De Bouwgeschiedenis Van Kasteel Duurstede

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Bouwgeschiedenis Van Kasteel Duurstede Rapportage Archeologische Monumentenzorg 255 De bouwgeschiedenis van De bouwgeschiedenis kasteel Duurstede van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede) Nieuw licht op een oud onderzoek J van Doesburg RAM 255 | Tot 150 pagina's omvang lijnt de titel op 20 mm lijn | Boven 150 pagina's omvang lijnt de titel op 30 mm De bouwgeschiedenis van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede) Nieuw licht op een oud onderzoek J van Doesburg Colofon Rapportage Archeologische Monumentenzorg 255 De bouwgeschiedenis van kasteel Duurstede (gem. Wijk bij Duurstede): nieuw licht op een oud onderzoek. Auteur: J van Doesburg Illustraties: M. Haars (BCL-Archaeological Support), Jos Stöver & Hans Dirksen Opmaak en productie: Xerox/OBT, Den Haag ISBN/EAN 978-90-5799-317-6 © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 2019 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl 3 Inhoud — Samenvating 4 4 Interpretatie 53 4.1 Vergelijking van de oude en nieuwe kasteel­ Voorwoord 7 plategrond 53 4.2 Periodiserings­ en dateringsgegevens 53 1 Inleiding 9 4.2.1 Stratigrafe 55 1.1 Aanleiding 9 4.2.2 Bouwnaden 56 1.2 Doel en opzet 10 4.2.3 Baksteenformaten (af. 4.3) 56 1.3 Leeswijzer 11 4.2.4 Metselverbanden 59 1.4 Administratieve gegevens 11 4.2.5 Architectonische elementen 61 1.5 Dankwoord 12 4.3 Geschreven bronnen 61 4.3.1 Van Sulen 61 2 Gedachten over de ouderdom en bouwgeschiede- 4.3.2 Van Zuylen 61 nis van kasteel Duurstede 13 4.3.3 Conficten met de bisschop 67 2.1 Eerste opgraving? 13 4.3.4 Bisschop van Utrecht 70 2.2 Duurstede een Romeinse versterking? 13 4.4 Periodisering 72 2.3 Renaud’s interpretatie van de opgravingsresultaten 14 4.4.1 Periode I 74 2.3.1 Periodisering 14 4.4.2 Periode II 83 2.3.2 Dateringsgegevens 15 4.4.3 Periode III 87 2.3.3 Datering van de bouwfasen 17 4.4.4 Periode IV 92 2.4 Reacties op Renaud’s periodisering in de 4.4.5 Periode V 100 literatuur 18 4.4.6 Voorburcht (af. 4.25) 101 4.4.7 Latere bouwwerkzaamheden rond het kasteel 104 3 Een kritische beschouwing van de opgravings- 4.5 Slotopmerkingen en conclusies 106 resultaten 21 3.1 Aanpak 21 Bronnen 109 3.2 Vraagtekens en problemen 21 3.2.1 De documentatie 21 Literatuur 111 3.2.2 De vondsten 28 3.3 De resultaten 30 3.3.1 Verticale stratigrafe 30 3.3.2 De grondsporen (af. 3.13) 34 3.3.3 De vondsten 51 4 — Samenvating In de periode 1943­1945 voerde kasteelvorser schiedenis van kasteel Duurstede is door de J.G.N. Renaud opgravingen uit rond de ruïne van meeste latere kasteelonderzoekers overge­ kasteel Duurstede in Wijk bij Duurstede. De nomen. Slechts een enkeling plaatste hierbij opgravingen vonden plaats gedeeltelijk vooraf­ kritische kantekeningen of vraagtekens, maar gaande en deels tijdens de restauratie van het deze kritiek vond weinig weerklank. kasteel. Grote delen van het terrein van de Het vormde wel een van de aanleidingen om, hoofdburcht werden binnen de omgrachting bijna vijfenzeventig jaar na de opgravingen, de ontgraven, waarbij tal van muur­ en funderings­ velddocumentatie tevoorschijn te halen en resten, uitbraaksporen, water­ en beerputen, opnieuw te bestuderen. Analyse van de opgra­ afvoergoten, houten palen, vloer­ en ophogings­ vingstekeningen leert dat de door Renaud gepu­ lagen en natuurlijke lagen aan het licht kwamen. bliceerde plategrond van het kasteel op kelder­ Ook het terrein van de voorburcht werd gedeel­ niveau op een aantal punten niet correct is. Zo telijk vrij gelegd. Hier werden eveneens tal van zijn er veel meer gebouwsporen en andere muurresten opgetekend. De grachten zijn niet resten gevonden dan Renaud in zijn reconstruc­ door hem onderzocht. ties van de bouwgeschiedenis afeeldt en in zijn Renaud heef de resultaten van zijn onderzoek publicaties noemt. Daarnaast heef hij op rond de kasteelruïne nooit integraal uitgewerkt sommige plaatsen muurwerk getekend waar en gepubliceerd. Wel scheef hij enkele artikelen alleen funderingsresten