NERO DE STALLAERT JAREN

1967-19681967-1968

0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.indd 1 13/08/20 10:23 p Jan Spier en Kapitein Oliepul in niet eerder gepubliceerde tekeningen. Jan Spier en Oliepul Het ontoeval van de ‘deus ex machina’

“We hoeven ons geen zorgen te maken”, zegt Nero wanneer hij in ‘De blauwe walvis’ (1976) rustig op de golven dobbert. “Kapitein Oliepul komt wel opdagen met zijn ‘His Majesty’s Pull’. Dat is zo in ALLE verhalen van Marc Sleen. Toet, toet, en daar is hij. Hij speelt de rol van deus ex machina.” In de Stallaert-jaren van Nero kwamen deus ex machina’s Oliepul en Jan Spier ruimschoots aan hun trekken, nadat er jaren waren dat ze tussen de plooien van de pagina’s verdwenen leken. In het verhaal ‘De Gulfstreum’ uit deze integrale speelt Oliepul zelfs een sterrol.

– Noël Slangen en Yves Kerremans

© 2020 Matsuoka/Standaard Uitgeverij, Franklin Rooseveltplaats 12, 2060 Antwerpen Spektakelfilms, misdaadromans en strips maken duchtig kun je niet om de kunstige ingrepen heen die het toeval een gebruik van de zogenaamde deus ex machina. De uitdrukking handje helpen. Als in een film of strip de held zijn greep verliest Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing zijn uitdrukkelijk voor- verwijst naar een ‘goddelijke kracht’ die tussenkomt op een op een uitstekende rots en naar beneden stort, zal er altijd per behouden voor alle landen, ongeloofwaardig moment in het verhaal. Ze ontstond in de toeval een hooikar voorbijkomen. En als iemand op een brug

Voor meer info: klassieke oudheid, waar theaterstukken die volledig vastliepen van twee kanten belaagd wordt, kan je er donder op zeggen www.standaarduitgeverij.be doorgaans terugvielen op een god die op het toneel verscheen dat er net dan een schip onder de brug doorvaart, met een la- [email protected] om even het plot te ontwarren en tot een goed einde te bren- ding die een zachte landing garandeert. Met Kapitein Oliepul ISBN 978-90-02-27011-6 gen. Het leverde de toenmalige theaterschrijvers een verma- verhief Sleen op de voor hem zo typerende manier de deus ex D/2020/0034/83 ning op van niemand minder dan Aristoteles in zijn geschrift machina tot een running gag, met het ontblotende commen- ‘Poetica’. Niet dat het veel uitgehaald heeft, want ook vandaag taar van Nero in ‘De blauwe walvis’ als hoogtepunt.

0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.indd 2 13/08/20 10:23 NERO integraal 8.indd 1 13/08/2020 09:59 p Jan Spier en Kapitein Oliepul in niet eerder gepubliceerde tekeningen. Jan Spier en Oliepul Het ontoeval van de ‘deus ex machina’

“We hoeven ons geen zorgen te maken”, zegt Nero wanneer hij in ‘De blauwe walvis’ (1976) rustig op de golven dobbert. “Kapitein Oliepul komt wel opdagen met zijn ‘His Majesty’s Pull’. Dat is zo in ALLE verhalen van Marc Sleen. Toet, toet, en daar is hij. Hij speelt de rol van deus ex machina.” In de Stallaert-jaren van Nero kwamen deus ex machina’s Oliepul en Jan Spier ruimschoots aan hun trekken, nadat er jaren waren dat ze tussen de plooien van de pagina’s verdwenen leken. In het verhaal ‘De Gulfstreum’ uit deze integrale speelt Oliepul zelfs een sterrol.

– Noël Slangen en Yves Kerremans

Spektakelfilms, misdaadromans en strips maken duchtig kun je niet om de kunstige ingrepen heen die het toeval een gebruik van de zogenaamde deus ex machina. De uitdrukking handje helpen. Als in een film of strip de held zijn greep verliest verwijst naar een ‘goddelijke kracht’ die tussenkomt op een op een uitstekende rots en naar beneden stort, zal er altijd per ongeloofwaardig moment in het verhaal. Ze ontstond in de toeval een hooikar voorbijkomen. En als iemand op een brug klassieke oudheid, waar theaterstukken die volledig vastliepen van twee kanten belaagd wordt, kan je er donder op zeggen doorgaans terugvielen op een god die op het toneel verscheen dat er net dan een schip onder de brug doorvaart, met een la- om even het plot te ontwarren en tot een goed einde te bren- ding die een zachte landing garandeert. Met Kapitein Oliepul gen. Het leverde de toenmalige theaterschrijvers een verma- verhief Sleen op de voor hem zo typerende manier de deus ex ning op van niemand minder dan Aristoteles in zijn geschrift machina tot een running gag, met het ontblotende commen- ‘Poetica’. Niet dat het veel uitgehaald heeft, want ook vandaag taar van Nero in ‘De blauwe walvis’ als hoogtepunt.

