<<

Onteigening in de gemeente VW

«Onteigeningswet» 1. de heer L. A. M. van , eigenaar zodanig. Met reclamant zijn sedert van de onroerende zaak met grond- oktober 1995 onderhandelingen gaan- Rijksweg 50, omlegging Son plannummer 57. de met betrekking tot de verwerving 2. de heer L. F. Coppelmans, eigenaar van de van reclamant benodigde gron- Besluit van 16 april 1997, nr. 97.001782 van de onroerende zaak met grond- den. De onderhandelingen zijn in houdende aanwijzing van onroerende plannummers 28H en 29H. afwachting van een akkoord tussen de zaken en beperkte rechten ter onteige- 3. de heer Maas, namens de heer J. P. gemeente Son en Breugel en ning ten algemenen nutte van Rulo, eigenaar van de onroerende Rijkswaterstaat inzake gelijke grond- zaken met grondplannummers 76M, prijzen door reclamant opgeschort. In Wij Beatrix, bij de gratie Gods, 77M en 78M. juni 1996 is aan reclamant een aanbod Koningin der Nederlanden, Prinses van 4. de heer A. P. J. van Erp, eigenaar van tot schadeloosstelling gedaan. De Oranje-Nassau, enz. enz. enz. de onroerende zaken met grondplan- vraagprijs van reclamant overtreft dit nummers 32J en 33J. aanbod echter in ruime mate. Beschikken bij dit besluit over het ver- 5. de heer F. L. Merks, eigenaar van de Laatstelijk is reclamant op 17 septem- zoek van de Hoofdingenieur-Directeur onroerende zaak met grondplannum- ber 1996 een schriftelijk aanbod van de Rijkswaterstaat in de directie mer 30. gedaan. Reclamant heeft dit aanbod Noord-Brabant namens de Minister van 6. de heer mr D. van Hijkoop, namens niet aanvaard. De pogingen om met Verkeer en Waterstaat, tot aanwijzing de heer J. W. M. van Lith, eigenaar van reclamant tot minnelijke overeenstem- van onroerende zaken en beperkte de onroerende zaken met grondplan- ming te komen zullen worden voortge- rechten ter onteigening ingevolge arti- nummers 22F en 23F en mevrouw M. zet. Dit overleg, dan wel het overleg kel 72a van de onteigeningswet ten van de Ven, huurster van de woning dat ingevolge artikel 17 van de ontei- behoeve van de aanleg van de weg Rooijseweg 23a te Son en Breugel. geningswet aan de gerechtelijke ontei- –Ravenstein–Arnhem– 7. de heren J. H. W. H. Op de Coul en geningsprocedure vooral zal moeten Apeldoorn–Kampen (rijksweg 50), K. Smit, namens Beton Son B.V. te Son gaan, zal wellicht alsnog tot een voor gedeelte omlegging Son, tussen de en Breugel, eigenares van de onroe- beide partijen aanvaardbare oplossing aansluiting Ekkersrijt (Werkkm. 0,000) rende zaken met grondplannummers kunnen leiden. en de grens met de gemeente St. 80-1 e 80-2. Reclamant sub 2 brengt naar voren dat Oedenrode (werkkm. 4,918), met bijko- Op 30 september 1996 werd door de hij weliswaar niet gelukkig is met de mende werken, in de gemeente Son en gemeente Son en Breugel nog een aanleg van de rijksweg A50, gedeelte Breugel. schriftelijke zienswijze ontvangen van: omlegging Son, maar zich overigens Onze Minister van Verkeer en 8. de maatschap J. A. van Gemert te daartegen niet verzet. Reclamant is Waterstaat heeft de beslissing op het Sint Oedenrode, volgens deze zienswij- eigenaar van een goed renderend verzoek voorgedragen bij brief van 10 ze eigenares van de onroerende zaken melkveebedrijf met een daarbij aange- februari 1997, nr. HW/RI 97/2592, kadastraal bekend gemeente Son en paste verkaveling. Reclamant wenst Hoofddirectie van de Waterstaat, Breugel, sectie A, nrs. 575 en 576 en zijn bedrijf voort te zetten op een Hoofdafdeling Bestuurlijke en van de onroerende zaak met grond- wijze die rendabele bedrijfsvoering Juridische Zaken. plannummer 24G. mogelijk maakt en claimt daarom in Overeenkomstig de artikelen 63 en 10 het proces van minnelijke onderhande- van de onteigeningswet is, door een Overwegingen ling een aan de huiskavel aangesloten uit het midden van gedeputeerde sta- Ingevolge voornoemd artikel 72a van landbouwcompensatie. ten van Noord-Brabant benoemde de onteigeningswet kan, zonder voor- Ten aanzien van de zienswijze van commissie, in de gemeente Son en afgaande verklaring bij de wet dat het deze reclamant wordt het volgende Breugel een hoorzitting gehouden om algemeen nut onteigening vordert, opgemerkt. Reclamant maakt geen de zienswijzen van belanghebbenden onteigening plaatsvinden onder meer bezwaar tegen het voorgenomen plan tegen de voorgenomen onteigening ten behoeve van de aanleg en verbete- van onteigening als zodanig. Ten aan- en het plan van het werk aan te horen, ring van wegen. zien van mogelijke gevolgen voor de nadat voor zoveel nodig aan de artike- Reclamant sub 1 heeft geen bezwaar bedrijfsvoering wordt opgemerkt dat len 11 en 12 van de wet was voldaan. tegen het voorliggende plan als zoda- de onteigening ingevolge artikel 40 De commissie is bijgestaan door een nig, maar naar het oordeel van recla- van de onteigeningswet plaatsvindt op vanwege het algemeen bestuur aange- mant is er geen sprake van overleg basis van een volledige schadeloosstel- wezen deskundige en het hoofd van geweest dat heeft kunnen leiden tot ling voor alle schade die de onteigende het gemeentebestuur. een minnelijk akkoord. rechtstreeks en noodzakelijk door het Uit het verslag van de zitting in de Met betrekking tot dit bezwaar wordt verlies van zijn goed lijdt. De onteige- gemeente Son en Breugel blijkt dat het volgende opgemerkt. Reclamant ningswet verplicht niet tot compensa- zienswijzen naar voren zijn gebracht maakt geen bezwaar tegen het voor- tie in de vorm van vervangende grond. door: genomen plan van onteigening als Compensatie in deze zin kan echter

