Achteruitkijkspiegels en periscopen van landbouwcoryfeeën

Achtergrondrapport bij Dero lva n kennis en belangenbehartiging in de agrosector

M. Pleijte en T.A.Vogelzan g

Altena, WageningenUR, en LEI, WageningenUR, Wageningen en DenHaag, 200C) Inhoud

Woord vooraf 5

1 Interview met Gerrit Braks 7

2 Interview met Harm Schelhaas 17

3 Interview met Willem Jan Laan 27

4 Interview met Jan Douwe van der Ploeg 37

5 Interview met Albert Jan Maat 47

6 Interview met 55

7 Interview met Pim Kooij 65

8 Interview met Gerrit Meester 73

9 Interview met Theo Meijer 79

10 Interview met Tjibbe Joustra 91

11 Interview met Rudy Rabbinge 97

12 Synthese van en reflectie op de interviews 105 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ ofopenbaa r gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder vooraf­ gaande schriftelijke toestemming van Alterra.

Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voort-vloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.

REFERAAT

M. Pleijte en T.A.Vogelzan g (2009). Achteruitkijkspiegels en periscopen van landbouwcoryfeeën

Achtergrondrapport bij: De rol van kennissysteem en belangenbehartiging in de agrosector. Wageningen en Den Haag, Alterra en LEI, Alterra rapport 1915,118 blz.

ISSN 1566-7197

Referaat: De Nederlandse agrarische sector is wereldwijd bekend om zijn kennissysteem en sterke belangenbehartiging. De afgelopen jaren is er veel veranderd in dit systeem: tal van nieuwe vormen voor het organiseren van het onderzoek zijn geïmplementeerd en er was ook sprake van veel veranderingen in de belangenbehartiging. Juist die veranderingen geven aan dat het systeem niet is vastgeroest. In dit achtergrondrapport geven elf landbouw coryfeeën hun opvattingen over het functioneren van de agrosector in het algemeen en het kennissysteem en de belangenbehartiging in het bijzonder in de toekomst en kijken hierbij ook naar het verleden en heden.

Trefwoorden: (agro-)belangenbehartiging, globaliseren, internationaliseren, (agro-) kennissysteem, landbouw­ organisaties, LTO Nederland, Ministerie van LNV, Nederlandse agrarische sector, OVO-drieluik, PBO-stelsel, productschappen, regionaliseren, Wageningen UR. Dit rapport is digitaal beschikbaar via www.alterra.wur. nl. Een gedrukte versie van dit rapport, evenals van alle andere Alterra-rapporten, kunt u verkrijgen bij Uitgeverij Céréales te Wageningen (0317-466666). Voor informatie over voorwaarden, prijzen en snelste bestelwijze zie www. boomblad.nl/rapportenservice

In opdracht van het ministerie van LNV (KB-7Transitieprocessen , instituties, bestuur en beleid) Alterra rapport 1915

ALTERRA WAG EN IN G EN

LE WAG EN IN GEN \ Yƒ • i rwiÇ Ditrappor ti see n achtergrondrapp°rt bi)het VV \J Kj X. v4- V \J \J I- Cl -L hoofdrapport: De rol van kennis en belangenbe­ hartiging in de agrosector. Een toekomstverken­ ning (LEI-rapport, 2009-071). In de periode juli tot en met september 2008 zijn met elf deskun­ digen interviews afgenomen over hun ervarin­ gen met belangenbehartiging en het kennissy­ steem in de agrosector in het verleden, heden en in de toekomst. Het doel van de interviews was tweeledig: 1) een toets (validatie) van de kennis van de pro­ jectteamleden (volledigheid, correctheid etc.) (kennis van de projectteamleden als vertrek­ punt); 2) achterhalen van relevante en praktische erva­ ringen van externe deskundigen (responden­ ten als vertrekpunt).

De inhoud van de hoofdstukken uit het hoofd­ rapport zijn getoetst door deskundigen van bui­ ten het projectteam te interviewen via een half- gestructureerde vragenlijst. Het ging vooral om het inventariseren van persoonlijke visies en niet om het uitdragen van formele organisatiestand­ punten. De interviews zijn afgenomen met erva­ ringsdeskundigen uit verschillende domeinen. Het ging daarbij om:

De politiek Gerrit Braks en Piet Bukman (Twee oud-minis- ters van LNV)

Het Ministerie vanLN V Gerrit Meester (Adviseur landbouwpolitieke vraagstukken van LNVe n voorzitter van het Landbouwcomité van de OESO) en Tjibbe Joustra (Ex-secretaris generaal van het ministerie van LNV)

De productschappen Harm Schelhaas (Oud-voorzitter van het pro­ ductschap Zuivel) en Theo Meijer (huidig voor­ zitter van het productschap Akkerbouw)

Het bedrijfsleven Willem-Jan Laan (Directeur Global Extern Af­ fairs bij Unilever) Maatschappelijke organisaties Albert fan Maat (Voorzitter van LTO Nederland) en tenslotte

De wetenschap Pim Kooij (sociale en economische geschiede­ nis (aan de RuG) en agrarische geschiedenis (aan Wageningen UR), }an Douwe van der Ploeg (Transitiestudies) en Rudy Rabbinge (Duurzame ontwikkeling en Voedselzekerheid).

Het hoofdrapport zou te omvangrijk worden als de interviewverslagen hierin integraal zouden zijn opgenomen. Anderzijds vonden wij het zonde als de visionaire interviews met de elf land- bouwcoryfeeën alleen 'samengevat' en 'vervormd in onderzoekstaal' beschikbaar zouden komen. De interviews bevatten zoveel interessant materi­ aal en verdienen het om zo authentiek mogelijk te worden weergegeven. Het zou om meerdere redenen, bijvoorbeeld voor vergelijkende of se­ cundaire analyses, zonde zijn om dit materiaal niet openbaar te maken en beschikbaar te stellen. Vandaar dat wij er voor kozen om een achter­ grondrapport te vervaardigen.

Om dit achtergrondrapport ook zelfstandig lees­ baar te houden, is het synthesehoofdstuk uit het hoofdrapport, waarin de onderzoekers reflecteren op de overeenkomsten en verschillen in visies van de landbouwcoryfeeën, ook in dit achter­ grondrapport opgenomen.

In dit achtergrondrapport presenteren we eerst de elf interviewverslagen. Het rapport wordt af­ gesloten met een synthese van en reflectie op de interviews.

Wij wensen u tenslotte veel leesplezier toe. Laat u meeslepen in de verschillende interessante beel­ den en gedachten van de elf landbouwcoryfeeën.

De auteurs Hoe kijkt u naar hetsucces uit hetverleden tot de omslagtijd, dieongeveer in uw verantwoordelijke ministeriëleperiode ingang is gezet? We beginnen 1 eigenlijk met eenvrij open vraag: hoeheeft belangen­ behartigingen hetagrosysteem volgens u bijgedragen aan deontwikkeling van deNederlandse land- en Interview met tuinbouwsector in het verleden?

Gerrit Braks Braks: "In het buitenland spreekt men graag over het Nederlandse landbouwmodel. Men sugge­ Sint Michielsgestel, 17jul i 2008 reert dat het uniek is, maar dat is niet helemaal zo. Het is hier ontstaan vanuit de algemene DoorMarcel Pleijte en Theo Vogelzang landbouwcrisis aan het einde van de negentiende eeuw. In tegenstelling tot vele andere landen heb­ Ir. G.J.M. (Gerrit) Braks (1933) is een vooraanstaand politicus ben wij toen voor een landbouwmodel gekozen dat niet per definitie protectionistisch was, in uit een Brabants boerengezin. Hij werkte ondermeer als tegenstelling tot de situatie in veel importlanden Landbouwraad in Brussel en werd toen hij nog maar drie jaar zoals België en Duitsland die de bescherming Tweede Kamerlid was (1977-1980), minister van Landbouw vooral via grensmaatregelen regelden. De land­ in het eerste Kabinet van Agt. Na een jaar onderbreking bouwcrisis leidde tot een verpaupering van het keerde hij in 1982 weer op deze post terug tot eind 1990. platteland. Dat is algemeen bekend. Een staats­ Als minister kreeg hij ondermeer te maken met zaken commissie heeft toen op voortreffelijke wijze als overproductie, de mestproblematiek, problemen met advies uitgebracht door te zeggen: wij als export­ bestrijdingsmiddelen, het dierenwelzijn en de visfraude. Hij is land moeten niet ofweini g tot protectionistische ook nog Senator en voorzitter van de CDA Eerste Kamerfractie maatregelen over gaan, maar in navolging van geweest. Hij sloot zijn politieke loopbaan af als voorzitter de oorzaak van die crisis, namelijk de industri­ van de Eerste Kamer. In 2007-2008 was hij waarnemend ële revolutie, ook hier investeren in kennis en burgemeester van (Voor een uitgebreid cv saamhorigheid om onze concurrentiepositie verwijzen wij naar: www.parlement.com). Over het leven zo sterk mogelijk te maken. Vanaf dat moment van Gerrit Braks is door Hans Siemes in 2008 een boek is het systeem gaan werken; door het vergaren geschreven met als titel "Braks. Carrière met een diploma (landbouwkundig onderzoek) en verspreiden handmelken, dat door Waanders, Zwolle is uitgegeven. (landbouwonderwijs, landbouwvoorlichting) van kennis. Dat waren de belangrijkste instrumenten hi** -, van landbouwpolitiek. Aanvankelijk nog eenvou­ dig met proefveldjes en landbouwcursussen. Het ja*- i i

Wasdat ookde geboorte van het OVO-drielUik?

Braks: "Dat is er wel uit voortgekomen: investe­ ren in kennis om je concurrentiepositie te ver­ sterken. En niet alleen kennis. Dat was het ene luik, ik zeg het in mijn eigen woorden, ook een afdwingen. Saamhorigheid zit ook iets van vrij­ oproep tot saamhorigheid. En daaruit is het hele willigheid in. Het was een oproep tot saamhorig­ stelsel van belangenbehartiging voortgekomen heid, en daar zaten wat stimulansen in maar de bij de georganiseerde landbouw, maar ook in de landbouworganisaties zijn niet opgericht door de coöperatieve wereld. En dat is direct na de oorlog overheid. Wel gestimuleerd. In tegenstelling tot nog uitgegroeid met het succesvol toepassen van de coöperaties is de komst van het Landbouw­ de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganen (PBO's) in schap zeer omstreden geweest, omdat de vrijwil­ de landbouw. Dat was een algemeen model van lige elementen ontbraken. de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Maar het is op een paar uitzonderingen na, eigenlijk De PBO-structuur verwijst ook wel naar 'soeverei­ alleen aangeslagen, in de agrarische sector. En niteit in eigen kring', maar de PBO-structuur had daarmee kenmerk ik de overheidsbetrokkenheid toch een behoorlijk gebiedend karakter. Bij de bij de Nederlandse landbouw. De belangenbe­ PvdA kwam dat uit hun socialistische visie voort hartiging sloot zich hierbij aan en was met de en bij de katholieken kwam dat voort uit de kerk, standsorganisaties en het Landbouwschap het de protestanten zijn terughoudender geweest belangrijkste overlegorgaan met de overheid. Zo bij de PBO. Er is niet voor niets in het Holland- veel mogelijk terugtrekken van de markt, maar sche Veld een opstand gekomen. De katholieken wel investeren in kennis en saamhorigheid. De werden destijds ook fors ondersteund door de overheid nam de kosten van het landbouwkun­ verschillende sociale pauselijke encyclieken. De dig onderzoek, de voorlichting en het onderwijs ontdekking van hard ijzer (staal) en het gebruik ook voor een goed deel voor haar rekening. En van energie (kolen), maakten industriële produc­ dat ging zove r dat zelfs de bevoegdheid voor het tie mogelijk. Deze industriële revolutie vroeg om regulier onderwijs, voor zover het betrekking goedkope arbeid en dus goedkoop voedsel. En had op de landbouw beroepsopleidingen, een daardoor is de factor arbeid in fabricageprocessen instrument van landbouwpolitiek werd. Dat had een andere rol gaan spelen, met gevolg dat de ar­ primair niet alleen een emancipatoire opdracht, beid geëxploiteerd werd door industriëlen, die er of educatieve opdracht. Anders had het ook niet behoefte aan hadden op zo goedkoop mogelijke onder de verantwoordelijkheid van het ministerie wijze voedselpakketten aan te voeren. Dat ge­ van Landbouw mogen vallen. En aan de andere beurde enerzijds door hier de boeren nauwelijks kant stimuleerde de overheid de saamhorigheid te betalen en anderzijds -opnieu w gebruikma­ door subsidies en fiscale voordelen te geven aan kend van kolen en staal-vi a internationale aan­ samenwerkingsverbanden, de coöperaties. Een voer met stoomschepen en spoorverbindingen, preferentieel regime. Men kon er niet al te ver goedkoop met name graan van overzee, maar ook in gaan vanwege de concurrentieverhoudingen, vlees uit Zuid-Amerika, de wol uit Australië over maar ondanks politieke en maatschappelijke zee en per spoor aan te voeren. De reactie hierop druk, werd dat gerealiseerd." is dat er landbouwpolitiek gevoerd ging worden. Op veel plekken is er afscherming geweest: in "Het was een oproep tot Duitsland, in België tot ver na de oorlog. Het Nederlandse landbouwmodel is in het begin niet saamhorigheid, en daar zaten snel van de grond gekomen, maar het is toch wat stimulansen in maar de altijd de kern van het Nederlandse landbouwbe­ landbouworganisaties zijn niet leid gebleven. We hebben natuurlijk de Eerste Wereldoorlog gehad, waarvan wij gevrijwaard opgericht door de overheid. Wel waren, maar we waren wel geïsoleerd. We heb­ gestimuleerd." ben de landbouwcrisis fors moeten meemaken, maar niet meer dan andere Europese landen. Braks hanteert liever het begrip 'saamhorigheid', Het landbouwmodel is met vallen en opstaan in dan 'collectiviteit'. Braks: "Collectiviteit kun je die periode gegroeid, met name ook omdat het gesteund werd door de agrarische standsorgani­ landbouw een economische activiteit is, waarin saties die toch bezig waren met een ander aspect; net als elders in het bedrijfsleven, de productie­ de emancipatie van verschillende bevolkingsgroe­ factoren 'grond, kapitaal en arbeid' aangewend pen. Daar is het verzuilingsstelsel uit voortgeko­ worden om iets voort te brengen. Wel kent de men. Dat heeft een emancipatoire achtergrond. landbouw een aantal specifieke eigenschappen. Later werd het vooral politiek ingevuld. Zodoende Als je landbouw wilt bedrijven moet je veel grond kwam ook die belangenbehartiging in het stelsel hebben. Vroeger ook veel arbeid. Daar zit de kern terecht, en waren het primair de private land­ van de verandering. Vroeger ontbrak het kapitaal. bouworganisaties, die aan directe belangenbe­ De arbeid was vaak zeer ruim voorhanden. Vaak hartiging deden. Ze lieten de wat minder directe was er zelfs sprake van verborgen werkloosheid. belangenbehartiging, de uitvoerende taken graag Dus de vraag was meer: 'hoe houd ik ze aan de over aan de organen van de PBO:he t Landbouw­ gang en kan ik ze dan betalen?' Elders in het schap en de productschappen." land, waar men met vreemde arbeidskrachten werkte, was dat wat meer liberaal georganiseerd. Hoezorgden de landbouworganisaties vooremanci­ patie langs de verzuilingslijnen? Nu is grond schaarser en duurder en dat blijft hij ook. Maar dat iswaaro m wij in Nederland veel Braks: "Met het ontstaan van de eerste landbouw­ meer dan elders verplicht zijn geweest om ons organisaties begon die verzuiling, als instrument met intensieve landbouw bezig te houden. Tuin­ van emancipatie van bevolkingsgroepen, die bouw en intensieve veehouderij. Onze grond is zich achtergesteld voelden. Anders hoefje niet wel zeer vruchtbaar. Globaal is Nederland 4 mil­ te emanciperen. Overigens is dat voortreffelijk joen hectare groot: 1 miljoen is water, 1miljoe n gelukt. Maar dat was niet een specifiek landbouw is infrastructuur en natuur, en 2 miljoen zijn behartigende activiteit, want dat deden de arbei­ vruchtbare landbouwgionden. Desalniettemin ders ook en zelfs de werkgevers. Omdat dat paral­ hadden wij voor onze landbouwambitie grond te lel liep, hebben de landbouworganisaties een ver­ kort en hebben we bewust gekozen, eerst voor zuilde identiteit opgebouwd. Dat bracht met zich inpoldering en ontginnen, en later, onder andere mee dat we een beetje overgeorganiseerd waren. via ruilverkavelingen, bewust voor intensief ge­ In het boek dat over mij is geschreven, wordt dat bruik van het land. Kapitaal is nu ruim voorhan­ ook aangehaald: 'dan moet Braks maar voorzitter den. Grond en arbeid zijn in belangrijke mate worden van de Koninklijke Katholieke Christelij­ door kapitaalgoederen vervangen, passend in het ke Landbouwmaatschappij van Nederland', werd proces van mechanisatie en automatisering, heb­ gezegd." ben we er maximaal gebruik van gemaakt. En de landbouworganisaties, dat is wel het vermelden Als u het Nederlandse verhaal ookuitlegt in hetbui­ waard, hebben met bepaalde randvoorwaarden tenland, welkland vindt u dan nogeen beetje lijken altijd deze aanpak gesteund." opNederland, quamodel? Allemaal? Vanwaardan dieoproep tot saamhorig­ Braks: "Uiteindelijk Denemarken. Maar het Ne­ heid?Je hebt toch altijd regionale verschillen qua derlandse landbouwmodel is ook in zijn succes geloof, altijdverschillen in de bodemgesteldheid, uniek geworden. Niemand gelooft het als je de zandgronden, klei?Heel Nederland heefi vruchtbare cijfers van agrarisch Nederland in het buitenland grond, maarje ziet misschien opdie zandgronden noemt." meerneigingen tot intensieve veehouderij? Kunt u nogandere drijvende krachtennoemen die « voor uwgevoel dat succes bepaald hebben? Braks: "In de vijftiger jaren hadden we Mansholt. Hij stelde landbouwprijzen vast. Eén landbouw­ Braks: "Mijn uitgangspunt, en ook dat van het prijs in Nederland, met een toeslag voor lichte landbouwmodel al anderhalve eeuw lang, is dat gronden. Zo werd iedereen meegenomen." Hoe ishet in uwogen mogelijkgeweest, dat isgeen horen wat er speelt. Daarom zie je altijd veel waardeoordeel, maar dat, zeg maar,de landbouwsec­ mensen op boerenvergaderingen. Er is altijd wel tor, als zodanig zo, zijn heel eigen ontwikkelingen iets te leren. Zeker als er zoveel verandert." modelheefl kunnen bepalen?Als u dat afzet tegen de industrieof tegen deandere sectoren? En in de tijd Maar delandbouwsector heefl ookvan hetbegin af bezien, want desociaal economischepolitieke invloed aan zelfgeïnvesteerd in deinfrastructuur die zijn van delandbouw isnu mindergroot. Komt dat van­ weerga niet kent, maar ookdaar is een soort mecha­ wege degrote hoeveelheidgrond of de arbeidskrachten nisme ontstaan, deindustrie heefl geïnvesteerd inde diealtijd in delandbouw werkzaam zijngeweest? infrastructuur maar opeen andere manier. Watwas dan het specifieke? Braks: "Goed om te weten, de boer is zelfstandig ondernemer. Ik kom uit een gezin van n kinde­ Braks: "De overheidsparticipatie was nodig van­ ren, daar ben ik één van de oudsten, er is o cent wege de aard van het ondernemerschap in de kinderbijslag ontvangen. Want zelfstandigen landbouw en ook omdat er zoveel en ook gevari­ kregen geen kinderbijslag. Overigens zijn wij ook eerde ondernemingen waren. We noemden het nooit tegen ziektekosten verzekerd geweest, niet vroeger geen ondernemingen. Maar dat waren om principiële redenen, maar vanwege het geld. het wel. En wat je dan met elkaar zakelijk gaat Zelfstandigen vielen aanvankelijk niet onder het doen, dat is een vrij logische consequentie daar­ stelsel van sociale zekerheid. Dat vergeten men­ van. Dat hebben we natuurlijk ook vanuit de ver­ sen wel eens. Dat is een factor geweest: agrariërs schillende onderdelen van het proces, gestimu­ moesten zichzelf waarmaken. Ze waren sterk leerd. Niet alle landbouworganisaties steunden afhankelijk van de markt. Door gebrek aan saam­ even intensief de coöperatieve samenwerking. horigheid waren zij vaak de speelbal van handel Niet alle boeren waren lid van de landbouworga­ en industrie, die via korte lijnen monopolieposi­ nisatie. Vaak nog op principiële gronden." ties innamen. U legt nietde nadruk opde rol van belangenbeharti­ 'Agrarisch ondernemerschap is een gingof invloedsuitoefening richting politiek. Op een gegeven moment iskennis opgebouwd en iser een heel complex ondernemerschap, want kennissysteem, maar diekennis moetook doorklin­ de productiefactoren grond, kapitaal ken opde plekken waarde invloed moetgelden. In en arbeid werden alle drie door één en hoeverre isde landbouw daar uniek in?

