Onteigening in De Gemeente Son En Breugel VW
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Onteigening in de gemeente Son en Breugel VW «Onteigeningswet» 1. de heer L. A. M. van Boxtel, eigenaar zodanig. Met reclamant zijn sedert van de onroerende zaak met grond- oktober 1995 onderhandelingen gaan- Rijksweg 50, omlegging Son plannummer 57. de met betrekking tot de verwerving 2. de heer L. F. Coppelmans, eigenaar van de van reclamant benodigde gron- Besluit van 16 april 1997, nr. 97.001782 van de onroerende zaak met grond- den. De onderhandelingen zijn in houdende aanwijzing van onroerende plannummers 28H en 29H. afwachting van een akkoord tussen de zaken en beperkte rechten ter onteige- 3. de heer Maas, namens de heer J. P. gemeente Son en Breugel en ning ten algemenen nutte van Rulo, eigenaar van de onroerende Rijkswaterstaat inzake gelijke grond- zaken met grondplannummers 76M, prijzen door reclamant opgeschort. In Wij Beatrix, bij de gratie Gods, 77M en 78M. juni 1996 is aan reclamant een aanbod Koningin der Nederlanden, Prinses van 4. de heer A. P. J. van Erp, eigenaar van tot schadeloosstelling gedaan. De Oranje-Nassau, enz. enz. enz. de onroerende zaken met grondplan- vraagprijs van reclamant overtreft dit nummers 32J en 33J. aanbod echter in ruime mate. Beschikken bij dit besluit over het ver- 5. de heer F. L. Merks, eigenaar van de Laatstelijk is reclamant op 17 septem- zoek van de Hoofdingenieur-Directeur onroerende zaak met grondplannum- ber 1996 een schriftelijk aanbod van de Rijkswaterstaat in de directie mer 30. gedaan. Reclamant heeft dit aanbod Noord-Brabant namens de Minister van 6. de heer mr D. van Hijkoop, namens niet aanvaard. De pogingen om met Verkeer en Waterstaat, tot aanwijzing de heer J. W. M. van Lith, eigenaar van reclamant tot minnelijke overeenstem- van onroerende zaken en beperkte de onroerende zaken met grondplan- ming te komen zullen worden voortge- rechten ter onteigening ingevolge arti- nummers 22F en 23F en mevrouw M. zet. Dit overleg, dan wel het overleg kel 72a van de onteigeningswet ten van de Ven, huurster van de woning dat ingevolge artikel 17 van de ontei- behoeve van de aanleg van de weg Rooijseweg 23a te Son en Breugel. geningswet aan de gerechtelijke ontei- Eindhoven–Oss–Ravenstein–Arnhem– 7. de heren J. H. W. H. Op de Coul en geningsprocedure vooral zal moeten Apeldoorn–Kampen (rijksweg 50), K. Smit, namens Beton Son B.V. te Son gaan, zal wellicht alsnog tot een voor gedeelte omlegging Son, tussen de en Breugel, eigenares van de onroe- beide partijen aanvaardbare oplossing aansluiting Ekkersrijt (Werkkm. 0,000) rende zaken met grondplannummers kunnen leiden. en de grens met de gemeente St. 80-1 e 80-2. Reclamant sub 2 brengt naar voren dat Oedenrode (werkkm. 4,918), met bijko- Op 30 september 1996 werd door de hij weliswaar niet gelukkig is met de mende werken, in de gemeente Son en gemeente Son en Breugel nog een aanleg van de rijksweg A50, gedeelte Breugel. schriftelijke zienswijze ontvangen van: omlegging Son, maar zich overigens Onze Minister van Verkeer en 8. de maatschap J. A. van Gemert te daartegen niet verzet. Reclamant is Waterstaat heeft de beslissing op het Sint Oedenrode, volgens deze zienswij- eigenaar van een goed renderend verzoek voorgedragen bij brief van 10 ze eigenares van de onroerende zaken melkveebedrijf met een daarbij aange- februari 1997, nr. HW/RI 97/2592, kadastraal bekend gemeente Son en paste verkaveling. Reclamant wenst Hoofddirectie van de Waterstaat, Breugel, sectie A, nrs. 575 en 576 en zijn bedrijf voort te zetten op een Hoofdafdeling Bestuurlijke en van de onroerende zaak met grond- wijze die rendabele bedrijfsvoering Juridische Zaken. plannummer 24G. mogelijk maakt en claimt daarom in Overeenkomstig de artikelen 63 en 10 het proces van minnelijke onderhande- van de onteigeningswet is, door een Overwegingen ling een aan de huiskavel aangesloten uit het midden van gedeputeerde sta- Ingevolge voornoemd artikel 72a van landbouwcompensatie. ten van Noord-Brabant benoemde de onteigeningswet kan, zonder voor- Ten aanzien van de zienswijze van commissie, in de gemeente Son en afgaande verklaring bij de wet dat het deze reclamant wordt het volgende Breugel een hoorzitting gehouden om algemeen nut onteigening vordert, opgemerkt. Reclamant maakt geen de zienswijzen van belanghebbenden onteigening plaatsvinden onder meer bezwaar tegen het voorgenomen plan tegen de voorgenomen onteigening ten behoeve van de aanleg en verbete- van onteigening als zodanig. Ten aan- en het plan van het werk aan te horen, ring van wegen. zien van mogelijke gevolgen voor de nadat voor zoveel nodig aan de artike- Reclamant sub 1 heeft geen bezwaar bedrijfsvoering wordt opgemerkt dat len 11 en 12 van de wet was voldaan. tegen het voorliggende plan als zoda- de onteigening ingevolge artikel 40 De commissie is