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 1 wel aan de orde komen in het overleg aan te wijzen is in de onderhandelin- batterijbouwers door de taxateurs niet tussen partijen over de minnelijke ver- gen met reclamant gesproken over het zijn geraadpleegd. Tenslotte brengt werving van grond. In dit kader wordt totaal van de voor de aanleg van rijks- reclamant nog naar voren, dat uitbrei- met betrekking tot de gevraagde com- weg en uitvoering van het landschaps- ding van zijn bedrijf op de van de pensatiegrond opgemerkt dat een en plan benodigde oppervlakten. Rijkswaterstaat te verwerven oostelijke ander afhankelijk is van de beschik- Daarbij is aangegen dat de percelen driehoek dan wel uitbreiding in ooste- baarheid van compensatiegrond in de die bestemd zijn voor de realisering lijke richting niet mogelijk is. nabijheid van de ter onteigening aan van het landschapsplan niet in een Met betrekking tot de zienswijze van te wijzen perceelsgedeelten. De moge- eventuele administratieve onteige- reclamant wordt het volgende opge- lijkheden tot inbreng van aansluitende ningsprocedure op grond van titel IIa merkt. Reclamant maakt geen bezwaar compensatiegrond worden momenteel zouden kunnen worden betrokken. tegen het voorgenomen plan van ont- onderzocht. Indien mogelijk zal het Laatstelijk is reclamant op 12 septem- eigening als zodanig. Voor wat betreft departement van Verkeer en Water- ber 1996 een schriftelijk aanbod de schadeloosstelling bij de onteige- staat vervangende grond aanbieden. gedaan. Van de zijde van reclamant is ning wordt verwezen naar hetgeen is Overigens kan aansluitende compensa- hierop niet gereageerd. De pogingen overwogen bij reclamant sub 2. Voorts tiegrond slechts in der minne verwor- om met reclamant tot een minnelijk wordt opgemerkt dat in het kader van ven worden. Laatstelijk is reclamant op akkoord te komen zullen worden de onderhavige administratieve ontei- 18 september 1996 een schriftelijk aan- voortgezet. Dit overleg, dan wel het geningsprocedure geen uitspraken bod gedaan. Van de zijde van recla- overleg dat ingevolge artikel 17 aan de kunnen worden gedaan over de hoog- mant is hierop niet gereageerd. De gerechtelijke onteigeningsprocedure te van de schadeloosstelling. De vast- pogingen om met reclamant tot een vooraf zal moeten gaan, zal wellicht stelling hiervan geschiedt, bij het ont- minnelijk akkoord te komen zullen alsnog tot een voor beide partijen aan- breken van overeenstemming, in het worden voortgezet. Dit overleg, dan vaardbare oplossing kunnen leiden. kader van de gerechtelijke onteige- wel het overleg dat ingevolge artikel Reclamant sub 4 erkent het algemeen ningsprocedure. Met reclamant zijn 17 aan de gerechtelijke onteigenings- belang van de realisering van de rijks- sedert juli 1994 onderhandelingen procedure vooraf zal moeten gaan, zal weg A50. Reclamant brengt naar voren gaande met betrekking tot de verwer- wellicht alsnog tot een voor beide par- dat het voor hem van belang is dat hij ving van de van reclamant benodigde tijen aanvaardbare oplossing kunnen op een rendabele wijze zijn bedrijf kan gronden. Naar de mening van leiden. voortzetten. In verband met de voor- Rijkswaterstaat en de door Reclamant sub 3 heeft geen bezwaar schriften van de Hinderwet is voor het Rijkswaterstaat ingeschakelde onaf- tegen het voorliggende plan als zoda- op rendabele wijze voortzetten van hankelijke taxatiecommissie zijn er wel nig. Partijen zoeken nadrukkelijk naar het bedrijf een bepaald minimum uitbreidingsmogelijkheden voor het een minnelijk akkoord dat helaas op grondoppervlak benodigd. In het pro- bedrijf. Daarnaast zal zo mogelijk door het moment van de zitting nog niet is ces van minnelijke onteigening moet, Rijkswaterstaat rekening worden afgerond. Reclamant betreurt het dat naar het oordeel van reclamant, hetzij gehouden met nieuwbouw van een niet duidelijk is wat de Rijkswaterstaat rekening gehouden worden met de mestloods. Inderdaad zijn er door als verzoeker om onteigening wil aan- voortzetting van zijn bedrijf, hetzij het reclamant aan de taxatiecommissie van kopen. niet kunnen voortzetten van zijn Rijkswaterstaat balansen verstrekt. Met betrekking tot de zienswijze van bedrijf gecompenseerd worden door Rijkswaterstaat is er van uit gegaan dat deze reclamant wordt het volgende een adequate schadeloosstelling. deze ter behoud zijn, omdat het opgemerkt. Reclamant maakt geen Reclamant is van mening dat de taxa- kopieën betreft. bezwaar tegen het voorgenomen plan teurs van de aankoopcommissie niet Naar de mening van Rijkswaterstaat en van onteigening als zodanig. Met bereid zijn geweest op basis van reële de door haar ingeschakelde onafhan- betrekking tot de door reclamant uitgangspunten de schade te bereke- kelijke taxatiecommissie betreft het geconstateerde onduidelijkheid wordt nen. Hierdoor wordt naar zijn oordeel hier echter ondoorzichtige balansen, opgemerkt dat voor de aanleg van het niet voldaan aan de voorwaarden van hetgeen ook aan reclamant en diens werk, waarvoor thans onteigening de onteigeningswet, die inhouden dat deskundige is medegedeeld. Van de wordt gevraagd, van de percelen van vooraf te goeder trouw gepoogd zijde van de taxatiecommissie van reclamant met de grondplannummers wordt een minnelijke overeenkomst te Rijkswaterstaat is wel contact geweest 76M, 77M, en 78M respectievelijk de bereiken. Tijdens de onderhandelingen met batterijbouwers, doch – uit het oppervlakten van 0.36.30 ha, 0.27.70 is de verplaatsing van de betonnen oogpunt van onafhankelijkheid – niet ha en 0.24.75 ha nodig zijn. Deze mestloods aan de orde geweest, welke met de batterijbouwers van reclamant. oppervlakten zijn ook opgenomen in verplaatsing naar het oordeel van Laatstelijk is reclamant op 12 septem- de ter visie gelegde lijst van de te ont- reclamant niet mogelijk is. Voorts ver- ber 1996 een schriftelijk aanbod eigenen percelen. Daarnaast zijn van wijst hij naar balansen ten behoeve gedaan. Van de zijde van reclamant is genoemde grondplannummers respec- van inkomensschadeberekening, die hij hierop niet gereageerd. De pogingen tievelijk 0.12.55 ha, 0.07.40 ha en niet heeft terugontvangen. Bovendien om met reclamant tot een minnelijk 0.20.35 ha benodigd voor het door betwijfelt hij op grond van technische akkoord te komen zullen worden Rijkswaterstaat beoogde landschaps- adviezen van batterijbouwers of uit- voortgezet. Dit overleg, dan wel het plan. Aangezien titel IIa van de ontei- breiding door verhoging van de overleg dat ingevolge artikel 17 aan de geningswet geen mogelijkheden biedt bestaande hokken en het plaatsen van gerechtelijke onteigeningsprocedure om voor de realisering van dit land- drie etages op de oude batterijen wel vooraf zal moeten gaan, zal wellicht schapsplan gronden ter onteigening mogelijk is. Reclamant stelt dat deze