dezelfde persoon gevoerd' Braks: "Meer door zijn specifieke karakter is de landbouw hier uniek in. Wat ik via twee lijnen Boeren zijn mensen met een heel complex heb willen aangeven, is de toepassing van de ondernemerschap, want de productiefactoren productiefactoren en de functies van de boeren, grond, kapitaal en arbeid worden alle drie door maar de belangenbehartiging is altijd wel onder­ één en dezelfde persoon ingebracht. Buiten de deel geweest van de standsorganisaties. landbouw zijn die drie productiefactoren vaak ge­ Geleidelijk aan komt er natuurlijk een periode scheiden. Een agrarische ondernemer is ook be­ dat de overheidstaken zich primair bezig houden drijfsleider en levert een goed deel van de arbeid. met een stelsel van sociale zekerheid. Dat was Hij moet alle bedrijfsonderdelen en de daarbij aanvankelijk niet gericht op zelfstandigen, daar horende regelgeving kennen. Daar hebben grote­ vielen de boeren dus buiten. En toch was het een re ondernemingen bedrijfsleiders voor en wordt sociaal probleem: de inkomens, de participatie de arbeid via een CAO geregeld. In de landbouw via kinderbijslag, ziektekosten, zelfs het onder­ moet die ene boer dat allemaal zelf doen. Hij is wijs, dat moest op het platteland nog specifiek op ondernemer, arbeider en bedrijfsleider tegelijk. gang komen." En dan kom je wel naar een vergadering om te Wasdit nu voor andere brancheszoals timmerman­ het vergaren van kennis. Bij de vakbonden deden nenzo anders? ze veel meer aan de vaardigheden dan aan de ken­ nis. In de landbouw was dat anders." Braks: "Die zaten bij de vakbewegingen. Dat is vrijwel alleen de factor arbeid. Het is zo wezenlijk Heefiu ookaan decoöperatieve kant ervaringopge­ dat je het verschil maakt dat hier de productiefac­ daan? Unoemde dat straks aleven, de coöperaties toren breder vertegenwoordigd worden, dan bij hebben natuurlijk eenbelangrijke rolgespeeld? de vakbeweging." Braks: "Wij waren coöperatief thuis. Mijn vader Maar uziet dat ookals eenbelangrijke drive waar­ was voorzitter van de Boerenbond en de voorzitter om diebelangenbehartiging en het kennissysteem van de plaatselijke coöperatieve bedrijven. Zo zijn zo'n ontwikkelinghebben doorgemaakt? wij opgegroeid. Dus je had ook mensen die geen coöperatieve gezindheid hadden, die zaten even­ Braks: "Ja, omdat we moesten aansluiten bij die goed in de boerenbond." algemene economische en maatschappelijke ontwikkelingen en die werden gekenmerkt door Het invloed hebben vanuit delandbouwsector op de effecten die voortkwamen uit de industriële revo­ toeleverende ende verwerkende industrieen daarmee lutie." opwat erin diemarkt gebeurde, evenlos van hoe de coöperatieszich ontwikkeld hebben,is dat specifiek Maar waren erook andere Europese landen die bij voorhet Nederlands model?Of was het om ook, zeg desociale zekerheidzich welmeer richtten op kleine maar,in dieandere schakels in deketen actief te wor­ ondernemers, zoals de boeren? den?

Braks: "Overal zijn vergelijkbare activiteiten ge­ Braks: "Nee, dit is ook van vrij recente datum. Ik weest, maar het is in Nederland heel succesvol ben nog 2 jaar secretaris van de NCB geweest. geweest." Toen moest ik alle directeuren van de kleine zui­ velfabrieken bij elkaar halen om te praten over Maar u heefi ookzelf, diekennisinfrastructuur aan betere samenwerking. Ik was nieuw en had al denlijve ondervonden, ookals boerenzoon. De spe­ Brusselse ervaring. Dat waren zulke hechte lokale cifieke keuze om bijvoorbeeld Wageningen als Land­ koninkjes, dat viel niet mee. En daar zaten ook bouw Hogeschool opte richten is ook heel belangrijk gezaghebbende boerenfamilies in het bestuur die geweest. Dat iseen instrument van landbouwpoli­ hun plek niet zo maar wilden verlaten." tiek? Merkt uook dat het netwerkin deagrarische wereld Braks: "In andere landen is de kennisinfrastruc­ sterkerwas dan binnen deindustriële wereld? Het tuur anders georganiseerd. Daar hebben ze agrarische netwerk zoals u hetook schetst wasnatuur­ bijvoorbeeld geen eigen landbouwuniversiteit. lijkeigenlijk verweven in allegeledingen en sectoren Datwi l niet zeggen dat ze geen landbouw univer­ vansamenleving? sitaire opleidingen hebben. Ze hebben niet dat instrument van landbouwpolitiek gebruikt, dat Braks: "Het ligt er net aan waar je het over hebt. is het typische van Nederland. De belangrijkste Als je een branche hebt met vrij weinig onderne­ instrumenten van landbouwpolitiek zijn bijna mers dan heb je alvri j snel een netwerk met een altijd geweest: onderwijs, voorlichting en onder­ gezamenlijk belang. We moeten niet vergeten dat zoek. Het boek dat over mij is geschreven, heeft ook 30%va n het electoraat toen direct een,agrari ­ als ondertitel met een diploma handmelken. Dat sche achtergrond had. En landbouworganisaties is een vaardigheidsdiploma dat hoort ook bij het zaten altijd wel op die agendapunten waar ze de proces van kennis. Onderwijs bestaat uit twee grootste kans hadden mede regeerverantwoorde- componenten: het aanleren van vaardigheden en lijkheid te dragen. Die hebben nooit geleefd in de sferen van: 'we zitten in de oppositie'. In de lan­ dat hij gemiddeld elders wordt aangewend. In den met een tweepartijenstelsel is dat veel eerder heel veel landen is dat vroeger niet eens het doel het geval." geweest. Het werd ook nergens gerealiseerd. In grotere gebieden van Duitsland hadden de boe­ Wijzien eenbehoorlijke complexiteit in de huidige ren geen paritair inkomen, nu nog niet. Ook in trends en ontwikkelingenen dat houdt dusook iets Japan niet. De kleine rijstboeren die worden sterk in voorbelangenbehartiging en het kennissysteem, beschermd, maar ze schieten in pariteit van hun nemen wijaan. Als Nederlandmet nieuwetrends en inkomen tekort." ontwikkelingenwordt geconfronteerd, waargaat het dan naartoe? Enbijvoorbeeld kalverkisten boeren opde enclaves bij de Veluwe, diewaren vanuit hun geloofook wel be­ "Fir is geen enkele andere keuze voor reid om met minder NGE tevreden te zijn?

Nederland dan te aanvaarden dat Braks: "Ja, dan houd je het ook langer vol. Ik de landbouw is onderworpen aan streef kwaliteit na. Kunstenaars die zeggen, ik onvermijdelijke internationalisering heb een kopje koffie met een stukje brood, dat is genoeg. Deze levensstijl moet je ruimte geven en globalisering." in de belangenbehartiging, maar je mag het niet als uitgangspunt voor iedereen nemen. In onze Braks: "Er is geen enkele andere keuze voor sociale samenleving heb je gelijke behandeling, Nederland dan te aanvaarden dat de landbouw gelijke berechting. En dat probeer je mogelijk te is onderworpen aan onvermijdelijke internatio­ maken via de productie van voedings- en genots­ nalisering en globalisering. Het tweede punt is middelen." dat landbouw een economische activiteit is. Dat betekent dat men zich zal moeten richten op be­ Als u nou kijkt vanuit degelijke berechtingin hetpa­ langenbehartiging die erop gericht is dat de kost­ ritaire streven naar eenparitaire inkomen. Uschetst prijs en de concurrentiepositie sterk is. Uiteraard eigenlijk deontwikkelingen van deinternationali­ alleen voor de productgroepen waarin je sterk seringals, zeg maar,de dominante ontwikkelingen concurrerend kunt zijn, omdat je beschikt over waarwe mee te maken krijgenin de landbouwsector? een gunstige situatie van de productiefactoren, en vooral ook kwaliteit van grond, ligging en kli­ Braks: "Wij waren natuurlijk al sterk internatio­ maat. Gekwalificeerde mensen, kwaliteit van de naal georiënteerd en sterk exportafhankelijk, met arbeid met in begrip van het ondernemerschap. import voor de grondstoffen van de intensievere Daarnaast is de beschikbaarheid van een goede producties. De overheid mag daar ook in stimu­ sociale en economische infrastructuur belangrijk. leren en begeleiden, maar uiteindelijk zijn de in­ Dat uit zich onder andere in de beschikbaarheid vesteringskosten voor de ondernemer zelf." van banken, die bereid zijn dat proces mee te dragen en risico's te nemen. Dat hebben wij bij Maarziet udan in deorganisatie van de huidige uitstek. belangenbehartigingwijzigingen totstand komen?

Duitsland is een groot consumptiegebied. De Braks: "Die zijn in feite al doorgevoerd: het belangenbehartiging van de Duitse boeren zal Landbouwschap is niet voor niks ontmanteld. dus eerder gericht zijn op de lokale consumenten Het Landbouwschap stoelde altijd op twee po­ met verbrede landbouw. Wij zullen eerder ge­ ten. Aan de ene kant wilde het Landbouwschap richt zijn op de internationale concurrentie. Wij sociaal zijn: geen veranderingen ten nadele van streven ook naar een landbouw met een paritair de sociale verworvenheden. De prijzen moesten inkomen: dat de arbeidsfactor in de landbouw op kostprijsbasis berekend blijven worden. Daar wordt aangewend, net zo goed betaald wordt, als had men recht op,vond t het Landbouwschap. Dat is niet meer zo.Aa n de andere kant waren Braks: "Dan is er nog iets meer gebeurd en dat is de medewerkers van het Landbouwschap ook eigenlijk een beetje de hand overspelen geweest. economisch. Ze waren keihard in het belangen Er kwam de WIR. Een negatieve belasting, dus ook behartigen van hun economische belangen. als je niks verdiende moest je ondersteuning op je De internationale markten, onderhandelingen, investeringen krijgen. Nederland heeft onder po­ keihard de concurrentiepositie als uitgangspunt litieke druk de WIR, naast alle voordelen die we al nemen, en daarom was de belangenbehartiging hadden van het Europese beleid, ook voor de land­ er ook op gericht het kenniscentrum te activeren bouw ingezet. Die WIR heeft elders veel kwaad en de overheid daar veel aan te laten betalen. En bloed gezet." dat is ook gelukt! Om een voorbeeld te noemen: we hadden in Europa te maken met monetaire Bent u heter ook mee eens dat eenaantal keuzes op instabiliteit. Wehadde n de landbouwprijzen dit vlakook bijgedragen hebben aan degroei vanhet uniek vastgesteld, maar de waarde van de nati­ Nederlandse landbouw model?Deze fiscale maatrege­ onale munten zweefden. Dus als er een munt len? meer waard werd, dan konden er minder in een economische rekeneenheid, en dan daalden de Braks: "We hadden een sterke concurrentie-positie prijzen voor de boeren. Dat kon natuurlijk niet, door een aantal maatregelen die uniek waren, dat dus moesten monetair compenserende bedragen is waar, maar soms werkten de ontwikkelingen dat egaliseren. Dat is bijna vergeten. Wat ik er­ wel erg stimulerend. Zowa s de verhandelbaarheid mee wil zeggen is:da n gingen de ministers naar van de zuivelquota aanvankelijk niet voorzien. De huis met het idee: 'ik heb zoveel geld gekregen invoering was gebaseerd op een sociale overwe­ voor monetaire compensatie, volgende week keer ging, namelijk het handhaven van het relatief hoge ik het uit.' Wij deden dat niet altijd. Wij gingen prijsniveau binnen een beperkt quotum. Toen ging naar het Landbouwschap en zeiden: 'ik heb zo'n men via allerlei constructies die overdracht toch pot geld meegekregen als compensatie, ik stel mogelijk maken en weid het getolereerd. Maar het voor dat we het aanwenden in het landbouwkun­ gevolg is dat niet de blijvers zijn gesteund door de dig onderzoek. Of in de landinrichting, om de quotering, maar de 'wijkers'. Een prachtige pensi­ sector duurzaam te versterken.' Dat kon ook, die oenvoorziening voor oudere melkveehouders, die vrijheid hadden we in het overleg verworven. Dat het bedrijf overdroegen. Op veel bijeenkomsten en is gebeurd! En daar was het Landbouwschap het feestjes met melkveehouders ontmoet je meer mil­ mee eens." jonairs dan elders in de samenleving."

