Rooise Streken 13: Met een boterham in de hand de dood tegemoet

Geraadpleegde literatuur en gebruikte bronnen

www.ww2marketgarden.com Website (in het Engels) waarin operatie Market Garden van dag tot dag wordt beschreven. Er staan ook veel foto’s op. http://ww2f.comnew-member-forum/20687-new-member.html Website waarop geïnteresseerden in de Tweede Wereldoorlog nieuwtjes uitwisselen. Via deze website is het contact tussen Jan Hulsen en Dee Wright tot stand gekomen. http://www.battledetective.com/Nichols_JAN_27_2012.html Engelstalige website waarop de geschiedenis van de plaquette op de zijgevel van het voormalige raadhuis aan de Markt beschreven wordt. Ook staat er een korte biografie op van de personen die op de plaquette staan. https://www.tracesofwar.nl/sights/40974/ Site met informatie over en foto’s van het voormalige Amerikaanse oorlogskerkhof Wolfswinkel. www.Senior-Rooii Artikel van Tonnie Donkers, hkk De Oude Vrijheid over de begraafplaats op Wolfwinkel: ‘oorlogsbegraafplaats in Nijnsel’, Augustus 2019.

Leonard Rappart en Arthur Northwood Jr. Rendezvous With Destiny, A History of The 101st Airborne Division, 1948 Boek uitgegeven door de 101st Airborne Division Association. In die boek wordt zeer gedetailleerd de geschiedenis van de divisie tijdens de Tweede Wereldoorlog beschreven.

Heemkundige Kring ‘De Oude Vrijheid’ Diverse artikelen in Heemschild, meestal n.a.v een herdenking van Market Garden en/of de bevrijding.

Airborne koerier 1984, uitgave ter herdenking van de 40 jarige bevrijding van de Brabantse Corridor in september 1944, pag. 7. Het artikel ‘Gierenpaag’ en verhaalt over Duitse gesneuvelden die geen veldgraf kregen.

1

Archiefstuk getiteld: Provincie: N.D. Brabant, 81 (bron Tonnie Donkers) Provinciale gravenlijst van de militaire begraafplaats Wolfswinkel. De lijst is gebaseerd op een inventarisatie van de gemeente Son.

Archiefstuk getiteld: Provincie: N.D. Brabant, 79. Sint Oedenrode (bron Tonnie Donkers) Lijst van geallieerde graven en veldgraven (met de namen van de gesneuvelden en de locaties) in Sint-Oedenrode.

Diversen en foto’s

Wapens Volgens Dirk Paagman, een historicus gespecialiseerd in wapens tijdens WOI en WOII en de persoon die onlangs een boek over de bevrijding van heeft geschreven, gebruikten de Airbornes als handvuurwapens de M1 Garant, de Thomson machinegun als pistoolmitrailleur en de karabijn. Tevens soms de Greasegun als 2e machinegun. Verder ook het .30 Browning machinegeweer, een pistool en een Airborne mes en bajonet. De meeste officieren droegen een pistool (de bekende Colt) en de lichte karabijn, de Airbornes hadden namelijk een aangepaste karabijn met een inklapbare kolf. Deze kon je makkelijk meenemen als men gedropt werd. Maar de munitie was licht, dus voor echte vuurkracht vertrouwden de meeste soldaten op de betrouwbare M1 Garant; op gasdruk met 8 patronen. Het was een zwaar kaliber en zeer geliefd wapen. Dat was ook de Thompson, hoewel dat een wat lichter kaliber wapen was. De Airbornes sprongen met tot wel 45 kilogram aan materiaal omdat ze natuurlijk op zichzelf waren aangewezen. Naast de wapens waren dat ook de rantsoenen, persoonlijke spullen, toiletspullen etc.

Sterfdatum Pete G. Valencia Er worden verschillende data gegeven voor de sterfdatum van Pete Valencia. - Piet Foolen weet niet zeker meer of het op 19 of 20 september 1944 was dat Pete sneuvelde. Op de provinciale inventarislijst (provincie Noord-Brabant) die weer gebaseerd is op de gegevens die de gemeente Son aanleverde in 1945 of 1946 staat dat hij op 20 september gestorven is. Deze datum is hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op hetgeen op het graf stond (U.S. Military Cemetery Son). De gedenksteen in het Nationaal Bevrijdingsmuseum in Groesbeek, waarop zijn naam staat houdt ook 20 september aan. 20 September is ook de datum die in het boek ‘Rendez-vous with Destiny ,A history of the 101st Airborne Division’ staat. Hierin wordt de officiële geschiedenis van de 101e Airborne Divisie geschreven. Pete wordt hier genoemd in de Honor Roll op pagina 808 als gesneuvelde. Maar op zijn graf in Los Angeles staat 19 september. Beide data kunnen in principe in aanmerking komen want in Rooi was er op beide dagen

