<<

VECHTKRONIEK PAGINA 6

De geschiedenis van de gemeente

De gemeente Loenen, gelegen aan de , die door de leenmannen ontgonmer n en in cul heeft er niet altijd zo uitgezien als wij haar nu tuur gebracht moesten worden. Degenen die kennen. op deze manier grond in leen kregen, werden De gemeente bestaat in haar huidige vorm pas vaak ook begiftigd met rechtsmacht, rijns (het sinds 1 januari 1989 en omvat sindsdien de vol­ recht om grond in erfpacht uit te geven) en gende woonkernen: Nieuwersluis, het dorp tiendtecht (het recht op 1/10 van de opbrengst Loenen (met Oud Over en ), Loener- van de in pacht gegeven grond) in het sloot, en . betreifende gebied. Zo zijn de verschillende Niet alleen het grondgebied maar ook de gerechten ontstaan, waaruit later, veel latet, de bestuursvorm van de gemeente heeft in de loop gemeenten zouden voortkomen. der tijd de nodige veranderingen ondergaan. In het navolgende houden wij ons bezig met de Loenen en Nieuwersluis ontstaansgeschiedenis van de gemeente Loenen In het jaar 953 schonk koning Otto aan de en de tot haar huidige grondgebied behorende toenmalige bisschop van , Balderik van dorpen. Cleef, verschillende goederen welke voorheen Het gebied waarin Loenen, Nieuwersluis en in het bezit geweest waren van graaf Hatto, die ook de voormalige gemeenten I.oenersloot, in de streek Niftarlake en aangrenzende gou­ Vreeland en Nigtevecht zijn ontstaan, behoorde wen het gtavenambt bekleed had. In de schen­ oorspronkelijk tot het Frankische en later tot kingsakte van 21 april 953 vinden we de -naar het Duitse rijk. Het grondgebied was verdeeld alle waarschijnlijkheid- oudste vermelding van in gouwen; Loenen en de andere plaatsen de naam Lona (=Loenen). Aan de naam Lona behoorden tot de gouw Niftarlake, die waar­ worden verschillende betekenissen toegekend. schijnlijk de gehele , van Utrecht tot De meest aannemelijke verklaring is dat de Muiden omvatte. naam Loenen is afgeleid van het Duitse Door de invallen van de Noormannen in de 9e 'lo'=bos, met toevoeging van de uitgang 'na', en eerste helft van de 10e eeuw, was de macht zoals die wel in meet plaatsnamen voorkomt van de Duitse koning in het neder-rivieren- (Hatna=Houten; Marsna = ), en zich gebied ernstig verzwakt. Ambitieuze edelen, in de loop van de tijd heeft ontwikkeld tot zoals de eerste Hollandse graven, probeerden Lonen ('verhollandst') en vervolgens -in de uit­ zich in toenemende mate meester te maken van spraak- tot Loenen. Loenen zou haat naam dan koninklijke goederen, bevoegdheden en rech­ ontlenen aan haar ligging in een bosrijke omge­ ten. In de 10e en 11e eeuw stelden de Duitse ving. koningen zich tegen deze usurpaties teweer Naarmate de leenmannen van de bisschop van door de inzet van bisschoppen bij de handha­ Utrecht meer macht verwierven, stelden zij zich ving van het gezag. De koningen schonken de steeds onafhankelijker op. Al naar gelang de Utrechtse bisschoppen niet alleen veel grondge­ omstandigheden kozen zij in de conflicten tus­ bied, maar ook het daarbij behorende rechter­ sen de bisschop en de naburige graven partij, lijke en bestuurlijke gezag. Zo verwierven zij hetzij voor de bisschop hetzij voor diens tegen­ ook de wereldlijke macht. stander. In de gerechten Loenen, Loenerveen, Door de vele schenkingen kregen de bis­ Loosdrecht en Mijnden hadden de heren van schoppen een groot gedeelte van de huidige Amstel c.q. van Mijnden de rechtsmacht en de provincie Utrecht in bezit. De bisschop van genoemde rechten tijns en tienden in handen. Utrecht wilde het in zijn bezit gekomen gebied Vooral de familie van Amstel speelde -in de produktief maken en gaf -in ruil voor een deel sttijd tegen de Hollandse graven- hoog spel. De van de opbrengst- grote stukken gtond in leen Van Amstels verloten de sttijd. Hun goederen, VECHTKRONIEK PAGINA 7

waaronder het kasteel Kronenburg, werden ver­ gerecht Kronenburg; een smalle strook grond De schans bij Nieuwersluis beurd verklaard en bij Holland ingelijfd. De die dwars door het dorp naar de Vecht liep (met c. 1760. Rijksarchief Utrecht, bisschop van Utrecht was niet in staat dit te de zuidkant van de Brugsrraat en Grutterstraat Top. Atlas. voorkomen. als zuidelijke grens). In 1297 sloot de Hollandse graaf Jan een over­ Het grondgebied van het gerecht Loenen-Nieu­ eenkomst met de bisschop van Utrecht, waarbij wersluis grensde in het noorden aan het rechts­ bepaald werd dat een strook land langs de gebied van Nigtevecht; in het zuiden aan Breu- Vecht aan de bisschop zou blijven. Holland kelen en de Breukelerwaard; in het oosten kreeg een groot deel van de goederen, waar­ grensde het aan het Hollandse rechtsgebied van onder ook Loosdrecht, Mijnden en Loenen- Loenerveen en Mijnden, en in het westen gro­ Kronenburg. Het overig gedeelte van Loenen tendeels aan het gerecht Loenen-Kronenburg. bleef bij Utrecht. Zo werd I.oenen dus destijds Het grootste gedeelte van het eigenlijke dorp opgedeeld in een Utrechts en een Hollands ter­ Loenen lag op Stichts grondgebied, evenals de ritorium. Tot aan de Bataafse Revolutie in 1795 buurtschap Nieuwersluis. en zelfs nog daarna, werd Loenen onderschei­ Het ontstaan van Nieuwersluis houdt verband den in Loenen-Hollands gerecht=Loenen-Kro- met waterstaatkundige zaken. In de eerste helft nenburgs gerecht, en Loenen-Stichts gerecht= van de 15e eeuw werd -in verband met de Loenen-Statengerecht of ook wel: het gerecht afwatering- de Nieuwe Wetering gegraven als Loenen-Nieuwersluis. verbinding tussen de Vecht en de Kromme Het gerecht Loenen-Kronenburg besloeg onge­ Angstel. Ook werd er een nieuwe sluis ge­ veer de helft van het grondgebied van Loenen bouwd tussen de Vecht en de Nieuwe Weter­ op de westelijke oever van de Vecht, tussen de ing. Kennelijk was er ook een oude sluis: hier­ gerechten Breukelerwaard en Ter Aa in het zui­ over is echter niets bekend. De oudste den, de Angstel in het westen en de gerechten vermelding van 'Nije Sluse' zou dateren van en Vreeland (oorspronkelijk Nigte- 1448. De schepen tussen Utrecht en Amster­ vecht) in het noorden. De grens met Loenen- dam verlieten bij Nieuwersluis de Vecht en Stichts verliep tamelijk grillig. Op de 'Nieuwe kwamen dan, via de Kromme Angstel en het kaert van Loenen' is het grensverloop duidelijk Gein, op de Amstel uit. aangegeven. Daaruit blijkt dat de grond waarop Het fort Nieuwersluis stamt uit de tijd van de het kasteel Kronenburg stond, eveneens tot het 80-jarige oorlog. In de door stadhoudet Frede- gerecht Loenen-Kronenburg behoorde, als een rik Hendrik aangeleede Utrechtse waterlinie Hollandse enclave in Stichts gebied. Slechts een werden in 1629 een aantal versterkingen aange­ klein gedeelte van het dorp behoorde tot het legd, waaronder het fort Nieuwersluis. In 1673 VECHTKRONIEK PAGINA I

