Memoires 1974
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Memoires 1974 Willem Oltmans bron Willem Oltmans, Memoires 1974. Papieren Tijger, Breda 2005 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003memo17_01/colofon.php © 2013 dbnl / Willem Oltmans Stichting VII Inleiding In juli 2004 heeft Willem Oltmans de inleiding geschreven op de Memoires 1973-1974. Het bleek zijn laatste te zijn. Willem Oltmans is op 30 september 2004 overleden. Aan zijn lezers schreef hij: ‘In de loop van 2004 ben ik ziek geworden en dit is dus mijn laatste voorwoord. Peter (...) zal deze taak overnemen. (...) Hierbij neem ik dus afscheid van de lezers van dit levensverhaal.’ Droevig? Tragisch? Ja. Onoverkomelijk? Zeker. Willem is altijd een voorvechter geweest van het vrije denken, van feiten en van de waarheid. Hij was er kampioen in! Iemand zei ooit: ‘Om kampioen te kunnen worden, vecht je de volgende ronde verder!’ Oltmans heeft zijn laatste ronde gevochten en verloren. Het was een gevecht dat niet te winnen viel. En hoewel zijn ziekte hem furieus maakte, continueerde hij het bijhouden van zijn dagboeken tot het allerlaatste moment van zijn lange en turbulente leven. Daarmee zal in de komende jaren ons het grootste gepubliceerde memoireswerk uit de Nederlandse geschiedenis ten deel vallen. Bij mij, zijn intiemste vriend in vele decennia, ligt nu de verantwoordelijkheid, de last en de eer om het voorwoord te schrijven voor de komende 60 delen Memoires van Willem Oltmans. Memoires die klaar liggen om uitgegeven te worden. Een duizelingwekkende taak. Maar het is iets waar ik me zeer op verheug het te mogen doen. Ik hoop ermee de herinnering aan een uniek en authentieke man warm en levend te houden. Maar hoe je het ook bekijkt, ik zie me tevens geconfronteerd met de weinig benijdenswaardige taak om op deze manier de feiten, waarheden of leugens uit Oltmans leven onder ogen te komen, daar in elke biografie de schrijver vanzelfsprekend de held is. En ja, daarbij schiet de eenzame schaduw van twijfel wel eens door mijn gedachten. Twijfel over wie de schurken werkelijk waren, of nu nog zijn. In 1974 kwam een keerpunt en een enorm persoonlijk verlies voor Willem Oltmans. De dood van zijn moeder op de tweede september van dat jaar. Zoals hij schreef op pagina 182: ‘Ik voel me alsof een stuk van mezelf is gestorven. Ik zou nu uren en uren willen blijven schrijven om vast te leggen wat er allemaal door me heengaat.’ Haar begrafenis, welke ik zelf ook bezocht, was een emotionele aderlating voor hem. Hij schreef op 6 september: ‘Werd in tranen wakker en lag te denken hoe je met woorden je lieve moe- Willem Oltmans, Memoires 1974 VIII der kan memoreren, zoals straks van me verwacht wordt. Dat kan niet. (...) Ik heb mezelf op een of andere manier genarcotiseerd tegen de gedachte dat zij het was in die doodskist.’ Het zou hem jaren kosten over dit verdriet heen te komen, en vele jaren schreef hij me zelfs brieven waarin hij zich afvroeg of hij zijn moeder daadwerkelijk had liefgehad, of niet. Een huiveringwekkende paradox. Ik heb al die brieven bewaard, maar nooit gedurfd naar zijn ware gevoelens inzake zijn familie te vragen. Wie Willem goed kende, stelde hem geen vragen. Hij was een man van vele uitersten en zoals Anais Nin ooit zei: ‘We zien dingen niet zoals ze zijn. We zien ze zoals wij zijn.’ Het doet automatisch de vraag rijzen hoe Willem de dingen zag. Misschien zag Willem mij als zijn geliefde, zijn minnaar. Dat ben ik nooit geweest. Ik was 38 jaar zijn vriend en hield zijn hand vast toen hij zijn laatste adem uitblies. Op pagina 120 schrijft hij: ‘(...) maar in 1974 ontkende ik nog steeds op hem (Peter) verliefd te zijn en te veel van hem te verlangen.’ We deelden een liefde, overpeinzingen, veel humor en legio stormachtige momenten. Ik hield van hem en zal doorgaan van hem te houden en hem te herinneren door mijn bijdrage aan zijn Memoires te leveren. Mijn bevattingsvermogen van Willems idee van liefde laat mij verward. Over de dood van zijn geliefde moeder vroeg ik hem: ‘Heb je haar over haar haar gestreken?’ (Pagina 184). Hij antwoordde: ‘Nee, dat durfde ik niet, dat deed alleen vader’. Even hiervoor schreef hij: ‘Niemand heeft me zo menselijk en oprecht gecondoleerd als mevrouw Hornkamp, mijn hulp uit Purmerend’. Daarin ligt mogelijk een antwoord op zijn emotionele interactie met anderen. Hij had weinig tijd voor dwazen en idioten. Hij is een complex man gebleven, dat zou nooit veranderen. Maar misschien zullen deze Memoires een raam openen dat de lezers een glimp van zijn ziel toont. Zijn vlagen van pure genialiteit en incidentele opwellingen van liefde zullen zijn herinnering laten voortbestaan bij een ieder die geeft om dapperheid, moed, individualiteit en zelfs een soort van kinderlijke onbevangenheid. Of zoals de grote dichter W.H. Auden zei: ‘Het kwik daalde in de mond van de stervende dag’. De leeuw is geveld. Maar een nieuwe generatie staat in de coulissen te wachten. Te wachten om gevoed te worden, geïnformeerd, verlicht en vermaakt te worden door zijn in volharding geschreven teksten. Daar ben ik innig dankbaar voor. Peter van de Wouw, Amsterdam, maart 2005. Willem Oltmans, Memoires 1974 1 Amsterdam 9 mei 1974 Amerbos Peters brief begon: ‘Hoe ben je? Hoe was Moskou? Ik wil je zien en omhelzen.’ Hij oriënteert zich over een mogelijke studie in Amerika en verzamelt documentatie over klinische psychologie en psychotherapie. Hij zal dr. Margaret Mead in New York ontmoeten op de dag voor hij terugkomt. ‘I am very social, verbaas mezelf,’ schreef hij. Hij was ook op Fire Island geweest. ‘I have been feeling very relaxed these days. But deep inside I have the notion I am nowhere. Maybe it's my imagination, or my basic insecurity, I just don't know.’ Hij komt op 15 mei in Luxemburg aan. ‘Ik mis je op de gekste momenten. Take care. Love.’ In het vliegtuig ontmoette ik gisteravond Jan Pieter Visser, redacteur van Ander Nieuws van de NCRV-televisie. Zijn openings-line was: ‘Ik wil u even zeggen, hoe ik geniet van uw televisieoptredens en de dingen die u doet...’ Een witte raaf. Er is een mogelijkheid om met hem een portret van Aurelio Peccei te filmen. Vanmorgen, toen ik in Morges wandelde aan het meer van Genève, dacht ik dat je soms de vorm van een bepaalde boom net zo onthoudt als een gezicht dat je terugziet of herkent. Gedachte bestemd voor psychiater dr. J.R.M. Maas van het boekje Bomen spreken.1 De raad voor pers en voorlichting van de Zuid-Afrikaanse ambassade, in de persoon van N.W. du Bois, schrijft over mijn vraag om inlichtingen over Robbeneiland en Nelson Mandela: ‘In die eerste instansie kan omtrent Robbeneiland gesê word dat dit geen 5-ster hotel is nie, maar 'n gevangenis met moderne geriewe en waar mense nie heen gestuur word om hul liggaamlik en geestelik af te takel nie.2 In Suid-Afrika wordt alles moontlik gedoen om aan gevangenes so 'n menselik moontlike bestaan te verseker en ook tegelijk om hul geestelike welsyn te bevorder. Dit is waar dat Nelson Mandela, Walter Sisulu en Mbeki, wat in 1961 skuldig bevind is aan 'n samenswering om 1 J.R.M. Maas, Bomen spreken, Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1973. 2 Wat bij diens vrijlating in 1990 zou blijken waar te zijn geweest. Willem Oltmans, Memoires 1974 2 die staat gesag en die sosiaal-ekonomiese patroon in Suid-Afrika op geweldadige wijse omver te werp, tot lewenslange gevangenisstraf gevonnis is.’ Du Bois wijst er op dat deze heren een gewapende revolutie wilden ontketenen ‘met die doel om 'n kommunistiese struktuur in Suid-Afrika te vestig, zoals deur hul beplan was.’3 Ik heb geantwoord dat ik het uitermate onbeleefd vond om een brief in verbasterd Nederlands te ontvangen op mijn verzoek om inlichtingen en dat het wellicht juist zijn bedoeling was dat ik zijn geklets niet zou lezen.4 Het is toch niet te geloven dat Bas de Gaay Fortman, bijna de hele KVP, verschillende VVD'ers, DS-70 en wie weet nog meer, tegen gestemd hebben om zwembaden op zondag open te houden. Op zondag in 1974! Ik kan er met mijn pet niet bij. Meer dan veertig van deze idioten in de Kamer stemden tegen. Pierre Trudeau is in Canada afgetreden. Nog meer verwarring. Indonesië krijgt 850 miljoen dollar ondersteuning van de club van ‘rijke’ landen, terwijl ze in Jakarta ook al een meevallertje van vier miljard dollar incasseerden door de energiecrisis. Heb twaalf pagina's in Times5 gelezen over de verschillende gesprekken die in de Watergate-affaire werden gevoerd. Absurd. Nixon die zegt: ‘We are all in it together. This is a war...’ Moet je even nagaan, dit zegt de president van de VS. ‘We take a few shots and it will be over. Don't worry. I wouldn't want to be at the other side right now, would you?’ en meer van dergelijke vreesaanjagende onzin. In gesprek met Witte Huis advocaat John Dean komt ter sprake hoeveel geld er nodig is om de Watergate-inbrekers hun bek te laten houden. Dean: ‘It will cost money. It is dangerous (...). We just don't know about those things, because we are not criminals and not used in dealing in that business.’ Nixon: ‘Maybe it takes a gang to do that...’ Dean noemt voorlopig één miljoen dollar. Nixon zegt dit geld te kunnen krijgen: ‘But the question is: who the hell would handle that?’ aldus de president. Tijdens een gesprek over de door het Witte Huis gesanctioneerde inbraak bij psychiater Daniel Ellsberg in verband met de publicatie van de befaamde Pentagon Papers vraagt John Dean waarom Nixon dat karweitje niet door de CIA of de FBI heeft laten uitvoeren.