Eindadvies Dorpshuizen

Eindadvies Dorpshuizen Stichtse

Datum: 16 Januari 2013 Mark Verhijde Interim programmamanager en adviseur stedelijke ontwikkeling

Pagina 1 Eindadvies Dorpshuizen Eindadvies Dorpshuizen

Inhoudsopgave

1. Aanleiding, achtergrond en leeswijzer 2. Vraagstelling: nieuwe relatie en bezuinigingen 3. Factsheets 4. Dorpshuisgesprekken 5. Rode Draden (beleidsvragen) . Bestaand dorpshuisbeleid handhaven en uitbreiden? . Dorpshuizen als gemeentelijk instrument vitaliteit wijken en kernen? . Verantwoordelijkheid dorpshuizen bij lokale gemeenschappen? . Eigendom dorpshuizen bij lokale gemeenschappen? . Relatie dorpshuizen en gemeentelijk Voorzieningen & Accommodatiebeleid? . Relatie dorpshuizen & gebiedsontwikkelingsplannen? 6. Proeve van uitwerking 7. Vervolgacties 8. Conclusies en aanbevelingen

Bijlagen A) Factsheets B) Verslagen dorpshuisgesprekken C) Kansen voor dorpshuizen

Pagina 2 Eindadvies Dorpshuizen 1. Aanleiding, achtergrond en leeswijzer

1.1. Aanleiding en achtergrond

Begin 2012 heeft gemeente Stichtse Vecht aan Mark Verhijde – Interim programmamanager en adviseur stedelijke ontwikkeling gevraagd om een inventarisatie te maken van de bestaande situatie van 8 dorpshuizen in Stichtse Vecht als opmaat voor harmonisatie van bestaande afspraken en regelingen. Naast harmonisatie is ook de bedoeling om tot bezuinigingen te komen op het integrale budget dorpshuizen Stichtse Vecht. Tot aan de zomer 2012 is besteed aan het in kaart brengen van diverse afspraken, regelingen en beleid, zoals vorm gegeven door de toenmalige gemeenten , en en momenteel wordt gehanteerd. Deze eerste inventarisatie maakt duidelijk dat een directe harmonisatie niet uitvoerbaar blijkt te zijn.

Als voorbeeld de juridische, financiële relatie met en het beleid over de dorpshuizen in de voormalige gemeente Loenen. Beleidsmatig is sinds 2000 voor de dorpen Loenen, en vastgelegd, dat de dorpshuizen een essentieel instrument zijn voor het op peil houden en versterken van de sociale structuur, cohesie en vitaliteit van de lokale gemeenschappen. Er is uitvoering aan dat dorpshuizenbeleid gegeven is de vorm van exploitatiesubsidies voor de vier dorpshuizen. Ook is de mogelijkheid gegeven aan de exploiterende stichtingen om reserveringen te doen met betrekking tot toekomstig onderhoud en vervanging van het inventaris. Het dorpshuis in Nigtevecht is eigendom van de stichting zelf, de andere drie gebouwen zijn gemeentelijk vastgoed. Er is vastgelegd dat de stichtingen sociale ondernemers mogen aanstellen die verantwoordelijk gemaakt zijn voor het dagelijks beheer van de dorpshuizen. Ten slotte is de afspraak gemaakt dat andere lokale aanbieders van ruimte voor maatschappelijke activiteiten niet mogen concurreren met de dorpshuizen.

Deze uitgebreide vorm van beleid, regelingen en afspraken met betrekking tot de dorpshuizen in Loenen aan de Vecht komt niet als zodanig voor in de voormalige gemeenten Breukelen en Maarssen. Bijvoorbeeld het dorpshuis in Nieuwer ter Aa; dat is niet zozeer op basis van bestaand beleid van gemeente Breukelen in 2010 tot stand gekomen, maar speelt in op de behoefte van het dorp en verbindt die behoefte beleidsmatig met provinciaal en landelijk beleid over kleine kernen en voorzieningen. Het dorpshuis in Tienhoven Breukelen, dat eigendom is van de exploiterende stichting, is ook ontstaan vanuit de behoefte aan ontmoetingsruimte van het dorp, niet vanwege beleidskaders van Maarssen.

Al met al blijkt dat alle onderzochte dorpshuizen en wijkontmoetingsruimten verschillen wat betreft juridische regelingen, financiële regelingen en allerhande lopende afspraken over exploitatie, beheer en onderhoud. Dit inzicht is beschreven in de notitie Dorpshuizen Stichtse Vecht die in september 2012 besproken is tijdens de B&W themabijeenkomst Dorpshuizen. Daar zijn drie afspraken gemaakt om de inventarisatie en harmonisatie van de dorpshuizen verder te brengen.

Ten eerste is afgesproken dat de structurele bezuiniging van Euro 65.000 op het integrale budget dorpshuizen gevonden gaat worden door in Loenen dorp één of twee gemeentelijke vastgoed objecten af te stoten. Ten tweede is afgesproken dat er een interactief en participatief traject wordt gestart door dorpshuisgesprekken te organiseren met stichtingsbesturen, gebruikers en betrokken inwoners per dorp of kern. Ten derde is afgesproken dat de gemeente Stichtse Vecht er naar streeft om oplossingen te vinden die zo veel als mogelijk aansluiten bij de lokale behoefte en wensen. Met andere woorden, maatwerk per dorp of kern, maar die wel harmonisatie en bezuinigingen als resultaat heeft.

Pagina 3 Eindadvies Dorpshuizen

De onderzochte dorpshuizen en wijkcentra zijn: . Dorpshuis Nigtevecht, te Nigtevecht . Dorpshuis Vreeland, te Vreeland . Cultureel Centrum ´t Web, te Loenen-dorp . Ontmoetingsruimte De Boomgaard, te Loenen-dorp . Dorpshuis Ons Genoegen, te Nieuwer ter Aa . Dorpshuis De Veenkluit, te Tienhoven . Wijkhuiskamer / Wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord, te Breukelen, en . Wijkcentrum ’t Schuurtje, te

1.2. Leeswijzer

Het voorliggend beleidsadvies is het resultaat van deze zoektocht. Het moet als volgt gelezen worden. Hoofdstuk 2 gaat in op de vraagstelling. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van feiten en cijfers van de dorpshuizen, op basis van de opgestelde factsheets (zie bijlage A). Hoofdstuk 4 behandelt de eerste resultaten van de dorpshuisgesprekken. In hoofdstuk 5 worden de belangrijke beleidsvragen gesteld (de rode draden uit de gezamenlijke zoektocht), met aanbevelingen. In hoofdstuk 6 wordt een “proeve van uitwerking” gegeven. In hoofdstuk 7 worden vervolgacties genoemd en hoofdstuk 8 geeft de conclusies. Daarna de bijlagen.

Pagina 4 Eindadvies Dorpshuizen 2. Vraagstelling

De gemeente Stichtse Vecht wil twee vragen beantwoord krijgen met betrekking tot de dorpshuizen.

. Hoe ziet de nieuwe (uniforme) relatie tussen dorpshuizen en gemeente eruit? . Hoe kan de structurele bezuiniging van Euro 65.000 gerealiseerd worden?

2.1. Nieuwe relatie gemeente en dorpshuizen

Gemeente Stichtse Vecht is verplicht om binnen twee jaar na fusiedatum januari 2011 haar beleid en uitvoering daarvan geharmoniseerd te hebben. Hiervoor is het harmonisatietraject opgezet, bijvoorbeeld voor wat betreft het subsidiebeleid. De nieuwe subsidieverordening stelt onder meer dat subsidiebudget beschikbaar is voor verzoeken uit de samenleving, waarbij een belangrijke voorwaarde is dat subsidiegeld niet aan het huren van ruimte voor activiteiten bestemd is, maar voor de activiteiten zelf. Met andere woorden, gemeentelijk subsidiebeleid wordt besteed aan activiteiten en niet aan gebouwen. Voor de dorpshuizen is dat meteen problematisch, aangezien juist daar subsidiegeld aangevraagd wordt ter ondersteuning van beheer en exploitatie van de gebouwen. Rechtstreeks toepassen van het nieuwe subsidiebeleid betekent dan ook het failliet van de dorpshuizen in Stichtse Vecht.

De achterliggende gedachte van het nieuwe subsidiebeleid is al beschreven in het Coalitieakkoord (2011). De gemeente vindt dat sterke, vitale wijken en kernen essentieel zijn voor Stichtse Vecht, nu en in de toekomst. En dat die vitaliteit komt vooral van de mensen zelf, waarbij eigen initiatief, zelfredzaamheid en eigen kracht belangrijk zijn. Vitaliteit van wijken en kernen wordt bijvoorbeeld afgelezen aan de omvang van activiteiten en evenementen daar. Deels gebeurt dit in de aanwezige dorpshuizen, als sociaal-maatschappelijke knooppunten van gebruikers, bezoekers en programma (activiteiten). Maar vaak vinden dergelijke activiteiten ook plaats in andere gebouwen dan dorpshuizen, in sportkantines, kerken, scholen, zorginstellingen of schuren. Dat zet de bezettingsgraad, aantal gebruikers, bezoekersstromen en de exploitatie van de dorpshuizen onder druk.

De gemeente Stichtse Vecht constateert dan ook dat dorpshuizen gewoon onderdeel zijn van de aanwezige voorzieningenstructuur in de dorpen en kernen en niet meer de aparte status hebben van aangewezen locaties voor ontmoeting en ontplooiing. Het voorzieningenniveau wordt zo opgevat als het geheel van “publiek vastgoed” in dorpen of kernen; het zijn gebouwen en plekken met een publieke functie, waarvan het eigendom ofwel gemeentelijk ofwel in particuliere handen is.1 Het is meteen het startpunt van de zoektocht naar een nieuwe relatie met de dorpshuizen, te vertalen in nieuw beleid en uitvoeringspraktijk.

1 Publiek vastgoed is recent uitgebreid onderzocht door Marc van Leent, zie “Publiek Vastgoed. Analyse, concepten, voorbeelden”, Trancity-Valiz 2012.

Pagina 5 Eindadvies Dorpshuizen

2.2. Structurele bezuiniging van Euro 65.000

Gezien de huidige financiële positie van de gemeente is ook voor de dorpshuizen een structurele bezuiniging op het integrale budget nodig. Onder het integrale budget wordt hier verstaan het totaal aan financiële middelen die toegerekend kunnen worden aan de dorpshuizen, ofwel diverse subsidies, kosten in stand houden gebouwen en overige kosten. Deze bezuiniging is vastgesteld op Euro 65.000, opgebouwd uit Euro 45.000 als initiële bijdrage aan bezuinigingsronde PUSH 1 en Euro 20.000 als het bedrag van 7,5% korting op de totale subsidie dorpshuizen 2012.

Er wordt gekozen om deze bezuiniging te vinden in het afstoten van één of meerdere dorpshuizen die momenteel in gemeentelijk eigendom zijn. In eerste instantie wordt daarbij gekeken naar de situatie in Loenen dorp, waar stichting SCAL zowel het cultureel centrum ’t Web als ontmoetingsruimte De Boomgaard exploiteert. Naast eenmalige opbrengst van verkoop van het gebouw wordt er structureel bezuinigd op de benodigde exploitatiesubsidie en eventuele onderhoudssubsidies gerelateerd aan het gebouw. Daarnaast levert de verrekening van vermindering kapitaalslasten en budgetten grootonderhoud, verzekeringen en dergelijke ook financieel voordeel voor de gemeente op.

Naast deze voorgenomen bezuiniging op het vastgoed, geeft de zoektocht naar een nieuwe relatie tussen dorpshuizen en gemeente veel kansen om aanvullende bezuinigingen gerealiseerd te krijgen. Als de nieuwe relatie bijvoorbeeld betekent dat de dorpshuizen financieel zelfstandiger worden, is er voor de gemeente minder reden om hen te ondersteunen met exploitatiesubsidie.

2.3. Samenvattend

Uit overwegingen van harmonisatie en minder financiële middelen is het gewenst dat er een nieuwe relatie tussen de dorpshuizen en de gemeente wordt geformuleerd. Uitgangspunten voor de gemeente zijn daarbij dat rechtstreekse harmonisatie te grote gevolgen voor het voortbestaan van de dorpshuizen betekent, dat voor de gemeente sterke en vitale dorpen en kernen belangrijk zijn, dat activiteiten belangrijker zijn dan gebouwen en dat dorpshuizen onderdeel zijn van de voorzieningenstructuur in dorpen en kernen. Financieel is besloten tot een structurele bezuiniging van Euro 65.000, die in eerste instantie het best gevonden kan worden in Loenen dorp. Het afstoten (verkopen) van een dorpshuis levert eenmalig en structureel financieel voordeel op. Maar ook het versterken van de financieel zelfstandige positie van alle dorpshuizen kan bijdragen tot een structurele bezuiniging.

Pagina 6 Eindadvies Dorpshuizen 3. Factsheets

Uit de factsheets van de 8 dorpshuizen (zie bijlage A) is de volgende informatie te halen:

. Juridische en financiële afspraken en regelingen . Programma van activiteiten per dorpshuis . Staat van het vastgoed . Omgeving . Beoordeling op sterke en zwakke kanten, kansen en bedreigingen

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de dorpshuizen gezamenlijk hierop scoren.

3.1. Juridische en financiële afspraken en regelingen

De dorpshuizen in Nigtevecht, Vreeland en Loenen dorp volgen de regelingen en afspraken die gemaakt zijn met de toenmalige gemeente Loenen aan de Vecht. Uit de notitie Problematiek Dorpshuizen (Raadsbesluit 24 mei 2004:p4) blijkt hoe de afspraken tussen gemeente en dorpshuizen zijn.

Voor de dorpshuizen in Loenen wordt steeds dezelfde afspraken gemaakt. Hieronder worden de vier dorpshuizen en hun exploiterende stichtingen behandeld, gevolgd door een meer recente aanpassing voor wat betreft de mogelijkheden voor reservevorming bij de stichtingen, en het gebruik van commerciële beheerders door de stichtingen.

Pagina 7 Eindadvies Dorpshuizen

3.1.1. Stichting Vreelandse Gemeenschap – Dorpshuis Vreeland

Voor dorpshuis Vreeland betreft dit de volgende besluiten:

Raadsbesluit Exploitatie nieuw dorpshuis Vreeland, d.d. 2 juli 1985 De gemeente Loenen besluit daarbij dat de investering in het nieuwe dorpshuis Vreeland in een keer afgeschreven wordt van het Fonds Dorpsuitleg, dat er een huurovereenkomst wordt aangegaan met de exploiterende stichting Vreelandse Gemeenschap, en dat er vanuit de gemeente een subsidie wordt verstrekt in geval van nadelig exploitatieresultaat. Het gebouw is eigendom van de gemeente.

Raadsbesluit bijdrageregeling exploitatie dorpshuis Vreeland, d.d. 2 juli 1985 Artikel 2: “De financiële bijdrage per jaar is gelijk aan het nadelige verschil tussen baten en lasten van de exploitatie van het dorpshuis, doch is tenminste gelijk aan de door de Stichting aan de gemeente verschuldigde huur (…) vermeerdert met de daarover verschuldigde BTW”. Om voor de financiële bijdrage in aanmerking te komen levert de stichting de exploitatiebegroting van dat jaar aan, het overzicht van zaalhuurtarieven, de exploitatierekening en balans van het jaar ervoor en het verslag behorend bij de exploitatierekening. De aanvraag om exploitatiebijdrage dient voor 1 juni voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag van toepassing is gedaan te zijn (ofwel tenminste 7 maanden eerder). De jaarstukken worden goedgekeurd door de gemeenteraad.

Op 9 april 1986 wordt het huurcontract door gemeente en stichting ondertekend. Hierin wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen taken en verantwoordelijkheden van eigenaar (gemeente) en huurder (stichting) voor wat betreft onderhoud, beheer en exploitatie van het dorpshuis Vreeland.

In 2010/2011 is het dorpshuis Vreeland grondig gerenoveerd. De aangrenzende gymzaal vormt sindsdien geen onderdeel meer van het dorpshuis en wordt door de gemeente geëxploiteerd.

Financieel overzicht Dorpshuis Vreeland 2011

Naam SV WOZ Boekwaard Huur Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 e 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 gemeente 2011 2011 2011 2011

Dorpshuis x 434.000 0 11.345 11.345 8.383 8.537 2.350 *) 19.270 Vreeland

*) Er bestaan verschillen tussen de gehanteerde bedragen MOP uit Kraan/SVG en van afdeling Vastgoed. In de tabel is de laatste aangehouden.

3.1.2. Stichting Dorpshuis Nigtevecht – Dorpshuis Nigtevecht

Dorpshuis Nigtevecht volgt in 2000 bij de uitbreiding en renovatie van het gebouw. Het dorpshuis bestaat uit sociaal-maatschappelijke ruimten en een inpandige gymzaal. Hier is niet de gemeente eigenaar, maar stichting Dorpshuis Nigtevecht. Het gaat om de volgende besluiten:

Raadsbesluit Geldlening ten behoeve van hypotheek dorpshuis Nigtevecht, d.d. 7 maart 2000 Gemeente Loenen leent een bedrag van Fl. 2.552.545 aan stichting dorpshuis Nigtevecht ten behoeve van de hypotheek voor de nieuwbouw en vernieuwbouw van het gebouw. De jaarlijkse aflossing is Fl. 63.813,62 en 6% over de restschuld van de geldlening. Als slotbepaling is onder andere bepaald dat de gemeente Loenen bevoegd is het recht op hypotheek gedeeltelijk of geheel teniet te doen, ofwel de overeenkomst op te zeggen.

Pagina 8 Eindadvies Dorpshuizen

Raadsbesluit bijdrageregeling exploitatie dorpshuis Nigtevecht. d.d. 3 maart 2000 De financiële bijdragen bestaan uit drie componenten. Ten eerste de bijdrage gelijk aan het nadelige verschil tussen baten en lasten van de exploitatie van het dorpshuis, tot maximaal het totaalbedrag van de verschuldigde geldlening en rente aan de gemeente. Ten tweede de bijdrage voor reservering van onderhoud, die toegevoegd wordt in de onderhoudsreserve van de stichting. Over de reservevorming van de stichting is een apart collegebesluit genomen (14 maart 2000). Ten derde de bijdrage van belastingen en verzekeringen die normaal gesproken voor rekening van de eigenaar komen (artikel 2). Ook hier kan de stichting Dorpshuis Nigtevecht aanspraak maken op de financiële bijdragen, mits exploitatiebegroting, overzicht zaalhuurtarieven, exploitatieregeling en balans en verslag daarover tenminste zeven maanden eerder overlegd worden om vervolgens goedgekeurd te worden door de gemeenteraad.

Op grond van het gelijkheidsbeginsel wordt voor dorpshuis Nigtevecht dezelfde methodiek gebruikt als voor dorpshuis Vreeland, waar de gemeente eigenaar is. Ook is er een raadsbesluit dat het zakelijk recht van opstal regelt voor het dorpshuis (7 maart 2000), waarmee geborgd is dat het dorpshuis ook in de toekomst als zodanig gebruikt wordt.

De gymzaal wordt gebruikt voor bewegingsonderwijs en diverse verenigingen en hun activiteiten. De gemeente huurt de gymzaal van de stichting.

Financieel overzicht Dorpshuis Nigtevecht 2011

Naam SV WOZ Boek Huur Exploitatie Overig Kapitaal Huur Kosten 2011 waarde 2011 **) bijdrage subsidie lasten gymzaal gemeente 2011 *) 2011 2011 2011 ***) 2011 2011

Dorpshuis - 761691 79343 79343 28545 51066 14500 94111 Nigtevecht

*) Bedrag boekwaarde 2011: restantbedrag van aangegane lening van gemeente zelf, niet te verwarren met gemeentelijke lening aan stichting dorpshuis 2011 (Euro 839.763). **) Huur 2011: bedrag aflossing geldlening en rente. ***) Bedrag kapitaalslasten 2011: geactiveerde gelden vanwege boekwaarde geldlening gemeente, en dus niet de gehanteerde kapitaalslasten van stichting dorpshuis 2011 (Euro 79.343)

3.1.3. Stichting SCAL – Ontmoetingsruimte De Boomgaard, Cultureel Centrum 't Web

Beide dorpshuizen in Loenen-dorp worden geëxploiteerd door stichting SCAL. Voor de exploitatiebijdragen is het volgende raadsbesluit genomen.

Raadsbesluit Bijdrage exploitatie Cultureel Centrum 't Web en Ontmoetingsruimte voor ouderen De Boomgaard, d.d. 25 mei 1999 De bijdrageregeling is gelijk aan die van dorpshuis Vreeland, met een uitzondering. De hoogte van de regeling voor stichting SCAL is maximaal gelijk aan de verschuldigde huur, terwijl die voor stichting Vreelandse Gemeenschap tenminste gelijk is aan de verschuldigde huur. De regelingen zijn alleen bedoeld om het nadelig verschil tussen baten en lasten van de exploitatie op te vangen, in die van SCAL wordt dat extra beperkt door niet meer uit te keren dan de te betalen huursom.

