience, Vleeschouwer en Jan de Laet de

74 rederijkerskamer uit to werken . En hij haalde zijn slag thuis. Als voornaamste reden deed hij gelden dat ver- schillende leden ontslag hadden genomen, omdat zij geen Jkontakt meer wensten met de redakteurs van De Roskam dat zij als een schandaalblad kenmerkten . Dadelijk na hun verbanning uit De Olijftak s, in 1 47 dus, stichtten Conscience, Vleeschouwer en Jan de Laet een nieuwe vereniging, Voor Tadl en Kunst eigenlijk een reeds bestaand zanggenootschap, dat tot een Letter- en Toonkundige Maatschappij D werd ver- ruimd. Zij startte met elf leden in de herberg K De Granaetappel aan de Borzestraat nr . 11. Al wie het met Conscience Meld, trad toe . Het ledental groeide verbazend snel aan. Haar avondfeesten, die in de Make- laarskamer in de Handelsbeurs plaatsvonden, kenden steeds succes . Een jaar na de stichting telde de nieuwe vereniging reeds 00 leden en er diende naar een ruimer lokaal to worden uitgezien. In 1 50 werd een benedenhuis ge- huurd aan de Kaasstraat, vlak tegenover de Zilversmid- straat. Bij de verbreding van de Scheldekaaien, in de tachtigerjaren van vorige eeuw, werd het gesloopt. Reeds twee jaar later was men alweer to eng behuisd en op oudejaarsavond 1 51 trok men feestelijk naar het nieuwe lokaal, het vroegere hotel Weber, aan de Meir, tegenover de Otto Veniusstraat, waar van 1 33 tot 1 37 de orangistisch-gezinde Club de la Loyaute haar zetel had . Een memorabele gebeurtenis . Een optocht van 700 leden, omkaderd door tweehonderd walmende toortsen

75 en bejubeld door schetterende fanfares en klapperende vaandels, trok een lichtende stinger door de stad . De nieuwe iokalen werden plechtig in gebruik genomen door laaiende toespraken van Conscience, Gerrits, Jan van Beers, Jan en Lambert van Rijswijck, Hansen, Heuts en De Coster . Voor de gelegenheid waren de tuinen a giorno verlicht. Men had de zaken flunk aangepakt . Beneden een rui- me feestzaal, een biljartzaal, een leeskabinet en een drankgelegenheid. Op de verdieping een reeks kleinere vertrekken voor repetities, bestuursvergaderingen, be- perkte bijeenkomsten, biblioteek en zo meer. Kort daarop schreef men het duizendste lid in . De jaarlijkse contributie bedroeg twaalf frank, een hoog bedrag voor de tijd . « Voor Tadl en Kunst « groepeerde in hoofdzaak « Vlaams-katholieke burgerij en wilt het Vlaams kultuurleven in de Scheldestad een impels to geven, die zo krachtig bleek dat de franskiljonse bour- geoisie het nodig vond een konkurrerend organisms in het leven to roepen, met name de « Cercle Artistique, Litteraire et Scientifique ~, die nog steeds bestaat, dan wanneer reeds in 1 56, amper negen jaar na haar ont- staan, « Veer Tael en Kunst' door verdeeldheid in de grond werd geboord . Reeds in 1 52, het jaar van haar hoogste bloei, zijn de eerste symptomen van haar verval waar to nemen . In de schoot van de vereniging was men zich hoe langer hoe meer gaan inlaten met de politieke controversen van de dag, wat onafwendbaar op twist en tweedracht onder de leden moest uitlopen .

76 Het Vlaemsch Gezelschap

Lodewijk Gerrits die de hooding van Voor Tael en Kunst a bij een verkiezingskampagne niet naar zijn zin vond, nam met klank ontslag en sleepte heel wat leden mee, vanzelfsprekend om dadelijk weer een andere ver- eniging op to richten Conscience, die zijn bekomst had van het politiek gekonkel, verscheen nog zelden op de vergaderingen en bleef tenslotte helemaal weg. Het hoof ddoel van de Vereniging, namelijk de leiding van het artistiek- literaire leven to Antwerpen, werd geheel op de achter- grond gedrongen ten voordele van politieke bedrijvig- heid. Dat was haar ondergang. Positief heeft Voor Tael en Kunst a veel bijgedragen om de Antwerpse burgerij Vlaams bewustzijn bij to brengen. Niettemin werden er Vlamingen gevonden die uit leedvermaak een H miserere-lied a aanhieven, dat zij in de vorm van een doodsbericht verspreidden en dat een allegaartje was van faster en eerloosheden aan het adres van Conscience en van andere prominenten nit de gewezen Vereniging. Conscience is in de Vereniging zeer aktief opgetreden . Hij was er de meest gegeerde spreker . Voor de zang- afdeling vertaalde hij romances en schreef verschillende solo- en koorzangen, waaronder Vaarwel aan de Schelde a, Godfried van Bouillon a, Jan Breydel a, K Artevelde a, K Gebed voor het Koninklijk Huis a, De Hoop van Belgie De fuels zijn typerend voor de geest van de societeit en voor de tijd waarin zij ontstonden . Op 4 november 1 52 werd R Voor Tael en Kunst

77 vereerd met een bezoek van de kon' 'jke famllie Conscience Meld de feestrede . De Vereniging gaf ook een tijdschrift uit, « Het Tael- verbond ~, dat voor die tijd een behoorlijk peil wilt to bereiken. Buiten de letterkundige vergaderingen en wetenschappelijke lezingen, werden de laden elke donderdagavond op een concert vergast . Periodiek op de kermisdagen, vastenavond, nieuwjaar, werden bats ingericht die de Vlaamsvoelende burgerij naar de dans- vloer lokten. Het was toen het gebruik zijn danseres een ruikertje aan to bieden of een zakje karamellen, die op kraampjes to troop lagen . Elke karamel was in een gelegenheidsversje ingevouwen. Voor een van daze bats dat een Landdag besloot nadere gegevens konden wij tot nog toe niet achter- halen -- werden de letterkundigen van de Vereniging aan hat rij melee genet. Die karamellepoezie is ons bewaard gebleven in handschrift van Conscience . Van de 37 opgetekende rijmpjes, waarvan enkele uit reeds verschenen dichtbundels werden opgevist, komen er enkel 16 voor met de naam van hue auteur twee van Conscience, vier van Theodoor van Rijswijck, drie van Ledeganck, een van Jan Frans willems, een van Jan van Beers, twee van F . Rens, twee van A. d'Huygelaere en een van M. d'Huygelaere. Zijn de overige wellicht van Conscience en verkoos hij het anonymaat, omdat hij ze to banaal vond of om- dat ze een amoureuze toespeling inhielden, wat in die onzalige tijd onfatsoenlijk in de oren klonk ? Of werden ze ontleend aan werden zonder medeweten van de

7 auteur ? Of kwamen ze van leden van de Vereniging, niet-letterkundigen, en dus zonder bekendheid ? Het zou een tijdrovend en wellicht vruchteloos gesnuffel wor- den om er achter to komen . Wij publiceren ze in hun geheel, in de volgorde waar- in Conscience ze optekende. Wet hebben wij ze gemaks- halve genummerd. Enkel twee akkoorden worden aan- geslagen de Vlaamse f ierheid en de galanterie . Naar- gelang het thema paukengedreun of zoeterig gevedel, volgens het beproefde recept van een gehypertrofieerde romantiek . 1 - Hoe kan de Moedertael bekorein, Wat zyn haer klanken wonderschoon, Wanneer men Karen zoeten toon Uit lieven vrouwenmond mag horen . H. Conscience

2 - 7 is heden f eest in Tael en Kunst, Den roem des Vaderlands ten guest .

3 - Ik bee gemaekt ter eer van Vlaendrens grond, Ik stort myn zoet in maegdelyken mond .

4 - Spreek vreemde tael voor uw belangen, Uw eigen om haer eigen schoon.

5 - Men zal in later eeuw vertellen Hoe d' eerste Vlaemsche karamellen Verschenen, 't schoon geslacht ten guest, Op 't plegtig feest van Tael en Kunst.

7 6 - Lieve, die my, minzaem lachend, Brengt in uwen schooners mond, Mogt myn zoet u doers beminnen Moedertael en Vadergrond . 7 - Wien vloeit nog 't onverbasterd bloed De zwellende aedren rond ? Hij kome en stem' in ons gezang . Wy zingers, vry van vreemden dwang, Op vaderlandschen grond . Th. Van Rijswijck - V erheft het hart, verheft de stem ! Het klinke uit ieders mond ! Wat lot ons dreig', wat teed ons naek', Wij spreken onze moederspraek Op vaderlandschen grond ! Th. Van Rijswijck - Dreunt luid, der Vaedren tael ter eer Klinkt, zangen, klinkt in 't rond ! Van hier met vreemden pronk en prael ! Wij zingers, in der vaedren tael, Op vaderlandschen grond ! Th. Van Rijswijck 10 - Staeft, stae ft met hart en ziel en zin, Ons heilig kunstverbond En haest herryst in glans en pracht De tael van 't edel voorgeslacht, W eer op der vaedren grond . Th. Van Rijswijck

0 11 - Van Rijswijck deed, in onverslae fde toonen, Der Vaedren lof weergalmen kings dit strand, En stortte in 't hart van V kaendrens zonen En lie fde tot hun tael en lie fde tot hun land . 12 - De Tael van Maerlant, Artevelden, Van Breydel, Rubens en Van Eyck, Van alle vaderkandsche hekden, Was V laendrens tael, zo schoon en ryk ! H. Conscience 13 - Juf fer, schenk my uw guest, 'K bee gemaekt voor Tael en Kunst . 14 - 0, Karamel, gy zyt al wonder zoet . Maer niet zoo zoet als 't oog van min beminde . Ach, jolig zoet, 'k bent'' dat g'u bevinde Op zulken mond die my verdwalen doet . 15 - Omdat ik werd geboren Op- 't feest van Tael en Kunst, Daerom ook zal ik blyven Voortaen in ieders guest. 16 - Eigen tael is 't dierbaerst panel Van ons vrye vaderland . Hy die deze wit vergeet, Is verbasterd eer by 't weet . 17 - Myn smaek is verleidend, dit hoef t geen betoog. Weet gy jets zoo zoet, zeg het toch Zoo zoet is my Lenora's oog, Zoo zoet en zoeter nog.

1 1 - Oewis, men zat, alleen door Karamellen, De moedertael niet in haer eer herstellen ! Maer smaedt toch niet die huip, al is zy kieen, De trage drug holt ook den steep .

1 - Ik eer en acht u, vrome broedren, In wie een hart voor Vlaendren brandt Wier tael in 't diepste der gemoedren Dringt tot den lof van 't vaderland. M. d'Huigelaere

20 Zal 't onverbasterd bloed, 't bloed der vereeuwigde Artevelden En van zoovele burgerhelden, Ontaerden op het sein van vreemd en overmoed ? F. Hens 21 Nooit smeedt de vreemdling ons een band ! Wy zulten trotsch gezwets verachten In Vlaendrens tael 's yolks hell bet rachten En d'onaf hankli kheid van 't oude vaderland. E. Reps

22 - Hy die zijn eigen tael met voeten blij f t vertrappen, Om vreemden zwier en spraek en aenleg na to f stappen Die vaderlandschen roem aan vreemden opsmuk [art, Hy is den naem van Beig, den vlaemschen poem f on .d ! A. d'Huygelaere

2

23 - G zaelgend heilgevoel van vadertandsche waerde, U runt geen vrye ziel voor at het goud der aerde. A . d'Huygeiaere

24 - Vie hee ft het harte der vrouw ooit gepeiid ? Vie kan er zeggen ik weet hoeveei schatten, 'k Weet hoeveei paerlen van tie fde en trouw, En hoeveei bloemen zijn diepte bevatten ? Jan Van Beers

25 - Geen ryker kroon Dan eigen schoon. De Roos behoeft geen glans van blinkende rob ynen, De malsche wei geen roozengaard, De blanke zwaen geen pauwenstaert K. Ledeganck

26 Herinner u, ten trots van vreemden spot en [snoodheid, Dat geen geschiedenis hebt, die gkmst van eigen [grootheid, En dat uw gouden spraek reeds dan een Maerlant [vond Toen aen den board der Seine een nieuwe spraek [ ontstond ! K. Ledeganck

3 27 - Blyf trouw aen uw verleden, Bly f steeds uw' vlaemschen oorsprong waerd, Wees vlaemseh van hart en vlaemsch van aerd, Wees vlaemsch in uwe spraek en vlaemsch in uwe E zeden . K. Ledeganck

2 - Zoek gears heft in Zuid of Westen, By den vreemde is heir noeh ear . Wilt g'uw volksgeluk bevesten Keer dan tot uw zelven wear. J. F. Willerns

2 - Amerika heeft my myn zoet gegeven, Aen Sehelde's boord ward ik zoo opgesmukt . 1k zal vergaen in 't mondje van de schoone, Die u bemint en uwe ziel verrukt .

30 - Vlaemsche maegden, lievelingen, Trouw aen 't roemryk vaderland, Voor Tael en Kunst biedt u dit suiker Met ears broederlyke hand.

31 - 'K bars zoo zoet, dat 'k wel een lachje Kan doers komen op den mond Van 't tiefste V laemsehe meisje. Jongman, gauw, en deal my rond !

4 32 - Van buiten schoon en zoet van binnen, Als deze karamel, Zoo zyn de lieve Vlaemsche mezs jes, Men weet het wel.

33 - Van 't kleinste zaed ziet men ook boomer groeyen, Zoo zal het ook der V laemsche zaek wel gaen Men ziet ze reeds a1s malsche linde bloeyen Eens zal zy, reuzeneik, voor storm en onweCr staen!

34 - Waerom dit juichen en dit jublen ? Wordt hier gevierd een vorstengunst ? 0, neen, 't is heden Vlaemsche Lan+cidag By de banier van Tael en Kunst !

35 - Wie my smaekt zal haest gevoelen, Welke krachten ik besluit, Vlaemsche geest zal hem bezielen Allen dwaetzin jaeg ik uit .

36 - Haet gy de schand ? Bemint g'uw land? Schenk dan uw gunst Aen Tael en Kunst.

37 - Lang leev' de Vlaemsche broederband, Door Tael en Kunst gesmeed ! Volgt alle voor het Vaderland, Het pad dat zy betreedt .

5 Wij moeten thans om dit karamellegerijmel gllm- lachen als bij het bekijken van door de tijd weggebleekte foto's in een oud familie-album . Toch is het een leuke momentopname uit het leven van Vlaamse figuren, die weliswaar sedert lang in encyclopedieen zijn bijgezet, maar die wij toch waarderen om wat zij ons als blijven- de waarden hebben nagelaten .

6 Conscience bemodderd in verkiezingscampagne

GELDWOLF, SLIPPENDRAGER, DRONKAARD, HARTELOOS VOOR VROUW EN KINDEREN . ..

In 1 51 Meld de verfranste liberate geldaristokratie bet Antwerpse stadsbestuur stevig in haar greep . Hoog- hartig bleef zij iedere kandidaat afwijzen, waarvan zij meende dat hij haar niveau niet haalde . Daarmee be- doelde zij de Vlaamsgezinde, demokratisch georienteerde elementen, waarvan er drie in de raad zetelden en die zij handig wist to weren bij de samenstelling van de officiele liberate kandidatenlijst . Een kort geleden gestichte vrijzinnige Vlaamse ver- eniging De Eikenkroon H verzocht de liberate partij deze kandidatenlij st to willen herzien. Er kwam evenwel niets van . Toen richtte het bestuur van a De Eikenkroon een oproep tot de Vlaamse verenigingen van alle schakerin- gen om gezamenlijk to ijveren voor Conscience, die als

7 kandidaat door de vijfde wijk was voorgedragen . De vijfde wijk omvatte het Antwerpen buiten de wallen en vormde een apart kiesdistrikt . Conscience woonde trou- wens in deze wijk, namelijk aan de Lange Beeldekens- straat. Enkele weken tevoren had de katoliek georienteerde maatschappij « Voor Tadl en Kunst «, vermoedelijk wet met elektorale bedoelingen, tot tweemaal toe Conscience gehuldigd op 1 augustus met een optocht van 26 ver- enigingen, een plechtige zitting en een nachtf eest . Op 4 oktober, naar aanleiding van zijn benoeming tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, met een serenade voor zijn woning, gevolgd door een fakkel- optocht, met een over het hele parkoers geestdriftig toegejuichte Conscience, de schittering van de Neder- landse onderscheiding op de borst . In de memorabele meeting van 23 oktober in het hotel Rubens (thans Grand Bazar) aan het Groenplein, besloten tiers Vlaamse verenigingen op de twaalf, die aan de oproep van « De Eikenkroon gevolg hadden gegeven, voor de nog niet toegewezen plaatsen die betr¢uwbare Vlamingen voor to dragen Conscience, rechter E . De Ram en de koopman Lysen. Nadat de voorzitter had verklaard dat noch onder een liberate noch onder een katolieke, dock uitsluitend onder een Vlaamse banier zou worden gestreden, verzocht hij de kandidaten in het openbaar de verbintenis aan to gaan bij de uitoefening van hun mandaat steeds Vlaams-, yolks- en burgergezind to zullen optreden . Conscience las dan een verklaring voor, waarin hij plechtig verzekerde de rechten en belangen van de burgerij, vooral dan die van de vijfde wijk, to zullen behartigen en « onze moedertaal als enig middel tot eigen volksbeschaving to doen eren, ze in hare ontwik- keling to doen ondersteunen en ze desnoods met cooed to verdedigen ~ . waarna hij, door een knetterende improvisatie de brand in de zaal joeg . Op 26 oktober galmt voor de eerste maal een krach- tige Vlaamse bazuinstoot in de politieke arena . « Het Handelsblad publiceert het manifest van de « Ver- bonden Vlaemsche Maetschappijen ". « Onze lijst, beweren zij, « is 'de Vlaemsche uitdrukking van 0.000 Vlamingen van Antwerpen ~ . Onze tegenstrevers vrezen Conscience, deze gezaghebbende man met een gezag- hebbend woord. Kies dus Conscience ! In die tijd warm katolieken en liberalen nog tang niet in strak partijverband ingemuurd . Velen hingen nag het unionisme aan, het zogenaamde monsterverbond van katolieken en liberalen, dat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1 30 uit elkaar had gescheurd en de beginjaren van onze precaire onafhankelijkheid had gekonsolideerd. Er warm liberate katolieken en katolieke liberalen, met daarnaast steenharde ortodoxen en vrijzinnigen, al dan niet gegroepeerd in een erg los partijverband. Samenvattend zouden wij kunnen zeggen, dat bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1 51 to Antwerpen tus- sen de liberate Vlaamse kringen en de Vlaamse katolie- ken een soon efemere Vlaamse eenheidspartij was tot stand gekomen. Zij zou het opnemen voor de misprezen moedertaal en de ontvoogding van de kleine man, die politiek on- mondig werd gehouden door een stelsel, dat enkel kies- recht verleende aan wie een minimum belasting (cijns) kon opbrengen, wat vanzelfsprekend meebracht dat de brede sociale onderlaag werd uitgesloten ten voordele van een gepriviligieerde, egoIstische minderheid, met name de gegoede katolieke en liberale bourgeoisie . De ergste vijanden van de Vlamingen bleken ook bier, zoals steeds, de Vlamingen zelf to zijn . Vanwege hnn verdeeldheid. Overtuigde Vlamingen zoals de letterkun- digen Verspreeuwen en Van Kerckhoven ijverden voor de konservatieve, Vlaamsvijandige liberalen die zij, tegen alle realiteit in, Vlaamse sympathieen meenden to mogen toedichten. In de rangorde der waarden stand voor beiden en voor bun volgelingen de vrijzinnigheid boven de Vlaamse strijd, waarop de klerus een steeds sterkere greep kreeg . Gold voor de 16e eeuw de gelijk- stelling Rooms is Spaans, thans luidde ze Rooms is Vlaams. Vooral de kandidatuur van Conscience ergerde de liberalen. In bun ogen had hij, die toch bet liberaal katolicisme van Lamennais aanhing, zijn principes ver- raden door indertijd zijn liberaal-georienteerd gwonder- jaarD op klerikaal advies to verkwezelen tot versuikerde kongregatielektuur, wat de verkoop van bet boek een ruime verspreiding zou verzekeren en hem een belang- rijk financieel voordeel zou opleveren . Nu mag daarbij niet uit bet oog worden verloren, dat of om Conscience's overrompelend literair sukses de motieven

0 van sommige zijner vijanden, ook letterkundigen, on- zuiver kleurde. Aan deze kant van de barrikade leverden niet alleen de uitgesproken liberalen Jan Van Rijswijck, Lodewijk Gerrits en Eugeen Zetternam slag ten voordele van Conscience, maar ook en vooral de zesentwintigjarige agressieve hoof dredakteur van het toen eerder l1beraal- gerichte K Handelsblad ~, de schrijver August Snieders, ofschoon hij geen vriend was van de populaire auteur en het ook nooit warden zou. Nu echter Conscience voorgedragen werd door een Vlaamse eenheidspartij -- en dit voor de eerste maal in de geschiedenis van de Vlaamse beweging -- scherpte deze journalistieke vechtjas extra zijn pen to zijner verdediging en liep menig nummer van Het Handels- blad klapperend van strijdlust van de persen . K De grote man waarop de tegenpartij het gemunt heeft, A aldus Snieders, K is Conscience. waarom ? Om- dat zij bang voor hem is als redenaar, als man van de burgerklas, als Vlaming. Een man, die door gaps Europa bewonderd wordt, door vier koningen gedeco- reerd. De mannen der kliek en hunne kleine .ondekensb bassen vruchteloos tegen zulk eenen naam, tegen zulke verdiensten ~ . Niet alleen wapperden de politieke vendelzwaaiers hun elektorale slogans over de kiezers nit. Om de kan- didatuur van Conscience in de grond to boren, werd een walgelijke verkiezingskampagne georkestreerd . In artikels, spotliederen en schimpschriften -- steeds naamloos -- werd hij op hatelijke wijze belasterd en

1 bemodderd hij is een gewetenloos man, een geldwolf, een kameleon, een slippendrager, een hengelaar naar ridderkruisen, een onverbeterlijke dxonkaard . Men ver- wijt hem in een baldadige roes zijn moeder van de trappen to hebben geworpen, zijn vader naar het levee to hebben gestaan, geen hart to hebben voor vrouw en kinderen en tal van andere fraaiigheden meer . Geen draad van zijn reputatie bleef heel Er verschenen spot- prenten, zo walgeijk, dat de politic ze van de muren moest halen. Max Rooses herinnerde zich in zijn jcugd een spotprent to hebben gezien, waarop Conscience, op een podium, met een fles in de hand, bedronken de profetische woorden uitstotterde R Gij zult uw Vaderland beminnen en zijn Tadl en zijnen RHUM ! (in plaats van het eensluidende Roem).

Hier een proefje uit een naamloos schimplied, getiteld K Inlichting aan de Kiezers der vijfde wijk over Hendrik Conscience. Stemme van Peer la, la...

Daer is ne jonge van den Dijk Van iedereen bekend Hij woont nu in de vijf de vrijk Ne kerel van talent. Hij schreef van over dag en jaer, Zijn eerste werk het Wanderjaer . 'T is waer, zei peerla, la.

2 Daerin sprak hij van dwingelandij, Van 't vroeger spaensche ras Hoe wreed dat hier de paperij T' en dien tijde was . Ook had zijn pen het yolk ontroert, Het stuk werd op 't toneel gevoert 't Was wed, zei peerla, La.

Het Bisdom was ervan ontstedd, Maer voor een kleine sour Voor jets o f wat een handsvol geld, Kocht men de kerel om . Hij maekte dan een tweede werk En gaf getijk aan paep en kerk . 't Is sterk, zei peerla, La, La.

Den Spanjaerd was zoo wreed niet meer De Tikkers tolerant Het was tot Godes Lo f en eer, Dat 't yolk hier werd verbrand ! enz. enz...

In de volgende strofen werden nag andere fraaiig- heden gedebiteerd op de rug van Conscience om loch maar de kiezer ervan to overtuigen dat hij zijn stem niet mocht uitbrengen op

Een avocaet van slegt pratijk Een dubbel Jesuit, enz...