0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.inddNERO integraal 8.indd 1 3 13/08/202013/08/20 10:2309:59 Ook wanneer onze helden gestrand zijn op een onbewoond eiland, of met de handen in het haar aan de kust van een of ander continent zitten, komt hij aangetuft met zijn sleepboot, zoals in ‘De IJzeren Kolonel’ (1957), ‘Kangoeroe-eiland’ (1961), ‘Nero tegen de F.F.F.’ (1968-1969) en ‘De zonen van Dracula’ (1983). Nero en co schakelen hem ook weleens in als ze vervoer over water nodig hebben, zoals in ‘De granaatslikker’ (1957), ‘De oliespuiter’ (1981) en ‘De teen van Salomon’ (1984). In ‘De Gulfstreum’ (2000) maken wij op de cover zelfs kennis met de diepste fantasieën van de kapitein. Willem-Joris of Honoree? Oliepul is altijd in kapiteinsuniform en heeft een meerschuimen pijp in de mond, die hij steeds ondersteboven rookt, wellicht omwille van het opspattende water. In de albums leren we dat hij geboren werd in Knokke-Heist en dat hij niet van land houdt. Ontoevallig in de buurt Hij komt enkel aan wal om deel te nemen aan de wafelenbak Het is 1954 als Oliepul voor het eerst opduikt in een op het einde van een Nero-album. Sleen geeft Oliepul twee Nero-verhaal. In ‘De groene Chinees’ (1954) ontfermt hij zich voornamen in de reeks: Willem-Joris in ‘De kolokieten’ (1994) over een wanhopig Petoetje dat denkt dat Nero door zijn en Honoree in ‘De Gulfstreum’ (2000). De kapitein drinkt ook schuld verdronken is. Oliepul maakt met hem een verre tocht graag jenever of borrels waardoor hij regelmatig lichtelijk aan- om Nero en Madam Pheip uiteindelijk in Japan te vinden. Vanaf geschoten aan het roer van zijn sleepboot staat. dan zal Oliepul onherroepelijk in de buurt zijn wanneer Nero In 2014 werd Oliepul in de schijnwerpers gezet met een en gezelschap weer eens ronddobberen op een van de zeven Antwerpse stripmuur aan het pleintje bij de verbreding van wereldzeeën. De aarde bestaat dan wel voor drie vierde uit de Kloosterstraat, vlak bij de Schelde. De eenennegentig- water, maar als onze helden in dat water terechtkomen, is jarige Sleen kwam samen met echtgenote Catharina Kochuyt Oliepul geheid per (on)toeval in de buurt. Zo redt hij hen persoonlijk kijken hoe zijn stripheld Nero, samen met Petoetje onder andere uit de oceaan in ‘Het zevende spuitje’ (1963), en Petatje en kapitein Oliepul, in volle glorie schitterde op wat ‘De paarse futen’ (1966-1967), ‘De blauwe woestijn’ (1968), tot voor kort nog een grauwe zijgevel van een appartements- ‘De blauwe walvis’ (1976) en ‘De dolle vloot’ (1976). gebouw was. Het was al de derde stripmuur voor Sleen, na Brussel en Hasselt.

p Helft van de Antwerpse stripmuur waarvoor Dirk Stallaert zich baseerde op Sleens aankondigingstekening van ‘De oliespuiter’ uit 1981.