Pagina 9 Eindadvies Dorpshuizen

Financieel overzicht SCAL 2011

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten ge- 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 meente 2011 2011 2011 2011 CC 't Web Loe- x 324.000 1.241.084 18.151 18.151 13.488 73.525 21.031 108.044 nen dorp De Boomgaard x 155.000 0 5.899 5.899 15.571 0 8.763 24.334 Loenen dorp

3.1.4. Reserveringen t.b.v. Groot Onderhoud en Vervanging Inventaris

De bovengenoemde notitie Problematiek Dorpshuizen gaat ook in op de financiële situatie van de exploiterende stichtingen. Met uitzondering van de exploitatie van cultureel centrum 't Web wordt de financiële situatie sober en doelmatig genoemd. Voor 't Web zijn het vooral de energielasten die nadelig uitpakken voor SCAL. Voor onderhoud van de dorpshuizen wordt het inspectierapport van Kraan (2000) gebruikt en de benodigde investeringskosten voor onderhoud aan de gebouwen zijn onderdeel gemaakt van de gemeentelijke begroting (zie ook Raadsbesluit Notitie Groot Onderhoud en Vervanging Inventaris Loenen, d.d. 4 november 2003). Wel wordt geconstateerd dat de stichtingen middelen voor dagelijks onderhoud niet voldoende reserveren, zodat hier op de langere termijn problemen gaan ontstaan. Besloten wordt dan ook om extra budgetten beschikbaar te stellen voor dagelijks onderhoud en vervanging inventaris. Per dorpshuis worden hiervoor aparte afspraken gemaakt.

3.1.5. Situatie Beheerders van de Dorpshuizen in Loenen

Alle exploiterende stichting in Loenen maken gebruik van ondernemers voor het dagelijks beheer. Tussen de stichtingen en de ondernemers zijn afspraken gemaakt hoe de plaatselijke verenigingen en instellingen gehuisvest kunnen worden en welke ruimte er daarnaast bestaat voor de ondernemers om een eigen inkomen te verdienen aan het dagelijks beheer van de dorpshuizen. Horeca-inkomsten en commerciële verhuur van zaalruimte in het dorpshuis zijn de belangrijkste inkomstenbronnen voor de beheerder. Het gaat dan om feesten, partijen, recepties etc.

In de notitie Problematiek Dorpshuizen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de natuurlijke spanning tussen de wens van de ondernemer/beheerder en het belang van de exploiterende stichting. Enerzijds heeft de ondernemer minder lasten aangezien er direct gebruik gemaakt kan worden van de faciliteiten die het dorpshuis biedt. Extra commerciële verhuur of activiteiten leveren ook de stichting extra inkomsten op.

Anderzijds zijn de mogelijkheden om te kunnen ondernemen ook beperkt door de specifieke sociaal-maatschappelijke functie van het dorpshuis t.o.v. andere horeca gelegenheden. Plaatselijke verenigingen huren eerst en voor een aangepast lager tarief, daarna is er pas ruimte voor commerciële verhuur.

De conclusie is dat de combinatie exploiterende stichting – commerciële ondernemer/beheerder voor beide partijen profijtelijk is, mits er goede afspraken onderling gemaakt zijn.

Pagina 10 Eindadvies Dorpshuizen

3.1.6. Stichting Behoud Leefbaarheid Nieuwer ter Aa – Dorpshuis Ons Genoegen

Voor het nieuwe dorpshuis Ons Genoegen, inclusief de gymzaal, dat sinds december 2010 in gebruik is genomen, is een exploitatieregeling afgesproken:

Exploitatieovereenkomst Dorpshuis Ons Genoegen, d.d. 1 december 2010 Afwijkend van de situatie in voormalig Loenen is er geen duidelijke relatie tussen de gemeentelijke exploitatievergoeding en de verschuldigde huursom. In de huurovereenkomst tussen gemeente Breukelen en Stichting Behoud Leefbaarheid Nieuwer ter Aa d.d. 30 november 2010 is de aanvangshuur vastgesteld op Euro 12.000, exclusief BTW. Niet voor iedere ruimte is (gedeeltelijk) omzetbelasting verschuldigd. Energielasten en dergelijke zijn voor rekening van de stichting. De exploitatievergoeding voor 2011 is vastgesteld op Euro 31.234. De stichting stelt zich ten doel om het tekort op de overige exploitatielasten in een periode van maximaal 5 jaar om te buigen tot minimaal een volledige dekking uit inkomsten. Zie artikel 4 Exploitatieovereenkomst hieronder.

Ook is in de Exploitatieovereenkomst afgesproken dat de gemeente de diverse belastingen voor haar rekening neemt. Wat betreft de commerciële verhuur van ruimte in het dorpshuis is vastgelegd dat dit tegen markttarieven moet gebeuren.

De gymzaal wordt gebruikt voor bewegingsonderwijs en daarnaast voor diverse verenigingen en hun activiteiten. In de huurovereenkomst en de exploitatieovereenkomst wordt geregeld dat het gebruik door de basisschool niet vergoed wordt, dat bewegingsonderwijs altijd eerste keus van dagen en uren heeft en dat onderhoud aan sporttoestellen wordt overgedragen aan de stichting.

De stichting heeft een beheerder aangesteld voor de dagelijkse gang van zaken, ook wat betreft de in het dorpshuis gevestigde buurtsuper.

Pagina 11 Eindadvies Dorpshuizen

De volgende gemeentelijke administratieve verwerkingen hebben niet plaatsgevonden in 2011: – Verwerking van de structurele exploitatievergoeding in de gemeentelijke begroting en uitvoering geven aan de subsidieregeling – Aanpassing van de huursom, als aangegeven in de bovengenoemde huurovereenkomst – Overdracht van onderhoud aan sporttoestellen heeft niet plaatsgevonden

Een en ander heeft tot gevolg dat de stichting in 2012 geen exploitatievergoeding heeft ontvangen (tot op heden) en dat de stichting in grote financiële problemen is gekomen.

Financieel overzicht Dorpshuis Ons Genoegen 2011

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 2011 *) bijdrage subsidie lasten 2011 gemeente 2011 **) 2011 ***) 2011 2011 Dorpshuis Ons x 335.000 0 14.280 31.234 0 0 0 24.334 Genoegen NTA *) Aangezien het oude verenigingsgebouw geen boekwaarde had en de investeringen ten behoeve van de verbouwing in één keer zijn afgeschreven, heeft het dorpshuis in 2011 geen boekwaarde en geen kapitaalslasten. **) De exploitatiebijdrage is voor 2010/2011 uitbetaald door GGW/Vastgoed, voor 2012 en later verzorgt MO/Bureau Subsidies de (voorschotten en vastgestelde) subsidie. ***) SBL NTA ontvangt geen bijdrage ter reservering van komende onderhoudskosten of vervanging inventaris.

3.1.7. Stichting Dorpshuis Tienhoven- e.o. – Dorpshuis De Veenkluit

B&W besluit Dorpshuis Tienhoven d.d. 7 augustus 1975 In 1975 heeft de gemeente Maarssen besloten om te komen tot realisatie van het dorpshuis De Veenkluit te Tienhoven, waarbij het eigendom en de exploitatie ligt bij stichting Dorpshuis Tienhoven-Maarsseveen (zie Koopovereenkomst d.d. 7 november 1975 van perceel voor dorpshuis). Hiervoor is een geldlening aan de stichting verstrekt die al enige jaren geleden is afgelost. Naast de geldlening is ook besloten tot een exploitatievergoeding (Nb. geen gemeentelijk besluit hiervoor aanwezig). Het dorpshuis bestaat uit een sociaal-maatschappelijk deel en een deel bewegingsonderwijs/gymzaal. De kleedkamers in het dorpshuis worden ook gebruikt door de voetbalvereniging. In de koopovereenkomst wordt vastgelegd dat de gemeente een deel van het perceel (circa 355 m2) terugkoopt van de stichting voor symbolisch bedrag van Fl. 1,-, zie ook notariële akte d.d. 13 juli 1977. Het is onduidelijk wat een en ander nu precies betekent voor het eigenaarschap van het perceel.

Op 5 juli 2011 stelt het college de exploitatievergoeding 2010 in de vorm van een prestatiesubsidie voor het dorpshuis vast. De exploitatievergoeding heeft geen relatie met een huursom (want stichting is eigenaar) of aflossing van geldlening (want deze is afgelost).

Financieel overzicht Dorpshuis De Veenkluit 2011

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten ge- 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 meente 2011 2011 2011 2011 Veenkluit Tien- - - - 69.500 - - - 69.500 hoven

3.1.8. Beheerstichting Over-Noord – Wijkhuiskamer Breukelen Noord

De wijkhuiskamer Breukelen Noord is een kleinschalig initiatief op het vlak van welzijn en zorg voor de direct omwonenden en gevestigd in het wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord. In 2010 is het wijkcentrum opgezet door de Beheerstichting Over-Noord. Stichting Tympaan heeft de wijkhuiskamer gerealiseerd door een deel van dit wijkcentrum van de Beheerstichting te huren.

Pagina 12 Eindadvies Dorpshuizen

Nadat Stichting Tympaan eind 2011 besloot om niet langer de wijkhuiskamer te exploiteren is besloten dat de nieuwe activiteitencommissie van de Beheerstichting de exploitatie van de wijkhuiskamer overneemt. Een en ander steeds in overleg met de gemeente.

De wijkhuiskamer krijgt geen structurele subsidie van de gemeente. Voor 2011 ontvangt de Beheerstichting een subsidievergoeding van € 8.000 voor het exploiteren van de wijkhuiskamer

Financieel overzicht Wijkhuiskamer 2011

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten bijdrage 2011 lasten 2011 gemeente 2011 *) 2011 2011 Wijkhuiskamer - 8000 8000 *) Exploitatiebijdrage 2011: € 3.900 gemeente en € 4.100 Provincie

3.1.9. Stichting Wijkcentrum ’t Schuurtje – Wijkcentrum ‘t Schuurtje

Gemeente is eigenaar van het gebouw wijkcentrum ’t Schuurtje. Deze wordt gehuurd door stichting wijkcentrum ’t Schuurtje sinds 1995. De huurprijs is Euro 16.397 (prijspeil 2011). Er is geen afspraak over een exploitatiebijdrage.

Financieel overzicht Wijkcentrum ’t Schuurtje 2011

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten ge- 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 meente 2011 2011 2011 2011 ’t Schuurtje x 413.000 16.397 0 -16.397 Maarssenbroek

3.1.10. Totaal overzicht financiën dorpshuizen 2011

In onderstaande tabel zijn de totale financiën met betrekking tot de 8 dorpshuizen en wijkcentra weergegeven.

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 / gemeente 2011 2011 2011 gymzaal 2011 Dorpshuis Vreeland x € 434.000 € 0 € 11.345 € 11.345 € 8.383 € 8.537 € 2.350 € 19.270 Dorpshuis Nigtevecht - € 761.691 € 79.343 € 79.343 € 28.545 € 51.066 € 14.500 € 94.111 CC 't Web Loenen x € 324.000 € 1.241.084 € 18.151 € 18.151 € 13.488 € 73.525 € 21.031 € 108.044 De Boomgaard Loenen x € 155.000 € 0 € 5.899 € 5.899 € 15.571 € 0 € 8.763 € 24.334 Dorpshuis Ons Genoegen x € 335.000 € 0 € 14.280 € 31.234 € 0 € 0 € 0 € 24.334 Nieuwer ter Aa Dorpshuis Veenkluit - € 69.500 € 69.500 Tienhoven Wijkhuiskamer Breukelen - € 8.000 € 8.000 ’t Schuurtje x € 413.000 € 16.397 € 0 -€ 16.397 Maarssenbroek Totalen € 145.415 € 223.472 € 65.987 € 133.128 € 46.644 € 331.196

Pagina 13 Eindadvies Dorpshuizen

Samenvattend laat de tabel zien dat voor de 8 dorpshuizen en wijkcentra de gemeente in 2011 Euro 331.196 aan kosten heeft. Tegenover de huurinkomsten van Euro 145.415 staan diverse uitgaven: de exploitatievergoedingen en projectsubsidies van Euro 223.472 en Euro 65.987; de eigen kapitaalslasten van Euro 133.128 en de vastgestelde MOP-budgetten inclusief huurkosten gymzaal Nigtevecht van Euro 46.644. In het bovenstaande overzicht zijn kleine uitgaven die te maken hebben met bekostiging belastingen en verzekeringen voor de dorpshuizen niet meegenomen.

3.2. Staat van vastgoed

De gemeente is in 2012 gestart met het up-to-date brengen van de gemeentelijk vastgoed administratie. De dorpshuizen die eigendom zijn van de gemeente worden hierin meegenomen. Meer gedetailleerde informatie over de fysieke staat van de gebouwen die momenteel fungeren als dorpshuizen is beschikbaar bij de afdeling Vastgoed. Voor deze inventarisatie van dorpshuizen in gemeentelijk eigendom is het volgende belangrijk.

3.2.1. Dorpshuis Vreeland

Voor het dorpshuis Vreeland is een meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld, met een gemiddelde jaarlijkse gemeentelijke reservering van Euro 11.800. Op basis hiervan worden de onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd in opdracht van afdeling Vastgoed. De staat van het vastgoed is goed, ook sinds de investeringen in 2010. In 2011 heeft de stichting SVG Euro 20.000 geïnvesteerd in het onderhoud van de binnenruimten van het dorpshuis. Het dorpshuis heeft mede daardoor een prettige goede uitstraling.

3.2.2. Cultureel centrum 't Web

Al sinds de oplevering van het dorpshuis zijn er problemen met het gebouw. Door onderhoudswerkzaamheden in 2011 is het binnenklimaat aanzienlijk verbeterd, hoewel de energiekosten voor de stichting hoog blijven. Voor CC ’t Web is door de gemeente een MOP opgesteld, waarvoor een jaarlijkse reservering van Euro 18.879 opgenomen is. Momenteel reserveert SCAL voor huurdersonderhoud Euro 5.600 voor CC ’t Web. Echter, technisch onderzoek uit 2010 maakt duidelijk dat voor huurdersonderhoud eigenlijk Euro 17.000 per jaar apart gelegd moet worden, wat voor SCAL financieel niet haalbaar is. De sfeer en uitstraling van het dorpshuis is uitstekend.

3.2.3. Ontmoetingsruimte voor ouderen De Boomgaard

Voor de ontmoetingsruimte De Boomgaard heeft de gemeente een MOP opgesteld, met een jaarlijkse reservering van Euro 4.679. SCAL reserveert Euro 800 per jaar voor huurdersonderhoud. In principe is deze reservering toereikend. De Boomgaard heeft een prettige uitstraling.

3.2.4. Dorpshuis Ons Genoegen

Voor dorpshuis Ons Genoegen is (nog) geen MOP opgesteld. Geconstateerd wordt wel dat het casco enige gebreken vertoond (observatie medewerkers Vastgoed). Het gebouw heeft een fijne prettige uitstraling bij binnentreden.

Pagina 14 Eindadvies Dorpshuizen

3.2.5. Wijkcentrum 't Schuurtje

Onderhoudswerkzaamheden aan wijkcentrum ’t Schuurtje worden uitgevoerd door de afdeling Vastgoed. Er is (nog) geen MOP opgesteld.

Wat betreft de gebouwen die geen eigendom zijn van de gemeente en dienst doen als dorpshuizen is het volgende bekend.

3.2.6. Dorpshuis De Veenkluit

De fysieke staat van het gebouw is matig. Groot onderhoud wordt momenteel door de stichting uitgesteld, ook vanwege de plannen om een nieuw dorpshuis te realiseren. De exploiterende stichting heeft echter weinig financiële middelen om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, dan wel nieuwbouw of verbouwplannen te financieren. De uitstraling bij betreden van het gebouw is matig, de plaatsing van de bar/horeca in de grote zaal maakt dat bezoekers in eerste instantie denken dat zij in een horecagelegenheid zijn.

3.2.7. Dorpshuis Nigtevecht

Het dorpshuis Nigtevecht is in goede fysieke staat. Op basis van een meerjaren onderhoudsbegroting reserveert het dorpshuis voor onderhoud en vervanging, deze worden aangewend voor noodzakelijk onderhoudswerkzaamheden. Het is daarnaast opvallend dat er veel aandacht is besteed aan de kwaliteit van het binnenwerk en interieur, met een erg prettige sfeer en uitstraling als gevolg.

3.2.8. Wijkhuiskamer Breukelen Noord

Het wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord biedt wekelijks onderdak aan de wijkhuiskamer. Over de fysieke staat van het gebouw zijn geen gegevens bekend.

3.2.9. Samenvattend

Alleen in het geval van dorpshuis De Veenkluit is de fysieke staat van het gebouw matig, de overige gebouwen zijn goed onderhouden.

3.3. Programma van activiteiten

Dorpshuizen in Stichtse Vecht zijn belangrijke vindplaatsen van mensen en hun activiteiten. De diversiteit van activiteiten, het aantal activiteiten, de bezettingsgraad van ruimte in de dorpshuizen, het aantal vaste gebruikers, het aantal bezoekers van de dorpshuizen, het zijn stuk voor stuk indicatoren die iets zeggen hoe het dorpshuis als voorziening functioneert voor de lokale gemeenschap. Binnen de gemeente Stichtse Vecht is echter geen eenduidige methodiek die van deze indicatoren gebruikt maakt. In deze inventarisatie wordt dan ook vooral gekeken naar het aantal huurders (de lokale verenigingen en groepen) en het soort activiteiten dat wordt aangeboden. Daarbij valt op dat de “Loenense” dorpshuizen die gebruik maken van sociale ondernemers voor het dagelijks beheer van de gebouwen meer commerciële activiteiten

Pagina 15 Eindadvies Dorpshuizen ontplooien.

Diverse dorpshuizen zijn voor de verhuur aan lokale verenigingen en groepen sterk afhankelijk van de financiële mogelijkheden van die verenigingen. Op hun beurt zijn de verenigingen en groepen vaak weer aangewezen op subsidies, hetzij van de gemeente, hetzij van andere overheden en fondsen. Momenteel is er kortweg gesproken minder budget voor de lokale verenigingen, instellingen en groepen. Ook de nieuwe subsidieregels van de gemeente, waarbij subsidiegeld vooral aan activiteiten en niet aan huur van ruimte voor die activiteiten besteed dient te worden, zorgen er waarschijnlijk voor dat de verenigingen over minder budget kunnen beschikken voor het huren van ruimte. En dat heeft op zijn beurt weer gevolgen voor de exploitatie van de dorpshuizen als aanbieders van ruimte voor verenigingen. Verschillende dorpshuizen constateren dan ook dat er een terugloop is van commerciële verhuur en dat er flinke discussie is binnen de exploiterende stichtingen over de tarieven voor sociale verhuur in de toekomst.

Onderstaande inventarisatie van programma van activiteiten in de dorpshuizen moet dan ook begrepen worden als een momentopname, die vooral gebaseerd is op voorgaande jaren.

3.3.1. Dorpshuis Vreeland

De zalen en additionele ruimten van het dorpshuis wordt gebruikt door de volgende verenigingen, instellingen en groepen in Vreeland: zangverenigingen Sursum Corda en Vreeland Vocaal, de Harmonie/muziekvereniging De Vecht, de Klaverjasclub, de Bridgeclub, de EHBO vereniging, de Biljartvereniging, de Houtbewerkersvereniging en Stichting Tympaan met o.a. Koersbal, handwerken, bingo en klaverjassen. Daarnaast zijn er veel losse activiteiten, zoals yoga, tekenen en schilderen, de bijeenkomsten van de beleggingsclubs, de vergaderingen van de HAV autoclub, de diverse lunchclubjes als Vecht en Veenen, de Historische Kring en de Rotaryclub. Op incidentele basis maken de volgende organisaties gebruik van het dorpshuis Vreeland: de dorpsraad, de Oranjeverenigingen, de ijsclub, de tuinclub, de duivenhoudersvereniging en de visclub. De beheerder zorgt er daarnaast voor dat er ook van het dorpshuis gebruik gemaakt kan worden voor recepties, feesten, partijen, vergaderingen en andere commerciële verhuur.

De exploiterende stichting hanteert drie verschillende tarieven, waarvan de laagste bedoeld is voor de eigen lokale groepen. Zij constateert wel dat er veel vraag is naar ruimte voor activiteiten, maar ook dat het aantal gebruikers relatief constant blijft.

3.3.2. Dorpshuis Nigtevecht

In het multifunctionele dorpshuis wordt onderdak geboden aan diverse activiteiten en functies, zoals peuterspeelzaal Het Hummeltje, consultatiebureau, gymzaal, etc. De huisartsenpraktijk is in eigendom van STAG en gevestigd in een aangrenzend gebouw. Diverse gebruikersgroepen zoals de binnensportvereniging De Aanhouder Wint (DAW), maken gebruik van het dorpshuis. Ook wordt er veel aan cultuur georganiseerd, zoals cabaret en theatervoorstellingen. Deze activiteiten vinden onder meer plaats in de inpandige gymzaal. Ook is het dorpshuis beschikbaar voor commerciële verhuur, als bruiloften, recepties en dergelijke. De stichting constateert in 2011 dat de vraag naar ruimte in het dorpshuis het aanbod ervan lijkt te overtreffen.