Midden in deze hoogopspattende modderkampagne trof Conscience een nog hardere slag hij verloor zijn

3 vijfjarig, enig dochtertje Machteld (aldus gedoopt naar de edele jonkvrouw uit zijn a Leeuw van Vlaanderen) . Geestdriftig verdedigde het Journal d'Anvers • de kandidatuur van Conscience . De kiezers, aldus de kraut, zijn gelukkig Europa to kunnen tonen dat Antwerpen niet ondankbaar is envers le plus celebre de ses enfants . Hierbij valt to noteren dat toen (en nog heel lang daarna) onder de Franssprekenden heel wat Vlaamsvoelenden to vinden waren. Jan de Laet, de vuurvaste vriend van Conscience, en even Vlaamsgezind als hij, was trouwens als hoofdredakteur aan het dagblad verbonden. De Precurseur daarentegen trad in het krijt voor de stadhuis-liberalen. Die zogezegde zuiver Vlaamse par- tij met Conscience als voornaamste kandidaat, aldus de kraut, voert een vlag die uitsluitend een katolieke lading dekt. En men moet zich maar niet in de doeken laten doen. Haar dwarsdoor Vlaams-zijn is alleen maar grof boerenbedrog. Sommigen van haar kandidaten spreken slechts zelden Vlaams en enkelen onder hen verstaan het niet eens . Wat zeker joist zal geweest zijn, maar in de lijn lag van de evolutie. Verder waarschuwde zij de kiezers zij was het er volkomen mee eens dat Con- science wei goede rowans kon schrijven, maar men moest toch vooral bedenken dat hij helemaal geen benul had van administratie, een giftige insinuatie op zijn inderdaad aanvechtbaar administratief beleid als grif f ier van de Antwerpse Kunstakademie . Dat veer de eerste maal na 1 30 de Vlamingen in gesloten gelederen krachtdadig de strijd aangingen, gal

4 een politieke aardschok, did ver bmten Antwerpen gere- gistreerd werd, getuige de Parijse « Revue des deux Mondes «, die er een kroniek aan wijdde, waarin zij bet had over r Conscience, le patron de la reaction flamande, le conteur f avori, qui a entrepris la tache difficile de faire du flamand une langue litteraire . .

De kiesverrichtingen liepen over drie dagen . De laatste dag, zijnde de 3de oktober, kwam de vijfde wijk aan de heart het elektoraal duel tussen de op de handen gedragen Conscience en de volslagen onbekende liberaal Van Honsem . Stel u even voor in die tijd moest men drie dagen na elkaar naar de stembus ! En wat begrijpe- lijk was, zoiets kon alleen de gegoede, grotendeels Vlaamsvijandige bourgeoisie zich permitteren, niet ech- ter de kleinburgerij, die meestal Vlaamsgezind was . En dat zal wel de voornaamste reden geweest zijn waarom, hoewel « Le Journal d'Anvers ~, de dag tevoren met een onvoorzichtig optimisme geprof eteerd had dat « Conscience, ce noble enfant d'Anvers, sortira triom- phant et rayonnant de 1'urne ~, hij reeds bij de eerste stemronde over de elektorale ring geslagen werd met 13 stemmen tegen 1503 voor Van Honsem . +been overwinning, ook geen smadelijke nederlaag, wees de balans uit . Positief was het f eit dat het inderdaad mogelijk gebleken was Vlaamse krachten politiek to bundelen en dat opende een beloftevol perspektief . Een dental jaren later ontstond dan ook de zoge- naamde Antwerpse Meetingpartij, een koalitie van pro-

5 gressieve liberalen en dito katolieken, die uiteindelijk de doktrinaire, konservatieve stadhuis-liberalen van hun zetels wisten to dringen . Met een laaiende fakkeloptocht en vlammende toe spraken in een stampvolle zaal wend onrealistisch de elektorale mislukking als een overwinning begroet en de niet verkozen Conscience daverend gehuldigd. Begin november richtte hij in de beide landstalen een open brief aan de Antwerpse kiezers . Daarin weerlegde hij de laster, waarmee men gepoogd had zijn reputatie aan flarden to scheuren om hem politick het nekschot to geven. Daarbij was een kopie afgedrukt van een door hem (in het Erans) geschreven brief aan de prokureur des konings, waarin hij om een gerechtelijk onderzoek verzocht in verband met de beschuldiging (een van de vele) als zou hij openlijk tot wapengeweld hebben opge- hitst, indien de verkiezingen in het nadeel van de door hem voorgestane politick zouden uitvallen . Zeus na zijn politieke nederlaag bleven zijn vijanden hem woest aanblaffen. Karel Nijs, die met Van Kerck- hoven onverzoenlijk tegenover Conscience stood, achtte het nog nodig, schuilgaande achter nietszeggende begin letters, een schotschrift to publiceren, waarvan de hate- lijkheden al in de titel doorklinken Eene episode der geschiedenis van Hendrik Draeyer, Alias Kruisduit, doorgevallen kandidaet van den gemeen- teraed, disponibelen kandidaet voor de Kamer, sprekend lid van Tadl en Kunst, ridden van den pruisischen Uil, van den beyerschen Roetanne, enz. hoof d der vlaemsche verkwezeling, door N .K.Z .p. (Antwerpen - Clinkers, z.j.) .

6 De molder was Conscience tot aan de lippen gestegen en hij Meld het to Antwerpen niet larger meer uit. Zoals telkens als hij in de put zat, vluchtte hij de Kempen in om zuivere lucht en genezing to vinden voor zijn ge- wonde ziel. Voor de auteur zelf en zeker voor zijn yolk is bet een geluk geweest, dat hij reeds bij de eerste poging om naar een politiek mandaat to grijpen, al direkt van de baan werd geknikkerd . Meteen gal hij er zich rekenschap van Bat zijn Broom om een eenheidspartij op Vlaamse grondslag tot stand to brengen, nooit werkelijkheid zou worden. Aan deze onzalige verkiezingsstrijd zal Conscience wellicht teruggedacht hebben toen hij, reeds door de dood getekend, in de gesprekken met zijn biechtvader, woorden sprak waarachter oud iced was blijven nasmeu- len K Pere, l'intol~rance politique est la plaie de cc siecle

7

Alexandre Dumas pagieerdelschaamteloos Conscience

Na de staatsgreep van 2 dec . 1 51, die Napoleon III aan de macht bracht, zochten ruim 00 kopstukken van de republikeinse oppositie veiligheid in ons land, waar- onder Victor Hugo, Michelet, Arago, Deschanel, Emile de Girardin. Dumas kwam hen, achterna, ofschoon hij politieel niet direkt bedreigd was . Maar.. . hij stikte in de schulden en in een vreemd land zoo hij vrijer kunnen ademen . Hij huurde aan de Waterloosche Steenweg 73 twee belendende panders, die hij liet verbouwen en de allures gaf van een herenwoning met koetspoort en balkon . In een minimum van tijd had hij de woning vorstelijk gestoffeerd. In de grote salon, behangen met draperieen, opgehouden met golden sierspijkers, hingen de echte en de gefantaseerde blazoenen van de toentertijdse dich- ters Chateaubriand, Lamartine, Victor Hugo en van Dumas zelf . Aan de wanders waardevolle doeken, gesi- gneerd Delacroix, Slingeneyer, Decamps e.a. En vooral zeldzame vloerkleden, dure luchters, kostbare meubelen, beeldhouwwerk, kandelaars, oosterse pronkstukken, alle- maal opgespoord in de antiekzalen van Brussel, Ant- werpen, Gent en Mechelen . Nooit vond hij jets to duur. Tweemaal in de week ontving de steeds royale Dumas aan zijn rijke tafelen de bloem van de Franse intelli- gentsia, die to Brussel het zure brood van de ballingschap at. Op momenten echter dat het hem financieel minder meeliep, stond hij zelf in de keuken, want hij was er trots op de gastronomic als een kunst to beoefenen. Om de kosten to drukken, vroeg hij dan aan zijn gasten de gemiddelde prijs van een middagmaal in de goedkope eethuizen, die zij in de buurt van de Grote Markt bezoch- ten, zij nde 1 .50 F. Maar niettemin kostte zijn taf el hem toch nag 40 .000 F per jaar, kloeg deze spektakulaire doordraaier in zijn M~moires Toen een fortuin . De lief de beoef ends hij als een charmante vorm van vrijetijdsbesteding . Ten huize van Dumas was er dan ook steeds een over en weer gevlinder van mooie vrou- wen uit de meest diverse kringen . Over de feesten die hij gaf, raakte de mondaine kro- niek in de hoofdstad niet uitgepraat . Spaanse ballerina's op toernee dansten in zijn salons, bekende akteurs mon- teerden er sketches, er werd gemusiceerd, gedisputeerd, gefiirt en vooral overdadig gegeten en gedronken . Ook sommige van onze landgenoten behoorden tot de gasten, meestal toch artiesten, o .a. de schilders Madou, Stevens, Slingeneyer en de beeldhouwer Fraikin. Dumas' uitdagende leefwijze was een permanents ergernis voor de Franse balljngen, die haast alien een

100 kommervol bestaan kenden. Zij was ook een scherpe doomn in het burgerlijk vlees van de fatsoenlijke bour- geoisie, die aardig wat roddelde over de c pacha ~, zoals zij hem noemde . Maar tenslotte kwam dit zijn popula- ziteit ten goede . Met een morele vrijschutter als Dumas kon men zich aan alles verwachten . Op zekere dag ontving Conscience een brief van Dumas, waarin deze hem vroeg de novelle wat een Moeder lijden kan voor eigen gebruik to mogen laten vertalen . Ten zeerste gevleid over de be- langstelling van de gevierde Franse auteur, gaf Con- science enthousiast zijn toestemming. De lektuur ervan had de literaire speurzin van Dumas gewekt en hij belastte advokaat Van der Plassche (zonder medeweten van Conscience) met de vertaling van de landelijke idylle K De Loteling ~. Niet lang daarna verscheen to Brussel de jongste roman van de Franse veelschrijver Dieu et le Diable (1 53) . In het voorwoord maakte de auteur er geen geheim van dat hij voor deze roman enkele van de mooiste hoof d- stukken had ontleend aan Conscience's K Loteling ~. Als hulde aan de schrijver had hij diens naam aan de held van zijn roman gegeven ! In alle boekwinkels lag de roman voor . Maar enkele dagen later wreef onze Vlaamse volksverteller zich de ogen uit, toen hij alweer een nieuw boek van Dumas to koop zag liggen, met name a Conscience l'Innocent '. Bij nader toezien bleek echter dat K Dieu et le Diable . gewoon een nieuwe omslag had gekregen met een nieuwe titel. Ook het voorwoord was weggelaten .

101 Geergerd moest Conscience vaststellen dat Dumas niet alleen zijn Loteling grof had geplagieerd, maar ook de simpele boerenjongen uit hat boek Conscience had ge- doopt, wat flu niet bepaald vleiend was voor de auteur van hat Kempens verhaal. Zoals to verwachten was, had de gewiekste schrijver het verhaal een Franse inslag gegeven, in overeenstem- ming met de smack van zijn publiek . De Kempense boe- renzoon was flu een Frans soldaat geworden die dapper meevocht in de slag bij Waterloo . En met een oogkwaal maakte hem blind, wel de ontploffing van een mumtie- wagen, wat de dramatiek ten goads kwam, enz ... Conscience list de hale zaak over zich heengaan. Blijk- baar mists hij de zedelijke cooed om hat tegen de reus Dumas op to nemen . Hij heeft zich trouwens steeds klein gevoeld tegenover de groten der cards . Intussen was Dumas, na een verblijf van een achttiental maanden to Brussel, voor goad naar Parijs teruggekeerd en had een eigen dagblad opgericht Le Mousquetai- re ~, dat hij, naar zijn zeggen, maar hij was een pochhans van formaat, heel alleen van kopij voorzag . Toen zijn vijanden zijn plagiaat uitbazuinden, haalde Dumas een literair huzarenstukje uit, door de integrals tektst van Conscience's K Loteling * in zijn blad to publi- ceren. Door daze zet nam hij de opgezette campagne de wind uit de zeilen . In zijn arrogantie beweerde hij zelfs dat uit de mogelijk gemaakte vergelijking bovendien blij- ken zou, hoezeer zijn talent hat naieve verhaal van de Vlaamse auteur had verrijkt ! Wat Dumas echter heleniaal niet verwacht had, was

1 02 dat de lezers van Le Mousquetaire de landelijke novelle van die onbekende Vlaamse schrijver zozeer gesmaakt hadden, dat zij er op aandrongen ook ander werk van Conscience in hun blad to zien verschijnen. Dumas ging op die wens in en al de reeds in het Frans to Brussel gepubliceerde verhalen van Conscience kwamen in « Le Mousquetaire ~ . De Parijse uitgevers Levy later de wereldbekende uitgeverij Calmann-Levy -- zagen er een zaak in . Kon- takten werden gelegd en vrij spoedig werd met Con- science een kontrakt afgesloten voor de vertaling en de publikatie van al zijn werken . Hij werd aldus onze eerste romancier met lezers in Frankrijk en daarbuiten . Zo kreeg de literaire strooptocht van Dumas voor Conscience tenslotte nog een onverwacht gunstige wending . Om nog even terug to komen op Dumas' dagblad be Mousquetaire ~ . Onder de leden van de redaktie zien wij zowaar de naam vermeld van Henri Conscience ~ . En dat terwijl in Vlaanderen Dumas aan de schandpaal werd gespijkerd om zijn immorele boeken, die stuk voor sink op de Index kwamen.

Dumas is nog wel meer in ons land geweest . In 1 67 o.a. toen hij en Victor Hugo to Gent een internationaal kongres bijwoonden, waar zij Conscience ontmoetten, die hen mEee nam naar Kortrijk, waar hij als arrondisse- mentscommissaris gevestigd was .

103 Hugo, aldus de dochter van Conscience, maakte de in- druk van een bezadigde meneer. Dun as daarentegen was een explosie van zuiderse uitbundigheid. Onstu'mig om- armde hij moeder Conscience en stoeide met de kin- deren. Na bet avondmaal f antazeerde hij een hele roman op mogelijke ontmoetingen tussen Conscience's vader, die bij de Franse marine had gediend, en vader Dumas, die generaal in het leger van Napoleon was geweest. De dag nadien koketteerde hij met zijn gastronomische talenten en eiste de eer op het middagmaal to mogen klaarmaken . Maar van het bezoek van de twee Franse schrijvers werd door de f amilie Conscience met geen woord gerept, omdat bet stellig schandaal zou hebben gegeven in bet Kortrijk van toen, waar geestelijke bekrompenheid vaak met deugdzaamheid werd verward .

104 Mevrouw Conscience, geboren Maria Peinen . (Schilderi~ van Hendrik Leys)

Gouden kevie, gouden kerker .. .

In 1 53 had Conscience ontslag genomen als griffier van de Antwerpse Academie Royale des Beaux-Arts ., uit solidariteit met zijn vriend en beschermer, directeur Gustaaf wappers, die reeds het jaar tevoren de dear achter zich had dichtgesmakt. Beider beleid, dat niet van een zekere zorgeloosheid was vrij to pleiten, had heel wat kritiek doen losknetteren. Drie jaar lang leefde Conscience dan ambteloos, door- dat hij geen geschikte baan kon vinden . Eindelijk waaide de wind uit de gunstige richting . Zijn beschermer, de vlaamsvoelende Pierre de Decker, toen minister van Binnenlandse Zaken in het laatste unionistische kabinet, benoemde hem in 1 56 tot arrondissementscommissaris to Kortrijk, in die tijd een geziene post in de wereld van de ambtenarij, met de toen royale jaarwedde van 7 .000 fr. Op 2 februari richtten zijn Antwerpse vrienden en be- wonderaars to zijner ere een schitterend afscheidsbanket aan in de oosterse zaal van het restaurant Cite en boden hem een kostbaar album aan met de handtekeningen van zijn vereerders, alsmede een kunstig gedreven zih

105 veren kelk, werk van de edelsmid Lambent Van Rijs- wijck, een broer van Theodoor en Jan Van Rijswijck . Jan Van Beers droeg een aandoenlijk gelegenheids- gedicht voor « Antwerpen bij het vertrek van Con- science Diep ontroerd, sloot de gehuldigde zijn vriend Jan Van Beers in de armen en nam in romantisch gela- den woorden afscheid van zijn vrienden en van Antwer- pen, de stad van zijn hart . In een brief aan Jan Van Beers van 10 januari 1 56 betreurt hij Antwerpen en zijn trouwe vrienden to heb- ben moeten verlaten . Ietwat opschepperig heeft hij het over het grote huffs dat hij to Kortrijk zal moeten be- wonen. Maar een vage onrust schemert door zijn woor- den heen, als hij schrijft dat het hem tamelijk bang our het hart is, maar dat hij in de reden van zijn verplaatsing troost en kracht genoeg vinden zal. En over die reden vernemen wij meer in de brief van Conscience van 27 januari 1 57 aan minister P. de Decker. Het is zonder meer duidelijk dat, toen Conscience het ambt van arrondissementscommissaris toegewezen kreeg, hem tevens de uitdrukkelijke verplichting wend opgelegd steeds verzoenend op to treden. Dat precies achtte de Belgische bourgeois-regering van kapitaal belang in een gewest, dat aan het Franse Noorderdepar- tement grensde, waar doorlopend sociale en sours revolu- tionaire gistingen werden geregistreerd, die vaak op Belgisch grondgebied doorwerkten . Het revolutionair- annexionistisch avontuur van Risquons-Tout, in 1 4 , had fangs onze grens met Frankrijk smeulend vuur onder de asse nagelaten, wat tot scherpe waakzaamheid aanzette .

106 Uit Conscience's levee en werk blijkt duidelijk dat de doorbrekende sociaaldemokratie in ons land en in Europe hem nauwelijks heeft beroerd . Hij was het type (geworden) van de gegoede bourgeois . Het leed van de kleine man moest worden verzacht met de paternalis- tische kruimels die van de rijke tafelen vielen en met de door de geestelijkheid voorgespiegelde compensatie in het hiernamaals . Berusten in een door de goede God gewild lot was hoogste deugdzaamheid in de ogee van de beati possidentes, die hue egolsme gewoon als een recht beschouwden. Minister de Decker kon dan ook op beide oren slapen . Ofschoon hij er een politieke kater zou hebben aan over- gehouden, indien bepaalde jeugdverzen van Conscience hem onder ogee waxen gekomen, die bewezen dat de schrijver er in het verleden helemaal anders over dacht

Debout, 3eunesse, renouvetez to vie, Le vieux monde rate daps l'agonie . Jeunesse, a vows de t'enterrer

Het klonk niet minder revolutionair dan de latere Internationals N . Maar ja, Conscience was toen nog jong en had er nog geen flauw besef van hoe snel de revolutionaire gloed tot koude asse ken uiteenvallen . Conscience stelt zijn hogs beschermer gerust. Hij zal dwarsdoor trouw blijven aan het programme, dat de minister voor hem in tine woorden heeft samengebald Paix, Conciliation, Nationalite . Want vanzelf sprekend loopt de hele briefwisseling in het Frans .

107 1k zal heel wat goeds kunnen doen, verzekert Con- science zijn ministeriele beschermer . Ofschoon ik heb verklaard een gematigde konservatief to zijn, heb ik er tevens op gewezen dat ik een man van de verzoening ben . ledereen heeft mij aldus geaccepteerd en juicht mijn komst toe, besluit hij ietwat naief .. Vanzelf sprekend moest de nieuwe arrondissements- commissaris met een vorstelijk banket feestelijk op het administratieve voetstuk worden gehesen . Maar de Broom van het unionisme was uitgedroomd en de beide opinies, liberale en katolieke, weigerden f anatiek met elkaar aan eenzelf de taf el to zitten, ook al was het om een neutraal rijksambtenaar het welkom toe to drinken . Dan maar twee banketten een geel en een blauw.

Er moest diplomatic aan to pas komen . Vooral dan beminnelijke diplomatic en bezielde overredingskracht . En daarin was Conscience een virtuoos . Hij kon dan ook spoedig de minister een overwinningsbulletin toezwaaien na tien dagen palaveren was hij erin geslaagd de beide partijen er toe to brengen, samen met het gemeentebe- stuur van Kortrijk, een enkel banket aan to richten, Bat zou plaatsvinden in het stadhu s, under het voorzitter- schap van de burgemeester . Dit eerste sukses maakt mij gelukkig, voegde hij er aan toe . Het menu van Bit historisch banket is bewaard geble- ven de smulpaperij tot eredienst verheven . Ook de tekening is kenschetsend voor de bazuin-, lauwer- en wimpelromantiek uit die dagen . Even nagenieten. Eerst dan de omlijsting van het menu twee bazuinende faam-

10 engelen houden een eikekroon vast boven het portret van Conscience . Aan elk der twee bazuinen hangt een slingerende lunge smalle wimpel, die gaps de gekleurde spijskaart omringt. Op elke bocht of stinger staat de vergulde titel van een der 27 werken van de Vlaamse schrijver. De wapens van de stud Kortrijk prijken onder- aan, joist boven de titel van Conscience's werk De Leeuw van Vlaanderen . En nu het menu. Aheen al bij het overlopen ervan voelt men de eerste symptomen van een indigestie op- komen. Spyskaert van het Banket den Heere Hendrik Conscience den 15 February 1 57 to Kortryk aengeboden.

Engelsche Oesters Vermicellisoep Getruf felde Zwijnspootjes - Kabeljauw op zijn Vlaemsch Ham met Portowyn bereid Kalverbil met jonge erwten - Harst met Kappelsaus Kal fstrop met Schildpaddensaus Getruffelde Kalkoenen - Kapuinen met Kastanjen Reebout op zijn Duitsch Gelantine in Gelei - Punchkoek Roomys met Vanille en Aerdbezien Oranjeappels Gember Nageregt . Kof fy - Geestryke drunken.

10 Wat opvalt is het fait dat het menu in het Nederlands was gesteld, toen en dan nog wel in Kortrijk .

Maar de euforie van de eerste maanden verdampt, al blijft de strafing van bet gezag, bet eerbetoon, bet grote huffs en de mooie uniform met paradedegen . En voor dit laatste bleek Conscience een zwak to hebben, want we weten dat hij in zijn Antwerpse periode met zichtbaar welbehagen paradeerde in zijn uniform van luitenant van de burgerwacht (in de volksmond de K garde ci- vique ), ook buiten de diensturen . Aan zijn goede vriend en illustrator Ed . Dujardin be- klaagt hij er zich over dat bet ambt van arrondisse- mentscommissaris een strik is voor iemand die niet over eigen inkomsten beschikt. Hij beweert dat hij jaar- lijks nog 5.000 F moat bijverdienen, wil hij niet in de schulden geraken. Gave God dat ik bet volhoude ! zucht hij. Waar hij niet over been komt is bet f eit dat de Kort- rijkenaars hem als schrijver zo goad als ignoreren . Een echo van die teleurstelling vangen we op uit zijn brief aan zijn goede vriend Jan Van Beers (26 maart 1 5 ) Sedert ik bier woon, en bet is meer dan 2 jaer, heb ik nog nooit van myn werk met iemand gesproken en heb er ook nooit iets aan iemand van gelezen . werk aldus in de woestyn zonder to weten wat men doet, zonder aenmoediging noch spoorslag ! Het is niet geluk- kig en bet verlamt de krachten. Voeg daerby, als myn werk verschenen is, dat niemand my ervan spreekt . Nood en pligtgevoel alleen doen my arbeiden . Onder

1 10 dit opzigt zyt gy gelukkiger dan ik . Misschien zyt gy het handgeklap en de bravo's reeds moede door over- maet ? Hy is toch zoo weldoende en zoo zoet, de wie- rook dien de kunstenaar in persoon inoogsten mag . Heimwee naar de grote stall knaagde aan zijn hart . Kortrijk was een naargeestig provincienest, verstard in bekrompen konformisme . Ook de kultuur, voor zover die er was . Hij miste er de bewogenheid, waaraan hij zozeer behoefte had . Ook zijn vrouw leed er order . K Kortrijk maakt ons ziek in het gemoed ~, schreef hij aan Jan Van Beers . En in een brief aan zijn uitgever Van Dieren klaagt hij n wij vervelen ons to Kortrijk In zijn a Burgers van Darlingen D heeft Conscience de verschrompelde mentaliteit geschetst van de Kort- rijkse burgerij. Naar zijn eigen woorden bewoners van grote huizen in een buitengewoon rijke en buitengewoon vervelende stall ~ . Ingemuurd in standsvooroordelen en van een superieure zelfgenoegzaamheid, dachten zij er alleen maar aan hun bezit to vermeerderen en be- schouwden hun krenterig lever als burgerdeugd . De administratieve rompslomp woog de schrijver zwaar. Vooral dan de omslachtige werkzaamheden in verband met de militie, die hem sours maandenlang in beslag namen, zodat hij slechts zelden de pen kon op- nemen. a De dichter begirt zich in my schrikkelijk to vervelen zucht hij reeds na twee jaar . We weten dat hij al spoedig het terrein aftastte, met als perspektief een minder tijdrovend ambt our zich meer aan zijn letterkundige arbeid to kunnen wijden en omdat hij to Kortrijk niet gelukkig was. Al to zeer

111 voelde hij zich de gevangene van zijn eervolle funktie gouden kevie, gouden kerker, om het Gezelle na to zeggen. Gelukkig ontstond geleidelijk een duurzame vriend- schap tussen Conscience en een vereenzaamd rentenier op jaren, Adolf Vandenpeereboom, de neef van een gewezen minister. Conscience bezocht geregeld de stifle man die hij steeds bezig vond in zijn grote taro, zijn bloemen en planten verzorgend, want slechts hoogst zelden verliet hij zijn woning . Aangezien Conscience uitsluitend voor het yolk schreef, hechtte hij grote waarde aan het oordeel van de eenvoudige, weinig ge- kultiveerde grijsaard en las hem dan oak steeds het werk voor dat hij onder handen ' had, benieuwd naar zij n reakties .

