De Bouwgeschiedenis Van Kasteel Duurstede
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Rapportage Archeologische Monumentenzorg 255 De bouwgeschiedenis van De bouwgeschiedenis kasteel Duurstede van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede) Nieuw licht op een oud onderzoek J van Doesburg RAM 255 | Tot 150 pagina's omvang lijnt de titel op 20 mm lijn | Boven 150 pagina's omvang lijnt de titel op 30 mm De bouwgeschiedenis van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede) Nieuw licht op een oud onderzoek J van Doesburg Colofon Rapportage Archeologische Monumentenzorg 255 De bouwgeschiedenis van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede): nieuw licht op een oud onderzoek. Auteur: J van Doesburg Illustraties: M. Haars (BCL-Archaeological Support), Jos Stöver & Hans Dirksen Opmaak en productie: Xerox/OBT, Den Haag ISBN/EAN 978-90-5799-317-6 © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 2019 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl 3 Inhoud — Samenvating 4 4 Interpretatie 53 4.1 Vergelijking van de oude en nieuwe kasteel Voorwoord 7 plategrond 53 4.2 Periodiserings en dateringsgegevens 53 1 Inleiding 9 4.2.1 Stratigrafe 55 1.1 Aanleiding 9 4.2.2 Bouwnaden 56 1.2 Doel en opzet 10 4.2.3 Baksteenformaten (af. 4.3) 56 1.3 Leeswijzer 11 4.2.4 Metselverbanden 59 1.4 Administratieve gegevens 11 4.2.5 Architectonische elementen 61 1.5 Dankwoord 12 4.3 Geschreven bronnen 61 4.3.1 Van Sulen 61 2 Gedachten over de ouderdom en bouwgeschiede- 4.3.2 Van Zuylen 61 nis van kasteel Duurstede 13 4.3.3 Conficten met de bisschop 67 2.1 Eerste opgraving? 13 4.3.4 Bisschop van Utrecht 70 2.2 Duurstede een Romeinse versterking? 13 4.4 Periodisering 72 2.3 Renaud’s interpretatie van de opgravingsresultaten 14 4.4.1 Periode I 74 2.3.1 Periodisering 14 4.4.2 Periode II 83 2.3.2 Dateringsgegevens 15 4.4.3 Periode III 87 2.3.3 Datering van de bouwfasen 17 4.4.4 Periode IV 92 2.4 Reacties op Renaud’s periodisering in de 4.4.5 Periode V 100 literatuur 18 4.4.6 Voorburcht (af. 4.25) 101 4.4.7 Latere bouwwerkzaamheden rond het kasteel 104 3 Een kritische beschouwing van de opgravings- 4.5 Slotopmerkingen en conclusies 106 resultaten 21 3.1 Aanpak 21 Bronnen 109 3.2 Vraagtekens en problemen 21 3.2.1 De documentatie 21 Literatuur 111 3.2.2 De vondsten 28 3.3 De resultaten 30 3.3.1 Verticale stratigrafe 30 3.3.2 De grondsporen (af. 3.13) 34 3.3.3 De vondsten 51 4 — Samenvating In de periode 19431945 voerde kasteelvorser schiedenis van kasteel Duurstede is door de J.G.N. Renaud opgravingen uit rond de ruïne van meeste latere kasteelonderzoekers overge kasteel Duurstede in Wijk bij Duurstede. De nomen. Slechts een enkeling plaatste hierbij opgravingen vonden plaats gedeeltelijk vooraf kritische kantekeningen of vraagtekens, maar gaande en deels tijdens de restauratie van het deze kritiek vond weinig weerklank. kasteel. Grote delen van het terrein van de Het vormde wel een van de aanleidingen om, hoofdburcht werden binnen de omgrachting bijna vijfenzeventig jaar na de opgravingen, de ontgraven, waarbij tal van muur en funderings velddocumentatie tevoorschijn te halen en resten, uitbraaksporen, water en beerputen, opnieuw te bestuderen. Analyse van de opgra afvoergoten, houten palen, vloer en ophogings vingstekeningen leert dat de door Renaud gepu lagen en natuurlijke lagen aan het licht kwamen. bliceerde plategrond van het kasteel op kelder Ook het terrein van de voorburcht werd gedeel niveau op een aantal punten niet correct is. Zo telijk vrij gelegd. Hier werden eveneens tal van zijn er veel meer gebouwsporen en andere muurresten opgetekend. De grachten zijn niet resten gevonden dan Renaud in zijn reconstruc door hem onderzocht. ties van de bouwgeschiedenis afeeldt en in zijn Renaud heef de resultaten van zijn onderzoek publicaties noemt. Daarnaast heef hij op rond de kasteelruïne nooit integraal uitgewerkt sommige plaatsen muurwerk getekend waar en gepubliceerd. Wel scheef hij enkele artikelen alleen funderingsresten of uitbraaksporen zijn over Duurstede, waarin hij de belangrijkste gevonden en sporen van muurwerk aangevuld, onderzoeksresultaten presenteerde, waaronder zonder dit te vermelden of verklaren. Ook de plategronden van het muurwerk op kelderni door hem veronderstelde bouwdatum van de veau. Hij maakte op basis hiervan een recon donjon moet op basis van de archeologische en structie van de bouwgeschiedenis van het bouwhistorische gegevens worden bijgesteld. kasteel en onderscheidde hierin vier bouwfasen. De toren moet ongeveer 50 jaar eerder zijn In eerste instantie bestond Duurstede volgens gebouwd dan Renaud veronderstelde: niet in hem uit een solitaire bakstenen donjon op de 12601270, maar in de periode 12201240. In hoofdburcht. Hij dateert de bouw hiervan op eerste instantie (periode I) stond de donjon op basis van de geschreven bronnen in de periode de hoek van een rechthoekig terrein van 33,5 bij 12601270 en merkt Zweder I van Zuylen van 44 m. Een voorburcht was er in deze fase nog Abcoude als bouwheer aan. In de periode tussen