De Burke Stichting, Achterban Van Wilders
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Leidse achterban van Geert Wilders Of: De Edmund Burke Stichting en de Universiteit Leiden Maria Trepp Versie 16 april 2009 Voor een betere leesbaarheid van dit bestandje: download de pdf.versie www.passagenproject.com/conservatisme.pdf zie www.passagenproject.com/literatuur.html voor de literatuurlijst DE LEIDSE ACHTERBAN VAN GEERT WILDERS .............................................................................. 1 INLEIDING ......................................................................................................................................... 3 Leidse wetenschappers betrokken bij de Edmund Burke Stichting .............................................. 6 Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden ...................................................... 6 Afshin Ellian, hoogleraar Sociale cohesie in Leiden ............................................................... 6 Paul Cliteur, hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap in Leiden ......................... 6 De Leidse Germanist Jerker Spits ............................................................................................ 6 Bart Jan Spruyt ........................................................................................................................ 6 In de achtergrond : prof.dr. Bolkestein................................................................................... 6 1. DE EDMUND BURKE STICHTING .............................................................................................. 6 1.1. HET CLUBJE VAN BOLKESTEIN: CONSERVATISME EN LIBERALISME ......................................... 6 1.2. Van Bolkestein naar Wilders .............................................................................................. 21 1.2.1.Bernard Lewis en Samuel Huntington .......................................................................... 27 1.2.2 De mythe van het islamitisch gevaar ............................................................................ 35 1.2.3. Turkije .......................................................................................................................... 37 1.2. Amerikaanse vrienden ......................................................................................................... 42 2. DE FILOSOFISCHE ACHTERGROND VAN DE EDMUND BURKE STICHTING ........... 48 2.1. De Burke Stichting en Edmund Burke: traditioneel versus radicaal conservatisme ........... 48 2.1.1. Overeenkomsten tussen het gedachtegoed van Burke en de Burke Stichting ........... 48 2.1.2. Verschillen tussen het gedachtegoed van Edmund Burke en de Burke Stichting ....... 51 2.2. De Burkiaanse veiligheidsutopie ......................................................................................... 59 2.3. De Burkianen en het nazisme/fascisme .............................................................................. 70 2.3.1. De Burke Stichting en Carl Schmitt .............................................................................. 70 2.3.2. De analogie tussen toen en nu .................................................................................... 78 2.3.3. Onverzoenlijke polarisatie ........................................................................................... 87 2.3.4 De strijd om de Vrije Meningsuiting ............................................................................. 99 2.4. Tussen idealisme en “nieuw-realisme” ............................................................................. 101 2.4.1. Leo Strauss ................................................................................................................. 101 2.4.2.De Burkiaanse Plato-kult; Poppers Plato-kritiek ......................................................... 104 2.4.3. Het “nieuw-realisme” ................................................................................................ 109 2.5. Fortuyn, Burke Stichting en Wilders .................................................................................. 113 2.5.1. Rechtspopulisme en neoconservatisme .................................................................... 122 1 2.6. Het superieure Westen en de botsing der beschavingen .................................................. 123 2.6.1. De Europese traditie van het anti-islamisme ............................................................. 123 2.6.2. Huntington en zijn adepten ....................................................................................... 124 2.7. Het verlichtingsfundamentalisme ..................................................................................... 138 2.7.1. De liberale jihad: shortcut knip-en-plak verlichting .................................................. 142 2.7.2. De maakbaarheid van de mens- halfhartige Verlichtingskritiek bij Kinneging en Spruyt .............................................................................................................................................. 151 2.7.3. In de voetstappen van Voltaire .................................................................................. 154 2.7.4. De kritische Verlichtingstraditie ................................................................................. 160 2.7.5. Verlichting en pragmatisme ....................................................................................... 163 2.7.6. Verlichting en vrijzinnigheid ...................................................................................... 165 2.7.7. Abstract seculier humanisme .................................................................................... 169 2.7.8. Nationaliteit, identiteit, assimilatie ........................................................................... 171 2.7.9. Pluralisme ................................................................................................................... 175 2.7.10. Mensenrechten ........................................................................................................ 176 2.7.11 Verlichting en patriarchaliteit ................................................................................... 177 2.8. De Heilige Alliantie Tegen De Decadentie ......................................................................... 177 2.8.1. De Burkiaanse decadentie- en nihilisme-kritiek ........................................................ 177 2.8.2. Decadentie- en nihilisme-kritiek in de 20ste eeuw: conservatisme, fascisme, communisme ........................................................................................................................ 181 2.8.3. De duivelse jaren ’60 .................................................................................................. 181 2.8.4. Postmoderne moraliteit ............................................................................................. 183 2. 9. Het nieuwe chauvinisme: de “beschaafden” versus de barbaren .................................... 184 2.10. De conservatieve depolitisering: afwending van de verzorgingsstaat ........................... 187 2.11. Het cynisme van Goed en Kwaad .................................................................................... 192 2.12. Naar en anti-dogmatische religiekritiek ......................................................................... 196 2 Inleiding Deze tekst is een uitgebreide, maar vooralsnog fragmentarische documentatie over de Edmund Burke Stichting. Dit onderzoek- of betoog- is uitdrukkelijk en uitgesproken kritisch. Dit bestand kan worden beschouwd als een polemisch-politiek schotschrift. Richard Rorty beschrijft in Solidariteit of objectiviteit een wetenschappelijk pragmatische houding, die ook de mijne is:”Het gaat [de pragmatici] […] [erom], dat wij het traditionele onderscheid tussen kennis en opinie moeten laten vallen, voor zover dat althans wordt uitgelegd als een onderscheid tussen waarheid als overeenstemming met de werkelijkheid en waarheid als aanbeveling voor voldoende gerechtvaardigde overtuigingen. […] [De pragmaticus] waardeert coöperatief menselijk onderzoek. “ Dit onderzoek wordt geschreven in coöperatie en interactie met anderen. Behalve een beschrijving van en een kritiek op de Burke Stichting en de rechtspopulistische Leidse intellectuelen is deze tekst óók een verslag – in feite een culturele hypertekst- van de brede intellectuele weerstand tegen de “conservatieve revolutie” in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw. Baukje Prins, auteur van het belangrijke boek over het integratiedebat Voorbij de onschuld (2000/2004) schrijft over de kwestie van objectiviteit in de wetenschap, en ik sluit mij bij haar aan: “Ik wil in dit boek […] de stelling verdedigen dat elke wetenschappelijke bewering, hoe objectief ook, een bepaalde (moreel-politieke) partijdigheid impliceert. De ivoren toren van de wetenschap bestaat helemaal niet, ook het meest neutrale of ‘fundamentele’ onderzoek is door allerlei lijntjes verbonden met de alledaagse werkelijkheid van belangen, waarden, ambities en machtsverhoudingen, van materiële en niet-materiële obstakels en prikkels. En ook aan die partijdigheid mankeert volgens mij niets. De kritische vraag aan de wetenschap wat betreft har aanspraken op ‘de werkelijkheid’, is volgens mij dan ook niet zozeer: in hoeverre is wetenschappelijke kennis bevooroordeeld? Maar: welke vooringenomenheid is ‘beter’? Welke partijdigheid levert kennis op die maatschappelijk van nut kan zijn, en welke heeft een negatieve uitwerking? De kennistheoretische vraag naar de ‘objectieve’, ‘juiste’ weergave van de werkelijkheid maakt dan plaats voor