werd er door sradhouder Willem III een nieuw dorpskerk, gewijd aan Sint Ludgerus, lag op fort gebouwd en in 1746 vond een uitbreiding Hollands grondgebied. Na de hervorming was van het fort plaats in verband met de inval van de kerk in 1 578 voor de hervormde eredienst de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden. De opengesteld. De heren van Kronenburg bleven buitenplaatsen Jongerhoek en Beereveld ston­ -ook gedurende de 17e eeuw- rooms-katholiek. den hiertoe terrein af. In 1813, na de bevrij­ Zij behielden echter het recht van predi­ ding van de Fransen, werd de grondslag gelegd kantsbenoeming in de hervormde kerk (patro- voor de nieuwe Hollandse waterlinie. Ook naatsrecht). Voor de katholiek gebleven inwo­ Nieuwersluis maakte hiervan deel "uit. In 1851 ners stichtte Alexandrina van Stepraedt, vrouwe werd op de westoever van de Vecht een bom­ van Kronenburg, in 1652 een houten kerkje te vrije toren gebouwd met daaromheen een Slootdijk. Behalve het patronaatsrecht van de gracht. In de jaren 1880-1882 werden er remi­ hervormde kerk, bezaten de heren van Kronen­ ses en een kazerne bijgebouwd. Op de oost­ burg ook het recht van tolheffing op de Vecht- oever -op Loosdrechts grondgebied- begon brug. men in 1877 met de bouw van de Pupillen- Voor de inwoners was de verdeelde ligging van school, thans strafkamer Willem III. Nieuwer­ Loenen op zowel Hollands als Utrechts grond­ sluis is nooit een zelfstandig gerecht geweest; gebied vaak zeer verwarrend. Zo waren de voor­ het heeft vanoudsher bij Loenen gehoord. Het schriften en belastingen verschillend, afhanke­ omvatte -behalve het bovengenoemde- slechts lijk van waar men woonde. In het toch enkele huizen en winkeltjes. De huidige brug- betrekkelijk kleine dorp waren twee recht- wachterswoning dateert van 1672 en had oor­ huizen; het gemeente-huis aan de huidige spronkelijk de functie van gemeenlandshuis. Rijksstraatweg, daterend van 1720, was tot Het waterschap oefende van hieruit zijn 1811 het rechthuis van Loenen-Nieuwersluis. bestuurstaak uit. Schuin daartegenover bevond zich het raad-of Loenen was destijds dus in tweeën gedeeld. rechthuis van I.oenen-Kronenburg, dat rond Loenen-Nieuwersluis (het Utrechtse gedeelte 1700 in opdracht van de heer van Kronenburg dus) was verreweg het belangrijkste gerecht. werd gebouwd. Tussen 1811 en 1838 zou dit Het omvatte behalve het grootste gedeelte van rechthuis dienst gedaan hebben als gemeente­ het dorp ook de meeste buitens. Maar de oude huis voor de -inmiddels samengevoegde-

Beek en Hoff, door P.J. Lutgers. Rijksarchief Utrecht, Top. Atlas. VECHTKRONIEK PAGINA 9

Het rechthuis annex logement vân Kronenburg, door P.J. Lutgers. Rijksarchief Utrecht, Top. Atlas. gemeente Loenen. Sinds 1838 fungeert het naamde bisschopsgerechten kwamen nu onder oude rechthuis van Loenen-Nieuwersluis (aan­ de landsheer. Ten tijde van de Republiek vankelijk gedeeltelijk) als gemeentesecretarie (1581-1795) kwamen deze gerechten onder de van Loenen. In de loop van 1995 zal het deze Staten van Utrecht. Loenen-Nieuwersluis was functie definitief verliezen; de gemeente Loe­ lange tijd zo'n Statengerecht; hier vertegen­ nen zal alsdan haar bestuurlijke taak uitoefenen woordigde de schout direct de Staten. In 1714 vanuit het aan de Dorpsstraat gelegen pand vetkochten de Staten van Utrecht bij openbare Beek en Hoff, dat in de 18e eeuw ook het huis verkoop een dertigtal ambachtsheerlijkheden, was van IJsbrand Kieft Balde, heer van Loenen met alle bijbehorende rechten. Loenen-Staten- en Kronenburg. gerecht werd gekocht door Christiaan van Per- Loenen-Kronenburg en Loenen-Nieuwersluis sijn voor 6100 gulden. In 1754 kwamen de bei­ waren beide heerlijkheden. Een heerlijkheid de gerechten in handen van één heer; IJsbrand kan kortweg omschreven worden als 'over­ Kieft Balde werd toen eigenaar van de heerlijk­ heidsgezag in particuliere handen'. Een heerlijk heid Kronenburg, nadat hij eerder al de heer­ recht was een overheidsrecht dat werd verkocht, lijkheid Loenen-Nieuwersluis had gekocht van in leen gegeven of verpacht, en waarop geleide­ de weduwe van zijn broer, Jan Balde. Bestuur­ lijk een erfelijk recht ontstond. Op het platte­ lijk bleven het echter tot 1811 twee afzonder­ land waren de heerlijke rechten vrijwel steeds lijke gerechten. met een bepaald grondbezit verbonden en wer­ Er bestonden twee soorten heerlijkheden: lage den met dit bezit vethandeld. en hoge. In een lage heerlijkheid, ook wel In het gewest Utrecht heeft de bisschop er ambachtsheerlijkheid genoemd, bestond de be­ voortdurend naar gestreeld om zoveel mogelijk voegdheid om civiele zaken alsmede de lichtere heerlijkheden in eigen handen te houden. Het strafzaken te berechten. In de hoge heerlijkheid wereldlijk bestuur van de bisschoppen van (of vrije- of halsheerlijkheid) konden ook Utrecht heeft geduurd tot 1 528. De toenmalige zwaardere misdrijven worden berecht, zoals die bisschop Hendrik II van Beieren, die zich niet waarop lijfstraffen en zelfs de doodstraf ston­ kon handhaven in de strijd tussen Karel V en den. Loenen-Kronenburg was zo'n hoge heer­ de hertog van Gelre, heeft toen de wereldlijke lijkheid. macht overgedragen aan Karel V. De zoge­ In deze tijd was er nog geen sprake van een VECHTKRONIEK PAGINA 10