IsNederland daarook niet uniek in, in onze finan­ Had u misschientoch boer moeten blijven! cieringsstructuuren onzefiscale structuur die we bedacht hebben? Braks: "Ik kom niet uit het tijdperk dat geld alleen de drijfsfeer was. Ik was blij dat ik kon gaan stude­ Braks: "De neiging is om beschikbare middelen ren, een beurs kreeg en daarna echt mooie func­ puur consumptief te gebruiken. Daar schiet je ties mocht vervullen. Niet de meest betaalde, maar op den duur niet veel mee op.Weliswaa r hebben ik mocht overal bij zijn. Ik ben zeer gemotiveerd de boeren een laag inkomen, maar dat moet je geweest deze weg te volgen." nooit op korte termijn gaan compenseren, tenzij je onder het sociaal minimum komt. Jemoe t ook In debelangenbehartiging zien wijtwee trends: 1) de investeringen in de toekomst doen, dan versterk lijnvan het ZLTO, waarin flink geïnvesteerd wordt je je concurrentepositie." in deketen, en 2) hetaccent wat meerop de regionale klassieke, ruimtelijkeordening, wat minder op de Dat heeft bijgedragen aan degroei van het land- markt, maar meerop de omgeving van het boerenbe­ bouwmodel ende prestaties... drijf. Wat isvolgens u dedominante richting waarin hetzal gaan?

13 Braks: "De positie van de ZLTO is door toevallige gelijkingmet België bijvoorbeeld iser ook een verschil omstandigheden zo geworden, want ze hebben in hoe wijomgaan met het buitengebied? Wij hebben een hoop geld in dode hand. Dat hebben ze wel daarbeleid vooren we hebben ookeen beschermde zelfverdiend . De belangenbehartigingspartij, landbouwstructuurgeboden ? NCB, heeft een bijna failliet bedrijf gekocht, om de boeren een dienst te bewijzen, namelijk het Braks: "De omgeving waarin geboerd moet wor­ verwijderen en verwerken van kadavers. Dat was den is totaal veranderd. De Nederlandse land­ vroeger een functie van de gemeentes, maar die bouw heeft het geluk gehad dat wij in de vijftiger konden dat qua management niet aan en toen is en zestigeer jaren het land op de schop mochten de NCB indringend gevraagd het over te nemen. nemen, door het systeem van ruilverkaveling wat Ik denk bijna voor niks maar in ieder geval het men elders veel minder gebruikt heeft. Dat is was ook een groot risico. Omdat het een boe- voor een goed deel ook door de overheid betaald, renbelang was, is men overstag gegaan. En toen daardoor hebben wij een bedrijfsstructuur en een hebben ze het geluk gehad, een paar uitstekende omgevingsstructuur die je elders niet of minder managers aan te trekken, die de neus niet optrok­ aantreft. In de moderne ruimtelijke ordening die ken, om kadavers te verwerken en gewoon naar gebaseerd is op het duurzaamheidsconcept, met de huidenmarkt gingen en naar de vetmarkt. En alles wat daaraan hangt, heeft de landbouw veel elk jaar goede winsten maakten. Zo is het geld erkenning gekregen. Er zijn gebieden gereser­ gegenereerd, dat nog steeds wordt ingezet in het veerd voor landbouwontwikkeling." belang van de leden, die generaties lang de groot­ heid opbrachten de winst in dode hand te laten. Nederlandheeft in feite zijn eigen agrarische hoofd­ Wat ze wel hebben is een gefaciliteerde contribu­ structuur ook weldegelijk, als contrategen de eco­ tieregeling. Dat is ook belangenbehartiging." logische hoofdstructuur. Dieis ook in deNationale Landschappentot uitdrukking gekomen. Zelfsin een Wordt debelangenbehartiging door LTOniet omge- Nationaal 'Park.... vingsgerichter? Braks: "Ik heb verschillende Nationale Parken Braks: "Het duurzaamheidprincipe, dat in de geopend. In mijn periode is dit op gang ge­ zeventiger jaren aangekondigd werd en centraal bracht, eerst ten principale, de gedachte van de stond in de tachtiger jaren, daarmee is de land­ duurzaamheid. De milieubeweging heeft deze bouw in een hele andere omgeving gaan functio­ benadering erg gewaardeerd." neren en daarmee moet de belangenbehartiging ook anders zijn. Vroeger heeft de landbouwbehar- U benteigenlijk deeerste geweest dieop overheidsni­ tiging zijn hand wel eens overspeeld. Hun posi­ veau heeftgezegd: wegaan nu tever, we overspelen tiebepalingen leiden ertoe dat er onverkoopbare onze hand opeen aantal vlakkenen daarmoeten we overschotten waren en dat het milieu (groen en wat aandoen? grijs) aangetast werd en dat er geleidelijk aan ook door de welvaartsstijging veel hogere eisen wer­ Braks: "Toen heb ikWinsemiu s uitgenodigd om den gesteld aan de voedselveiligheid en aan het te praten onder andere over het mestbeleid. De welzijn van dieren, wat een emotioneel aspect is, omstandigheden zijn nu totaal veranderd. Ik ben maar je hebt een omgeving die veel sterker verste­ vaak in de Kamer geweest voor het bespreken van delijkt is dan vroeger en dus wordt je geconfron­ grote, ingrijpende nota's." teerd met andere opvattingen en overwegingen dan vroeger, daar moet je je op instellen. Dat doet Heeftu ookhet gevoel dat denetwerkstructuur in men ook wel." uw tijd eenstructuur van kortere lijnenwas? Men kendeelkaar, delijnen waren misschiennaar andere In hoeverre ishet ruimtelijkeordeningsbeleid ook een delen van desamenleving of andere organisaties wat steungeweest voorde Nederlandse landbouw? In ver­ minder opendan nu? Maar heeft u hetgevoel datdie

14 netwerkstructuurom desector heen ookveranderd is? ningen,vanuit diedominante ontwikkelingendie u Braks: "Er was natuurlijk een structurele goede schetst, wat voor lijnendenkt udaaruit naarvoren verstandhouding tussen de ambtenaren van het komen voor dekennisinfrastructuur inNederland? Landbouwschap en de landbouworganisaties en de ambtenaren op het departement. De directeu­ Braks: "Dan heb ik een beetje het model van ren, de sectordirecteuren en de directeuren gene­ Brainport in Zuidoost-Brabant voor ogen, met na­ raal waren landelijk bekende personen, zeker in tionale erkenning als een van de drie mainports de landbouwsector, dat waren monumenten van van ons land. Dat is een geweldige erkenning van beleid. Iedereen kon hun namen noemen." Zuidoost-Brabant. Ik heb het landbouwkundig onderzoeksmodel ook gebruikt in mijn Eindho- Endat isnu anders? vense periode. Ik maakte indruk met het land- bouwmodel als de vraag aan de orde was, hoe Braks: "Ja, dat is nu anders. Dat komt ook door Brainport eruit moest komen te zien. En dat be­ de bestuursverandering, door een bestuurs­ tekent dat je moet proberen de kennis en ontwik­ structuur met, een bestuursraad, waardoor men kelingsinvesteringen, research en development gezamenlijk verantwoordelijk is.Vroege r had je van private en publieke aard zovee l mogelijk aan een directeur generaal met zijn directeuren en elkaar te koppelen en daarmee het gebied een de secretataris generaal (SG) stelde niet veel voor. sterke concurrentiepositie te geven, door bij de De ambtenarij was invloedrijk en met de sector tijd en concurrerend te zijn." verbonden. Die wisten wel waar Abraham de mosterd haalde want ze volgden de politiek tot in Voorde landbouw gebeurt dat eenbeetje in de Green- de haarvaten. En het waren geziene personen." ports?

Wijzien inderdaadeen ontwikkeling waarin nu an­ Braks: "Het belangrijkste woord dat je uitspreekt dere belangen, elementenin feite tocheen dominante is een beetje. Teweini g dus. Moet je eens kijken rol spelen. wat er in Eindhoven gebeurt! De helft van alle pu­ blieke en private investeringen in Reseearch and Braks: "Ik geloof ook niet, als er op dit moment Development (R&D) hebben in Eindhoven en nog beslist zou moeten worden of het landbouw­ omgeving plaats." kundig onderzoek en het onderwijs bij LNV zou moeten worden ondergebracht, dit het geval zou Als u dat vertaalt, het Eindhoven-verhaal naareen zijn. Maar omdat het zo goed functioneert is er Greenport, hoe ziet u dat dan? Daarmoeten dan ook ook geen enkele reden om dat nu te veranderen. dieR<£D investeringengemeenschappelijk plaatsvin­ Ze praten er wel eens over, landbouw moet op­ den? geheven worden, maar waar hebben ze het dan over? Landbouwonderwijs gaat dan natuurlijk Braks: "Ja, dat doen ze ook wel, maar we hebben naar onderwijs toe. Dan wordt de minisier van 5Greenport s geloof ik. Dat is te veel. LaatWage ­ Economische Zaken de minister van landbouw. ningen maar het voortouw nemen." Die zit dan elke week in Brussel, daar kun je geen staatssecretaris naartoe sturen voor zo'n Maar uzegt, je moetgeen Greenport Venlo doen of groot belang. Dat werkt niet, iedereen weet dat hetWestland...? hij geen eind bevoegdheden heeft. Dan wordt de minister van Economische Zaken veel meer mi­ Braks: "In ieder geval niet onafhankelijk. Er mag nister van landbouw. De echte minister van Eco­ ook best een stukje buitenland bij zitten." nomische Zaken zit toch al op Financiën." Dat isinderdaad in Venlo wel eendiscussie met Nogeven, meneer Braks, de kennisinfrastructuur nu, Zuidoost-Brabant dat heteen grensoverschrijdend u zei net alwat overlandbouwonderwijs over Wage­ gebeuren moetzijn ofworden.

!5 Braks: "Ik praat niet zozeer over concurrentiepo­ voorbeelden hoe het kan, ook al is het nog in ont­ sities op de lange termijn van landen maar van wikkeling, maar het slaat aan." regio's." Zou u dan ook, zeg maar,in dievoedingssector, een Maar nogeven dekennisinfrastructuur, bijvoorbeeld ontwikkelingzien waarbijbijvoorbeeld hetgrootwin­ van Wageningen, zegt u dat Wageningen zich juist kelbedrijf, evende vergelijking met Eindhoven ma­ meerzou moetenverbinden met dit soort regionale kend, ookop die manier zou moetengaan investeren ontwikkelingen? in deinfrastructuur?

Braks: "Ja. Het is jammer dat het Agrarisch HBO Braks: "Dat doen ze ook wel. Die hebben na­ onderwijs nog zo verspreid is. Jeha d het allemaal tuurlijk nu maar een betrekkelijke functie als onder Wageningen hebben moeten kunnen krij­ distributeur. Ze zitten aan het einde van de scha­ gen, daar was ik eigenlijk wel voorstander van." kel.We l een hele belangrijke, zij zijn bij uitstek degenen die de consumentenbelangen moeten Vindt u dat dehoge scholen ende universiteiten nu overbrengen. Maar bijvoorbeeld, dat vond ik wel nogdienstig zijn aan delandbouwsector, of zitten interessant, het verdoofd castreren van biggen, hoogleraren meervoor eigen parochie somste preken, wordt mede betaald door de supermarkten. Dat is hoe kijkt u daartegenaan? een interessante ontwikkeling."

Braks: "Iedereen mag voor eigen parochie pre­ Steldat u nou morgengevraagd wordtdoor de hui­ ken, maar de parochie is er ook voor het alge­ dige minister van landbouw, diezegt, meneerBraks meen belang. En als je meer gebruik wilt maken kunt u mij eens eenadvies geven overde richting van particuliere investeringen dan zul je zo nu en diede belangenbehartiging of het kennissysteemzou dan toch water bij de wijn mogen doen, maar het moetenop gaan in Nederland, watzou u danadvi­ mag nooit zo zijn dat je daarbij je onafhankelijk­ seren? heid verliest. Daar ben ik ook bezorgd over, dat er toch wel erg makkelijk gekoketteerd wordt met Braks: "Een beetje wat ik tegen jullie ook zeg, er de geldstromen, dus die onafhankelijkheid mag zijn een aantal onvermijdelijke ontwikkelingen: nooit verloren gaan, maar je moet je wel bewij­ dat is de internationalisering, globalisering, dat zen. is de sterke positie van kennis, dat is de gevoelig­ heid van de moderne consument als gevolg van De puur wetenschappelijke kant, het hoogste zijn financiële onafhankelijkheid, dat is verste­ niveau van landbouwkundig onderzoek, wat op delijking. Zelfs in mijn geboortedorp wonen er Universiteits- en instituutsniveau vroeger plaats­ al mensen driehoog, vooral hier in Brabant, dat vond, dat moet je niet willen integreren. Dan heb is zo verstedelijkt, rij er maar door. Die verstede­ je het tweede niveau, het toegepaste onderzoek lijking hier in Brabant is ook onvermijdelijk, het op het niveau van proefstations, dat kun je rustig is sterk geïndustrialiseerd, de dienstverlening zit samen gaan doen." hier goed, het ligt geografisch gunstig, het heeft een goed onderwijsstelsel. We hebben twee speci­ Erzijn in Wageningen}j hoogleraren betaald door fieke universiteiten: Eindhoven en Tilburg." particulieren.