of uitbraaksporen zijn over Duurstede, waarin hij de belangrijkste gevonden en sporen van muurwerk aangevuld, onderzoeksresultaten presenteerde, waaronder zonder dit te vermelden of verklaren. Ook de plategronden van het muurwerk op kelderni­ door hem veronderstelde bouwdatum van de veau. Hij maakte op basis hiervan een recon­ donjon moet op basis van de archeologische en structie van de bouwgeschiedenis van het bouwhistorische gegevens worden bijgesteld. kasteel en onderscheidde hierin vier bouwfasen. De toren moet ongeveer 50 jaar eerder zijn In eerste instantie bestond Duurstede volgens gebouwd dan Renaud veronderstelde: niet in hem uit een solitaire bakstenen donjon op de 1260­1270, maar in de periode 1220­1240. In hoofdburcht. Hij dateert de bouw hiervan op eerste instantie (periode I) stond de donjon op basis van de geschreven bronnen in de periode de hoek van een rechthoekig terrein van 33,5 bij 1260­1270 en merkt Zweder I van Zuylen van 44 m. Een voorburcht was er in deze fase nog Abcoude als bouwheer aan. In de periode tussen niet. De excentrische plaatsing van de donjon op de late dertiende en het midden van de het terrein leidt tot de vraag of de bouwheer vijfiende eeuw werd Duurstede door de heren vanaf het begin het plan had om een vierkant van Zuylen van Abcoude in twee fasen kasteel te bouwen. Bouwkundige sporen, in de uitgebreid tot een vrijwel vierkant kasteel met vorm van staande tanden in het metselwerk van ronde hoektorens en een iets buiten de de buitenmuren of aanzeten in de fundering, schildmuur uitstekend poortgebouw aan de ontbreken, zodat we dit niet met zekerheid zuidoostzijde. Nadat kasteel Duurstede in 1459 kunnen stellen. Aangenomen mag worden dat in handen was gekomen van de bisschop van de donjon is gebouwd door een lid van het Utrecht werd het ingrijpend verbouwd en geslacht Van Zuylen. Mogelijk kan de in 1240 in verfraaid, met name door de stiefroers David oorkonden genoemde Gijsbrecht I van Zuylen als en Philips van Bourgondië. Delen van de bouwheer van de donjon worden aangemerkt. schildmuur werden vervangen, verhoogd en Leden van deze uit de omgeving van Kleef voorzien van grote ramen. Tevens werden het afomstige adellijke familie vestigden zich in de poortgebouw en de hoektorens aangepast. Met vroege dertiende eeuw in het Sticht. De familie name de noordwestelijke hoektoren onderging van Zuylen lijkt met name in Wijk bij Duurstede een grote gedaanteverwisseling. Deze toren een sterke machtspositie hebben weten op te werd naar Bourgondisch model aangepast. Het bouwen. Ze begonnen hier waarschijnlijk als muurwerk werd verzwaard en verhoogd en de meiers van het domein van de abdij van Deutz toren kreeg een weergang op hardstenen tegenover Keulen, maar ontplooiden zich na consoles en schietgaten in de vorm van een verloop van tijd de facto als eigenaren van dit omgekeerd sleutelgat. Aan de binnenzijde van domeingoed en eigenden zich de daaraan de schilmuur verrezen enkele nieuwe vleugels en verbonden rechten toe. Vanuit Wijk bij een kapel. Deze reconstructie van de bouwge­ Duurstede hebben zij macht en invloed in 5 — andere delen van het Sticht en aangrenzende voorburcht aangelegd. Op de voorburcht territoria verkregen, onder andere door een stra­ bevonden zich, afgaande op latere teksten en tegische huwelijkspolitiek. Zo werden goederen afeeldingen, verschillende gebouwen met in de omgeving van Abcoude, de heerlijkheid talloze kamers, zoals een schrijfamer, Puten en Strijen en in Brabant verworven. De raadkamer, verblijven voor personeel, paarden­ familie had vele zijtakken en bezat een groot stallen en voorraadzolders. Of deze gebouwen aantal goederen, waaronder een dozijn kastelen, ook al in de tweede bouwfase aanwezig waren is en verschillende rechten. onduidelijk. Renaud heef de bebouwing op de De oudste bouwfase van Duurstede is vergelijk­ voorburcht niet onderzocht. Hij heef alleen een baar met die van enkele contemporaine kastelen gedeelte van de gracht en de ommuring vrij in Zuid­Holland. Ook bij deze kastelen is sprake gelegd. Deze tweede