niet. De excentrische plaatsing van de donjon op de late dertiende en het midden van de het terrein leidt tot de vraag of de bouwheer vijfiende eeuw werd Duurstede door de heren vanaf het begin het plan had om een vierkant van Zuylen van Abcoude in twee fasen kasteel te bouwen. Bouwkundige sporen, in de uitgebreid tot een vrijwel vierkant kasteel met vorm van staande tanden in het metselwerk van ronde hoektorens en een iets buiten de de buitenmuren of aanzeten in de fundering, schildmuur uitstekend poortgebouw aan de ontbreken, zodat we dit niet met zekerheid zuidoostzijde. Nadat kasteel Duurstede in 1459 kunnen stellen. Aangenomen mag worden dat in handen was gekomen van de bisschop van de donjon is gebouwd door een lid van het Utrecht werd het ingrijpend verbouwd en geslacht Van Zuylen. Mogelijk kan de in 1240 in verfraaid, met name door de stiefroers David oorkonden genoemde Gijsbrecht I van Zuylen als en Philips van Bourgondië. Delen van de bouwheer van de donjon worden aangemerkt. schildmuur werden vervangen, verhoogd en Leden van deze uit de omgeving van Kleef voorzien van grote ramen. Tevens werden het afomstige adellijke familie vestigden zich in de poortgebouw en de hoektorens aangepast. Met vroege dertiende eeuw in het Sticht. De familie name de noordwestelijke hoektoren onderging van Zuylen lijkt met name in Wijk bij Duurstede een grote gedaanteverwisseling. Deze toren een sterke machtspositie hebben weten op te werd naar Bourgondisch model aangepast. Het bouwen. Ze begonnen hier waarschijnlijk als muurwerk werd verzwaard en verhoogd en de meiers van het domein van de abdij van Deutz toren kreeg een weergang op hardstenen tegenover Keulen, maar ontplooiden zich na consoles en schietgaten in de vorm van een verloop van tijd de facto als eigenaren van dit omgekeerd sleutelgat. Aan de binnenzijde van domeingoed en eigenden zich de daaraan de schilmuur verrezen enkele nieuwe vleugels en verbonden rechten toe. Vanuit Wijk bij een kapel. Deze reconstructie van de bouwge Duurstede hebben zij macht en invloed in 5 — andere delen van het Sticht en aangrenzende voorburcht aangelegd. Op de voorburcht territoria verkregen, onder andere door een stra bevonden zich, afgaande op latere teksten en tegische huwelijkspolitiek. Zo werden goederen afeeldingen, verschillende gebouwen met in de omgeving van Abcoude, de heerlijkheid talloze kamers, zoals een schrijfamer, Puten en Strijen en in Brabant verworven. De raadkamer, verblijven voor personeel, paarden familie had vele zijtakken en bezat een groot stallen en voorraadzolders. Of deze gebouwen aantal goederen, waaronder een dozijn kastelen, ook al in de tweede bouwfase aanwezig waren is en verschillende rechten. onduidelijk. Renaud heef de bebouwing op de De oudste bouwfase van Duurstede is vergelijk voorburcht niet onderzocht. Hij heef alleen een baar met die van enkele contemporaine kastelen gedeelte van de gracht en de ommuring vrij in ZuidHolland. Ook bij deze kastelen is sprake gelegd. Deze tweede bouwfase dateert uit het van een excentriek geplaatste donjon op een laatste kwart van de dertiende eeuw of het begin groot omgracht terrein. Bij één van de Zuid van de veertiende eeuw. Hollandse voorbeelden bevonden er zich In de derde bouwfase (periode III) werd de behalve de donjon nog enkele andere gebouwen transformatie tot een vierkant kasteel met op het omgrachte terrein: een op de donjon hoektorens voltooid. Aan de noordoost en aansluitende zaalbouw en een zaalbouw zuidoostzijde werden nieuwe stukken muur tegenover de donjon. Bij een ander kasteel opgetrokken, waardoor de donjon geheel wijzen staande tanden in het metselwerk dat het binnen de schildmuur kwam te staan. Aan de vanaf het begin de bedoeling was een groter noordwestzijde sloot het nieuwe muurstuk aan kasteel te bouwen. Bij Duurstede is het niet op het bestaande noordwestelijke deel van de duidelijk of er zich meerdere gebouwen op het schildmuur. De oostelijke schildmuur werd een omgrachte terrein bevonden. Bouwsporen of aantal meters naar buiten verplaatst en aan de archeologische resten die hierop zouden kunnen westzijde aangesloten op de bestaande wijzen ontbreken. Vanwege het ontbreken van schilmuur. In het midden van de nieuwe een voorbucht in deze fase lijkt dit wel aanne oostelijke schildmuur werd een nieuw poortge melijk. De donjon was uitgerust met alle bouw opgetrokken dat aansloot op de donjon. elementen noodzakelijk voor (permanente) De vier hoeken werden voorzien van ronde bewoning, maar zal niet erg comfortabel zijn torens van variabele groote. Deze verbouwing geweest. Waarschijnlijk bevonden zich op het moet in de periode 14001450 worden terrein een of meerdere gebouwen met een resi gedateerd. Deze bouwfasen kunnen in het licht dentiële of verzorgende functie. Dat Renaud bij worden gezien van de verdere machtsont de opgravingen geen sporen van dergelijke plooiing van de familie Van Zuylen van Abcoude gebouwen heef gevonden, kan het gevolg zij in het Sticht en Wijk bij Duurstede in het dat deze minder zwaar waren gefundeerd of in bijzonder.