Braks: "Wat is dan particulier? Als het voor de EU is dan zeggen ze, het is derde geldstroom, maar dat is puur overheidsgeld. Als het puur door par­ ticulieren betaald geld is, dan dan moet je oppas­ sen. En in alle openheid functioneren. Brainport, de hightech campus in Eindhoven zijn de goede

16 Schelhaas heeft de periode 1965-1990 meege­ maakt, de grote jaren van de belangenbeharti­ ging. "De maatschappijen waren per provincie 2 georganiseerd: bijvoorbeeld de Friese Maatschap­ pij van Landbouw en de Hollandse Maatschap­ pij van Landbouw. Met allerlei staven, waar de Interview huidige LTOnie t tegenop kan", aldus Schelhaas. Schelhaas gaat vervolgens over tot de zuivelindu­ strie. "Het was toen (in de periode tussen 1965 met Harm en 1990) een vrij grote industrie. De Koninklijke Nederlandse Zuivelbond was de organisatie van de coöperatieve zuivelindustrie, die had in de Schelhaas gloriejaren zo'n 70 tot 80 medewerkers. Ook beschikte zij over een technische dienst en een Door Marcel Pleijte en Theo Vogelzang centrale aankoop. De agrarische sector had de basis in bijna 11 provinciale organisaties. De Wassenaar, 17 juli 2008 Friese Maatschappij heb ik al genoemd, de han­ delsmaatschappij. Het Landbouwschap met een Dr. H. (Harm) Schelhaas (1930) is een Drentse boerenzoon. goed geoutilleerd secretariaat, deskundig. Er was Hij heeft Economie gestudeerd aan de Vrije Universiteit van een organisatie voor de particuliere zuivelindu­ Amsterdam. Na Militaire dienst is hij als eerste academicus strie, voor de particuliere handel en een drietal op economisch gebied bij de Koninklijke Nederlandse vakbonden. Als je dan ziet wat daar nu nog van Zuivelbond aangesteld. Schelhaas is 22 jaar (1974-1996) over is.... Het LTOme t secretariaat, kan niet tip­ voorzitter geweest van het Productschap Zuivel. Hij is op pen aan het vroegere Landbouwschap. Dat vind late leeftijd gepromoveerd (in 2003) op een proefschrift over ik nog steeds. Ze doen hun best en dat is prima. 'Liberalisatie in de landbouw'. Een Koninklijke Nederlandse Zuivelbond, dat nu de NZO geworden is, de Nederlandse Zuivel Organisatie met nog een vijftiental stafleden. Het Productschap voor zuivel had toen ik kwam 350 medewerkers, dat zijn er nu nog circa 80. Het is dus aanzienlijk in aantallen afgezwakt, dat hoeft --rér natuurlijk niet te betekenen dat het vroeger ook in effect beter was, maar ik denk het wel. De gloriejaren 1965-1990, de beginnende Europese Gemeenschap van 6 leden waar Nederland een \. V, N- overtuigende inbreng had,en ook een duidelijke invloed. Bovendien, het zuivelbeleid was toen veel omvattend, met vele aspecten. Vanuit het productschap ging er elke week iemand naar het Beheer Comité in Brussel waar de zuivelmarkt bestuurd werd, in nauwe samenwerking met het ministerie van Landbouw. Het Landbouwschap zat soms elke week bij de minister van Land­ bouw. Het was een hecht netwerk. Het waren ook de gloriejaren van de Nederlandse landbouw. Er was een geweldige expansie. Zeker tot 198*0had ­ den wij geen idee met betrekking tot milieu en duurzame landbouw. Het was produceren, een

17 goede melkprijs, zeker ook overschotten, maar maar nu overdrijf ik wat. Het liep allemaal lekker. via het quoteringssysteem was dat probleem ten­ De invloed, de onderlinge veranderingen, er was slotte zeer beheersbaar geworden. Toen kwamen een duidelijk netwerk, dat liep wat mijn eigen sec­ de jaren vanaf 1990, de Europese Gemeenschap tor betreft vanaf de zuivel naar het ministerie van werd uitgebreid, eerst naar 9 landen, maar met Landbouw. Het liep goed, het waren goede jaren, een aantal landen waar de invloed van Nederland de gouden jaren van de Nederlandse landbouw en beduidend minder was. Het zuivelbeleid werd ook van de belangenbehartiging. ook, evenals het hele landbouwbeleid, minder, maar van overheersende invloed is het quotastel­ En toen kwam de veel moeilijkere periode, dat het sel in die jaren geweest. milieu naar voren kwam. De sociale verhoudingen in het Landbouwschap die werden gespannener. "Van overheersende invloed is Daar is het Landbouwschap ook aan ten onder gegaan. Het milieu, dierenwelzijn, niet waar de het quotastelsel in de jaren boeren nu meteen voor in hun handen klapten, negen tig geweest. " daar moesten we ons mee bezig houden. En de we- " reld werd groter. In een EGva n 15 leden, was onze Er werden nieuwe elementen ingebracht die de invloed aanzienlijk kleiner en laat staan nu bij een economische belangenbehartiging verdrongen EUva n 25 leden. zoals :duurzaamheid , milieuverontreiniging, ammoniak uitstoot. Het Landbouwschap heeft "De uitbreiding van de EU heeft daar meer op ingespeeld dan de productschap­ pen, want het lag niet zozeer op onze weg. Maar de invloed van Nederland het geheel functioneerde toch aanzienlijk minder aanzienlijk verkleind." dan in de periode daarvoor." Wat ook een duidelijke rol speelde, de ondernemin­ Wat washet specifieke ofmisschien wel hetunieke gen werden ook veel groter (opschaling, fusies). van deNederlandse landbouwsector? We hebben, als het allemaal doorgaat, binnenkort één grote zuivelonderneming en wat kleine aan Schelhaas: "Het Nederlands Instituut voor Zui- de rand. Wat ook een belangrijke factor is:i n die veltechnologisch Onderzoek, wat zeer goed werk tijd hebben we de publiciteitsslag verloren. We verricht heeft, houdt zich nu ook bezig met de hebben niet kunnen opboksen tegen het idee van, smaakverschillen tussen diverse theesoorten en 'subsidies deugen niet' en 'het Europese budget kruiden. Het moet in de markt geld verdienen. gaat voor de helft aan de landbouw op, Schande! '. Een zuivelbureau met een budget in de glorieja­ Terwijl het macro-economisch niks voorstelde, het ren, een hoogtepunt van zo'n 150 miljoen gulden hele budget van de EGwa s nog geen 2% van de met acties die mensen nog wel een beetje weten, nationale begrotingen, en het landbouwbudget nog kaas uit het vuistje, melk de witte motor, Joris geen 0,4%, maar de pers beperkte zich tot het land- Driepinter, het Nederlandse Zuivelbureau is van bouwaandeel (eerst 80% later 40%) van de Euro­ de aardbodem verdwenen. En het NIZO werkt pese begroting terwijl de landbouw maar 3% van de niet meer specifiek voor de Nederlandse Zuivel. bevolking uitmaakte. In Europa waren we als land­ Wij geloofden dat de Nederlandse landbouwsec­ bouw sterk, maar toen hebben we slagen verloren tor die toen leidend in de wereld was, een grote in politiek en publicitair opzicht. Het gevolg was toekomst had. Deverhoudinge n waren ook goed, dat het Europees landbouwbeleid werd en wordt harmonisch, we werden ook erkend als land- afgebroken, en als de huidige voedselschaarste nog bouwland nummer 1.Misschie n met Amerika als even voortduurt dan blijft er niks van over." uitzondering, maar zeker in Europa. Het plezier ook in de uitbreiding van de productie, nog niet Wat ishet gevolg van hetoprukken van het neo-libera- wetende wat we in het milieu hebben aangericht, lisme?

18 Schelhaas: "Er is een strijd geweest tussen het zou er meer ruimte voor de zorg komen. Maar Anglo-Saksische model en het Rijnland model. het tegendeel is het geval. En ik denk dat de kre­ Ook in Nederland hadden we het overlegmodel, dietcrisis veel kan veranderen en, nota bene in het een markt die een hele grote mate van vrijheid bankensysteem ontstaan, de hoge priesters van had maar een overheid die wel duidelijk een het kapitalisme, die hebben er toch een rijkelijke koers kon verleggen en ook kon ingrijpen. De puinhoop van gemaakt. Er zijn al artikelen als, ondernemingen waren vrij in productie, maar er 'kredietcrisis, het einde van het neoliberalisme?'. was wel een overheid die door wetten of anders Kijk naar de sterke opkomst van China en India de zaak kon bijsturen, ook omdat de Europese en Brazilië, waar wel de markteconomie inge­ Unie geen regering heeft. voerd is maar niet de absolute vrije markt. In De rol van de overheid werd scherp teruggedron­ China en in India heeft de overheid een duidelijke gen, en de budgetten gingen omlaag." Volgens rol in het economisch leven. De kredietcrisis zal Schelhaas heeft er een verschuiving plaatsgevon­ wel opgelost worden, maar een energiecrisis is den, ook in de Nederlandse landbouwsector, en wezenlijk veel ernstiger. We naderen een punt de zuivelsector, van het Rijnlandse model naar dat de olieproductie niet meer toeneemt, maar de het Anglo-Saksische model. vraag wel. Amerikaanse studies geven aan dat de Schelhaas: "De vrije markt moet maar voor oplos­ energiebehoefte zal toenemen terwijl de productie singen zorgen. Voor de toekomst is de vraag inte­ een maximum bereikt. China en India zijn opko­ ressant ofhe t neoliberalisme, het superkapitalis- mende machten, die zeggen: 'wij zijn nu aan de me blijvend is.Al s de omgeving weer verandert, beurt. Minderen jullie maar, maar wij willen ook verandert dat ook. De tijd verandert wel. De LTO nog even vooruit.' Dat kan tot ernstige politieke zweert bij de vrije markt. En alle Nederlandse crises leiden. En tot alternatieve politieke bewe­ politici zweren er ook bij.Al s de tijd verandert gingen waar de westelijke samenleving van op dan kan het marktdenken ook veranderen. Maar zijn grondvesten kan schudden...." het is op dit moment een markante macht in Eu­ ropa." Waargaat hettoe leiden,heeft u daareen idee van? Watbetekent hetvoor de landbouw? Komt erweer "De LTO zweert hij de vrije markt. eenbeschermd beleid, eenbeschermde economische ontwikkeling? En de Nederlandse politici zweren er ook bij." Schelhaas: "Alsj e het even buiten Europa bekijkt, de Amerikanen geven hun landbouwbeleid niet Maarzien weniet nu ook altekenen van verval, met op, het Amerikaans landbouwbudget is nog niet àehypotheekcrisis ende bankcrisis? Als we helemaal 1% van het totale budget. DeAmerikane n staan op dat marktmodel overgaan, worden wedan ook met de rug naar de WTO toe. En China en ook nietzeer kwetsbaar? Misschien zijn deeerste tekenen India hebben een heel duidelijk landbouwbeleid. van zo'n verandering nu merkbaar? Dat zijn de landen die greep houden op de land­ bouwontwikkeling. En dan kan de Europese Unie Schelhaas: "Er is een studie verschenen waarin niet zeggen: 'we hebben een vrije markt, we moe­ staat dat een samenleving waarin de inkomens­ ten maar kijken waar het schip strandt.' Maar ik verschillen zo groot zijn, en niet als natuurlijk doe geen voorspellingen. De wereldgeschiedenis wordt aanvaard, dat dit vroeg oflaa t misloopt. loopt altijd anders dan je denkt. Wat de energiecri­ Verder heeft het systeem duidelijk paradoxen. sis betreft: als je optimistisch bent, zal men erin Vroeger dachten we dat, als de welvaart toenam, slagen om met alternatieve energie (wind, zon, ook de vrije tijd zou toenemen. Ik zie het aan atoomenergie) de energiecrisis te beteugelen." onze kinderen, ze hebben minder tijd dan ooit en ze werken hard. De moderne mensen hebben Maar u heeftzelf ook,op basis van dit soort analyses geen rust, geen tijd. Als de welvaart toeneemt, zoals wijdat van debuitenkant gezien hebben, een

r9 soort ontwikkelingdoorgemaakt, waarin uw eigen ver gaan met productie uitbreiding, daarna wordt denkenzich ookgeëvolueerd heefiin de richting de markt overvoerd. In de dienstensector gaat het van eenandere visie ophet landbouwbeleid, dan u automatisch net zo. De boeren willen vrijheid, wellicht in eeneerdere fase van uw carrière had,als een vrijheid die er buiten de landbouw niet is. Ze voorzittervan hetproductschap. Uheefi eenontwik­ willen zich niks aan trekken van het algemene kelingdoorgemaakt in derichting van inkomens­ evenwicht op de markt. Maar als de voedselcrisis ondersteuning, productiebeperking. Uheefi zelfook zich verder ontwikkelt, heb jewe l beleid nodig. gedacht engezien dat het ookanders zou moeten in Nu echter is de stemming nog dusdanig dat het dat beleid. Kunt u aangevenhoe dat zo gekomenis? gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt afge­ Hoe bent u tot dieconclusie gekomen? broken. Maar ik denk dat de voedselcrisis binnen twee, drie jaar wel over is. Er is nog zoveel pro­ Schelhaas: "Die conclusies trek ik niet zo direct. ductiepotentieel, maar voorspellen, dat is mij ze­ In Europa is het moeilijk om tot een gemeen­ ker niet gegeven. Maar technisch gezien, als men schappelijk beleid te komen. Zeker niet met 25 wat extra kapitaal investeert in achtergebleven landen. De makkelijkste oplossing is dan: laat de gebieden, dan kan de landbouwproductie enorm markt het maar doen. Maar daar zitten duidelijk stijgen. Ook in Afrika kan met eenvoudige ingre­ grenzen aan. Het politieke denken gaat wat meer pen de productie per boer 10 keer zo groot wor­ naar links. Frankrijk, Duitsland en ook Polen den. Als men een bewuste politiek van investeren liggen dwars wat de opheffing van de quotering in de landbouw doet, dan kan de voedselcrisis betreft maar het is nu een gepasseerd station. Ik ook heel snel over zijn." denk ook wel dat het eraan gaat. China heeft ook voor heteerst eengrondpolitiek Wat het zuivelbeleid aangaat, de melkquotering buiten heteigen land: in Afrika grondopkopen om heb ik nog niet zo lang geleden 'trekken aan een dadelijkin hun eigen voedselbehoefte tekunnen voor­ dood paard' genoemd. Dat is de feitelijke realiteit zien... maar het is in wezen het meest ideale middel om de markt te beheersen. In principe zijn de agra­ Schelhaas: "Er is nog een aardig voorbeeld van de rische markten niet in staat een evenwicht te cre­ tanende invloed van het westen: de Wereldbank. ëren tegen een lonende prijs. Er zijn miljoenen 20 jaar geleden was het nog een machtig insti­ zelfstandig werkende boeren en die hebben al­ tuut, had geld, kon voorwaarden stellen aan de lemaal hun productieplan. Als je die plannen bij hulp. China stelt aan Afrika geen voorwaarden, elkaar optelt is het helemaal niet zeker dat daar zeker niet de voorwaarden van de Washington een totale productie uitkomt die voldoet aan de consensus. Bill Gates, heeft meer kapitaal te be­ eisen van evenwicht. In het verleden is er te veel steden voor hulp aan de Derde Wereld, dan de voedselproductie geweest, nu een voedselcrisis. Wereldbank. De westelijke instituties, lopen in Wat het minste kost,is productiebeheersing. Dat invloed terug en daar is het eind nog niet van in kost de overheid niks. Het is technisch uit tevoe ­ zicht. Ik heb een artikel hier ergens liggen met de ren. Als ik het voor het zeggen had gehad, had ik teneur: vroeg oflaa t zal het westen de rekening de melkquotering niet prijsgegeven. Ik ben niet gepresenteerd krijgen, want 12%va n de wereld­ zover dat ik denk dat de markt, de vrije markt in bevolking kan niet aan 88% zijn systeem en wil de landbouw, de ideale oplossing is. opleggen."