Pagina 16 Eindadvies Dorpshuizen

3.3.3. Cultureel Centrum 't Web en Ontmoetingsruimte voor ouderen De Boomgaard

Het programma organiseert SCAL in zowel de Boomgaard als in CC 't Web. De vaste huurders zijn de Fanfare LFO, jongerenwerk Gemuda, PSZ Hummels, de Bridgeclub Loenen, Olga van Koningsbrugge Balletschool, de Foto en Videoclub Loenen, Schaakgenootschap Vecht en Ommeland, het koor Zingen en Zo, Stichting Cursusproject, de Biljartvereniging, Country Line Dance Loenen en Stichting Tympaan met veel op ouderen en senioren gerichte activiteiten. Deze verenigingen en organisaties organiseren wekelijks of tweewekelijks activiteiten. Daarnaast worden diverse activiteiten voorbereid en gehouden, zoals de Sinterklaasintocht, de vergaderingen van Stichting Schaakbond, de Zonnebloem, de wandelvereniging Weide Blik, de Kennedy Mars en de kerkgenootschappen. Tenslotte is CC 't Web beschikbaar voor bruiloften, recepties en andere bijeenkomsten. SCAL fungeert als hoofdhuurder van CC 't Web.

Al vanaf de start van het dorpshuis maken de vele verenigingen en instellingen aanspraak op vaste ruimte en dagdelen, wat een efficiënte verhuur van CC 't Web lastig maakt. Ouderen maken veel gebruik van de ontmoetingsruimte De Boomgaard, ook door de ontstaansgeschiedenis van dat dorpshuis (onderdeel woonzorgeenheden). Momenteel wordt De Boomgaard ook gebruikt voor andere doelgroepen. De Biljartvereniging speelt hier zijn competitiewedstrijden.

Er is geen indicatie dat gebruik en huurinkomsten onder druk staan. Er is een dagelijkse beheerder voor beide dorpshuizen die zijn inkomsten uit de commerciële verhuur en activiteiten haalt.

3.3.4. Dorpshuis Ons Genoegen

Dorpshuis Ons Genoegen is het resultaat van de behoefte en wensen van de inwoners om de leefbaarheid in de kern Nieuwer ter Aa te verbeteren. Belangrijke functies zijn: de mini-supermarkt voor dagelijkse boodschappen, die tot zomer 2012 verzorgd wordt door leerlingen van de praktijkschool Woerden; de bibliotheekkasten verzorgd door Bibliotheekpunt Angstel Vecht en Venen; de medische zorgverleners; Peuterspeelzaal De Rakkers; Fysiotherapie Brouwers Swinkels; Logopedie ; en de vele activiteiten in gymzaal, die ook gebruikt wordt door de aanliggende basisschool De School met de Bijbel, en de grote multifunctionele zaal. Naast vaste gebruikers biedt het dorpshuis alle mogelijkheid voor verhuur voor activiteiten uit het dorp.

In 2012 – dus een jaar na de start van het dorpshuis – blijkt dat een aantal functies onder druk staat. De bibliotheek stopt met de (financiële) bijdrage aan de exploitatie van het dorpshuis vanwege bezuinigingen. De praktijkschool stopt met de werkzaamheden voor de mini-supermarkt door teruglopende leerlingenaantallen. De exploiterende stichting SBL NTA is dan ook druk bezig om het oorspronkelijke programma uit 2011 in stand te houden, aan te vullen en te versterken. Tegelijkertijd is duidelijk dat het voortbestaan van dorpshuis Ons Genoegen ernstig onder druk staat. Gemeente en SBL NTA proberen samen hiervoor oplossingsrichtingen te bedenken.

3.3.5. Dorpshuis De Veenkluit

Onderdeel van dorpshuis de Veenkluit is de gymzaal, die onder meer gebruikt wordt door de nabij gelegen basisschool. Vaste gebruikers zijn onder meer de voetbalclub VIOD die voor zijn leden er de kleedkamers heeft, de peuterspeelzaal “De Veenkabouters” (aangesloten bij Kind en Co), de muziekvereniging Soli Deo Gloria en er is een bibliotheekpunt. Er worden EHBO lessen gegeven, danslessen van Feel the Beat, de bejaardensoos en activiteiten van stichting JOU. Deze vaste huurders hebben 3 tot 4 avonden per week activiteiten. Ook wordt het dorpshuis verhuurd voor bijeenkomsten, feesten en recepties aan particulieren. Voor zover bekend verzorgt de stichting deze commerciële verhuur.

Pagina 17 Eindadvies Dorpshuizen

3.3.6. Wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord – Wijkhuiskamer

Oorspronkelijk opgezet in samenwerking met stichting Timpaan, voorziet de wijkhuiskamer in de behoefte en wensen van direct omwonenden (ouderen en senioren) voor ontmoeten en sociale activiteiten. Zo wordt er aan handvaardigheid gedaan, zijn er kookcursussen en organiseert men wandelingen. Een andere activiteit is samen naar klassieke muziek luisteren op donderdagochtend, met uitleg en filmfragmenten. Er vinden geen grotere activiteiten of evenementen plaats zoals in andere dorpshuizen, het accent van de wijkvoorziening is elkaar ontmoeten en samen bezig zijn.

3.3.7. Wijkcentrum 't Schuurtje

Het wijkcentrum ’t Schuurtje biedt ruimte voor verenigingen, zoals dartclub Phoenix, DZZL en Devo. De 11 dartbanen trekken iedere vrijdag minstens 50 spelers. Biljartvereniging Apollo beschikt over 4 tafels. Ook worden er regelmatig bridgetoernooien georganiseerd door Bridgeclub Maarssenbroek. Daarnaast kan er ruimte gehuurd worden voor festiviteiten, zoals bingoavonden, feesten, etc. Het wijkcentrum is doordeweeks iedere avond geopend, ook voor inloop van bezoekers, en in de weekenden alleen bij georganiseerde evenementen.

3.3.8. Samenvattend

De activiteiten van de diverse dorpshuizen passen binnen de opvatting dat deze voorzieningen ruimte bieden voor lokale verenigingen, instellingen en groepen. De rol van de dagelijks beheerder die ook ondernemer is, zorgt voor meer commerciële verhuur en daarmee voor zowel meer toeloop en gebruik van het dorpshuis en meestal ook voor extra inkomsten voor de exploiterende stichting. Veel informatie over het gebruik van het dorpshuis is echter niet bekend, zoals aangegeven hierboven.

3.4. Omgeving

Naast informatie over het gebruik is het belangrijk om de positie van het dorpshuis binnen de lokale voorzieningen structuur van dorp, wijk of kern te weten te komen. Bijvoorbeeld om er achter te komen in hoeverre de huidige verhuur van ruimte niet beconcurreerd wordt door andere ruimte- aanbieders. Uit de inventarisatie komt de volgende positionering per dorpshuis naar voren.

3.4.1. Vreeland

Het dorp heeft een aantal commerciële voorzieningen, waaronder een supermarkt en enkele horecavoorzieningen. Er is een Samenwoonschool (twee basisscholen en kinderopvang) en een net aangepast zorggebouw aan de Fetha. Voor toerisme en zakelijke ontmoetingen is er ook een hotel. Het dorpshuis Vreeland heeft naar eigen zeggen nauwelijks concurrentie in de buurt. Zaaltjes en ruimte voor recepties kan gehuurd worden bij Hotel De Nederlander, restaurant Lokaal Zuid, bij de basisschool, het zaaltje De Til bij de NHV kerk en restaurant Noord Brabant. De exploiterende stichting SVG constateert echter dat het merendeel van het sociaal-culturele leven zich afspeelt in het dorpshuis. De omliggende voorzieningen zijn momenteel niet concurrerend voor het dorpshuis Vreeland.

Pagina 18 Eindadvies Dorpshuizen

3.4.2. Nigtevecht

Met uitzondering van de nieuwe schoolvoorziening zijn er geen of weinig concurrerende faciliteiten in het dorp, hoewel er diverse andere (commerciële) voorzieningen zijn.

3.4.3. Loenen dorp

Er zijn diverse horecagelegenheden in de directe omgeving en een aantal andere voorzieningen, zoals supermarkt en winkels. De aanwezigheid van ontmoetingsruimte de Boomgaard maakt dat het dorp Loenen twee dorpshuizen op een steenworp afstand heeft. Waar in 2004 nog werd geconstateerd dat er ook mogelijkheden waren voor twee dorpshuizen, vanwege verschillende (doel)groepen en activiteiten, verdeelt SCAL op dit moment het programma over beide locaties. Dat betekent dat het in feite om 1 voorziening gaat, verdeeld over twee gebouwen. Daarnaast wordt geconstateerd door de stichting dat diverse maatschappelijke organisaties en hun activiteiten op locaties in de directe omgeving gehuisvest worden, terwijl deze mogelijk ook in het dorpshuis een plek zouden kunnen krijgen. Met andere woorden, in Loenen dorp ondervinden de dorpshuizen 't Web en De Boomgaard concurrentie van andere ruimte aanbieders.

3.4.4. Nieuwer ter Aa

De eerste indruk is dat er voor een dorp als Nieuwer ter Aa veel beschikbare binnenruimte is om maatschappelijke activiteiten te organiseren: de kantine van de voetbalvereniging, de multifunctionele zaal van het dorpshuis, de zalen bij Het Anker, en misschien ook nog ruimte in de basisschool. De voetbalvereniging NITA organiseert bijvoorbeeld naast sportieve activiteiten ook theatervoorstellingen. Er is met andere woorden forse concurrentie tussen het dorpshuis en andere ruimte-aanbieders.

3.4.5. Tienhoven

In het dorp Tienhoven zijn weinig maatschappelijke voorzieningen. Er is een (nieuw) gezondheidscentrum en er worden periodiek concerten in de Kerk gehouden. De stichting ziet deze functies en hun activiteiten niet als concurrerend voor dorpshuis De Veenkluit. Direct naast het dorpshuis staat de basisschool, die deels leeg staat. In principe kan deze lege schoolruimte aangeboden worden voor maatschappelijke activiteiten en zo concurrerend zijn voor het dorpshuis.

3.4.6. Zwanenkamp Maarssenbroek

In Maarssenbroek zijn diverse voorzieningen in de wijken, ook in de wijk Zwanenkamp. Scholen, bedrijfsruimte en andere accommodaties zijn potentiële concurrenten voor het wijkcentrum ’t Schuurtje als ruimteaanbieder. Bijvoorbeeld de kerk De Ark die een diversiteit aan sociaal- maatschappelijke activiteiten organiseert voor haar bezoekers.

Binnen afdeling Vastgoed is het een optie om in de nabije toekomst het wijkcentrum naar een andere locatie te verplaatsen in Maarssenbroek. De consequenties hiervan voor de huidige bezoekers en gebruikers zijn nog niet duidelijk.

Pagina 19 Eindadvies Dorpshuizen

3.4.7. Breukelen Noord

In de directe omgeving zijn diverse voorzieningen. Door het kleinschalige karakter van de wijkhuiskamer in het wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord zijn dergelijke voorzieningen nauwelijks concurrerend met het aanbod dat de stichting SBON biedt. De mogelijke uitzondering daarop is de aanwezigheid van Zorggroep De Vechtstreek aan De Aa in Breukelen. De demografische samenstelling van de omwonenden sluit goed aan bij de wijkvoorziening.

3.4.8. Samenvattend

De bekeken dorpshuizen verschillen in de mate waarop de andere ruimteaanbieders in de directe omgeving concurrerend zijn voor het huisvesten van lokale verenigingen en groepen. Nigtevecht, Vreeland en Tienhoven ondervinden momenteel geen noemenswaardige concurrentie, terwijl in Loenen dorp en Maarssenbroek er voldoende andere aanbieders zijn. In Nieuwer ter Aa heeft het dorpshuis te maken met de sportvereniging en de kerk. Door de specifieke doelgroep activiteiten en het kleinschalige karakter is er nauwelijks concurrentie voor de wijkhuiskamer in Breukelen Noord.

Concurrentie binnen het lokale voorzieningenniveau zet de mogelijkheden van het dorpshuis voor behoud van verhuur van ruimte of zelfs uitbreiding van verhuur stevig onder druk. De andere ruimteaanbieders kunnen lagere tarieven hanteren, andere faciliteiten aanbieden en zeker ook een andere uitstraling neerzetten dan het dorpshuis kan doen. Dat stelt de exploiterende stichting voor grote problemen, ook in het licht van de teruglopende financiële mogelijkheden van de lokale verenigingen en groepen als hierboven genoemd.

Pagina 20 Eindadvies Dorpshuizen 4. Dorpshuisgesprekken

In dit hoofdstuk wordt op basis van de verslagen van de dorpshuisgesprekken (zie bijlage B)2 beschreven hoe de dorpshuizen en lokale gemeenschappen aan de slag gaan met de opgave om tot een nieuwe positionering te komen. De dorpshuisgesprekken zijn startgesprekken, waarin de gemeente uiteen zet dat zij op zoek is naar een nieuwe eenduidige relatie met de dorpshuizen en dat er een structurele bezuiniging van Euro 65.000 gevonden moet worden op het integrale budget Dorpshuizen (vastgoed en subsidie).

De dorpshuisgesprekken zijn bedoeld om de stichtingen en andere betrokkenen in de gelegenheid te stellen met eigen voorstellen te komen over de toekomst van hun dorpshuizen. De context is dan wel de noodzaak tot harmonisatie van eigen wet- en regelgeving en de urgentie om te bezuinigen, toch vindt de gemeente het belangrijk dat er gezocht wordt naar maatwerk per dorpshuis. Alle geïnventariseerde dorpshuizen hebben een eigen unieke ontstaansgeschiedenis en de lokale situatie per dorp of kern bepaalt hoe de toekomst van het eigen dorpshuis eruit ziet.

De deelnemers aan de dorpshuisgesprekken hebben vooraf de volgende informatie ontvangen: a) uitnodigingsbrief met het doel van het dorpshuisgesprek, b) de factsheet van het betreffende dorpshuis, en c) de korte notitie Kansen voor Dorpshuizen. Alle gesprekken duurden een uur, met afspraken over het vervolgtraject, want uiteindelijk moet er wel duidelijkheid komen hoe ieder dorpshuis zijn eigen toekomst ziet en wat dat betekent voor de relatie met de gemeente. De vervolgtrajecten worden begeleid door de gebiedsregisseurs van de gemeente. De gesprekken zijn op één uitzondering na goed en constructief verlopen.3

Doel van de startgesprekken is dat de exploiterende stichtingen, verenigingen en betrokken inwoners samen met de gemeente op zoek gaan naar een meer robuust “business model” voor hun dorpshuizen. Dat betekent concreet dat per dorpshuis verkend gaat worden: . hoe er meer ondernemerschap binnen het dorpshuis georganiseerd kan worden; . hoe de samenwerking binnen het dorp meer vorm kan krijgen, en ook tussen dorpshuizen onderling meer samengewerkt kan worden; . hoe nieuwe doelgroepen gevonden en geworven kunnen worden; . welke mogelijkheden er zijn om tot kostenreductie te komen, en in hoeverre het mogelijk is om meer inkomsten te verwerven; . en welke nieuwe(re) vormen van beheer van de dorpshuizen gebruikt kunnen worden.

De resultaten van de startgesprekken zijn bemoedigend. In Nieuwer ter Aa hebben dorpshuisbestuur en voetbalvereniging een eerste stap gezet om tot een overkoepeld bestuur te komen, waardoor afstemming van activiteiten op beide locaties beter geregeld kan worden. In Loenen dorp is er begrip getoond bij de gespreksdeelnemers als geconstateerd wordt dat er een overschot aan ruimte voor maatschappelijke activiteiten is en dat zoiets gevolgen gaat hebben voor de gebouwen die in eigendom van de gemeente zijn. De bestuursleden en de dagelijks beheerder van dorpshuis Vreeland zijn zeer geïnteresseerd in de optie om een buitenterras aan te mogen leggen, maar ook in de mogelijkheid om het dorpshuis in eigendom te verkrijgen.

2 Er is geen dorpshuisgesprek gehouden met wijkcentrum 't Schuurtje. Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat een zoektocht naar een nieuwe positionering van deze voorziening niet aan de orde is. Ook met Verenigingsgebouw en De Ark Maarssenbroek zijn geen startgesprekken gehouden, hoewel er vanuit programma en juridische constructie interessante aanknopingspunten zijn. 3 Alleen in het geval van het gesprek over de Wijkhuiskamer in Breukelen Noord is er nauwelijks over de toekomst van de voorziening gepraat, maar alleen over de gewenste financiële bijdrage van de gemeente.

Pagina 21 Eindadvies Dorpshuizen

Voor een meer gedetailleerd overzicht van de startgesprekken wordt verwezen naar de verslagen in bijlage B. Een voorlopige conclusie is dat de stichtingen en aanwezige gebruikers/inwoners het op prijs stellen dat zij op deze participatieve manier betrokken worden. Tegelijkertijd is het belangrijk om als gemeente voldoende richting te blijven geven om de doelstellingen van eenduidig beleid en bezuinigingen te halen.

Pagina 22 Eindadvies Dorpshuizen 5. Rode draden

De resultaten van de voorgaande hoofdstukken zijn input voor de volgende beleidsvragen rondom harmonisatie van bestaande gemeentelijk wet- en regelgeving, subsidieverstrekking en eigendom.

5.1. Bestaand dorpshuisbeleid Loenen handhaven en uitbreiden?

Anders dan de andere voormalige gemeenten heeft de gemeente Loenen aan de Vecht redelijk expliciet vastgelegd wat de rol en positie van de dorpshuizen moet zijn, namelijk die van de basisvoorzieningen in de dorpen en kernen. Dat betekent dat de inwoners en verenigingen zich kunnen beroepen op de aanwezigheid van dergelijke voorzieningen in hun dorpen en kernen. Het resultaat is vier dorpshuizen, een uitgebreid financieringssysteem en een duidelijk afspraken stelsel over exploitatie, beheer, onderhoud en gebruik van de voorzieningen.

De gemeente Stichtse Vecht heeft de keuze om dit dorpshuizenbeleid te handhaven en uit te breiden naar de dorpshuizen van Breukelen en Maarssen. Handhaving en uitbreiding staat echter op gespannen voet met de strategische keuzen die gemeente Stichtse Vecht sinds 2011 gemaakt heeft, met een duidelijk voorkeur voor activiteiten en programma boven gebouwen en aansturend op zelfredzaamheid van haar burgers en hun organisaties. Vandaar dat aanbevolen wordt om het bestaande dorpshuizenbeleid van voormalig Loenen aan de Vecht te beëindigen en te vervangen voor een nieuw beleidskader dorpshuizen.

Aanbeveling 1: De gemeente Stichtse Vecht beëindigt het dorpshuizenbeleid van voormalige gemeente Loenen aan de Vecht, met in inachtneming van de situatie van dorpshuis Nigtevecht. Daarvoor in de plaats komt een nieuw beleidskader dorpshuizen in Stichtse Vecht, die aansluit bij gemeentelijk beleid zoals verwoord in de gemeentelijke nota's Samen Sterk en Burgerparticipatie.

5.2. Dorpshuizen als gemeentelijk instrument vitaliteit wijken en kernen?

De gemeente Stichtse Vecht hecht grote waarde aan vitale wijken, dorpen en kernen, zoals is verwoord in het Coalitieakkoord 2011. De nieuwe subsidieverordening geeft de burgers daarvoor ook veel kansen, in de vorm van mogelijkheden van subsidiëring van diverse maatschappelijke activiteiten. Ook het budget Leefbaarheid en Veiligheid is bedoeld om activiteiten van burgers te kunnen ondersteunen. Vitaliteit wordt vooral opgevat als een bloeiend verenigingsleven in de dorpen en kernen, met veel initiatieven van inwoners en organisaties. Het is dan ook de vraag hoe de rol die de dorpshuizen hier bij spelen moet worden gewaardeerd.

Traditioneel zijn de dorpshuizen de fysieke verzamelplaatsen voor de lokale verenigingen en groepen burgers, zoals uit de inventarisatie in voorgaande hoofdstukken kan worden opgemaakt. Tegelijkertijd wordt ook geconstateerd dat dergelijke activiteiten niet uitsluitend plaatsvinden in het dorpshuis, maar ook in de sportkantines, bij de kerken, in leegstaande scholen maar ook naschools en buitenschools. Diverse dorpshuizen mogen dan op dit moment weinig last ondervinden van concurrerende ruimteaanbieders (met een aantal expliciete uitzonderingen), het ligt in de verwachting dat in verschillende dorpen en kernen een overschot aan beschikbare ruimte voor verenigingen de centrale positie van de dorpshuizen gaat ondermijnen.