scheiding van bestuur en rechtspraak. Beide voornamelijk in de landbouw; later -in de loop taken waren in de heerlijkheid verenigd in het van de 19e eeuw- steeds meer in de veeteelt en gerecht, opgevat als college van schout en sche­ zuivelbereiding. Daarnaast waren er wat kleine penen, dat fungeerde als rechterlijk college en fabriekjes en werkplaatsen, zoals de fabriek van als bestuursorgaan. De schout werd benoemd Tijssen en Kruseman aan de Dorpsstraat (in de door de (ambachts-)heer; de schepenen werden tuin van Beek en Hoff), waar de kleurstoffen gekozen uit de gegoede dorpsgenoten. Zij beenzwart en mineraalblauw werden vervaar­ moesten zijn 'mannen met eere, van goede digd. Ook het toerisme votmde een aardige name ende fame'. De schout werd beschouwd bron van inkomsten voor de inwoners van Loe­ als de plaatsvervanger en vertegenwoordiger nen. Ondanks dit alles nam het aantal inwoners van de heer, de schepenen als de vertegen­ niet opzienbarend toe. In 1900 waren er 1386 woordigers van de gehele dorpsgemeenschap. inwoners en in 1943 waren het er 1530, waar­ Tezamen vormden zij het plaatselijk bestuur. van er 900 in het dorp Loenen, 470 in Nieu- Gewoonlijk waren er vijf à zeven schepenen; zij wersluis en 160 in de buurtschap Slootdijk hielden geen vaste zittingen maar kwamen bij­ (Kerklaan) woonden. Het gemeentebestuur een zodra er zaken geregeld moesten worden. schreef in 1943: 'In de gemeente komen betrek­ De bestuurlijke taak was overigens vrij beperkt kelijk veel renteniers en gepensioneerden voor; en bepaalde zich voornamelijk tot het beharti- een welvarende middenstand en eenige villabe­ gen van waterstaatsbelangen en de inning van woners'. belastingen. De gemeente Loenen, zoals die sinds 1819 Na de Bataafse revolutie in 1795 werden de ge­ bestond, besloeg 1004 hectare grond en werd rechten omgezet in municipaliteiten ofwel begrensd door de gemeenten Loosdrecht, Vree­ gemeentebesturen. De politieke rechten van de land, Loenersloot, Ruwiel en -Nijen- ambachtsheren werden evenals andere 'heer­ rode. Deze situatie bleef lange tijd ongewijzigd. lijke' rechten afgeschaft. Bestuur en rechtspraak In 1952 vond een grenswijziging plaats met werden sttenger gescheiden; in 1811 verloren Loosdrecht waarbij de Loosdrechtse gebiedsde­ de gemeentebesturen hun rechterlijke taak len aan de westkant van de plassen, Oud Over geheel en functioneerden vanaf dat ogenblik en Mijnden, bij Loenen kwamen. Later, in alleen nog als bestuursorganen. 1989, werden het recreatieschap Mijnden en Bij decreet van Napoleon van 21 oktober 1811 een gedeelte van de Bloklaan weer bij Loos­ werden Loenen-Kronenburg (Hollands) en drecht gevoegd. Loenen-Nieuwersluis (Stichts) verenigd tot één Met ingang van 1 april 1964 werd de toen­ gemeente Loenen. Tot Loenen-Stichts be­ malige gemeente Loenen opgeheven; samen hoorden op dat moment ook Loenersloot, met de opgeheven gemeenten Vreeland en Loe­ Oukoop en Ter Aa; deze werden bij Koninklijk nersloot (gedeeltelijk: Oukoop en Ter Aa gingen Besluit van 14 november 1815 weer van Loenen naar Breukelen) werd nu een nieuwe gemeente afgescheiden. Onder Loenen-Hollands vielen Loenen gevormd. Door de gemeentelijke her­ toen ook -korte tijd- Mijnden en Oud Over; bij indeling was het aantal inwoners fors gestegen. wet van 19 mei 1819 werden deze buurtschap­ Telde de gemeente Loenen in 1963, dus vóór de pen verenigd met Oud- en Nieuw-Loosdrecht. herindeling 3380 inwoners, op 1 januari 1965 Bij Koninklijk Besluit van 1 mei 1817 wetd de waren dit er 5553. Anders dan de haar omrin­ samengevoegde gemeente weer gesplitst in twee gende, kleine gemeenten werd Loenen niet met afzonderlijke gemeenten Loenen-Kronenburg opheffing bedreigd maar heeft zij steeds gepro­ en Loenen-Nieuwersluis. Met ingang van 1 fiteerd van de trend tot gemeentelijke her­ oktobet 1819 wenden de beide gemeenten indeling. Ook in 1989 was dit weer het geval, definitief samengevoegd tot één gemeente Loe­ toen met ingang van 1 januari de opgeheven nen, die in haar geheel onder de provincie gemeente Nigtevecht bij Loenen kwam. Ook Utrecht ressorteerde. nu weer nam het aantal inwonets flink toe: van De in 1819 gevormde gemeente Loenen was 6849 op 1 januari 1988 tot 8207 op 1 januari een kleine plattelandsgemeente. Eind december 1989. Sindsdien nam het aantal inwoners 1850 telde de toenmalige gemeente 1056 inwo­ gestaag toe. Op 31 december 1993 bedroeg hun ners. Zij vonden hun middelen van bestaan aantal in totaal 8424; waarvan 4085 in het dorp VECHTKRONIEK PAGINA 11

Gemeente-kaartje van Kuyper, 1866. Prentencollectie gern. Loenen.