bouwfase dateert uit het van een excentriek geplaatste donjon op een laatste kwart van de dertiende eeuw of het begin groot omgracht terrein. Bij één van de Zuid­ van de veertiende eeuw. Hollandse voorbeelden bevonden er zich In de derde bouwfase (periode III) werd de behalve de donjon nog enkele andere gebouwen transformatie tot een vierkant kasteel met op het omgrachte terrein: een op de donjon hoektorens voltooid. Aan de noordoost­ en aansluitende zaalbouw en een zaalbouw zuidoostzijde werden nieuwe stukken muur tegenover de donjon. Bij een ander kasteel opgetrokken, waardoor de donjon geheel wijzen staande tanden in het metselwerk dat het binnen de schildmuur kwam te staan. Aan de vanaf het begin de bedoeling was een groter noordwestzijde sloot het nieuwe muurstuk aan kasteel te bouwen. Bij Duurstede is het niet op het bestaande noordwestelijke deel van de duidelijk of er zich meerdere gebouwen op het schildmuur. De oostelijke schildmuur werd een omgrachte terrein bevonden. Bouwsporen of aantal meters naar buiten verplaatst en aan de archeologische resten die hierop zouden kunnen westzijde aangesloten op de bestaande wijzen ontbreken. Vanwege het ontbreken van schilmuur. In het midden van de nieuwe een voorbucht in deze fase lijkt dit wel aanne­ oostelijke schildmuur werd een nieuw poortge­ melijk. De donjon was uitgerust met alle bouw opgetrokken dat aansloot op de donjon. elementen noodzakelijk voor (permanente) De vier hoeken werden voorzien van ronde bewoning, maar zal niet erg comfortabel zijn torens van variabele groote. Deze verbouwing geweest. Waarschijnlijk bevonden zich op het moet in de periode 1400­1450 worden terrein een of meerdere gebouwen met een resi­ gedateerd. Deze bouwfasen kunnen in het licht dentiële of verzorgende functie. Dat Renaud bij worden gezien van de verdere machtsont­ de opgravingen geen sporen van dergelijke plooiing van de familie Van Zuylen van Abcoude gebouwen heef gevonden, kan het gevolg zij in het Sticht en Wijk bij Duurstede in het dat deze minder zwaar waren gefundeerd of in bijzonder.
Recommended publications
  • Australia's First Criminal Prosecutions in 1629
    Australia’s First Criminal Prosecutions in 1629 Rupert Gerritsen Batavia Online Publishing Australia’s First Criminal Prosecutions in 1629 Batavia Online Publishing Canberra, Australia http://rupertgerritsen.tripod.com Published by Batavia Online Publishing 2011 Copyright © Rupert Gerritsen National Library of Australia Cataloguing-in-Publication Data Author: Gerritsen, Rupert, 1953- Title: Australia’s First Criminal Prosecutions in 1629 ISBN: 978-0-9872141-2-6 (pbk.) Notes: Includes bibliographic references Subjects: Batavia (Ship) Prosecution--Western Australia--Houtman Abrolhos Island.s Mutiny--Western Australia--Houtman Abrolhos Islands--History. Houtman Abrolhos Islands (W.A.) --History. Dewey Number: 345.941025 CONTENTS Introduction 1 The Batavia Mutiny 1 The Judicial Context 5 Judicial Proceedings Following 7 The Mutiny The Trials 9 The Executions 11 Other Legal Proceedings and Issues - 12 Their Outcomes and Implications Bibliography 16 Notes 19 Australia’s First Criminal Prosecutions in 1629 Rupert Gerritsen Introduction The first criminal proceedings in Australian history are usually identified as being the prosecution of Samuel Barsley, or Barsby, Thomas Hill and William Cole in the newly-established colony of New South Wales on 11 February 1788. Barsley was accused of abusing Benjamin Cook, Drum-Major in the marines, and striking John West, a drummer in the marines. It was alleged Hill had stolen bread valued at twopence, while Cole was charged with stealing two deal planks valued at ten pence. The men appeared before the Court of Criminal Judicature, the bench being made up of Judge-Advocate Collins and a number of naval and military officers - Captains Hunter, Meredith and Shea, and Lieutenants Ball, Bradley and Creswell.1,2 However, the first criminal prosecutions to take place on what is now Australian soil actually occurred in more dramatic circumstances in 1629.