bijgestaan door een nig, maar naar het oordeel van recla- van de onteigeningswet plaatsvindt op vanwege het algemeen bestuur aange- mant is er geen sprake van overleg basis van een volledige schadeloosstel- wezen deskundige en het hoofd van geweest dat heeft kunnen leiden tot ling voor alle schade die de onteigende het gemeentebestuur. een minnelijk akkoord. rechtstreeks en noodzakelijk door het Uit het verslag van de zitting in de Met betrekking tot dit bezwaar wordt verlies van zijn goed lijdt. De onteige- gemeente Son en Breugel blijkt dat het volgende opgemerkt. Reclamant ningswet verplicht niet tot compensa- zienswijzen naar voren zijn gebracht maakt geen bezwaar tegen het voor- tie in de vorm van vervangende grond. door: genomen plan van onteigening als Compensatie in deze zin kan echter Uit: Staatscourant 1997, nr. 105 / pag. 12 1 wel aan de orde komen in het overleg aan te wijzen is in de onderhandelin- batterijbouwers door de taxateurs niet tussen partijen over de minnelijke ver- gen met reclamant gesproken over het zijn geraadpleegd. Tenslotte brengt werving van grond. In dit kader wordt totaal van de voor de aanleg van rijks- reclamant nog naar voren, dat uitbrei- met betrekking tot de gevraagde com- weg en uitvoering van het landschaps- ding van zijn bedrijf op de van de pensatiegrond opgemerkt dat een en plan benodigde oppervlakten. Rijkswaterstaat te verwerven oostelijke ander afhankelijk is van de beschik- Daarbij is aangegen dat de percelen driehoek dan wel uitbreiding in ooste- baarheid van compensatiegrond in de die bestemd zijn voor de realisering lijke richting niet mogelijk is. nabijheid van de ter onteigening aan van het landschapsplan niet in een Met betrekking tot de zienswijze van te wijzen perceelsgedeelten. De moge- eventuele administratieve onteige- reclamant wordt het volgende opge- lijkheden tot inbreng van aansluitende ningsprocedure op grond van titel IIa merkt. Reclamant maakt geen bezwaar compensatiegrond worden momenteel zouden kunnen worden betrokken. tegen het voorgenomen plan van ont- onderzocht. Indien mogelijk zal het Laatstelijk is reclamant op 12 septem- eigening als zodanig. Voor wat betreft departement van Verkeer en Water- ber 1996 een schriftelijk aanbod de schadeloosstelling bij de onteige- staat vervangende grond aanbieden. gedaan. Van de zijde van reclamant is ning wordt verwezen naar hetgeen is Overigens kan aansluitende compensa- hierop niet gereageerd. De pogingen overwogen bij reclamant sub 2. Voorts tiegrond slechts in der minne verwor- om met reclamant tot een minnelijk wordt opgemerkt dat in het kader van ven worden. Laatstelijk is reclamant op akkoord te komen zullen worden de onderhavige administratieve ontei- 18 september 1996 een schriftelijk aan- voortgezet. Dit overleg, dan wel het geningsprocedure geen uitspraken bod gedaan. Van de zijde van recla- overleg dat ingevolge artikel 17 aan de kunnen worden gedaan over de hoog- mant is hierop niet gereageerd. De gerechtelijke onteigeningsprocedure te van de schadeloosstelling. De vast- pogingen om met reclamant tot een vooraf zal moeten gaan, zal wellicht stelling hiervan geschiedt, bij het ont- minnelijk akkoord te komen zullen alsnog tot een voor beide partijen aan- breken van overeenstemming, in het worden voortgezet. Dit overleg, dan vaardbare oplossing kunnen leiden. kader van de gerechtelijke onteige- wel het overleg dat ingevolge artikel Reclamant sub 4 erkent het algemeen ningsprocedure. Met reclamant zijn 17 aan de gerechtelijke onteigenings- belang van de realisering van de rijks- sedert juli 1994 onderhandelingen procedure vooraf zal moeten gaan, zal weg A50. Reclamant brengt naar voren gaande met betrekking tot de verwer- wellicht alsnog tot een voor beide par- dat het voor hem van belang is dat hij ving van de van reclamant benodigde tijen aanvaardbare oplossing kunnen op een rendabele wijze zijn bedrijf kan gronden. Naar de mening van leiden. voortzetten. In verband met de voor- Rijkswaterstaat en de door Reclamant sub 3 heeft geen bezwaar schriften van de Hinderwet is voor het Rijkswaterstaat ingeschakelde onaf- tegen het voorliggende plan als zoda- op rendabele wijze voortzetten van hankelijke taxatiecommissie zijn er wel nig. Partijen zoeken nadrukkelijk naar het bedrijf een bepaald minimum uitbreidingsmogelijkheden voor het een minnelijk akkoord dat helaas op grondoppervlak benodigd. In het pro- bedrijf. Daarnaast zal zo mogelijk door het moment van de zitting nog niet is ces van minnelijke onteigening moet, Rijkswaterstaat rekening worden afgerond. Reclamant betreurt het dat naar het oordeel van reclamant, hetzij gehouden met nieuwbouw van een niet duidelijk is wat de Rijkswaterstaat rekening gehouden worden met de mestloods. Inderdaad zijn er door als verzoeker om onteigening wil aan- voortzetting van zijn bedrijf, hetzij het reclamant