v UK vor mr tl VECHTKRONIEK PAGINA 12

Loenen, 478 in Nieuwersluis, 552 in Loener- Utrecht. In 1329 wordt hij genoemd als burg­ sloot, 1818 in Vreeland en 1491 in Nigtevecht. graaf van 's bisschops residentieslot 'de Horst' Ondanks alle herindelingen behoort Loenen aan de Grebbe. Hendrick werd opgevolgd door -zoals uit het bovenstaande blijkt- nog steeds tot zijn zoon Gijsbrecht. Deze komt voor het eerst de kleine gemeenten. Of zij in de toekomst zelf voor in een door hem gegeven fundatiebtief het lot van de hierna beschreven, opgeheven ge­ van de kapel te Loenersloot van 1339, waarin meenten zal kunnen ontlopen? De tijd zal het hij zegt dat die kapel door zijn voorouders is leren. gesticht. Waren tot nog toe de betrekkingen met de bis­ Loenersloot schop van Utrecht van vriendschappelijke aard Zoals we zagen hadden de bisschoppen van geweest, met Splinter van Loenresloot zou dit Utrecht door de vele schenkingen grote delen veranderen. Splintet gedroeg zich namelijk als van de huidige provincie Utrecht in handen een echte roofridder. Toen hij in 1377 enige gekregen. Hiervan getuigt nog een lijst uit het burgers van Gouda in zijn kasteel gevangen jaar 960 waarin de landgoederen opgesomd hield, was dit in 1378 voor de Utrechtse bis­ staan welke tot dan toe aan de Utrechtse kerk schop aanleiding Loenersloot te belegeren. Al waren geschonken. Hierin worden verschil­ snel moest Splinter zich overgeven. Bepaald lende landerijen in de Vechtstreek genoemd werd dat het huis en de hofstede niet verder waaronder ook Lonaralaca. Onder Lonaralaca versterkt mochten worden. Loenersloot werd moeten we Loenersloot verstaan. Het woordje bovendien een leen van het Sticht Utrecht. De 'laca' (laato of leek) betekent omtrek, gebied of bisschop van Utrecht had zijn doel bereikt: het ook wel grens. Het woord 'sloot' in Loenersloot bedreigende Geldetse leen op zijn wereldlijk betekent ook grens. Zoals we hiervoor reeds grondgebied was uitgeschakeld en voortaan zagen werd Loenen vroeger aangeduid als Lona. leenroerig aan het Sticht. De naam Lonaralaca werd dan ook gebruikt In 1382 was er sprake van een bisschoppelijk voor de strook grond gelegen op de noord-wes­ leengoed Loenersloot, Oukoop en Ter Aa en telijke grens van het dorp Loenen, later bekend van een Gelders leengoed Loenersloot aan de als Loenersloot. andere kant van het Gein gelegen. Splinters Of er toen ook al sprake was van een huis en dochter Elsebee verkocht in 1429 het huis met een heer van Loenersloot is niet bekend. Even­ toebehoren, alsmede het gerecht Oukoop en min weten we precies wanneer en door wie het Ter Aa aan Boudewijn van Zwieten. Zijn ach­ kasteel is gesticht. Zeker is dat het reeds lange terkleinzoon Dirck van Zwieten vetkocht Loe­ tijd bestaan heeft, daar het geslacht Van Loen- nersloot in 1515 aan zijn buutman Amelis van resloot al in de twaalfde eeuw bekend was. In Mijnden, heer van Kronenburg. Na bijna een een oorkonde uit het jaar 1156 wordt Henricus eeuw in bezit geweest te zijn geweest van de de Lonreslothe genoemd als raadsman van het familie Van Zwieten, ging het bisschoppelijk kapittel van Sint Marie te Utrecht. De eerste leengoed ovet naar het geslacht Van Amstel van vermelding van een hof (curia) te Loenersloot Mijnden. Amelis van Amstel van Mijnden vinden we in het jaar 1258. In dat jaar droeg droeg het huis Loenersloot in 1534 over aan ridder Dirk Splinter van Loenersloot -waar­ zijn broer Jacob. Het was onder zijn bewind dat schijnlijk uit veiligheidsoverwegingen- zijn hof Loenetsloot -niet lang na de overdracht van de en goederen te Loenersloot op aan Otto II, wereldlijke macht- in 1 536 door de Staten van graaf van Gelre, en ontving die van hem in Utrecht tot ridderhofstad wetd verklaard. Een leen. Dit tot nu toe allodiale (niet-leenroerige) ridderhofstad moest aan verschillende voor­ goed werd dus nu een Gelders leen. Aangeno­ waarden voldoen: er moest een gtacht met men wordt dat in de eerste helft van de 13e ophaalbrug zijn rond het kasteel en de bewoner eeuw begonnen is met de bouw van het kasteel moest een edelman zijn. Hiertegenover stond en dat deze omstreeks het jaar 1300 voltooid het recht om deel te mogen nemen aan het was. gewestelijk bestuur van Utrecht (als lid van de 2e stand in de Staten van Utrecht, die daar de Dirk Splinter werd als heer van Loenersloot adel en het platteland vertegenwoordigde). opgevolgd doot zijn zoon Hendrick, die in Jacob's kleindochter Maria Johanna, in 1669 hoog aanzien stond bij de bisschop van VECHTKRONIEK PAGINA 13

De ridderhofstad Loenersloot c. 1760. Rijksarchief Utrecht, Top. Atlas.

met Loenersloot beleend, bracht door haar tegenover het slot. Na zijn dood kwam Loener­ huwelijk in 1679 met Pieter Reinier baron van sloot door erfopvolging in het gemeen­ Stepraedt, het kasteel in diens familie. Aange­ schappelijk bezit van Jan Hendrik Strick van zien de eigenaars niet op het kasteel woonachtig Linschoten en diens zuster Geertruid Johanna waren, werd het kasteel verschillende malen Antonia. Sedert de dood van Jan Hendrik in verhuurd. In 1766 werd het kasteel met toe­ 1828 was het slot Loenersloot uitsluitend in behoren verkocht aan Hendrik Willem van bezit van Geertruid, die het door haar huwelijk Hoorn, die er in 1767 mee werd beleend. Van met Paulus Hubert Martini Buys bracht in het Hoorn begon met de modernisering van het geslacht waarin het zich nu nog bevindt (laatste kasteel. Door de hoge kosten die hiermee eigenaresse is Magdalena Ferdinanda Maria gepaard gingen, raakte hij in financiële proble­ baronesse van Nagell-jonkvrouwe Martini men en zag zich gedwongen Loenersloot weer Buys). Van de heerlijke rechten resten alleen te verkopen. De koper was Andries Jan Strick nog het visrecht in het Gein, de Angstel de van Linschoten. In 1772 werd hij beleend met Geuzensloot en de Aa, dat zoals blijkt uit de "dat Huvs ende Hofstede van Loenersloot met 'Ghetuchenis' van 19 juni 1548 'voorst altit den lande tusschen de Oude Stevensbrugge behoert heft an den huese ende hofstede van ende Oudekoper Zuydwende, met den Dage- Loenresloet'. lijksen Gerechte van Loenresloot, Oukoop Na de overdracht van de wereldlijke macht ende van Ter Aa, met Thins, Thienden, Zwa­ door de bisschop van Utrecht in 1528, was de nendrift, Visserije daartoe behorende". Andries heerlijkheid Loenersloot samen met Oukoop Jan Strick van Linschoten ging voort met de en Ter Aa door de Staten van Utrecht aan­ verbouwing van het kasteel tot een gerieflijke, gewezen als een lage- of ambachtsheerlijkheid. eigentijdse buitenplaats, maar tegelijkertijd Het bezit van een heerlijkheid was niet alleen moest het middeleeuwse uiterlijk van de ridder­ van belang wegens het bezit van een stuk hofstad aan de buitenzijde zichtbaar blijven. grond, maar vooral vanwege het recht om et Ook beëindigde hij de bouw van het nieuwe overheidsgezag te mogen uitoefenen. In de rechthuis van Loenersloot, dat geplaatst was ambachtsheerlijkheid mocht de heer civiele- en tegenover de overblijfselen van de oude kapel, lichte strafzaken berechten. Daarnaast had de VECHTKRONIEK PAGINA 14

