Het Eiland Wieringen Vóór Deaanleg Van Deafsluitdijk
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
J(aven, der. .3(aukes Wieringen. Het eiland Wieringen vóór de aanleg van de Afsluitdijk Tekst: Menno Srnit, Foto's: Archief Historische Vereniging Wieringen In het kader van het 7 s-jarig jubileum van de Afsluitdijk wordt Een prentkaart van de haven van De Haukes. Links de havenmeestersuioninq, gebouwd in 1891, in een reeks van drie artikelen een beeld geschetst van het eiland nu toiletgebouw en opslagruimte van Watersport- vereniging Amstelmeer. De lage, lange schuur Wieringen vóór de Zuiderzeewerken, de veranderingen door de rechts er achter is de ansjoviszouterij van burge- meester Peereboom. Achter de twee vrachtscheep- Afsluitdijk en tot slot de ontwikkelingen in de laatste vijftig jaar. jes de blazer WR 1 van P. Kooij. ~. 10. ••••• " Hierbij staan de zeilvaart, de zeilende visserij, het zeewier, de schepen en de havens centraal. Voor Noord-Holland scoort het nieuwe mil- Het eiland Wieringen bestaat al veel en veel lennium tot nu toe goed wat jubileumjaren langer. Het lag wat geïsoleerd in het Wadden- betreft. Na 400 jaar VOC was Alkmaar aan de gebied tussen Texel en het vasteland van beurt (750 jaar), daarna Enkhuizen (650 jaar) Noord-Holland en heel lang veranderde er en dit jaar Hoorn (650 jaar) en de Afsluitdijk maar weinig. Dit duurde tot 1920. In dat jaar (75 jaar). begon men in het kader van de Zuiderzeewer- ken met de bouw van de dijk tussen Wieringen en de Anna Paulownapolder. Met het gereed- ---L.- ------ _ - - --- komen van deze dijk -in I9 24 - was Wieringen -- - -- eiland af. Met het droogvallen van de Wierin- ------ germeer - in I930 - werd het zelfs deel van het --------- - - --- vasteland. Het meest bekend is echter de dijk -------------- tussen Wieringen en Friesland, de Afsluitdijk. -------------- Op zSrnei I932 werd de dijk gesloten op deplek waar nu het Monument staat. Vooral de bouw van de Afsluitdijk had ingrijpende gevolgen --~.[i~~~~\ - - --- - - --- voor het oude eiland. Vanuit een isolement -:....--- zz: = :::--~ -- -==-=:-- =-.: kwam het midden op de route tussen Friesland --=-;: en Noord-Holland te liggen. Ook op demogra- fisch en economisch gebied veranderde erveel. Vooral voor de vissers waren de gevolgen zeer ingrijpend. Door de dijk was er nu zoet water (IJsselmeer) en zout water (de Waddenzee). Dat betekende andere vissoorten, andere schepen en voor veel vissers ook een andere haven. Ingrijpend was ook het verdwijnen van het zee- .:: wier, dat eeuwenlang heel belangrijk was geweest voor Wieringen. Van ijstijd tot eiland gebied. Dit komt doordat een vooruitgescho- We maken nu een grote sprong in de tijd naar Het glooiende landschap van Wieringen en ven ijslob het keileem omhoog duwde, zodat de Middeleeuwen. Zo rond het jaar rooo lag het hoge deel van Texel zijn ontstaan in de een stuwwal ontstond. Overigens stammen Wieringen als een soort eiland midden in een voorlaatste ijstijd, de Saale ijstijd, die zo'n de stenenvelden voor sommige Waddenei- veen-kweldergebied dat zich uitstrekte van de I 50.000 jaar geleden heerste. Het ijs bereikte landen, zoals de Texelse stenen en het Borku- kop van Noord-Holland tot aan Vlieland. Een toen ook Nederland en er werden dikke lagen merrif, ook uit deze periode. Het keileem is langzaam stijgende zeespiegel en inklinkende keileem afgezet. Het keileem van Wieringen daar door de zee uitgespoeld en de grote zwerf- veengronden, in combinatie met een aantal en Texel ligt hoger dan in het omringende stenen zijn op de zeebodem achtergebleven. stormvloeden, zorgde ervoor dat grote delen Vl.Lt.L ••••NDT .' ':"':.\~S::>~. CR""L >AHT, ';',,, ....•...... '..lAGE.. P"t1T Kaart naar Christiaan Sqrooten, I753. KAA~T NAAR NI'OLA ••••SWITSEN, 1712 . .DIE,PTE. 111VO'-TEN Rechts: Kaart naar Nicolaas Witsen, I7I2, (diepte in voeten). van het veen wegsloegen. Na de stormvloed ten dan aan de ingang van de Zuiderzee van van 1170 ontstond het Marsdiep en werd Wie- hun gehele of gedeeltelijke lading worden ringen waarschijnlijk weer een eiland. Ruim ontdaan. Op Wieringen was de lichterschip- honderd jaar later zorgde een aantal opeenvol- perij vooral voor de inwoners van Den Oever gende jaren met zware stormen voor het ont- een belangrijke bron van inkomsten. Het was staan van wat wij nu de Waddenzee noemen. moeilijk werk. Het ankergebied was onderhe- vig aan de getijstroom en de lichterschepen Isolement moesten onder zeil langszij zien te komen. De Heteiland Wieringen lag in het westelijke deel bloeitijd van de lichterschipperij was de acht- van dit Waddengebied. Texel lag weliswaar tiende eeuw; er waren toen naarschattingvijf- vlakbij, maar dat was ook een eiland en Den entwintig lichterschepen actief. Uitgaande Helder groeide pas na 1800 uit tot een flinke van drie bemanningsleden per schip beteken- plaats. Wieringen lag dus ver overal vandaan de dit voor 75 mensen werk. In de Napoleon- enhad weinig contact met de rest van het land. tische tijd (1795) lag de handel - en daarmee Tot 1846 werd de verbinding met de vaste wal ook de lichterschipperij - geheel stil. In 1824 onderhouden door een zeilschip welke een kwam het Noord-Hollands kanaal gereed en aantal malen per week via het moeilijk bevaar- hierdoor werd de oude scheepvaartroute over bare Oude Veer naar het in de Zijpepolder gele- de Zuiderzee weinig meer gebruikt en was het gen Oudesluis voer. De afstand was hemels- afgelopen met de lichterschipperij. Een aan- breed een kleine tien kilometer, maar vanwe- tallichterschippers probeerde als vracht- of ge de wadgeulen was de tocht over het water .