0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.inddNERO integraal 8.indd 2 4 13/08/202013/08/20 10:2309:59 NERO integraal 8.indd 3 13/08/2020 09:59 Ook wanneer onze helden gestrand zijn op een onbewoond eiland, of met de handen in het haar aan de kust van een of ander continent zitten, komt hij aangetuft met zijn sleepboot, zoals in ‘De IJzeren Kolonel’ (1957), ‘Kangoeroe-eiland’ (1961), ‘Nero tegen de F.F.F.’ (1968-1969) en ‘De zonen van Dracula’ (1983). Nero en co schakelen hem ook weleens in als ze vervoer over water nodig hebben, zoals in ‘De granaatslikker’ (1957), ‘De oliespuiter’ (1981) en ‘De teen van Salomon’ (1984). In ‘De Gulfstreum’ (2000) maken wij op de cover zelfs kennis met de diepste fantasieën van de kapitein. Willem-Joris of Honoree? Oliepul is altijd in kapiteinsuniform en heeft een meerschuimen pijp in de mond, die hij steeds ondersteboven rookt, wellicht omwille van het opspattende water. In de albums leren we dat hij geboren werd in Knokke-Heist en dat hij niet van land houdt. Ontoevallig in de buurt Hij komt enkel aan wal om deel te nemen aan de wafelenbak Het is 1954 als Oliepul voor het eerst opduikt in een op het einde van een Nero-album. Sleen geeft Oliepul twee Nero-verhaal. In ‘De groene Chinees’ (1954) ontfermt hij zich voornamen in de reeks: Willem-Joris in ‘De kolokieten’ (1994) over een wanhopig Petoetje dat denkt dat Nero door zijn en Honoree in ‘De Gulfstreum’ (2000). De kapitein drinkt ook schuld verdronken is. Oliepul maakt met hem een verre tocht graag jenever of borrels waardoor hij regelmatig lichtelijk aan- om Nero en Madam Pheip uiteindelijk in Japan te vinden. Vanaf geschoten aan het roer van zijn sleepboot staat. dan zal Oliepul onherroepelijk in de buurt zijn wanneer Nero In 2014 werd Oliepul in de schijnwerpers gezet met een en gezelschap weer eens ronddobberen op een van de zeven Antwerpse stripmuur aan het pleintje bij de verbreding van wereldzeeën. De aarde bestaat dan wel voor drie vierde uit de Kloosterstraat, vlak bij de Schelde. De eenennegentig- water, maar als onze helden in dat water terechtkomen, is jarige Sleen kwam samen met echtgenote Catharina Kochuyt Oliepul geheid per (on)toeval in de buurt. Zo redt hij hen persoonlijk kijken hoe zijn stripheld Nero, samen met Petoetje onder andere uit de oceaan in ‘Het zevende spuitje’ (1963), en Petatje en kapitein Oliepul, in volle glorie schitterde op wat ‘De paarse futen’ (1966-1967), ‘De blauwe woestijn’ (1968), tot voor kort nog een grauwe zijgevel van een appartements- ‘De blauwe walvis’ (1976) en ‘De dolle vloot’ (1976). gebouw was. Het was al de derde stripmuur voor Sleen, na Brussel en Hasselt.

p Helft van de Antwerpse stripmuur waarvoor Dirk Stallaert zich baseerde op Sleens aankondigingstekening van ‘De oliespuiter’ uit 1981.