Pagina 23 Eindadvies Dorpshuizen

Wat betreft de financiële kant van de ondersteuning wordt het volgende geconstateerd:

– De huidige manier van financiële ondersteuning, in de vorm van exploitatiesubsidies ter compensatie van huur en geldlening, is in strijd met de nieuwe subsidieverordening. In feite is het de vraag of de bestaande exploitatiesubsidies wel subsidies zijn. Harmonisatie van wet- en regelgeving betekent dat exploitatiesubsidies voor dorpshuizen ofwel geschrapt gaan worden, ofwel een nader in te vullen aparte status krijgen.

– Het heen en weer schuiven van financiële bedragen tussen gemeente en dorpshuizen, namelijk huur/geldlening en exploitatiesubsidie, is oorspronkelijk bedoeld om de gemeente gelegenheid te geven om de jaarstukken en begroting van de dorpshuizen te toetsen en om het bestuur (in voormalig Loenen aan de Vecht de gemeenteraad) te laten besluiten over toekenning van de exploitatiesubsidie. De dorpshuizen leggen zo verantwoording af richting gemeente. In de gemeente Stichtse Vecht vindt in 2012 besluitvorming voor toekenning van exploitatiesubsidies niet meer plaats op bestuurlijk niveau, maar is gemandateerd aan het subsidiebureau, conform de werkwijze van de subsidieverordening. De huidige werkwijze wat betreft de financiële stromen tussen gemeente en dorpshuizen is dan ook omslachtig.

– Het koppelen van huurlasten en exploitatie-inkomsten betekent dat afdeling Vastgoed van de gemeente en het subsidiebureau tot elkaar veroordeeld zijn. Vastgoed heeft voor het goed onderhoud van haar gebouwen nodig dat er tenminste kostendekkende huurbedragen worden gevraagd. Het gemeentelijk subsidiebureau beschikt over een totaal budget voor uitgifte subsidies. Momenteel worden er geen kostendekkende huren gevraagd voor de dorpshuizen, wat betekent dat de afdeling Vastgoed te weinig inkomsten heeft om de gebouwen te kunnen onderhouden. Maar aanpassing naar kostendekkend niveau betekent direct dat het subsidiebureau extra exploitatiesubsidie moet verstrekken ter compensatie en daarmee haar budget overschrijdt.4 Een typisch “vestzak/broekzak” situatie, die meteen duidelijk maakt dat de bestaande werkwijze op de lange termijn niet houdbaar is.

Samenvattend zijn er voldoende redenen om de manier van (financiële) ondersteuning van de dorpshuizen aan te passen. Samen met de overwegingen over de gewenste rol en positie van de dorpshuizen nu en in de toekomst worden hieronder drie keuzemogelijkheden gegeven die ieder voldoen aan het streven naar eenduidig beleid en harmonisatie.

– Indien de gemeente Stichtse Vecht de dorpshuizen als essentieel gemeentelijk instrument ziet voor het in stand houden en versterken van de vitaliteit van dorpen en kernen, dan neemt zij ook de verantwoordelijkheid op zich om de dorpshuizen te ondersteunen nu en in de toekomst. Dorpshuizen zijn dan het type basisvoorziening dat in stand gehouden wordt met een specifieke vorm van financiële steun. Hoe een dergelijk geharmoniseerd financieel stelsel eruit moet zien, dient nader onderzocht te worden, waarbij de bovenstaande situaties rondom financiering voorkomen worden.

– Een tweede optie is om de dorpshuizen te zien als uitsluitend ondersteunend aan het beleidsvoornemen tot vitaliteit van dorpen en kernen. In dat geval wordt er geen expliciete uitspraak gedaan over de preferente positie van de dorpshuizen, wat aansluit bij de voorkeur voor activiteiten boven gebouwen en bewegingsruimte geeft om die vitale wijken en kernen op een andere wijze te bewerkstelligen. Deze tweede mogelijke beleidskeuze houdt in dat het bestaande gemeentelijke instrumentarium van financiering en ondersteuning wordt beëindigd, wat per dorpshuis vraagt om juridisch maatwerk.

4 Deze situatie is aan de orde gekomen met betrekking tot dorpshuis Vreeland eind 2012/begin 2013.

Pagina 24 Eindadvies Dorpshuizen

– Als derde mogelijkheid kan gekozen worden voor een tussenvorm. Wel de erkenning van de dorpshuizen als belangrijk voor het lokale verenigingsleven, maar geen consequentie in de vorm van uitgebreide gemeentelijke ondersteuning en subsidies. Het bestaande gemeentelijk instrumentarium van financiering en ondersteuning wordt weliswaar beëindigd, maar laat de mogelijkheid open om op een andere wijze de erkenning van de dorpshuizen vorm te geven. Aangezien dit aansluit met de historisch gegroeide situatie en met de beleidslijn dat activiteiten belangrijker zijn dan gebouwen, wordt deze derde mogelijkheid aanbevolen om verder te verkennen.

Aanbeveling 2 De gemeente Stichtse Vecht hecht aan sterke en vitale wijken, kernen en dorpen, waarbij zij de belangrijke positie van de dorpshuizen in de sociaal-maatschappelijke structuur waardeert en erkent. Echter, de gemeente vindt ook dat het huidige financieringsstelsel niet voldoet en vervangen moet worden door een andere manier van ondersteuning.

5.3. Verantwoordelijkheid dorpshuizen bij lokale gemeenschappen?

De gemeente vindt het volgens het Coalitieakkoord 2011 belangrijk dat haar inwoners en hun organisaties meer zelfredzaam worden en dat geldt ook voor de dorpshuizen. In de dorpshuisgesprekken (zie hoofdstuk 4 en bijlage B) wordt verkend hoe de dorpshuizen in de toekomst gepositioneerd kunnen worden, op basis van een meer robuust “business model” van exploitatie (en beheer). Een belangrijke beleidsvraag voor de gemeente is dan ook in hoeverre de lokale gemeenschappen meer verantwoordelijkheid kunnen nemen bij de exploitatie, onderhoud en beheer van de dorpshuizen.

Het is natuurlijk niet zo dat er op dit moment geen verantwoordelijkheid genomen wordt door de stichtingen, gebruikers en vrijwilligers van de dorpshuizen. De voorzieningen kunnen alleen maar draaiend gehouden worden door de inzet van vele inwoners uit de wijken, dorpen en kernen, die bijzonder goed werk doen. De zoektocht over manieren om meer verantwoordelijkheid te kunnen nemen moet opgevat worden als een echte zoektocht, voor een langere termijn met hopelijk nieuwe inzichten en perspectieven op het dorpshuis in de toekomst.

Maar principieel vindt de gemeente wel dat de huidige relatie met de dorpshuizen anders moet worden, om in lijn te komen met het voorgestane gemeentelijk beleid van zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid. Anders gezegd, waar de huidige situatie van de dorpshuizen richting gemeente gekenmerkt wordt door afhankelijkheid, o.m. in de zin van financiële afhankelijkheid, is het gewenst dat de toekomstige situatie gekenschetst kan worden door onafhankelijke positie en de daarbij behorende verantwoordelijkheden voor de lokale gemeenschappen, ofwel stichtingen, verenigingen en inwoners.

Dat betekent dat de gemeente haar gewenste en toekomstige rol vooral ziet als ondersteunend en faciliterend. Hoe die rol er precies uit moet zien is nog niet duidelijk (maar zie aanbeveling 2 hierboven).

Aanbeveling 3 De gemeente Stichtse Vecht vindt conform haar gemeentelijk beleid dat de verantwoordelijkheid voor het opzetten en in stand houden van dorpshuizen vooral bij de lokale gemeenschappen zelf behoort te liggen. Dat betreft exploitatie, onderhoud en beheer van de dorpshuizen. De gemeente wil vooral ondersteunend en faciliterend zijn voor deze belangrijke fysieke ontmoetingsplekken in wijken, kernen en dorpen.

Pagina 25 Eindadvies Dorpshuizen

5.4. Eigendom dorpshuizen bij lokale gemeenschappen?

De bestaande situatie van eigendom bij de dorpshuizen is dat er deels sprake is van gemeentelijk eigendom, deels van particulier eigendom van de stichtingen en deels van eigendom van derden. Om een eenduidig en geharmoniseerd dorpshuizenbeleid te maken, verdient het de voorkeur om tot eenzelfde eigendomsconstructie te komen. Hier zijn vier opties mogelijk.

– Als eerste mogelijkheid ziet de gemeente voor de toekomstige situatie rondom dorpshuizen geen principiële redenen om eigenaar te zijn (of te blijven) van het vastgoed. Op termijn heeft het de voorkeur om het eigendom van de dorpshuizen over te dragen aan de lokale gemeenschappen.5 Hiermee sluit de gemeente aan bij de eigendomssituatie die nu al bestaat in Nigtevecht en Tienhoven. Deze optie is risicovol omdat exploitatie, onderhoud en beheer van het complete vastgoed niet direct voor iedere dorpshuisorganisatie op te brengen is. Ook is duidelijk dat de gemeente eenmalig aan de dorpshuizen kan verdienen, maar dat de stichtingen wel over voldoende middelen moeten beschikken om de dorpshuizen ook in de toekomst in stand te kunnen houden. Er moet met andere woorden ook een “bruidsschat” mee vanuit de gemeente, wat gelet op de huidige financiële situatie niet goed voor te stellen is.

– De tweede mogelijkheid is juist de dorpshuizen in eigendom te hebben (en te verkrijgen), wat betekent dat Nigtevecht en Tienhoven aangekocht gaan worden. Door eigenaar te zijn van het vastgoed maakt de gemeente duidelijk hoe de ondersteunende en faciliterende rol in het nieuwe dorpshuizenbeleid wordt vorm gegeven. Financieel betekent het dat de gemeente middelen moet vinden om deze aankopen te kunnen doen, en dat lopende en toekomstige onderhoudslasten op de gemeentelijke begroting blijven staan.

– Als derde optie kiest de gemeente ervoor om het vastgoed wel af te stoten, maar over te doen aan een (nieuwe) eigenaar, die als voornaamste taak heeft de exploiterende stichtingen in staat te stellen ook in de toekomst de dorpshuizen open te houden. Deze eigenaar kan gezien worden als een maatschappelijk vastgoedonderneming. De bestaande dorpshuisstichtingen kunnen zo'n nieuwe onderneming opzetten, maar het is ook mogelijk hiervoor een compleet nieuw bedrijf te maken en zelfs het onder deze voorwaarden aan te bieden aan de markt. In feite is in deze derde optie sprake van het buiten de gemeentelijke organisatie zetten van de dorpshuizen. De precieze details van de verhouding gemeente-vastgoedonderneming-stichtingen moet nader uitgewerkt worden. Vooralsnog is het niet goed voor stellen dat de nieuwe vastgoedonderneming de dorpshuizen overneemt zonder “bruidsschat” ten behoeve van toekomstig onderhoud. Voor de situatie in Nigtevecht en Tienhoven moet uitgezocht worden of de eigenaren bereid zijn hun dorpshuizen te verkopen.

– De laatste optie is om wat betreft vastgoed aansluiting te zoeken bij de bestaande situatie rondom onderwijshuisvesting. De schoolgebouwen zijn in economisch gebruik bij de onderwijsstichtingen die hiervoor een aparte vastgoedafdeling hebben opgezet.6 Het juridisch eigendom blijft bij de gemeente. Als de school dicht gaat en/of gesloopt wordt, is het mogelijk de locatie anders te bestemmen, wat betekent dat de gemeente positie behoudt in de dorpen en kernen. Omdat de onderwijsstichtingen al kennis en ervaring van vastgoed hebben (eigendom, onderhoud, beheer), is het interessant om uit te zoeken of zij bereid zijn het vastgoed van de dorpshuizen op te nemen in hun portefeuille. Bijkomend voordeel is dat de onderwijsstichtingen nu al programmatisch met de dorpshuizen te maken hebben, bijvoorbeeld door activiteiten naschools, buitenschools en in de avonden en weekenden voor de lokale gemeenschappen. Ook hier is de kwestie van budgetten voor toekomstig onderhoud aan de orde.

5 Naast eigendomsoverdracht is het ook mogelijk om een erfpachtconstructie op te zetten. Deze optie wordt in de eindnota Dorpshuizen niet verder uitgewerkt. 6 Deze situatie geldt momenteel voor het voorgezet onderwijs en gaat volgens de plannen van het Rijk ook gelden voor het basisonderwijs.

Pagina 26 Eindadvies Dorpshuizen

Op grond van de hierboven geformuleerde overwegingen wordt aanbevolen om te kiezen voor de vierde optie. Hiermee wordt aangesloten bij instellingen met kennis en ervaring van maatschappelijk vastgoed en met een sociaal-maatschappelijke focus. Per dorpshuis verzorgt de lokale stichting de exploitatie, verhuur aan verenigingen en activiteiten.

Aanbeveling 4 De gemeente kiest ervoor om juridisch eigenaar te blijven (en te worden) van het maatschappelijk vastgoed dorpshuizen, en het economisch gebruik over te zetten (aan te bieden) aan de onderwijsstichtingen.

5.5. Relatie dorpshuizen en gemeentelijk Voorzieningen & Accommodatiebeleid?

De nota Betaalbare Leefbaarheid: Visie Maatschappelijk Vastgoed (2013, concept) en voorliggende eindnota Dorpshuizen dienen overeenkomstige doelen en uitwerkingen te hebben. Ten slotte zijn dorpshuizen objecten van maatschappelijk vastgoed. Het 2e scenario van de faciliterende gemeente in de nota Betaalbare Leefbaarheid sluit goed aan bij de aanbevelingen in deze eindnota Dorpshuizen. Echter, de andere scenario's wijken principieel af van deze eindnota Dorpshuizen.

Aanbeveling 5 Het verdient aanbeveling om de toekomstige positie van de dorpshuizen en hun relatie met de gemeente in lijn te houden met de nota Betaalbare Leefbaarheid (2013, concept). Dat gebeurt het meest optimaal in scenario 2.

5.6. Relatie dorpshuizen & gebiedsontwikkelplannen?

De gemeente is sinds 2011 aan de slag om voor haar wijken, dorpen en kernen integraal beleid te maken, in de vorm van GOP’s en DOP’s. Voorzieningen en dus ook dorpshuizen zijn daarbij erg belangrijk als fysieke plekken voor opvang, ontmoeting en ontspanning. Tegelijkertijd vindt de gemeente dat voor vitale dorpen en kernen activiteiten belangrijker zijn dan gebouwen. Om dorpshuizen en de omliggende voorzieningen goed te kunnen waarderen, is het belangrijk om in de GOP's en DOP's ruim aandacht te geven aan de integrale voorzieningenstructuur van de gebieden. Dat gebeurt onder meer in de lopende verkenning van de toekomst van ieder dorpshuis, als vervolg op de dorpshuisgesprekken (zie hoofdstuk 4). Bijvoorbeeld in Loenen dorp kan duidelijk worden in hoeverre er behoefte is aan twee dorpshuizen.

Aanbeveling 6 Voorzieningen zoals dorpshuizen zijn belangrijke onderdelen van de beleidsinstrumenten GOP’s en DOP’s. Om duidelijkheid te krijgen over de toekomstige positie van ieder dorpshuis wordt aanbevolen om de resultaten van de lopende verkenning van de lokale gemeenschappen op te nemen in de bestaande en nieuwe GOP's en DOP's. Hiermee is een directe beleidsmatige verbinding gemaakt tussen deze eindnota Dorpshuizen en de gebieds- en dorpsontwikkelingsplannen.

Pagina 27 Eindadvies Dorpshuizen 6. Proeve van uitwerking

In dit hoofdstuk wordt een uitwerking gegeven van de voorgaande aanbevelingen. Specifiek wordt ingegaan op de kwestie van het eigendom van de dorpshuizen, het financiële systeem van huur en exploitatievergoeding, de onderhoudscomponenten en de spanning tussen commerciële en sociaal-maatschappelijke activiteiten.

6.1. Eigendom dorpshuizen

Dorpshuizen al dan niet in gemeentelijk eigendom, dat is de vraag. Vanuit verschillende gesprekken en overleggen komt het volgende naar voren. Gemeentelijk eigendom van dorpshuizen is te prefereren – gezien de goede fysieke staat van de gemeentelijke gebouwen, de mogelijkheid om dorpen en kernen te faciliteren met een goede accommodaties voor maatschappelijke activiteiten en waarschijnlijk zelfs om via invloed op de programmering van activiteiten de leefbaarheid in dorpen en kernen positief te beïnvloeden. Daar tegenover staat dat de exploiterende stichtingen niet uniform positief zijn om zelf eigenaar te worden van de gebouwen.

Op basis van de overwegingen in de vorige hoofdstukken streeft de gemeente er naar om van alle dorpshuizen juridisch eigenaar te zijn (of te worden) en om het economisch eigendom over te dragen. Voordeel van deze eenduidige constructie is dat de gemeente zo positie behoudt, ook nadat de bestemming Maatschappelijke Voorziening voor de dorpshuizen er in de toekomst vanaf gaat. Bij afstoten van de gebouwen verliest de gemeente ook deze (kostbare) positie.

De constructie juridisch eigendom en economisch gebruik is bekend bij onderwijshuisvesting, maar niet bij maatschappelijke organisaties zoals dorpshuizen. Indachtig de aanbevelingen over eigendom in hoofdstuk 5 heeft de gemeente de keuze om het economisch eigendom bij de (gezamenlijke) dorpshuizen te leggen of aan te bieden aan de onderwijsinstellingen. De constructie vraagt hoe dan om nader onderzoek. Het heeft ook gevolgen voor de dorpshuizen die geen gemeentelijk eigendom zijn. Het kan betekenen dat dorpshuizen Nigtevecht en De Veenkluit aangekocht moeten worden, wat aanzienlijke financiële consequenties heeft.

6.2. Huur en exploitatievergoeding

Om een oplossing te vinden voor de huidige constructie van huursom tegenover exploitatiesubsidie stelt de gemeente voor om de dorpshuizen om niet ter beschikking te stellen aan de exploiterende stichtingen, dan wel de economisch gebruikers. Er is in dat geval geen sprake meer van een huursituatie tussen gemeente en stichtingen, en ook de exploitatievergoeding kan vervallen. Een en ander dient vooraf onderzocht te worden op meest gunstige fiscaal resultaat.

Voor dorpshuis Nigtevecht betekent het dat de geldlening opgezegd kan worden en de even hoge exploitatiesubsidie gestopt kan worden. Mits het dorpshuis natuurlijk aangekocht kan worden door de gemeente. De exploitatiesubsidie voor dorpshuis De Veenkluit stopt ook, wat gevolgen heeft voor de exploitatie. Maar ook hier is dan het voornemen om het gebouw te verwerven.

Pagina 28 Eindadvies Dorpshuizen

6.3. Onderhoud, exploitatie en beheer gebouwen

Aangezien er geen huur/verhuur relatie meer is, vervalt het onderscheid huurdersonderhoud en verhuurdersonderhoud. Bij economisch gebruik van de dorpshuizen vindt de gemeente het wenselijk om ook het grootonderhoud van de gebouwen over te zetten. Om dat mogelijk te maken stelt de gemeente voor om de huidige budgetten grootonderhoud, die gebaseerd zijn op de MOP’s en waarvoor afdeling Vastgoed verantwoordelijk is, over te zetten naar de economisch gebruikers. De huidige bijdragen voor klein onderhoud en vervanging inventaris blijven voorlopig gehandhaafd. De verwachting is dat de stichtingen zo in staat zijn klein onderhoud, groot onderhoud en onderhoud inventaris efficiënt te regelen.

Onderzocht moet worden in hoeverre de gemeente met het overhevelen van deze budgetten niet handelt in strijd met wettelijke voorschriften van aanbesteding, dan wel dat deze aanbestedingsregels gevolgd moeten worden door de economisch gebruikers.

In feite worden de dorpshuizen zo volledig verantwoordelijk voor gebouw, beheer en exploitatie. De gemeente zorgt ervoor dat er onderhoudsbudget beschikbaar komt. De dorpshuizen dienen uit de huurinkomsten onder meer de facilitaire kosten als schoonmaak, energie en beheerder te betalen.

De MOP’s blijven bestaan en worden jaarlijks of tweejaarlijks geactualiseerd; ook vinden er dan gebouwinspecties plaats. De gemeente neemt het op zich om de controle op noodzakelijk onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en met een samenwerkingsovereenkomst te komen tussen gemeente en stichtingen wat betreft gebouwonderhoud en –beheer, inclusief geschillenregeling.

De gemeente stelt voor om inzichtelijk te maken welke eenvoudige duurzaamheidsmaatregelen getroffen kunnen worden bij de dorpshuizen. Ook de huidige energielasten worden in beeld gebracht.

6.4. Exploitatie en commerciële activiteiten

Om de dorpshuizen beter exploitabel te maken, is meer ruimte voor (para)commerciële activiteiten een mogelijkheid. Voorwaarden stellen via het vergunningenstelsel is niet of nauwelijks mogelijk (zie notitie Problematiek Dorpshuizen 2004). Wel is het voor te stellen om afspraken te maken tussen exploiterende stichting en gemeente, bijvoorbeeld over de verhouding verhuur sociaal- maatschappelijk gebruikers en commerciële verhuur.