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 2 alsnog tot een voor beide partijen aan- worden toegepast, indien zich de rechtspraak in april 1997 een uitspraak vaardbare oplossing kunnen leiden. noodzaak en urgentie voordoen. De doen over de ingestelde beroepen. Reclamant sub 5 heeft geen bezwaar noodzaak ontbreekt naar de mening Met betrekking tot de door reclaman- tegen het plan als zodanig doch naar van reclamanten, omdat onvoldoende ten ingebrachte bezwaren op planolo- het oordeel van reclamant is er geen is onderhandeld over minnelijke ver- gisch gebied wordt opgemerkt dat het sprake van overleg geweest dat heeft werving. Tevens ontbreekt voor de feit dat het werk waarvoor onteigend kunnen leiden tot een minnelijk onteigening naar hun oordeel de wordt nog niet is ingepast in een gel- akkoord. urgentie, omdat het bestemmingsplan dend bestemmingsplan een aanwijzing Met betrekking tot deze zienswijze ’A50, omlegging Son’ geen rechts- van percelen ter onteigening op grond wordt het volgende opgemerkt. kracht heeft en het voor de hand ligt van artikel 72a van de onteigenings- Reclamant maakt geen bezwaar tegen dat het door gedeputeerde staten van wet niet in de weg staat. Gelet op het het voorgenomen plan van onteige- Noord-Brabant goedgekeurde bestem- vorenstaande bestaat op dit moment ning als zodanig. Reclamant is in janu- mingsplan aanzienlijk zal worden geen grond voor het oordeel dat het ari 1994 door de betrokken grondaan- gewijzigd. Reclamanten verzoeken onderhavige werk niet planologisch zal koper van Rijkswaterstaat informatief nadrukkelijk om het onteigeningsbe- worden ingepast in de bestemmings- bezocht. Door het ontbreken van de sluit op te schorten totdat op de inge- plannen ter plaatse. Overigens wordt voor onteigening benodigde opper- stelde beroepen is beslist en minnelijke opgemerkt dat met de feitelijke uit- vlakte is eerst in november 1995 het onteigening wordt voorgestaan. voering van het werk pas kan worden bedrijf van reclamant door de taxatie- Met betrekking tot de stand van zaken gestart nadat de procedures die vereist commissie van Rijkswaterstaat bezocht. van de door reclamanten aangehaalde zijn op grond van de Wet op de Aansluitend is in januari 1996 een aan- nog niet afgeronde procedures wordt Ruimtelijke Ordening zijn afgerond. bod aan reclamant uitgebracht. het navolgende opgemerkt. De raad Reclamanten hebben eveneens beroep Vervolgens is door reclamant een des- van de gemeente Son en Breugel heeft ingesteld tegen het besluit van 28 juni kundige ingeschakeld. Eerst op 4 sep- in zijn vergadering van 29 juni 1995 1995 van gedeputeerde staten van tember 1996 is door deze deskundige het bestemmingsplan ’A50, omlegging Noord-Brabant, inhoudende de vast- een vraagprijs uitgebracht. Laatstelijk Son’ vastgesteld. Gedeputeerde staten stelling van hogere grenswaarden in is reclamant op 17 september 1996 een van Noord-Brabant hebben dit bestem- het kader van de Wet geluidhinder. schriftelijk aanbod gedaan. Hierop is mingsplan bij besluit van 8 februari Terzake heeft de Voorzitter van de door reclamant nog niet gereageerd. 1996, nrs. 144299/150294 goedge- Afdeling bestuursrechtspraak van de De onderhandelingen met reclamant keurd. Tegen dit laatste besluit hebben Raad van State bij besluit van 17 april zullen worden voortgezet. Dit overleg, reclamanten op 29 april 1996 beroep 1996 een deskundigenonderzoek bevo- dan wel het overleg dat ingevolge arti- ingesteld. len. Naar verwachting zal de Afdeling kel 17 aan de gerechtelijke onteige- Tevens hebben reclamanten op bestuursrechtspraak eveneens in april ningsprocedure vooraf zal moeten genoemde datum aan de Voorzitter 1997 een definitieve uitspraak doen. gaan, zal wellicht alsnog tot een voor van de Afdeling bestuursrechtspraak Ten aanzien van de geluidhinder beide partijen aanvaardbare oplossing van de Raad van State verzocht een wordt opgemerkt dat in het kader van kunnen leiden. voorlopige voorziening als bedoeld in de administratieve onteigeningsproce- Reclamanten sub 6 zijn van mening, artikel 8:81 Algemene wet bestuurs- dure geen zelfstandige uitspraken kun- dat er als gevolg van de schorsing van recht te treffen. Bij beslissing van 12 nen worden gedaan over de aan het het bestemmingsplan ’A50, omlegging september 1996 heeft de Voorzitter werk verbonden aspecten van geluid- Son’ door de Voorzitter van de een voorlopige voorziening getroffen, hinder. Deze aspecten dienen aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de inhoudende dat het besluit van gede- orde te komen in de procedure op Raad van State en het lopende beroep puteerde staten van 8 februari 1996 grond van de Wet geluidhinder. Het tegen het besluit van gedeputeerde wordt geschorst. De Voorzitter oor- feit dat deze procedure nog niet is staten van Noord-Brabant, inhoudende deelde dat het belang bij een spoedige afgerond staat een aanwijzing van per- de vaststelling van hogere grenswaar- uitvoering van het plan minder zwaar celen ter onteigening op grond van den voor delen van dit bestemmings- weegt dan de belangen van verzoe- artikel 72a niet in de weg. plan, voldoende argumenten zijn om kers, die zijn gediend bij het voorko- Met reclamanten zijn sedert februari aan te nemen dat het plan nimmer in men van een onomkeerbare situatie 1996 onderhandelingen gaande met haar huidige vorm zal worden uitge- voordat door de Afdeling op de beroe- betrekking tot de verwerving van de voerd. Voorts stellen zij, dat het de pen is beslist, nu vast is komen te staan van reclamanten benodigde gronden. Minister van Verkeer en Waterstaat dat de verwezenlijking van het plan Voorafgaande aan deze onderhande- niet vrij staat een onteigeningsproce- ingrijpende gevolgen heeft voor de lingen zijn reclamanten in april 1994 dure op basis van titel IIa van de ontei- omgeving. Daarnaast heeft de voorzit- informatief bezocht. Laatstelijk is recla- geningswet te starten, terwijl het hui- ter bij brief van 10 september 1996, nr. manten op 17 september 1996 een dige bestemmingsplan niet in de E01.96.0181 het voornemen te kennen schriftelijk aanbod gedaan. In dit aan- aanleg van de rijksweg A50, omleg- gegeven met betrekking tot deze aan- bod is op verzoek van reclamanten ging Son, voorziet. Zij stellen zich hier- gelegenheid het Bureau adviseur ten tevens een onderzoek begrepen. Op bij op het standpunt, dat de onteige- behoeve van de Raad van State te ver- dit aanbod is van de zijde van recla- ning in dat geval in strijd is met de Wet zoeken een onderzoek in te stellen en manten niet gereageerd. De pogingen op de Ruimtelijke Ordening. terzake verslag uit te brengen. Naar om met reclamanten tot een minnelijk Bovendien zijn zij van mening, dat de verwachting zal de Afdeling bestuurs- akkoord te komen zullen worden onteigeningsprocedure alleen kan voortgezet. Dit overleg, dan wel het