2 sprake van gevechten en ook ongeveer op die plaats tussen de Amerikanen en de Duitsers. De datum 20 september heeft een lichte voorkeur want dit heeft waarschijnlijk op zijn eerste graf gestaan en wordt ook als datum genoemd in de erelijst van gesneuvelden in ‘Rendez-vous with Destiny’ dat is uitgegeven door de 101st Airborne Division Association zelf.

Op de gedenksteen in het Nationaal Bevrijdingsmuseum te Groesbeek staat dat Pete Valencia op 20 september 1944 gesneuveld is

Geschiedenis van de 101th Airborne Division De 101th Airborne Division werd opgericht in 1942. Ze is gestationeerd in Fort Campbell Kentucky. Haar bijnaam is de Screaming Eagles. In de Tweede Wereldoorlog is de divisie na haar optreden in Normandië in juli teruggekeerd naar Engeland om in september 1944 deel te nemen aan Market Garden. In oktober wordt zij, om op adem te komen, gestationeerd in Noord- Frankrijk in het plaatsje Mourmellon (in de buurt van Reims). Toen de Duitsers hun Ardennenoffensief begonnen in december 1944 werd zij ingezet (geen dropping) bij de verdediging van Bastogne. De divisie werd hier beroemd vanwege het ‘NUTS-incident’. Toen de Amerikanen bij Bastogne omsingeld waren stelden de Duitsers hen een ultimatum zich over te geven. Het antwoord van brigadegeneraal McAuliffe was kort maar krachtig: “NUTS”. De divisie hield vol tot ze ontzet werden. Later is zij nog Duitsland ingetrokken. De divisie heeft een concentratiekamp bevrijd en heeft het adelaarsnest van Hitler in Berchtesgaden (Beieren) bezet. Na de oorlog heeft de 101th Airborne Division vanaf 1967 deelgenomen aan de Vietnamoorlog en in 1991 aan de Eerste Golfoorlog. Ze is ook ingezet in Irak en Afghanistan. De divisie heeft tot slot ook deelgenomen aan een vijftal vredesmissies: Rwanda, Somalië, Haïti en Bosnië en de Tweede Golfoorlog..

De Screaming Eagles, bijnaam van de 101th Airborne Division

3

Structuur van het 101st Airborne Division met enkele cijfers Historicus Dirk Paagman geeft de volgende cijfers: ‘De 101st Airborne bestond uit 3 PIR’s (Parachute Infantery Regiment), het 501e, 502e en 506e. Bovendien hoorde er ook een Glider Infantery Regiment bij, het 327e. Verder waren er talloze ondersteunende eenheden (o.a. administratieve eenheid, HQ (hoofdkwartier), tankafweer). De PIR's bestonden 3 bataljons en elk bataljon weer uit 3 compagnieën: de A, B en C company. Elk company bestond uit 100 tot 125 man. Bij de PIR was er ook een HQ . Deze had ondersteunende wapens. Dus het 502e regiment dat Rooi bevrijdde bestond uit zo'n 1800 man. De hele 101e Airborne Division bestond op 17 sept uit zo'n 10.000 man.’