6.5. Samenvattend

In dit hoofdstuk is een proeve van beleidsuitwerking gegeven van de toekomstige nieuwe relatie tussen gemeenten en dorpshuizen. Met het onderscheid juridisch eigendom en economisch gebruik wordt het mogelijk om de dorpshuizen om niet ter beschikking te stellen aan de lokale gemeenschappen. Exploitatievergoedingen vervallen daarmee. Door ook de grootonderhoudbudgetten over te hevelen naar de economische gebruikers worden de dorpshuizen zo volledig mogelijk gefaciliteerd om gebouw, onderhoud, exploitatie en programma efficiënt vorm te geven. Op een aantal specifiek onderdelen is vervolgonderzoek noodzakelijk.

Pagina 29 Eindadvies Dorpshuizen 7. Vervolgacties

In dit eindadvies Dorpshuizen worden diverse acties genoemd die opgepakt, dan wel afgerond moeten worden. De resultaten van deze acties hebben geen invloed op de voorliggende eindnota Dorpshuizen.

7.1. Vervolgtraject dorpshuisgesprekken

Tijdens de startgesprekken met de stichtingen, verenigingen en inwoners is afgesproken dat duidelijk moet worden hoe de situatie voor het eigen dorpshuis er in de toekomst uitziet. De lokale gemeenschappen gaan hiermee aan de slag, met (op verzoek) ondersteuning van betreffende gebiedsregisseur. De resultaten worden voor de zomer 2013 verwacht. Het is de bedoeling dat het toekomstperspectief van het dorpshuis onderdeel wordt van bestaande/nieuwe GOP's en DOP's.

7.2. Algemene bijeenkomst alle dorpshuisstichtingen

Ook is tijdens de startgesprekken met de dorpshuizen aangegeven dat het de bedoeling is om alle stichtingen en betrokkenen uit te nodigen voor een gezamenlijke bijeenkomst (onder de noemer “Platform dorpshuizen”). Voorgesteld wordt om deze algemene bijeenkomst te organiseren na eerste besluitvorming in het college over het eindadvies Dorpshuizen, in combinatie met andere nota's over Maatschappelijk Vastgoed.

7.3. Vervolgonderzoeken

In de eindnota Dorpshuizen staan diverse onderwerpen die nader onderzocht dienen te worden. Het gaat onder meer om het volgende:

– Juridisch onderzoek naar de constructie juridisch eigendom en economisch gebruik; – Risico bepaling van het beëindigen van exploitatievergoedingen voor dorpshuizen; – Risico bepaling van het overhevelen van budgetten grootonderhoud naar dorpshuizen;

Daarnaast moet verkend worden welke economisch gebruiker er gekozen wordt: individuele stichting dorpshuis, nieuwe maatschappelijke onderneming of onderwijsinstelling(en).

Pagina 30 Eindadvies Dorpshuizen 8. Conclusies en aanbevelingen

Het onderzoek Dorpshuizen Stichtse Vecht is – na de eerste verkenning voorjaar 2011 – vooral gericht op het inventariseren van feiten en cijfers van de acht dorpshuizen en wijkcentra, aangevuld met de resultaten van de dorpshuisgesprekken. Op grond van deze informatie zijn de volgende beleidsaanbevelingen opgesteld:

Aanbeveling 1: De gemeente Stichtse Vecht beëindigt het dorpshuizenbeleid van voormalige gemeente Loenen aan de Vecht, met in inachtneming van de situatie van dorpshuis Nigtevecht. Daarvoor in de plaats komt een nieuw beleidskader dorpshuizen in Stichtse Vecht, die aansluit bij gemeentelijk beleid zoals verwoord in de gemeentelijke nota's Samen Sterk en Burgerparticipatie.

Aanbeveling 2 De gemeente Stichtse Vecht hecht aan sterke en vitale wijken, kernen en dorpen, waarbij zij de belangrijke positie van de dorpshuizen in de sociaal-maatschappelijke structuur waardeert en erkent. Echter, de gemeente vindt ook dat het huidige financieringsstelsel niet voldoet en vervangen moet worden door een andere manier van ondersteuning.

Aanbeveling 3 De gemeente Stichtse Vecht vindt conform haar gemeentelijk beleid dat de verantwoordelijkheid voor het opzetten en in stand houden van dorpshuizen vooral bij de lokale gemeenschappen zelf behoort te liggen. Dat betreft exploitatie, onderhoud en beheer van de dorpshuizen. De gemeente wil vooral ondersteunend en faciliterend zijn voor deze belangrijke fysieke ontmoetingsplekken in wijken, kernen en dorpen.

Aanbeveling 4 De gemeente kiest ervoor om juridisch eigenaar te blijven (en te worden) van het maatschappelijk vastgoed dorpshuizen, en het economisch gebruik over te zetten (aan te bieden) aan de onderwijsstichtingen.

Aanbeveling 5 Het verdient aanbeveling om de toekomstige positie van de dorpshuizen en hun relatie met de gemeente in lijn te houden met de nota Betaalbare Leefbaarheid (2013, concept). Dat gebeurt het meest optimaal in scenario 2.

Aanbeveling 6 Voorzieningen zoals dorpshuizen zijn belangrijke onderdelen van de beleidsinstrumenten GOP’s en DOP’s. Om duidelijkheid te krijgen over de toekomstige positie van ieder dorpshuis wordt aanbevolen om de resultaten van de lopende verkenning van de lokale gemeenschappen op te nemen in de bestaande en nieuwe GOP's en DOP's. Hiermee is een directe beleidsmatige verbinding gemaakt tussen deze eindnota Dorpshuizen en de gebieds- en dorpsontwikkelingsplannen.

Uit de “proeve van uitwerking” is een gerichte keuze gemaakt hoe in de toekomst de relatie tussen dorpshuizen en gemeente eruit moet zien. De conclusies daarvan zijn:

• Gemeente als juridisch eigenaar, dorpshuizen als economische gebruikers; • Dorpshuizen beschikbaar stellen aan economische gebruikers om niet • Afschaffen van exploitatievergoedingen • Overhevelen van alle onderhoudsbudgetten naar de dorpshuizen, inclusief

Pagina 31 Eindadvies Dorpshuizen

grootonderhoud; • Onderzoeken hoe dorpshuizen meer gebruik kunnen maken van (semi-) commerciële functies en activiteiten.

De conclusies vragen zelf ook om nadere uitwerking en onderzoek, te weten:

• Juridisch onderzoek naar de constructie juridisch eigendom en economisch gebruik; • Risico bepaling van het beëindigen van exploitatievergoedingen voor dorpshuizen; • Risico bepaling van het overhevelen van budgetten grootonderhoud naar dorpshuizen;

De dorpshuizen zelf verkennen de mogelijkheden om in de toekomst te werken binnen een meer robuust “businessplan”, met aandacht voor:

• Meer ondernemerschap binnen het dorpshuis; • Meer samenwerking binnen met dorp en tussen de dorpshuizen onderling; • Zoeken naar nieuwe doelgroepen; • Zoeken naar inkomstenvergroting en kostenreductie; • Verkennen van nieuwe vormen van beheer.

Pagina 32 Eindadvies Dorpshuizen Bijlage A – Factsheets dorpshuizen

A.1. Factsheet Dorpshuis Vreeland (november 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is eigenaar van het vastgoed. In 1985 is er een huurrelatie aangegaan met Stichting Vreelandse Gemeenschap (SVG) die het dorpshuis gebruikt. Tegelijkertijd is er een exploitatieovereenkomst afgesloten tussen gemeente en SVG. Hoogte van de huur en de omvang van de exploitatiebijdrage zijn gekoppeld. In 2011 bedraagt de huur en exploitatiebijdrage Euro 11.345. Voor reservering vervanging inventaris ontvangt het dorpshuis in 2011 Euro 8.383. De boekwaarde 2011 is Euro 0, met kapitaalslasten 2011 van Euro 8.537.

Naam SV WOZ 2011 Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 bijdrage 2011 subsidie lasten 2011 gemeente 2011 2011 2011

Dorpshuis x 434.000 0 11.345 11.345 8.383 8.537 2.350 *) 19.270 Vreeland

*) Bedragen MOP uit Kraan/SVG en Wijken en Kernen-Vastgoed worden nog vergeleken.

Staat van vastgoed Voor het dorpshuis Vreeland is een meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld. De gemiddelde jaarlijkse reservering van de gemeente hiervoor is Euro 11.816. Op basis hiervan worden de werkzaamheden uitgevoerd in opdracht van gemeente (vastgoed). De staat van het vastgoed is goed, ook sinds de investeringen in 2010. In 2011 heeft SVG Euro 20.000 geïnvesteerd in het onderhoud van de binnenruimten van het dorpshuis.

Programma De volgende verenigingen en instellingen maken vast gebruik van het dorpshuis: zangverenigingen Sursum Corda en Vreeland Vocaal, de Harmonie/muziekvereniging De Vecht, de Klaverjasclub, de Bridgeclub, de EHBO vereniging, de Biljartvereniging, de Houtbewerkersvereniging en Stichting Tympaan met o.a. Koersbal, handwerken, bingo en klaverjassen. Daarnaast zijn er veel losse activiteiten, zoals yoga, tekenen en schilderen, de bijeenkomsten van de beleggingsclubs, de vergaderingen van de HAV autoclub, de diverse lunchclubjes als Vecht en Veenen, de Historische Kring en de Rotaryclub. Op incidentele basis maken de volgende organisaties gebruik van het dorpshuis Vreeland: de dorpsraad, de Oranjeverenigingen, de ijsclub, de tuinclub, de duivenhoudersvereniging en de visclub.

Omgeving Het dorp heeft een aantal voorzieningen, waaronder een supermarkt en enkele horecavoorzieningen. Er is een Samenwoonschool (twee basisscholen en kinderopvang) en een net aangepast zorggebouw aan de Fetha. Voor toerisme en zakelijke ontmoetingen is er ook een hotel. Het dorpshuis Vreeland heeft nauwelijks concurrentie in de buurt. Zaaltjes en ruimte kan gehuurd worden bij Hotel De Nederlander (voor recepties), restaurant Lokaal Zuid, bij de basisschool (hoewel SVG aangeeft niet te weten in hoeverre dat ook gebeurt of concurreert met het dorpshuis), het zaaltje De Til bij de NHV kerk en restaurant Noord Brabant. SVG vindt dat het merendeel van het sociaal-culturele leven zich afspeelt in het dorpshuis, waar voor bedoeld is.

Beoordeling Sterk is het grote aantal gebruikers van het dorpshuis en de positionering in het dorp.

Pagina 33 Eindadvies Dorpshuizen

A.2. Factsheet Dorpshuis Nigtevecht (december 2012)

Financieel-juridisch Dorpshuis Nigtevecht is geen gemeentelijk vastgoed. Het gebouw is verbouwd en uitgebreid in het voorjaar van 2000 op basis van eerdere besluitvorming, waarbij gemeente het dorpshuis een geldlening versterkt (Fl. 2.552.545) om hypotheek af te sluiten. Het dorpshuis betaalt jaarlijks terug (Fl. 63.813 ofwel € 28.957,43) opgehoogd met een rente van 6% over de restschuld. De betalingstermijn loopt tot 2039. Voor 2011 betaalt dorpshuis Nigtevecht Euro 79.343 aan aflossing en rente aan de gemeente Stichtse Vecht (volgens opgave stichting dorpshuis Nigtevecht). Het oorspronkelijk gebouw staat op eigen grond; voor de uitbreiding tot het huidige dorpshuis is recht van opstal verleend voor een periode van 41 jaar, waarvan één jaar voor de bouw en de volgende 40 jaar gelijk aan de financieringstermijn. De kosten hiervan bedroegen f. 1,- per jaar en zijn in 2000 voor de gehele termijn afgerekend. Daartegenover stelt de gemeente een exploitatiebijdrage beschikbaar die gelijk is aan de jaarlijkse aflossing en rente, voor 2011 Euro 79.343. Het bedrag komt beschikbaar als voorschot, afrekening volgt het jaar er na. Om in aanmerking te komen voor exploitatiebijdrage levert dorpshuis Nigtevecht jaarrekening en exploitatiebegroting in bij de gemeente. Nigtevecht maakt op basis van het zogenaamd gelijkheidsprincipe ook aanspraak op de twee subsidies Dagelijks Onderhoud en Vervanging Inventaris, in 2011 Euro 28.545. In het dorpshuis is een gymzaal gerealiseerd. De gemeente huurt deze ten behoeve van bewegingsonderwijs. De kosten in 2011 bedragen Euro 14.500. Bij het aangaan van de juridisch/financiële relatie tussen gemeente en dorpshuis in 2000 is afgesproken dat de gemeente diverse gebruikerskosten gaat betalen, als ware zij eigenaar was, zoals belastingen (bedragen zijn niet opgenomen in dit overzicht). Vanwege de lening die de gemeente zelf is aangegaan om de ontwikkeling van het dorpshuis mogelijk te maken, is de boekwaarde op de bestemmingsreserve in 2011 Euro 761.691, met kapitaalslasten van Euro 51.066.

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal Huur Kosten 2011 2011 *) bijdrage subsidie lasten gym- gemeente 2011 2011 2011 **) zaal 2011 Dorpshuis 761691 79343 79343 28545 51066 14500 94111 Nigtevecht

*) Bedrag boekwaarde 2011: restantbedrag van aangegane lening van gemeente zelf, niet te verwarren met gemeentelijke lening aan stichting dorpshuis 2011 (Euro 839.763). **) Bedrag kapitaalslasten 2011: geactiveerde gelden vanwege boekwaarde geldlening gemeente, en dus niet de gehanteerde kapitaalslasten van stichting dorpshuis 2011 (Euro 79.343)

Staat van het vastgoed

Op basis van een meerjaren onderhoudsbegroting reserveert het dorpshuis voor onderhoud en vervanging, deze worden aangewend voor noodzakelijk onderhoudswerkzaamheden. Daarmee is de technische staat van het vastgoed de komende jaren goed te noemen. Het is daarnaast opvallend dat er veel aandacht is besteed aan de kwaliteit van het binnenwerk en interieur, met een erg prettige sfeer en uitstraling als gevolg.

Programma

Het dorpshuis is multifunctioneel en biedt onderdak aan diverse activiteiten en functies, zoals peuterspeelzaal Het Hummeltje, consultatiebureau, gymzaal, etc. De huisartsenpraktijk is in eigendom van STAG en gevestigd in een aangrenzend gebouw. Diverse gebruikersgroepen zoals de binnensportvereniging De Aanhouder Wint (DAW), maken gebruik van het dorpshuis. Ook wordt er veel aan cultuur georganiseerd, zoals cabaret en theatervoorstellingen. Het lijkt dat de vraag naar ruimte in het dorpshuis het aanbod overtreft.

Pagina 34 Eindadvies Dorpshuizen

Omgeving

Het dorpshuis is een belangrijke schakel voor ontmoeten en sociale cohesie binnen de lokale gemeenschap, volgens het dorpsplan Nigtevecht. Met uitzondering van de nieuwe schoolvoorziening zijn er geen of weinig concurrerende faciliteiten in het dorp, hoewel er diverse andere voorzieningen zijn.

Beoordeling

Sterk is de technische staat van het gebouw en de financiële reserves van de stichting om dit ook in de toekomst zo te houden. Ook de mate van professionaliteit van de stichting is een sterk punt. Een ander sterk punt is de ruimtevraag van gebruikers en het aantal activiteiten, dat plaats vindt in het dorpshuis.

Pagina 35 Eindadvies Dorpshuizen

A.3. Factsheet SCAL Cultureel Centrum ’t Web (oktober 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is eigenaar van Cultureel centrum ’t Web. SCAL huurt de ruimte voor Euro 18.151 per jaar (prijspeil 2011). De huurrelatie bestaat sinds 1998. Gemeente en SCAL zijn een exploitatiebijdrageregeling aangegaan in 1999. De exploitatiebijdrage is maximaal gelijk aan de verschuldigde huursom. In 2011 bedraagt de exploitatiebijdrage Euro 18.151. SCAL ontvangt voor CC ’t Web een jaarlijkse bijdrage ten behoeve van onderhoud (ten laste van huurder) en vervanging inventaris. In 2011 bedraagt deze bijdrage Euro 13.488. De kapitaalslasten van CC ’t Web bedragen in 2011 Euro 73.525, de resterende boekwaarde Euro 1.241.084.

Naam SV WOZ Boekwaar- Huur 2011 Exploita- Overig Kapi- MOP Kosten 2011 de 2011 tie bijdra- subsidie taal 2011 gemeen- ge 2011 2011 lasten te 2011 2011 CC 't Web Loe- x 324.00 1.241.084 18.151 18.151 13.488 73.525 21.031 108.044 nen dorp 0

Staat van vastgoed De technische staat van het dorpshuis is sinds 2011 verbeterd (met name binnenklimaat), maar de energiekosten blijven hoog. Voor CC ’t Web is door de gemeente een MOP opgesteld, waarvoor een jaarlijkse reservering van Euro 18.879 opgenomen is. Momenteel reserveert SCAL voor huurdersonderhoud Euro 5.600 voor CC ’t Web (en Euro 800 voor De Boomgaard). Echter, technisch onderzoek uit 2010 maakt duidelijk dat voor huurdersonderhoud eigenlijk Euro 17.000 per jaar apart gelegd moet worden.

Programma Het programma organiseert SCAL in zowel de Boomgaard (zie onder) als in CC 't Web. De vaste huurders zijn de Fanfare LFO, jongerenwerk Gemuda, PSZ Hummels, de Bridgeclub Loenen, Olga van Koningsbrugge Balletschool, de Foto en Videoclub Loenen, Schaakgenootschap Vecht en Ommeland, het koor Zingen en Zo, Stichting Cursusproject, de Biljartvereniging, Country Line Dance Loenen en Stichting Tympaan met veel op ouderen en senioren gerichte activiteiten. Deze verenigingen en organisaties organiseren wekelijks of tweewekelijks activiteiten. Daarnaast worden diverse activiteiten voorbereid en gehouden, zoals de Sinterklaasintocht, de vergaderingen van Stichting Schaakbond, de Zonnebloem, de wandelvereniging Weide Blik, de Kennedy Mars en de kerkgenootschappen. Tenslotte is CC 't Web beschikbaar voor bruiloften, recepties en andere bijeenkomsten. SCAL fungeert als hoofdhuurder van CC 't Web. Al vanaf de start van het dorpshuis maken de vele verenigingen en instellingen aanspraak op vaste ruimte en dagdelen, wat een efficiënte verhuur van CC 't Web lastig maakt. De doelgroep ouderen maakt veel gebruik van de ontmoetingsruimte De Boomgaard, ook door de ontstaansgeschiedenis van dat dorpshuis (als onderdeel van de woonzorgeenheden). Er is geen indicatie dat gebruik en huurinkomsten onder druk staan. Er is een dagelijkse beheerder voor beide dorpshuizen, aangesteld door SCAL.

Omgeving Er zijn diverse horecagelegenheden in de directe omgeving en een aantal andere voorzieningen, zoals supermarkt en winkels. De aanwezigheid van ontmoetingsruimte de Boomgaard maakt dat de kern Loenen twee dorpshuizen op een steenworp afstand heeft. In 2004 constateerde de gemeente Loenen dat er ook mogelijkheden waren voor twee dorpshuizen, omdat zij verschillende (doel)groepen bedienen. Momenteel wordt het programma verdeeld over beide dorpshuizen, wat betekent dat het in feite om 1 dorpshuis gaat, verdeeld over twee locaties.

Beoordeling

Sterk punt is het grote aantal verenigingen en stichtingen die activiteitenruimte hebben in CC 't Web. Zwak is de technische staat van het dorpshuis, dat een zorgenkind blijft. Een bedreiging is het tekort op de reserve huurdersonderhoud van SCAL.

Pagina 36 Eindadvies Dorpshuizen

A.4. Factsheet Ontmoetingsruimte De Boomgaard (oktober 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is eigenaar van de ontmoetingsruimte De Boomgaard. SCAL huurt de ruimte voor Euro 5.899 per jaar (prijspeil 2011). De huurrelatie bestaat sinds 1999. Gemeente en SCAL zijn een exploitatiebijdrageregeling aangegaan in 1999. De exploitatie bijdrage is maximaal gelijk aan de verschuldigde huursom. In 2011 bedraagt de exploitatiebijdrage Euro 5.899. SCAL ontvangt voor ontmoetingsruimte De Boomgaard een jaarlijkse bijdrage ten behoeve van onderhoud (ten laste van huurder) en vervanging inventaris. In 2011 is deze bijdrage Euro 15.571. Op De Boomgaard zit geen boekwaarde meer, en geen kapitaalslasten.

Naam SV WOZ Boekwaar- Huur Exploita- Overig Kapi- MOP Kosten 2011 de 2011 2011 tie bijdra- subsidie taal 2011 gemeen- ge 2011 2011 lasten te 2011 2011 De Boomgaard x 155.000 0 5.899 5.899 15.571 0 8.763 24.334 Loenen dorp

Staat van vastgoed Voor de ontmoetingsruimte De Boomgaard heeft de gemeente een MOP opgesteld, met een jaarlijkse reservering van Euro 4.679. SCAL reserveert Euro 800 per jaar voor huurdersonderhoud. Het is niet duidelijk of deze reservering toereikend is.