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 3 overleg dat ingevolge artikel 17 aan de lijke zicht- en geluidsoverlast aanzien- leg van de A50, omlegging Son de van gerechtelijke onteigeningsprocedure lijk kunnen worden teruggebracht. reclamante benodigde grond een vooraf zal moeten gaan, zal wellicht Met betrekking tot de zienswijze van strook van 20 m niet mag overschrij- alsnog tot een voor beide partijen aan- reclamante kan het volgende worden den. Reclamante doelt hier kennelijk vaardbare oplossing kunnen leiden. opgemerkt. De situatie bij het bedrijf op een verschuiving van de as in ooste- Reclamante sub 7 onderkent het alge- van reclamante valt uiteen in twee lijke richting ten opzichte van een meen belang dat gediend wordt met aspecten. Enerzijds dient thans een geruime tijd geleden opgesteld plan de aanleg van de rijksweg A50. Bij de gedeelte van het bedrijf te worden van de gemeente Son en Breugel, dat voorgestelde realisering wordt volgens afgestaan ten behoeve van de realise- inmiddels is achterhaald. Naar aanlei- reclamante echter te weinig recht ring van de in dit onteigeningsplan ding van de door reclamante op het gedaan aan de specifieke belangen voorliggende werken (door reclaman- ontwerp-bestemmingsplan ingebrach- van de onderneming Beton Son. In het ten fase 1 genoemd), terwijl een ander te zienswijze is de grens van het planontwerp wordt volgens haar te deel van het bedrijf mogelijk benodigd bestemmingsplan ter plaatse gewijzigd weinig rekening gehouden met voor- is voor het in de toekomst mogelijk te vastgesteld. In overleg met reclamante gedragen oplossingen die een kleiner realiseren knooppunt A50/A58 (door is namelijk nagegaan in hoeverre door grondbeslag mogelijk maken. reclamante fase 2 genoemd). Het technische voorzieningen de bestem- Reclamante gaat hierbij uit van twee gedeelte dat door Rijkswaterstaat van ming tot verkeersdoeleinden van de fasen, die naar haar oordeel niet los reclamante benodigd is ten behoeve strook grond langs de rijksweg in het van elkaar kunnen worden gezien. Zij van deze onteigening (fase 1) is op de bestemmingsplan kan worden ver- stelt dat de voor het werk benodigde bij de onteigeningsstukken behorende kleind. De aldus bereikte besparing is strook grond als gevolg van aanpassin- grondtekening nummer NBIV 1996-50- in het onteigeningsplan verwerkt. gen in de plannen maximaal 20 meter 134 met raster en grondplannummers Gedeputeerde staten oordeelden dat zou mogen bedragen. 80-1 en 80-2 aangegeven. Voorts is in met de aanpassing van de grens door Zij constateert dat het ruimtebeslag in het bestemmingsplan ’A50, omlegging de gemeenteraad van Son en Breugel de eerste fase 30 meter is. Tevens geeft Son’ van de gemeente Son en Breugel het ruimtebeslag tot het minimaal zij aan, dat het ruimtebeslag in de rekening gehouden met het mogelijk noodzakelijke is terug gebracht. Zij zijn tweede fase 40 meter en op grond van te realiseren knooppunt A50/A58 door van mening dat de gemeenteraad tekeningen van de Rijkswaterstaat het vermoedelijk daarvoor benodigde terecht het belang van de weg zwaar- zelfs 60 meter bedraagt. Voorts vraagt ruimtebeslag de bestemming ’verkeers- der heeft laten wegen dan het reclamante aandacht voor de geluid- doeleinden’ te geven (fase 2). bedrijfsbelang. hinderproblematiek. Zij stelt hierbij, Daarnaast wordt het gebied betrokken Met betrekking tot de opmerkingen dat bij het vaststellen van de geluids- in de Trajectstudie Tangenten Eind- van reclamante over de geluidhinder belasting ten gevolge van de aanleg hoven, en ten aanzien waarvan eerst wordt verwezen naar hetgeen dien- van de rijksweg A50 voor woningen medio 1999 vaststelling van een tracé- aangaande is overwogen bij reclamant binnen de invloedssfeer van het tracé besluit wordt verwacht. Deze tangen- sub 6. Ter toelichting kan worden de geluidsbelasting ten gevolge van tenstudie kan nog wijziging brengen gesteld dat door Rijkswaterstaat uit- haar bedrijf buiten beschouwing is in de wijze waarop vorengenoemd drukkelijk aandacht is besteed aan gelaten. Zij is van mening, dat in de knooppunt wordt gerealiseerd. Niet alternatieve technische oplossingen nabije toekomst wel gekeken moet duidelijk is wat door reclamante wordt zoals door reclamante in het kader van worden naar cumulatie van geluid- bedoeld met tekeningen met een fase 2 is voorgesteld. Deze oplossingen bronnen. Zij vreest, dat verhogingen ruimtebeslag van 60 m. Het betreft in de vorm van een scherm van terre van het geluidsniveau door omwonen- hier naar alle waarschijnlijkheid een armée of een scherm van kokerpalen den zullen worden toegeschreven aan tekening die tijdens een gesprek op 20 vergen ten opzichte van het voorlig- bedrijfsactiviteiten van Beton Son en mei 1996 aan reclamant is overhan- gende plan (fase 1) een investering dat deze situatie voor het bedrijf tot digd. Op deze tekening is de uiterste welke ruimschoots uitgaat boven de onnodige kosten ten gevolge van over- grens van toekomstig rijkseigendom door reclamanten genoemde bedra- leg en metingen zal leiden. Bovendien op ca 60 m uit de as van de rijksweg gen. Gezien de geluidsproductie van wordt aandacht gevraagd voor de aan- gelegen. Het grondbeslag is echter, het bedrijf van reclamante zou het sluiting op de rijksweg A58 met het gemeten uit de kadastrale grens, voor noodzakelijk zijn geweest geluidsab- oog op een goede bedrijfsvoering, te fase 1 ten hoogste ca 30 meter en voor sorberende wanden te maken. weten het vervoer van bijzonder lange fase 2 ten hoogste ca 35 meter. Het Overigens zou in deze gevallen ook materialen, zoals betonpalen tot een bestemmingsplan ’A50, omlegging grond van het bedrijf van reclamante lengte van 60 meter. Tevens wordt Son’ geeft overigens ook geen planolo- benodigd zijn. Alles overwegende is aandacht gevraagd voor het kunnen gische grondslag voor een afmeting gekozen voor de uitvoering van het behouden van de ontsluitingsmogelijk- van 60 meter uit de kadastrale grens. thans voorliggende plan van het werk. heid via de zuidelijke kanaaldijk. Met betrekking tot de door reclamante In het kader van de door reclamante Tenslotte stelt reclamante dat geen aangevoerde bedenkingen die van ingebrachte bezwaren ten aanzien van rekening is gehouden met de zichtsitu- planologische aard zijn wordt verwe- de zichtsituatie wordt opgemerkt dat atie die ontstaat. Hiervoor heeft zij een zen naar de procedures in het kader aan de landinrichtingsdienst van het oplossing voorgesteld. Deze voorge- van de Wet op de Ruimtelijke Ministerie van Landbouw, Natuur- dragen oplossing heeft naar de Ordening. Ter toelichting wordt voorts beheer en Visserij door Rijkswaterstaat mening van reclamante het voordeel opgemerkt dat nergens in het bestem- opdracht is gegeven tot het verrichten dat de genoemde bezwaren van moge- mingsplan is gesteld dat voor de aan- van een studie naar de mogelijkheden