1 12 Marie Conscience to Kortrijk door Aug . Debedts gefotogra- f eerd in 1 6 en « uit vriendschap aan mijne lieve Maria Hiel opgedragen .

Het gezin Conscience in december 1 41 leerde Conscience op een bal het meisje zijner dromen kennen een romantische ver- schijning met blauwe ogee, bleek en tenger . Zij heette Maria Peinen en was de dochter van een niet onbe aid- deld diamantbewerker van Engelse afkomst, gehuwd met een Nederlandse vrouw, waarvan de ouders in Batavia geboren waren . Conscience's meisje was gebo- ren in 1 1 en dus zeven jaar jonger dan haar aan- staande man. Zij zou hem elf jaar overleven (1 4) . Een maand tevoren was Conscience, die weliswaar reeds enige bekendheid had verworven, maar tot dusver financieel geen vaste grond onder de voeten had, tot griffier benoemd van de Academia Royale des Beaux Arts to Antwerpen, met het voor die tijd flinke safaris van 2400 fr. 's jaars . Hij ward aldus de rechtstreekse medewerker van zijn beschermer en vriend, de gloed- volle romanticus Gustaaf wappers, die de bleekbloedige kiassicist Van Bree als direkteur was opgevolgd. Na een tweede ontmoeting, dit keer op de toegevroren vestinggrachten, blijkt daze liefde op hat ijs voor een

113 zeldzame keer toch wel duurzaam . De verliefde jonge man brengt het meisje thuis en maakt kennis met haar ouders. De dag nadien doet hij schriftelijk een aanzoek in optima forma aan vader Peinen en zegt hem dat hij hoopt door zijn letterkundige arbeid tot een hoo- gene stand in de maatschappij to geraken ~ . Reeds enkele maanden later, op 4 augustus 1 42, wordt het huwelijk ingezegend in de Sint-Jakobskerk . De getuigen voor Conscience waren kunstschilder Gustaaf Wappers en de volksdichter Theodoor Van Rijswijck . Voor de bruid traden op de dichter - journalist Jan De Laet en de ons anbekende E. Timmermans. Na to hebben verbleven aan de Stijfselrui nr . 270, de Kerkstraat nr. 31 3 en de Lange Nieuwstraat nr. 1573, huurt het jonge paar in 1 46 aan de Beeldekensweg, thans Beeldekensstraat, buiten de toenmalige Spaanse vestingen (de huidige Frankrijk- en Italieleien) een be- scheiden woning met witte gevel en groene luiken in een grote tuin. Het was daar toen nog een half lande- lijke omgeving . Alleen het onaanzienlijk stationnetje, van waaruit onze eerste spoorweg naar Nederland ver- trok, kan enige drukte gegeven hebben . Op een water- tje in de nabijheid had Conscience een schuit liggen, van . waaruit hij als verpozing wel eens naar een visje hengelde. Op 12 mei 1 43 kwam in het gezin Conscience het eerste kindje ter wereld, dat Hildevert werd gedoopt . De gelukkige ouders hadden er toen geen flauw ver- moeden van dat het knaapje later zowat de verloren zoon van de familie zou worden. In een ander hoofd-

114 stuk zullen wij hem in zijn korte, maar bewogen leven volgen. In het huts aan de Beeldekensweg zouden drie meisjes geboren warden Maria, Anna, Machteld, op 25 oktober 1 46. Zij stierf op 24 september 1 51. Marie Sebastienne, op 12 augustus 1 52. Clara, op 17 april 1 55. Zij overleed op 1 april 1 57. Op 27 maart 1 57 - Conscience was toen reeds to Kortrijk gevestigd - werd Hendrik geboren, die op twaalfjarige leeftijd, enkele dagen na zijn vijfentwintig- jarige broer Hildevert, aan typhus sterven zou . Van zijn vijf kinderen bleef hem tenslotte alleen zijn doch- ter Marie Sebastienne over . Zij zou een getormenteerd leven kennen en haar ouders heel wat verdriet aan- doen. Naarmate Conscience in aanzien steeg en zijn toe- nemende populariteit als schrijver steeds meer geld in 't laatje bracht, werd de drang van Conscience, maar meer nog de bezetenheid van zijn vrouw, om tot de sociale bovenlaag to worden gerekend, steeds maar ster- ker. Te Antwerpen, een grote stad en een wereldhaven, waar de grenzen tussen de standen minder scherp wa- ren afgelijnd, groeide hij weliswaar tot een figuur, maar bleef hij nauwer in kontakt met de volkslaag en de kleine burgerij . Maar toen hij in 1 56 tot arrondissementscommissaris to Kortrijk was benoemd, achtte hij het aan zijn status van regeringsambtenaar op hoog niveau en aan zijn

115 faam als kunstenaar verplicht naar buitenuit meer relief to geven aan zijn leven. Zeker in het provincie- nest dat Kortrijk toen was, waar sociale superioriteit met voornaamheid werd verward. Hij huurde een snort kasteeltje in een uitgestrekte tuin aan de Rijselwijk- straat 4 6 (thans Hendrik Consciencestraat -- gedenk- plaat) en Meld er ten minste twee meiden en een knecht op na. In 1 5 was de Duitse schrijfster Ida von Di ringsfeld er to gast. Zij herinnert er aan in haar essay « von der Schelde bis zur Maas. Das geistige Leben der Vlamingen•, waarin zij het heeft over het leven en het werk van a11e toen bekende Vlaamse schrijvers. Op een avond gebruikten zij het avondmaal in de tuin en observeerden de komeet, het evenement van die dagen, die Mieke, het zesjarig dochtertje van Conscience zozeer beangstig- de, dat zij zich het hoofd met servetten omwikkelde om ze met to zien.

Kort daarop, in 1 60, bij een officieel bezoek aan de stad, stapte Leopold I ten huize van Conscience of en wandelde, op diens schouder leunend, door de tuin, waarna de vorst hem uitnodigde naast hem plaats to nemen in de galakoets voor de verdere tocht door de straten. Dat deze koninklijke gunst, die Conscience als een aureool omstraalde, de adel en de geldaristokratie van Kortrijk de gal naar de mond deed stijgen, kunnen wij ons best indenken . Toen onteigening hem dwong naar een andere be- huizing uit to zien, huurde Conscience een patriciers-

116 mooning aan de 0.-L.-Vrouwestraat 40, waar hij in 1 67 Victor Hugo en Alexandra Dumas pare to logeren kreeg . Hij verbleef er tot in 1 6 , toen hij tot konservator van hat Wiertz-museum to Elsene ward aangesteld .

7ajn dochter weidt in haar vaders biografie met on- verholen trots uit over de luxueuse aankleding van de nieuwe woonst kamers met corduaans leder behangen, wanden met op doek geschilderde taferelen, gebeeld- houwde eiken lambrizeringen en andere f raaiigheden meer. In de drie boven elkaar gewelf de kelders en onderaardse gangen, die een heel eind onder een andere strut doorliepen, hing een sfeer van geheimzinnigheid, die de verbeelding van hat jonge meisje aansprak en haar koude rillingen over de rug joeg . Wat ons echter vooral interess'eert is de werkkamer van Conscience, hat eiland waar Broom, verbeelding en observatie vorm en gestalte kregen in literaire schep- pingen. In een manuscript Bat zijn dochter heeft nage- laten, schetst zij ons vaders studievertrek to Kortrijk. Een door Brie grote ramen verlichte ruime zaal met een allegaartje van disparate voorwerpen, die wijzen op de veelzijdige belangstelling van de schrijver, die zich zijn hale levee lang heeft ge'interesseerd voor plantkunde, natuurwetenschappen en geneeskunde en die bovendien een handig knutselaar was . • Vier hoge bibliotheken, een schaaf bank, een draai- bank, een kleine smis, een stoof in de vorm van een kleine locomotief. IJzeren rekken voorzien van smeltkroezen vdbr een der vensters een estrade met een menigte

1 17 bloemen onder broeiglazen en in het midden, der zeal eene large tafel bedekt met papieren en manuscripten .! Het meisje, dat wel eens . uitzonderlijk in de kamer werd toegelaten maar zich erg stil moest houden, voelde er zich in een andere wereld . Conscience, bezeten door zij n werk, liet al to zeer de opvoeding van zijn kinderen over aan zijn vrouw, die karakter miste en zich to zeer vergaapte aan het klatergoud van het mondaine leven . Maar ook Con- science mocht een mea culpa slaan, want als echtgenoot en als vader was, hij veel to toegeeflijk en dat is zijn opgroeiende kinderen Hildevert en Marie niet ten goede gekomen. Synptomatisch voor de sf eer in het gezin is de herinnering die Marie Conscience ophaalt in hear op latere leeftijd geschreven en niet gepubliceerde Mijne Levensgeschiedenis ~ . Vaak hoorde zij hear vader zijn wilde zoon Hildevert streng vermanen en een straf opleggen, daarbij tevens zijn vrouw berispend, die bui- ten zijn weten om en uit zwakheid de dwaze knaap to veel geld gaf . De vele spanningen kwamen de verstand- houding in het gezin niet ten goede, wet Conscience er meermalen toe dreef de rust to zoeken in de natuur, die in de huiselijke kring zo vaak ontbrak . Het was stellig een geniis aan feeling dat op her- haald aandringen van zijn vrouw -- zijn vijftienjarig dochtertje mee mocht near het bat van gouverneur Vra nbout to Brugge. Het mondaine topevenement van het jaar. Dat was in 1 6 . In hear bewaard gebleven balboekje is als 't ware iets blijven nageuren van de

1 1 bedwelming, die het kind moet hebben ondergaan . De schittering van de luxueuse salons die haar omstraalde en de bewondering waarmee haar vader ward nage- staard, streelden ongezond haar zelfingenomenheid . Wat de mondaine moeder voor haar dochter als toe- komst droomde, leert ons het fait dat zij hat meisje in Antwerpen les liet nemen bij monsieur Boogaerd, de dansmeester van de rijkeluiskinderen . Marietje kreeg een droom van een balkleed. Maar vader vond hat to laag uitgesneden en liet hat voorzien van een guimpe (tulen halsbekleding met baleintjes), echter zeer tegen de zinn van moeder Conscience . Om het huiselijk klimaat voelbaar to waken, kunnen we best Marietje zelf laten vertellen . We horen er iets in nazinderen van de spanningen tussen vader en moeder, die haar oorzaak hadden in het verschil in visie betref- fende de opvoeding van de kinderen a Een van de lakeien bracht ons in een klein opschik- kamertje, waar men onze mantels opnam . Een jonge maid die ons hielp, maakte de opmerking dat niemand op hat bal met bedekten hals of armen kwam en dat ik beter de guimpe zou afdoen . Ziet ge wel, dat ik gelijk heb murmelde mijne moeder aan hat oor mijns vaders . Tot alle antwoord liep hij snel naar de danszaal, wierp een oogslag door het spleetje eener zijdeur op de menigte die char krioelde, kwam schokschouderend terug en mom- pelde half toornig in Gods naam, dat zij dat wit ding dan maar afdoet. Ginds is hat eene ware vleesch- houwerswinkel, de vrouwen zij n alien stapel zot.

11 Dat de eerbied en de bewondering die haar vader betoond werden, de bakvis grote ogen deed opzetten en haar eigenliefde streelde, is dan ook best to be griJpen . Ik zie mij zelve nog die zaal doorgaan, can de arm mijne vaders honderden grote spiegels weerkaatsten onze beeltenissei . Iedereen bong voor one, want mijn vader werd oprecht bemind in Vlaanderen. Ik hoorde een gemurmel van bewondering op omen doorgang . Ik dacht can de menigvuldige eerkruisen, die de burst mijns vaders versierden en een streelend gevoel van hoogmoed zonk mij in den boezem... Tenslotte nag deze passes, waar de ijdelheid van de verwende tiener door de zinnen heengloeit ~ Wat mij betreft, ik had al gauw bemerkt, dat mijne moeder en ik zo niet de schoonste gekleed waren, ten minste met de meeste smack, dat de naam mijne vaders bovenal een grooten invloed op de menigte uitoefende, en dat niet een meisje zoveel dansers had ale ik . •

Mijn geleider voor den laatsten daps bestuurde den cotillon, en ik moest met hem dwars door tien papteren deuren springen . Licht en rap gelijk ik toen was, ik die gymnas had gedaan gelijk een jongen, ik huppelde met mijn danser door die papieren hinderpalen zonder een oogenblik de maat der muziek to verliezen tot ieder- eens bewondering. Mijne voeten raakten den grond niet can, en mijn geleider, een luitenant, een der baste dan- sers van het gansche bal was er zelf verwonderd over .

120 Gedurende then ganschen awed hoorde ik rond mij eene vleitaal, waaraan ik in het geheel niet gewoon was ... a wij hebben Marie Conscience zelf aan het woord ge- laten vanwege de sfeer waarin zij en hear moeder leef- den. De roem van vader en de schittering van het mon- dahne levee bepaalden blijkbaar in ruime mate hue levensgeluk. Uit de meeste hunner gedragmgen valt of to leiden, dat het moeder en dochter aan geestelijke diepgang ontbrak, dat zij zich lieten fascineren door de schone schijn . Zij leefden den ook meer naast den met Conscience . Het kwam den ook herhaaldelijk voor dat zij hem in een leeg huffs achterlieten . Vaak weken- lang. wet Conscience wel niet zwaar zal gevallen zijn, want om to schrijven had hij rust nodig. In voile scheppingsdrift grog hij zozeer in zijn werk op dat hij zijn maaltijd, die voor zijn dear moest worden neer- gezet, meer den eens vergat. Meestal reisden moeder en dochter den near Brussel, wear het mondaine leveen hen lokte. Zij verbleven den in het bevriende gezin van kunstschilder H. J. Dillens . In de loop der jaren brachten heel wet bekende kun- stenaars Conscience een bezoek. Zijn dochter vermeldt een tikje opschepperig dat zij aldus in aanraking kwam met Alexandra Dumas pare, Victor Hugo, Charles Gou- nod, Ambroise Thomas en tai van Duitse, Engelse en Hollandse schrijvers en kunstenaars, wier portretten zij hear levee lang bewaarde. In 1 67, weet zij to vertellen, kwam peter Benoit enkele waken bij de f amilie Conscience doorbrengen. Hhj was vergezeld van zijn moeder, een vrouw nit hat

121 yolk, zonder onderwijs (bier is bet nufje can bet woord), maar verstandig en welsprekend . Benoit gaf Marie enkele lessen en ontwikkelde bij haar de smack en de liefde tot de muziek . Uit zijn gedragingen blijkt dat Conscience een zachV zinng man was. Maar evenzeer dat bet hem niet ontbrak can een sterk ontwikkeld zelfbesef . En waar nodig, kon bij agressief uit de hoek komen, zoais blijkt nit deze brief can zijn dochter, gedateerd 16 juli 1 72 Ik heb ruzie met Hiel en we zijn gebrouilleerd . Hiel heeft mij uit mijn vel doers springen. Ik heb hem onderanderen gezeid dat ik wel wilt, hoe Benoit en Hiel als stelsel hadden, geene vrienden nevens zich to dulden, en nets to wipers dan dienaers, aenbidders en slavers maer dat ik niet gemaekt ben van den deeg waaruit zulken gebakken worden, en 1k, then gewetens- dwang moede zijnde, mij liefst van hen verwijderde. Daer op ben ik been gegaen ... Veel van Conscience's brieven zijn bet Frans gesteld . Ook heel wat van zijn persoonlijke aantekeningen . In zijn gezin werd trouwens veel Frans gesproken. Hoe kon bet anders. Heel bet openbare' levee en nagenoeg bet hele kulturele levee was toen nog Frans en naar Frankrijk georienteerd . Revelerend voor de toestand pas in 1 44 verscheen to Brussel - mede door toe- doen van Conscience - bet eerste Vlaamse dagblad a Vlaemsch Belgie ~. Reeds eind 1 45 hield bet op to verschijnen door onenigheid en gebrek can geabon- neerden.

122 Toen Marietje zowat zestien jaar moat geweest zijn, mocht zij haar moeder vergezellen naar een concert in hat stadhuis to Kortrijk. Een van de zangers spreekt haar emotioneel aan. Het is een jonge man met giote zwarte oogen, zwart haar en een gelaat waarover een geelbruine tint lag, die hem een oosterlijk voorkomen gaven ~ . Het is een student in de rechten aan de Leu- vense universiteit en hij heat Gentil Antheunis . In 1 67 verzoekt hij haar vader om een onderhoud. Evenals later Pol de Mont -- voor wie Conscience een vaderlijke genegenheid gaat koesteren -- had Gentil Antheunis g arne enkele van zijn gedichten tar be- oordeling voorgelegd aan de grootmeester van de Vlaam- se letterkunde. Niet alleen is de jonge man dichter, hij komponeert ook (de melodie van Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief is van hem) en zingt met warme baritonstem zijn eigen liederen . Hij komt nu wel eens meer op bezoek, zeer tot on- genoegen van moeder Conscience die de jonge man helemaal niet sympatiek vindt. Dochterlief des to meer . Toen haar vader in 1 6 tot konservator van de konink- lijke muses was benoemd met standplaats to Brussel (hoera ! ), stuurt zij Antheunis een kaartje Mon pare est nomme ! Dadeijk kreeg zij een berijmd antwoord terug . Door- dat de verzen een amoereuze toespeling inhielden, is bet dan ook niet to verwonderen dat zij ze in haar latere handschrift Mijne Levensgeschiedenis uit hat hoofd kon citeren (foutloos?)

123 Een stuk je papier en vier woorden gesckreven is dat niet even uwe gansehe brief. En Loch is het briefje mij lief, en 'k heb het meerynao2s doorgelezen. welnu hoe kon het antlers wezen 't beheist goed nieuws en 't komt van u .

Er gait een idylle bloeien tussen die twee . Het maakt vader en moeder Conscience radeloos . Ach, Marie is toch nog veel to jong. Zeventien . Maar de echte bezwaren liggen elders. Neen, zij zijn er met tegen, maar een huwelijk volgens hue sociale stand gait een klein for- tuin kosten en met hue royale manier van levee ver- keren zij in kronische geidnood . Maar op de achter- grond laaide de liefde als een brandend braambos . Toe vader, toe moeder ! In versluierde woorden schrijft Conscience aan zijn vriend en uitgever P . J. Van Dieren over een groote zaak ~, die hem zeer veel geld zal kosten, weshalve hij hem om een (link bedrag verzoekt als voorschot op zijn honorarium . Na een negatief antwoord van de uitgever, heft Conscience een klaaglitanie aan over de • groote zaak !, die flu moet worden uitgesteld tot hij er finan- cieel beter aan toe is . Koortsig werkt hij aan zijn .Kerels van Vlaanderen ~. ievrouw Conscience zeif reist naar Antwerpen ore een onderhoud met Van Dieren over de gekende familiezaak A. Zodra de roman was afgewerkt, keerde Van Dieren Conscience het verschuldigde honorarium uit . En door

124 een gelukkige samenloop van omstandigheden, sneeuw- de om dezelfde tijd, mei 1 70, het manna van de Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Letterkunde weldadig op Conscience neer . Reeds in 1 55 was hem de Staatsprijs toegekend voor zijn Loteling .. Het verslag van de jury was toen nag in het Frans gesteld . De K groote zaak kan flu eindelijk doorgaan en op 12 augustus 1 70 stond de achttienjarige Marie met haar dertigjarige bruidegom voor het altaar . Het jonge gezin vestigde zich to Torhout, waar Antheunis tot vrede- rechter was benoemd . Er komen drie kinderen Hen- drik, Karel en Berths. Hendrikje is Conscience's petekind. Meer nog zijn troetelkindje. Hij komt wel eens meer bij de groot- ouders to Brussel logeren. Bij een van die bezoeken, in 1 75, dreigt weer eens de dood. Waanzinnig van angst en verdriet staat grootvader ononderbroken bij het bed van het zieke knaapje, dat plots door een hersenvlies- ontsteking werd geveld . Gelukkig bledf de ultieme be proeving hem bespaard. Als Antheunis in 1 77 to Halle tot vrederechter wordt benoemd, stoomt of wandelt Conscience geregeld naar het dichtbij gelegen stadj e, om met grootvaderlijke genegenheid zijn kleinkinderen to verwennen . Geleider lijk maakt hij ze vertrouwd met de wonderen van de natuur en legt zelfs voor hen een herbarium aan . In zijn ruime werkkamer to Brussel timmert hij een poppenkast in elkaar en hanteert eigenhandig de poesje- nellen, tot groot jolijt van zijn kleinkinderen . In het nog steeds geheim gehouden Dagboek van

125 Albrecht Rodenbach komt een bone uitval voor op de lichtzinnigheid van Marie Conscience, die we! gemoti- veerd zal zijn geweest . Zij was toen even over de twintig en reeds gehuwd. Nieuw leed versombert het !even van de toch reeds zwaarbeproefde Conscience . Het huwelijk van Marie met haar aanbeden dichter strandt op de klippen . Al to zeer verwend door haar ouders -- vooral dan door haar moeder -- heeft zij wellicht de schone onwerkelijkheid van haar wensdromen niet kunnen loslaten voor de realiteit van het alledaagse !even . Jarenlang za! zij stuur- loos door het !even dolen en steungeld van haar ge- wezen echtgenoot moeten aanvaarden . Maar over een hart mag men niet oorde!en . Er is een manuscript van haar bewaard gebleven met als titel Mijne Levensgeschiedenis ~ . De lektuur ervan stelt teleur. Het zijn enkel jeugdherinneringen, die niet verder reiken dan haar eerste ontmoeting met Genti! Antheunis . Over het drama in haar !even vernemen wij nets. Hier rijzen vraagtekens . Is de pen haar uit de hand gegleden, omdat de cooed haar begaf om verder to schrijven of omdat ze ziek was geworden of omdat de dood haar verraste ? Vermoedelijk zullen haar erfgena- men de kompromitterende bladz . we! hebben doers ver- dwijnen. We zullen het we! nooit weten . De titel last er geen twijfe! over bestaan dat zij voor-r a haar levee als volwassen vrouw op het oog had . Uit de inleiding blijkt toch dat het geschrift als een snort pro domo voor haar kinderen bestemd was

126 M Eens zult gij dan uwe moeder oordelen, en misschien in uw hart eene zoete en droevige herinnering bewaren van degeene die misschien wel gezondigd, maar ook zo oneindig veal geleden heeft Ook flu nog voelen wij het leed aan, dat achter die woorden brandt. Zij stierf in 1 22. Reeds in 1 07 was haar man over- leden, de zachtzinnige dichter van het weemoedige • 1k ken een lied dat 't hart bekoort ~, een pareltje van huiselijke poezie dat generaties heeft ontroerd . Naar aanleiding van het eeuwf eest van Conscience's geboorte, in 1 12, kwam Marie nog even in de belang- stelling. Zij publiceerde toen een boek Hendrik Conscience - Eenige bladzijden uit het levee mijns vaders A . Het is prettige lektuur, maar veel nieuwe gegevens bracht het niet. De pieteit van het kind voor de vader ontroert. Haar ijdelheid doet begrijpend glim- lachen. . • e

127

Hildevert Conscience, de verloren zoon (1 43-1 61) . (Foto Aug. Debedts, Kortri?k)

Hildevert Conscience, de verloren zoon

In een vorig hoof dstuk hadden wij het over het gezin Conscience, dat zijn eerste kindje kreeg op 12 mei 1 43. Het was een jongetje, dat Hildevert werd gedoopt . De gelukkige ouders hadden er toen geen flauw vermoeden van dat bet wichtje later zowat de verloren zoon van de f amilie zou worden. Hildevert moet een moeilijke knaap geweest zijn. Een onstuimig temperament en een slap karakter . En bet gezin Conscience was nu eenmaal geen ideaal opvoedingsmilieu vader grog al to zeer op in zijn werk en moeder miste persoonlijkheid . Conscience, die zich in zijn hart steeds een discipel was blljven voelen van Lamennais (17 2 -1 54), wiens liberaal katolicisme door Rome in de encycliek Q Mirari vos s was veroordeeld (1 32), last, na herhaalde mis- lukkingen in het kollege to Kortrijk, zijn zoon inschrij- ven in bet koninklijk ateneum van Gent, wat in bet dwarsdoor katolieke Kortrijk, waar hij als arrondisse-

12 mentskommissaris verbleef, heel wat ortodoxe voor- hoofden zal hebben doen rimpelen . Over de studie-ijver van Hildevert is ons verder nets bekend . Dat hij echter in 1 65 aan de Gentse universiteit afstudeerde, zoals beweerd wordt door zijn zuster Marie, de latere mevrouw Gentil Antheunis, in haar in 1 12 verschenen biografie K Eenige Bladzijden uit het Leven mijns Vaders p, most berusten op door de tijd wazig geworden herinneringen of misplaatste f amilietrots . De wilds natuur van Hildevert most voor Conscience een permanents bron van kommer geweest zijn . Het bewogen leven van de jonge man is vrij goed to volgen in fragmenten uit de drukke briefwisseling, die Con- science voerde met zijn voornaamste Antwerpse uit- gever, Petrus Jan van Dieren, die in 1 44 Het Handels- blad begon uit to geven, dat nog steeds bestaat, en dat, met August Snieders als hoof dredakteur, in de tweeds helft van de 1 e eeuw de Vlaamse burgerij besef van eigenwaarde en strijdvaardigheid heeft bij- gebracht. Al spoedig wordt de uitgever ook nog een goede vriend en doordat Conscience zich in zijn epistels aan Van Dieren meer dan eens vertrouwelijk uitlaat, komen wij heel wat to weten over de wilds jaren van zoon Hildevert. Zo vernemen wij uit een brief van 1 januari 1 64 aan Van Dieren, dat Conscience er in geslaagd is zijn zoon - hij was toen 20 jaar oud -- een betrekking to bezorgen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, wat hem dwingt to Brussel to verblijven . En dat was