De melkquotering had wel veel flexibeler moeten Even terugnaar de discussie overduurzaamheid die worden. De boeren willen productievrijheid: we beginjaren go opgekomen is: deproblemen met mi­ kunnen produceren wat we willen. Ze realiseren lieu,mestoverschotten. In hoeverre heefi die discussie niet, dat geen ondernemer buiten de landbouw volgens u ookhet krachtenveld veranderd waarbin­ dat kan. Elke ondernemer heeft in zijn achter­ nen dielandbouw en belangenbehartigingzich afspe­ hoofd en meestal in zijn voorhoofd: ik kan tot zo- len?Is dat eendominante factor geworden? Schelhaas: "Ja, in plaats van marktontwikkeling onsook als landbouwsector daarzelf je pijlen op rich­ speelt hier de LTOwe l een goede rol. De LTO ten. Maargebeurt dat? heeft zelfs een plan in 2020, dat de veehouderij en zuivelindustrie duurzaam zal zijn. Maar dat Schelhaas: "Laten we eerlijk zijn, tussen wat de is een heel grote kracht, energie, zelfvoorziend, leden willen en wat maatschappelijk eigenlijk duurzaam in alle opzichten, voor de boeren zit je moet, zit verschil. Losva n wat we gedaan krijgen, naast een natuurgebied, wat mag jewe l en wat de duurzaamheid vind ik zelf ook een uitermate mag je niet? Varkensflats, daar zit momenteel belangrijke factor. Maar is voor een LTO natuur­ nog een veld waar invloed uitgeoefend kan wor­ lijk veel minder dankbaar dan vechten voor een den, maar als de voedselcrisis nog een paar jaar hogere prijs. Dit kost offers en is een afweging voorduurt, verliest dat ook wel de aandacht." tussen wat haalbaar is. Hier ligt een belangrijk strijdpunt waar de belangenbehartiging essenti­ Watvoor ons ookwel interessant is,is dat wij infeite eel is." hebbengeanalyseerd dat debelangenbehartiging een soort ZLTO lijn is,waarin ookgeïnvesteerd wordtin Maar dan moetje ookeen lange termijn visie hebben deketen, waarin met flink veelgeld demarkten be­ waarhet naar toe moet. Hebbende productschappen werktworden. En deandere lijn is:duurzaamheids- ende LTO dat voldoende? vraagstukken,ruimtelijke ordeningsvraagstukken, waarbij als hetware ook deomgeving en de duur- Schelhaas: "De productschappen hebben hier zaamheidsfactorenmeer in beeld wordengebracht. geen directe rol, ze zijn uitvoerders. Ook in mijn Maarziet u binnen debelangenbehartiging ook één tijd had het productschap geen directe taak op van dezebeide lijnen alsdominant naar de toekomst het gebied van duurzaamheid. Nu hebben ze wel toe, ofzegt u:er zal altijdeen combinatie van beide bepaalde uitvoeringstaken gekregen, maar niet zijn? op het maken van het beleid. Dat doet de LTO-tak uit het zuiden." Schelhaas: "Dat laatste denk ik, het zal niet het één ofhe t ander zijn. Ik denk dat als het goed Wijhadden hetnet over het rammelende Publiek­ gaat, de publiek-private samenwerking een veel rechtelijke BedrijfsOrganisatie-stelsel, het PBO-stelsel. grotere rol krijgt. Daar zie je nu al aanzetten toe: Deproductschappen vervullen ookeen aantal wet­ het plan van minister Verburg voor een duur­ telijke taken.Als je alles aan demarkt zou overlaten, zame veehouderij. Dat legt een grote nadruk bij hebje eenprobleem natuurlijk met die wettelijke de sector zelf. Je ziet dat ook in het dierenwelzijn taken.Je kunt nietalles aan decoöperaties zelf over­ het grootwinkelbedrijf een duidelijke rol gaat spe­ latenwant diehebben diewettelijke taken niet. Wat len. Dierenwelzijn, het castreren van varkens bij­ zou daardan meegebeuren, alsdat nogverder ver­ voorbeeld. In die richting zal het eerder uit gaan. markt, isdat dangeen optie? Dan is het voor de LTOva n essentieel belang dat ze hoogwaardige kennis hebben, dat ze het spel Schelhaas: "Een goede optie zou zijn, zeker in kunnen meespelen." de lijn van publiek-private samenwerking, dat de productschappen een heel goede rol kunnen MoetLTO dan ook zijn pijlen nietverleggen, meer blijven spelen. Productschappen kunnen dat op met milieu-en natuurorganisatiesgaan praten of een veel simpelere manier doen dan de regering juist met supermarkten, omdat wezien dat die nu via een parlement. Zonder dat ikwi l zeggen dat eisen stellen? Vroegerwaren zij opmilieu- enna­ ik tegen een democratische aanpak ben, maar ik tuurorganisatiesgericht, enprobeerden ze te onder­ ben voor een tactische aanpak. Jeheb t niet direct handelen,maar nu zieje dat diemilieu- en natuur­ te maken met toch soms wat dwaze politici. En organisaties veel eerder naar dedetailhandel of de wat wij in het verleden gedaan hebben was een verwerkende industriestappen om eisen opte leggen tactische aanpak zonder alt e veel soesa. Het geld richtingdie agrarische sector. Dan moetje volgens voor het zuivelbureau konden we bij elkaar ha- len, 150miljoen . De melkquotering hebben we Schelhaas: "Dat is een hechtere organisatie dan tenslotte goed kunnen regelen. De invoering was LTO, maar in wezen moeten die twee natuurlijk niet makkelijk. Toen het eenmaal liep, heeft zelfs samengaan. LTOi s ook een regionale, Europees Polen het systeem overgenomen. In Polen func­ gezien. Met de provincies heb je soms te maken tioneert de melk quotering, en daar heb je dan met uitbreidingsplannen, met varkensflats, die al een publiek-private samenwerking en dat is het dan niet mogen. De essentie, het is allang voorbij productschap." dat er regionaal veel te doen is. Ik verwacht de vorming tot één landbouworgani­ Watzijn mogelijke alternatievenvoor de product­ satie, zonder coalities met andere maatschappe­ schappen?Is dat eenontwikkeling naareen plant­ lijke organisaties." aardigen een dierlijk productschap vooral met uitvoerende taken, wettelijke taken, want die kunnen In hoeverre issprake van eenveranderende relatie nietzomaar naar het bedrijfslevengaan? Isdat een tussende overheid ende landbouwsector in de afgelo­ model?Of ishet modelom hethelemaal op te heffen pen decennia? ende taken weer herte verdelen overde overblijvende organisaties? Hoedenkt u daarover? Schelhaas: "Ik vind dat de LTOe n minister Verburg goed samenwerken. Veerman had van Schelhaas: "Misschien een uiterst beperkte ge­ nature een visie die niet zo ver van de LTO af dachte, maar 'de zuivel mensen' willen met 'de stond. Veerman was een kei. Hij had best pre­ vlees mensen' niks te maken hebben. Voor de ak­ mier mogen worden van mij, maar dat zat er kerbouw en de tuinbouw is dat precies hetzelfde. niet in. Naarmate de EU groter wordt zou het De culturen en achterbannen verschillen te veel, best kunnen zijn dat de Nederlanders zich meer als ook de markten. De productschappen kun­ naar elkaar gaan richten. Ik zie nog niet zo gauw nen overleven door te focussen op de uitvoerende verbanden met een land als Frankrijk met heel taken." andere belangen."

Maar misschienkunnen wenog even door naarde Tussen landenziet u dat dan meer, niet qua sectoren toekomstvan diebelangenbehartiging. Uhebt net in delandbouw? Udenkt dat landen elkaarwat gezegd dat ereen hele dominante marktontwikke­ meergaan opzoeken? lingaan deorde is: liberalisering. Anderzijdswordt het duurzaamheidsthema belangrijker. Waar liggen Schelhaas: "Nee, men moet natuurlijk met lan­ nu volgens u dedrijvende krachtendie gaan bepalen den, zeker in de nabuurstaten, wel intensiveren. waar het naartoegaat? Waarzal die belangenbehar­ Dat doet men ook wel, maar één uitzondering tigingeindigen overeenjaar of10, hoe ziet danhet hebben we nog niet genoemd: de Nederlandse landschaperuit? Melkveehouders Vakbond past helemaal in dit beeld. Die heeft samen met de Duitsers een soort Schelhaas: "Ik denk dat er over 10 jaar van de melkstaking georganiseerd, die niet eens een gro­ boerenkant een LTOza l blijven die voor de be­ te flop geworden is. Het is niet mijn aard, maar langenbehartiging opkomt, en dan zich vooral op zij hebben wel een Europees verband van melk­ terreinen begeeft als duurzaamheid, ammoni- veehouders. Ik heb er nog geen geweldige fiducie akuitstoot, structurele ontwikkelingen en lange in, dat je met de Poolse melkboeren een lijn hebt. termijnplannen." Dat lukt in één land al bijna niet, laat staan over de grens. Maar tot mijn verbazing hebben ze het Enverwacht u dat het landelijkblijft, ofwordt mis­ verder geschopt dan ik dacht." schienmeer regionaal? BlijftZLTO eenhele sterke organisatie? Isdat ook eenuiting van onvrede in desector waarbij men zich afkeert van deoverheid ofvan degrote coö• peraties eneigenlijk onderde druk van de omstandig-

22 heden eenhardere lijngaat kiezen? Isdie actie verge­ LTOwenst? Is de marktmacht dan tochmeer bepa­ lijkbaar met deopstand tegen het Landbouwschapin lendvoor politieke macht, wellicht, dan demacht van het HollandseVeld ofgaat dat te ver? de standsorganisatie?

Schelhaas: "De landbouw heeft altijd alternatieve Schelhaas: "Een coöperatie is geen Unilever, het groepen gekend, die tegen het Haagse overleg­ zijn wel boerenclubs. Ze kunnen natuurlijk min­ model waren of die daar moeite mee hadden. der dan de boeren soms zouden willen, maar ze Straks hebben we in Nederland één grote zuive­ zijn niet wezensvreemd aan wat de boeren wil­ londerneming. Ik vind momenteel dat ze het al len. Wantenaar van Campina is een echte boer goed doen. Ze willen geen soja veevoer laten ge­ met een gezond boerenverstand. En momenteel bruiken door de boeren die verdacht is. Ze doen werken LTOe n de coöperaties al goed samen. goed werk en onderzoek naar melkzuren, omega Ik denk dat dit soort tegenstellingen verdwijnen 3o f7 ,vetzuren . Ik verwacht meer heil van een moeten. Nederland als klein land in een grote grote coöperatie. Misschien moeten er duizend wereld, dat zijn we natuurlijk altijd wel geweest, bloemen bloeien." maar nu zitten we in een EU met 25 leden."

Iseen belangrijk deel van hetsucces van de Ne­ Maar denieuwe topman van Friesland Foods is toch derlandse landbouwsector nietook gebaseerd op ookiemand dievanuit departiculiere bedrijfsraden diegoede onderlinge relaties? Hetfeit dat erop die komt? Duskrijgt het bedrijfsmatige karakterniet de manierook veelgeld geïnvesteerd werdin deken- overhand, waarbijmeer bedrijfsmanagers binnen "•infrastructuur? Isdie relatie delaatste jaren sterk komen dieminder dieboerenachtergrond hebben en veranderd, zeg maar aan erosie onderheviggeweest? daardoorde landbouw ook iets minderaanvoelen? Zoja, betekent dit ook dat het krachtenveld rondom le sector veranderd enandere partijen hun invloed Schelhaas: "Er ligt wel eu spanningsveld maar kunnen doengelden? Waar gaat dat eindigen? Gaat naar mijn waarneming ir» er duidelijk een boeren- andbouwooit eenonderdeel worden van hetministe- invloed." ne van Economische Zaken? Ofandersom wellicht? We hebben hettot nu toe vooralgehad over de belan­ Schelhaas: "Ik denk dat de lijn Braks een goede genbehartiging. Onsonderzoek gaat ookover de ken­ was. We hebben later Van Aartsen gehad en nisinfrastructuurrondom die landbouwsector. Heeft nnkhorst. Navie r jaar waren ze eindelijk zo ver u daarook eenmening over, hoe die zich ontwikkelt, dat ze het zagen en het doorhadden om Johan enontwikkeld heefi? Vanuit hetproductschap in uw Cruijff te citeren, maar momenteel met Verburg tijdging er een budget naaronderzoek. Heefiu ook gaat het weer als vanouds." overdat deel van onsonderzoek eenmening, hoezich dat ontwikkeldheefi engaat ontwikkelen? Hoekomt dat? Isdat ookvanwege het netwerk? Ken­ nenze demensen in desectoren ookbeter? Voelen zij Schelhaas: "Het OVO-drieluik komt nooit meer aërariërs beteraan? Unoemt ookniet voor niets terug. Het zal minder omvangrijk zijn zonder dat DA politiciop, de anderen waren van D'66.... het minder effectief hoeft te zijn. Ik ben toch ge­ neigd te zeggen, dat hier de beleidsinvloed terug­ chelhaas: "Verburg heeft een goede achtergrond loopt: de greep van de landbouw op de publieke en een CDA gedachtegang: dat je het toch met middelen. Maar helemaal zeker ben ik ook niet elkaar moet vinden. Ik denk dat dat een ideale van de zaak. Bij de commissie Balkenende speelt üjn is." de landbouw wel weer mee."

dat wat straks degrote Nederlandse Zuivelcoöpe- Maakt technologische ontwikkelingendadelijk dat ratle wil enwenst in het maatschappelijkpolitiek coöperaties overbodigworden? Bijvoorbeeld omdat rachtenveld misschienwel belangrijkerdan hetgeen dadelijkieder bedrijfyoghurt op zijn eigen bedrijfkan

23 maken inplaats van door de coöperatie? de vleesconsumptie. Maar leidend hier is toch, Schelhaas: "Daar geloof ik niet in. Ze kunnen komt er een redelijk marktevenwicht? De perspec­ het wel produceren, maar dan is de afzet de bot­ tieven blijven niet zonder meer positief. Een ana­ tleneck. Jezie t de boerenkaasmakerijen die toch lyseva n elke markt leidt tot een conclusie dat er een kwalitatief goed product hebben, die lopen een structurele tendens tot overproductie is. toch terug, die houden het niet vol. Dus ik zie Maar dan de tweede factor, bio-energie. Ik denk daar niet veel in." dat de hausse momenteel door de voedselcrisis wel wat over is. Globalisering, met horten en sto­ Haddenjullie wat aan dekennis uit Wageningen als ten, maar het gaat door, we gaan echt wel naar één productschapof merkte u dat dezuivelcoöperaties er wereld toe. Ik denk niet dat de WTO onderhande­ iets aan hadden? lingen het nu redden, maar de lijn gaat wel door."

Schelhaas: "De zuivelcoöperaties zeker, als pro­ Watverwacht u dan? DeEU probeert het,maar als ductschap niet: we waren meer een beleidsin- u kijkt naar NAFTA (North American Free Trade stantie. Maar melkveehouders hadden er ook Agreement) vanuit de VS dan zit hetprotectionisme zeker wat aan. De techniek, de proefboerderijen, ernog volop, oplandbouwbeleid. Verwacht u datdit dat werd vanuit Wageningen goed gedaan. Dat met dieglobalisering ookdoorbroken gaat worden? netwerk is wel wat verdwenen." Schelhaas: "Ja. Het is zo'n krachtige tendens, je Jeziet nu ook weldat ergezocht wordt. Hier bij­ kunt er al bij Karel de Grote mee beginnen. Er is voorbeeld in hetwestelijk veenweidegebied, het een hele sterke kracht dat de wereld, ook door de praktijkcentrum Zegveld. Dat wasvan oudsherhet moderne communicatietechniek, globaliseert. Wij proefbedrijfvoor landbouwop veenweidegronden. Je moeten in onze landbouwpolitiek rekening hou­ ziet tochdat ernagedacht wordtover een nieuwe in­ den met de derde wereld. Steeds meer. Het neoli- vullingvan zo'n praktijkcentrum, want het isniet de beralisme: blijft dat zo? Het zou mij niet verbazen traditioneleplek waar dejonge boeren komen omhet dat het niet lang standhoudt. Gezien de spannin­ vak teleren. Want dat kunnen ze overal wel leren. gen die er zijn, de paradoxen die ik noemde, de Maar hetgaat om nieuwevraagstukken als bodem­ inwoners, de kredietcrisis. Dan de opkomst van dalingen klimaatveranderingdie daar een rol gaan China, India, Brazilië en noem maar op. 12%te ­ spelen enje ziet dat hetkennissysteem vooreen deel gen 88%. Dan de opkomst van de grote eenheden, ook welin verwarring iswat ervan hunverwacht de grote industrieën. Fusies, coöperaties. Die gaan wordtdoor de landbouw en de omgeving. door. Wat we al noemden Bill Gates, dat hij meer geld te besteden heeft dan de Wereldbank. Dan Schelhaas: "Naar mijn indruk, ik kan het nooit een hele belangrijke factor: duurzame landbouw, waarmaken, is de voorsprong van de Neder­ met zijn vele facetten. De energiecrisis die nu al landse landbouw minder groot geworden. Elke de tuinbouw treft en wat misschien wel de ergste voorsprong gaat natuurlijk vroeg oflaa t verloren. crisis kan worden, met politieke geladenheid van Maar dat kennissysteem is ook weer een onder­ het Midden-Oosten en de islam. Genetische ma­ deel van de hele ontwikkeling." nipulatie, die houden we ook beslist niet tegen. Dierenwelzijn en de opkomst van het grootwin­ Toekomstbeelden kelbedrijf waarvan elk jaar de macht toeneemt, en Schelhaas komt met factoren die leiden tot grote die toch voor de landbouw een steeds grotere, in veranderingen en uitdagingen. "De eerste is en principe wat vijandige, factor zijn. blijft marktevenwicht. Als de voedselcrisis blijft, De relaties met dierenwelzijn en het grootwinkel­ dan lossen heel wat problemen zich vanzelf op. bedrijfzijn er. In Engeland is het heel sterk, daar Met Rabbinge denk ik dat het over een jaar of zijn de grootwinkelbedrijven sterk op dat vlak, en drie over is. Maar niemand is het gegeven om de in Nederland gaat het ook wel die kant op. Minder toekomst te voorspellen. Er komt wat actie tegen dan in Engeland, maar wel die kant uit. Of het

24 nou typisch Angelsaksisch is, maar in Engeland heb je altijd bewegingen gehad voor dit soort za­ ken, zoals Oxfam Novib. Engeland heeft naast het Angelsaksische model toch ook een duidelijke linkse component in zich."

