BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief 3
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Nummer Toegang: BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief Het Nieuwe Instituut (c) 2000 This finding aid is written in Dutch. 2 Bruin, W. (Wieger) / Archief BRUX BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief 3 INHOUDSOPGAVE BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF......................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker.......................................................................6 Citeerinstructie............................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.........................................................................6 Archiefvorming.................................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer.............................................................7 Bruin, Wieger............................................................................................7 Bereik en inhoud............................................................................................13 Manier van ordenen.......................................................................................14 BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN........................................15 BRUX.110638271 Projecten...........................................................................15 BRUX.110456953 Bijlagen.............................................................................52 BRUX.110680160 Glaspositieven..................................................................60 BIJLAGEN............................................................................................. 75 BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief 5 Beschrijving van het archief Beschrijving van het archief Naam archiefblok: Bruin, W. (Wieger) / Archief Periode: 1920-1969, (1893-1971) Archiefbloknummer: BRUX Omvang: 31,18 meter Archiefbewaarplaats: Het Nieuwe Instituut Archiefvormers: Bruin, Wieger 6 Bruin, W. (Wieger) / Archief BRUX Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal doen. Citeerinstructie CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Bruin, W. (Wieger) / Archief, nummer toegang BRUX, inventarisnummer ... VERKORT: Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Bruin, W. (Wieger) / Archief (BRUX), inv.nr. ... Openbaarheidsbeperkingen OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Het archief is openbaar. BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief 7 Archiefvorming Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Bruin, Wieger BRUIN, WIEGER W. Bruin (1893-1971) Wieger Bruin geniet weinig bekendheid in de architectuur- en stedenbouwgeschiedenis.1 Dit is mede het gevolg van de bescheiden figuur van Bruin, maar ook van het 'onzichtbare' karakter van zijn werk, dat grotendeels bestaat uit wederopbouw- en uitbreidingsplannen. Bruin was als planoloog betrokken bij de inrichting van het nieuwe Nederland, eerst voor de Tweede Wereldoorlog in de Wieringermeerpolder, en daarna ook als 'wederopbouwer' in tal van door de oorlog gehavende gemeentes. Bruin heeft tal van gebouwen op zijn naam staan, maar de grootschalige, concrete invulling van zijn plannen liet hij vaak over aan andere architecten. Het archief van Wieger Bruin bevindt zich in het Nederlands Architectuurinstituut te Rotterdam en bestrijkt de periode 1920-1969. Helaas is het archief aangetast door brand-schade, waardoor niet alle stukken en tekeningen eenvoudig toegankelijk zijn. Deze complete oeuvrebeschrijving van Bruin, is gebaseerd op de geactualiseerde plaatsingslijst (2004) van het archief. De oorspronkelijke lijst van oude werknummers, opgenomen als bijlage van de inventaris (zie pagina 17), is zo consequent mogelijk aangehouden, en waar nodig aangevuld of gewijzigd met nieuwe gegevens. Hiaten in de werkenlijst zijn ontstaan doordat oude werknummers verwezen naar geschreven stukken (correspondentie, rapporten, supervisie) en derhalve als literatuur zijn opgenomen, of omdat meerdere werknummer zijn samengevoegd omdat ze hetzelfde object betreffen. Wat volgt is een summiere karakteristiek van Bruin en zijn werk, en een eerste aanzet tot een volledige oeuvre- en literatuurbeschrijving. Biografie Wieger Bruin werd geboren op 1 april 1893 te Groningen, en overleed op 12 juni 1971. Na de vijfjarige HBS ging hij naar de Academie voor Beeldende Kunsten te Den Haag waar hij de opleiding tot kunstschilder genoot, gevolgd door een avondstudie aan de Bouwkundige Afdeling van de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs te Amsterdam. Hierna was hij onder meer werkzaam bij ir. J. Gratama & G. Versteeg, ir. A.R. Hulshoff (chef de bureau), ir. J. Gratama en Van Gendt (bebouwing Middendamterrein Amsterdam). In 1923 vestigde hij zich als zelfstandig architect aan de Keizersgracht 756 te Amsterdam, in 1956 ging hij een associatie aan met H.T. Vink (Wieger Bruin & Vink) en in 1961 met W. van der Kuile (Wieger Bruin, Vink & Van der Kuilen). Op het kantoor van Bruin werkte voor kortere of langere tijd verschillende mensen die ook naam zouden maken als architect of stedenbouwer. Hiervan is S.J. van Embden waarschijnlijk de bekendste.2 Bruin trouwde met een Amerikaanse. Carrière tot aan de Tweede Wereldoorlog 8 Bruin, W. (Wieger) / Archief BRUX Bruins carrière als ontwerper loopt over twee periodes. In de eerste, die loopt van ca. 1920 tot aan de Tweede Wereldoorlog, profileerde hij zich als een 'klassiek' architect die villa's en woonhuizen ontwerpt. Na de oorlog concentreerde Bruin zich vooral op de planologische inrichting van Noord- Holland. Bruins woonhuizen en villa's uit de jaren twintig laten zich nog kenmerken door een landelijke opzet en een detaillering die doet verwijzen naar de Amsterdamse School stijl. Deze huizen werden gebouwd voor de nouveau-riche die zich buiten de grote steden vestigden en behuizing zochten die aansloot bij hun verlangen om 'buiten' te wonen. Opmerkelijk genoeg bouwde Bruin een reeks van deze huizen in het oosten van Nederland. Kenmerkend zijn de laag afhangende rieten kappen met wolfseinden, en de ogenschijnlijk willekeurig - of 'natuurlijk'- gegroepeerde bouwdelen. Goede voorbeelden van deze landhuizen zijn villa Delden in Enschede uit 1923 en villa Meyling in Hengelo uit 1925. In de jaren dertig richtte Bruin zich onder invloed van Granpre Molière steeds meer op het zogenaamde 'traditionele' Hollandse woonhuis, opgebouwd uit hoge kappen gedekt met pannen, een strenge gevelopzet en bakstenen muren. Van een geheel andere en grootstedelijke allure is Bruins woningbouwcomplex in de Transvaalbuurt te Amsterdam uit 1927, dat onderdeel was van de grootschalige uitbreiding van Amsterdam in de jaren twintig. Hier kwam een fraai vormgegeven complex van vier blokken van drie en vier bouwlagen hoog, gebouwd in opdracht van de gemeente. De houten betimmeringen op de kopgevels verraden Bruins voorliefde voor de landelijke stijl. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog raakte Bruin betrokken bij tal van stedenbouw-kundige (uitbreidings)plannen, in die tijd nog een redelijk onontgonnen vakgebied. Het betrof veelal wat kleinere gemeenten in Noord- Holland (Hoorn, Anna Paulowna, Texel), die zich wilden uitbreiden en waar Bruin ook na de oorlog en tot in de jaren zestig gevraagd zou blijven, en de inrichting van de Haarlemmer- en Wieringermeerpolders. Wieger Bruin in de Tweede Wereldoorlog en de Wederopbouw In de Tweede Wereldoorlog werden meer dan 70.000 woningen geheel vernietigd en was het grootste deel van de stedelijke infrastructuur onbruikbaar geworden. Al direct na de capitulatie van Nederland in 1940 werd op kleine schaal een begin gemaakt met de Wederopbouw; na de oorlog kwam de grote opbouw van de grond. Uitgangspunt was om in meerdere of mindere mate aanknoping te zoeken met wat er nog was of had gestaan, zonder hierbij in 'overdreven piëteit' voor het verdwenen erfgoed te verzanden. Bruin was bij tal van gemeenten betrokken, maar hij heeft zijn stedenbouwkundige invloed toch vooral op de Wederopbouw van het zwaar gehavende Den Helder laten gelden.3 Bruin was reeds voor de oorlog betrokken geweest bij de herinrichting van de marinestad, maar werd na het bombardement van juni 1940 als vaste adviseur van B & W aangetrokken, omdat toen het ontwerpen van een nieuw plan voor het centrum urgent werd. Bovendien werd aan het einde van de oorlog Oud Helder (het oude vissersdorp) door de bezetters afgebroken, waardoor Bruin na de oorlog met twee grote projecten binnen een stad te BRUX Bruin, W. (Wieger) / Archief 9 maken kreeg. Kenmerkend is de samenwerking tussen Bruin als stedenbouwkundige supervisor, en vaak lokale architecten die de eigenlijke woningbouw ontwierpen. Het nieuwe Den Helder kreeg uiteindelijk pas in de jaren vijftig en zestig gestalte, waarbij Bruins oorspronkelijke opvattingen en plannen vaak ver te zoeken zijn. Behalve de Wederopbouw, was het meest spectaculaire onderdeel van de naoorlogse Nederlandse ruimtelijke ordening ongetwijfeld de inrichting van de IJsselmeerpolders. Dit in 1919 opgerichte project werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Dienst der Zuiderzeewerken en had aanvankelijk als doel het agrarische bedrijf op de eerste plaats te stellen. Dit moest zo snel en effectief mogelijk gebeuren, wat zijn neerslag vond in de rechtlijnige opzet van het polderland en dorpen: boerenland met een strakke