    [Show full text]
  • 'Verlos Ons Van De Noormannen!'
    HOOFDSTUK 7 ’VERLOS ONS VAN DE NOORMANNEN!’ Lesbeschrijving Doel De leerlingen weten van de verwoestingen door de Noormannen; De leerlingen kennen de betekenis van Ansgar. Aantal lessen 5 Lesonderdelen Vertelling 1. De Vikingen 2. De wolvenjacht 3. De wolvenjacht (vervolg; facultatief) Leestekst De Noormannen overvallen Dorestad Leerlingenboek De Noormannen Verwerking Repetitie Vertelling 1 DE VIKINGEN De dag na de verwoesting van Stavoren hangt er in de vroege ochtend een dichte ne- vel over het Almere. De Vikingschepen zijn daardoor bijna onzichtbaar geworden. En- kele krijgers staan op wacht. De meesten echter liggen nog in hun slaapzakken in een tent of ergens op een van de drakenschepen. Gisteren hadden ze tot laat in de avond feest gevierd. Na al die dagen van zeilen en roeien op de Noordzee en het Almere, èn het verwoesten van Stavoren hadden ze dat best verdiend! Thorwald ligt in een tent en is nog in diepe slaap. Hij had flink gevochten. Toen hij onverwachts tegenover twee forse Friezen had gestaan, had hij er één met zijn zwaard neergeslagen. De ander, die ook een zwaard had, had hem daarna vlak bij zijn linkeroog een flinke houw gegeven. Gelukkig had de neusbeschermer de slag voor het grootste deel kunnen opvangen, maar de helm was daarbij van zijn hoofd getuimeld. Bliksemsnel had de Fries voor de tweede keer toegeslagen, maar Thorwalds byrnie had de slag opgevangen. Daarna had Thorwald de aanvaller zó goed getroffen dat hij helemaal was uitgeschakeld. Thorwald had zijn helm weer opgeraapt, maar omdat de neusbeschermer erg verbogen was had hij hem op het slagveld moeten achterlaten.
    [Show full text]
  • World War Ii in Holland and Its Colonies As Seen Through Mail Categories
    THE PAPER TRAIL WORLD WAR II IN HOLLAND AND ITS COLONIES AS SEEN THROUGH MAIL CATEGORIES PRELUDE TO WAR IN HOLLAND DOMESTIC MAIL SEVERED INTERNATIONAL CONNECTIONS DELAYED DELIVERY MAIL AFFECTED BY REGULATIONS CAMPS ROLE OF THE RED CROSS LIBERATION DANZIG POST OFFICE PERSONNEL BEING LED AWAY KÖNIGSBERG: GERMANY’S EARLIEST CENSORSHIP OFFICE OF WORLD WAR II HOLLAND TO POLAND: AUGUST 31, 1939 RETURN (TO) SENDER/MAIL CONNECTION WITH POLAND TEMPORARILY/NOT POSSIBLE BECAUSE OF GERMANY’S ATTACK ON SEPTEMBER 1 “VACATION IN PEACEFUL FATHERLAND” MAY 10, 1940 – 10 AM STILL DELIVERED MAY 12, 1940 – 4 PM RETURNED TO SENDER ROTTERDAM POST OFFICE AFTER THE BOMBING ON MAY 14, 1940 SEVERED CONNECTION TO USA AMSTERDAM TO NEW YORK: MAY 9, 11 PM, 1940 RETURN SENDER/POSTAL CONNECTION WITH/FOREIGN COUNTRIES TEMPORARILY/SEVERED KLM FLIGHTS HALTED JERUSALEM TO AMSTERDAM MAY 10, 1940 CHINA – THE HAGUE ARRIVAL NAPLES BY PLANE MAY 10,1940 - INVASION HALTS TRAIN DELIVERY TO HOLLAND - FORWARDED TO ENGLAND BY AIR - RETURNED TO CHINA BY SURFACE MAIL LAST PRE FALL GELB FLIGHT FROM THE INDIES TO NAPLES DC 3 EMOE BANDUNG - LEIDEN APRIL 29, 1940 MAY 4, 1940: ARRIVAL NAPLES POST FALL GELB MAIL RETURNED TO SENDER MOSCOW – MEDAN/SUMATRA: MAY 5, 1940 VIA HAMIATA AIRLINES ALMA ATA/USSR – HAMI/CHINA HORSESHOE ROUTE CREATED JUNE 19, 1940 SHIP DURBAN – U.K. JUNE 28, 1940 BATAVIA – U.K. VIA DURBAN TRANS-SIBERIAN RAILROAD CONNECTION AMSTERDAM: JUNE 22, 1940 BATAVIA: MAY 25, 1941 THEN ROUTED TO NEW YORK PAN AM’S LAST COMPLETED TRANS-PACIFIC ROUND TRIP ‘CHINA CLIPPER’ NEW YORK: NOVEMBER 13, 1941 SAN FRANCISCO: NOVEMBER 19 SINGAPORE: NOVEMBER 29 BATAVIA: DECEMBER 4 SAN FRANCISCO: DECEMBER 6 MORNING OF DECEMBER 7, 1941 BREAKFAST ON THE ‘ANZAC CLIPPER’ ENROUTE TO A STOP IN HONOLULU 40 MINUTES TO PEARL COOK UNDERCOVER POSTBOX 264 LONDON: FREE DUTCH AIR FORCE LONDON APRIL 28, 1941 SHIP-CENSORED U.K.