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 4 van afscherming van het zicht op het gevoerd over een aanvaardbare gen door Rijkswaterstaat aan recla- bedrijf van reclamante. Indien deze schadeloosstelling of een oplossing mante compensatiegrond in de nabij- mogelijkheid in het kader van het voor de problemen waarin het bedrijf heid van haar bedrijf aangeboden. Dit landschapsplan aanwezig is zal met dit komt te verkeren. aanbod is door reclamante eveneens bezwaar rekening worden gehouden. Allereerst wordt met betrekking tot de afgewezen. Laatstelijk is reclamante op Hierdoor wordt de te onteigenen zienswijze van reclamante opgemerkt 12 september 1996 een schriftelijk aan- oppervlakte niet vergroot. Met betrek- dat in de bestaande regeling van titel bod gedaan. Van de zijde van recla- king tot de door reclamante gevraagde IIa van de onteigeningswet de moge- mante is hierop niet gereageerd. De aandacht voor de aansluiting op rijks- lijkheid voor het indienen van bezwa- pogingen om met reclamante tot een weg A58 en de ontsluiting via de zui- ren is begrensd door het tijdstip waar- minnelijk akkoord te komen zullen delijke kanaaldijk wordt opgemerkt op de commissie uit gedeputeerde worden voortgezet. Dit overleg, dan dat de bestaande aansluiting en ont- staten in de betrokken gemeente zit- wel het overleg dat ingevolge artikel sluiting volgens het thans voorliggen- ting houdt. Nu echter niet duidelijk is 17 aan de gerechtelijke onteigenings- de plan ongewijzigd zullen blijven. wanneer de zienswijze ter post is procedure vooraf zal moeten gaan, zal Met reclamante zijn sedert april 1996 bezorgd, wordt deze ambtshalve in de wellicht alsnog tot een voor beide par- onderhandelingen gaande over de beoordeling van de ingebrachte ziens- tijen aanvaardbare oplossing kunnen aankoop van de benodigde gronden. wijzen meegenomen. leiden. Voorafgaande aan deze onderhande- Voorts wordt met betrekking tot de lingen is reclamante in oktober 1995 zienswijze van reclamante opgemerkt Overige overwegingen informatief bezocht. Laatstelijk is recla- dat de door reclamante genoemde De planologische grondslag voor het te mante voor de in de onteigening percelen A 575 en 574 niet in de ontei- maken werk in de gemeente Son en opgenomen gronden (fase 1) op 18 gening zijn begrepen. Het perceel A Breugel wordt gevormd door het september 1996 een schriftelijk aanbod 3456 heeft grondplannummer 24G. bestemmingsplan ’A50, omlegging gedaan. De voorkeur van Daarnaast is in de onteigening begre- Son’ van de gemeente Son en Breugel. Rijkswaterstaat gaat uit naar aankoop pen het perceel kadastraal bekend Voor wat betreft de procedures in der minne van dat gedeelte van het gemeente Son en Breugel, sectie A, nr. omtrent dit bestemmingsplan wordt bedrijf van reclamante dat in het kader 3459, grondplannummer 25G, hetgeen verwezen naar de overwegingen bij van het bestemmingsplan ’A50, omleg- in het bezwaarschrift niet wordt ver- reclamant sub 6. De toekomstige rijks- ging Son’ de bestemming verkeers- meld. weg 50 vormt de verbinding tussen de doeleinden zal krijgen. Dit is echter De door reclamante geschetste situatie A58 in de gemeente Eindhoven en de afhankelijk van de medewerking van komt overeen met de door Rijkswater- A50 in de gemeente Oss. reclamante. De pogingen om met staat geconstateerde situatie. Sedert Deze rijksweg zal worden aangelegd reclamante tot een minnelijk akkoord november 1995 zijn met reclamante tussen de aansluiting Ekkersrijt in de te komen zullen worden voortgezet. onderhandelingen gaande met betrek- verlengde Kennedylaan in de gemeen- Dit overleg, dan wel het overleg dat king tot de verwerving van de van te Son en Breugel en de aansluiting ingevolge artikel 17 aan de gerechtelij- reclamante benodigde gronden. Oss-Oost in de gemeente Oss. Het ke onteigeningsprocedure vooraf zal Voorafgaande aan de onderhandelin- thans voorliggende plan houdt in de moeten gaan, zal wellicht alsnog tot gen is reclamante in maart 1994 infor- aanleg van het gedeelte van de rijks- een voor beide partijen aanvaardbare matief bezocht. Met betrekking tot de weg 50 in de gemeente Son en oplossing kunnen leiden. schade als gevolg van de onteigening Breugel, tussen de aansluiting Reclamante sub 8 stelt dat afstand van wordt verwezen naar hetgeen is over- Ekkersrijt en de grens met de gemeen- een deel van haar perceel alsmede de wogen bij reclamanten sub 2 en 4. Bij te St. Oedenrode, met bijkomende doorsnijding de investeringen in haar de bepaling van de schadeloosstelling werken (omlegging Son). Dit wegge- rundvee- en varkensbedrijf teniet zul- zal aandacht worden besteed aan de deelte dient ter vervanging van het ten len doen. Voorts zal na grondafstand door reclamante gedane investeringen oosten van deze weg gelegen wegge- voor het overblijvende deel een slechte aan het perceel en de in de toekomst deelte door de bebouwde kom van kavelvorm resteren, die slechts met te ontstane kavelvorm. In tegenstelling Son en Breugel. In de toekomst zal dit hoge kosten en hoge verliezen is te tot datgene wat door reclamante weggedeelte worden aangesloten op exploiteren. Gelet op het kleinschalige wordt aangevoerd blijven de resteren- het in de gemeente St. Oedenrode karakter van de verkaveling in dit de overhoeken na aanleg van de A50 gelegen gedeelte. Het tracé van de gebied zal het voor reclamante nage- bereikbaar. De oostelijke overhoeken gehele rijksweg 50 is, na een gecombi- noeg onmogelijk zijn een vervangende blijven op dezelfde wijze als thans neerde tracé-m.e.r.-studie resulterend gelijkwaardige kavel in de nabijheid vanaf de Rooijseweg bereikbaar. Voor in de tracénota/MER A50, Eindhoven – van de rijksweg A50 te verwerven. Als de westelijk van het tracé gelegen Oss, vastgesteld door de Minister van gevolg van de aanleg van de rijksweg gronden voorziet het thans voorlig- Verkeer en Waterstaat, op 16 juni A50 zullen volgens reclamante de over- gende plan in de aanleg van een 3,00 1993. De besluitvorming over de tracé- blijvende overhoeken onbereikbaar m brede parallelweg vanaf de nota/MER A50, Eindhoven–Oss/ worden, omdat de huidige twee ont- Airborneweg. Overigens is laatstelijk Ravenstein, is een vervolg op de Studie sluitingen vanaf zowel de Sonniuswijk op 22 februari 1996 aan reclamante Hoofdwegenstructuur Noord-Oost- als de Rooijseweg door de rijksweg een aanbod gedaan voor mede-aan- Brabant (STUHNOB). Voor deze studie A50 worden afgesneden. Reclamante koop van de oostelijke overhoeken. Dit is onderzoek verricht naar de manier stelt dat er tot op heden nauwelijks aanbod is door reclamante afgewezen. waarop de hoofdwegenstructuur in serieuze onderhandelingen zijn Daarnaast is tijdens de onderhandelin- genoemde regio zou moeten worden