‘Oorlogsbegraafplaats in Nijnsel’: artikel in Senior Rooi augustus 2019 door Tonnie Donkers, heemkundige kring ‘De Oude vrijheid’ Sint-Oedenrode. Informatie over de geschiedenis van het oorlogskerkhof op Wolfswinkel en over de discussie over de correcte naam van dit kerkhof: Son, Sint-Oedenrode of – volgens Tonnie- Nijnsel. Tonnie schrijft in het artikel o.a.: veel gesneuvelden werden in eerste instantie in een veldgraf begraven: een houten kruis met een helm erop gaf aan waar het graf zich bevond. De 605th Graves Registration Quartermaster Company van de Amerikanen registreerde de dode militairen en zorgde voor hun ter aarde bestelling. De eerste 80 gesneuvelden werden, gewikkeld in parachutes, op 20 september begraven. Voor het graafwerk etc. werden Duitse krijgsgevangenen ingeschakeld. Na 5 oktober 1944 zijn er geen ter aardebestellingen meer geweest en werd het kerkhof gesloten. Omdat dit stukje Rooi parochieel bij Son hoorde is het te verklaren dat veel Sonse burgers de graven adopteerden en verzorgden. Samenwerking hierin met Sint- Oedenrode is wel geprobeerd maar nooit gelukt. Het feit dat Son officieel altijd in één adem genoemd werd met het oorlogskerkhof, zat de Rooise burgemeester niet lekker. Verontwaardigd schreef hij in juli 1945 een brief aan de Minister van Oorlog (nu Defensie) waarin hij stelde: “In verband met de Kerkelijke indeling zijn op verschillende punten in de Gemeente Son borden of richtingwijzers aangebracht, waarop o.m. voorkomt “U.S. Cemetery Son”, hetgeen niet juist is en dient te zijn “U.S. Cemetery Sint-Oedenrode”. Ook in verschillende persberichten wordt steeds de naam Son vermeld en nimmer Sint-Oedenrode.” Er is nooit een antwoord op zijn brief gekomen. Het kerkhof heeft bestaan van 19 september 1944 tot eind 1949. Toen is de grond weer teruggegeven aan K. Swinkels, de bewoner van de Waterhoef. Het werd weer in gebruik genomen als landbouwgrond. Met behulp van de gemeente Sint-Oedenrode heeft de heer Swinkels een schadeloosstelling gekregen.

Contact komt tot stand tussen Jan Hulsen en Dee Wright (nicht van Pete) Dee Wright, een nicht van Pete Valencia, schreef onder haar schuilnaam ‘Deerite1’ o.a. het volgende op de website http://ww2f.comnew-member-forum/20687-new- member.html : 13-11-2007: “I will be updating you on my uncle, PVT Pete G. Valencia. I do know before he was KIA he made three or four jumps. The first was Normandy.”

4

Een oorlogsveteraan, een zekere Steven antwoordde nog dezelfde dag: “Pete was born in 1913 in Arizona and enlisted on may 2nd, 1942 in Los Angeles.”

Jan Hulsen ontdekt dit vier jaar later en schrijft aan Deerite op 18-3-2011: “If your uncle Pete G. Valencia belongs tot he 1 st Battalion 502nd Parachute Infantry, and was KIA at 20Sept. 1944 at Sint-Oedenrode The , and he is burried at Los Angeles then please respons.” Er wordt dan contact gelegd en Jan vertelt op 24 maart 2011 dan het verhaal over Pete zoals hij dat keer op keer van zijn moeder gehoord had, aangevuld met de herinneringen van Piet Foolen. In grote lijnen is dit (ongeveer 1 pagina A4) het verhaal zoals het in het artikel in de Mooi Rooi Krant staat. Jan vermeldt ook de coördinaten van de plek waar Pete gevallen is zodat Dee het makkelijk op kan zoeken op Google Earth: 51 33’ 36.99”N, 5 27’1.24”E. De correspondentie gaat zo over en weer verder. http://www.battledetective.com/Nichols_JAN_27_2012.html Verslag van het bezoek in 2012 van Forest J. Nichols als 92 jarige paratrooper van het 502e aan Sint- Oedenrode. Hij was op 17 september gedropt in Son en een van de bevrijders van Sint- Oedenrode. ‘Jay’ was een van de initiatiefnemers voor de plaquette op de muur van het voormalige gemeentehuis aan de Markt te herinnering aan de gesneuvelde Amerikanen tijdens Market Garden bij de bevrijding van Sint-Oedenrode. Hij hoorde bij de B- company, Pete Valencia bij de First (A?) Company. Misschien verklaart dit zijn nogal felle reactie op de vraag van Piet Foolen of de naam van Pete Valencia ook niet op de plaquette moet staan.

Foutjes in de namen op de plaquette Uit de Honor Roll (erelijst gesneuvelden) in het door de 10st Airborne Division Association uitgegeven boek – het standaardwerk over deze divisie- blijkt dat Orin F.Keyes jr. niet gediend heeft in het 502e maar in het 506e regiment In een e-mail uit 2012 laat Jay (Forest J. Nichols) via contactpersoon Mia de leijer aan Jan Hulsen weten dat Louis C. See niet in Rooi is gesneuveld maar in België. Volgens dezelfde e-mail is de naam die er ten onrechte niet op staat die van 1 Lt. (eerste luitenant) Elmer G. Brining (Jay schrijft Lt. Elmer C. Brining). Hij is bij de bevrijding van Sint-Oefenrode KIA (killed in action). Dit wordt bevestigd in de Honor Roll van het boek Rendezvous with Destiny.