25 De kennis, het kennissysteem en kennisecono­ mie is volgens Laan voor Nederland van belang en ook voor de hele agri-food keten. Omdat 3 Nederland een beperkt landoppervlakte heeft, willen we daar volgens Laan zo optimaal moge­ lijk gebruik van maken. "Dan zul je dat met de Interview met kennisintensieve toepassingen moeten doen, om waarde toe te voegen voor de economie als geheel en voor de betrokkenen in het bijzonder. Als het Willem Jan gaat om waardetoevoeging denk ik dat het goed is om ook te kijken naar de verschillende toege­ voegde waarden van de toeleverende industrie, Laan de primaire agrarische sector en de verwerkende industrie. In Nederland zijn daar gegevens van, DoorMarcel Pleijte maar het gaat vaak om de rangschikking van die cijfers", aldus Laan. De onderverdeling in die Rotterdam, 23jul i 2008 drie groepen geeft volgens Laan een heel aardig beeld en als dat ook nog eens wordt toegespitst Willem Jan Laan (1959) is momenteel Director Global op een aantal sectoren, ontstaat volgens Laan ook External Affairs bij Unilever. Hij is in 1995bi j Unilever een goed beeld van de toegevoegde waarde van de egonnen als agricultural economic advisor. Hij adviseert verwerkende industrie. Laan: "De cijfers van het en werkt op de terreinen betreffende landbouw en LEIgave n aan dat als het gaat om de toegevoegde landbouwbeleid, handelspolitiek, biotechnologie en waarde, dat juist die verwerkende industrie de nieuwbare energie maar ook op het terrein van duurzame grootste isva n de drie,e n dat gegeven alleen al landbouw. Voordat Willem Jan Laan bij Unilever kwam zou ook in het politieke landschap een relevant werken, werkte hij in drie verschillende functies voor het gegeven kunnen zijn." Volgens Laanword t er ministerie van LNV,onde r andere bij wat nu de Directie nu vaak niet zo goed naar deze cijfers gekeken. Internationale Zaken bij LNVheet . Willem-Jan Laan Met andere woorden: als ze al beschikbaar zijn vertegenwoordigt Unilever in verschillende nationale en dan zijn ze toch vaak opgesloten in grotere sta­ •nternationale organisaties, zoals CIAA en BusinessEurope tistische weergaven. Als er gepraat wordt over russe!. Hij is ondermeer voorzitter van een commissie welke toegevoegde waarde er nu wordt geleverd U tilateraal Handelsbeleid van VNO-NCW, voorzitter van de dan denkt Laan dat het goed is om dat tegen het Agriculture Group van BusinessEurope, Vice-voorzitter licht te houden. Laan: "Wat verder van belang e Food and Agriculture Committee of the Business and is, is dat we in een internationaal veld zitten, Industry Advisory Committee to the OECD (BIAC). dus in onze beleving hebben wij niet zoiets als een Nederlands kennissysteem. Wehebbe n een internationaal kennissysteem, Europees, wereld­ wijd, en meer en meer zien we dat die met elkaar worden verbonden." Als voorbeeld noemt Laan de OESO,waa r bijvoorbeeld ook de kennis van Unilever en LNVbi j elkaar wordt gebracht. Een ander voorbeeld is het Europees Parlement, waar bijvoorbeeld een rapporteur in het Europees parlement aangeeft dat Californie alleen al meer expertise heeft op het gebied van hernieuwbare energie, dan heel Europa samen. Laan: "Nôu die uitspraak is misschien een klein beetje gekleurd, maar ook als het wat overtrokken is, dan nog

27 denk ik dat het goed is om te kijken wat er in wezigheid van R&D als je het vergelijkt met onze Californie gedaan wordt op dit terrein en experts wereldwijde activiteiten." in de VS als meneer Searchinger als voorbeeld te Laanwijs t op de sturing van de overheid sinds nemen en is het relevant als het gaat om emis­ de 80'er jaren, die getypeerd worden door een siereductie. Dat is een terrein waar we met elkaar ietwat terugtredende overheid. De rol van de meer aandacht aan zullen moeten besteden, ook overheid is toch een rol die bepaalde beperkingen in de Nederlandse context. We hebben natuur­ heeft. Laan: "Dus als we het aan de marktpartijen lijk Crutzen als Europese Nobelprijswinnaar en kunnen overlaten, met enige sturing, dan is dat hebben wel degelijk enige expertise, maar we model eigenlijk het beste. Dus langs die lijn zie moeten ook kijken naar andere terreinen, zoals ik meer dat de overheid toch wel aan sturing energie-efficiëntie, terugwinning van energie. doet, maar toch terugtreedt: daar waar haar aan­ Nederland heeft natuurlijk ook wel experts, als wezigheid in de ketens niet echt noodzakelijk ik denk aan Rabbinge die heeft internationaal is. Op sommige terreinen, voedselveiligheid, is ook veel aanzien. Ik denk dat we er verstandig er natuurlijk een duidelijke rol van de overheid. aan doen om die expertise van Rabbinge beter We hebben ook steeds gezegd, dat de Europese te gebruiken in Nederland en ook zijn netwerk food and safety authority er moest komen, in beter te gebruiken. Rabbinge is bij ons bijvoor­ navolging van de Amerikaanse food &dru g beeld ook adviseur van het duurzaam landbouw administration. Die is nu gevestigd in Parma. project. Dit programma is in 1996 gestart en Over een dergelijk instituut waar je autoriteit en daar hebben we nu dus inmiddels zo'n 12jaa r onafhankelijkheid neerlegt in Europa is wel wat ervaringen mee. Waar we destijds nog een kleine discussie geweest. Dat was ook het geval bij de groep van, zeg maar, activisten waren als het gaat Europese Centrale Bank. Maar uiteindelijk is dat om duurzaamheid in de landbouwproductie, zien het beste voor alle participanten als we daar daad­ we in de laatste 12jaa r dat het aantal mensen dat werkelijk autoriteit en onafhankelijkheid weten hieraan werkt en hiermee bezig is, sterk is toege­ te ontwikkelen, zodat de besluiten en adviezen nomen. De initiatieven op dit terrein, ook in de van die voedselautoriteit ook overgenomen kun­ voedingsmiddelenindustrie, zijn gegroeid. Het nen worden door de Europese Commissie en de aantal bedrijven wat hier actieve programma's Europese Raad. Verder zien we een toenemende heeft en rapporteert met duurzaamheidsrappor- invloed van een aantal belangenorganisaties. Dit tages en verslagen, neemt toe, gesteund door de is het geval op het terrein van natuur en milieu, organisaties die hier een groot belang in stellen." daar zijn er een aantal van, ook internationale Laan vindt dat een goede zaak, ook voor de con­ organisaties, maar ook in Nederland. Ook zien sumentenperceptie van duurzaamheid en het be­ we sterke ontwikkelingsorganisaties, ik noem grip dat het bedrijfsleven ook serieus omgaat met Oxfam Novib in dit verband. Ik denk dat deze de grondstoffen en ook de manier waarop deze organisaties geleidelijk aan invloed hebben worden geproduceerd. De kennis die Unilever gewonnen. Het zijn over het algemeen profes­ heeft als bedrijf heeft volgens Laan bijgedragen sionele organisaties met goede mensen, die snel aan de totstandkoming van het TOP instituut in kunnen werken en daarmee ook een positie heb­ Wageningen. Hij noemt als specifieke wapenfei­ ben verworven ook in het reguliere beleidsdebat. ten de food en nutrition delta, waar nu een aantal Het bedrijfsleven heeft, denk ik op een aantal activiteiten zijn georganiseerd waar Unilever in terreinen laten zien dat ze in staat is om de eigen participeert. "We kennen de prioriteitsstelling organisatie ter hand te nemen. Ik heb de activitei­ bij het innovatieplatform, voedsel en groen, en ten op het gebied van duurzaamheid al genoemd. in Nederland zien we dat research en develop­ Maar ik denk dat je ook kan zeggen dat het be­ ment bij de bedrijven juist in Nederland ook een drijfsleven toch meer en meer gehoord wordt ook belangrijke plaats heeft. En wij zelf hebben met door de beleidsmakers, zowel in internationaal onze R&D in Vlaardingen ook in Nederland een verband als ook in nationaal verband. Recent disproportionele bijdrage voor wat betreft de aan­ was ik bij FAO food security conference, die ging over de rol van de private sector bij het oplossen gatieve bijdrage leveren aan de emissie van broei­ van voedselzekerheidsvraagstukken. En armoe­ kasgassen, dan wordt dat heel duidelijk gerappor­ devraagstukken werden expliciet onderschreven, teerd door deze belangenorganisaties, maar we maar je ziet ook op andere terreinen als het gaat zien die realiteit, die werkelijkheid eigenlijk niet om de praktische uitvoerbaarheid als het gaat om of nauwelijks terug in de verschillende departe­ het identificeren van mogelijkheden en trends menten." dat er toch wel degelijk naar het bedrijfsleven wordt geluisterd." Hoekomt dat, wehoren veel lofook over het polder­ model, evenredigaan desociaal economische raad Ziet uook eenverschuiving daar waar de NGO's haddenwe vroegerook een centrale raadvoor de mi­ zich vroeger meerop de agrarische sectorzelf richten lieuhygiëne, ofeen RARO (eenraad voor de ruimte­ en "at hetnu meerrichting de verwerkende industrie lijke ordening),waarin hetbedrijfsleven, maatschap­ ende detailhandelgebeurt? Om bijvoorbeeld ook hen pelijke organisaties enoverheden eigenlijk volgens een alspartijen mee te hebben om delandbouwsector en gemengde economie metelkaar keken: wat isaan de daarbinnenveranderingen teweegte kunnen bren­ overheid, wat isaan demarkt enwat kunnen maat­ gen? schappelijke organisaties aandragen voor maatrege­ len? Wordtzoiets nu gemist?Hoe is de communica­ Laan: "Ik denk dat de maatschappelijke organisâ­ tienu met deoverheid zelf? Doet iedereen zijn eigen meso p beide terreinen hun activiteiten hebben. lobby ofwordt erook gezamenlijk gesproken? Overigens het bedrijfsleven zelf is feitelijk ook een NGO. Het gaat dan om partnerships. Wij zelf Laan: "We hebben een Milieu en NatuurPlanbu- hebben ervaringen met de partnership met het reau (MNP, in april 2008 opgegaan in het Plan­ WNFal s het gaat om duurzame visserij ofal s het bureau voor de Leefomgeving: PBL). Die hebben gaat om ons project palmolie, round table sustai­ recent ook nog gerapporteerd, ook over deze nable palm oil.W e hebben goede ervaringen problematiek, met andere woorden, in dat kader met Oxfam Novib, daar hebben we een aantal komt het een en ander bijeen." Volgens Laan zal activiteiten mee gedaan, maar wij onderhouden het antwoord op de vraag ook vanuit die organi­ °ok contact met andere NGO's zoals Greenpeace saties zelf moeten komen. "Een Stichting Natuur bijvoorbeeld. Wij vinden het een uitdaging om en Milieu, om maar eens een club te noemen, die °ok met die organisaties tot gezamenlijke oplos­ heeft hele verstandige analyses en hele verstan­ singen te komen. dige beleidsaanbevelingen."

Als het gaat om de advisering en ook over het "We zouden graag zien dat de kennissysteem als zodanig, heeft Unilever meer overheid wat van dit engagement van dan eens gesteld dat er toch nog een wat verbrok­ deze organisaties zou overnemen." keld kennissysteem is in Nederland. Volgens Laan is dat iets van de laatste vijf of zes jaar. "We Richting de Stichting Natuur en Milieu en de hebben natuurlijk in Wageningen wel één of twee Vereniging Milieudefensie denk ik dat deze keer een reorganisatie gehad. Maar daar waren 0rganisaties en ook de internationale chapters we dan linksom of rechtsom in een raad van ad­ yan deze organisaties, goed gemotiveerde, goed vies betrokken. De achterliggende reden was, dat °nderlegde professionals in dienst heeft, en dat als je echt als Nederland en ook als Wageningen werkt prettig. We zouden graag zien dat de over­ een vooraanstaande plaats wilt innemen zul je op bid Wat van dit engagement van deze organisa- een aantal terreinen een profiel moeten hebben es Zou overnemen. Met andere woorden: als er dat goed gedragen is met research en met men­ een echt milieu probleem is,wa t kunnen we dan sen die dat ook internationaal kunnen uitdragen. eren van deze organisaties? Als we met elkaar Ik heb wel eens gezegd, op het punt van duur- constateren dat bepaalde biobrandstoffen een ne­ zaamheidsrapportages gaat een wereld open. En

29 dat is een uitspraak die zeker van acht jaar gele­ bedrijfsleven meerconsulteren? In wat voorvorm kan den is, tenminste. Als je dus in Wageningen aan Wageningen meervraaggericht gaan werken? die grote activiteit een bijdrage wilt leveren waar bedrijven en andere instellingen aan willen vol­ Volgens Laan begint het inderdaad bij een markt­ doen, dan zal je je daar eigenlijk op moeten spe­ onderzoek, research doen naar de feitelijke vra­ cialiseren en ook mensen moeten prepareren op gen die er leven bij de bedrijven en dan kan Wa­ die belangrijke maatschappelijke taak die eraan geningen UR ook haar eigen punten en expertise komt." Volgens Laan gebeurde dat destijds onvol­ testen. Verder vindt Laan het handig als Wage­ doende. Er is wel een ontwikkeling geweest. Maar ningen UR gebruik maakt van het model dat ook Unilever heeft het regelmatig moeten herhalen in de voedingsmiddelenindustrie wordt gebruikt. om die ontwikkeling vorm te geven. Als het gaat "Probeer je producten te testen met de afnemers, om de opbouw van die expertise, had Wagenin­ stel dan vervolgens je programma op of pas het gen in het verleden internationaal volgens Laan huidige aan", aldus Laan. ook een hele goede naam. "Er waren een aantal redenen voor, een aantal heel technische vakgroe­ Wordenjullie nu ookbetrokken bijde vraagarticula- pen die heel goed waren, ook een aantal tropische tie?Zijn jullie vragenstellers? vakgroepen die veel aanzien hadden, ook inter­ nationaal. Op het terrein van duurzaamheid en Laan: "Er zijn contacten tussen mensen bij de milieu kan Wageningen nog beter laten zien aan R&Dva n Unilever in Vlaardingen en Wagenin­ bedrijven als Unilever dat wanneer zij zoeken gen. Dat gebeurt maar dan praten we meer over naar experts, deze niet uit het buitenland hoeven voedselkwaliteit, voedselveiligheid en de duur­ te komen, maar dat zij ook in Nederland met suc­ zaamheid van de ketens (hoe zit het met de life­ ces mensen zouden kunnen inschakelen." cycle assessments?). Wat natuurlijk ook wel eens voorkomt is dat mensen uit de wetenschappelijke Betekentdit dat deopleidingen andersmoeten of dat wereld elkaar tegenspreken. Dat kan gezond zijn, deorganisatiestructuur binnen Wageningen veran­ voor de kennisontwikkeling ook, dus dat kan het derdmoet worden? Dat dit bijvoorbeeld meeronder debat stimuleren maar uiteindelijk is het toch deregie van Rudy Rabbingegestalte krijgt?Wat heefl niet bevorderlijk als op bepaalde terreinen die nu udaar voorogen? zeer relevant zijn, dat je een professor Rabbinge hebt en een professor Sanders aan de andere Laan: "Ik denk dat het goed is om juist ook van­ kant, die toch echt, zeg maar, tegengestelde po­ uit de optiek van de afnemers van de kennis te sities innemen als het gaat om het gebruik van kijken. Meer vraaggericht, minder aanbodsge- landbouw grondstoffen als biobrandstoffen." richt dus. De hele markt in vraaggericht. Dan zul je zien dat er bij veel bedrijven in de keten Maar isdat niet inherentaan dewetenschap, datje programma's zijn van lifecycle assessments, op somsook verschillende percepties hebtomdat vanuit het gebied van duurzaamheid, en duurzaam- dewetenschap ookverschillende aannames,uitgangs­ heidsrapportages op het terrein van reductie van punten wordengehanteerd? Je merkt vaak dateen emissies en energie efficiency. De kunst ligt erin paradigma ofdiscoursen worden overwonnen als om die zaken naar elkaar toe te brengen en te men hetover die uitgangspunten of aannames eens koppelen zodanig dat jevoo r bedrijven hun duur- kan worden.En als dat niet hetgeval is,kan je al­ zaamheidsverslagen kan produceren, maar ook leen terugvallen opdat men verschillende aannames de bedrijven kan adviseren om in de toekomst hanteert. stappen te zetten, die ketens daadwerkelijk duur­ Ik benhet met u eens, hoor, want in depolitiek zal zaam maken." ertoch een beslissing genomen moetenworden endie heefl maling aan deverschillende discoursen, want En om tot meervraaggericht werkente komen, moe­ erkan maar éénbeslissing uitkomen. Dat is het tenze meedoenin netwerken,of is het alleen het vervelende voorde doorwerking richting bedrijven of overheid. Maar uzou eigenlijk willendat ermeer één grondstoffen afkomstig van de landbouwsector. geluid ookvanuit dekennisinstituten hoorbaar is? Dat betekent eigenlijk dat we ook moeten kijken naar de duurzaamheid van de productie op land­ Laan: "Ik kan me goed voorstellen dat er belan­ bouwgebied. We beschouwen dat als onderdeel gentegenstellingen zijn, zeg maar in het brede van onze verantwoordelijkheid in de keten. Daar veld, dat degenen die investeren in bepaalde hebben wevervolgen s het nodige aan gedaan ontwikkelingen dat die niet allemaal dezelfde sinds 1996." opstellingen kiezen in het debat, maar van men­ sen die zeg maar als professor aan Wageningen Maar komt datzeg maar uitgood governance van­ Universiteit werkzaam zijn, daar zou je toch van uit Unileverzelf ofzegt u, het iseen mengvorm verwachten dat men niet een eenzijdige positie waarbijje ook door anderepartijen erop wordt aan­ naar buiten toe brengt, maar dat men juist de gesproken, waardoorje hiertoe overgaat? verschillende kanten van de gehele discussie be­ licht en bereid is om dat ook uit te dragen. En wat Laan: "Het is gestart door een aantal mensen die at betreft moet ik zeggen dat een aantal weten­ hebben vastgesteld dat op dit terrein inspinnin­ schappers die in de VS naar de situatie gekeken gen noodzakelijk zijn. In de loop van de tijd er­ ebben, maar ook mensen zoals professor Lucas varen we dat deze onderwerpen steeds meer aan­ Reijnders, in dit kader ook relevant werk hebben dacht krijgen. In eerste instantie van onze eigen geleverd. Als het dan terugkomt op belangenbe- afnemers en consumenten, maar ook van andere artiging dan wordt er soms gezegd, de analyses maatschappelijke organisaties en dan uiteindelijk Zl)n zodanig divers dat we er niet zoveel mee ook van de politiek. Dat is dus anticiperen, ook kunnen. Dat is dan vaak de conclusie. Als dat zo vanuit het bedrijf. Geen vis, geen vissticks, en ls'ls de vraagwa t je feitelijke bijdrage dan is aan bij landbouw geldt dat evenzeer. Dus het is ook het debat. Dat wordt dan minder." gewoon in het belang van het bedrijf zelf dat wij ons kunnen verzekeren van grondstoffen die op "s in hetgeval van Rabbinge en Sanderszegt u ei­ duurzame wijze geproduceerd zijn." genlijk, het istoch beter om dan eenbreder spectrum telaten zien? Hoewordt er vanuit devissector en landbouwsector aangekeken datjullie als verwerkende industrie eisen Laan: "Ik denk dat het beter is om het brede spec- stellen aan hun productiewijzen,want dat isdenk ik trurn te laten zien, om alle effecten in een ho- toch wel een soort omslag? istische benadering mee te nemen, waarbij alle e tecten en consequenties, intended en uninten- Laan: "Wat je eigenlijk ziet in de loop van de ed worden meegenomen. Als dat wordt gedaan tijd is dat toch meer en meer het gezamenlijke an kun jevervolgen s zeggen, na een assess- belang wordt erkend. Belangrijk en doorslagge­ ment ofhe t verstandig is om poor-performing, vend is natuurlijk ofw e in de tijd elkaar kunnen eerste generatie biobrandstoffen te gebruiken. ondersteunen, of er programma's lopen die op !] vinden het als Unilever onverstandig om die elkaar aansluiten. Het tweede is, als het gaat om Poor-performing first generation biobrandstoffen standaarden, kunnen we het ook goed met elkaar e gebruiken, om een aantal redenen, maar die definiëren, met andere woorden in praktische ennelijk nog niet echt zijn doorgedrongen in het toepassing praten we dan over hetzelfde. Veel Wageningse circuit. mensen in de toelevering vinden het ook pret­ VerwiJs in dit kader naar de totstandkoming tig als zij zich verzekerd weten dat een aantal Van ons duurzame landbouw initiatief. Ik denk afnemers nu zonder problemen de producten die athe t initiatief vrij spontaan tot stand is geko- dan duurzaam geproduceerd zijn, kunnen afne­ f1611'ln de zin van, wij hadden een initiatief op men. Voorwa t betreft de Stichting Duurzame et terrein van visserij. We zeiden, als we kijken Voedingsmiddelenketen (DuVo),heef t DuVo een naar onze grondstoffen dan is 70% van onze aantal initiatieven genomen, een aantal rapporta-