heer het recht om de schout en vijf schepenen gebied werd opgedeeld; het dorp Loenersloot van het gerecht te benoemen. De taken van het ging over naar de gemeente Loenen, de buurt­ gerecht waren bestuur en rechtspraak in het schappen Oukoop en Ter Aa werden bij de rechtsgebied. De ambachtsheerlijkheid van gemeente Breukelen gevoegd. Gelukkig hadden Loenersloot, Oukoop en Ter Aa strekte zich uit de inwoners hier geen bezwaar tegen de samen­ van Baambrugge in het noorden, langs de west­ smelting. Hoe anders zou dit gaan in het even­ zijde van de Kromme Angstel, tot voorbij het eens opgeheven Vreeland! dorp Ter Aa. In 1748 waren er in Loenersloot 38 huizen; in Ter Aa en Oukoop samen 16. Vreeland Na de Bataafse revolutie in 1795 verloren de De oudste sporen van de naam Vreeland in de gerechten hun rechtsprekende taak. Zij wer­ ons nagelaten bronnen dateren uit de 13e eeuw. den omgezet in municipale raden met alleen In zijn Historie van Floris V maakt Melis Stoke nog een bestuurlijke taak. Na de bevrijding melding van het op de grens van het bisdom van de Franse overheersing in 1813 werd hun Utrecht en het graafschap Holland gelegen plaats ingenomen door de gemeentebesturen. plaatsje. Hier werd in 1252 door de bisschop In 1798 was Loenersloot gesplitst: Ter Aa werd van Utrecht, Hendrik van Vianden, begonnen gecombineerd met een gedeelte van Ruwiel, met de bouw van een versterkt slot, om daar­ terwijl Loenersloot met Oukoop verenigd mee het Sticht Utrecht te beschermen tegen de werd met Abcoude-Baambrugge. In 1801 wer­ aspiraties van de heren van Amstel. In 1259 was den Loenersloot-Oukoop-Ter Aa weer ver­ de bouw van het slot voltooid. De bisschop gaf enigd tot een zelfstandig gerecht. Na in 1812 het de naam 'Vredelant', omdat het moest die­ korte tijd bij Loenen ingelijfd te zijn geweest, nen tot handhaving van de vrede in het Sticht. werd Loenersloot in 1815 samen met Oukoop Na zijn dood in 1267 werd bisschop Hendrik en Ter Aa een zelfstandige gemeente. De van Vianden begraven in de Domkerk (destijds gemeente Loenersloot omvatte het dorp Loe­ ook wel Sint Maartenskerk genoemd) te nersloot en de buurtschappen Oukoop en Ter Utrecht. Op zijn graf werden de volgende Aa. Zij grensde in het noorden aan Abcoude, woorden gebeiteld: "Struxi Martine, Vredelant in het westen aan de Angstel, en in het oosten pro pace tuorum, pace beatorum fruar ut en zuiden aan Loenen. tecum sine fine' ('Ik heb, oh Martinus, Vrede­ In 1828 vond een grenswijziging plaats waarbij lant gebouwd tot beveiliging van de uwen; de grenzen van Loenen, Loenersloot en Ruwiel opdat ik eeuwig met u de vrede der gelukzali­ zodanig werden gewijzigd dat Loenersloot niet gen geniete'). Overigens werd al in 1268, een meer uit drie afzonderlijke delen zou bestaan. jaar na de dood van de bisschop, het slot -welis­ Rond 1870 telde de gemeente 364 inwoners, waar tevergeefs- belegerd door Gijsbrecht van die hun bestaan vooral vonden in de veeteelt en Amstel. En door de opvolger van de bisschop, zuivelbereiding. De bevolking nam slechts Jan van Nassau, werd het kasteel nota bene ver­ langzaam in aantal toe. In 1900 woonden er in pand aan dezelfde heer van Amstel om wiens totaal 488 mensen, en op 1 januari 1963 waren beteugeling het gebouwd was. Al spoedig kwam dat er 711. Lange tijd bleven het grondgebied het kasteel weer in handen van de Utrechtse en de zelfstandige positie van de kleine gemeen­ bisschop, waarin het ondanks de voortdurende te Loenersloot, die bestuurlijk nauwe banden strijd, verpanding en belegering uiteindelijk onderhield met het aangrenzende Ruwiel, ook gebleven is. onaangetast. Het gebied van de gemeente had Evenals Loenen en Loenersloot, behoorde ook in 1940 grotendeels nog dezelfde omvang als het gebied van het latere Vreeland tot het het gerecht Loenersloot-Oukoop-Ter Aa in domeingoed langs de Vecht, dat door koning 1795. Vanaf 1950 ontstonden er geruchten Otto I in 953 aan de bisschop van Utrecht was over een op handen zijnde gemeentelijke herin­ geschonken. Alhoewel Vreeland in de bronnen deling. Her werd steeds duidelijker dat de zelf­ uit die tijd nog niet met name genoemd wordt, standige positie niet lang meer gehandhaafd is het aannemelijk dat hier ook reeds vóór de zou kunnen worden. Met ingang van 1 april periode van de grote ontginningen (11e, 12e 1964 was het dan zover; Loenersloot weid als eeuw) sprake was van een nederzetting. In zijn zelfstandige gemeente opgeheven. Het grond­ proefschrift 'De Stichtse ministerialiteit en de VECHTKRONIEK PAGINA 15

ontginningen in de Utrechtse Vechtstreek' ver­ Hij werd in 1648 opgevolgd door zijn zoon onderstelt Buitelaar dat op de plek waar in de Gerard van Reede. Na zijn dood kwam de 13e eeuw het kasteel en het stadje Vreeland zijn heerlijkheid aan diens dochter Anna Elisabeth, gebouwd, een nederzetting met de naam Dors- die huwde met Hendrik Jacob van Tuyll van sen was gesitueerd, en wel op grond van de Serooskerken, heer van o.m. Zuilen, West­ namen van het Dorsseveen en de Dorssewaard, broek, Nederhorst, Overmeer, en een paar jaar beide grenzend aan de oost- en noordoostzijde later ook van Nigtevecht. In 1674 werd de bele­ van Vreeland. Na de stichting van het kasteel en ning van Hendrik Jacob van Tuyll van Seroos­ het stadje Vreeland is de naam nog levend kerken met de hoge heerlijkheid Vreeland door gebleven als familienaam. Zo verkocht ene de Staten van Utrecht als zodanig erkend. Op Nicolaas van Dorssen in 1297 44 morgen zijn verzoek werd Vreeland in 1680 door de land, verspreid over verschillende percelen, niet Staten van Utrecht tot ridderhofstad verklaard. toevallig alle gelegen in de directe omgeving Dit betekende voor de heer dat hij zitting kreeg van Vreeland, aldus Buitelaar. in de ridderschap, die deel uitmaakte van de Op grond van uitvoerig bronnenonderzoek Staten van Utrecht, het gewestelijk bestuur dus. komt Buitelaar tot de conclusie dat Vreeland Voorwaarde voor dit alles was echter het bezit destijds is gesticht op de linkeroever (westzijde) van een ridderhofstad. Van Tuyll liet de grond­ van de Vecht, in een ruime bocht van deze slagen hiervan leggen op de plaats waar destijds rivier, in het rechtsdistrict en de parochie van het kasteel had gestaan. Tot de eigenlijke bouw Nigtevecht. In zijn visie is de huidige loop van is het echter nooit gekomen. Twintig jaar later, de Vecht door Vreeland in feite de verbinding in 1694, verkocht hij de heerlijkheid Vreeland die is gegraven tussen het noordelijk en het zui­ bij openbare veiling aan Pieter Reaal, die sinds delijk deel van deze bocht in de Vecht, zodat 1685 tevens heer van Nigtevecht was. Diens het stadje ook aan de westzijde was voorzien zoon Jan stierf in 1740 kinderloos. Vreeland van een vestinggracht. Het vestingstadje Vree­ ging nu over in handen van Pieter's zuster land met het bijbehorende rechtsgebied zou Sophia Reaal, getrouwd met Daniël Hooft. dan in de 13e eeuw van het bisschoppelijk terri­ Hun oudste zoon Gerrit Hooft werd in 1743 toir van Nigtevecht zijn afgescheiden. de nieuwe heer van Vreeland. Na zijn (kinder­ Hoe het ook zij, feit is dat het plaatsje Vreeland, loos) overlijden in 1750 trad de laatste 'echte' bestaande uit het kasteel met de woningen van heer van Vreeland aan: zijn neef Daniël Hooft de daaraan verbonden mensen, door genoemde Gerritszoon (overleden in 1803). In de Franse bisschop Hendrik van Vianden in het jaar 1265 tijd werden zoals gezegd de heerlijke rechten tot stad was verheven. Het verleende stadsrecht ten aanzien van het bestuur in de gemeenten was hetzelfde als dat van de stad Deventer! afgeschaft. Sindsdien bestond de naam 'heer Door de opvolgers van de bisschop werden de van Vreeland' nog slechts als eretitel. Een ereti­ stadsrechten alsmede het recht van hoge heer­ tel die overigens tot in de 20e eeuw in de fami­ lijkheid telkenmale bevestigd. En in 1536 (en lie Hooft zou blijven, totdat in 1927 de heer­ ook later nog) werd Vreeland ook door de Sta­ lijkheid -althans wat daar nog van over was- bij ten van Utrecht als stad erkend. publieke verkoop in Hotel der Nederlanden Nadat keizer Karel V het wereldlijk gezag van werd verkocht. de bisschop van Utrecht had overgenomen, werd op zijn bevel het slot in 1529 gesloopt (de Het kenmerk van een heerlijkheid was niet afbraak werd gebruikt voor de bouw van kasteel zozeer het bezit van een stuk grond maar de Vredenburg in Utrecht). Omstreeks 1550 wer­ bevoegdheid er overheidsgezag te mogen uit­ den door de burgers de singels van het stadje oefenen door middel van bestuur en rechtspraak gesloopt en werd Vreeland gaandeweg een open (uitoefenen van gerecht). Vreeland was een hoge plaats. Daarna raakten zowel de titel van stad heerlijkheid; dit betekende dat ook zwaardere als de bijbehorende voorrechten in de praktijk misdaden mochten worden berecht. Naast de langzamerhand in onbruik. rechtspraak had het gerecht ook het dagelijks Vanaf 1631 was Godaard van Reede, die ook bestuur in het rechtsgebied tot taak. Het water- het grondgebied van Kortenhoef in bezit had, staatsbeheer en de belastinginning waren hierbij beleend met de hoge heerlijkheid van Vreeland. het belangrijkst. Het gerecht was jegens het gewest aansprakelijk voor de belastingopbrengst. VECHTKRONIEK PAGINA 16