Programma Zie CC ’t Web. Voorheen gebruikten vooral ouderen de ontmoetingsruimte De Boomgaard voor ontmoeten en sociale contacten. Momenteel wordt De Boomgaard ook gebruikt voor andere doelgroepen. De Biljartvereniging speelt hier zijn competitie-wedstrijden. Er zijn geen indicaties dat gebruik en huurinkomsten onder druk staan.

Omgeving Zie CC ’t Web.

Beoordeling Zie CC ’t Web.

Pagina 37 Eindadvies Dorpshuizen

A.5. Factsheet Dorpshuis Ons Genoegen (oktober 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is eigenaar van het dorpshuis Ons Genoegen. In 2010 is het oude verenigingsgebouw aangepast en uitgebreid, mede door investeringen van de Provincie (Kleinen Kernenbeleid) en een Europese Leader subsidie. Het nieuwe dorpshuis Ons Genoegen wordt geëxploiteerd door stichting Behoud Leefbaarheid Nieuwer ter Aa (SBL NTA). De stichting huurt het hele gebouw voor Euro 12.000 per jaar (prijspeil 2011). Een gespecificeerd deel van de huur is belast met omzetbelasting. Voor 2011 bedraagt de totale huur Euro 14.280. Gemeente levert SBL NTA een exploitatiebijdrage van Euro 31.234 (prijspeil 2011), volgens regeling 2010. Er is geen relatie met de jaarlijks verschuldigde huur. De exploitatieregeling wordt in vijf jaar afgebouwd. SBL NTA ontvangt geen bijdrage ter reservering van komende onderhoudskosten of vervanging inventaris. De exploitatiebijdrage is voor 2010/2011 uitbetaald door GGW/Vastgoed, voor 2012 en later verzorgt MO/Bureau Subsidies de (voorschotten en vastgestelde) subsidie. Aangezien het oude verenigingsgebouw geen boekwaarde had en de investeringen ten behoeve van de verbouwing in één keer zijn afgeschreven, heeft het dorpshuis ook in 2011 geen boekwaarde en geen kapitaalslasten.

Naam SV WOZ Boek Huur Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 waarde 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 2011 gemeente 2011 2011 2011 2011 Dorpshuis Ons x 335.000 0 14.280 31.234 0 0 0 24.334 Genoegen NTA

Staat van vastgoed Het dorpshuis bestaat uit een multifunctionele zaal die door scheidingswanden in twee ruimten verdeeld kan worden, diverse vergader- en behandelkamers en een gymzaal. Er is een apart ruimte voor de winkel. Voor dorpshuis Ons Genoegen is (nog) geen MOP opgesteld. Geconstateerd wordt wel dat het casco enige gebreken vertoond (pc. medewerkers Vastgoed).

Programma Dorpshuis Ons Genoegen is het resultaat van de behoefte en wensen van de inwoners om de leefbaarheid in de kern Nieuwer ter Aa te verbeteren. Belangrijke functies zijn: de mini-supermarkt voor dagelijkse boodschappen, die tot zomer 2012 verzorgd wordt door leerlingen van de praktijkschool Woerden; de bibliotheekkasten verzorgd door Bibliotheekpunt Angstel Vecht en Venen; de medische zorgverleners; Peuterspeelzaal De Rakkers; Fysiotherapie Brouwers Swinkels; Logopedie Vechtstreek; en de vele activiteiten in gymzaal, die ook gebruikt wordt door de aanliggende basisschool De School met de Bijbel, en de grote multifunctionele zaal. Naast vaste gebruikers biedt het dorpshuis alle mogelijkheid voor verhuur voor activiteiten uit het dorp.

In 2012 – dus een jaar na de start van het dorpshuis – blijkt dat een aantal functies onder druk staat. De bibliotheek stopt met de (financiële) bijdrage aan de exploitatie van het dorpshuis vanwege bezuinigingen. De praktijkschool stopt met de werkzaamheden voor de mini-supermarkt door teruglopende leerlingenaantallen. SBL NTA is dan ook druk bezig om het oorspronkelijke programma uit 2011 in stand te houden en te versterken. Tegelijkertijd is duidelijk dat het voortbestaan van dorpshuis Ons Genoegen ernstig onder druk staat en dat het gevoel leeft bij SBL NTA en andere betrokken inwoners dat zij er vooral alleen voor staan. Zij hebben duidelijk gemaakt richting gemeente dat hulp noodzakelijk is.

Omgeving Naast het dorpshuis wordt ruimte voor activiteiten aangeboden door de sportvereniging, ook wat betreft sociaal-culturele activiteiten. Ook de kerk biedt ruimte aan. Afstemming van programma en versterking van het dorpshuis Ons Genoegen zijn noodzakelijk.

Beoordeling Sterk is de opzet van het oorspronkelijke programma van het dorpshuis. Een bedreiging vormt het afhaken van eerste partners die dat oorspronkelijke programma mede uitvoeren. Zwak is het ontbreken van een intensieve samenwerking en afstemming tussen de drie aanbieders van ruimte voor activiteiten, wat meteen een kans voor het dorpshuis kan zijn, als die samenwerking wel tot stand komt.

Pagina 38 Eindadvies Dorpshuizen

A.6. Factsheet Dorpshuis De Veenkluit (oktober 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is geen eigenaar van het dorpshuis De Veenkluit. Het dorpshuis bestaat al sinds 1975, heeft eerdere geldleningen (hypotheek) afgelost en wordt geëxploiteerd door stichting Dorpshuis Tienhoven- Maarsseveen (SDTM). Gemeente levert SDTM een exploitatiebijdrage van Euro 69.500 (prijspeil 2011). Van SDTM wordt verwacht dat uit de exploitatiebijdrage ook reserveert voor onderhoudswerkzaamheden.

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 gemeente 2011 2011 2011 2011 Veenkluit - - - 69.500 - - - 69.500 Tienhoven

Staat van vastgoed Dorpshuis De Veenkluit is in matige tot slechte staat. Het is onduidelijk hoe groot de reservering onderhoud is van SDTM, maar verwacht wordt dat het onvoldoende is voor onderhoudswerkzaamheden voor de komende jaren. Daarnaast zijn er gesprekken over de toekomst van het dorpshuis met de gemeente.

Programma Onderdeel van dorpshuis de Veenkluit is de gymzaal, die onder meer gebruikt wordt door de nabij gelegen basisschool. Vaste gebruikers zijn onder meer de voetbalclub VIOD die voor zijn 220 leden er de kleedkamers heeft, de peuterspeelzaal “De Veenkabouters”, de muziekvereniging Soli Deo Gloria met 50 actieve leden, en er is een bibliotheekpunt. Er worden EHBO lessen gegeven, danslessen van Feel the Beat, de bejaardensoos en activiteiten van stichting JOUW. Deze vaste huurders hebben 3 tot 4 avonden per week activiteiten. Ook wordt het dorpshuis verhuurd voor bijeenkomsten, feesten en recepties aan particulieren. Omgeving In de directe omgeving van het dorpshuis staat een basisschool, die deels leeg staat. In principe kan deze lege schoolruimte concurrerend zijn voor het dorpshuis. Er zijn gesprekken geweest over de toekomst van het dorpshuis, meer concreet de opties van nieuwbouw, programmering in de leegstaande schoolruimte en renovatie. De uitkomst van deze gesprekken is nog niet bekend.

Beoordeling Zwak is technische staat van het gebouw en daarmee de financiële mogelijkheden van de stichting om onderhoudswerkzaamheden te bekostigen.

Pagina 39 Eindadvies Dorpshuizen

A.7. Factsheet Wijkontmoetings- en activiteiten centrum Over-Noord / Wijkhuiskamer (december 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is geen eigenaar van wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord. Dit wijkcentrum is in 2010, in overleg met de Gemeente,opgezet door de Beheerstichting Over-Noord met de bedoeling om de Stichting Tympaan in de gelegenheid te stellen een wijkhuiskamer te realiseren door een deel van dit wijkcentrum van de Beheerstichting te huren. Deze wijkhuiskamer is vervolgens in 2010 opgezet door Stichting Tympaan als kleinschalig initiatief op het vlak van welzijn en zorg voor de direct omwonenden. Omdat de Stichting Tympaan eind 2011 besloot om niet langer de wijkhuiskamer te exploiteren is, opnieuw in overleg met de Gemeente, besloten dat de beheerstichting een activiteitencommissie zou opzetten die zich met de exploitatie van deze wijkhuiskamer zou gaan bezighouden. Een en ander in verband met het belang van de aanwezigheid van een wijkhuiskamer in Breukelen Noord i.v.m. het relatief hoge aantal ouderen in de wijk Noord. Voor de huur van 4 dagdelen per week voor het gebruik van de ruimte als wijkhuiskamer ontvangt de SBON (Stichting Breukelen Over-Noord) een vergoeding van € 8.000 t.w. Euro 3.900 van de gemeente en Euro 4.100 van de Provincie in 2011 en 2012. N.B. Voor 2013 komt deze bijdrage uit het Centraal Leefbaarheidsbudget van de Gemeente. Tevens is een vergoeding van € 1500 als “pennengeld” en een financiële bijdrage van € 2000 voor professionele bijstand door de Gemeente uitgekeerd in 2012. Er zijn momenteel geen verdere afspraken over een structurele exploitatiebijdrage gemaakt.

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig 2011 Kapitaal MOP 2011 Kosten bijdrage lasten 2011 2011 2011 Wijkontmoetings- en 8000 8000 activiteitencentrum Over-Noord 2012 8000 1500 2000 2013 8200 1500

Staat van vastgoed (n.v.t.)

Programma Oorspronkelijk opgezet in samenwerking met stichting Timpaan, voorziet het centrum in de behoefte en wensen van direct omwonenden (ouderen en senioren) voor ontmoeten en sociale activiteiten. Zo wordt er aan handvaardigheid gedaan, zijn er kookcursussen en organiseert men wandelingen. Een andere activiteit is samen naar klassieke muziek luisteren op donderdagochtend, met uitleg en filmfragmenten. Er vinden geen grotere activiteiten of evenementen plaats zoals in andere dorpshuizen, het accent van de wijkvoorziening is elkaar ontmoeten en samen bezig zijn.

Omgeving In de directe omgeving zijn diverse voorzieningen. Door het kleinschalige karakter van wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord zijn dergelijke voorzieningen nauwelijks concurrerend met het aanbod dat SBON biedt. De uitzondering daarop is de aanwezigheid van Zorggroep De Vechtstreek aan De Aa in Breukelen. De demografische samenstelling van de omwonenden sluit goed aan bij de wijkvoorziening.

Beoordeling Sterk is het op de doelgroep gerichte programma.

Pagina 40 Eindadvies Dorpshuizen

A.8. Factsheet Wijkcentrum ’t Schuurtje (oktober 2012)

Financieel-juridisch Gemeente is eigenaar van het wijkcentrum ’t Schuurtje. Deze wordt gehuurd door stichting wijkcentrum ’t Schuurtje sinds 1995. De huurprijs is Euro 16.397 (prijspeil 2011). Er is geen afspraak over een (structurele) exploitatiebijdrage.

Naam SV WOZ Boekwaarde Huur 2011 Exploitatie Overig Kapitaal MOP Kosten 2011 2011 bijdrage subsidie lasten 2011 gemeente 2011 2011 2011 2011 ’t Schuurtje x 413.00 16.397 0 -16.397 Maarssenbroek 0

Staat van vastgoed Onderhoudswerkzaamheden aan wijkcentrum ’t Schuurtje worden verantwoord door de gemeente (vastgoed). Er is (nog) geen MOP opgesteld.

Programma Het wijkcentrum ’t Schuurtje biedt ruimte voor verenigingen, zoals dartclub Phoenix, DZZL en Devo. De 11 dartbanen trekken iedere vrijdag minstens 50 spelers. Biljartvereniging Apollo beschikt over 4 tafels. Ook worden er regelmatig bridgetoernooien georganiseerd door Bridgeclub Maarssenbroek. Daarnaast kan er ruimte gehuurd worden voor festiviteiten, zoals bingoavonden, feesten, etc. Het wijkcentrum is doordeweeks iedere avond geopend, ook voor inloop van bezoekers, en in de weekenden alleen bij georganiseerde evenementen.

Omgeving In Maarssenbroek zijn diverse voorzieningen in de wijken, ook in de wijk Zwanenkamp. Scholen, bedrijfsruimte en andere accommodaties zijn potentiële concurrenten voor het wijkcentrum ’t Schuurtje als ruimteaanbieder. In de nabije toekomst is het de bedoeling dat het wijkcentrum naar een andere locatie gaat in Maarssenbroek. De consequenties hiervan voor de huidige bezoekers en gebruikers zijn nog niet duidelijk.

Beoordeling Sterk is de onafhankelijke (financiële) positie van wijkcentrum ´t Schuurtje; alle kosten worden gedekt uit de inkomsten van ruimteverhuur en activiteiten. Zwak is het beperkte programma dat er plaats vindt, waarmee het wijkcentrum meer een verenigingsgebouw met activiteiten is.

Pagina 41 Eindadvies Dorpshuizen Bijlage B – Verslagen dorpshuisgesprekken

B.1. Verslag voorbespreking dorpshuisgesprek Vreeland, te Vreeland, donderdag 1 november 2012. Aanwezig: Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Ties Huisinga (secretaris SVG) en ander bestuurslid.

Mark Verhijde dankt SVG voor de mogelijkheid om het dorpsgesprek Vreeland te kunnen voor bespreken. Ties Huisinga legt uit hoe SVG georganiseerd is, met de Raad van Toezicht die bestaat uit de diverse verenigingen in Vreeland en een bestuur dat bestaat uit voorzitter Frans Jilesen, penningmeester Hennie van IJzerdoorn en hijzelf. SVG is verantwoordelijk voor het in stand houden en versterken van het culturele leven in het dorp door middel van het dorpshuis Vreeland. Voor het dagelijks beheer is een ondernemer aangesteld, John Kramer, die commerciële activiteiten mag ontplooien binnen het dorpshuis Vreeland en huur afdraagt aan SVG. Om te garanderen dat de sociaal-maatschappelijke activiteiten niet in het gedrang komen, heeft ruimteverhuur aan verenigingen en instellingen altijd voorrang boven de commerciële activiteiten. SVG hanteert een verhuursysteem dat uit drie delen bestaat. Verenigingen en instellingen uit Vreeland betalen een sociale huur, particulieren uit Vreeland een semi-sociale huur en bedrijven en mensen of organisaties van buiten een commerciële huur. De driedeling voor wat betreft de huur van de grote zaal (in dagdelen) is dan: Euro 38, Euro 88 en Euro 95. De beheerder is vrij om voor zijn activiteiten extra huur te vragen, de afdracht van beheerder naar SVG is volgens het huursysteem. Zo kan de beheerder extra huurinkomsten genereren.

De volgende verenigingen en instellingen maken vast gebruik van het dorpshuis: zangverenigingen Sursum Corda en Vreeland Vocaal, de Harmonie/muziekvereniging De Vecht, de Klaverjasclub, de Bridgeclub, de EHBO vereniging, de Biljartvereniging, de Houtbewerkersvereniging en Stichting Tympaan met o.a. Koersbal, handwerken, bingo en klaverjassen. Daarnaast zijn er veel losse activiteiten, zoals yoga, tekenen en schilderen, de bijeenkomsten van de beleggingsclubs, de vergaderingen van de HAV autoclub, de diverse lunchclubjes als Vecht en Veenen, de Historische Kring en de Rotaryclub. Op incidentele basis maken de volgende organisaties gebruik van het dorpshuis Vreeland: de dorpsraad, de Oranjeverenigingen, de ijsclub, de tuinclub, de duivenhoudersvereniging en de visclub.

Het dorpshuis Vreeland heeft nauwelijks concurrentie in de buurt. Zaaltjes en ruimte kunnen gehuurd worden bij Hotel De Nederlander (voor recepties), restaurant Lokaal Zuid, bij de basisschool (hoewel SVG aangeeft niet te weten in hoeverre dat ook gebeurt of concurreert met het dorpshuis), het zaaltje De Til bij de NHV kerk en restaurant Noord Brabant. SVG vindt dat het merendeel van het sociaal-culturele leven zich afspeelt in het dorpshuis en daar is het ook voor bedoeld.

SVG heeft op geen enkele manier bemoeienis met de aangrenzende gymzaal, voor zover zij weten gaat het gebruik en de verhuur via de gemeente Stichtse Vecht. Op last van de brandweer (brandveiligheid) is de tussenverbinding afgesloten. Op dit moment is de brandveiligheid in orde, hoewel er extra luidspeakers nog bij geplaatst kunnen worden.

Wat betreft de staat van het gebouw: in 2011 heeft SVG de binnenkant voor Euro 20.000 opgeknapt en betaalt uit de opgebouwde reserve Onderhoud en Vervanging Inventaris. Het rapport van Kraan (zie stukken) is leidraad voor de investeringen. Ties Huisinga laat zien dat de gebruikte gemiddelde bedragen uit de factsheet dorpshuis Vreeland niet overeenkomen met die van SVG. Voor de fusie tot gemeente Stichtse Vecht is voor de dorpshuizen een 0-meting uitgevoerd en bijna alle investeringen hieruit zijn gerealiseerd.

Pagina 42 Eindadvies Dorpshuizen

Mark Verhijde geeft aan dat het factsheet aangepast gaat worden met de informatie uit dit gesprek. De genoemde reserveringen onderhoud (MOP) wordt nagekeken.

B.2. Verslag gesprek dorpshuis Vreeland, te Vreeland, maandag 26 november 2012. Aanwezig: wethouder Jaap Verkroost, Jacobine Klijberg (gebiedsregisseur), Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Frans Jilesen (voorzitter SVG), Ties Huisinga (secretaris SVG), Vincent Stapper (vertegenwoordiger diverse verenigingen), John Kramer (beheerder) en Caspar Flantuan (vrijwilliger beheerder).

Wethouder Jaap Verkroost bedankt de deelnemers voor de mogelijkheid om bijeen te kunnen komen in het dorpshuis Vreeland. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden. Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald.

Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Vandaar dat in de opzet van dit dorpshuisgesprek niet alleen het bestuur van SVG is uitgenodigd, maar ook de beheerder, gebruikers en betrokken inwoners. Zo kan er breder gepraat worden over de maatschappelijke voorzieningen in Vreeland en de positie van het dorpshuis daarbinnen, voor wat betreft de huidige situatie als de nabije toekomst. Mark Verhijde en SVG hebben een en ander voor besproken op 1 november (zie verslag B.1. hierboven). De discussie nu begint de relatie tussen de nabij gelegen school en het dorpshuis. De school heeft gemeenschappelijke en extra ruimte (mogelijk zelfs klaslokalen) die ingezet kunnen worden voor sociaal-maatschappelijke en economische activiteiten. Voor de school is dergelijke verhuur van ruimte een manier om extra inkomsten te genereren. Frans Jilesen ziet hier een risico voor de positie van het dorpshuis: als verenigingen in de school tegen een lager tarief kunnen huren, dan vertrekken zij uit het dorpshuis. Dat ondermijnt de doelstelling van het dorpshuis, namelijk verzamelplek voor huisvesting van verenigingen te zijn.

De gespreksdeelnemers zien overigens de moeilijkheden bij huidige verenigingen om ruimte te kunnen huren als een directe bedreiging voor de toekomst van het dorpshuis. SVG is opgericht om het dorpshuis goed voor de eigen verenigingen en organisaties te kunnen exploiteren, en concurrentie van andere ruimteaanbieder in combinatie met minder draagkracht bij de verenigingen zelf geeft uiteindelijk minder bezetting.

Dat betekent ook dat het dorpshuis een direct belang heeft om samen te werken met andere ruimteaanbieders in de omgeving. Juist omdat – zoals Frans Jilesen het noemt – de ruif van huurders niet groter wordt, maar het aantal ruimteaanbieders wel. De deelnemers noemen als voorbeeld de nieuwe groep flexwerkruimte gebruikers en zzp-ers: iedereen in Vreeland wil nu plotsklaps flexwerkruimte gaan aanbieden. Omdat SVG zich richt op het (ook in de toekomst) blijven huisvesten van de verenigingen, is het handig om afstemming en samenwerking te zoeken met de andere aanbieders van ruimte in Vreeland. Ook wordt aandacht gevraagd voor de huurder Tympaan, die activiteiten voor ouderen organiseert in het dorpshuis tegen gereduceerd tarief. SVG constateert dat Tympaan nauwelijks bijdraagt aan de exploitatie van het dorpshuis; het is de vraag hoe dat in de toekomst zal zijn als er besloten wordt over de nieuwe huurtarieven.

Ook kan er goed bekeken worden hoe de exploitatiekosten van het dorpshuis omlaag gebracht kunnen worden. Momenteel beschikt het dorpshuis over een hete lucht verwarming, wat forse

Pagina 43 Eindadvies Dorpshuizen energiekosten met zich mee brengt. Een systeem van radiatoren met een moderne hoog rendement ketel kan – na eerste investeringskosten – veel geld besparen. Hetzelfde geldt voor het plaatsen van zonnepanelen.