130 in die tijd een heel stuk van Kortrijk, waar Conscience toen als arrondissementskommissaris net zijn gezin gevestigd was . « Of hij daar zal gedijen, schrijft de sceptisch ge- stemde vader, « moat ik afwachten . In alle gevai kost zijn onderhoud in de hoofdstad mij veal geld en kom- mer Maar al spoedig blijkt dat de kantoorkruk voor zoon- lief een foltertuig is en hat kantoor een gevangenis zonder tralies . Hij reageert hat dan maar of in Wein, Weib and Gesang. Vader, die vaak diep in zijn zak moat tasten, ziet dat hat leven van de zwierbol op de klippen dreigt to lopen en wendt kordaat de steven in wat hij hoopt de gewenste richting to zijn. Hij spoort hem aan zijn geluk in Amerika to beproe- ven, in die tijd nog hat land van belofte . De auteur, die enkele jaren tevoren « Het Goudland M, de eerste Vlaamse avonturenroman, had gepubliceerd, was funk gedokumenteerd over de toestanden en de mogelijk- heden in de Nieuwe Wereld en had enkele goede ken- nissen, die zich met sukses in de staat Kentucky hadden gevestigd. In een brief van 13 maart 1 66 aan de hear van Soust de Berckenf eldt, of delingshoof d bij hat Ministerie van Binnenlandse Zaken en een goede kennis van Con- science, horen wij een bezorgde vader aan hat woord « Mon fits, vows le savez, n'agit pas de maniere a me donner de la satisfaction . Au prix de sacrifices, enor- mes pour moi, je l'ai amene a partir pour l'Amerique, etat de Kentucky, ou j'ai quelques arms qui y sont eta-

131 blis. Mon fits part mardi prochain d'Anvers . n fact qua je le conduise a Anvers pour lui acheter une quantite de choses, et ne Iui remettre l'argent qu'iI doit em- porter, qu'au moment du depart . Restera-t-d en Amy - rique pendant quelque temps, ou rendra-t-il inutiles rues sacrifices par un trop prompt retour ? J'espere peu de chose de bien. - Soit ! a la garde de Dieu ! In januari 1 66 was Hildevert den in de Scheldestad scheep gegaan op hat zeilschip Advance Hij zou er aan gedacht hebben ook een bezoek to brengen aan Australia en een boek to schrijven over zijn reis- ervaringen. Dat Conscience zich helemaal geen illusies maakte over zijn zoon, komt pijnijk tot uiting in de geciteerde brief pas bij de afvaart kreeg hij hat geld in harden dat hem moest toelaten to lever, tot hij een bean zou ge- vonden hebben . En veal wijze read op de troop toe . Ja, lieve vader. Op 1 juni 1 66, zes maanden dus na zijn vertrek, hadden de ouders nog geen taken van lever gekregen van Hild ~, zoals zij hem plachten to noemen . Hij zal nog wel niet in New-York zijn aangekomen, trachtte Conscience zijn onrust in slaap to sussen . In juli krijgt hij de eerste brief van Hildevert to lezen. Hij heeft op zee zware stormen moeten door- staan, dock is tenslotte behouden en gezond te Louis- ville aangekomen. Verder nieuws blijft uit en grader Conscience maar piekeren hoe komt zijn jongen gin- der aan de kost ? Intussen is hat september geworden, maar Hild beef t

132 nets meer van zich laten horen. Wel wilt Conscience toen reeds van bekenden in Amerika dat zijn zoon to Louisville verbleef en daar als schrijnwerker 62 ft. in de week verdiende . Maar dat hij, zohaast hij het land en de taal wat beter zou kennen, naar een lonender baan zou uitzien . In oktober eindelijk een brief van Hi1d. Hij schrijft dat hij de wissel, hem door vader toegestuurd, zonder moeite heeft kunnen verzilveren . Uit het epistel blijkt vender dat hij nog steeds geen vaste grond onder de voeten heeft. Maar Conscience welt zijn hart zwaar wegen als hij beseft dat Hild op het geld gewacht heeft om naar het vaderland to kunnen weerkeren . Hij is ziek (?) geworden, schrijft hij, en is naar New-Orleans gereisd om daar met bestemming Europa in to schepen. Aangezien echter in de stad een epidemie van gele koorts woedde, mocht geen enkel schip de haven uitlopen. Na een nacht in de stad to hebben ver- bleven, was hij dan maar naar Texas doorgereisd om to proberen aldaar een geschikte baan to vinden. Uit zijn gedragingen blijkt duidelijk gebrek aan wils- kracht en standvastigheid . Een zekere Van der Stucken, een buur van uitgever Van Dieren, had op verzoek van deze laatste beloof d Hildevert aan to bevelen bij zijn broer, die te Frederiks- burg, in Texas, gevestigd was en er funk zijn brood verdiende. Conscience had zijn zoon het adres van de heer Van der Stucken doorgezonden . Maar de bezorgde vader meende dat wellicht de buurman van Van Dieren kon

133 vergeten hebben zijn broer to schrijven, met het gevolg dat Hild, toen hij zich zou aanbieden, met wantrouwen zou worden bejegend. En of Van Dieren zijn buurman nog eens zou when schrijven, mocht deze de zaak uit het oog verloren hebben . Maar een brief van Van Dieren, gedagtekend 14 okto- ber 1 67, strijkt de zorgenrimpels uit vaders voorhoofd weg de jonge Conscience heeft bij Van der Stucken een betrekking gekregen en hij stelt het uitstekend. Begin 1 6 is er weer een brief van Hild . Hij schrijft flu zelf dat hij door de heer Van der Stucken goed wend onthaald en enkele weken in zijn dienst heeft gewerkt . Maar het avonturiersbloed is in zoonlief weer aan 't gisten gegaan en heef t hem naar een andere horizon voortgej aagd . Ongetwijfeld op aansporing van de heer Van der Stucken ~, schrijft Conscience op 13 januari 1 6 aan Van Dieren, « heeft Hildevert ginder iets zonderlings ondernomen, eene zaak waarvoor een zekere Baron van Mensebach en een graaf van Gersdorf van Frederiksburg de gelden hebben voorgeschoten . Mijn zoon is naar de grenzen van het land der Indianen vertrokken met eene trein koopwaren en vele werklieden. Daar, in de wildernis, op 25 mylen van het fort Mason, hebben zy een huffs en magazynen ge- bouwd, met fortificatie en schietgaten. Daarin woont flu myn zoon met den schoonzoon van den Baron van Mensebach . Veer alle gezelschap hebben zy zes bloed- doggen. Hunne bezigheid bestaat in het opkoopen van

134 huiden, vellen, ruet, bong, was, olienoten, enz. van de wilden en van de trappers, en hun in verwisseling velerlei waren to leveren . Deze handel schynt to geluk- ken want zij hebben reeds vele duizende ponden wa- ren naar Frederiksburg afgezonden, en myn zoon, die zeer tevreden schynt, zegt dat by meent nu zoo spoedig niet naar huffs to zullen komen . Zy zitten daar to midden der Peaux Rouges, in eene ware wildernis, en eten geen ander versch vleesch dan wat zy schieten ~. In zijn antwoord van 16 januari 1 6 praat Van Dieren zijn vriend Conscience vertrouwen in . Het heeft hem bijzonder verheugd to vernemen dat de jonge man op de drempel van het geluk staat en hij is ervan over- tuigd dat, als hij het daar twee jaar kan uithouden en het er levend van afbrengt, zijn fortuin gemaakt is . Maar vader Conscience kept to goed zijn zoon en de twijfel blijft hem verder aanvreten. Aan Van Dieren vraagt hij zijn buurman Van der Stucken eens to willen pollen over de gewaagde onderneming, waarin Hilde- vert zich wel roekeloos zal hebben gestort . Aangezien de heer Van der Stucken het land zeer goed kept, zal hij wel kunnen zeggen of de zaak kans van slagen heeft. Ja, luidt het antwoord van Van der Stucken, wiens in Amerika verblijvende broer hem geschreven had, dat hijzelf op die plaats begonnen was, die toen nog erg ge- vaarlijk was, maar dat er thans meer soldaten en Euro- peanen zijn. Zoon Conscience kan er fortuin waken en baron van Mensebach en graaf van Gersdorf kept hij persoonlijk all betrouwbare lui .

135 Maar Conscience kan met loskomen van het gevoel dat het met zij n zoon moet mislopen . Zij n gebrek aan geeste- lijk evenwicht en zijn karakterloosheid zullen hem ook flu weer uit bet spoor doers lopen ... Wat dan ook ge- beurde. Het Amerikaanse avontuur bleek plots de jonge man niet langer meer in de ban to hebben . Want toen hij van vader, via Van Dieren en Van der Stucken, bet (toen vrij aanzienlijke) bedrag van 00 fr. in handers gekregen had, dreef zijn wispelturigheid hem terug naar huffs . Dat was in juni 1 6 . Hij scheepte in to New-Orleans op een driemaster met bestemming Bremen. Maar in de monding van de Mississipi liep bet schip zb stevig vast op een zandbank, dat er dagen over been gingen eer opeenvolgende tijen bet hadden losgeweekt, zodat bet nog wel een tijdje kon duren eer Hildevert to Antwerpen voet aan wal zou kunnen zetten. De laatste brief van Conscience aan Van Dieren is van augustus 1 6 Mijn zoon Hild is gisteren avond to huffs gekomen . Hy ziet er tamelijk verbrand van de zon uit, dock is gezond . Den 14en deter kom ik met hem to Antwerpen, en wy zullen to dier gelegenheid bet ons ten plicht makers, UE . en den hr. Van der Stucken voor uwe goede zorg to gaan bedanken. We kunnen ons best voorstellen welk leed achter deze nuchtere woorden moot hebben gebrand . Alweer was Hildevert mislukt in zijn poging om een toekomst op to bouwen. Hoe dikwijls nog ?

1 36 In afwachting van nieuwe mogelijkheden, kiungelt de mislt kkeling in de huiselijke kring de dagen door . Con- science was intussen benoemd tot conservator van het wiertz-museum to Brussel, waar hij tot aan zijn dood zou verblijven. In een eigen laboratoriura doet Hild aan scheikunde. Studeert hij werkelijk ? zoals zijn zuster beweert. Het zal wet niet veal meer geweest zij n dan een hobby van voorbijgaande aard. Br komen sombere wolken opzetten als begin decem- ber 1 6 to Brusel een tyfus-epidemie uitbreekt. Op een namiddag komt de kleine Hendrik met barstende hoofd- pijn van school en raakt het eten niet aan . De volgende mrorgen ontwaakt het knaapje, ijiend van de koorts . Dadeljk wordt een dokter nit de buurt ontboden en telegrafiach ook Dr . Tilleux uit Kortrijk, jarenlang de gezwsdokter en tevens een vriend van den baize . yfus ! luidt de diagnose . Hild en zij n zuster Marie moeten zonder verwijl bet huffs nit om aan de ge- vreesde besmetting to ontkomen . Marie wordt dadelijk naar Kortrij k gevoerd en zal er tij delij k verblij van bij de bevriende f amilie Janssens . Maar Hild wil er met van horen Brussel to verlaten . Later last hij zich dan toch overhalen om to Diksmuide veiligheid to zoeken. Helaas ! De besmetting was hem vbor geweest . Kort daarop moest Conscience zijn stervensziek zoontje Hen- drik verlaten om naar Diksmuide to ijlen, waar de 25 • jarige Hildevert, na een doodsstrijd van achtenveertig uur, de geest gaf in de armen van zijn vader, die niet eens de begrafenis van zijn zoon zou kunnen bijwonen, want dadelijk ward hij teruggeroepen naar een ander

137 doodsbed, dat van de 12-jarige Hendrik, die drie dagen na zijn oudere broer overfeed . Precies op diezelf de dag - 1 f ebruari 1 6 -- weed. Hildevert ten grave gedragen. Alleen zijn zuster Marie, die zoals wij hierboven schreven vejligheidshalve to Kortrijk bij een bevriende familie verbleef, en een paar f amilieleden woonden de uitvaart bij . Vanwege het snelle verloop van de pijnlijke gebeur- tenis, was deze niet in ruime kring doorgedrongen. Niet- temin volgden talrijke bewonderaars en vrienden van Conscience de rouwstoet, waaronder de toen gunstig bekende dichteres uit Diksamuide, Maria van Ackere - Doolaeghe (1 03-1 4) ). Zij had een lijkrede opgesteld, die werd voorgelezen door Aug. Pjl, de toneelbestuurder van de Diksmuidse Maatschappij van Rhetorika a Het heilig Kruys ~ . Om jets van de kerkhof-romantiek ult die dagen voor onze lezers voelbaar to waken, plukten wij uit de Iijkrede van de Westvlaamse dichteres deze verwelkte retorika- bloem Slaap zacht dan, gy onze vriend, slaap zacht onder Diksmuides kerkhofzoden, alleen sours gestoord door den weergalm van den xoem uws vaders en beglansd door de stille maan die, als het zinnebeeld uwer droeviige moeder, u dikwerf met haar zilveren licht zal komen begroeten . Weinige dagen later strompelde Conscience gebroken achter het lijk van zijn zoontje Hendrik . Nooit is hij deze slagen helemaal to boven gekomen . In de grasp van de wanhoop stale hij hat vuur aan de

13 unieke verzameling notities, schriften allerhande en vooral brieven, die hij jarenlang zorgvuldig had bewaard . Onder de brieven bevonden er zich van Chateaubriand, Leopold I, Victor Hugo, Alexandra Dumas pare, Alfred de russet, Emile Souvestre, mgr. von Diepenbrock, Auerbach, Kaulbach, Nicolaas Beets e.a. Een onherstel- baar verlies aan waardevolle dokumenten. In dit verband denken wij aan een betekenisvol ge- baar kort voor zijn dood . Toen liet hij, naar zijn dochter vertelt, een dik boek vol aantekeningen in verband met zijn leven en werk, verbranden . Hij wilde aldus beletten dat iemand na zijn dood zou worden lastig gevallen .

13

Conscience in geidnood

Conscience's schoonzoon, de dichter Gentil Antheunis, heeft het ongesluierd gezegd voor zijn vrouw Maria en het gezin van zijn schoonouders was c levee house hue middelen en verkwisting sera levensregel xnderdaad . In het gezin van de schrijver vloeide het geld door deuren en ramen weg . Vooral dan to Kortrijk, waar mevrouw Conscience als grande dame pauwe- staartte en uitgaf zonder to tellers . Conscience was trou- wens al evenmin aan de zuinige karat. Vanzelfsprekend was deze ongezonde situatie een oorzaak -- naast vele andere -- van spanningen. En Conscience maar schrij- ven, schrijven, in zoverre dat zijn pen al to vlug over het papier lisp en zijn werk er onder leed . Uit heel wat brieven aan zijn Antwerpse uitgever, P.J. Van Dieren, waarin hij steeds weer om voorschotten op zifn honoraria verzoekt, blijkt dat Conscience haast doorlopend in geldverlegenheid verkeerde, ja zelfs schul- den maakte, ook al schreef hij zich house adem . wat vraagtekens oproept, want hij had voor die tijd toch we!

141 een royaal inkomen zijn wedde als arrondissementscom- missaris, de honoraria van zijn boeken en de vergoeding voor vertalingen . Aan honoraria alleen ontving hij in de jaren 1 50 omgerekend in de muntwaarde van vandaag - zowat 400.000 fr. per jaar, toch wet een heel bedrag . Hoeveel zijn werk hem kan hebben opgebracht (hij werd in alle kultuurtalen vertaald) is bij gebrek aan gegevens zelfs niet bij benadering to schatten . Vast staat dat Conscience met haast pijnlijke nauwge- zetheid zijn financiele belangen en zijn reputatie als schrijver verzorgde . Hij wilds zoveel mogelijk uit zijn werk halen. Dat was natuurlijk zijn goed recht . Maar of en toe klinkt toch zoiets als een dissonant door. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan zijn Q Won- derjaar en zijn a Leeuw van Vlaanderen ~, die hij uit- zuiverde om de winstgevende steun van een domine- rende-klerus to verwerven. Maar toen golden verzachten- de omstandigheden . Hij moest nog doorbreken . Wat niet het geval was toen hij als auteur van Europees f ormaat wel eens a1 to nadrukkelij k op eigenbelang bedacht bleak . Zo schrijft hij op 17 oktober 1 60 aan zijn Parijse uit- gevers Levy Freres, dat hij vernomen heeft dat zijn France vertaler Wocquier hun Le Lion des Flandres en t Jacques van Artevelde • heeft toegestuurd. En dit helemaal tegen zijn zin, want beide werken, zo vervolgt hij, zijn van die aard dat zij hat nationals gevoelen van hat France publiek zouden kunnen kwetsen . Daarom dringt hij er op aan de publikatie swan zo lang mogelijk

142 uit to stellen. Vanzelfsprekend om gunstiger -verkoop- cijfers to halen. Ms men nu weet dat in hetzelf de jaar in ons land zowat overal manifestaties plaatsvonden tegen de onver- kapte annexatiepogingen van Napoleon III (Ook Gezelle gang hem to lijf), dan last Conscience zich bier toch niet van zijn fraaiste zijde zien . Enkele jaren later komt hij op hetzelfde thema terug . Om de Fransen, na bun smadelijke nederlaag van 1 70 en de bloedige nasleep ervan ti jdens de Commune to Parijs, niet ongunstig tegenover hem to stemmen, dreef hij bet zover dat hij zijn Franse uitgevers ver- zocht maar liefst geen spoed to zetten achter de publi- katie van De Kerels van Vlaanderen want, zo schrijft Conscience in zijn brief van 13 oktober 1 72 Ce livre`est l'histoire romantique dune race particu- liere de flamands (des Saxons) occupant au moyen age le littoral de la mer du nord jusqu'au pied des remparts de Boulogne-sur-mer . Cette population revendique aver energie et vante avec fierce son origin germanique. Les immenses revers qui soot venus frapper la France daps ces dernieres annees ont rendu le peuple francais justement mais excessivement susceptible sons ce point de vue et l'on pourrait mat accueiilir un livre, qui cepen- dant a ete ecrit longtemps avant les evenements cruets et desastreux de 1 74-71. Het Monk als een beschaamde verontschuldiging en dat op een ogenblik dat ons land, maar vooral toch de Vlamingen, een zucht van verlichting slaakte, flu Napo- leon III smadelijk van bet wereldpodium was weg-

143 geveegd, want heel de dour van zi jn regering had zija annexatiedrang als eon bedreiging op ©nze onafhanke- lijkheid gedonkerd . Wij zouden nog heel wat staaltjes kunnen aanhalen, die bewijzen dat in Conscience naast de romanticus ook eon nuchter zakenman leefde. Ook bij hem lebten zwei Seelen in seiner Brust ~, om hot Goethe ietwat gewij- zigd na to zeggen. Hij cijfert keel, wil er steeds zoveel mogelijk uit ha- len. Om de verkoop van zijn boeken zoveel mogelijk to stimuleren, stelt hijzelf de prospectussen ervan op en last last zich tot overdrijving verlelden. Of ales wat ik er in zeg, wel geheel waer is, dit zoo ik niet waerborgen maer in eon prospectus moot men allots zeggen... D lief hij zich eons ontvallen. Fn verder Zulke aenkondiging is in den grond slechts eon biague moor tech wanner men er eon vijftigtal al heeft ge- maekt, geraekt men tech uitgeput . Conscience wilde in de eerste plaats gelezen worden, de schrijver van zijn yolk zijn en daarom weerde hij zorgvuldig uit zijn work elke dissonant, die hot volks- gemoed zoo kunnen kwetsen en de verkoop schaden, want ook doze faktor was hier medebepalend . Ik maek alles roosverwig, tot hot ongeluk zelfs, schreef hij ronduit aan zijn vriend en kunstschilder Bertou in eon brief van 15 januari 1 63. Voor myne lezers hebben zulke werken hot meest aantrekkelykheid . Misschien ontbreekt my de f aculteit tot hot schilderen van hot kwade althans myne lezeren hebben met geerne dat ik grauw en zwart op myn palet doe.

144 Er zijn bewijzen dat Minette, bet troetelnaampje dat Conscience zijn vrouw gal, in financiele aangelegen- heden druk meecijf erde . In verband met bepaalde onder- handelingen met zijn Nederlandse uitgever A . Sijthoff, geeft volgende passes uit een brief van Conscience aan P. J. Van Dieren een glimpje to zien van wat er zich wel vaker achter de schermen zal hebben afgespeeld 1k ben er eindelijk in gelukt, mijne vrouw to overte- halen tot de toestemming in bet aanbod door U en den beer Sijthoff mij gedaan aangaande een nieuwen afstand mijner werken gedurende 7 jaren . Iet voorstel van zijn uitgever P . J. Van Dieren een herdruk op de markt to brengen van a De Lange Nagel p, een novelle uit Conscience's in 1 3 verschenen K Phantazy ~, bracht hem in alarmtoestand vanwege de tendens van bet stukje, daterend uit een periode, waar- in hij zijn vrijgeesterij uitdagend beleed. Een nieuwe uitgave kon alleen maar zijn reputatie als schrijver schaden en hem f inancieel benadelen . « Ik moet nog langer dan heden schrijver blijven en boeken verko- pen, schreef hij aan zij n uitgever. Tenslotte grog hij dan toch akkoord met de publikatie, maar dan met weinig openbaarheid . We zien eveneens de nuchtere cijferaar aan 't werk toen bet grog over zijn libretto De Dichter en zijn Droombeeld waarvoor , de toondichter van de Vlaamse Leeuw ~, muziek had gekomponeerd . De verkoop van zijn tekst wilde Conscience zelf ter hand nemen. In geen geval mocht Van Dieren de tekst uit- geven, omdat Conscience wilde voorkomen dat sommige

145 inschrijvers aanstoot zouden nemen aan het feit, dat in het stuk zwoele minnekozerij nogal hoag oplaaide en daardoor zijn werken minder zouden gekocht worden . Wel mocht Van Dieren een beperkt aantal brochures drukken op klein formaat om papier uit to sparen en de prljs zo laag mogelijk to houden Deze waren bestemd voor de vrienden en kennissen die de feest- avond zouden bijwonen . De auteur betaalde Van Dieren de verkochte exemplaren, maar vroeg voor zichzelf ook nog de aan boekwinkels toegestane korting . De kruide- nier in Conscience . Aan zijn uitgever vroeg hij voor een boek van 1 0 blz. hetzelfde honorarium als voor een van 200 blz. Kon dat niet, dan zou hij in de toekomst enkel nog werken schrijven van tenminste 200 blz. Zijn boekhouding was derwijze akkuraat gehouden dat zijn uitgever hem eens vroeg hun rekening op to makers, omdat hij dat zo goed kon ! Het verwijt van Albert Westerlinck klinkt scherp, maar niet onverdiend De man die in zijn werk het geld moralizerend afwijst en de armoede idyuisch ver- heerlijkt, blijkt in zijn dagelijkse levenspraktijk iemand to zijn, die er door een zeer ontwikkelde commerciele zin in slaagt reusachtige geldsommen to verdienen. .

146 Conscience een vri jgeest ? Conscience was ongetwijfeld een religieuze natuur. Maar starre orthodoxie lag hem blijkbaar minder. In zijn eerste mannenjaren had hij, zoals vele van zijn land- genoten, diep de invloed ondergaan van priester Lamen- neis, de heraut van het liberaal-katolicisme en meer spe- ciaal van diens ~t Paroles d'un Croyant (1 36), dat als een bevrijdende vloedgolf door de dijken brak van de contrareformatorische verstening, die al to zeer geloof en zeden had gecodificeerd meer strafwetboek dan evangelic . Zijn hele leven is Conscience in zijn hart een discipel gebleven van Lamennais, ofschoon van diens liberaal- katolicisme vooral het liberale ferment in hem is blij- ven doorwerken. Hij had een grondige afkeer van elke vorm van klerikalisme. Geestelijke vrijheid gold voor hem als het hoogste goed en in zijn beste, juister ge- zegd in zijn dapperste momenten, is hij vastberaden voor die mening uitgekomen, ongerekend dan zijn morele zwakheid bij de uitzuivering van zijn ~Wonder- jaar en zijn ` Leeuw van Vllaanderen • (1 43).