31 ges gedaan, waarmee bedrijven hebben kunnen een functie die niet altijd leidt tot certificering laten zien dat zij gezamenlijk op het terrein van tot aan de consument. Het kan ook zijn dat die duurzame productie een aantal stappen hebben certificering vanaf de productie een aantal stadia gezet. Op internationaal terrein zijn er natuur­ in de keten meeloopt, maar het meest aardige lijk ook nog een aantal initiatieven, ik noem het natuurlijk is als ook de consumenten kennis heb­ Sustainable Agriculture Initative (SAI) platform ben van deze systemen en dat de consumenten als één van de initiatieven, waar we met andere dit uiteindelijk ook terug vinden bij hun aan­ internationale bedrijven opereren in de voedings­ koopgedrag. Wordt duurzaamheid van beteke­ middelensector, uitwisseling hebben gehad van nis? Heeft dit tot veranderingen geleid? Waar ervaringen en ook gezamenlijke projecten heb­ aanvankelijk dit soort projecten werden opgezet ben gestart. Uiteindelijk is onze ervaring dat de buiten de lijn van de keten, zie je nu dat ze meer round tables, als het gaat om palmolie, soja, maar en meer onderdeel worden van de activiteiten ook onze eigen initiatieven op het terrein van die in de keten plaatsvinden. Ze worden een in­ thee, dat die toch de meeste internationale sup­ tegraal onderdeel van de bedrijfsactiviteiten, ze port hebben gekregen. Zodanig dat je nu eigen­ maken onderdeel uit van de core-business. Bij de lijk ziet dat overheden een soort accreditatie wil­ overheid is belangstelling voor wat is ontwikkeld len geven aan datgene wat tot stand is gebracht in het bedrijfsleven. Door de overheid, zowel bin­ als het gaat om productie standaarden. Dat is een nen Nederland als de EU,worde n bepaalde eisen internationale accreditatie. De EU Commissie gesteld als het gaat om duurzaamheid. Ik heb neemt het op in de eigen rapportage als het gaat wel vaker een voorbeeld gebruikt in het verleden om duurzaamheidsrapportage. Maar ook zie je uit Frankrijk. Daar verscheen een rapport van de dat andere internationale organisaties refereren Franse Rekenkamer dat op een gegeven moment aan het werk dat hier gedaan is. Ook hier bleek in Bretagne driekwart van het grondwater ernstig dat de eerste initiatieven, die in lange ketens in was vervuild. Het was zodanig vervuild dat niet staat zijn om de partijen bij elkaar te brengen, meer kon worden gesproken van een duurzaam gebruikt worden als benchmark. Wij staan ons productiesysteem. Vanuit die basis geredeneerd, erop voor dat wij daar een rol hebben kunnen kan het op een gegeven moment lastig worden spelen en wij gaan daar de komende periode mee voor bedrijven om grondstoffen uit die regio te door om dat nog verder uit te bouwen. Dat leidt halen. Juist uit die regio omdat men zegt dat bijvoorbeeld tot een certificatie. Bij thee heb je daarmee een bijdrage geleverd wordt aan een bijvoorbeeld een certificatie van de Rainforest systeem dat niet duurzaam is. Dus die actoren Alliance. Bij palmolie zal eind dit jaar de eerste die een rol hebben bij dat productiesysteem, die gecertificeerde palmolie op de markt komen van hebben een bepaalde verantwoordelijkheid om de Roundtable Sustainable Palm Oil (RSPO). Dus dat te verbeteren, zodanig dat het grondwater uiteindelijk leidt dat tot een vorm van certificatie niet langer vervuild is door dat productiesysteem. voor deze producten." Wat voor Bretagne geldt, geldt evenzeer voor Ne­ derland. Jezou , denk ik, mogen vragen van de Ensluit dat ookaan bijde wereldhandel ofis het al­ Nederlandse overheid dat zij ook een actief pro­ leen maar vanuit deEU dat diecertificering erkend gramma heeft om ervoor te zorgen dat de produc­ wordt,of geldt het ookvoor de NAFTA? tie die in Nederland plaatsvindt, qua randvoor­ waarden die gesteld worden, qua eisen, ook op Laan: "Ik denk dat deze certificering goed ge­ een duurzame wijze plaatsvindt. Ik denk dat de bruikt kan worden, overigens de certificering bij overheid er verstandig aan zou doen om een as­ vis, het MSC logo, kon evenzeer gebruikt wor­ sessment te maken van de duurzaamheid van de den. Bij hout heb je certificering via bijvoorbeeld productie in Nederland en waarbij eigenlijk voor het FSC-logo.A l deze vormen die toch voor het de verschillende regio's en gewassen en dierlijke belangrijkste deel in de private sfeer zijn ontstaan productie ook gewoon rapportcijfers uit zou moe­ en ontwikkeld, worden toegepast. Die hebben ten delen, duurzaamheid wel in orde, bijna in °rde, of nog niet in orde. Als dan zou blijken dat den maar tegelijkertijd biedt dat ook hele aardige door toepassen van bepaalde input of intensieve mogelijkheden, want aan onze consumenten activiteiten er vragen bestaan op het terrein van percepties kan nu ook weer tegemoet gekomen duurzaamheid dan moet je ook de noodzakelijke worden. En eigenlijk is het beantwoorden van die maatregelen voorstellen die daar een antwoord consumentenvoorkeuren en -percepties een heel °P kunnen geven." belangrijk onderdeel van de waardecreatie, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij die consumenten zn staatu daarvooreen soort levenscyclus analyse voorkeuren dat levert overall maatschappelijke voorals hetgaat om die duurzaamheidsbeoordeling, waardecreatie op, en die bedrijven die daarin het w<*ardistributie en dergelijke inbegrepen is?Van in- meest succesvol opereren ofhe t meest flexibel Puttot aan deverwerkende industrie toe? kunnen opereren, die zijn dan weer succesvol binnen de sector." aan: "Ik denk dat de ketenactiviteiten ook in die -cycle analysis meegenomen zouden moeten "Eigenlijk is het beantwoorden van- worden. Jeheb t een activiteit die echt op een ni- Veau van de productie ligt, waar een heel actief die consumentenvoorkeuren en Programma onder ligt. Als dat er niet is dan ligt -percepties een heel belangrijk verantwoordelijkheid helemaal bij de keten onderdeel van de waarde-creatie." en dan is de vraag hoe die verantwoordelijkheid wordt opgenomen. Dan zou het kunnen zijn dat ]toc h voor een andere regio kiezen als we daar Als u kijkt naarde komende 20 jaar, wiegaat nube­ meer zekerheden en waarborgen hebben. Ik denk palenwat een boergaat verbouwen opzijn land? at net in het belang is voor de hele Nederlandse Productie om te zeggen: Wij willen richting de Laan: "De boer zelf, in be.angrijke mate. Hij zal eindgebruikers duidelijk maken dat wij aan deei - zich laten leiden door de markt en de prikkels en kunnen voldoen die gesteld kunnen worden van de markt. De boer zal zich minder laten lei­ aan duurzame productie. En daar kan de hulp den door subsidies en derhalve ook minder door Van organisaties zoals Stichting Natuur en Milieu overheden. Hij zal aan allerlei randvoorwaarden en andere organisaties een rol bij spelen." moeten voldoen inclusief gewasrotatieschema's in bouwplannen. Wanneer hij te weinig grond In die Zln is erwel sprake van eenhele verschuiving. heeft in Nederland dan zal hij zelf of zijn afne­ °J3° jaar geleden werd erbij Unilever nietop deze mers uitwijken naar het buitenland. Voorbeelden ljze met duurzaamheid omgegaan enwerd ook niet zijn er natuurlijk te over, maar dat is toch steeds efeeten bekeken maar concentreerde men zich het geval geweest in het verleden. Dat zal de . s meer °Phet eigen onderdeel van de verwerkende komende periode ook zo zijn. De Duitse produ­ lndustrie zelf, ofis dat niet hetgeval? centen gaan naar de Oekraïne, en die kopen daar landerijen en Saoedi-Arabië investeert in Afrika. n- Ik denk dat onze aanwezigheid in het China investeert in Afrika. Die ontwikkelingen erleden internationaal altijd, zeg maar, aspecten gaan steeds verder door. Als voedselzekerheid maatschappelijke verantwoording heeft mee­ een groot item blijft zoals het nu is, dan zul je genomen. Maar wat natuurlijk een interessante zien dat niet alleen de private partijen dus zullen sPeelt is de hele informatie-uitwisseling, die trachten om hun eigen voedselzekerheid veilig te u natuurlijk vele malen sneller gaat als decen- stellen maar je zult ook zien dat overheden daar la temg. Dat betekent dat er veel meer kennis een bepaalde rol in gaan spelen. En het belang voorhanden en beschikbaar is. Het betekent ook van landen die de grondstoffen kunnen leveren, a kopers en gebruikers veel meer informatie die zal dan vergelijkbaar zijn met het belang van unnen krijgen over producten, niet alleen de sa- de olieproducerende landen in OPEC verband in menstelling maar ook de productieomstandighe­ de achterliggende periode."