NERO integraal 8.indd 2 13/08/2020 09:59 0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.inddNERO integraal 8.indd 3 5 13/08/202013/08/20 10:2309:59 Een onuitstaanbare Van Zwam Het probleem met krachtpatsers Oliepul was niet de eer- blauwe Blommebloem’ (1973) jongleert hij met aardappelzak- Vandersteen en Sleen hebben hetzelfde probleem met hun heden”, zegt Vandersteen in een dubbelinterview met Sleen in ste deus ex machina van ken van vijftig kilogram. Tijdens het verhaal ‘Moea Papoea’ krachtpatser: “De aardigheid en de spanning is er eigenlijk af TV Ekspres (1969). “Nero (...) is geen held die alles oplost”, Sleen. De allereerste was (1950-1951) meldt hij zich als vrijwilliger en vecht aan het als die verschijnt”, zegt Sleen. En ook Vandersteen noemt zijn vertelt Sleen in het Stripgids-interview van de legendarische detective Van Zwam, die zo Koreaanse front. Hij schakelt er eigenhandig drie tanks uit en Jerom ‘een probleem’: “Waar je hem in het verhaal brengt is stripcommentator Jan Smet. “Jan Spier zou dat wel kunnen, schrander was dat hij vol- neemt een heel bataljon tegenstanders gevangen. De negen- de oplossing nabij. Daarom moeten we regelmatig een mid- maar die gebruik ik bitter weinig omdat ik niet van een deus ex gens Sleen storend werd de dag wordt hij echter aan zijn knieschijf verwond en uitge- del vinden om hem uit te schakelen. Hij valt in slaap of moet machina hou, van die wondere mensen die het allemaal oplos- voor het verhaal: “Van schakeld. Sleen zet hem op die manier even op non-actief, toevallig weg. Je kunt hem niet meer wegdenken uit de reeks. sen. In deze wereld is het niet allemaal op te lossen.” Zwam werd op den duur samen met zijn Eskimo-echtgenote Minoetje Paapa, die hij Maar voor mij is hij een probleem. Hij heeft te veel mogelijk- onuitstaanbaar: hij kon heeft leren kennen op de Noordpool tijdens het verhaal met zijn loep aan de vinger- ‘De man met het gouden hoofd’ (1950). afdrukken op het gordijn zien dat er twee ontvoer- Jan Spier wordt weleens vergeleken met Jerom, die an- ders waren, een grote dik- dere krachtpatser uit de Vlaamse strip. Maar Sleen laat er ke en een kleine magere, waarvan de dikke op zijn zevende de geen twijfel over bestaan wie eerst was: “Vijf jaar voor Willy mazelen had gehad en de kleine op zijn tiende de wijnpokken. Vandersteen met Jerom op de proppen kwam, had ik al Jan Ik was dan ook verplicht hem somtijds over een stuk zeep te Spier, die met zijn linkerhand in de Gentse Veldstraat een tram laten uitglijden.” Toch maakt Sleen snel nadien dezelfde fout tegenhield, en met zijn rechterhand in Indië bomen ontwor- met de introductie van Jan Spier. In een interview uit 1949, met telde. Daarmee bedoel ik niet dat Vandersteen Jerom van Jan de titel ‘Een halfuurtje met Marc Sleen’, kondigt Sleen persoon- Spier gekopieerd heeft: vóór Jan Spier was er Popeye, en vóór lijk de komst van zijn nieuwe held aan: “Behoudens de neven- Popeye was er weer een andere krachtpatser. Stripfiguren zul- figuur van een sluwe, slechte, snode Braziliaan, (Piekhasso de len altijd wel gemeenschappelijke trekken hebben”, aldus Sleen verschrikkelijke), is er nog een persoon die voor de eerste maal in een interview met Humo in 1971. p Jan Spier blijkt niet onvermoeibaar te zijn in ‘De wortelschieters’ maar kan niet op begrip van Nero rekenen. optreedt en die voor een groot deel DE held zal zijn: Jan Spier, een buitengewoon sterke vent, afstammeling van Jan Breydel Onoverwinnelijk is Jan Spier niet: in ‘De wortelschieters’ en frietverkoper op de foor.” (1956) is hij na twaalf dagen en twaalf nachten roeien uitgeput. Ondanks zijn spiermassa houdt Jan Spier niet van geweld. De laatste afstammeling “Ik heb een hekel aan geweld. Ik leef in peis en vree met van Jan Breydel iedereen”, zegt hij in ‘De blauwe Blommebloem’ (1974). In Jan Spier is als laatste afstammeling van Jan Breydel inderdaad ‘De wortelschieters’ (1956) vergezelt hij Nero nog naar Los een krachtpatser. Hij tilt met één hand een olifant op in ‘De Ilhas Desertas, gelegen tegen de Azoren in de Atlantische hoed van Geeraard de Duivel’ (1950) en herhaalt dat kunst- Oceaan, waar zijn droom om op een onbewoond eiland je nog eens in ‘De muurloper’ (1995). In ‘De Zwarte Voeten’ een zalig leventje te hebben beloond wordt als hij van Nero (1951) niest hij het gemeentehuis van Veurne omver en in ‘De het eilandje cadeau krijgt en besluit er te blijven wonen. Niet voor lang echter, want in ‘De Nerovingers’ (1961) treffen wij hem al opnieuw aan in zijn frietkraam en trekt hij weer met Nero ten strijde voor een rechtvaardigere wereld. Een gouden frietkot Jan Spier en zijn frietkot zijn onafscheidelijk. Aan zijn frietkot verzamelen dikwijls personaliteiten zoals koning Boudewijn, koning Albert II, Jean-Luc Dehaene, Steve Stevaert... In ‘Het geheim van Jan Spier’ (1977) komt Nero erachter dat Jans frietkot volledig van goud is, als kleine zelfstandi- ge opgebouwd met jaren noeste arbeid. En misschien naar Vlaamse gewoonte nu en dan iets ‘in het zwart’, zoals Sleen ook ooit bekende dat hij voor Doris Dobbel door het middenstandsverbond NCMV handje contantje betaald p en Marc Sleen sieren samen de cover van TV Ekspres in 1977. werd, wat de reden was waarom hij die strips nooit signeer- de. In ‘Het geheim van Jan Spier’ (1977) voert Sleen een