~ ot , _ : ••••••.••••~ ••:.. •• ;;;;-= l.-_ aanmerkelijk langer. Bovendien moest men goed rekening houden met het getij. Met het totstandkomen van de Anna Paulownapolder in 1846 kwam het vasteland een stuk dichter- bij. De afstand van Wieringen tot de nieuwe polder was nu slech ts vier kilometer. Men kon de overkant duidelijk met het blote oog zien. Rond 1850 kwam in Nederland de Posterijen tot ontwikkeling. De verbinding met het dorp Van Ewijcksluis in de Anna Paulownapolder werd nu maar liefst twee maal daags onder- houden door een zeilende postboot. Het schip nam naast post ook passagiers en vracht mee. Bijna vijftig jaar lang werden post en passa- giers zeilend naar de overkant gebracht. In De ijsvlet werd gebruikt om het kontakt met de vaste wal te onderhouden. Helemaal rechts de post- 1896 werd de zeilschuit vervangen door een schipper, Jo Bays. Voorin de vlet lag de "leeuwerik", een kruik jenever, die af en toe rondging om de petroleummotorboot. Als de zee bij strenge moed erin te houden. winters praktisch dichtgevroren was, kon ook beurtschipper een nieuw bestaan op te bou- deze motorboot niet varen. Dan werden de wen, anderen gingen de wierwinning in. overtochten gemaakt met de ijsvlet. Dat bete- (Op de huidige IJsselmeerkaart heet de betonde kende dan varen tussen de ijsschotsen door. geul vanaf de sluizen van Den Oever richting het Alsmen dan bij vast ijs kwam, waardoor men IJsselmeer nog steeds Wieringer Vlaak, de beton- niet verder kon, dan werd de ijsvlet met ver- ning heeft de letters wv.) eende krachten op het ijs getrokken om al duwend en glijdend over het ijs verder te gaan. Wierwinning De juiste benaming voor de plant Zostera Lichterschipperij Marina is zeegras. In de volksmond werd ech- De perifere ligging van Wieringen gold niet ter meestal van zeewier of wier gesproken. op alle gebied. In de zeventiende en achttien- Zeegras groeide in enorme velden op de ondie- de eeuw waren er voor de overzeese handel pe slikplaten rond Wieringen. De wierwin- van en naar Amsterdam twee zeegaten ning was seizoenswerk in de zomerperiode; belangrijk: het Vlie en het Marsdiep. De route het werd gemaaid in juli en augustus. Hoe lang via het Marsdiep liep langs de oostelijke punt de maaiperiode duurde, was afhankelijk van van Wieringen. Op weg naar Amsterdam de toestand in de visserij. Als de visserij goed kwamen de schepen ondiepten tegen bij het was, bleef men eigenlijk liever vissen. De vis- Wieringer Vlack en bij Pampus. Naarmate de sers trokken met hun zeilschepen naar de schepen groter werden, kon een toenemend wierwaarden waar ze met half tij aankwamen. aantal in beladen toestand niet meer over Len Wi~ringer L'iohter I Eerst spande men benedenstroom een schut- deze ondiepten komen. Deze schepen moes- wand om het gemaaide wier op te vangen. Het moesten vervolgens met zeilschepen naar de vaste wal worden vervoerd. Een belangrijk deel van het wier werd geëxporteerd naar Bel- gië,(Noord-jf'rankrijk en Duitsland. Eiland zonder haven Wieringen was als eiland wel volledig afhan- kelijk van scheepvaartverkeer, maar het heeft eeuwenlang geduurd voordat er een haven kwam. Ook in de negentiende eeuw had Wie- ringen, in tegenstelling tot de andere (toenter- tijd) Noord-Hollandse eilanden Urk, Marken, Texel,Vlieland en Terschelling, nog geen haven. Het ontbreken van een haven was een groot gemis. Er was geen beschutting met slecht weer en ook in winters met veel ijsgang in de Zuiderzee had men grote problemen om de schepen schadevrij te houden. Het lossen van schepen met benodigdheden voor het In de luwte van het wierhoofd liggen de aakjes en skuutjes tegen de dijk hun zeegras te lossen, de dijk eiland en het laden van pakken wier was vaak ligt er al vol mee. Let op de zeilen in de gei, giek omhoog voor meer werkruimte aan dek. onder water maaien van de taaie wierbladeren was heel zwaar werk, zwaarder nog dan vissen. Men had vier uur maaitijd per tij, daarna werd het water weer te hoog. Het opladen van het natte wier op de aak was ook een flinke klus. Daarna zo gauw mogelijk weer naar de haven waar de boeren wachten om het wier met kar- ren naar het land te rijden om het te laten dro- gen. Deze nauwe samenwerking tussen vis- sers en boeren is eigenlijk uniek te noemen. Na het drogen werd het wier in speciale per- sen geperst tot balen van vijftig kilo.