BM ~ ét" ,. •" : ••:•! - ** , « .•'-::" f «FSV-

ffi^WPm^fe. s! • * #* KK^BwBat..-> -:,jf 'w^P^^i, ,^1 KIJP^ 9* '

| i. Wf^ •1

-«•|>:»^'~

Gezicht op Vreeland, 1749. Het gerecht van Vreeland bestond uit schout en omvatte naast de bebouwde kom ook de Dors- Rijksarchief Utrecht, zes schepenen. De schout was voorzitter van sewaard polder. Delen van het karspel (pa­ Top. Atlas. het plaatselijk gerecht, de schepenbank, en rochie) van Vreeland lagen op het grondgebied functioneerde tevens als een soort officier van van de ambachtsgerechten Kortenhoef en Nig- justitie. De schout werd evenals de gadermees- tevecht. Deze situatie gaf nogal eens aanleiding ter, de secretaris en de bode benoemd door de tot conflicten, vooral waar het ging om belas­ heer. Jaarlijks koos de heer van Vreeland drie tingheffing en -inning. In de 17e eeuw heeft schepenen uit een voordracht van het schepen­ het gerecht van Vreeland een deel van het college. De schepenen hadden twee jaar zitting. grondgebied van Nigtevecht (en een deel van Na de Bataafse revolutie in 1795 verloren de Kortenhoef) geannexeerd. gerechten hun rechtsprekende taak. Zij werden De gemeente Vreeland, zoals die na de bevrij­ omgezet in municipale raden met alleen nog ding in 1813 vorm had gekregen, grensde in een bestuurlijke taak. Na de bevrijding van de het noorden aan de gemeenten Nigtevecht en Fransen in 1813 werd hun plaats ingenomen Nederhorst den Berg, in het oosten aan de door de gemeentebesturen. In de Franse tijd gemeente Kortenhoef, in het westen aan het waren de heerlijke rechten inzake de benoe­ grondgebied van Abcoude-Baambrugge, en in ming van her gemeentebesuur afgeschaft. het zuiden aan de gemeente Loenen. Het Onder koning Willem I werd dit recht gedeel­ grondgebied van de gemeente bestond uit de telijk hersteld. Zo mochr de heer van Vreeland Dorssewaardpolder, de Hoekerpolder, de Voor- een voordracht doen aan de koning of de Staten burgse polder, en het dorp Vreeland. Daarnaast voor de benoeming van de burgemeester of de waren er nog enkele verspreid liggende huizen. leden van de raad. Met de invoering van de In 1852 telde de gemeente 644 inwoners, die nieuwe gemeentewet in 1851 werd dit echter hun middelen van bestaan voornamelijk von­ voorgoed verleden tijd. den in de veeteelt, de zuivelbereiding en in Het grondgebied van de heerlijkheid Vreeland mindere mate in de veenderij. Verder waren er VECHTKRONIEK PAGINA 17

kleine bedrijfjes, met name ook langs de Vecht, vecht zou dan eenvoudigweg 'langs de Vecht' waarin de plaatselijke bevolking werk vond. De betekenen. bevolking nam slechts langzaam toe; in 1900 Het dorp Nigtevecht was waarschijnlijk al waren er 876 inwoners, en in 1963, een jaar ouder. In 1297 werd hoogstwaarschijnlijk voor de opheffing, telde de gemeente 1407 gedoeld op Nigtevecht in een oorkonde waarin inwoners. Ten aanzien van het grondgebied was gesproken wordt over "t goet bi der Vecht' ter­ er eigenlijk weinig veranderd. Het gebied van wijl in een andere oorkonde dit goed omschre­ de gemeente was in 1940 nog even groot als dat ven wordt als 'bona iuxta Vechtem'. Het maak­ van het gerecht in 1795. In de Franse tijd was te vermoedelijk van oorsprong deel uit van het Vreeland steeds zelfstandig gebleven. De eerste, bisschoppelijk domeingoed in het noordelijk serieuze bedreiging van die zelfstandige positie deel van de Vechtstreek, waarvan het geslacht vond plaats in 1849. Voorgesteld werd om Van Amstel reeds in de 11e eeuw als hofmeier Vreeland samen met Nigtevecht, Loenersloot- van de bisschop het beheer heeft gevoeld. Ook Oukoop-Ter Aa, Ruwiel en Loenen op te laten de rijns en tiend van Nigtevecht kwamen in het gaan in een nieuwe gemeente Loenen. Er kwam bezit der Van Amstels. De rechtsmacht heeft de niets van. In 1851 rees het plan om Vreeland bisschop echter aan zichzelf gehouden. Dit is er samen te voegen met Nigtevecht. Maar in 1855 waarschijnlijk mede de oorzaak van dat toen na werden alle plannen in deze richting afgeblazen de moord op graaf Floris V in 1296, het roem­ vanwege het verzet der ingezetenen. Het zou ruchte geslacht Van Amstel zijn goederen moest een hele tijd duren voor Vreeland haar zelfstan­ afstaan aan Holland, Nigtevecht bleef ressorte­ digheid verloor. Maar in 1964 was het dan ren onder het Sticht Utrecht. zover. Met ingang van 1 april van dat jaar werd Bestuurlijk stond Nigtevecht dus evenals de Vreeland als zelfstandige gemeente opgeheven andere nederzertingen langs de Vecht onder de en samen met Loenersloot (althans het dorp) wereldlijke macht van de bisschop van Utrecht. bij de gemeente Loenen gevoegd. Ook nu was Na de overdracht van de wereldlijke macht in de samenvoeging zeer tegen de zin van de inwo­ 1 528, kwam het onder de landsheer Karel V, en ners van Vreeland. Vreeland had immers een vervolgens onder Philips II. Na de afzwering geheel eigen identiteit; de inwoners voelden er van Philips II als landsheer in 1581, namen de niets voor deze op te geven en op te gaan in het Staten van Utrecht de bestuursmacht over. Zij toch zo heel andere Loenen. Het tij was echter gaven in het vervolg ook de heerlijke rechten niet te keren. uit. Wanneer Nigtevecht een afzonderlijke heerlijkheid is geworden, is niet bekend. In 1676 weid zij als zodanig door de Staten van Nigtevecht Utrecht opgedragen aan Hendrik Jacob van De naam Nigtevecht komt -voorzover we Tuyll van Serooskerken, vrijheer van Vreeland weten- voor het eerst voor in een bisschop­ en heer van o.m. Zuilen, Westbroek, Nedehorst pelijke oorkonde van 7 oktober 1327, waarbij en Overmeer. Deze verkocht op zijn beurt in de Utrechtse bisschop Jan van Diest het kasteel 1685 de heerlijkheid Nigtevecht aan Pieter Vredeland in leen opdroeg aan de Hollandse Reaal, schepen der stad Amsterdam, wiens graaf Willem van Henegouwen. Bij het kasteel­ dochter Agatha getrouwd was met Joan Huvde- heerschap hoorde ook het bestuur over de coper. In 1722 werd Jan Elias Huydecoper schoutsaitibacfiten 'Vredeland, Nigtevecht, bevestigd als ambachtsheer van Nigtevecht. Zo Brokelede (Breukelen) en Märchen (Maarssen)'. kwam de heerlijkheid voor eeuwen in handen Over de betekenis van de naam Nigtevecht van de familie Huydecoper. En alhoewel de bestaan verschillende opvattingen. Sommigen heerlijkheden allang waren afgeschaft, noemde menen dat de naam Nigtevecht verband houdt de heer Huydecoper zich in de jaren zestig van met de bocht in de Vecht ('negte' afkomstig van deze eeuw nog altijd 'heer van Nigtevecht'. 'neigen' in de betekenis van bocht). Het plaatsje Nigtevecht was een lage- of ambachtsheerlijk- zou dan de naam 'Negtevecht' (^Nigtevecht) heid d.w.z. dat de heer slechts bevoegd was om hebben gekregen omdat de Vecht nergens zo'n burgerlijke zaken en lichte strafzaken te grote bocht maakt als hier. Meer waarschijnlijk berechten. Het gerecht van Nigtevecht dat lijkt het de verklaring te zoeken in het Gotische behalve de lage rechtspraak ook het bestuur 'nifter' dat 'achter' of 'langs' betekende. Nigte­ VECHTKRONIEK PAGINA 18