    [Show full text]
  • De Regionale Leefstijlatlas Dagrecreatie Regio Arnhem / Nijmegen
    De regionale leefstijlatlas dagrecreatie Regio Arnhem / Nijmegen recreantenatlas regio Arnhem / Nijmegen 1 Colofon Dit rapport is samengesteld door The SmartAgent Company in opdracht van het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme. De gegevens in het rapport zijn gebaseerd op de resultaten uit het Gastvrij Nederland doelgroepenonderzoek Dagrecreatie en de SmartGIS® geografische database van SmartAgent. recreantenatlas regio Arnhem / Nijmegen 2 Inhoudsopgave • Voorwoord p. 5 • Deel 1: De achtergronden bij de leefstijlprofielen p. 7 – De recreantendoelgroepen voor de regio Arnhem / Nijmegen p. 8 – Leefstijlsegmentatie op basis van het BSR® model p. 11 • Deel 2: De leefstijlprofielen van de inwoners in de regio Arnhem / Nijmegen p. 30 – De informatie in deze atlas p. 31 – De regio Arnhem / Nijmegen p. 32 – De profielbeschrijvingen in detail p. 36 • Gemeente Arnhem p. 38 • Gemeente Beuningen p. 45 • Gemeente Doesburg p. 52 • Gemeente Duiven p. 59 • Gemeente Groesbeek p. 66 • Gemeente Heumen p. 73 • Gemeente Lingewaard p. 80 • Gemeente Millingen aan de Rijn / Ubbergen p. 87 • Gemeente Nijmegen p. 94 • Gemeente Overbetuwe p. 101 • Gemeente Renkum p. 108 • Gemeente Rheden / Rozendaal p. 115 • Gemeente Rijnwaarden p. 122 • Gemeente Westervoort p. 129 • Gemeente Wijchen p. 136 • Gemeente Zevenaar p. 143 recreantenatlas regio Arnhem / Nijmegen 3 Inhoudsopgave • Deel 3: Communicatie met de doelgroep p. 150 – Communicatie p. 151 – De vier hoofdrichtingen voor het toeristisch recreatieve aanbod p. 152 – Communicatie per doelgroep p. 154 • Bijlage p. 158 – Legenda bij de factsheets van de gemeenten p. 159 – Onderzoeksverantwoording p. 163 recreantenatlas regio Arnhem / Nijmegen 4 Recreanten in de regio Arnhem / Nijmegen Voorwoord • De regio Arnhem / Nijmegen bestaat uit 7 deelregio‟s: Veluwezoom, Arnhem, Nijmegen stad, Land van Maas en Waal, Rijk van Nijmegen, Betuwe, Gelderse Poort, Liemers.