Wethouder Jaap Verkroost geeft aan dat de gemeente het ondernemerschap van de dorpshuizen wil versterken. Voor Vreeland is de vraag dan ook of SVG samen met de gebruikers en beheerder tot een grofmazig nieuw businessplan kan komen (op hoofdlijnen). Neem daarin mee hoe het dorpshuis er over 5 jaar voorstaat en benoem concrete maatregelen voor het gebouw, de exploitatie, het programma en zo meer.

Wat betreft de gemeente is er ook veel ruimte voor dat ondernemerschap. Waarom niet de mogelijkheden van de beheerder vergroten, bijvoorbeeld door een terrasfunctie toe te voegen of een snackbar? Ook het feit dat de gemeente nu eigenaar van het gebouw is mag in de toekomst veranderen. Misschien dat SVG kansen ziet om, als zij het gebouw in eigendom hebben, de exploitatie en het onderhoud goedkoper en efficiënter te doen dan op dit moment gebeurt. Ties Huisinga brengt de kwestie van de 30% huurverhoging aan de orde. Gemeentelijk Vastgoed heeft deze huurverhoging doorgevoerd om zo kostendekkend het gebouw te kunnen onderhouden. Door de manier waarop huur en exploitatiesubsidie met elkaar zijn verbonden, heeft SVG meteen recht op een 30% hogere exploitatievergoeding.

Afgesproken wordt dat gebiedsregisseur Jacobine Klijberg het vervolgtraject begeleidt. SVG gaat aan de slag om tot een nieuw plan van aanpak te komen en haalt daarna haar erbij.

In de nabespreking praten SVG, beheerder en Mark Verhijde nog verder over de volgende opties: de mogelijkheid om het dorpshuis in eigendom te verkrijgen, de opties om vervolgens andere functies zoals zorg en welzijn te kunnen huisvesten en aansluiting te vinden bij het kruisgebouw dat aan de overkant van de weg ligt. Maar ook kansen voor de meer commerciële activiteiten van de beheerder. Ties Huisinga geeft nog aan dat de wand waar de geldautomaat gezeten heeft binnenkort weer opgemetseld wordt, zodat de entree een vriendelijker uitstraling krijgt. Ook is er een idee om de anti-ram palen te gaan gebruiken voor kunst of planten (of gewoon verkopen voor extra inkomsten).

Ondertussen stromen beide zalen vol met mensen, een groot koor van 90 zangers en een muziekgroep, die zich allemaal voorbereiden op de komende feestdagen.

B.3. Verslag gesprek dorpshuis Nigtevecht, te Nigtevecht, woensdag 21 november 2012. Aanwezig: wethouder Jaap Verkroost, Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Cees Boonacker (voorzitter), Kees Lipsius (secretaris), Alfred Hartog (penningmeester), Thera Bakker (bestuurslid), Alfred Kersbergen (beheerder), allen Stichting Dorpshuis Nigtevecht (SDN).

Wethouder Jaap Verkroost bedankt de deelnemers voor de mogelijkheid om bijeen te kunnen komen in het dorpshuis Nigtevecht. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden. Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald.

Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Vandaar dat in de opzet van dit dorpshuisgesprek niet alleen het stichtingsbestuur is uitgenodigd, maar ook gebruikers en

Pagina 44 Eindadvies Dorpshuizen betrokken inwoners. In overleg met SDN is echter besloten om eerst met het bestuur om tafel te gaan. Voor het vervolgtraject, dat vanuit de gemeente begeleid gaat worden door Jacobine Klijberg (gebiedsregisseur), is het wel de bedoeling dat er breder gepraat wordt over de maatschappelijke voorzieningen in Nigtevecht en de positie van het dorpshuis daarbinnen, voor wat betreft de huidige situatie als de nabije toekomst.

Het dorpshuis Nigtevecht bestaat in zijn huidige vorm sinds 2000 en functioneert goed. In de korte rondleiding die gegeven wordt blijkt hoe de verschillende ruimten, inclusief sportzaal, zijn ingedeeld en waarvoor zij gebruikt kunnen worden. De aanwezigen herkennen zich zeer in de zoektocht van de gemeente en dorpshuizen om meer efficiënt de beschikbare ruimte te kunnen gebruiken. Cees Boonacker noemt het voorbeeld van de disco voor jongeren die indertijd vooraf aangekondigd werd en jeugd aantrok uit de wijde omgeving. Nu wordt er slimmer geprogrammeerd, vindt hij, en kansen worden meteen verzilverd. Het dorpshuis heeft zich bijvoorbeeld direct aangeboden als trouwlocatie, toen die mogelijkheid geboden werd. Uit alles spreekt dat de inwoners en bestuursleden trots zijn op hun dorpshuis in Nigtevecht en dat is een grote kracht.

Mark Verhijde vraagt in hoeverre dorpshuis Nigtevecht open staat om hun manier van programmeren en werken actief te delen met de andere dorpshuizen in Stichtse Vecht. Wat er kan worden geconstateerd dat er veel geleerd kan worden van Nigtevecht. Cees Boonacker reageert daar positief op en verwijst ook naar de situatie tijdens de voormalige gemeente Loenen. Toen was er een jaarlijks overleg tussen gemeente en de vier dorpshuizen om elkaar op de hoogte te brengen van de stand van zaken en gezamenlijk kansen en problemen op te pakken. SDN is een groot voorstander dat een dergelijk overleg ook in de toekomst weer ingesteld wordt. Wethouder Jaap Verkroost vindt dat de dorpshuizen in ieder geval helemaal vrij zijn om gezamenlijk op te treden en meer uit te wisselen onderling. Als de gemeente daarbij van dienst kan zijn, dan graag. Het is overigens de bedoeling dat, nadat de dorpsgesprekken zijn geweest, er een overkoepelende bijeenkomst van gemeente en dorpshuizen komt om deze onderlinge samenwerking en uitwisseling te starten. Cees Boonacker geeft in dit verband ook aan dat er rekening gehouden moet worden met wat terughoudendheid tussen de dorpshuizen. Misschien is er zelfs sprake van een vorm van concurrentie onderling. Het zou goed zijn dit signaal mee te nemen in het verdere traject dorpshuizen.

Nadat wethouder Jaap Verkroost afscheid genomen heeft om naar zijn volgende afspraak te gaan, worden de volgende afspraken gemaakt. SDN reageert op het concept factsheet met aanvullingen en verbeteringen. Gebiedsregisseur Jacobine Klijberg neemt contact op om het vervolgtraject in Nigtevecht samen met SDN verder te brengen. Hierbij is het belangrijk om er achter te komen waar het dorpshuis nu staat in de beleving van de inwoners en in de context van de overige maatschappelijke voorzieningen in het dorp Nigtevecht. En hoe de toekomst van het dorpshuis eruit ziet. De toegestuurde documenten, inclusief het (dan aangepaste) factsheet, kunnen hiervoor als basis dienen. Ten slotte noemt Mark Verhijde de specifieke financiële situatie van het dorpshuis als aandachtspunt. Het is duidelijk hoe de juridische afspraken en financiële stromen tussen SDN en gemeente zijn, maar de manier waarop de bestemmingsreserve voor dorpshuis Nigtevecht nu wordt gebruikt is nog niet helder. Hij raadt SDN aan om hier actief mee aan de slag te gaan richting gemeente.

Pagina 45 Eindadvies Dorpshuizen

B.4. Verslag gesprek dorpshuizen ’t Web en de Boomgaard, Loenen dorp, maandag 29 oktober 2012. Aanwezig: wethouders Jaap Verkroost en Pieter de Groene, Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen Stichtse Vecht), Hans de Boom (penningmeester SCAL), Nette van der Horst (secretaris SCAL), Roy Heesakkers (beheerder), Piet Bakkers (dorpsraad Loenen), Peter van der Meer (zorggroep “De Vechtstreek”).

Wethouder Jaap Verkroost verwelkomt de deelnemers en bedankt voor de mogelijkheid om bijeen te kunnen komen in het Cultureel Centrum ‘t Web. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden. Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald.

Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Voor Loenen dorp is voor het gesprek Peter van der Meer van de zorggroep “De Vechtstreek” uitgenodigd om de positie van Het Kampje als maatschappelijke voorziening toe te lichten. Ook is Piet Bakkers van de dorpsraad aanwezig. Zo kan er breder gepraat worden over de maatschappelijke voorzieningen in Loenen dorp en de positie van het dorpshuizen daarbinnen, voor wat betreft de huidige situatie als de nabije toekomst.

Een eerste indruk is dat er voor een dorp als Loenen aan de Vecht veel beschikbare binnenruimte is om maatschappelijke activiteiten te organiseren. Ook bestaat de mogelijkheid dat op langere termijn minder mensen gebruik gaan maken van maatschappelijke voorzieningen. Tegelijkertijd is ook veel nog niet helder, daarom wordt met de aanwezigen afgesproken dat er een completer beeld van het voorzieningenaanbod gemaakt wordt. Welke maatschappelijke activiteiten worden er nu gehouden en waar gebeurt dat in het dorp? Peter van der Meer zorgt ervoor dat een activiteitenoverzicht van Het Kampje komt. Doel van de inventarisatie van voorzieningen en activiteiten is om meer duidelijkheid te krijgen over het efficiënt gebruik van ruimte, wat zowel de gemeente als de aanwezige deelnemers belangrijk vinden.

Vanuit SCAL wordt aangegeven dat meer efficiënt gebruik van de ruimten in ’t Web en De Boomgaard wordt bemoeilijkt door vroegere afspraken tussen de verenigingen en de voormalige gemeente Loenen. De huurders houden vast aan vaste dagdelen en vaste ruimten, ook als deze niet gebruikt worden. Doorverhuur van deze ruimten aan andere verenigingen kan wel, mits SCAL 70% van de huurinkomsten afdraagt aan de vaste huurders. Ook is het traditie geworden dat de vaste huurders aanspraak maken op specifieke uren van de dag, bijvoorbeeld 20:00 uur als aanvangstijd. Dat maakt verhuur ervoor bijzonder lastig. De oorsprong van deze afspraken ligt bij het ontstaan van ’t Web, omdat veel verenigingen met eigen gebouwen overgehaald zijn om in het dorpshuis ruimte te gaan huren. Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat het goed zou zijn om nieuwe afspraken te gaan maken, die SCAL meer bewegingsruimte geeft om door ruimteverhuur de eigen begroting sluitend te krijgen. Hans de Boom vindt het ook erg jammer dat de ruimte van PSZ Hummels ’s avonds niet gebruikt kan worden.

Wethouder Pieter de Groene deelt mee dat de bibliotheek in Loenen in de toekomst minder m2 nodig gaat hebben. Dat heeft onder andere te maken met de nieuwe werkwijze van de bibliotheek en betekent meteen dat de kans op leegstand in het huidige bibliotheekgebouw toeneemt. De gemeente heeft nog geen besluit genomen over de bibliotheek in Loenen, maar vindt leegstand in het bibliotheekgebouw niet gewenst.

Pagina 46 Eindadvies Dorpshuizen

Peter van der Meer gaat in op de situatie nu en in de toekomst van Het Kampje. Hij voorziet dat de bewoners in de categorie van zwaardere zorg gaan komen en dat het om minder bewoners zal gaan. Nu wordt de recreatiezaal al nauwelijks gebruikt en de beschikbare ruimte voor maatschappelijke voorzieningen wordt groter de komende jaren. Daarom is zorggroep “De Vechtstreek” voor Het Kampje ook bezig om meer wijkfuncties in het gebouw te krijgen, en dat vraagt om afstemming met de dorpshuizen om te voorkomen dat daar verenigingen en activiteiten gaan verdwijnen richting Het Kampje.

De gemeente voorziet dat ook de aanwezige scholen meer maatschappelijke activiteiten willen binnenhalen. Hetzelfde speelt bij de ruimten die de kerken aanbieden en de sportverenigingen. Piet Bakkers noemt het dorpshuizenbeleid van de voormalige gemeente Loenen als referentiepunt. Daarin is vastgesteld dat andere aanbieders van ruimten niet buiten de eigen doelgroep mogen verhuren, wat een positief effect heeft op de verhuuractiviteiten in ’t Web en De Boomgaard. Hij constateert ook dat in 2012 van deze beleidsregels wordt afgeweken en dat nieuw beleid van gemeente Stichtse Vecht nodig is om de positie van de dorpshuizen te versterken.

Beheerder Roy Heesakkers is als sociale ondernemer gebaat bij meer mogelijkheden om ruimte te verhuren. Hij verdient zijn geld alleen als er activiteiten zijn in de dorpshuizen. Hij zorgt voor een kort overzicht van knelpunten die belangrijk zijn voor zijn onderneming.

Piet Bakkers vraagt zich af hoe het komt dat de bestemmingsreserves van de dorpshuizen in Loenen niet gebruikt worden. Deze vraag neemt Mark Verhijde mee om uit te zoeken.

B.5. Verslag gesprek dorpshuis Ons Genoegen, Nieuwer ter Aa, donderdag 25 oktober 2012. Aanwezig: wethouder Jaap Verkroost, Jacqueline Schmitz (teammanager GGW), Eva de Ruiter (Gebiedsregisseur GGW), Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Wilke Sloesarwij-Den Toom (voorzitter SBL NTA) en Alie van Sligtenhorst (penningmeester SBL NTA), Jan van Sligtenhorst (beheerder), 1 klankbordgroeplid, 1 kerklid, 1 voetbalclublid en nog een mevrouw.

Wethouder Jaap Verkroost verwelkomt de deelnemers en bedankt voor de mogelijkheid om bijeen te kunnen komen in het dorpshuis Ons Genoegen. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden. Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald.

Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Vandaar dat voor dit gesprek niet alleen het stichtingsbestuur van Ons Genoegen is uitgenodigd, maar ook mensen van de voetbalvereniging NITA en van Het Anker, naast vertegenwoordigers van de Klankbordgroep. Zo kan er breder gepraat worden over de maatschappelijke voorzieningen in Nieuwer ter Aa en de positie van het dorpshuis daarbinnen, voor wat betreft de huidige situatie als de nabije toekomst. Overigens is met de Provincie en het Europese Leader+ bureau in het kader van de verleende subsidies afgesproken, dat het dorpshuis Ons Genoegen zeker 5 jaar blijft functioneren. Over de toekomst van de bibliotheek (in Stichtse Vecht) is nog geen besluit genomen. De gemeente ziet ook dat het PSZ werk eigenlijk meer geld nodig heeft.

Pagina 47 Eindadvies Dorpshuizen

Een eerste indruk is dat er voor een dorp als Nieuwer ter Aa veel beschikbare binnenruimte is om maatschappelijke activiteiten te organiseren: de kantine van de voetbalvereniging, de multifunctionele zaal van het dorpshuis, de zalen bij Het Anker, en misschien ook nog ruimte in de basisschool. Kun je dat allemaal efficiënt benutten? Voor de gemeente maar ook voor de deelnemers is het belangrijk om te zoeken naar meer afstemming en samenwerking en efficiënter gebruik van de beschikbare ruimte voor maatschappelijke activiteiten. Hoe krijgen we bijvoorbeeld een gedeeld programma in Nieuwer ter Aa?

De voetbalvereniging NITA geeft aan dat er naast sportieve activiteiten ook bijvoorbeeld theatervoorstellingen worden georganiseerd. Dat gebeurt om ook zo extra inkomsten te genereren wat belangrijk is om een sluitende begroting te hebben. Daarnaast gaat NITA op korte termijn met eigen middelen het gebouw renoveren en aanpassen, omdat er extra voetbalteams bijgekomen zijn. Het beheer draait grotendeels op vrijwilligers. NITA is ook in staat om extra middelen op te halen, bijvoorbeeld bij het SVB Fonds.

Jan Sligtenhorst geeft aan dat er tussen NITA en dorpshuis Ons Genoegen ook al veel samengewerkt wordt. Zo worden er veel inkoop samen gedaan en maakt NITA ook gebruik van de mankracht van het dorpshuis en omgekeerd. Samenwerking op afstemming van activiteiten kan natuurlijk uitgebreid worden, maar dan denken de deelnemers vooral aan het opzetten van nieuwe activiteiten en daar dan de mogelijke inkomsten (en kosten? MV) samen delen.

Vanuit de gemeente wordt gevraagd of de toegenomen sportactiviteiten bij NITA niet op termijn de noodzaak van de toneelactiviteiten overbodig kunnen maken. Dan zou het toneel programma geheel of gedeeltelijk in het dorpshuis onderdak kunnen vinden. Wilke Sloesarwij-Den Toom noemt het binnensporten in de gymzaal van het dorpshuis als belangrijke voorziening, met trimmen, volleyballen etc. Waarom kan er geen dorpssportplan gemaakt worden waarbij de locaties, doelgroepen en activiteiten allemaal inzitten en onderling afgestemd zijn? Wat te denken van sport en de WMO als ontwikkelgebied?

Zowel het dorpshuis als NITA vindt de optie om een overkoepelend bestuur te vormen de moeite waard om verder te verkennen. De deelnemers zien ook een kans om de horeca uit te breiden en zo meer inkomsten te genereren.

Het Anker biedt ook zaalruimte aan. Aangezien Het Anker een besloten vereniging is, is verhuur aan derden uit het dorp niet mogelijk, volgens de aanwezige vertegenwoordiger.

Wethouder Jaap Verkroost vraagt zich ook of het gebouw Ons Genoegen in de toekomst van de gemeente moet blijven; waarom kan dat niet overgedragen worden aan de dorpsgemeenschap? De deelnemers vinden dat nu nog te vroeg en niet realistisch, zij zien ook onduidelijkheid wat betreft de inpandige gymzaal. De gemeente wil graag de geldstromen tussen basisschool, dorpshuis en gymzaal explicieter maken. Hoe zit het met verantwoordelijkheden bij dat nieuwe eigenaarschap?

Mark Verhijde noemt de mogelijkheden om energiebesparende maatregelen te nemen. Zolang het dorpshuis van de gemeente is, kunnen werkzaamheden alleen met toestemming van de gemeente worden uitgevoerd. Werk aan casco, zoals het plaatsen van zonnepanelen of dubbel glas, valt onder de taken van de verhuurder (gemeente), die zich aan de eigen en Europese aanbestedingsregels moet houden. Terwijl dat zelfwerkzaamheid uit het dorp in de weg staat. Als het dorpshuis wordt overgedragen, wordt deze investeringen eenvoudiger en (wrs.) goedkoper. Afgesproken wordt om verder te verkennen wat de mogelijkheden zijn voor meer samenwerking en de opties voor een overkoepelend bestuur.

Pagina 48 Eindadvies Dorpshuizen

Na het gesprek komt de exploitatie van SBL NTA voor het dorpshuis Ons Genoegen aan de orde. De volgende zaken worden opgepakt door de gemeente: (a) ook voor 2011 wordt de exploitatiesubsidie geregeld; (b) met het subsidiebureau wordt overlegd over de (verkeerde) interpretatie om de subsidie in 5 jaar af te bouwen, en over de mogelijkheid voor SBL NTA om eigen vermogen te vormen.

B.6. Verslag gesprek dorpshuis De Veenkluit, Tienhoven, donderdag 1 november 2012. Aanwezig: wethouders Jaap Verkroost en Vital van der Horst, Irene Kirsch (gebiedsregisseur Wijken en Kernen/GGW), Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Monique Sluimers (Kind en Co), Anneke Nieman (PSZ De Veenkabouters), Bert de Graaf (Muziekvereniging Soli Deo Gloria), Peter Manten (voorzitter SDTM Veenkluit) Jan ter Reehorst (secretaris SDTM Veenkluit), Richard Klop (penningmeester SDTM Veenkluit), Albert den Ouden (Voorzitter VIOD), Henk Broeken (beheerder).

Wethouder Jaap Verkroost verwelkomt de deelnemers en bedankt voor de mogelijkheid om bijeen te kunnen komen in het dorpshuis De Veenkluit. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden. Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald.

Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Vandaar dat voor dit gesprek niet alleen het stichtingsbestuur van De Veenkluit is uitgenodigd, maar ook mensen van de voetbalvereniging VIOD en van de Peuterspeelzaal. Zo kan er breder gepraat worden over de maatschappelijke voorzieningen in Tienhoven en de positie van het dorpshuis daarbinnen, voor wat betreft de huidige situatie als de nabije toekomst.

Daarnaast is SDTM Veenkluit in overleg met de gemeente en andere partijen om een nieuw dorpshuis te (laten) realiseren. Wethouder Vital van der Horst is projectwethouder, Albert Vos de projectleider hiervan. Wethouder Jaap Verkroost geeft aan dat er voor Tienhoven dus twee parallelle trajecten lopen, ontwikkelingsmogelijkheden voor een nieuw dorpshuis en positionering van het dorpshuis nu en in de toekomst. Hoewel de twee zaken veel raakvlakken hebben, wordt afgesproken om in dit gesprek zoveel mogelijk te beperken tot de positionering van het dorpshuis. In het dorp Tienhoven zijn weinig maatschappelijke voorzieningen. Er is een (nieuw) gezondheidscentrum en er worden periodiek concerten in de Kerk gehouden. De deelnemers zien beide activiteiten niet als concurrerend voor dorpshuis De Veenkluit.