over het dorp tot taak had, bestond uit een ners over het ijs naar trachtten te vluch­ schout en twee schepenen, die om de veertien ten, staken de Fransen het dorp in brand, waar­ dagen op dinsdag 'des morgen ten thien uren bij de kerk, de pastorie, het rechthuis en verder preciselick' op de gewone plaats moesten ver­ (op één na) alle huizen en hofsteden over een schijnen 'om partijen recht en justicie toedoen'. gebied van ongeveer 10 kilometer in de as De ligging van Nigtevecht tussen de Hoeker- gelegd werden. Toen Van Tuyll van Seroosker- en Garsterpolder in het zuiden en de Over-Aat- ken in 1676 de Staten van Utrecht verzocht om veldse polder in het noorden, langs de Vecht en de heerlijkheid Nigtevecht aan hem op te dra­ bovendien nabij de Zuiderzee, was er de oor­ gen, beloofde hij zorg te dragen voor de weder­ zaak van dat waterstaatkundige zaken een opbouw van het dorp zodat ook de belasting­ belangrijke rol gespeeld hebben in de geschie­ heffing weer spoedig op gang zou kunnen denis van Nigtevecht. Het water uit de Zuider­ komen (een deel hiervan kwam aan de Staten). zee deed -vooral in het najaar- de Vecht soms zo In 1675 had Nigtevecht bovendien te lijden hoog worden dat hele gebieden, soms tot Breu- gehad van een zware dijkdoorbraak van de Zee­ kelen of Maarssen, onder water kwamen te burg- en Diemerdijk. De Staten van Holland staan. Daarom werd in 1437 in de bocht van de en Westfriesland besloten toen tot de bouw van Vecht bij Nigtevecht een keerdam of sluis een nieuwe sluis bij Muiden. Nigtevecht en gemaakt, de Hinderdam, om zo de waterstand Klein-Muiden hebben jarenlang in de kosten van de rivier met betrekking tot de Zuiderzee te daarvan bijgedragen. regelen. In de nabijheid van de dam werd een Iets ten zuiden van het dorp Nigtevecht bevond schans gelegd ter bescherming tegen vijande­ zich namelijk het gehucht Klein-Muiden. Er lijke aanvallen. De schans bleek echter niet stonden een paar boerderijen, ongeveer twintig bestand tegen de grote troep Fransen die in de huizen en er was een buitenplaats 'Oost en winter van 1672/73 dit verdedigingswerk bij de Het dorp Nigtevecht c. 1760. Vecht' genaamd, het latere raadhuis van Nigte­ Hinderdam veroverden. Het werd een ware Rijksarchief Utrecht, vecht. De bewoners behoorden tot de Hol­ ramp voor de Nigtevechters. Terwijl de inwo­ Top. Atlas. landse stad Muiden en waren met lusten en VECHTKRONIEK PAGINA 19

De brandschatting van Nigtevecht door de Fransen in de winter van 167211673. Rijksarchief Utrecht, Top. Atlas.

lasten daaraan verbonden. In 1819 werd Klein- Het gebied van de in 1818 gevormde gemeen­ Muiden van Noord-Holland afgescheiden en te Nigtevecht kwam grotendeels overeen met bij Nigtevecht gevoegd. het gebied van de vootmalige heerlijkheid. Lange tijd was er weinig veranderd aan de gren­ Gelegen langs de westzijde van de Vecht, strek­ zen van het getecht. Ook in het eerste jaar van te zij zich uit over een lengte van ongeveer 7,5 de Bataafse revolutie in 1795 vetanderde er wei­ kilometer, namelijk van de grensscheiding met nig. Enkele kleine gedeelten van Weesperkarspel Vreeland tot voorbij de Hinderdam. In het werden aan Nigtevecht toegevoegd. Toch bleef zuiden grensde de gemeente aan Loenersloot; voortdurend de dreiging van opheffing in de door de Indijk werd ze afgescheiden van lucht hangen en in 1798 bleef Nigtevecht alleen Abcoude en Baambrugge. zelfstandig vanwege het feit dat 's zomers het Nigtevecht was een kleine gemeente. Op 1 aantal inwoners steeg tot 400. In 1812 echter januari 1855 bestond de bevolking uit 411 zie­ werd de opheffing een feit, toen Nigtevecht len. De middelen van bestaan werden voorna­ samen met Overmeer aan Nederhorst den Berg melijk gevonden in de veeteelt. Maar velen werd toegevoegd. In 1815 beslisten Gedepu­ vonden ook werk op de buitenplaatsen, waar teerde Staten echter dat Nigtevecht weer zelf­ met name in de zomer veel gegoede lieden ver­ standig moest wotden, hetgeen drie jaar later blijf hielden. Nigtevecht was een vrij afgelegen ook gebeurde. In 1829 werd door de minister boerendorp en de bevolking nam slechts lang­ opnieuw een voorstel ten nadele van Nigte- zaam toe. Volgens de Volkstelling van 1900 vechfs autonomie gedaan; Gedeputeerde Staten woonden er in dat jaar 585 mensen. In januari wezen het voorstel af. Twintig jaar later rees het 1940 waren dat er 693. Bestond het dorp aan­ idee om de gemeenten Loenen, I.oenersloot- vankelijk ongeveer alleen uit de Dorpsstraat, Oukoop- Ter Aa, Ruwiel, Nigtevecht en Vree­ in de jaren vijftig werden er tal van nieuwe land samen te laten gaan, met Loenen als woningen bijgebouwd. In januari 1964 was hoofdplaats, en in 1851 gingen de gedachten het aantal inwoners toegenomen tot 1069. uit naar de samenvoeging van Nigtevecht en Het was en bleef echter een kleine gemeente. Vreeland. In 1854 besloot de minister maar Vandaar dat steeds weer de opheffing als zelf­ geen voorstellen meer in deze richting te doen, standige gemeente ter sprake kwam. In het omdat de Nigtevechtse bevolking bleef dwars­ begin van de jaren zestig wenden er plannen liggen als opheffing ter sprake kwam. Het duur­ gemaakt om Nigtevecht samen met Vreeland de dan ook geruime tijd voor de zelfstandigheid en Loenen op te laten gaan in een nieuwe van Nigtevecht opnieuw in het geding was. gemeente Loenen. Het ging echter niet door; VECHTKRONIEK PAGINA 20