    [Show full text]
  • Rotterdam University of Applied Sciences Muh Aris Marfai, Gadjah Mada University, Yogyakarta
    Connecting Delta Cities COASTAL CITIES, FLOOD RISK MANAGEMENT AND ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE Connecting Delta Cities Jeroen Aerts, VU University Amsterdam David C. Major, Columbia University Malcolm J. Bowman, State University of New York, Stony Brook Piet Dircke, Rotterdam University of Applied Sciences Muh Aris Marfai, Gadjah Mada University, Yogyakarta COASTAL CITIES, FLOOD RISK MANAGEMENT AND ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE Authors Acknowledgements Jeroen Aerts, David C. Major, Malcolm J. Bowman, We gratefully acknowledge the generous support and Piet Dircke, Muh Aris Marfai participation of Adam Freed (City of New York), Aisa Tobing (Jakarta Governor’s Office), Raymund Kemur Contributing authors (Ministry of Spatial Planning, Indonesia) and Arnoud Abidin, H.Z., Ward, P., Botzen, W., Bannink, B.A., Molenaar (City of Rotterdam). We thank the City of Lon- Nickson, A., Reeder, T. don, Alex Nickson, Tim Reeder of the UK Environment Agency, Robert Muir-Wood and Hans Peter Plag for their Sponsors participation and support. We furthermore thank Florrie This book is sponsored by the City of Rotterdam, de Pater of the Knowledge for Climate program for her and Rotterdam Climate Proof and the Dutch research support on communication aspects, Mr Scott Sullivan program for Climate (KvK). The Connecting Delta Cities and his staff of Stony Brook University for providing faci- network has been addressed as a joint action under lities and assistance at the Manhattan campus, Cynthia the Clinton C40 initiative. For more information on Rosenzweig and colleagues at Columbia and NASA GISS these initiatives and their relation to Connecting for information and participation, Klaus Jacobs of Colum- Delta Cities, please see: bia University, William Solecki of Hunter College and Colophon www.deltacities.com.
    [Show full text]
  • Provenance Determination of Silver Artefacts from the 1629 VOC Wreck Batavia Using LA-ICP-MS
    Journal of Archaeological Science: Reports 9 (2016) 536–542 Contents lists available at ScienceDirect Journal of Archaeological Science: Reports journal homepage: www.elsevier.com/locate/jasrep Provenance determination of silver artefacts from the 1629 VOC wreck Batavia using LA-ICP-MS Liesel Gentelli Centre for Microscopy, Characterisation and Analysis, The University of Western Australia, M010, 35 Stirling Highway, Crawley, WA 6009, Australia article info abstract Article history: Silver artefacts from the shipwreck Batavia, known to have been made on commission by the Dutch East India Received 6 April 2016 Company in 1627–1628 for trade in the Dutch East Indies, were analysed using LA-ICP-MS for trace elemental Received in revised form 15 August 2016 composition. The results were compared to a database of trace elemental compositions of Spanish, Spanish Amer- Accepted 19 August 2016 ican and other European silver coins of known provenance. At the time Spain, which controlled the vast majority Available online xxxx of world silver, was at war with the United Netherlands, and was enforcing a trade embargo, severely limiting the supplies of precious metals accessible by the Dutch. Based on their trace elemental composition, the Batavia silver Keywords: Silver artefacts were found to have been most similar to silver known to have originated in Germany and silver that LA-ICP-MS reached the Dutch indirectly from Spain. These results shed light on the movement of silver as a commodity Trace elemental analysis throughout the world during a unique time in history. Provenance © 2016 The Author. Published by Elsevier Ltd. This is an open access article under the CC BY-NC-ND license VOC (http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/4.0/).
    [Show full text]
  • De Regionale Leefstijlatlas Dagrecreatie Regio Rivierenland