147 Vfor 1 43 is het niet moeilijk tilt to waken dat hij geestelijk evolueerde in de richting van de vrijzinnig} held. In d.it verband is van hem een revelerende brief bewaard gebleven van 20 maart 1 3 aan zijn vriend J. B. Courtmans, de echtgenoot van de schrijfster mevrouw Courtmans - Berchmans, wier novellen zeer lang populair gebleven zijn . Courtmans was leraar Nederlands aan de door Willem I to Lier gestichte rfjks- normaalschool, waar hij na zijn flood werd opgevolgd door de dichter Jan Van Beers . Conscience meldt hens het toesturen van zijn Wonderjaar en Phantazy ~, feliciteert hem met zljn didaktisch werkje K Kleine Diergaerde voor Kinde- ren en spreekt de hoop uit flat hij zich verder zal toeleggen op het publiceren van Nederlandse leer- boeken. Maar ons interesseert enkel de laatste paragraaf, omdat daarin de mogelijkheid doorschemert flat Con- science tot de vrijmetselarij kan hebben behoord Wees een der bouwmeesters des tempels, mijn vriend ! -- En zoo ryze de moedertael als een egyptische zuil boven het wangekrasch der apen ... *** *** *** Conscience H. De in de geciteerde paragraaf voorkomende vrij- metselaarssymboliek de drie puntjes driemaal herhaald, de bouwmeester des tempels, de egyptische zuil laten er geen twijfel over bestaan flat Conscience bekend was met de esoterische taal van de vrijmetselarij, die in zijn tijd heel wat meer verspreid was en met minder geheimzinnigheid omringd flan later het geval was . Leopold I was vrijmetselaar. Is Conscience lid geweest

14 van de loge? Of heeft hij enkel in zijn brief de symbo- liek van de vrijmetselarij gebezigd om zijn vriend Courtmans, die wellicht vrijmetselaar was, plezier to doer? Het bewijst dan toch op zijn minst dat hij niet vijandig stond tegenover de vrijmetselarij . En dat moet Qns niet al to zeer verwonderen . De hang naar geheimzinnigheid behoorde tot het wezen van de romantiek. Het is de periode van de geheime genoot- schappen in heel Europa . De meest bekende waxen de carbonari in Italie, ontstaan uit de vrijmetselarij en die de bevrijding en eenheid van Italie trachtten to bewerken. P. F. Van Kerckhoven had er deel van uit- gemaakt, toen hij nog to Bologna medicijnen studeerde en hij heeft ongetwijfeld met het vuur van de zeloot de demokratische strekkingen van het carbonarisme in zijn milieu gepropageerd . In ons land kende het carbonarisme slechts een zeer beperkte bijval. Toch telde het to Brussel tenminste vijf afdelingen, waaronder een Vlaamse « Het Genootschap Anneessens ~. De flanungant en vroegsocialist Jacob Kats was een overtuigd aanhanger van het carbonarisme . Ook de toen nog dweperige romanticus Conscience komt onder de bekoring van de geheimzinnigheid, die uitgaat van samenzweringen achter gesloten deuren . Ook hij wil zijn geheim genootschap en in 1 45 sticht hij met Theodoor van Rijswijck, Gustaaf wappers en Lodewijk Vleeschouwer een geheime Vlaamsg ezinde Veremging « De Toekomst ', weldra gevolgd door een tweede « Het He' 'g Verbond «, dit laatste met een onmiskenbaar maconniek gekleurde symboliek, hoewel

14 het met de vrijmetselarij hoegenaamd nets to makers had en enkel het behartigen van de Vlaamse belangen tot doel had. Het Verbond telde vier afdelingen Het Rubenskamp to Antwerpen, Het Arteveldekamp to Gent, Het Agnees- senskamp to Brussel en het Breydelkamp to Brugge . Alle leden moesten als « broeder « worden aange- sproken . Hoe diep de invloed van de « Leeuw van Vlaan- deren reeds had doorgewerkt, bewijst het bezigen van bepaalde formules. Bij het openers van elke vergadering (men zei wacht), sprak de voorzitter (men zei heer- meester) de rituele woorden « Met God beginners wij, Vlaenderen den Leeuw ! A, waarop de broeders ant- woordden « Amen -- Vlaenderen den Leeuw' . Zij hadden een eigen jaartell.ing, die begon in 1302 en rekenden met manen (maanden) en zonnen (dagen) . We moeten flu om zoveel naief heid glimlachen . Kin- deren van een vertechniseerde beschaving als wij xijn, kunnen wij moeilijk dit romantisch gedweep begrijpen . En dan de Vlaamse beweging was toen kennelijk de puberteitsjaren nog niet ontgroeid. Of « Het Heilig Verbond ' werkelijk invloed heeft gehad op de evolutie van het Vlaamse emancipatieproces, is bij gebrek ears f eitelij ke gegevens niet precies na to meters . Feit is dat de vijanden van het flamingantisme Het Heilig Ver- bond , vanwege de geheimzinnigheid waarin het zich hulde, als een duistere dreiging aanvoelden . En dat was in die tij d reeds een overwinning in de ogee van de Vlaamse stoottroepen . Na een bezoek van de Nederlander S. J. van den

150 Bergh aan ons land, publiceerde deze in 1 4 zijn Reisindrukken a, nog steeds interessante lektuur door- dat men er de geestelijke sfeer van de tijd doorheen voelt. Hij zocht toen ook Conscience op en het viel de Hollandse anti-papist op dat de Vlaamse schrijver fulmineerde tegen de al to verregaande invloed van een to machtige klerus, al stond van den Bergh wel wat wantrouwig tegenover de man, die eens zijn liberals principes verkwanselde in roil voor de steun van de geestelijkheid, die hem een grotere afzet van zijn wonderjaar' en zijn Leeuw van Vlaanderen a had voorgespiegeld. Ferder reeds, hij was toen- nog soldaat te Dender- monde, had Conscience in een 'raps libretto van zijn hand Satan converti a, dat echter nooit in druk is verschenen, de jezuieten als arglistige wezens afgeschil- derd, door hen de volgende woorden in de mood to leggen Nous devons a present a terre glisser comme de fins serpents.

In de eerste, niet gekastigeerde uitgave van zijn wonderjaar a (1 37) viert de vrijgeesterij van Con- science de vrije teugel. Hij neemt het op voor de Geu- zen tegen de katolieke Spanjaarden en de paapse gewetensdwang, wat toen als een echte uitdaging gold aan de klerus, die ter zake zijn visie autoritair opdrong . Het is trouwens veelzeggend dat de vroegsocialist en agitator Jacob Kats to Brussel een toneelbewerking van het r wonderjaar a op de planken bracht .

151 Na de uitzuivering van zijn Wonderjaar • en zijn Leeuw van Vlaanderen evolueert de rebellerende Conscience snel naar een soort beminnel k pragma- tisme. Hij bereft dat hij zijn boeken voor iedereen aanvaardbaar moet waken, wil hij door zijn yolk ge- lezen worden. En hij doet het zonder verraad to plegen aan zichzelf, omdat hij een religieuze natuur is en om- dat hij van zijn yolk houdt en het hem een behoefte is door dat yolk bewonderd en vereerd to worden . En we kunnen ons best indenken dat er heel wat zelf- discipline moet aan to pas gekomen zijn om voortaan zijn pen in bet rechte en rechtgelovige spoor to houden . Als burger echter liet hij zijn geestelijke vrijheid met aan banden leggen. Zo liet hij, tijdens zijn verblijf to Kortrijk, zijn zoon Hildevert aan een rijksatheneum inschrijven . En daar was cooed toe nodig in een tijd, toen vanaf de kansel alie niet-confessionele scholen met bet vuur van de heilige verontwaardiging tot uslechte scholen • werden gebrandmerkt . Zijn voorkeur voor het officieel onderwijs bleek ook nog uit bet feit dat hij to Kortrijk tot de stichters behoorde van K De Schoolpenning ~, zijnde een a Coma% teit ter ondersteuning der gemeentescholen s, dat er zelfs in slaagde een meisjesschool to stichten, die car bet gemeentebestuur van Kortrij k werd aangenomen . Conscience was to Kortrijk een trouw bezoeker van het Cafe Beige s aan de Grote Markt, waar hij na zijn dagtaak een pint placht to drinken en met een aantal gelijkgestemde bezoekers de problemen van de dag besprak. Van nature een didacticus, wilde Conscience

152 de lose gesprekken methodisch ordenen en stichtte een vereniging, die de meest absolute vrijheid van mening huldigde. Ongetwijfeld een initiatief met vrijzinnige inslag. Kort na de stichting kreeg de vereniging de hemming « Societe Litteraire ~, wat er op wijst dat het Frans er de gebruikelijke taal was . Van de sekretaris, A. C. Van der Cruyssen, weten we dat « al de stellingen die Conscience vooruitzette, getuigden van de grootste vrijheidsliefde, van de hoogste verdraagzaamheid « . Ofschoon toen reeds een gezaghebbend auteur met internationals f aam, waagde Conscience het echter niet de « Societe Litteraire « een Vlaamse impuls to geven . Steeds overal verzoenend optreden ! had de minister hem bij zijn benoeming tot arrondissementskommissaris ingescherpt. Jawel, Excellentie . Uit de annalen van de vereniging blijkt dat Conscien- ce er enkele malen een lezing heeft gehouden, o .a. over « Richelieu en over « La theologie et le cults primitif de la grande race germanique « . Meestal in het Frans . Uit deze houding besluiten dat hij zijn fiamingantisme slechts met de lippen beleed, is hem onrecht aandoen . Steeds is hij een overtuigd flamingant gebleven, maar van de stormram-politiek van zijn jonge jaren was hij geleidelijk overgeschakeid op een soepele taktiek, zon- der enige verloochening van zijn diepste overtu iging . Soinmige jongeren, die hij in de « Societe Litteraire « aantrof, o .m. Theodoor Sevens en A. C. Van der Cruys- sen, moist hij voor de Vlaamse zaak to winners. Later

153 hebben zij in ooze Vlaamse letterkunde een bescheiden naam weten to verwerven. Hij schrok er zelfs niet voor terug een poor malen het woord to voeren in sterk uitgesproken vrijziniige verenigingen . Op januari 1 71 - hij verbleef toen reeds als conservator van het Wiertz-museum to Elsene stood hij op het podium voor de Vlaamse ofdeling van de nog steeds bestaande « Ligue de l'Enseignement ~, die verbeten het katoliek onderwijs bestreed en op 12 f ebruari van datzelfde jaar hield hij een spreekbeurt to Gent in het nog steeds bestaande Van Crombrugghe.. Genootschap, dot om zijn agressief antiklerikalisme bekend stood . Vanzelf sprekend had Conscience vele vrienden. Van katolieke zijde Mgr . von Diepenbrock, een van zij~ Duitse vertalers, minister P. de Decker, de dichter- journalist-politicos Jan De Laet, zijn illustrator Ed . Du- jardin, zijn uitgever P . J. Van Dieren, e.a. Het volt echter op dot zijn intieme vrienden haast alien vrijzinnig georienteerd waxen Gustaaf Wappers, Jan Van Beers, A.C. Van der Cruyssen, F . Snellaert, Emmanuel Hiel, Pol de Mont, Julius Hoste, om slechts de voornaamsten to noemen. Julius Hoste, de stichter van het liberale Vlaamsgezinde weekblad « De Zweep dot alle klerika- lisme genadeloos striemde, was zelf s door Conscience als zijn testamentuitvoerder aangesteld. Conscience wilde zich buiten het politieke vaarwater houden, zich aan geen enkele partij binden en door geen enkele partij geannexeerd worden . Omdat hij zich tot elke prijs als de schrijver van zijn yolk wilde erkend

154 zien, heeft hij steeds angstvallig zijn diepste overtuiging voor de buitenwereld gesluierd gehouden . In 1 72 wilde de in 1 52 to Brussel gestichte • Vlaam- sche Vrijzinnige Volksmaatschappij De Veldbloem hem als kandidaat op de verkiezingslijst voor het parle- ment. Hij moest echter de delegatie teleurstellen • Ik ben kunstenaar vooral, ' argumenteerde hij en - het moge hoogmoedig schijnen - ik acht mij jegens vaderland en yolk gehouden de kunst to blijven beoef e- nen, zoolang mijn geestesvermogen niet to veel ver- zwakt is. y Eerder reeds had hij zich to Antwerpen can de gemeentepolitiek gewaagd en daarvan was hem voor de rest van zijn leven een bittere smack bijgebleven. In 1 1 wenste het Davidsf onds hem to huldigen met een banket . Maar hij wees het af, want hij dacht er niet can van zijn gedragslijn of to wijken . Hij wilde de schijn niet wekken een voorkeur to laten blijken voor om 't even welke staatspartij . Hij kon alleen een hulde aanvaarden die uitging van Vlamingen van elke opine. En deze hulde had nog hetzelfde jaar to Brussel plaats, naar aanleiding van het verschijnen van zijn honderdste boekdeel. Het was dan ook, naar zijn wens, een massale manifestatie van Vlaamse solidariteit boven alle par- tijen en wijsgerige strekkingen . Een unieke gebeurtenis in een door fanatisme verscheurd land . De Leuvense universiteit vereerde hem bij deze gelegenheid met een doctoraat honoris causa Tenslotte wekt het bevreemding dat in het werk van Conscience nooit geestelijken voorkomen, uitgezonderd dan in zijn ` Wonderjaar en zijn Leeuw van Vlaan-

155 deren ~. Nochtans was de dorpspastoor in de landelijke novellen van de romantiek een voorname figuur, want hij was inderdaad niet weg to denken uit het dorps- leven van die tijd, dat grotendeels door hem bepaald wend. Had Conscience nit het begin van zijn schrijvers- carriHre geen al to beste indruk bewaard aan het machtsmisbruik van de klerus, wat tevens zijn kronisch antiklerikalisme verklaart ? Het zal wel steeds een vraag- teken blijven.

156 Conscience, de onvermoeibare zwerver

ZRerfdrang behoorde tot de komponenten van Con- science's complexe natuur. Zijn leven lang is zwerven voor hem een bron van geestelijke verfrissing en troost geweest. Zwerven was hem een behoefte als innerlijke onset, spanningen, verdriet, tegenslagen hem kwelden . Ook als ontspanning bij zijn veelal koortsige, scheppende arbeid, want hij kon zich letterlijk buiten adem schrij- yen. Conscience grog helemaal op in zijn werk, in zoverre dat hij in zijn gezin, naar het woord van August Snie- ders, Gods water over Gods akker liet lopen en dat hij de Kempen introk, vaak wekenlang, zodra hij zich diets maakte dat er weer zwarte beesten in zijn hoofd zaten. Nu was Snieders niet bepaald zijn beste vriend, al had hij grote waardering voor Conscience . Maar de nuchtere Snieders had flu eenmaal mets van een bohe- mien. Conscience wel. Zijn oudste zoon nog meer. Veel meer zelfs . Conscience echter nam zich streng in acht

157 om toch maar geen deuken to schoppen in het koets- werk van hat burgerlijke conformisme, wat zijn repu- tatie zou, geschaad hebben, want daar was hij ten zeerste op gesteld. Ook omdat dit voor de verkoop van zijn boeken nadelig zou kunnen uitvallen . In zijn Antwerpse tijd -- die eindigt in 1 56 met zijn benoeming tot arrondissementskommissaris to Kortrijk -- zoekt hij steeds soelaas voor zijn getor nen- teerd gemoed in de Kempen. Hij was er als jong soldaat onder de bekoring gekomen van hat droomstille land- schap en hij had er de eerste roerselen van een idylliach lief degevoel leren kennen. In 1 4 kept Conscience, een stark emotionele natuur, een morale inzinking. Hetzelfde jaar ook sterft zijn vader aan een beroerte en bovendien voelt hij zich op het hart getrapt door het fait dat de liberale regering, maar vooral toch minister Rogier, erin slaagt to verhin- deren dat hij de opdracht vervult, waarmee Leopold I hem had verguld leraar Nederlands van de konink- lijke prinsen. Met zijn gezin ontvlucht hij hat openbaar leven en zijn pomperijen en neemt zijn intrek in hat toen nog landelijke Schilde, waar hij drie maanden verblijft in het nog steeds bestaande, maar volledig verbouwde Keizershof (gevelsteen). Hij ontwierp er Baas Ganzendonck • en De Loteling ~, die tot zijn baste landelijke novellen behoren. Hij maakt large wandeiin- gen, keuvelt gemoedelijk met de eenvoudige landlieden, zit 's avonds met hen bij hat l4aardvuur en last hen vertel- len of vertelt zelf. Zo ontstaat een binding, die hem toe-

15 last tot in hun diepste wezen door to dringen en hen later tot nieuw leven to wekken in zijn heideverhalen . In zijn Antwerpse tijd is de rust van het stile heidelandschap balsem geweest voor zijn ziel . In zijn inleiding tot Blinde Roza (1 5 ) heeft Conscience het over zijn omzwervingen met zijn vriend Jan Van Beers in de Antwerpse Kempen, voedingsbodem en achtergrond van vele zij ner werken . Later, als hij to Kortrijk is gevestigd, hunkert hij nog vaak naar de heide en gebeurt het nog een zeldzame keer dat hij er met zijn vriend Jan Van Beers op uittrekt voor enkele dagen. Vanzelfsprekend zijn die tochten wel eens avontuurlijk gekleurd. Conscience, die los en ongedwongen met het landvolk wilde omgaan om des to hater hun eigen aard en zeden to leren ken- nen, nam steeds hat incognito in acht . Maar meer dan eens kwam hij bedrogen uit, want zijn populariteit was zozeer in de brede volkslagen doorgedrongen, dat hij maar al to vaak werd herkend. Zo verdwaalden zij eens in 1 60 in hat Zoerselbos, waar struikrovers veiligheid plachten to zoeken . Het was snikheet en onze zwervers hunkerden naar een frisse teug en een stevige hap . Zich orienterend op ruw ge- zang en het gekras van een vedel, kwamen zij terecht op een open plek, waar een twintigtal mannen en vrouwen dansten en kruiken bier van mood tot mood ginger. Achter het raampje van een schamele kroeg zagen onze vrienden schotels rijstpap en frikadellen hun toelachen . Er werd blijkbaar kermis gevierd . Na de daps hief een kerel het Loze Vissertje aan,

15 dat in Conscience's « Wonderjaar voorkomt, waarop Van Beers dadelijk inviel . De boeren gaapten hem aan . « Weet gij wel, ' zei een hunner, « dat deze herberg op de plaats staat van Wolfgangs nioordkuil ? • Het ijs was gebroken. Uit gesprekken bleek flu dat de Zoerselaars de geschiedenis van Wolfgang en zijn rovers uit Con- science's « Wonderjaar kenden . Toen ze flu ook nog van Van Beers vernamen dat Conscience in levende lijve v66r hen stond, keken zij hem met eerbiedige bewondering aan en dadelijk kregen onze uitgeputte zwervers rijst- pap, frikadellen en bier in overvloed toegesehoven . « Die dag, « zei Conscience later, « heb ik mijn hono- rarium van mijn eerste boek ontvangen . Inderdaad . Zijn eerste publikatie, met name « Het Wonderjaar ~, had here alleen maar schuld nagelaten . Meer dan eens hebben beide schrijvers de Kempische abdijen van Westmalle, Tongerlo, Averbode en Postel bezocht. De schatten van de abdijbiblioteken hadden bun belangstelling, vooral die van Van Beers. Ook in het Hageland zwierven zij road . In Houwaart, een dorpje in de buurt van Diest, waar Van Beers een stuk van zijn jeugdjaren had doorgebracht, logeerden zij enkele dagen in de pastorie. Daar ontstond Con- science's « Plaag der Dorpen • (1 55), dat de gesel van de drankzucht behandelt . Een thema, waarop de pastoor de romancier attent had gemaakt aan de hand van gruweijke voorbeelden in zijn parochie . De onzalige tijd dat in Vlaanderen en in heel Europa de proleten hun miserie verdronken in jenever . Tijdens zijn verblijf to Kortrijk, • van 1 56 tot 1 6 ,

160 gaat de belangstelling van Conscience als toerist uit naar Vlaanderen en de kuststreek. Zijn reisgezel wordt flu de inspekteur lager onderwijs en goede vriend A . C. Van der Cruyssen, een bescheiden literair talent met enkele vergeten novellen op zijn naam. Conscience had hem leren kennen in de « Cercle Litteraire .. Beiden zijn hartstochtelijke wandelaars . Naar onze maatstaven legden zij ongelooflijke afstanden af, steeds to voet. Tientallen kilometers per dag . Het woord « toerisme bestond teen nog niet . Naar romantische visie was het een avontuurlijk zwerven in de natuur, van dorp tot dorp, en een meeleven met de simpele landlieden. Het toerisme van onze dagen is daarvan niet eens een bleke afschaduwing . Volgens Conscience moest een voetreis « de zenuwen sullen, den mensch afbeulen, de lichaamssterkte plooi- baar waken ~ . Kort gezegd noemde hij deze uitputtende fysieke prestatie « zijnen beer temmen ~ . Wat hij er precies wee bedoelde is ons niet duidelijk . Zijn innerlijk evenwicht terugvinden wellicht ? Er blijft zoveel van deze complexe natuur veer ons verborgen . Te oordelen naar het zeggen van zijn reisgezellen meet bet ziekelijke, ten dode opgeschreven knaapje van weleer, tot een eiksterke man zijn uitgegroeid . Steeds liep hij vooraan . Nooit bleek hij vermoeid . Waar de anderen aan het eind van een lagge voettocht of bij een moeizame klim bekaf waxen, vertelde Conscience luchtig allerhande leuke moppen om er de weed in to houden. Ieermalen zwierf hij langs de kust . In De Panne,

hi toen nog een gehucht van Adinkerke, verbleef Mj in de herberg a La Reunion .. De vissershutten lagers uit- gezaaid in de duinen, nog niet verknoeid door de hotels en villa's die er thans over elkaar struikelen. In 1 5 , then Conscience zich vanwege zijn koortsige arbeid door eon inzinking bedreigd achtte, had l ij bij doze eenvou- dige vissers de innerlijke rust teruggevonden . Hij leefde met hen mee, zat met hen aan tafel en stale zelfs met hen in zee. Hot vissersvolk inspireerde hem zijn roman Bells Stock ., die twee jaar later hot licht zag (1 61) . Van der Cruyssen vertelt verder over een memorabele tocht van Adinkerke naar Middelkerke, blootsvoets door de plassen water om de weg to verkorten, de brook opgestroopt tot hovers de knieen en schooners en kousen bengelend aan de wandelstok op de schouder . Te Koksijde wilde Conscience de Hoge Blekker op . Te Nieuwpoort-aan-Zee, dat then nog maar een bescheiden hotelletje telde, zouden de vrienden overnachten. Maar or waxen eon paar Antwerpse vrienden in de buurt met als gevolg eon flunk avondmaal en een stevig glas . 's Anderendaags word de tocht voortgezet en na heel wat perikelen arriveerden zij tenslotte dan toch in hot feestelijk getooide Middelkerke, waar Conscience was uitgenodigd door eon Brusselse onderneming, die hot ongerepte vissersdorpje tot een moderne badplaats wilde promoveren . Muziek, vlaggen, slingers, bloomers, de hole gamma van hoogwaardigheidsbekleders met gouverneur Vram- bout aan de spits. En eon banket. En spreekbeurten . En ales in 't Frans. Maar Van der Cruyssen veerde

162 op en voerde ongevraagd het woord in het Nederlands. Toen hij zei dat Conscience mede aanzat, sloeg de geest- drlit uit als een vlam . En moest ook Conscience spreken . De hartveroverende redenaar die hij was, ontketende een storm van toejuichingen. Hij stal de show, om het in de taal van vandaag to zeggen . Later nam hij steeds meer vakantie to Blankenberge, dat aLs badplaats een snelle ontwikkeling kende en voor-r a den Antwerpenaars aantrok . Hij ontmoette er dan ook geregeld vrienden en kennissen, vooral August Snieders, de bekende romanschrijver en hoofdredakteur van Het Handelsblad ~, die gedurende een halve eeuw dagelijks met zijn felle pen op de vijanden van het Vlaamse yolk inrende. Op zekere dag stelde Conscience zijn vriend Van der Cruyssen een voetreis van Kortrijk naar Brussel voor . O,pgetogen stemde deze hiermee in, mits er een ommetje bij mocht over Oost-Rozebeke, waar de inspekteur ambtelijk jets op to knappen had . Het was begin mei en een lentelijk weer, toen zjj bij het eerste morgen- gloren opstapten . In een niet nader genoemd dorp tus- sen Kortrijk en Oudenaarde, waar beide vrienden even in een herberg uitbliezen, wend Conscience herkend door een schepen van de gemeente, die juichend op hem toesnelde Conscience ! Conscience ! Welke eer voor onze gemeente zulk een grout man in ons midden to hebben. Vandaar trokken de zwervers over Herzele naar Dendermonde, waar zij de nacht zouden doorbrengen . Conscience wilde Herzele terugzien omdat hij aldaar in