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 5 voltooid. Op basis van deze studie weten een omlegging ten westen van te bevorderen dient te worden afge- heeft de toenmalige Minister van het natuurgebied Oud Meer (S1) en wezen. Verkeer en Waterstaat een besluit een omlegging tussen Oud Meer en de genomen waarbij de hoofdwegen- bebouwde kom van Son (S2). Gekozen Beslissing structuur voor Noordoost-Brabant is voor variant S2 met een half verdiep- Gelet op de onteigeningswet; werd vastgesteld conform de zoge- te ligging op het wegvak Gentiaanlaan– Gehoord de Raad van State, advies van naamde Structuurvariant C. Voor het Sonniuswijk. Overwegingen hierbij zijn 24 maart 1997, nr. W09.97.0081 en opstellen van de tracénota is een ana- dat, mede vanwege de daarin voorzie- gezien het nader rapport van Onze lyse uitgevoerd van de problemen die ne aansluitingen, de dichter bij de kern voornoemde Minister van 9 april 1997, in de situatie van 1989 bestonden, als- van Son gesitueerde variant S2 leidt tot nr. HW/RI 97/5071 Hoofddirectie van mede van de problemen die in 2010 een betere verkeersafwikkeling in Son de Waterstaat, Hoofdafdeling zullen optreden als er geen maatrege- in het algemeen en tot een grotere Bestuurlijke en Juridische Zaken; len worden getroffen. Uit de pro- ontlasting van de traverse Son in het bleemanalyse blijkt, dat er op de bijzonder. In overleg met de gemeente Hebben wij goedgevonden en ver- hoofdwegen (de verbinding Son en Breugel is de half verdiepte lig- staan: Eindhoven–Oss/Ravenstein) grote pro- ging in zuidelijke richting verlengd blemen bestaan. De toename van het vanaf de Gentiaanlaan tot aan de I. Ten behoeve van de aanleg van de verkeer heeft onder andere gevolgen Bestseweg. Gelet op de huidige en de weg Eindhoven–Oss–Ravenstein– voor de bereikbaarheid. in de toekomst te verwachten ver- Arnhem–Apeldoorn–Kampen (rijksweg Bovendien heeft het een negatieve keersintensiteiten te Son wordt het 50), gedeelte omlegging Son, tussen de invloed op het woon- en leefmilieu. Op gedeelte omlegging Son uitgevoerd als aansluiting Ekkersrijt (werkkm 0,000) grond van de aangedragen gegevens is autosnelweg. en de grens met de gemeente St. het noodzakelijk te komen tot een Het moet in het belang van de verbe- Oedenrode (werkkm. 4,918), met bijko- oplossing voor de bestaande en in de tering van de hoofdinfrastructuur en mende werken, in de gemeente Son en toekomst nog te verwachten proble- om redenen van verbetering van de Breugel zullen ten algemenen nutte en men met betrekking tot bereikbaar- verkeerssituatie in de gemeente Son en ten name van de Staat (Verkeer en heid en leefbaarheid in de corridor Breugel van belang worden geacht, Waterstaat) worden onteigend de Eindhoven–Vegel––Oss/Raven- dat de Staat (Verkeer en Waterstaat) onroerende zaken en beperkte rech- stein. Daarbij is het gewenst dat, gelet de eigendom verkrijgt van de in dit ten, aangeduid op de grondtekenin- op de geconstateerde capaciteits- en besluit genoemde onroerende zaken gen welke ingevolge artikel 12 van de leefbaarheidsproblemen, met voorrang en beperkte rechten. onteigeningswet op de secretarie van gestreefd wordt naar een oplossing Het door reclamanten gestelde wordt de gemeente Son en Breugel ter inza- van de knelpunten Son, Mariaheide en niet van zodanig gewicht geacht dat ge hebben gelegen als: . Voor de passage Son is een het verzoek om een Koninklijk besluit tweetal tracévarianten ontwikkeld, te ex artikel 72a van de onteigeningswet