0_Nero_Integraal8_titelpag_colofon_extra.inddNERO integraal 8.indd 4 6 13/08/202013/08/20 10:2309:59 NERO integraal 8.indd 5 13/08/2020 09:59 DE AVONTUREN VAN

LEOPOLD 5

Nero_integraal8.indb 35 13/08/20 08:33 LEOPOLD 5 FACTS & FIGURES

Voorpublicatie in de kranten van De Standaardgroep: 26/01/2000 t.e.m. 18/04/2000

Albumpublicatie door Standaard Uitgeverij: 29/11/2000

Volgnummer in de Standaardreeks: 152

Volgnummer in de volledige Neroreeks: 206

Albumaankondiging uit kwartaalfolder van Standaard Uitgeverij. 

 Albumreclame uit De Standaard en Het Nieuwsblad van 02 & 03/12/2000.

Nero_integraal8.indb 36 13/08/20 08:33 Nero_integraal8.indb 37 13/08/20 08:33 DE AVONTUREN VAN

DE ORDE VAN DE LANGE TENEN

Nero_integraal8.indb 73 13/08/20 08:33 DE ORDE VAN DE LANGE TENEN FACTS & FIGURES

Voorpublicatie in de kranten van De Standaardgroep: 19/04/2000 t.e.m. 14/07/2000

Albumpublicatie door Standaard Uitgeverij: 04/04/2001

Volgnummer in de Standaardreeks: 153

Volgnummer in de volledige Neroreeks: 207

Albumaankondiging uit kwartaalfolder van Standaard Uitgeverij. 

 Albumreclame uit De Standaard en Het Nieuwsblad van 02/04/2001.

Nero_integraal8.indb 74 13/08/20 08:33 Nero_integraal8.indb 75 13/08/20 08:33 DE AVONTUREN VAN

DE GULFSTREUM

Nero_integraal8.indb 111 13/08/20 08:34 DE GULFSTREUM FACTS & FIGURES

Voorpublicatie in de kranten van De Standaardgroep: 15/07/2000 t.e.m. 19/10/2000

Albumpublicatie door Standaard Uitgeverij: 11/07/200

Volgnummer in de Standaardreeks: 154

Volgnummer in de volledige Neroreeks: 208

Albumaankondiging uit kwartaalfolder van Standaard Uitgeverij. 

 Albumreclame uit De Standaard en Het Nieuwsblad van 12/07/2001.

Nero_integraal8.indb 112 13/08/20 08:34 Nero_integraal8.indb 113 13/08/20 08:34 DE AVONTUREN VAN

DE ERFENIS VAN MILLAFLOTTA

Nero_integraal8.indb 155 13/08/20 08:38 DE ERFENIS VAN MILLAFLOTTA FACTS & FIGURES

Voorpublicatie in de kranten van De Standaardgroep: 20/10/2000 t.e.m. 16/01/2001

Albumpublicatie door Standaard Uitgeverij: 19/09/2001

Volgnummer in de Standaardreeks: 155

Volgnummer in de volledige Neroreeks: 209

Albumaankondiging uit kwartaalfolder van Standaard Uitgeverij. 

 Albumreclame uit De Standaard en Het Nieuwsblad van 19/09/2001.

Nero_integraal8.indb 156 13/08/20 08:38 Nero_integraal8.indb 157 13/08/20 08:38 DE AVONTUREN VAN

KWEETNIE

Nero_integraal8.indb 193 13/08/20 08:39 KWEETNIE FACTS & FIGURES

Voorpublicatie in de kranten van De Standaardgroep: 17/01/2001 t.e.m. 12/04/2001

Albumpublicatie door Standaard Uitgeverij: 28/11/2001

Volgnummer in de Standaardreeks: 156

Volgnummer in de volledige Neroreeks: 210

Albumaankondiging uit kwartaalfolder van Standaard Uitgeverij. 

 Albumreclame uit De Standaard en Het Nieuwsblad van 28/11/2001.

Nero_integraal8.indb 194 13/08/20 08:39 Nero_integraal8.indb 195 13/08/20 08:39