163 1 30 als soldaat was ingekwartierd geweest en er, na een full, in een vijver was terechtgekomen, waaruit een potige marketentster hem op vaste grond had getrokken. In het dorp werd Conscience bet voorwerp van een luidruchtige manifestatie. Een portret van de schrijver in een van zijn boeken had een jonge man dadelijk op het rechte spoor gebracht . Geen twijfel mogelijk. Hij stood vbor Conscience. De burgemeester die toe- vallig in de buurt was, heette hem laaiend welkom in zijn gemeente, die welds in rep en roer stood . De dorpelingen wilden de schrijver zien, die zozeer hun gemoederen wist to beroeren met verhalen, waarin zij zichzelf herkenden . Ofschoon daardoor zijn reisplan in de war kwam, kon hij het niet van zich verkrijgen, het verzoek van zijn geestdriftige bewonderaars of to wijzen en bleef hij to Herzele overnachten . In de loop van de avond huldigde de plaatselijke fanfare hem met een serenade. De dag nadien vertrokken zij in de rich- ting van Denderleeuw en bereikten tegen de avond bet Wiertz-museum to Elsene, de wooing van Conscience . Van der Cruyssen heeft het nog over andere voet- tochten met Conscience, o .a. in de omstreken van Tielt. Zelf to Nevele geboren (1 36), bracht hij samen met hem een bezoek aan de beide schrijvende zusters, de latere tantes van Cyriel Buysse, Rosalie en Virginle Loveling. Dat moet dan va6r 1 ?5 geweest zijn, want Rosalie Loveling overleed datzelfde jaar . Vaak zocht Conscience rust voor geest en gemoed in de Ardennen . Meestal met Emmanuel Hiel, toondichter Willem De Mol en Van der Cruyssen. Op een van die

164 dagenlange voettochten in de vallei van de Lesse, kwa- men zij 's avonds hondsmoe in het stadje Saint •Hubert aan. Dat was in het jaar 1 ?2. Op uitstappen als deze zou men wellicht Conscience voor een veekoopman gehouden hebben met zijn blauwe Mel over zijn zwarte kleren, een breedgerande strohoed op het hoofd en een mispelaren stok met lederen bandje om de pots . In een of spanning laaf den zij zich aan het koele bier en besloten aldaar de nacht door to brengen . In afwach- ting van het avondmaal maakten zij nog een korte wandeling door het stadje . Toen zij zowat een uur later de herberg binnenkwamen en aan taf el plaats namen, verzocht de waard hun nog enkele ogenblikken geduld to willen hebben . Nieuwsgierig loerde De Mot door een kier van de deur in het aangrenzend vertrek en keek verlekkerd naar de verlokking van een feestelijk gedekte tafel. Maar Conscience geraakte erdoor uit zijn humeur . Daar moat een banket plaats hebben, bromde hij, en wij zullen nog lang op ons spek en eieren kunnen wachten . Had ik maar Never een dikke boterham met spek ge- vraagd, dan waren wij nu al lang bediend . Blots weerklonk buiten het vaderlands lied . Onze vrienden snelden naar hat raam en zagen de fanfare van het stadje voor de afspanning opgesteld . Op hetzelfde ogenblik traden drie harm plechtig op Conscience toe . De burgemeester en de schepenen . Zij verwelkomden de beroemde schrijver in hun stadje en nodigden hem uit op een feestmaaltijd, to zijner ere gelmproviseerd in de afspanning waarin zij zich bevonden. Buiten ward ge- roepen Leve Conscience, lave de volksdichter ! ~, een

165 bewijs dat zijn werk (in bet Frans vertaald), ook In Wallonie populariteit genoot. Conscience stelde dan Hiel en De Mol voor. Na de maaltijd bespeelde De Idol de piano en werd er gefuifd tot een funk stuk in de nacht. Van een achtdaagse voettocht in het Groothertogdom Luxemburg, samen met zijn schoonzoon Gentil Antheu- nis, Julius Hosts, Willem De Mol en Van der Cruyssen, kunnen wij thans nog het kleurig relaas nalezen, dat Julius Hosts indertijd schreef in zijn strijdend Vlaa - vrijzinnig weekblad De Zweep Met zijn schoonzoon Gentil Antheunis ging hij in 1 76 op verkenning fangs de Rijn met zijn vervallen burchten, die de hele romantiek door schrijvers van alle formaat lyrische bladzijden heeft ingegeven . Men client hierbij to bedenken dat dergelijke reizen in die tijd vaak perikuleuze ondernemingen waxen geen of zeer zeldzame treinen, meestal postkoetsen en trek- schuiten en zo goed als geen komf ort in de herbergen en hotels. Maar kleur was er genoeg en sours ook avontuur. Zijn verste refs is Zwitserland geweest, in die tijd een historisch evenement in iemands leven . Dat was in 1 66. Met zijn vriend Karel Versnaeyen (1 36-1 10), journalist en een niet onverdienstelijk letterkundige, daorkruiste hij het Zwitserse bergland . Hij had hem leren kennen to Gent op het internationals kongres van het Genoot- schap ter Bevordering van de Maatschappelijke Wer- ken dat Conscience merle had gepresideerd . Het grootste gedeelte van hun tocht hebben beide vrienden besteed aan het Berner Oberland, dat zij in velerlei richtingen doorkruisten per spoor, per post-

166 koets, maar meestal toch to voet, met alpenstok en refs tar. Dat Conscience, toen toch 54 jaar, voor moor dan n zware klim in de bergen niet terugschrok, bewijst dat hij fysiek toen nog in prima conditie verkeerde . Van zijn rein door Zwitserland vinden wfj de weerslag in een driedelige roman, waarvan hij de titel tot drfe- maal toe veranderde . Eerst heette hij hem Een kwij- nende Bloom in Zwitserland' . Kort daarop echter ver- koos hfj doze to lange titel to wijzigen in De bleeke Juffer. Schetsen uft Zwitserland Maar hij vreesde dat beide titels nogal aan de sombere kant waren en wellicht de lezer zouden afschrikken . Tenslotte verscheen hot hock in 1 6 met als definitieve tftel Levenslust ~, waarin een optimistische grondtoon doorklinkt. De roman is een doorlopende lofzang aan de schoon- hefd van Zwitserland en aan de vrijheidszin van zijn bewoners. Er komen stellfg fraafe beschrijvingen in voor Bern, de zonsopgang op de Rigi, hot Alpengluhen, enz. De schrijver is dusdanig gefascineerd door hot Zwit- serse berglandschap, dat hij zijn pen niet kan loslaten en men bijwijlen de indruk krijgt in een aardrijkskundig schoolbook to bladeren. Vanzelfsprekend is er eon lief- desgeschfedenis doorheen gevlochten . Levenslust behoort tot de romans die hot niet moor doen, zelfs om- gespeld en opgefrist. Sedert 1 6 to Brussel gevestigd als conservator van de konfnklijke muses, met als residentie hot Wiertz- museum to Elsene, zwerft Conscience gaarne door hot dichtbijgelegen, schilderachtige Pajottenland. Vanaf 1 77 wandelt of stoomt hij bij voorkeur naar Halle, waar

167 zijn schoonzoon Gentil Antheunis als vrederechter was benoemd, want Conscience is dol op zijn kleinkinderen Hendrik, zijn petekind en zijn Beveling, Karel en de kleine Berths. Meestal logeert hij in een landelijke afspanning aan de Ninoofse steenweg Au repos des Chasseurs, Geerts, dresseur de chiens de chase ~ . De volksmond sprak echter gewoon van lamme Gisj ~, een dialektische ver- bastering van Geerts . 4ok flu flog. De schrijver betrok er een eenvoudig kamertje en waste zich 's morgens gewoon onder de pomp, een heb- belijkheid die hij had overgehouden uit zijn soldatentijd . Aan de gevel van de flog steeds bestaande, maar grondig gerestaureerde herberg herinnert een gedenkplaat aan Conscience's verblijf aldaar.

Iee Conscience internationaal

Conscience behandelen als internationals figuur zou een lijvig boek vergen . Wij moeten ons dan ook beper- ken tot een vrij summiere schets die, naar wij hopen, de lezer het besef zal bijbrengen dat de Vlaamse volks- schrijver reeds vroeg een Europese vermaardheid had verworven . Op 21 en 24 augustus 1 47 had de Antwerpse liberate kraut Le Precurseur Conscience op een hatelijke manier verweten de liberate zaak to hebben verraden en dit naar aanleiding van het feit, dat hij op aansporen van de klerus zijn Wonderjaar en zijn Leeuw van Vlaanderen van antiklerikale smetten en ergerlijke taferelen had gezuiverd ! In een recht op antwoord van 25 augustus beet de schrijver van zich af. Interessant voor ons is het felt dat de 35-jarige auteur, tegenover het misprijzen van het blad, wljst op de grote waardering die toen reeds zijn werk in het buitenland genoot Gij schijnt niet to weten, schrijft hij gebelgd, of ik ooit, in de vreemde, enige achting genoten heb . West U

16 dan niet, Mijnheer, dat mijn werken herhaaldelijk werken vertaald en dat zij in Duitschland verschenen to Leipzig, Stuttgart, Bonn, Keulen, Ratisbonne (Regensburg) en Munster to Londen in het Engels to Florence in het Italiaans to Posen in het Pools to Praag in het Bo- heems ? Pelt gij voor niets de onderscheidingen (o .a. de ridderorden van Sint-Michiel van Beieren van de Zwarte Adelaar van Pruisen), welke de voornaamste vorsten van Europa zich gewaardigd hebben aan enen Belgischen letterkundige to verlenen ? In de beginperiode van zijn letterkundige carriere kende Conscience inderdaad een onverhoopte meeval, toen Duitse vertalingen van zijn werk begonnen to ver- schijnen. De best bekende vertaler van Conscience's werken in het Duits was een prelaat van f ormaat, met name Freiherr Melchior von Diepenbrock (17 -1 53) . Na een eerder stormachtige jeugd, had hij zich tot de geestelijke staat geroepen gevoeld. Hij werd prins-bisschop van Breslau, later kardinaal en heeft positief bijgedragen om de Kerk en de Pruisische regering nader bij elkaar to brengen . Als letterkundige behoorde hij tot wat wij de neo- gotische romantiek zouden kunnen noemen. Ms vertaler is hij zeer bedrijvig geweest. Zijn voorkeur grog uit naar de Middeleeuws-Latijnse en kristelijk Spaanse en Ita- liaanse letteren . Wij weten dat Gezelle heel wat bij hem heeft opgestoken. In 1 44 had de Duitse gravin von Dornabey met haar pupil, het prinsesje von Turn and Taxis, to Antwerpen uitbundig Conscience horen roemen . Zij wilde zijn werk

170 leren kennen en kocht zijn kort geleden verschenen no- vellen « Hoe men Schilder wordt ' en « Wat een Moeder lijden kan ~. In de heimat teruggekeerd, gaf zij de boek- jes door aan mgr. von Diepenbrock. Deze ruimdenkende prelaat vond het helemaal met beneden zijn waardigheid de beide novellen, later ook nog ander werk, to vertalen ten behoeve van de Duitse katolieke lezers . Dit in tegenstelling met een aanzien ijk deel van onze klerus - van het leven vervreemd door een versteende moraalteologie -- die in alle ernst meende dat -het werk van Conscience de deugdzaamheid van het vrome Vlaamse yolk in gevaar bracht. Dnder de titel « Flamisches Stilleben A bezorgde von Diepenbrock een vertaling van « Siska van Roosemael D, « Hoe men Schilder wordt en « Wat een Moeder lijden kan A . Doordat hij een Platduitser was, viel de lektuur van Vlaamse teksten hem niet moeilijk. Toch gleed hij er wel eens to viug over heen . Even een voorbeeld « onbe- leefd vertaalde hij door « unbeliebt ! Tussen Conscience en van Diepenbrock wordt het een vriendschap voor het leven, zoals blijkt tilt hun brieven . De prelaat komt zelfs enkele malen bij de auteur op bezoek. Zo maakt hij op 17 april 1 55 een drievoudige f eestvreugde mee de geboorte van Clara, het derde dochtertje van Conscience, de blijde verrassing van zijn bevordering tot officier in de Leopoldsorde en tenslotte het f eit dat hem vanwege Leopold I een kostbare ring was toegestuurd, als blijk van de koninklijke waardering . Al in een vorig hoofdstuk hebben wij kanunnik David de professorale schouders misprijzend zien ophalen voor

171 Conscience's werk. Naar aanleiding van Mgr . von Die penbrocks vertaling, knuppelt liij genadeloos op de auteur en de vertaler los in een brief van 16 maart 1 45 aan de Antwerpse uitgever Buschmann Je me rejouls de tout le tapage qu'on a fait a propos de l'entreprise du docteur Diepenbroc, qui va traduire ou a traduit d~ja les ouvrages de Mr . Conscience Wat een Moeder lijden kan etc... Mais que Mr. Conscience ne croie pas pour cela qu'il ail fait des chefs d'oeuvre . Si daps le petit opuscule que je viens de titer it y a une seule page litterairement parlant supportable, je me declare fou . Aussi m'est-il impossible de comprendre la conduite ou plutOt Ic jugement du docteur Diepenbroc. * In Duitsiand kept Conscience - later ook Felix Tim- mermans - een ongemene bijval, tot zelfs in de hoogste kringen . In 1 46 verschijnt Enige bladzijden uit het hock der Natuur , een romantische, reigieus getinte visie op de schepping, vervlochten met jeugdherinnerin- gen. Conscience had een uitgesproken voorliefde voor dit bock. Bekend is de brief van de wereldberoemde natuur- onderzoeker Alexander von Humboldt aan Conscience, waarin hij zich zeer lovend uitlaat over dims werk en meer speciaal over Emge bladzijden ult het hock der Natuur . Hij had kunstschilder Gustaaf Wappers, . direk- teur van de Antwerpse Kunstakademie, die toen in Prui- sen vertoefde, verzocht de brief to willen bezorgen aan dims vriend en medewerker Conscience, die het ambt van griffier bekleedde in dezelfde inrichting . Met het in

172 bet Frans gestelde epistel grog ook een portret mee van de geleerde. a Berlin ce 27 Sept 1 47 Monsieur, Un grand artiste (met name wappers) qui s' honore de Votre amitie et que l'Allemagne envie a Votre noble Patrie, vent biers se charger de ces lignes . Elles sont l'expression d'un sentiment d'admiration due au caractere d'originalite native, de simplicity tou- chante, d'amenite vertueuse qui soot la source des im- pressions que Vous savez produire et dont le reflet ne se perd pas meme daps les traductions plus ou moms heu- reuses. En portant ce jugement de Vos ouvrages, surtout de ce Boek der Natuer » qui repond si biers a son titre, je me fait l'interprete de cette Allemagne trop longtemps dedaigneuse envers les idiomes dune m€me parente mail modifies par des differences d'organisation intel- lectuelle et physique, difficiles a saisir. J'ai eu le plaisir de lire moi meme au Roi et a la Reine, au haut de la colline historique de Sans-Souci, quelques unes des nobles productions de Votre sensibilite, inter- pretees par un Prince de l'Eglise digne de Vous com- prendre. (Mgr. von Diepenbrock wordt bier bedoeld) . On est sftr de plaire daps arse soiree dont Vous f sites les frais, Monsieur ! J'ai appris avec arse vive satisfaction que S.M. le Roi Leopold, appreciateur eclaire du vrai merite Vous alt donne une marque de Sa haute confiance, en Vous rap- prochant de ce qu'II a de plus cher (met name Con

173 science's benoeming tot leraar van de koninklijke prin- sen, die hij echter nooit to zien heeft gekregen) . Agreez, je Vous prie, Monsieur, l'hommage des senti- ments affectueux du Voyageur preadamite de l'Orenoque et des Steppes d'Asie .

Al . Humboldt . .

Spoedig daarop zou Conscience in Frankrijk aan bod komen. In de Parijse Illustration verschijnt in 1 4 een vertaling van ` Siska van Roosemael ! en in hetzelfde jaar 1 4 schetst de kriticus Saint-Rene Tallandier in de wereldbekende « Revue des Deux-Mondes in brede trekken de Renaissance flamande en Belgique . . Van daze renaissance is, naar zijn oordeel, Conscience a l'ex- pression la plus complete . . Na een lovende bespreking van zijn reeds verschenen werk, kondigt hij aan dat de Vlaamse auteur weldra in hat Frans geschreven novellen zal publiceren. Blijkbaar een wensdroom . Overigens zul- len er nag wel enkele jaren over heen gaan, ear vertaald werk van Conscience in Frankrijk hat licht zal zien . Dat de Franse criticus hoof dzakelijk uit liberale bronnen van bij ons geput had, blijkt uit hat fait dat hij ten zeerste betreurde dat de romancier in zijn geschrif- ten al to zeer bleak over to hellen naar de demagogic clericale qui trouble et trompe le pays depuis 1 30 . . Alexandra Dumas' schaamteloos plagiaat van Con- science's Q Loteling ., in 1 53 to Brussel gepubliceerd en waarover wij hat hierboven hadden, had in Franse lite- raire kringen nogal wat defining doen ontstaan, die even-

174 we! voor onze Vlaamse schrijver publicitair gunstig was geweest . In 1 54 verschijnt dan oak bij de bekende uitgever Michel Levy to Parijs de eerste reeks novellen van Conscience, onder de titel « Scenes de la vie flamande .. Het zijn « wat een Moeder lijden kan «, de « Arme Edel- man •, de « Loteling • en « Rikke-tikke4ak . . De verta- 1mg is van de Gentle universiteitsprof essor Leon wocquier, met wie we straks nader kennis zullen waken . Het is meteen de doorbraak, niet het mint dank zij Theophile Gautier, deze grootmeester van het woord, aan wie Baudelaire zijn « Fleurs du Ma! . opdroeg. In de Moniteur universe! A van 10 juni 1 54, het officiele blad van het Tweede Keizerrijk, begroet Gautier Con- science all een geboren verteller en een schilder met het woord, in zijn kunst verwant met de Vlaamse en Hollandse intimistische meesters uit de 17e eeuw . « Nous n'hr sitons pas a predire a M. Henri Conscience un long et durable succes ., besluit Gautier. Hier even een noot in de kantlijn . Het piktureel vermogen van de Vlaamse schrijver trof ook de rasschilder Vincent van Gogh, getuige dims brief uit 1 aan zijn broer Theo, waarin hij het heeft over de Kempense novellen van Conscience

« Sais-tu qu'il y a la-dedans des descriptions de paysage aver des notes de couleur d'un juste, d'un senti, d'un primitif de premier ordre ? Et c'est toujours comme cela . Ah won cher frere, ces bruyeres-'la, de la Campine, c'etait pourtant quelque chose. .

175 Om to eindigen nog een France echo en wel de uitla- ting van A . de Pontmartin in zijn Nouvelles causerles litt~raires (1 55). Het is bewondering in de overtref- fende trap Je veux essayer de 1'imiter . Quel honneur si, au haut de mes efforts, on pouvait pendant un quart d'heure, me prendre pour un flamand . Conscience moet de Parijse uitgevers Calmann-Levy heel wat zilver in 't laatje gebracht hebben, als men be- denkt dat hij vrij vlug tot bun best-sellers gaat behoren en zelfs Charles Dickens en zelfs de wereidveroverende Walter Scott een heel stuk achter zich last . De meeste France vertalingen van Conscience's werh zijn van de hand van twee onzer landgenoten Leon Wocquier en Felix Coveliers. Felix Coveliers (Leuven 1 2 - St.-Joost-ten-Node 1 7) was advokaat en heeft enkele toneelstukken op zijn aktief. Hij was echter ook en voorai journalist, verbonden aan het in 1 6 opgerichte dagblad r La Chronique dat in de Sint-Hubertusgalerijen gevestigd was en vanwege zijn bijterige toon bij de Brusselaars in de smack vigil . Wereidoorlog I boorde het de grond in . Coveliers vertaalde, na de dood van Wocquier, enkele werken van onze romancier, die wel eens hard tegen hem kon uitvallen, als deze met zijn vertaalwerk niet op de gestelde datum klaarkwam . Veruit de voornaamste France vertaler was een vol- bloed Waal, met name Leon Wocquier (Habay-la-Neuve 1 21 - Gent 1 64). Hij doceerde recht en wijsbegeerte aan de Gentse universiteit en publiceerde zelf een negen- tal romans en dichtbundels . Zij liggen begraven onder

176 het stof der vergetelheid, wat lang niet het geval is met zijn vertalingen van Conscience's werken, die bij Levy to Parijs tussen 1 54 en 1 66 het licht zagen. De nonkonformistische Wocquier moet voor velen een levende ergernis geweest zijn, doordat hij een ongewenst relief gaf aan het gladgestreken en oerdeftige • corps professoral de l'universite de Gand » . Dagelijks kon men de eenzaat aantreffen in het nog steeds bestaande cafe La Carpe op de hoek van de Kortrijksesteenweg en de IJzerlaan, waar hij zich urea aan een stuk met pen en absint door het oeuvre van Conscience heenworstelde, ofschoon hij al to grote moei- lijkheden behendig wilt to omzeilen. Tusen haakjes hij vertaalde o.m. ook Beets en Van Lennep in het Frans . Dat deze raszuivere Waal grondig het Nederlands be- heerste in een tijd dat velen van zijn Vlaamse kollega's aan diezelfde universiteit over hun eigen dialekt strui- kelden, de zeldzame keren dat zij er met buiten konden, verdient dat wij hem posthuum een korreltje wierook branden. Hij kende een droevig einde. Amper 43 jaar oud, over- feed hij in r Het Strop to Gent. Geestesziek. Was het de absint ? Wie zal het zeggen . Er blijft zoveel van onze evenmens en van onszelf voor ons verborgen . Hij zal geestelijk wel een vagant geweest zijn . Zij zijn van alle tijden. Laten wij hem dan ook meewarig gedenken met een vers nit de kroegliteratuur van de middeleeuwse vaganten • Sit Deus propitius isti potatori (God weze deze slampamper genadig) . Een eervolle vermelding verdient stellig de to weinig

177 bekende prof. J. Stecher (univ. Gent, later Luik) . Hoewel stark linksgeorienteerd, waardeerde hij Conscience om diens volksverbondenheid. In 1 53 vertaalde hij De Boerenkrijg in hat Frans en publiceerde een verdien- stelijke Histoire de la Litterature neerlandaise en Bel- gique . (1 7) . Als in 1 65 de volumineuze Grand Dictionnaire Universal du XIXe Siecle van Larousse verschijnt, wordt Conscience er in opgenomen en vrij uitvoerig behandeld . Men krijgt hem in eigen Franse belichting to zien. Hoe bestaat hat dat een talentvol schrijver als Conscience een ten dode opgeschreven gewesttaal kan verkiezen boven hat Frans, ja zelfs die taal bekampt ? En refusant de dormer a ses oeuvres litteraires une autre forma qua le flamand, en persistant a combattre l'introduction de la langue francaise daps la litterature de son pays, Conscience noes paralt avoir obei a un pa- triotisme exagere, d'autant mieux qu'il ne doit pas s'abuser sur les chances de restauration d'un idioms abandonne depuis longtemps et non sans raison . Quoi qu'il en soft et grace au bon marche qua nous savors faire de notre vanite nationals lorsqu'il s'agit d'une oeuvre de merits, nous aeons accords droit de cite parmi nous et une place honorable parmi nos meilleurs roman- ciers a M. Henri Conscience . . Het lijkt wel erg veal op een poging tot geestelijke annexatie. Even luisteren nog naar volgende passes . De laatste volzin is typerend voor de geest van hat hale artikel. Toes ses livres et nous le constatons malgre le de-

17 darn de Conscience pour notre langue, bien que portant en eux le parfum du terroir et marques au cachet d'une originalite native incontestable, sont francais par bien des cotes, n'en deplaise a leer auteur et principalement par le tour vif et rapide du recit, la grace des caracteres, le brillant des descriptions et l'interet savamment menage de la composition . C'est pourquoi la 1itt~rature francaise a adopt Con- science, non comme un etranger, mats comme un enfant prodigue longtemps absent du foyer paternel et dont on fete le retour. Niet alleen in Duitsland en Frankrijk werd Conscience vertaald. Drukken en herdrukken zagen het licht in heel Europa. In Engeland verscheen, na herhaalde uitgaven van bepaalde rowans, het volledig werk van Conscience to Londen, bij Burns en Lambert . Later volgden de Verenigde Staten. Zij brachten een herwerkte uitgave op de markt, die een ruime versprei- ding kende. Uitgevers in Florence en Modena introduceerden Conscience in Italie . De Zwitsers lawn hem in een Duitse uitgave, die to Zurich van de pers kwam. Reeds in 1 50 konden de Zweden Het Wonderjaar lezen en in 1 53 leef den de Finnen wee met de idyllisch gekleurde lotgevallen van De Loteling ~ . Spanjaarden, Portugezen, Polen, Tsjechen, tot zelfs Armeniers konden Conscience in hun moedertaal lezen.

1.7 Clpvallend is wel dat ook in het buitenland, evenals bij ons, de voorkeur van de lezer ging naar a De Leeuw van Vlaanderen ~ . G . Schmook moist niet minder dan 64 Duitse vertalingen ervan op to sporen, 21 Franse, 3 Engelse, 3 Poolse, I Finse en 1 in het Esperanto . En dit stukje statistiek dateert van kort voor wereldoorlog II .