    De regionale leefstijlatlas dagrecreatie Regio Rivierenland recreantenatlas regio Rivierenland 1 Colofon Dit rapport is samengesteld door The SmartAgent Company in opdracht van het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme. De gegevens in het rapport zijn gebaseerd op de resultaten uit het Gastvrij Nederland doelgroepenonderzoek Dagrecreatie en de SmartGIS® geografische database van SmartAgent. recreantenatlas regio Rivierenland 2 Inhoudsopgave • Voorwoord p. 4 • Deel 1: De achtergronden bij de leefstijlprofielen p. 6 – De recreantendoelgroepen voor de regio Rivierenland p. 7 – Leefstijlsegmentatie op basis van het BSR® model p. 10 • Deel 2: De leefstijlprofielen van de inwoners in de regio Rivierenland p. 29 – De informatie in deze atlas p. 30 – De regio Rivierenland p. 31 – De profielbeschrijvingen in detail p. 35 • Gemeente Buren p. 37 • Gemeente Culemborg p. 44 • Gemeente Druten p. 51 • Gemeente Geldermalsen p. 58 • Gemeente Neder-Betuwe p. 65 • Gemeente Zaltbommel p. 72 • Gemeente Lingewaal p. 79 • Gemeente Maasdriel p. 86 • Gemeente Neerijnen p. 93 • Gemeente Tiel p. 100 • Gemeente West Maas en Waal p. 107 • Deel 3: Communicatie met de doelgroep p. 114 – Communicatie p. 115 – De vier hoofdrichtingen voor het toeristisch recreatieve aanbod p. 116 – Communicatie per doelgroep p. 118 • Bijlage p. 122 – Legenda bij de factsheets van de gemeenten p. 123 – Onderzoeksverantwoording p. 127 recreantenatlas regio Rivierenland 3 Recreanten in de regio Rivierenland Voorwoord • De regio Rivierenland is gelegen in het westelijk deel van de provincie Gelderland; het gebied dat gelegen is tussen de Rivieren Maas en Neder Rijn, van het Oosten bij de brug van Ewijk (A15) tot Gorinchem gelegen in het Westen. Rivierenland is verdeeld onder 3 toeristische deelregio‟s: de Betuwe, Land van Maas en Waal en de Bommelerwaard.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/196015 Please be advised that this information was generated on 2021-09-30 and may be subject to change. [3] christiaan van bochove From Nijmegen to Asia in the eighteenth century 118 Introduction1 In his rich oeuvre Theo Engelen has studied many aspects of the demo- graphic developments that characterized the Netherlands. To better understand how local historical circumstances influenced the demo- graphics of large groups of people, he did what has become increasingly common among historians, namely, making comparisons with Asia. Sur- prisingly, however, Theo has not – or perhaps not yet? – studied the many people responsible for connecting these two parts of the globe during the seventeenth and eighteenth centuries. Perhaps this could be explained by the fact that his work focused predominantly on the nineteenth and twen- tieth centuries and that he has therefore overlooked – or saved for his re- tirement? – the rich sources that would make such an analysis possible. The sources in question are the ship’s pay ledgers scheepssoldijboeken( ) of the Dutch East India Company (hereafter, Company orvoc ), which con- tain information on each ship that sailed to Asia and the employees who were on board.2 This chapter follows in the footsteps of those who left Nijmegen – the town where Theo spent his entire academic career – and
    [Show full text]
  • Historical Geography of the South-Vallei and Middle Betuwe
    Boniface in the Betuwe and the Vallei Christopher Rigg Local geography governed the movements of the missionaries who brought Christianity from Britannia to the northern Netherlands between about 680 and 760. The area of the Netherlands where their work was concentrated lies along the border between the modern provinces of Utrecht and Guelderland. That border follows a low-lying north-south valley, the Vallei or Guelder Vallei. To the south lies the flood-plain of the Rhine and the Meuse called the *Betuwe,1 part of Guelderland. It was known to the Romans as Batavia. Before the construction of dikes from about 1250, there was a network of channels. Each farm, church or other building was set on an artificial mound called terp or woerd. The centre of the missionaries' work was below the town of *Rhenen, which stands at the south-east point of the *Utrecht Hill Ridge overlooking the area where *Dorestad and *Trecht stood in the flood plain until both were destroyed by a severe flood in 1134.2 From the 4th/5th Century till 718, Rhenen was capital of the prosperous Kingdom of the *Frisiani.3 It traded with England, Denmark and Cologne. In 944 (g85 u106), it was the scene of the imperial council (rijksdag/Reichstag) of Otto the Great (912–973). By contrast, *Utrecht was uninhabited after the Romans departed until about 870.4 It lies 38 km north-west of Rhenen on the Utrecht Old Rhine, which ran north-west to the sea at Zandvoort west of Leyden (North Holland). That branch separates from the larger Lek at Wijk bij Duurstede 19 km west of Trecht and Dorestad.