toenmalig minister Toxopeus kwam tot de BRONNEN EN LITERATUUR conclusie dat de afstand en het gebrek aan een Algemeen goede verbinding het ondoenlijk maakten Nigtevecht bij Loenen te voegen. Vreeland - Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Neder­ landen, Gorinchem 1839-185l,dl.7, 8, 11 werd ingelijfd maar Nigtevecht bleef zelf­ - Buitelaar, A.L.P, De Stichtse ministetialiteit en de ontgin­ standig. Burgemeester Sprenger (tot 1 april ningen in de Utrechtse Vechtstreek, 1993 1964 tevens burgemeester van Vreeland) zorg­ - Hovy, J., Het bestuur van steden en dorpen in de provincie Utrecht tot 1795. Lezing gehouden door J. Hovy, archivaris de voor een nieuwe secretarie (tot dan toe was van de gemeente Amersfoort, voor de vergadering der Ver­ deze namelijk samen met die van Vreeland eniging van Gemeente-secretarissen in de provincie Utrecht op 24 oktober 1960 te Amersfoort gevestigd te Vreeland). Deze werd onder­ - Koen, D.T., Inventaris van de dorpsgerechten in de provin­ gebracht in de hiertoe geheel verbouwde villa cie Utrecht 1489-1811, Rijksarchief Utrecht 1985 'Oost en Vecht'. Dit bleef zo totdat met - Kuyper, J., Gemeente-Atlas van de provincie Uttecht, Leeuwatden 1868 (herdruk 1986) ingang van 1 januari 1989 Nigtevecht uitein­ - Nederland in vroeger tijd. 18e eeuwse beschrijving van ste­ delijk als zelfstandige gemeente werd opgehe­ den en dotpen in Nederland, deel X Utrecht, Zaltbommel ven en bij Loenen werd gevoegd. 1965 (herdruk uitgave 1772) - Perks, W.A.G., Geschiedenis van de gemeentegrenzen in de provincie Utrecht van 1795 tot 1940. In: Provinciale Alma­ Slotopmerkingen nak voor Utrecht (Mengelwetk), Alphen a/d Rijn 1962 Dit was dan in vogelvlucht de geschiedenis van Loenen en Niïeuwerslui s de gemeente Loenen, van het prille begin tot - Backet, J.A.F., Iets over het bestuur van Loenen, z.pl., 1895 aan de situatie van vandaag. De nadruk heeft in - Brouwet, F.E., Inventarissen van de archieven van de dit verhaal gelegen op de geschiedenis van het gemeente Loenen 1595-1943, Loenen 1993 bestuur en het grondgebied. Talloze -ongetwij­ - Etkelens-Buttingct, E.S.C., Inventaris van het archief van de heerlijkheid Kronenburg 1455- 1876, Rijksarchief feld veel interessantere- aspecten zijn niet aan Utrecht 1981 bod gekomen. Zoals het dagelijks leven van de - Linde, S. v.d., 1000 jaar dorpsleven aan de Vecht. Loenen inwoners; waarvan leefden zij, wat was hun a/d Vecht 953-1953, Loenen 1954 - Gemeente-archief Loenen 1811-1943 en 1944-1964 maatschappelijke positie, wie hadden het plaat­ selijk voor het zeggen, hoe zat het met de Loenersloot woningbouw, het onderwijs en de kerkelijke - Bouwman, W.P, Aantekeningen uit het Missaal he gezindheid? Dit zijn slechts enkele van de vele kasteel Loenersloot, Goes 1989 vragen die aan. de plaatselijke geschiedenis - Martini Buys, P.H.A., Schets van de geschiedenis van Loe­ nersloot. In: Jubileum-Jaatboekje van het Oudheidkundig gesteld kunnen worden. Om hierop antwoord Genootschap Niftarlake 1937, p. 1 -37 te kunnen geven zal eerst het nodige onderzoek - Meij, G.M.J. de, Inventaris van de archieven van de familie verricht moeten worden. In een volgend artikel Martini Buys 1559-1966 en het huis en de heerlijkheid Loenersloot 1569-1954, Rijksarchief Uttecht 1984 zullen wij ingaan op de verschillende aspecten - Schaik, J.W.C, v., Het kasteel Loenersloot. In: De woonste­ van de lokale c.q. regionale geschiedschrijving de door de eeuwen heen. Dtie maandelijks tijdschtift, 4e van onze streek en op de vraag welke archieven kwartaal-dec. 1992, nr.96, p. 19-32 hiervoor geraadpleegd kunnen worden. Onder­ Vreeland tussen hopen wij dat bovenstaand artikel zal - Backet, J.A.E, Vtedelant in vroeger tijden. Toespraak kunnen dienen als een soort naslagwerkje bij gehouden in de gemeenteraad van Vreeland op 27 maart het verdere onderzoek naar het vetleden van de 1894. Gedtukt hier beschreven dorpen. - Idem, Vreeland in de eerste jaten na de invoering van de Gemeentewet. Voordracht gehouden voor de gemeenteraad van Vreeland op 16okt.l896, Uttecht 1896 Fenna Brouwer - Steenhuis, J. en Offetmans, J., Inventaris van het archief van het gerecht Vreeland 1 574-181 1, Amstetdam 1985 - Gemeente-archief Vreeland 1811-1964 - Zie voor de families Van Reede en Van Tuyll van Seroos- kerken: Booy, E.P de, Inventaris van het archief van het huis Zuilen 1385-1951, Rijksarchief Utrecht 1990

Nigtevecht

- Pilger, B., Inventaris van de archieven van de gemeente Nigtevecht 1600-1942, Utrecht 1986 - Poolman, H., Nigtevecht. Onuitgegeven 1969 - Archief gerecht Nigtevecht 1600-1769 en gemeente-archief Nigtevecht 1944-1989