1 0 Literair profiel

Hierboven hadden wij het reeds over twee historische rowans van Conscience g Het wonderjaar en De Leeuw van Vlaanderen ! . Na een aantal in fitctie wortelen- de novellen to hebben geschreven, zoekt hij weer inspi- ratie in de vaderlandse geschiedenis en in 1 4 verschijnt Jacob van Artevelde . Jaren voordien, toen Conscience zijn a Geschiedenis van Belgie bewerkte, had de figuur van de wijze man van Gent hem gefascineerd . In het Belgie van toen keek echter lang niet iedereen met bewondering naar de ruwaard op . finder andere niet de sedert lang vergeten baron de Stassart, die in een zitting van de Academie Royale des Sciences et Belles-Lettres be- weerde dat Jan Breydel en Jacob van Artevelde geed fi- gured waxen, die een goede Belg kon verheerlijken . En de ezelsoren steken door de leeuwehuid, als we ver- der naar onze baron luisteren, die in diezelfde rede de definitie geeft van een goede Belg hij namelijk die de eendracht odder de Belgen helpt bevorderen door het

1 1 gebruik van bet Frans, dat naar zijn zeggen, in ons land steeds meer gesproken wordt . De dwaze uitspraak van de kortzichtige baron heett Conscience voor immer met een dikke laag verf over- schilderd. Met zijn Jacob van Artevelde heeft hij inderdaad de wijze man van Gent geadeld tot een Vlaamsnationale figuur, die nog steeds bet volksgemoed aanspreekt, terwijl aan baron de Stassart enkel nog in encyclopedieen wordt herinnerd. Vergeleken met r De Leeuw van Vlaanderen is • Ja- cob van Artevelde • veel soberder, strakker gehouden en daardoor ook lang niet zo populair geworden als de Leeuw. De lief desromantiek moet bet bier afleggen voor de politiek. In menig opzicht heeft de taal aan rijpheid gewonnen. De vaak hortende dialoog, die de Leeuw we! eens ongenietbaar maakt, loopt bier veel soepeler. Vele figuren, zoals die van de hateijke Geeraert Denys en van de Ribaudenkoning Muggelyn zijn naaldscherp ge- etst. De roman werd als een nieuw meesterwerk begroet . Het Gentse stadsbestuur zond de auteur, als dankbetui- ging voor de opdracht van zijn boek aan de stall, een in bet Frans gesteld schrijven, samen met de oorkonde van ereburger van Gent, eveneens in bet Frans . Bij een bezoek aan de stall werd Conscience met serenades be- jubeld. De professor en bibliotekaris van de Gentse umversi- teit, tevens gemeenteraadslid, baron Jules de Saint- Genois, een witte mere! onder de Belgische adel, want vlaamsgezind en een promotor van de Vlaamse letter-

1 2 kunde bovendien, betitelde in een zitting van de Gentse gemeenteraad bet werk van Conscience als een monu- ment aan de stad. Hij stelde voor een standbeeld op to richten voor van Artevelde en verwierf algemene in- stemming. Maar de regering dacht er anders over . Zij achtte het niet opportuun p, een handzame term uit de politieke hypocrisie die, nog niet zo heel lang geleden, alle Belgische regeringen met brio hanteerden om zolang mogelijk de Vlaamse eisen in de koelkast der politieke inertie to bevriezen, in de onuitgesproken hoop dat zij intussen veel van bun vuurkracht zouden verliezen . Nog even when wij bet bier hebben over De Kerels van Vlaanderen ~, dat in 1 71 verscheen en waarin Con- science de wreedaardige strijd van de vrije kustbewoners tegen de feodaliteit schildert. Maar de Kerels over wie Conscience bet heeft en die wij nog steeds onze bewon- dering toezingen in bet bekende lied, hebben nooit bestaan. En deze vergissing gaat terug op de geschiedschrijver Kervyn de Lettenhove, die zich liet misleiden door bet Kerelslied ~, een oud lied, dat door kanunnik Carton to Brugge werd ontdekt. Men kan bet dan ook Conscience nfet ten kwade duiden, dat hij zich vergiste door een vergissing van een bekend historicus over to nemen . Tenslotte ook dit nog de bekende strijdkreet Vliegt de blauwvoet, storm op zee ! die jarenlang de katolieke Vlaamse studentenbeweging zou bezielen, werd door Rodenbach aan de K Kerels van Vlaanderen ontleend. Plaatsruimte ontbreekt om andere verdienstelijke hi orische rowans van Conscience to bespreken . Hij

1 3 schreef er een twintigtal, die geheel onze nationals ge- schjedenis bestrijken. Kind van de romantiek, die hat nationals verleden als 't ware opnieuw ontdekte en naar eigen visie en ge- voel kleurde -- ik zou haast zeggen dat zij hat verleden zagen als een gebrandschilderd raam -- voelde Con- science hat aan als een roeping historisehe rowans to schrijven . Duitsers, Engelsen, Zweden en Nederlanders getuigden dat Conscience als schrijver van geschiedkundige rowans onovertarefbaar was. Dat de vlaamsgezinde Waal Lucien Jottrand dit neerschreef, most voor de Vlaamse strijders een krachtig tonicum geweest zijn . Conscience was veal wear dan een epigoon van Walter Scott, een volgeling van Alexandra Dumas, van Victor Hugo, van Alfred de Vigny. Bij alle overeenkomst met uitheemse historische romanschrijvers, trilt bij Conscien- ce jets dat hem onvervreemdbaar eigen is, dat bij de meesters die hem tot model dienden nagenoeg geheel ontbreekt. Walter Scott en de andere topfiguren in hat genre streef den in hun werk alleen naar een literaire evokatie van hat verleden. Conscience is veal rijker aan inhoud . Hij wilds en schrijver en volksopvoeder zijn . In dit op- zicht mogen wij zeggen dat hij een tenders-schrijver is geweest in positieve zin . En in zijn opzet is hij dan ook schitterend geslaagd. Hij heeft nit hat epos van hat Vlaamse verleden de vonken losgeslagen, die in de barter van de Vlamingen hat beset als yolk heeft doer oplaaien . Zo werd Con-

1 4 Conscience onder de heiboeren. Zo zag het yolk hem . Maar dit is niet de hele Conscience. Hij was een veel komplekser natuur. (Illustratie van Ed. Dujardin nit De Loteling - 1 4 ) science's romantiek een wezenlijk vruchtbare romantiek, zo kregen zijn historische verhalen een levenwekkende epische kracht, die generaties lang heeft doorgewerkt en nog steeds niet helemaal is gedoof d . Conscience was een veelzijdig auteur . Want benevens zijn historische romans komt hem ook de verdienste toe to onzent nog twee andere genres to hebben geintrodu- ceerd, die toen in de Westeuropese letterkunde met brio werden beoefend de landelijke novelle en de stede- lijke zedenroman. Zelf heeft hij ons in roerende bladzijden verhaald hoe hij, in de loop van zijn soldatenleven, onder de beko- ring kwam van het droomstille Kempense landschap en er zijn eerste idylle beleefde, later op ontroerende wijze gekristalliseerd in De Loteling ~. Het beeld van de stifle Kempen, met zijn aan de grond en geloof gebonden bewoners, de eenvoudigen van harte, is hem steeds als een snort a oase voor de geest blijven zweven. Als de bitterheid des levees hem tot aan de lippen gestegen is, zoekt hij rust en berusting in de verlatenheid van de heide. Telkens als hij diepgewond en zielsbedroefd is, zoekt hij vertroosting in de Kempen. Hij had er reeds een hele tijd verbleven in 1 4 , na een zware morele inzinking . Ook in 1 51, na de dood van zijn dochtertje Machteld, in volle verkiezingsstrijd, waarin hij door zijn tegenstanders genadeloos werd bemodderd . Hij nam er steeds zijn in- trek in de landelijke afspanning a Het Keizershof ' (go- denksteen) to Schilde, dat nog bestaat, maar dan geheel verbouwd. Daar ontwierp hij enkele van zijn beste dorps-

1 5

novellen De Loteling ~, K Baas Ganzendonck Blin- de Roza De arme Edelman a, Rikke-Tikke-Tak a. Het landelijke bij de schrijver wortelt in oude herinne- ringen, met name de belevenissen van de soldaat Conscience tijdens zijn zwerftochten door het Kempense landschap. Het voor hem rimpelloze landleven - straks zullen Streuveis en Buysse het heel anders zien spreekt de emotionele en melancholisch gestemde auteur zeer sterk aan . Uit de voorrede van De Loteling verschenen in 1 4 , vernemen wij hoe hij de Kempen en zijn bewoners zag. Hij heeft ze op romantische wijze, ik zou haast zeggen geblinddoekt liefgehad . Flier spreekt Conscience a Ik bee ziek geweest . . . Dry maanden bracht ik door op de heide . En zoo zyn de dagen myner ziekte verloopen - dagen van onzeggelyk genot voor myne ziele de tonne tegen- lachen wanneer zy, in voile majesteit, hare eerste stralen over de kimme schiet de natuer afspieden wanneer zy ontwaekt en de eerste tonen van den grooten lofzang ten hemel zendt heide en bosschen doorwandelen, myne eigen ziel ondervragen - en denken - het levee van kruiden en dieren doorgronden en bewonderen, de zui- vere lucht met voile longen ademen, biyven staen, en voortgaen, en terugkeeren, en luidop spreken in de woesteny - en droomen van onbegrypelijke schoone dingen van God, van toekomst, van Vlaenderen, van vrede en van liefde ! En des avonds ! In de oude afspanning onder den

1 6 breeden schouwmantel gezeten zyn met de voeten in de assche, met het oog naer de star gerigt, die daerboven, door het gat van den schoorsteen, my tegenglinstert als riepe zy jets tot my -- of wet, in eene onbestemde overweging, in het vuer blikken en ofzien hoe de vlam- men ontstaen, omhoog willen, zwoegen, kraken, blazen en elkander als met nyd verdringen, om met hare vurige tongen den koeketel to kunnen lekken, -- en denken, dit is het menschelyk levee geboren worden, arbeiden, beminnen, haten, groot worden en vergaen .. . Daer boven vliegt de rook ten schoorsteen uit nets anders van al tilt kraken en zwoegen ! ... En dan weder uit dien Broom opryzen om of to luis- teren wat de dorpelingen elkander zeggen . Eene kleine enge wereld rondom zich zien bewegen, met hare onver- borgen zwakheden en driften in het hart des menschen lezen en er de blootliggende dryfveeren in hare werking volgen -- en zich verlustigen in Bit eenvoudig land- leven, door de onverdorven natuer in zulke frissche toonen gekleurd. Het is dan ook helemaal niet to verwonderen Bat het ontroerenae, sentimenteel geladen verhaal van De Loteling indertijd voor velen als Conscience's meester- werk gold . Al zijn landelijke novellen zijn in dezelfde geest geschreven. Het dorpsleven wordt door hem arkadisch gekleurd, door het prisms van een argeloze poezie gesublimeerd, vaak met goedmoedige spot gekruid, denk aan Bass Ganzendonck ~ . Het zijn tenslotte idyllen, die

1 7 ver of liever boven de ruwe werkelijkheid in de sfeer van een schone onwerkelijkheid bloeien . Zijn landelijke novellen zijn als bloemen zonder wor- tels in de gistende en donkere aarde . Hij wist dat zij er waren, maar hij wilde ze niet zien. Hij wilde (of hij durfde) niet doordringen tot het instinktieve, het atavis- tische, het deterministische, de psychische konflikten, de dwanggedachten, de donkere roerselen van het onder- bewuste . Hij Meld het allemaal eenvoudig, ongenuan- ceerd, ongecompliceerd, vaak argeloos . Op het gebied van de landelijke novelle was Con- science onbetwist een meester en dat werd ook op Europees niveau erkend. Zijn landelijke verhalen werden in alle kultuurtalen vertaald en hij kreeg verdiend een plaats naast de eersterangsfiguren in het genre George Sand, Auerbach, Blicher, Bjornsen, noem maar op . Het is stellig een niet geringe verdienste, dat onomwonden werd erkend dat hij de Noordnederlandse vertegenwoor- digers op dit gebied, met name Cremer, Seipgens, Van Koetsveld ver achter zich liet . Naast zijn historische roman en landelijke novellen zijn daar nog zijn zedenromans ((Hoe men Schilder wordt Wat een Moeder lijden kan a Siska van Roosemael ~, De Burgers van Darlingen n, waarin de kleine man, de burgerij, de wereld van de handel en de adel aan bod komen . Maar ook hier geen problematiek, wel tendens en gemoralizeer, vaak to dik in de yen . De sociale gisting in Europa en in eigen land schijnt Conscience niet to hebben beroerd. De gedecideerde stag

1 van de oprukkende sociaaldemokratie heeft in hem geen echo's wakker geroepen . In de roman van een Gents arbeidersgezin, Bavo en Lieveken », verschenen in 1 65, last hij een enkele maal het licht vallen op de hemeltergende sociale toestanden uit die dagen . Hij ziet ze echter gewoon als een bourgeois van toen paternalistisch. De « beati possidentes p moe- ten meer en beter hun plicht doen. Dat de arbeiders hun eigen ontvoogding moesten bevechten, komt niet eens bij hem op . Tekenend voor zijn visie is dat hij Bavo zo spoedig mogelijk de fabriek doet verlaten om klerk to worden in plaats van in eigen milieu de strijd aan to binden voor lotsverbetering. Ook nag dat hij hem verbeten Frans doet blokken om vooruit to komen in de wereld . Con- science denkt er eenvoudig niet aan hem to doen uit- groeien tot een vechter voor politieke en sociale de- mokratie. Wellicht deelde hij de mening van pans Pius IX « De demokratie is een universele leugen ~ . Tenslotte nog een woorU over de taal van Conscience, waarover men zich wel eens vrolijk maakt, maar dan ten onrechte. Men mag toch niet uit het oog verliezen dat Conscience niet kon aanleunen bij een literaire traditie en dat Vlaanderen op verre na niet over een volwaardig taalinstrument beschikte . Hij heeft dan ook zijn Vlaams zelf moeten smeden en gelet op de omstandigheden, is hij daar behoorlijk in geslaagd . Hij schreef een boeken- taal. Hij kon gewoon niet anders, want een beschaaf de,

1 vlotte conversatietaal bestond toen niet . Ook thans staan we nog niet waar we wezen moeten . Toch ontbreekt het zijn taal niet aan natuurlijkheid en vaak frisheid. Zijn verbondenheid met het yolk en met de taal van het yolk heeft hem behoed voor gekunsteldheid en zinledige retoriek . Wel is zijn woordenschat beperkt en primitief, weintg genuanceerd bovendien . Gaarne neemt hij volkse woorden en zegswijzen over en geeft zelfs de voorkeur aan welluidendheid en beeldende kracht boven geijktheid, ook als hij daardoor van de gevestigde normen moet afwijken . Hij aarzelt ook niet nieuwe woorden to scheppen . Het gebeurt wel eens meer dat zijn taalromantiek hem ver- leidt tot puristische buitenissigheden. Individuen wor- den dan K eigelingen Maar van niet to onderschatten betekenis is het f eit dat hij, die de Vlaamse letterkunde jarenlang despotisch beheerste, de eenheid van taal met het noorden voor- stond en openlijk het taalpartikularisme van G. Gezelle en andere Westvlamingen laakte ! In zijn taal woekeren de gauicismen overdadig. Geens- zins to verwonderen als we bedenken dat hij enkel een door het Frans jarenlang verbasterd instrument ter be- schikking had. Ook wij moeten ons ter zake nog dagelijks op de borst kloppen. Maar Conscience schreef nit de volheid zijns harten en zijn taal werd door zijn tijdgenoten in binnen- en buitenland begrepen . In onze ogen een onaanvechtbaar criterium .

1 0 Conscience is verleden tijd. Juister gezegd onvoltooid verleden tijd . In de oorspronkelijke tekst wordt hij niet meer gelezen. Zijn vaak stuntelige taal, zijn verouderde en onnederlandse wendingen makers de lektuur van zijn werk voor ons erg moeilijk. Maar in bijgesnoeide uit- gaven vindt hij nog steeds lezers . Een groot stilist kan men hem met noemen, al zijn er in zijn oeuvre heel wat mooie bladzijden aan to wijzen, vooral dan plaats- en natuurbeschrijvingen, zoals de zons- opgang en het onweer op de heide, die vroeger in alle schoolbloemlezingen voorkwamen, al klinken ze ons thans wat al to plechtig in de oren . Zuiver literair gesproken, moet hij het in menig op- zicht afleggen bij sommige van zijn tijdgenoten, Do- mien Sleeckx en August Snieders, b.v. Zijn psychologie is al to simplistisch . Nooit dringt hij tot het diepste innerlijk door . De rauwe realiteit wit hij niet zien . Omdat hij het levers goed wil en schoon, maakt hij het goed en schoon, tegen alle werkelijkheid in. En toch heeft hij tot aan de tweede wereldoorlog een populariteit genoten, die geen schrijver in onze letter- kunde na hem gekend heeft . Omdat hij was, wat zijn tijdgenoten niet waren een levenwekker in de volste betekenis van het woord, een bezield en bezielend schrij- ver, die vele geslachten tot steun en richtsnoer is ge- weest. Hij voelde het aan als een roeping zijn diepgevallen yolk tot hoger levers op to voeren. Hij wilde aan de gemeenschap, waartoe hij behoorde, een ideaal voor-

1 1 houden. Hij wilde haar hoop wekken, haar schreden richten en haar wil stalen. Hij wilds zijn yolk bewust makers van zijn eigen aard en zeden . Hij voelde zich in zijn diepste wezen volksverbonden . Kortom, hij wilds en schrijver en volksopvoeder zijn . Esthetics en ethics. Dat was zijn kategorische imperatief . Jaar na jaar bedacht hij zijn yolk, dat hem veraf- goodde, met ten minste een boek per jaar. De slagzin hij leerde zijn yolk lezen is meer dan fraaie retoriek . Het is de erkenning van de kultuurhistorische waarde van zijn werk, dat zijn yolk de drang naar eigen be- schaving en het besef van eigenwaarde in sterke mate en duurzaam heef t bij gebracht .

1 2 In de schaduw van de dood

CONSCIENCE'S LAATSTE BRIEF?

Conscience kende de uitzonderlijke hulde nog tijdens zijn leven gestandbeeld to worden . Ook de zachtzinnige sprookjesdichter Hans Christian Andersen . Aan geen enkele andere schrijver uit de 1 e eeuw werd een dergelijke eer bewezen. In 1 1, naar aanleiding van het verschijnen van zijn honderdste boekdeel, werd de volksgeliefde schrijver een onvergetelijke hulde gebracht . Wat haar een emotionele waarde verleende, was het feit dat zij de spontane uiting was van de dankbaarheid en de verering van gars een yolk, dat geheel alleen de kosten ervan wenste to dragen en iedere officiele toelage afwees . De Conscience-hulde to Brussel, op 25 september 1 1, was dan ook een hoogdag in de geschiedenis van de Vlaamse herwording. Eensgezind en vrij van elk kritiach voorbehoud, werden de onschatbare verdiensten van de levenwekker van ons volksbewustzijn in een

1 3 grandioze manifestatie geprezen. Tussen haakjes tot de Nederlandse delegatie behoorde o .m. Willem Kloos . Conscience's slotwoord was een belijdenis van volks- verbondenheid, die ook nu nog ontroert lk ben geen vernuft, maar gij, Vlaamsche mannen en vrouwen, gij bemint mij ... omdat mijn hart en uw hart altijd eenstemmig hebben geklopt omdat ik in mijn werken teruggaf, wat uw hart voelde, omdat wij altijd hetzelfde streven hebben gehad omdat mijn werken in onze moedertaal hebben geschetst uwe liefde tot de moedertaal, uwe deugden, uwe echtelijke trouw, en omdat ik u altijd heb geeerbiedigd tot in de minste mijner schriften . De dag tevoren had de gemeenteraad van Antwerpen met algemeenheid van stemmen het besluit getroffen haar grote zoon blijvend to huldigen . Een afschrift van dit besluit, in Plantijns drukkerij op perkament gedrukt, werd de gevierde door zijn vriend Jan Van Beers overhandigd . Het gebaar trot hem diep, temeer daar het uitging van Antwerpen, de stad die hem zo na aan het hart lag.

Het dokument luidde

1. - Aan de oostelijke gevel der nieuwe stadsbiblio- theek, tegen de put-trap, op het Jezuietenplein in aan- bouw, zal, in naam van de bevolking van Antwerpen, op stadskosten, Hendrik Conscience's standbeeld wor- den opgericht

1 4 2.- De plaats, waar dit beeld moet verrijzen, wordt van heden of Conscienceplein genaarr d

3. - De straat, lopend aan de westzijde, langsheen de Volksbibliotheek, zal Leeuw - van - Vlaanderenstraat heten

4.- Op het huffs, waar Hendrik Conscience geboren werd, Pompstraat, zal een marmeren gedenksteen wor- den aangebracht, waardoor het yolk aan deze heuglijke gebeurtenis wordt herinnerd

5. - Het raadslid Jan van Beers, vergezeld door de leden Max Suremont, Th. Markelbach, N. J. Cuperus, A. Michiels en F. Gittens, wordt gelast op de feestelijk- heden, de 25e september to Brussel, ter ere van Hendrik Conscience ingericht, mededeling to geven van ons dit huidig besluit .

A1dus gedaan to Antwerpen op het Stadsraadhuis, in zitting van 24 september 1 1.

De Burgemeester - Voorzitter, Leopold De Wael. Op bevel De Secretaris, De Brauwere .

De stall Antwerpen belastte beeldhouwer Frans Joris met de uitvoering van het standbeeld .

1 5 De gezondheidstoestand van de schrijver, die de laat- ste jaren reden tot bezorgdheid had gegeven, kende een plotse inzinking. Dit gebeurde op 5 juni 1 2. Conscience had die dag zijn dochter bezocht, gehuwd met de dichter Gentil Antheunis, die to Halle bij Brus- sel het ambt van vrederechter waarnam . Hij voelde zich onlekker en liet zijn avondmaal onaangeroerd. Hij trok zich terug in zijn studeervertrek om een brief to schrijven aan zijn schoonzoon . Plots kreeg hij het zo benauwd dat hij met geweld het venster open- trok, zodat zijn vrouw opgeschrikt toesnelde. Zij vond haar man krachteloos tegen het raam aangeleund. Haas- tig ontstak zij licht en stelde met ontzetting vast dat een ernstige bloedspuwing hem overvallen had. Dr. Thiriard, een vriend van de lijder, was spoedig ter plaatse. Zijn diagnose sloot alle hoop uit nog enkele maanden, in het gunstigste geval nog een jaar, had de zieke to levee. Wel geraakte Conscience nog to been, kuierde in zijn tuin en grog een zeldzame keer ook nog uit. Maar zijn dagen waxen geteld. Hij verviel zienderogen en gevoelde zich tenslotte zo zwak dat, toen beeldhouwer Joris hem verzocht een paar maal to willen poseren, hij dit slechts enkele minuten kon uithouden . De onthulling van het beeld was voor velen een pijn- lijke teleursteiling . Algemeen had men verwacht de populaire schrijver in voile levensbloei en in een snort geestelijke vervoering voorgesteld to zien en men kreeg een uitgeputte, ziekelijke Conscience to aanschouwen . A1 to realistisch had de beeldhouwer zijn model weerge-

1 6 ~~~~v_~~ .

- geven en men heeft er hem dan ook achteraf vaak een verwijt van gemaakt . De onthulling zou plaats hebben op 13 augustus 1 3. Maar Conscience beyond zich toen in een zulkdanige toestand van uitputting, dat hij de uitnodiging tot het bijwonen van de plechtigheid moest afwijzen . Aan een van zijn goede kennissen, de toen bekende zangeres Valentine De Give - Lidelier, woonachtig aan de Meir to Antwerpen, en die hem verzocht had bij die gelegenheid haar gast to when zijn, schreef hij een brief, die wij hier of drukken .

Brussel, 3 augustus 1 3. Hoogwaarde Mevrouw, Ik ben u van harte dankbaar voor uw vriendelijke uitnodiging, welke ik, helaas, evenwel niet kan aan- vaarden . Mijn toestand is weinig of niet verbeterd, ik ben nog zo zwak, dat ik geen minuut lang op mijn benen kan staan zonder met pijnlijke vermoeidheid ineen to zakken. Daarenboven de aandoeningen en ont- steltenissen, noodzakelijk aan mijn bezoek to Antwer- pen verbonden, zouden al to gevaarlijk voor mij zijn . Laat ons dus de ij dele hoop verzaken dat ik, op 13 deter, de onthulling van mijn beeltenis zou kunnen bijwonen het is volstrekt onmogelijk. Vergeef, bid ik U, de kortheid van deze brief het is mij verboden to schrijven . Uw nederige en verkleef de dienaar, Conscience .