Nr. v/h Te Van de onroerende zaak, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Ter grootte Sectie en Ten name van van nummer ha a ca ha a ca

gemeente Son en Breugel

18D 2 76 30 bouwland, 6 10 00 A 1907 1/1 eigendom met recht van opstal: boerderij BP ged. De gemeente Son en Breugel, Son BP ged. en Breugel. 1/1 recht van opstal: Merks, Franciscus Leonardus, Son Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3 onder B van de Belemmeringen- wet Privaatrecht: N.V. Provinciale Noordbrabantse Energie-Maatschappij (PNEM), ‘s-Hertogenbosch 20E 04 40 bouwland 1 59 00 A 3856 Van de Ven, Antonius Henricus Maria, g.m. Johanna Maria Francisca Henrica van de Koevering, 21E 05 weiland 1 41 10 A 3455 als grondplannummer 20E BP ged.

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 6 Nr. v/h Te Van de onroerende zaak, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Ter grootte Sectie en Ten name van van nummer ha a ca ha a ca

22F 60 00 huis, erf, 2 11 02 A 4441 Van Lith, Johannes Walterus bouwland BP ged. Maria, o.h.v.g.m. Mechelina Lambertha Henrica Aldegonda van Gastel, Son en Breugel 23F 16 40 weiland 54 08 A 3454 als grondplannummer 22F BP ged. 24G 96 50 bouwland 5 24 25 A 3456 Van Gemert, Jacobus Adrianus, BP ged. i.a.g.v.g.g.m. Johanna Godefrida Cornelia Donkers, St. Oedenrode 25G 1 37 20 bouwland 1 99 60 A 3459 als grondplannummer 24G BP ged. 28H 37 46 weiland 3 06 55 A 1684 Coppelmans, Leonardus Franciscus, g.m. Maria Johanna Theresia de Louw, Son 29H 20 25 weiland 1 83 40 A 3460 als grondplannummer 28H BP ged. 30 71 50 boerderij, erf, tuin, 5 97 50 A 1682 Merks, Franciscus Leonardus, Son weiland, 2 hokken. BP ged. 31 25 bouwland 2 31 10 A 2176 Merks, Karel Ignatius Maria, Son en Breugel 32J 12 00 huis, erf, kippenhok 1 35 00 A 3294 Van Erp, Arnoldus Petrus Josephus, Son en Breugel 33J 21 80 bouwland 1 25 00 A 3513 als grondplannummer 32J 39 18 00 weiland 6 57 40 A 4256 Bureau Beheer Landbouwgronden, BP ged. 40K 13 80 weiland 1 29 60 A 4254 Van der Velden, Anna Maria, o.h.v.g.m. BP ged. Hendricus Franciscus Johanna Maria van de Meulengraaf, Son 41K 75 tuinderij, huis 1 58 20 A 3463 als grondplannummer 40K BP ged. 43 68 50 bouwland, kippenhok 1 35 90 A 3018 1/1 eigendom belast met recht van BP ged. (mede)gebr. en/of (mede)bew.: Kuijpers, Petrus, g.m. Engelina Bertha van , Son 1/1 recht van (mede) gebr. en/of (mede) bew.: Kuijpers, Johannes, Son 45 1 62 10 huis, erf, hok 2 32 20 A 3681 Ieder 1/2: Brugmans, Petrus Adrianus Gerardus i.a.g.v.g.g.m. Petronella Josephina Leonarda Renders, Son Renders, Petronella Josephina Leonarda i.a.g.v.g.g.m. Petrus Adrianus Gerardus Brugmans, Son 47D 14 40 grond ±4 00 00 A 3571 De gemeente Son en Breugel, Son en ged. Breugel 48D-1 33 80 bos, heide, 3 61 90 A 3661 als grondplannummer 47D 48D-2 32 00 weg, loop 48D-3 09 20 49D-1 06 00 00 bos, heide, 67 58 00 A 3662 als grondplannummer 47D 49D-2 16 65 00 weg, loop 50D 01 41 50 bos, heide, 47 96 50 A 3660 als grondplannummer 47D weg, loop 52D1 02 30 00 wegen 63 46 38 A 4348 als grondplannummer 47D 52D2 50 00 53D 63 90 dennenbos 64 00 A 83 als grondplannummer 47D