    [Show full text]
  • Nijmegen Colofon
    Een stedelijk ensemble als scharnier in de stad STEDENBOUWKUNDIG PLAN & BEELDKWALITEITSPLAN DIJKKWARTIER OOST CONCEPT Nijmegen Colofon Stedenbouwkundig plan en Beeldkwaliteitsplan Dijkkwartier Oost Gemeente Nijmegen Opdrachtgever: Ontwikkelbedrijf Waalfront Datum: 30 oktober 2018 Ons kenmerk: 170305 adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling correspondentie SAB Postbus 479 6800 AL Arnhem T: 026 357 69 11 E: [email protected] www.sab.nl bezoekadres Arnhem Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem bezoekadres Amsterdam Jacob Bontiusplaats 9 1018 LL Amsterdam Stedenbouwkundig plan en Beeldkwaliteitsplan Dijkkwartier Oost - Nijmegen 2 INHOUD 1 INLEIDING pagina 5 1.1 Aanleiding 1.2 Stedenbouwkundig- en beeldkwaliteitsplan Dijkkwartier Oost 1.3 Leeswijzer 2 ANALYSE pagina 8 2.1 Historische ontwikkeling 2.2 Verkeer 2.3 Water en groen 2.4 Ruimtelijke structuur en hoogteaccenten 2.5 Ontwikkelingen in de omgeving 2.6 Conclusie 3 STEDENBOUWKUNDIG PLAN pagina 23 3.1 Ensembles rond de Waalhaven 3.2 Stedenbouwkundige principes 3.3 Voorbeelduitwerking 3.4 Programma en parkeren 4 BEELDKWALITEITSPLAN pagina 30 4.1 Algemeen streefbeeld 4.2 Laan van Oost Indië 4.3 Waalhaven 4.4 De toren 4.5 Binnentuin 4.6 Dakvlakken 4.7 Parkeren en andere voorzieningen Stedenbouwkundig plan en Beeldkwaliteitsplan Dijkkwartier Oost - Nijmegen 3 1 4 INLEIDING 1.1 Aanleiding Al ruim tien jaar maakt het Ontwikkelbedrijf Waalfront plannen voor Een van deze deelgebieden, die binnenkort tot woningbouwlocatie met de transformatie van het verlaten industriegebied ten westen van het maximaal 375 appartementen ontwikkeld zal worden, is Dijkkwartier centrum van Nijmegen naar een levendige stadswijk met circa 2600 Oost. De locatie is fantastisch gelegen aan de dijk en de Waalhaven woningen en voorzieningen: het Waalfront.
    [Show full text]
  • History of Batavia 1801 to 2015
    HISTORY OF BATAVIA 1801 TO 2015 Larry Dana Barnes Batavia City Historian 2015 Dedication This book is dedicated to future Batavians who may read this publication years into the future. May they find it both interesting and useful. Author . Larry Dana Barnes is the current historian for the City of Batavia, New. York, a position . mandated by State law. Bom on October 19, 1940 in Dansville; New York, he grew up in . Jamestown. He is a graduate of Jamestown High School,Jamestown Community College, Harpur College, State University of Iowa, and, most recently, Genesee Community College. The author taught courses in psychology while serving on the faculty of Mohawk Valley Community College in Utica, New York from 1966 to 1968 and then at Genesee Community College from· 1968 until his retirement in 2005. After earning an associate's degree from G.C.C.; he also taught courses in industrial model-making. Although formally educated primarily in the field of psychology, the author had along-term interest in history prior to being appointed as the Batavia City Historian in 2008. In addition to being the City Historian, he has served as President of the landmark Society of Genesee County, is a member of the Batavia Historic Preservation Commission, and works as a volunteer in the Genesee County History Department. He also belongs to the Genesee County Historians . Association, Government Appointed Historians of Western New York, and the Association of Public Historians of New York State. The author is married to. Jerianne Louise Barnes, his wife ofSO years and a retired public school librarian who operated a genealogical research service prior to herretirement.
    [Show full text]
  • People, Place, and Power in Tacitus' Germany
    People, Place, and Power in Tacitus’ Germany Leen Van Broeck Thesis submitted for the Degree of Doctor of Philosophy in Classics Royal Holloway, University of London 1 Declaration of Authorship I, Leen Van Broeck, hereby declare that this thesis and the work presented in it is entirely my own. Where I have consulted the work of others, this is always clearly stated. Signed: Date: Wednesday 20 December 2017 2 Abstract This thesis analyses Tacitus' account of Germany and the Germans through a re- reading of all passages in the Tacitean corpus set in Germany. The focus is on the nature of power exerted in spaces and by spaces. The aim is to uncover the spatial themes within Tacitus’ work and offer new perspectives on his treatment of space and power. Throughout, I see landscape as a powerful influence on those who inhabit it. That landscape can be managed and altered, but is resistant to imperial power. Chapter one discusses the limits of violent Roman repression in overcoming the landscapes and people of Germany during the Batavian revolt. Chapter two demonstrates that the revolt’s ultimate demise can be located in Rome’s undermining of the unity of purpose and identity of the alliance created by Civilis. Chapter three traces lexical and thematic similarities in the discourses of Roman mutineers on the Rhine in AD14 and the German rebels of AD69-70, suggesting Tacitus – through repetition – sees imperial power as inevitably producing certain forms of resistance that are replicated in a variety of instances and circumstances, whatever the identities involved. Chapter four evaluates Germanicus’ campaigns in Germany as assertions of power and identity through extreme violence.
    [Show full text]