Over het dorpshuis zelf zijn de deelnemers uitgesproken wat betreft de fysieke staat en inrichting van het gebouw en de mogelijkheden om meer en andere gebruikers aan te trekken. Henk Broeken vindt dat de keuken verkeerd is geplaatst. Bert de Graaf constateert dat er schimmel op de muren van een zaalruimte zit en vindt dat die zaal zeker niet geschikt is om overdag bijvoorbeeld als flexwerkruimte voor zzp-ers. De inrichting en routing van het dorpshuis zijn onhandig, omdat bezoekers altijd door de grote zaal/hal moeten, wat andere gebruikers kan storen. Ook het gebruik van de gymzaal door derden en voor andere activiteiten als bewegingsonderwijs is de moeite waard om verder uit te zoeken. Hier speelt natuurlijk ook de wens door om naar een nieuw gebouw te gaan. Albert den Ouden beschouwt het dorpshuis eigenlijk als de voetbalkantine van VIOD.

Pagina 49 Eindadvies Dorpshuizen

De deelnemers vinden dat er meer activiteiten voor de “eigen” jeugd mogen komen. Samen met Stichting JOU is de overkapping gemaakt voor de jongeren, maar eigenlijk vindt men de zogenaamde “boemerang” activiteiten in het dorpshuis beter. Dan moet er wel iets afgesproken worden voor de jeugd van bijvoorbeeld Maarssen, blijkt uit vorige ervaringen met jongeren in het dorpshuis.

Monique Sluimers vraagt zich af wat er in de toekomst mogelijk is voor kinderen. Hoe kan het dorpshuis De Veenkluit daarop inspelen? Vanuit de gemeente wordt ingebracht dat misschien de vraag naar activiteiten en ruimte in Tienhoven nog niet volledig in beeld is gebracht. Het bestuur SDTM is het daar niet mee eens; voor de nieuwbouw plannen is een goede inventarisatie gemaakt.

Samenwerken met andere dorpshuizen wordt door SDTM niet zo nodig geacht. Men heeft niets met de andere dorpen en kernen van Stichtse Vecht en vraagt zich ook af wat er voor De Veenkluit uit die samenwerking gehaald kan worden. Leren van elkaar is op dit moment niet interessant voor het dorpshuisbestuur.

In de nabespreking komt een aantal zaken aan de orde die tijdens het dorpshuisgesprek onderbelicht zijn geweest. De beide voorzitters (van VIOD en SDTM) kunnen zelf geen reden aangeven waarom zij het dorpshuis De Veenkluit zouden bezoeken, anders dan vanwege de specifieke activiteit of vereniging. Zij denken dat dat voor heel veel mensen uit Tienhoven en omstreken geldt. Zo is het beeld ontstaan van het dorpshuis De Veenkluit als een soort bedrijfsverzamelgebouw voor maatschappelijke activiteiten, mogelijk ook te gebruiken als werkruimte voor kleinschalig ondernemerschap overdag. Wat afwijkt van de manier waarop bijvoorbeeld het dorpshuis in Vreeland is gepositioneerd.

Dat kan een welkome aanvulling zijn in de typologie van soorten dorpshuizen in Stichtse Vecht (mits het ook zo bedoeld is). BVG De Veenkluit is dan een goede business-case die gaat werken met een sluitende begroting, door werkruimte overdag aan te bieden aan plaatselijke ondernemers en zzp-ers of bijvoorbeeld door iets met dagwinkels of -marktjes te doen. Ten slotte heeft Tienhoven geen winkels meer en die combinatie geeft sowieso meer bezoekers overdag.

Een tweede suggestie is om het dorpshuis echt te beschouwen als voetbalkantine en VIOD te verleiden hoofdhuurder te worden, die op zijn beurt andere huurders en/of activiteiten kan aantrekken. De voetbalkantine als ontmoetingsplek in het dorp is wat anders dan een dorpshuis, maar misschien sluit dit perspectief beter aan bij de werkelijkheid in Tienhoven. Een laatste optie is om de manier van stichting vs. sociaal-commercieel beheerder zoals in Loenen geregeld is te gebruiken in De Veenkluit.

Irene Kirsch gaat het vervolgtraject leiden, met de nadruk op het verbinden van andere organisaties en instellingen met het dorpshuis. Zij heeft al contact met Bert van de Bunt van de dorpsraad, die veel voorstellen heeft voor activiteiten in het dorpshuis. Zoals besproken tijdens het dorpshuisgesprek loopt ondertussen het ontwikkeltraject gewoon door.

B.7. Verslag gesprek Wijkhuiskamer / wijkontmoetings- en activiteitencentrum Over-Noord, Breukelen Noord, dinsdag 4 december 2012. Aanwezig: wethouder Jaap Verkroost, Wieke van Mourik (gebiedsregisseur), Mark Verhijde (projectleider Dorpshuizen), Michael Hartmann (voorzitter Stichting Over-Noord), Jan Kistemaker (penningmeester SON) en Jan Kerker (Activiteitencommissie SON).

Wethouder Jaap Verkroost bedankt de deelnemers voor de mogelijkheid om te praten over de situatie van Over-Noord. De aanleiding voor het gesprek is de wens van de gemeente om een

Pagina 50 Eindadvies Dorpshuizen nieuwe relatie aan te gaan met de dorpshuizen in Stichtse Vecht. De voorlopige inventarisatie maakt echter duidelijk dat een rechtlijnige harmonisatie van afspraken en subsidies niet uitvoerbaar is, aangezien voor elk dorpshuis andere afspraken gemaakt zijn in het verleden.

Daarnaast moet de gemeente ook bezuinigen; voor de dorpshuizen betekent dat een structurele bezuiniging van Euro 65.000, inclusief de korting van 7,5% over de totale dorpshuissubsidie. De invulling daarvan is nog niet bepaald. Toch vindt de gemeente dat er niet uitsluitend in financiële termen gekeken moet worden naar de dorpshuizen. Voor het behouden en versterken van de vitaliteit en cohesie van de dorpen en kernen zijn de dorpshuizen een belangrijk instrument. Voor ieder dorpshuis en wijkontmoetingsruimte is een apart factsheet opgesteld, met het verzoek om daar aanvullingen en verbeteringen aan toe te voegen.

Michael Hartmann geeft aan dat de stichting voor 2013 diverse activiteiten klaar heeft liggen om uit te voeren. Bijvoorbeeld de aanleg van draadloos internet (wifi) en het aanbieden van vergaderruimte aan zzp-ers. Een belangrijke belemmering betreft de financiering van de activiteiten de wijkhuiskamer voor 2 dagen in de week, de overige activiteiten zijn financieel gedekt. Hij zegt dat SON voor de rest een gezonde financiële huishouding heeft, hoewel er altijd nieuwe gebruikers en huurders welkom zijn. In de wijkontmoetingsruimte zijn nog dagdelen beschikbaar voor andere gebruikers van de ruimte.

De wijkhuiskamer is opgezet door stichting Tympaan en valt onder de verantwoordelijkheid van SON. Het draait goed, er zijn veel vrijwilligers en activiteiten. Voor de wijkhuiskamer wordt een bijdrage van Euro 8.000 gevraagd van de gemeente. Tijdens het gesprek blijkt dat deze bijdrage voor 2013 nog niet geregeld is – in tegenstelling tot wat de organisator Mark Verhijde begrepen had. Het dorpshuisgesprek is bedoeld om met ieder dorpshuis de huidige en toekomstige situatie te bespreken en gezamenlijk te zoeken naar een andere relatie tussen gemeente en dorpshuis. De korte notitie Kansen voor Dorpshuizen dient dan als onderlegger.

Omdat er nog geen duidelijkheid is over deze financiële kwestie van de wijkhuiskamer, gaat het gesprek tussen gemeente en SON helemaal niet over het wijkontmoetings- en activiteitencentrum nu en in de toekomst. De vertegenwoordigers van SON willen ter vergadering graag een besluit van de gemeente en daarmee krijgt het gesprek een sterk negatief karakter. SON maakt duidelijk dat het erg moeilijk is om de vrijwilligers gemotiveerd te houden, zolang er onduidelijkheid is over het voortbestaan van de wijkhuiskamer. Zij had verwacht hier al veel eerder uitsluitsel over te mogen horen.

Wethouder Jaap Verkroost geeft aan dat hij in dit gesprek geen toezegging gaat doen over de gevraagde bijdrage, ook gezien de huidige financiële situatie van de gemeente en rekening houdend met de uitgavestop op budgetten sinds zomer 2012. Afgesproken wordt dat de gemeente binnen 8 dagen terugkoppelt over het al dan niet bijdragen aan de wijkhuiskamer in 2013. De door SON toegestuurde begroting en activiteitenplanning voor 2013 dienen daarbij als onderlegger. Gebiedsregisseur Wieke van Mourik is de contactpersoon voor het verder verkennen van de toekomst van het wijkontmoetings- en activiteitencentrum in Breukelen Noord. Zij begeleidt dit traject verder.

Pagina 51 Eindadvies Dorpshuizen Bijlage C. “Kansen voor dorpshuizen”

In deze bijlage wordt ingegaan op een aantal oplossingsrichtingen dat van invloed kan zijn op de exploitaties van de dorpshuizen. Het gaat dan om de volgende zaken binnen het functioneren van de dorpshuizen.

. Ondernemerschap binnen het dorpshuis . Samenwerking binnen het dorp en tussen dorpshuizen . Aantrekken van nieuwe doelgroepen . Kostenreductie en verwerven van inkomsten . Nieuwe vormen van beheer

Deze onderwerpen staan ook landelijk centraal op de agenda, bijvoorbeeld bij gemeenten, woningcorporaties en MFA’s die zijn aangesloten bij het MFA-Lab (Bouwstenen voor Sociaal). Volgens de deelnemers van het MFA-Lab zijn de onderwerpen essentieel voor de toekomst van maatschappelijk vastgoed in Nederland, en zeker ook van belang voor de dorpshuizen in Stichtse Vecht.

C.1. Ondernemerschap

Meer ondernemerschap voor MFA’s en in dit geval dorpshuizen is broodnodig. Het valt op dat er bij de dorpshuizen in Stichtse Vecht maar beperkt ondernemerschap aanwezig is en vooral gericht is op het meer en beter betrekken van de eigen inwoners en organisaties. Beheerders van de dorpshuizen in Loenen vullen hun ondernemerschap in door een mix van maatschappelijke en semi-commerciële activiteiten. Een ander goed voorbeeld is de beheerder van dorpshuis Ons Genoegen, die op zoek is naar zowel nieuwe vaste huurders als nieuwe activiteiten te ontwikkelen door en voor derden. Natuurlijk is dit ondernemerschap belangrijk bekeken vanuit de huidige situatie, waarbij de gemeente altijd in staat was de dorpshuizen te ondersteunen, door financiële bijdragen.

Met de komende gemeentelijke bezuinigingen in zicht is het voor te stellen dat de dorpshuizen meer als maatschappelijke ondernemingen gaan functioneren, wat meteen een ander soort ondernemerschap vraagt. Om deze transformatie tot maatschappelijke ondernemingen te kunnen maken, is het wel wenselijk en noodzakelijk dat de gemeente hen daarbij helpt. Voorbeelden van geslaagd ondernemerschap bij MFA’s in Nederland zijn het Kultuurhus in Olst-Wijhe en Perron 3 in Roosendaal.

Concreet biedt de gemeente aan via het MFA-Lab de dorpshuizen in contact kunnen brengen met deze maatschappelijke ondernemingen, met als doel dat zij geïnspireerd en gemotiveerd worden om de genoemde transformatie te starten.

C.2. Samenwerking

Dorpshuizen functioneren in de sociale structuur van het dorp of de kern en hier liggen waarschijnlijk kansen voor een meer solide exploitatie van het dorpshuis zelf. Afstemmen van activiteiten die in dorp of kern plaatsvinden en het dorpshuis meer prominent de plek laat zijn voor activiteiten, versterkt zowel het aantal bezoekers en gebruikers als de inkomsten van het dorpshuis.

Pagina 52 Eindadvies Dorpshuizen

Daarnaast is het opvallend hoe weinig de dorpshuizen onderling contact hebben, sinds zij binnen één gemeente vallen. Hier valt veel winst te halen, door gebruik te maken van elkaars kennis en ervaringen op alle terreinen die te maken hebben met het onderwerp dorpshuizen. Dat kan digitaal gebeuren, zodat de eigen gebruikers en bezoekers ook inzicht krijgen hoe het gaat en wat er gebeurt in andere dorpshuizen. Dat kan ook door het organiseren van een eigen platform Dorpshuizen Stichtse Vecht, dat als gesprekspartner kan dienen voor overheden en bedrijven die te maken hebben met de dorpshuizen.

Aansluiten bij een bestaand netwerk als MFA-Lab is ook mogelijk, maar voor de individuele dorpshuizen te kostbaar. Ook hier kan de gemeente een ondersteunende rol spelen.

Samenwerken kan op verschillende niveaus. Beleidsmatig/strategisch om de belangen van de dorpshuizen in Stichtse Vecht goed geregeld te krijgen. Tactisch en operationeel om bijvoorbeeld gezamenlijk in te kopen of om de programmering van activiteiten onderling af te stemmen. Maar het is ook denkbaar dat de dorpshuizen op termijn toewerken naar één beheerorganisatie of zelfs (bij afstoten van gemeentelijk vastgoed) naar één eigenaar. Zoals gezegd, hier is veel te winnen.

Concreet stelt de gemeente voor om de eerste aanzet tot een dergelijke samenwerking of platform van dorpshuizen te organiseren, vanuit haar mogelijkheden om verbindingen te maken. Ook moedigt de gemeente aan om aansluiting te zoeken bij bestaande netwerkorganisaties, zoals Vereniging Kleinen Kernen en het landelijk netwerk voor maatschappelijke voorzieningen Bouwstenen voor Sociaal. Concreet nodigt de gemeente de dorpshuizen uit om deel te nemen aan de landelijke congres-dag van Bouwstenen voor Sociaal dit najaar.

C.3. Nieuwe doelgroepen

Dorpshuizen bedienen het dorp of de kern, met een deel van het omliggende gebied. Daarmee zijn zij beperkt in het aantrekken van nieuwe doelgroepen voor verhuur van ruimte en als bezoekers. Zolang de (financiële) afhankelijkheid van de gemeente bestaat, is het waarschijnlijk niet gewenst dat de dorpshuizen een veel groter gebied bedienen dan het eigen dorp of de eigen kern. Statutair blijken diverse dorpshuizen ook niet bevoegd te zijn om een groter doelgroepengebied aan te spreken.

Maar ook binnen dat werkgebied is het interessant om nieuwe doelgroepen te ontdekken en te binden aan het dorpshuis. Twee voorbeelden, die momenteel ook landelijk aandacht krijgen, zijn de moeite waard om te noemen.

Ten eerste de inwoners die te maken hebben met de WMO en andere zorg gerelateerde zaken. Juist het dorpshuis kan de spil zijn waar zorg en ontmoeten plaats vindt, met een uitnodiging naar de eigen inwoners om hun bijdrage te leveren aan activiteiten, cohesie en zorg. Dat gebeurt op dit moment nog (veel) te weinig.

Ten tweede de nieuwe werkers, de zzp-ers en flexwerkers die eigenlijk best in het dorpshuis zouden willen werken en zakelijk ontmoeten. Misschien zijn deze “werkers in de buurt” (dorp/kern) ook geïnteresseerd om flexibel werkruimte te huren, wat zomaar een positief effect op de exploitatie van het dorpshuis kan hebben. Ook hier zijn goede voorbeelden landelijk te vinden, onder meer bij het Kultuurhus in Olst.

De gemeente biedt aan om actief mee te denken hoe nieuwe doelgroepen aangetrokken kunnen worden door de dorpshuizen. Het bovengenoemde platform van dorpshuizen is een goed podium om deze kennis en ervaringen te delen.

Pagina 53 Eindadvies Dorpshuizen

C.4. Kostenreductie en inkomstenwerving

Het valt op dat de dorpshuizen meer kunnen doen met het terugbrengen van diverse kosten (voorlopige observatie). Met het verminderen of wegvallen van inkomsten vanuit gemeente en van huurders moeten de dorpshuizen zuiniger aan doen. Een manier is om te bekijken hoe in de begroting/exploitatie kostenposten omlaag gebracht kunnen worden. Het gaat dan om bijvoorbeeld personeelslasten (van beheerders), energiekosten, inkoop etc.

Aangezien een groot aantal dorpshuizen in eigendom van de gemeente is, zijn zij afhankelijk van de mogelijkheden van Vastgoed bij het nemen van bijvoorbeeld energie besparende maatregelen. Toch loont het zeer de moeite om dergelijke investeringen mogelijk te maken, in eerste instantie voor de dorpshuizen zelf, want zij betalen de energierekeningen. Een investering die zeker in overweging genomen zou moeten worden is het plaatsen van zonnepanelen op de dorpshuizen. Bijvoorbeeld bij dorpshuis Ons Genoegen kan er op het platte dak van de sportzaal een groot aantal panelen geplaatst worden, die de elektriciteitsrekening voor het dorpshuis tot nul terug brengt en mogelijk ook gebruikt kan worden voor de aangrenzende basisschool.

Landelijk zijn er diverse initiatieven die gericht zijn op het omlaag brengen van de energierekening. Bijvoorbeeld in Woerden, waar de coöperatie “Wij bouwen voor morgen” zogenaamde “ontzorgde” dienstverlening aanbiedt aan vastgoedeigenaren. Maar ook een gevestigde energieleverancier als Eneco kan op het gebied van zonnepanelen veel kansen bieden voor de dorpshuizen. Nadere verkenning helpt de dorpshuizen van Stichtse Vecht, en waarschijnlijk ook andere gebruikers van gemeentelijk maatschappelijk vastgoed. De gemeente helpt de dorpshuizen graag hierbij.

Inkomstenwerving naast huur en gemeentelijke bijdrage wordt nog maar zeer beperkt toegepast door de dorpshuizen als maatschappelijke ondernemingen. Dorpshuis Nigtevecht is door een uitgebreid netwerk en goed lobbywerk waarschijnlijk goed in staat om diverse fondsen tot uitkering te krijgen voor activiteiten binnen het dorpshuis, maar dat geldt niet of nauwelijks voor de andere dorpshuizen. Een vorm als “Vrienden van Ons Genoegen” waarbij mensen, organisaties en bedrijven het dorpshuis sponsoren is (nog) niet ontwikkeld. Crowdfunding van activiteiten die plaats vinden in het dorpshuis bestaat nu nog niet.

Ook hier liggen kansen voor de dorpshuizen van Stichtse Vecht om hun exploitatie meer positief te krijgen en tegelijkertijd interessanter te worden voor hun inwoners en bezoekers. Voorbeelden op landelijk niveau zijn onder meer Resto Van Harte en het recente ontwikkelingstraject “De Wervende Organisatie” dat georganiseerd is door het MFA-Lab naar analogie van de manier waarop sportorganisaties inkomsten verwerven.

Concreet biedt de gemeente de dorpshuizen aan om gezamenlijk de mogelijkheden voor inkomstenwerving te verkennen.

C.5. Nieuw beheer

Als laatste onderwerp is het de moeite waard om nieuwe vormen van bewonerszelfbeheer van de dorpshuizen te verkennen. De observatie hierachter is dat de dorpshuizen in 2012 hun beheer en exploitatie hebben ingericht zoals verwacht door de gemeente, ofwel dorpshuizen lijken wat functioneren betreft erg op de manier waarop de gemeente de samenleving geordend heeft, in thema’s, doelgroepen, etc. Daar is niets mis mee, maar kan in de weg zitten in de toekomst, als de relatie gemeente-dorpshuizen veranderd is.

Pagina 54 Eindadvies Dorpshuizen

Alternatieven zijn er in twee richtingen, namelijk door te veranderen in maatschappelijke ondernemingen (zie boven) of door beheer en exploitatie opnieuw in handen te geven van de inwoners zelf, waarbij de gemeente tegelijkertijd ook afstand doet van een groot aantal verantwoordelijkheden en taken als eigenaar, zonder eigendomsoverdracht. Deze tweede benadering, van bewonerszelfbeheer, is nog weinig bekend in Nederland, maar voorbeelden uit omliggende landen en Japan laten zien dat dorpshuizen grotendeels zelfstandig door inwoners gedraaid kunnen worden, zonder bemoeienis van de lokale overheid. Een recent nieuw voorbeeld in is De Nieuwe Jutter, die volledig door wijkbewoners beheerd en geëxploiteerd wordt.

Inwonerszelfbeheer van dorpshuizen kan een aantrekkelijk perspectief zijn voor de dorpen en kernen, bezien vanuit de nieuwe verhoudingen tussen gemeente en dorpshuizen in Stichtse Vecht. Indien de dorpshuizen deze richting willen onderzoeken, biedt de gemeente hierbij ondersteuning aan.

Pagina 55