1 7 Enkele waken later, op to september, stierf Con- science. V6Gr wereldoorlog II ontdekten wij daze brief in bet atelier van beeldhouwer Vereycken . Hij bewoonde toen bet than gesloopte kasteeltje Het Posthof a (in de buurt van hat station Berchem - Antwerpen), en aldus genaamd omdat hat landgoed in 1543 ward aangekocht door Antoine de Tassis, van hat bekende geslacht der Tassis, dat gedurende eeuwen hat monopolie bezat van de postdienst binnen de grenzen van hat Keizerrijk en de Nederlanden. De beeldhouwer, die hat waardevol souvenir gekre- gen had van de letterkundige Van de Venne, die Con- science had gekend, moist ons echter niet to vertellen hoe Van de Venne in hat bezit ervan gekomen was . Het moat in ieder geval toebehoord hebben aan iemand die Conscience zeer na stond, want een pieteits- volle hand had samen met een haarlok van de auteur hat dokument ingelijst en onderaan genoteerd Dit is de laatste brief door Conscience geschreven Dit flu is onjuist . Ger Schmook, toen nog konservator van hat Archief en Museum van hat Vlaamse Cultuur- leven, deelde ons mee dat, na de brief aan mevrouw De Give - Lidelier, nog negen brieven van zijn hand bekend zijn . Een fotokopie van hat waardevolle doku- ment berust in hat Archief van hat Vlaamse Cultuur- leven to Antwerpen .

1 Rouw in alie Vlaamse harten

Op 10 September 1 3, omstreeks vijf uur in de na- middag, stierf Conscience. Er is wellicht geen rouw geweest die de Vlaamse gemeensebap dieper heeft ge voeld den deze, wijl hij haar trof in het hart, want Con- science bezat haar lief de en verering . In zijn testament had hij de wens to kennen gegeven to rusten in de Antwerpse geboortegrond, die hij met romantische vertedering had liefgehad . Antwerpen, Antwerpen... • waxen de laatste woorden die van zijn versteende lippen vielen . De gemeenteraad van de Scheldestad, bij hoog- dringendheid bijeengeroepen, nam volgende besluiten, op voorstel van burgemeester Leopold De Wael, Jan Van Beers en Jan Van Rijswijck De begrafenis van Hendrik Conscience zal op stads- kosten aanstaande zondag pleats hebben op het Kiel- kerkhof, op een nader to bepalen uur . Een familiekelder zal op bet Kielkerkhof gebouwd worden, op de pleats voor dergelijke kelders voorbehouden .

1

Een bijzondere lijkwagen zal gemaakt worden op stadskosten, evenals vroeger gebeurd is bij de plechtige begraf enis van baron Leys. In de hoofdkerk der stad zal de doodsklok geluid worden, to beginners van heden, tot na de afloop van de lijkdienst, welke donderdag to Brussel zal plaats hebben. • De vlag zal halftop gehesen worden op de toren van het Stadhuis. • Er zal een nationals inschrijving worden geopend, om een monument op het graf van Conscience to zetten . De burgemeester De Wadl en de heren Van Beers en Van Rijswijck zijn gelast al de nodige maatregelen to nemen om de plechtigheid van Zondag to regelen . Afgevaardigden van de Raad zullen Donderdag de lijkdienst to Brussel bijwonen . De regering had besloten de gevierde schrijver met nationals eer to begraven. Op 13 september had met grote plechtigheid en onder geweldige toeloop de kerke- lijke rouwdienst plaats in de Sint-Bonif aciuskerk to Elsene, gevolgd door de voorlopige teraardebestelling op de begraafplaats aldaar. Drie dagen later, op zondag 16 september, in de namiddag, had de definitieve begrafenis plaats to Antwerpen . Reeds van in de eerste ochtenduren heerste in de stad een buitengewone drukte . Treinen brachten nit alle hoeken van het land groepen en personen aan, die Conscience een laatste hulde wilden bewijzen. Aan alle

200 De Burgemeester van Antwerpen, vervult eenen droe- ven plicht, met aan zijne medeburgers tae laten weten, dat Antwerpens beroemde zoon

HENDRIK CONSCIENCE gisteren to half zes 's namiddags, to Brussel over- leden is .

A ntwerpen, den l lden September 1 3,

Op de muren van de stall Antwerpen werd in een rouw- omrande of fiche de dood van H . Conscience aangekondigd .

GELOOFD Z1i JEiUS-CHRISTUS I AMEN . 1- htUelebel-et en Zaliger ~rbadjtrniese ~'AN

Ii ENDRIK CONSCIENCE lkj nas hegaaId van God, den Geeer en den Nemer sct+rar nuor cay Gad gal, Gal earn Item es maar, wijl Hij anzer aan, nmslraalde Vlandeeland - floe prachlig' het geschemer loufvrouw MARIA PEINEN, - pan,rein Geesl, ~!ie,'al eon heaide, cpiegelglas, IiESTlElllJEft VAN 'T KONINKLIJK MUSEUM DEli ll .l •c hnune, en 't nine, in hung- en w .jder n•e rei l rcnortrnd, IIEELDENDE KIlNSTEN TE LRUSSEL aa anged,islerd en eerrnkkend iced •rga(! (~luu0 1FF1GIEII VAN I LEOPOLDSOHDER, EN/ . )lrn ~.eqt Ilis niet saner, en, rijnc seen ken kiannend LID DER KONINKLIJEE ACADEMIE aen chnnnl torn h i ~lnns den werknnsns deist,, graf . 1,rU (D DI H MAATSCIIAPPIJ VAN NEDEIlI ..4`DSCIIE N en, hint is Hij Gii inner neon, sag is IJij genes LETTEFIKUNDE aeOr u, 'l gel,,,, blindn •r.ijns Zelf, i,, crij en ,,ask, I)nl wl I TEll IIOOGE SCHOOL VAN LEI VEN, EN'1.. ran hepan self, can al dal ants in !I m mocht Hecen CF E%F s ARIloNDISsF MENTS-COMMISSARIS ~ In pard.che k,askheid or grandee menschcndsnang ., .' EEnvooRLJ'I'TER DES l,un5eien(.'e 'ii, nng Fats (ind , C'nscienc' heft s'e(~rgeger'en , (,ENooTsCHAPS DER SCHOONE KUNSTEN aan lid en can 'rijn Vulk , ant op den laaklen Jag \!EDESTrcIITEII EN, EEIIV0OIIZIT'lEII VAN HET ei,, i Ilaj aad'rea land ,inns cal ll j ee0Nig keen , LETTERKUNDIG GENOOTSCHAP, ENZ ., Ji,' bidden, zoo ass Ilij, met ass, to bidden pang! TE KBRTRIJH ENZ., ENZ . Die, geboren to ANT WERPEN, op den December 1 12, godvruchtigiijk in den eere overleed, to E,LSE,NE,, under Bruuel, Zij zu~len hem Diet hebben! op den 10 September 1 3, Vlanderen, den Leeuw! roorsien ray al de RecAten van once Moeder de Xeiltige Kerke . R. I. P. Fug. Beyaert, Kortrijk.

Bidprentf a van H . Conscience, uitgereikt op de rouwdtenst in de Sint-Martinuskerk to Kortrijk op 2 oktober 1 3 Gezelle schree f de gedachtenis . openbare gebouwen en aan de meeste huizen hingen de vlaggen halfstok . Omheen het beeld van Conscience, pas een maand tevoren onthuld, sluierde rouwkrip en aan zijn stoel had men een krans met immortellen opgehangen . Het Zwart Paard aan de Paddengracht (thans Prinsesstr. 14), eens het stamlokaal van de debuterende schrijver en tevens de zetel van het artistiek - literair cenakel, waar de opkomende romantics voeling zochten met el- kaar, was met rouw behangen door de buren, die een rouwkrans hadden gekocht en de begrafenis bijwoon- den. Van aan het centraal station tot aan de begraafplaats op het Kiel, over een lengte van vijf km, waxen de brandende gaslantaarns omf loerst en alle winkels ge- sloten. De grote hal van het centraal station was tot rouwkapel ingericht . Langs de De Keyserlei stonden de troepen opgesteld om de krijgseer to bewijzen, want de afgestorvene was groot-officier in de Leopoldsorde . Te half drie stoomde de trein met het stof f elijk over- schot van Conscience het station binnen . In de rouw- kapel werden de schoonzoon van de overledene, dichter Gentil Antheunis en diens zoontjes Karel en Hendrik ontvangen door gouverneur Pycke en burgemeester De Wad, die hun deelneming betuigden in het smartelijk verlies. Het was een aangrijpend ogenblik toen de zware kist, door acht mannen gedragen, het station buitenkwam . Eresalvo's knalden, klaroenen schalden plechtig, de troepen presenteerden de wapens, terwijl de ingetogen

201 menigte eerbiedig het hoof d ontblootte . Toen de lijk- stoet in beweging kwam, brak uit alle kerktorens een bronzen klaaglied los. De helft van de regimenten, to Antwerpen in garni- zoen, namen deel aan de plechtigheid . Af delingen bereden rijkswacht en artillerie openden de stoet, om- lijst door linietroepen. De eerste lijkwagen, die het stoffelijk overschot be- vatte, was monumentaal van afmetingen. Men had hem zelfs lager moeten makers daar men had vastgesteld gelukkig bijtijds- dat hij niet onder de Kielse poort doorkon. Hij was overdekt met het lijkkleed, dat over de kataf alk van Maria - Theresia had gehangen bij haar plechtige uitvaart in de katedraal . De tweede wagers zag eruit als een bloemenpiramide, samengesteld uit de kransen en garven, die Conscience's lijkkist bij de lijk- plechtigheid in de hoofdstad hadden bedekt. Een of deling politie opende de optocht, gevolgd door een groep tamboers, de twee muziekkorpsen van de burgerwacht en een groep weesjongens, die de vlaggen droegen van de verschillende landen, waar het werk van Conscience door vertaling bekend was . De stoet bestond uit vier afdelingen, telkens geschei- den door een dekoratief paneel . Het eerste luidde s Het Vlaamse Land aan Hendrik Conscience ~ . Daar- achter kwam het muziekkorps der jagers, gevolgd door vier weesjongens, die de kunstig gesmede krans droe- gen, welke het Komitee op het graf neerleggen zou . In dichte rijen golfden de afgevaardigden van de openbare en artistieke lichamen de voltallige ge-

202 meenteraad met burgemeester Leopold de Wael aan het hoofd, de senatoren en de volksvertegenwoordigers van het arrondissement Antwerpen, de leden van de Bestendige Deputatie en van de Provincieraad, de Aka- demie van Schone Kunsten met haar staf dragers in uniform, talrijke kulturele en artistieke verenigingen uit het Vlaamse land. Wij laten hier een opsomming volgen en dan slechts van de voornaamste kunstenaars die Con- science naar zijn ultieme rustplaats vergezelden, omdat wij hem aldus gelokaliseerd zien in de ruime kring van zijn tijdgenoten - kunstbroeders, waardoor wij meteen een konkreet beeld voor ogen krijgen van wat er in Vlaanderen aan artistiek vermogen leef de in het laatste kwart van de 1 e eeuw. Letterkundigen Lodewijk De Coninck, Julius De Geyter, Jan de Laet, Victor de la Montagne, Amaat De Vos, Emmanuel mel, J. Nolet de Brauwere van Stee- land, Domien Sleeckx, August Snieders, Raimond Stijns, Jan Van Beers, Julius Vuylsteke . De franstalige letterkunde was vertegenwoordigd door Antoine Clesse, Georges Eeckhoud en Camille Lemon- flier. De kunstschilders waren talrijk opgekomen . Wij cite- ren slechts de voornaamste Emiel Claus, Albrecht De Vriendt, Louis Gallait, Willem Geets, Victor Lagye, Rik Schaef els, Joz. Stevens, Piet Verhaert en Theodoor Ver- straete. Onder de beeldhouwers heel wat namen met klank

203 Paul de Vigne, Juliaan Dillens, Ch . August Fraikin, en Constantin Meunier . Tenslotte de toenmalige sieraden van de toonkunst Peter Benoit, Frans Gevaert, Gustave Huberti, Karel Miry (de toondichter van de Vlaamse Leeuw), Edgard Tine! en Florimond Van Duyse . De drie andere afdelingen van de stoet, samengesteld uit zowat tweehonderd volksmaatschappijen van alle slag en kleur, werden voorafgegaan door de volgende zinrijke teksten R Gij zult uw Vaderland beminnen, zijn Taal en zijn Roem s. Hij leerde zijn Volk lezen Hij stelde paal en perk aan de verbastering Honderden kransen uit alle hoeken van Vlaanderen en zelfs uit het buitenland werden in de optocht mee- gedragen bloemstukken van waarde naast eenvoudige kransen van purperen heidekruid . De prachtkrans van de Zuidafrikaanse republiek Transvaal, geflankeerd door twee Zuidafrikaanse vlaggen, maakte diepe in- druk. Achter de bloemenwagen volgden de f amilieleden, de burgerlijke en militaire overheden, het bestuur van de Koninklijke Akademie van Belgie, waartoe Conscience behoorde, hot bestuur van de Antwerpse Cercle Artis- tique enz. De koning van Nederland had zich eveneens laten vertegenwoordigen. Vier knapen, die een indrukwekkende krans van eike- loof droegen, omslingerd door een geknakte rozetak,

204 gesmeed door kunstsmid Wuyts, gingen de volksmaat- schappijen vooraf, die bloemstt ikken van viooltjes en rozen droegen . Het kunstgenootschap r Wees U zelf had ears reusachtige krans van heidebloemen gevlochten, simbool van Conscience's liefde voor de Kempen, die hem zijn mooiste bladzijden had ingegeven . Toen de kop van de stoat de Kielse poort bereikte, boven dewelke soldaten opgesteld stonden die hat ge- weer presenteerden, was de staart nog maar aan hat stadspark, vijf km daar vandaan . Een ontzaglijke menig- te verdrong zich langs de doortocht. Tot zelfs de daken zagen zwart van hat yolk. Om de plechtigheid bij het graf ears ordelijk verloop to verzekeren, had men de begraafplaats vanaf dertien uur doers ontruimen. De massa werd op afstand ge- houden door ears indrukwekkende politiemacht, ver- sterkt door linietroepen . Toen bij de ingang van de begraafplaats de lost uit de lijkwagen werd getild, knalde een laatste salvo . Nabij hat voorlopige graf, waarin Conscience's stoffelijk over- schot verblijven zou tot de grafkelder was voltooid, had men een amfiteatervormig verhoog opgetimmerd, waarop de kransen en bloemstukken warden gestapeld Men telde er 135. Nadat de familieleden en de hoogwaardigheids- bekleders rondom de kuil geschaard stonden, Monk hat ultieme vaarwel . Achtereenvolgens voerden hat woord burgemeester Leopold De Wael namens de stad Antwerpen Jan van Rijswijck namens het Willemsfonds en de .cVlaamse Vrijzinnige Vereniging * Julius Hoste, de testament-

205 uitvoerder van de afgestorvene hoofdinspekteur Van der Cruyssen namens de vrienden en de Letterkundige Kring van Kortrijk a J. Schoiers namens de Neder- duitse Bond n van Antwerpen Pol de Mont namens bet kunstgenootschap Wees uzelf Desire van Spilbeeck namens het tijdschrift « De Vlaamsche School en Nelis namens de Vlaamsche Broederbond van Brugge. Een symbolisch gebaar besloot de droeve plechtigheid . Uit alle gewesten van het Vlaamse land traden afge- vaardigden tot bij de kuil en lieten een handvol aarde, uit bun streek meegebracht, op de kist neervallen . Het proces-verbaal op perkament, in de lijkkist gesloten, luidt K Hier rust het stoffelijk overschot van Hendrik Conscience, Vlaanderens grote Dichter, geboren to Antwerpen, den 3den December 1 12, overleden to Elsene, den 1 Qn September 1 3. Als edel mens wilt bij rein to leven en rein to sterven . Zijn verhevene gedacbten, zijn edele gevoelens, zijn glinsterende waar- heden, zijn liefdevolle scheppingen volgen overal zijnen schonen naam, goddelijk en onsterfelijk. Waren aan- wezig bij de lijkkisting, de ondergetekende getuigen Julius Hoste, Emmanuel Hid, Xavier Havermans, Smae- len a .

Naar aanleiding van zijn afsterven werden heel wat gelegenheidsverzen gewijd aan Conscience . Ook Guido Gezelle herdacht hem in een gedicht, dat bij opnam in zijn aa nzienlijk vermeerderde bundel Kerkhof- blommen die in 1 bet licht zag. We laten bet bier volgen, omdat bet zo goed als niet bekend is en men

206

er uit leren kan dat onze pure dichter ook slechte verzen schrijven kon .

I XXIX

HENDRIK CONSCIENCE

3 Dec . 1 12 t 10 Sept . 1 3.

Hij was begaaf d van God, den Gever en den Nemer God gaf, God nam hem ons maar, wijl hij onzer was, omstraalde Vlanderland hoe prachtig ! - het geschemer van eenen Geest, die, als een helder spiegelglas, het schoone, en 't nine, in hoog- en wijder wereld j woonend, ons ongeduisterd en verrukkend wederga f !

Men zegt Hij is niet meer, • en, zijne werken [kroonend, aanschouwt men hopeloos des werkmans duister graf. Neen, hier en is hij niet neen, weg is hij, gerezen weer in 't geboorteland zijns zelfs nu vrij en yank, zoo hopen wij, van al dat ooit in hem mocht wezen, van aardsche krankheid of geleden menschendwang !

Conscience ontvong van God, Conscience hee f t j weergegeven, win God en aan zijn Volk, tot op den laatsten dag en, is hij andren dood, ons zal hij eeuwig leven, die bidden, zoo als Hij met ons to bidden plag !

207

Conscience's Iaatste rustplaats

Na de begraf enis van de volksgellef de schrijver, ont- stond bij zijn vereerders het plan om op zijn laatste rustplaats een waardig gedenkteken op to richten. Met dat doel kwam, op initiatief van Jan van Beers, reeds op 26 okt. 1 3, een komitee tot stand, waarin een gelijk aantal katolieke en vrijzinnige Vlamingen verzocht werden zitting to nemen, met de uitgesproken bedoeing de nagedachtenis van Conscience buiten de politieke branding to houden, welke in die tijd alles dreigde to overspatten . Jan van Beers en Jan de Laet namen het voorzitter- schap waar. In het hoofdkomitee zetelden o .m. Edward Coremans, de kunstschilders Piet van der Ouderaa en Dujardin, vader De Beucker, August Snieders, Peter Benoit, Mane Rosseels, Lambert Van Rijswijck, archi- varis Van den Brande, Julius De Geyter, Pol de Mont, vader Corvette en Max Rooses . wijkkomitees werden opgericht, waarvan de leden van dear tot dear gingen om de penning van de mindere

20 man in to zamelen. In de voornaamste steden van Vlaanderen en in Amsterdam waren plaatselijke komi- tees bedrijvig. Heel wat gemeentebesturen verleenden toelagen. Op 1 juni 1 5 beschikte men reeds over een som van 21.000 fr., een aanzienlijk bedrag voor de tijd . Een wedstrijd werd uitgeschreven . De bekroonde zou met de oprichting van het praalgraf worden belast mits een ereloon van 20.000 fr. De 33 ingediende ontwerpen werden tentoongesteld in een zaal van het Museum voor Schone Kunsten (toen nog aan de Venusstraat gevestigd. Het ontwerp van beeldhouwer Joris, die drie jaar tevoren het beeld van Conscience voor de stadsbibliotheek had ontworpen, werd bekroond . Van Beurden bekwam de tweede plaats . Als motief had hij de a Drie Zustersteden gekozen met het borst- beeld van Conscience . Het ontwerp van Jef Lambeaux, die derde gerangschikt werd, voorzag een hoge Egyp- tische piramide met ingewerkt medaljon van de schrij- ver en bekroond met een jammerende leeuw Vlaan- deren weent. Omheen het gedenkteken vier palen, met kettingen verbonden. Karel Steyaert van Gent goot de bronzen gedeelten van het bekroonde grafmonument . Enkel de leeuw, die 2 m 5 lang was bij 1 m 0 breed, woog eventjes 11.000 kilo. Met de hardstenen stukken had men heel wat moei- lijkheden. Toen ze aankwamen voor de Boomse Poort, waaronder men door moest om de begraafplaats van het

210 Kiel to bereiken, bleek de brug niet bestand tegen dit enorme gewicht . Eerst dacht men erover een beroep to doen op de werklieden uit de steengroeven van Zin- nik om de geweldige blokken, die enkele duizenden kgr wogen, door uitholling lichter to waken . Tenslotte kwam het voordeliger uit de zwaarste blokken dan maar over Wilrijk om to leiden . De lichtere stukken geraak- ten zonder ongeval over de brug . Op 1 september 1 6 had de plechtige onthulling plaats. Vanuit de verste hoeken van Vlaanderen waren de vereerders van Conscience opgekomen . Alle officiele gebouwen en talloze partikuliere woningen waren be- vlagd. De stoet werd gevormd aan het Atheneum en hij strekte zich uit van het Victorieplein, langs de Osy- en Van Maerlantstraten, het Sint-3ansplein en verderop, tot aan het station der dokken, richting Kiel . In de feestzaal van het Atheneum liet archivaris Genard het Gulden Boek ondertekenen door de perso- nen, die bij het overdragen van het gedenkteken aan de stad Antwerpen rechtstreeks betrokken waren . Daar werd ook aan de maatschappijen, die met hun vaandel aan de plechtigheid deelnamen, een bronzen gedenk- penning overhandigd, ontworpen door M. Vermeire. De maatschappij De Vereerders van Conscience ~, gevestigd in het lokaal K Het Zwart Paard ~, Prinses- straat, waar de Vlaamse schrijver zijn eerste werk voor- las, had voor de gelegenheid haar lokaal tot rouwkapel ingericht, versierd met het borstbeeld van de beroemde auteur. Talrijke herin.neringen, door de f amilie Con-

211 science afgestaan, waren er tentoongesteld . De hele dag door kwam er druk bezoek. Even over twaalven zette de stoet zich in beweging . Op heel de lengte van de doortocht verdrongen zich dichte rijen toeschouwers, die ingetogen de grootse optocht in ogenschouw namen. Aan alle ramen en bal- kons zwermden kijklustigen . De feestelijke hulde mocht niet worden versomberd door rouwstemming en elke vorm van treurmuziek werd dan oak onverbiddelijk geweerd. Alle kerkklokken en de beiaard sprankelden hun bronzen jubel over de zonnige stad. In de verte dommelde met regelmatige tussenpozen het kanon dit was de hulde van de Neder- landse rederij Van Maanen - Van den Broeck aan de Vlaamse schrijver. Voor de gelegenheid had zij haar stoomboot de « Hendrik Conscience ~, feesteijk bewim- peld en bevlagd, naar onze haven doen afvaren en ter hoogte van het Kiel gemeerd. Omstreeks halftwee bereikte de stoet de begraaf- plaats. Voor het graf stonden enkele stoelen, waarop o .a. plaats namen dichter Gentil Antheunis met zijn vrouw, de dochter van Conscience en Le Roy, schoonbroer van de Vlaamse schrijver. Na een toespraak van Max Rooses, die de werkzaam- heden van het hoof dkomitee schetste, viel het doek. In naam van het gemeentebestuur nam burgemeester De Wad1 het gedenkteken in ontvangst . In klassieke stijl opgevat, bestaat het uit een acht meter hoge blauwstenen zuil, aan de voeten waarvan Conscience op de lijkbaar uitgestrekt ligt, gewikkeld in

2 12 Luisterrijke begrafenss van Conscience to Antwerpen ov 16 sevtember 1883 . Naar een tekenina van H . Seahers . de landsvlag en bewaakt door de Vlaame leeuw. In de plooien van de vlag schittert in golden letters de profe- tische waarschuwing Gij zult uw Vaderland beminnen, zijn Taal en zijn Roem ~ . Kamerlid Jan de Laet Meld een hooggestemde gelegenheidsrede, waarin hij wees op de uitzonderlijke verdiensten van de grote Vlaming. Het was twee our toen een machtig koor, krach- tig gesteund door een orkest en bazuingeschal, de R Conscience - Cantate aanhief, door Benoit voor de gelegenheid gekomponeerd op een ontroerende tekst van Victor de la Montagne . Benoit dirigeerde en stood pre- cies op dezelfde plaats, waar hij later zoo begraven worden. De plechtigheid besloot met een defilee van de tal- loze maatschappijen, gekomen uit de verste hoeken van het Vlaamse land, om de nagedachtems to huldigen van de man, die zijn yolk profetisch de weg had gewezen naar de horizon van de wederopstanding.

213

Inhoudstafel

De orders van Conscience 11 Het cenakel van de Vlaamse romantiek 23 Het Zwart Paard De bijbel van de Vlaamse wederopstanding 33 De Leeuw van Vlaanderen Conscience een politieke agitator? 45 Conscience gecensureerd 55 Liefde.. . met wijwater verdund Eerbetoon en harde klappen 65 Conscience ridder en prof esseur agrege Conscience dichter van karamelleverzen 73 Conscience bemodderd in verkiezingscampagne 7 Dumas plagieerde schaamteloos Conscience Gouden kevie, gouden kerker... 105 Het gezin Conscience 113 Hildevert Conscience, de verloren zoon 12 Conscience in geldnood 141 Conscience een vrijgeest ? 147 Conscience, de onvermoeibare zwerver 157 Conscience internationaal 16 Literair profiel 1 1 Conscience's laatste brief? 1 3 Rouw in alle Vlaamse harten 1 Conscience's laatste rustplaats 20 D/1 74/0166/ 0

Drukkerij N .V . De Vlijt - Gazet van Antwerpen 2000 Antwerpea