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 7 Nr. v/h Te Van de onroerende zaak, kadastraal bekend grond- onteigenen plan grootte

Als Ter grootte Sectie en Ten name van van nummer ha a ca ha a ca

54 40 30 dennenbos 68 90 A 2083 Van de Ven, Karel Cornelis Laurentius i.a.g.v.g.g.m. Cornelia Geerdina Maria Keijzers, Eindhoven. Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3 onder B van de Belemmeringen- wet Privaatrecht: N.V. Provinciale Noordbrabantse energie Maatschappij (PNEM), ‘s-Hertogenbosch 55D 08 80 dennenbos 57 60 A 977 als grondplannummer 47D 56 70 10 weiland 87 30 A 1491 Bouman, Hendrikus Antonie, o.h.v.g.m. Petronella Helena Adriana Maria Bax, Eindhoven 57 65 00 dennenbos 88 10 A 1492 Van Boxtel, Lambertus Antonius Maria, g.m. Johanna van Tatenhove, Son en Breugel 59D 95 bouwland 1 68 70 A 2077 als grondplannummer 47D 61D 01 45 bouwland, weiland 47 80 B 2161 als grondplannummer 47D 62D 05 00 grond 44 60 B 2162 als grondplannummer 47D 64D 05 90 bouwland 22 50 B 2164 als grondplannummer 47D 65D 31 00 bouwland 50 10 B 2272 als grondplannummer 47D 66D 15 cultuurgrond 27 70 B 251 als grondplannummer 47D 67D 1 19 50 grond 2 77 79 B 2167 De gemeente Son en Breugel Zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3 onder B van de Belemmeringen- wet Privaatrecht: N.V. Nederlandse Gasunie, 68D geheel opg. bomen 03 10 B 1471 als grondplannummer 47D 70D 17 35 weiland, hakhout 25 00 B 2271 als grondplannummer 67D 72 40 50 bouwland 1 51 40 C 5036 Kuijten, Adrianus Martinus, i.a.g.v.g.g.m. Helena Catharina Lamberta Theresia Coppelmans, Son en Breugel 73D 54 10 bouwland 65 30 C 2053 als grondplannummer 47D 74D 78 20 bouwland 88 50 C 5038 als grondplannummer 47D 76M 36 30 bouwland 52 00 C 344 Van Rulo, Johannes Petrus, i.a.g.v.g.g.m. Adriana Johanna Josephina Hurkx, Best 77M 27 70 bouwland 35 10 C 345 als grondplannummer 76M 78M 24 75 huis, schuur, boom- 69 70 C 3264 als grondplannummer 76M gaard, bouwland BP ged. 80-1 37 70 betonfabriek c.a., B 2314 Beton Son B.V., Son 80-2 04 60 erf, 2 huizen 26 98 64 B.P. gedeeltelijk (zak. recht/ged. pl.) DOC-leiding t.b.v. de Staat (Defensie) 82O 5 weiland 1 00 00 A 3130 Kerkhof, Johanna christina Antonia, g.m. Laurentius Hubertus Wouters, Son en Breugel 83O 60 50 bouwland 98 60 A 3332 Wouters, Laurentius Hubertus, g.m. Johanna Christina Antonia Kerkhof, Son en Breugel

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 8 TE ONTEIGENEN BEPERKTE RECHTEN Volgens het kadaster ONROERENDE ZAAK, WAAROP HET RECHT RUST

Kadastraal aangeduid Omschrijving van het recht Nummer van het grondplan sectie en nr. als ten name van Rechthebbende(n)

gemeente Son en Breugel

Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, 1 B 2472 ged grond De Staat Naamloze Vennootschap: lid 3, onder B van de Belemmeringen- (Verkeer en N.V. Samenwerkende wet Privaatrecht Waterstaat), Electriciteits Productie- bedrijven, Arnhem (akte 1761/40) Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, 1 B 2472 ged grond De Staat Naamloze Vennootschap: lid 3, onder B van de Belemmeringen- (Verkeer en N.V. Samenwerkende wet Privaatrecht Waterstaat), Electriciteits Productie- Breda bedrijven, Arnhem (akte 1776/26) Zakelijk recht als bedoeld in artikel 5, 1 B 2472 ged grond De Staat Naamloze Vennootschap: lid 3, onder B van de Belemmeringen- (Verkeer en N.V. Samenwerkende wet Privaatrecht Waterstaat), Electriciteits Productie- Breda bedrijven, Arnhem (acte 1851/138).

II. De termijn, waarbinnen de vordering tot onteigening moet worden ingesteld, wordt bepaald op twee jaar na de dagte- kening van de Staatscourant, waarin dit besluit is openbaar gemaakt.

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift aan de Raad van State zal worden gezonden.

’s-Gravenhage, 16 april 1997. Beatrix. De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink.

Het advies van de Raad van State en het nader rapport aan de Koningin zullen worden gepubliceerd in het supplement Adviezen van de Raad van State van de Staatscourant van 9 juni 1997, nr. 106.

Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 9