Heemschild september 1984 (herdenking Market Garden) pag. 53-77 Market Garden 17-21 september. Pete G. Valencia kwam neer, zie kaartje, in LZ “W”. In Heemschild wordt o.a. beschreven wat de instructies van zijn bataljon waren: “Het 1e bataljon van de 502e

5

PIR (= het bataljon van Pete G. Valencia) is geland op zondagmiddag iets na 1 uur 17 september in landingszone W. ten Noorden van Son. Volgens Taylor (= generaal Maxwell Davenport Taylor) was de afsprong bijna een oefening. Trouwens de hele landing ging prima, nauwelijks 2% verlies. Het bataljon kreeg de opdracht naar Rooi op te rukken, de Hambrug te veroveren en het dorp te bezetten (o.l.v. luitenant - kolonel Cassidy). Men was slechts licht bewapend en had geen jeeps want het zwaardere materieel zou volgens de planning pas later, op 19 september, komen. Een compagnie ging richting Best om daar de bruggen te veroveren en de rest van het regiment bleef als reserve ter plaatse en om het landingsterrein te verdedigen.”

Heemschild 1984-3, artikel ‘Memorial Day’ op Son’s dodenakker door H.M.G. Hutten. Hij schrijft naar aanleiding van de dodenherdenking (Memorial Day) op 30 mei 1948: “Voor het grootste gedeelte zullen deze paratroopers een rustplaats vinden op Amerikaanse bodem. Anderen zullen op het massakerkhof te Margraten worden bijgezet. De herinnering zal blijven, zo zei de pastoor van Breugel tijdens zijn predicatie en onze dankbaarheid zal niet verdwijnen, want er zal hier een Mariakapel worden opgericht, waarin op een marmeren steen de bevrijding van deze streken door de 101 Airborne Division gememoreerd zal worden.” Van de oprichting van een Mariakapel op Wolfswinkel is het nooit gekomen.

6

Verwijzing naar het “U.S. Military Cemetery Son”. Hier was de Rooise burgemeester het niet mee eens. Dit moest zijn “U.S. Cemetery Sint-Oedenrode”

Veldgraf voor geallieerden maar niet voor Duitsers Veel gesneuvelde geallieerden kregen in eerste instantie een veldgraf. Dit gold echter niet voor alle soldaten blijkens een artikel in de Airborne koerier. Bij hun pogingen de Corridor te doorbreken sneuvelden veel Duitsers. Zij bleven vaak onbegraven ter plekke meerdere dagen liggen. Dit leidde volgens het artikel zelfs tot een gierenplaag.

7

Een veldgraf voor de Amerikaanse gesneuvelden was een uitzondering In een e-mail aan Tonnie Donkers schrijft Antoon Verbakel, deskundige m.b.t. Market Garden in augustus 2019: “De Amerikanen van de 101e Airborne Division legden al in het begin van de Market Garden-periode op Wolfswinkel een tijdelijke militaire begraafplaats aan. In de meeste gevallen werden de gesneuvelden meteen naar deze plek gebracht. Slechts in een paar gevallen kregen US-gesneuvelden hier in de regio een veldgraf en waar dat gebeurde werden zij al na korte tijd overgebracht naar Wolfswinkel. Verder lagen er zo links en rechts nog Amerikanen, welke door burgerlijke autoriteiten ter plaatse waren begraven, zoals bemanningsleden van vliegtuigen (voorbeelden Erp, Schijndel, , Berlicum); zij werden echter al begin/medio 1946 opgegraven. Er lag daar in Wolfswinkel overigens ook een aantal Britten en een aantal Duitsers begraven. Er was wel degelijk onderscheid tussen de geallieerden; ieder land had zo zijn eigen gravendiensten. Het kwam meerdere keren voor dat gesneuvelden (Britten, Canadezen, Duitsers) door burgers werden begraven, omdat de frontlijnen nogal eens wisselden en de strijdende partijen geen gelegenheid hadden om te begraven. Ik ken enkele gevallen uit Sint-Oefenrode.”

8