33 Erzijn nu landen diegrond aankopen, bijvoorbeeld Laan: "Interessant is als je kijkt naar China en China in Afrika, dat zie ik voorhet eerst. Ik hebme India, dat deze landen heel snel hebben gesteld, ookwel eens afgevraagd, waarom kopengrote verwe­ dat hun gebruik voor energie geen beslag zou kendebedrijven niet ook grondop om hunproductie mogen leggen op de grondstoffen die nodig zijn veiligte stellen? Multinationals alsCargill ofUnilever voor voedsel. Een minister van India heeft gezegd shoppennu nogop de wereldmarkt, maar op eengege­ dat ze het in India zich niet kunnen veroorloven venmoment, kan hetwel zo zijn, ook vanuit die voed­ om plantaardige olie als biodiesel te verbranden. selzekerheid, dat deverwerkende industrieeen duur­ Voor de eigen voedselzekerheid. Dus deze grote zame toeleveringgegarandeerd wil hebben.Ziet u dat landen stellen dat ondanks dat zij op een globale ookals een toekomstmodel, dat bedrijven zelfgrond markt actief zijn. Je zou willen dat de Europese gaan opkopen,of denkt u, datgaat nooitgebeuren? overheden en overheden in de VS eenzelfde lijn zouden volgen als landen als India en China. Laan: "Er zijn natuurlijk wel voorbeelden van Met de huidige hoge olieprijzen zou het toch zo bedrijven die een backward integration hebben moeten kunnen zijn dat alternatieven ontwikkeld en tot aan de plantages toe. Dit gebeurde bij ver­ worden vanuit de opportuniteit die deze huidige schillende producten. Ook zelf hebben wij daar hoge energieprijzen al bieden en ook hele goede ervaring mee, maar uiteindelijk denken we dat en verstandige alternatieven. En dat is eigenlijk wanneer je een transparante markt hebt, zonder het punt denk ik:voo r de komende jaren zijn we verstoringen, als het gaat om handelsverstoringen gezamenlijk, overheid en bedrijfsleven, in staat of overheidsmaatregelen, dat dan de markt zelf in om een daadwerkelijke agenda en programma staat is dit ook in goede banen te leiden. Dat kan te volgen voor alternatieve vormen van energie wel betekenen dat partnerships met de toeleveran­ en winning, hernieuwbare energie bij voorkeur. ciers, primaire sector of andere bedrijven dat die Dat zou zodanig moeten gebeuren dat je niet wel aan belang winnen, zeker wanneer voedselze­ een harde competitie met voedselgebruik ziet kerheid een groot item is." ontwikkelen. Ik denk aan zonne-energie, aan het gebruik van elektriciteit voor transport, aan Maar ugelooft meerin contractendan inovername water en wind, aan afvalstromen, aan het gebruik vangrond of bedrijven? van cellulose materiaal ook in de richting van de energie. Laan: "Partnerships, contracten ook voor een langere termijn met een transparante markt. Als "Jezou willen dat de Europese overheden tegen elkaar gaan opbieden om de grondstoffen als energie, als brandstof te gaan overheden en overheden in de VS gebruiken, dan ontstaat er een hele vreemde si­ eenzelfde lijn zouden volgen als landen tuatie, want dan wordt er een additionele kunst­ als India en China als het gaat om matige schaarste gecreëerd door overheden en die energiemarkt is zo groot dat we dan met zijn hun opstelling omtrent bio-fuel." allen nog wel eens tegen een hele dikke muur aan zouden kunnen lopen. Dus dan werkt het model Probleem echter is dat er nog geen grote invested misschien niet." interests zijn die voor de agenda bepalend kun­ nen opereren. Want dit zijn allemaal young in­ Enverwacht u datjuist van denieuwe economische fant industries, die met durfkapitaal opstarten." grootheden dieopkomen? Dieworden tochook wel gekenmerkt dooreen sterk staaltje gemengde econo­ Enworden diepas opgekocht doorde grote multina­ mie? India, China, daar istoch ook sprake van veel tionalsals het risico erafis? overheidsingrijpen? Ofzijn dat niet de overheden waarvan u verwacht dat dielandbouwpolitiek zullen Laan: "Nou dat gaat buiten mijn bereik, om maken diebio-fuel gestuurd is? dat precies te kunnen beoordelen. Van de over- heid zouj everwachte n datal sd eoverhei d een dan hebj eee naanta l mensen nodig die starten bepaald bedrag voor gebruik van hernieuwbare met eenagenda . Hoekunne n wei nd e toekomst energie beschikbaar heeft inhe tkade r van de voor eenlanger e termijn ons energiegebruik energietransitie, datj eda tzo uaanwende n voor verzorgen metonderdele n vanenergiebesparin g een zoektocht naar nieuwe, degelijke vormen, en emissiebesparing, gebruik van hernieuwbare duurzame vormen vanenergie . Daarin zou Ne­ energie enoo khe ttoepasse n vannieuw e vormen derland ookee nkoplope r positie kunnen inne­ van energie.Al sRabbing e zegt dathe tbete r is men, waton sbetreft . Desubsidieverlenin g inhe t om zonne-energie direct te gebruiken viaelek ­ verleden, alsi kno geve n terugdenk aand e MEP - triciteit en niet via dehel e plantencyclus,da n subsidieregeling voor groene stroom, datwa see n zou datee nwezenlij k onderdeel moeten zijnva n subsidieregeling diegewoo n hetomzette nva n het werk vanzij n groep in Wageningen. Ikwi l Palmolie in groene stroom mogelijk maakte,me t niet pleiten voor weer eennieuw e commissie, ucleinefficiënt e dieselmotoren met negatieve maar voor onderzoeksgroepen. Enal she tka n rendementen, waar honderden miljoenen euro's en hetslaag t danzo uhe too k verdere ondersteu­ aan verslingerd zijn." ning moeten krijgen. Inhe tverlede n gebeurde het vaak datwannee r eenministe r in de Kamer anuit eenLifecycle assessmentzou datzwaar nega- kwam enhaa r plannen ontvouwde danwer d er üefzijn? gevraagd ind e Kamer: 'heeft u overleg gehad met hetbedrijfsleven? ' Enda nze id e minster: 'ja, Laan: "Inderdaad. Datha dnooi t mogenge - dat overleg ise r geweest.' Enda nha dz e overleg euren. Enda tgeld , diehonderde n miljoenen gehad metenkel e vertegenwoordigers vanhe tzit ­ hadden beter besteed moeten worden. Hopelijk tende bedrijfsleven die, zegmaar , daarop hadden u len diei n detoekoms t ookbete r besteed wor­ ingesproken." den." Dat is een conservatiefdeel waarschijnlijk? Wel van­ Is hetaan de Nederlandse overheid omer zelf beleid uitgrote gevestigde bedrijven, maar dieminder inno­ °P tevoeren ofzegt uook weer meervanuit de EU? vatiegerichtzijn enmeer behoudend?

an: "0rn tebeginne n in Nederland zelf.Al s je Laan: "Dekan s isgroo t datj emiddel s zo'npro ­ Nederland zelf, zegmaar , subsidieregelingen ces achterstanden oploopt." Laan geeft hiermee t> danmoe t jegewoo n adequaat voorwaarden in feite aanda tj edu s moet zorgen datj e een aan jeeige n subsidieregeling hechten. Omt e representatief deel vanhe tbedrijfsleve n erbij eginnen. Maar daarboven, alsj epraa t overd e betrekt en niet datdee l datnie t creatief en in­ Europese besteding van R&D middelen, kan ook novatiegericht aand e slag wil. "Alsi kkij k op gedacht worden aanhe tverlene n van belasting- het terrein vand eautomobielindustrie , enda t ^Mstellingen, metbepaald e regelgeving bepaalde is vrij neutraal in Nederland omdat weweini g energiegebruiken stimuleren. Ikvin d datj e dus automobielindustrie hebben, ziej eda td e nieuwe gezamenlijk ookduurzaamheidscriteri a moet modellen hybrids, plug-in cars zijn en er wordt anteren enee nlife-cycl e analysis moet hante­ enorm geïnvesteerd in zuinige auto's en gas,he t ren." gebruik van biogas komt weer helemaal terug op deagenda . In Duitsland isda ta lhe tgeval .J e le kandat het beste doenbinnen Nederland, want moet dusech t durven werken aan alternatieven, daaromgebeurt het nu niet? en diealternatieve n zouj eoo k fiscaal moeten stimuleren. Danka ni kee ncomplimentj e wegge­ mister Cramer zouda tkunne n doen. Zij was ven alshe tgaa t omd e fiscale stimulans enda td e «o«voorzitte r vand e Commissie-Cramer. Erlig t Nederlandse overheid wel alert en attent ise nhe t s eenrapport , maar alshe tgaa t om stimule- ook effectief uitvoert. We zouden daar verder mee gva n goede alternatieve vormen van energie kunnen gaan. Waarom ishe ti n Nederlandwe l

35 mogelijk dat je recreatieboten op elektriciteit laat lopen, maar dat we in het wegverkeer dat we daar nog niks van terugzien? Amsterdam heeft een be­ leid op het terrein van autogebruik. Wat zou het niet mooi zijn in het centrum van Amsterdam als we daar rijden op elektriciteit. Daar kunnen dan alle mensen en toeristen in het centrum van Am­ sterdam van genieten. Geen uitstoot meer van gassen, geen herrie meer, efficiënt, innovatief. En het is niet alleen voor Amsterdam van toe­ passing. Ook in steden als Jakarta, hoe gaan we daarmee scoren als we dat organiseren? In al die steden waar enorme smog is." Opwelke wijze heefl deorganisatie van de belangen­ behartigingen het kennissysteem waarde toegevoegd aan deagrarische sectoren aan onze samenleving? 4 Loopt dit nu tegengrenzen aan? Van der Ploeg: "Met zo'n vraag kom je natuurlijk Interview met gelijk bij de kern van de problematiek terecht. Het hele begrip waarde is op dit moment sterk omstreden en is absoluut niet meer ondubbel­ Jan Douweva n zinnig. Een nieuw geheel aan waarden wordt richtinggevend voor de belangenbehartiging en het kennissysteem in de landbouwsector. Deklas ­ der Ploeg sieke, bijna universele waarden waren vroeger simpel: de voedselvoorziening veilig stellen, de landbouw een positieve bijdrage laten leveren aan DoorMarcel Pleijte de betalingsbalans en er voor zorgen dat boeren­ families een redelijk inkomen en daarmee een Wageningen, 29/07/2008 fatsoenlijk bestaan hadden." In de loop der tijd, mede in reactie op misstanden, heeft zich daar­ Prof.dr.ir. J.D. (Jan Douwe) van der Ploeg (1950) is aan volgens Van der Ploeg een aantal waarden hoogleraar Transitiestudies aan Wageningen Universiteit toegevoegd, namelijk dat het moet gaan om 1) en Research Centrum (WUR).Al s landbouw ingenieur veilig en hoogwaardig voedsel, 2) een acceptabele verrichte hij al begin jaren tachtig multidisciplinair manier van dierenwelzijn, 3)ee n ontwikkeling onderzoek naar de complexe en vaak tegenstrijdige relaties van de landbouw die zorgt voor een aantrekke­ tussen de landbouw en markten, bijvoorbeeld in Italië, Peru, lijk platteland en 4) dat ei sprake moet zijn van Colombia en Guinee Bissau, wat de basis vormde voor zijn enigszins redelijke verhoudingen op wereldni­ Proefschrift. Als gepromoveerd landbouwsocioloog deed hij veau. Maar daarachter, liggen nieuwe waarden, °nder meer internationaal onderzoek naar bedrijfssrijlen en die in het maatschappelijke debat uit het zicht naar plattelandsvernieuwing. zijn, maar die in de praktijk van belangenbeharti­ Jan Douwe van der Ploeg specialiseert zich momenteel in ging en het kennissysteem in toenemende mate ra nsitiestudies. In juni 2008 verscheen zijn boek 'The New richtinggevend zijn geworden. Peasantries. Struggles for autonomy and sustainability in an era of empire and globalization' over boerenlandbouw en Doelje met dienieuwe waarden op waarden als voedselimperia bij de Londense uitgever Earthscan. marktgroei ofwinst maken?

"Ja, het gaat om een geheel van nieuwe richtlij­ nen als het verwerven van controle over bepaalde marktsegmenten, het creëren van competitieve voordelen door exclusieve toegang tot nieuwe technologieën, het opvoeren van de beurswaarde en inderdaad ook het opvoeren van winst en marktaandeel. Daarbij moet je aantekenen dat een groeiend marktaandeel op zich niet per se hoeft te botsen met klassieke waarden. Maar een groeiend marktaandeel dat vertaald wordt als competitief zijn, betekent dat je de landbouw bijna in termen van een dubbele verovering defi­ nieert", aldus Van der Ploeg.

37 Hoebedoel je dat? uit de undercover waarden die hij noemt en die natuurlijk een hele andere manier van belangen­ Van der Ploeg: "Ik bedoel dat je marktaandeel behartiging en kennissysteem met zich meebren­ overneemt van concurrenten elders en dat je ook gen dan die duurzame waarden. Volgens Van der een soort binnenlandse verovering hebt, namelijk Ploeg groeien die waarden steeds verder uit elkaar. dat vanuit een kleine groep sterk groeiende land- "Waar onderzoek en landbouwbeleid zich richten bouwondernemingen marktaandeel van andere op die undercoverwaarden blijkt dat de feitelijke boerenbedrijven versneld wordt overgenomen." landbouwontwikkeling steeds meer botst met de Dit leidt tot schaalvergroting op twee manieren: universele waarden. Als het nu gaat om de speci­ binnenlands maar ook over de grens. Daarbij fieke rol die belangenbehartiging en het kennissy­ komt dat het zwaartepunt in de voedselproductie steem hebben vervuld dan ben ik ervan overtuigd verschoven is naar de voedselindustrieën en naar dat het kennissysteem en belangenbehartiging de grote distributieketens. Die moeten zichvol ­ goed hebben kunnen werken juist omdat we een gens Van der Ploeg zo ontwikkelen dat er sprake sterke boerenlandbouw hadden met een sterk de­ is van een stijgende shareholder value: direct of mocratische traditie, met ook een sterk besef van indirect moet alles winstgevend zijn. Het moet de eigenwaarde -nie t over zich heen laat lopen bijdragen aan het verstevigen van de positie van -ee n landbouw die in staat was belangrijke institu­ de bestaande grote ondernemingen. Van der tionele kaders te ontwikkelen zoals de coöperaties. Ploeg: "De voedselproductie moet zo georgani­ Omdat die landbouw zo sterk was konden belan­ seerd worden, dat afstanden in tijd en ruimte, genbehartiging en het landbouwkennissysteem steeds grotere afstanden, overbrugbaar zijn. Ook een complementaire rol vervullen. Onderstreep al is melk drie maanden geleden gemolken on­ het complementaire: de belangenbehartiging en der niet al te hygiënische omstandigheden, dan het landbouwkennissysteem konden dat doen bij moet je het toch vandaag als verse en kwalitatief de gratie van een sterke boerenlandbouw." goede melk op de markt kunnen brengen. Dat is één van de voorbeelden die ik in mijn laatst Sterke boerenlandbouw verschenen boek 'The New Peasantries' bespreek. Jevindt eensterke boerenlandbouw wel eeneerste ver­ Dat soort technologieën maakt het ook mogelijk eiste.Je kunt nogzulke mooieinstituties opbouwen, om arme productiegebieden in de derde wereld maar alsje geen sterke boerenlandbouw hebt,kom je bijvoorbeeld te verbinden met de rijke consump­ nooitsterk over, ookniet qua belangenbehartiging? tiecentra hier." Van der Ploeg illustreert dit met een voorbeeld: Volgens Van der Ploeg hebben deze undercover "In het proefschrift van Aad Vijverberg over de waarden ook hun schaduwkant: "het gaat abso­ glastuinbouw, staat een prachtig voorbeeld. Voor luut niet meer om het belang, om de inkomens een aantal vernieuwingen van de laatste 40 jaar is van boerenfamilies, dat is hooguit een afgeleide hij nagegaan waar die vandaan kwamen. Vernieu­ van de al eerder genoemde waarden. Bij het be­ wingen zijn getest in Naaldwijk en wat is ermee antwoorden van de vraag hoe belangenbeharti­ gebeurd? Dan blijkt dat de vernieuwingen die ging en het kennissysteem bijdragen aan het cre­ in een hoekje in de kas waren ontwikkeld en die ëren van toegevoegde waarde, gaat het erom over vervolgens werden vervolmaakt in Naaldwijk, dat welke set van waarden we het hebben." juist die innovaties werden verspreid en zeer suc­ cesvol bleken. Datgene wat vanuit de theorie werd Undercover waarden aangereikt, dat bleek vrijwel steeds te mislukken. Van der Ploeg houdt er met deze invalshoek Er zijn ongetwijfeld uitzonderingen, maar dit was duidelijk een nieuwe invalshoek op na, die veel de teneur uit het onderzoek. Dat is ook uit alle andere mensen niet gebruiken. Veelal wordt de onderzoeken van voorlichtingkunde gebleken: het landbouwontwikkeling alleen benaderd vanuit systeem functioneerde goed omdat er zo'n krach­ de zogenaamde duurzame waarden en niet van­ tige boerenlandbouw was.

38 Succes landbouw primair vanwege wordt te weinig geproduceerd, dus is de produc­ sterke boerenlandbouw' tiviteit te laag, dus die moet omhoog. Wat is daar­ voor nodig? Meer landbouwkundig onderzoek, Deiironi e nu is dat men binnen de landbouwwe­ meer innovatie en de vereiste inputs, die stellen tenschap zelf inmiddels een volstrekt ander beeld we op een of andere manier wel beschikbaar, en heeft over de gang van zaken. Men heeft het als dan zijn de problemen weer de wereld uit." het ware omgedraaid. Men zegt, de Nederlandse landbouw doet het zo goed, dankzij het landbouw Kennissysteem als probleem kennissysteem of dankzij ons landbouwbeleid Van der Ploeg geeft daarmee doorredenerend en de ijzeren driehoek die erbij hoorde, noem aan dat als men dan oplossingen zoekt binnen de maar op. Daar heb je dus een hele krasse om- schaduwwaarden die hij eerder noemde, het ken­ mezwaai. Als je socioloog bent dan weet je dat de nissysteem in plaats van een deel van de oplos­ ereld meer draait bij de gratie van vergissingen sing steeds meer een onderdeel van het probleem en misvattingen dan bij de gratie van werkelijk wordt. "Dat is exact wat op dit moment gaande is. mzicht. Zowerk t het nou eenmaal, daar hoefje Ik ga absoluut niet zeggen dat we het landbouw- niet om te treuren. Maar hier hebben we met kennissysteem zouden moeten afschaffen. Het n misvatting te maken die zeer wel contrapro- kan een balans in zich dragen. Het is potentieel uctieve en soms zelfs tragische effecten heeft tot veel goede dingen in staat, maar het kan po­ bewerkstelligd." tentieel ook in een spoor geraken dat heel pro­ blematisch is.Wa t ik nu constateer is dat in ieder ° gens Van der Ploeg is een sterke landbouw- geval binnen de wereld van de landbouw en de c °r een eerste vereiste, want zonder een sterke wetenschap daar omheen, men niet of nauwelijks Praktijk kunnen ook het kennissysteem en de in staat is om het evenwicht te houden. Men gaat elangenbehartiging niet sterk worden. "Want er op een vrij arrogante manier van uit dat wat an kom Ie namelijk op de consequenties van wij doen per definitie goed is." verkeerde inschatting van de eigen rol, als je rLkt dat de Nederlandse landbouw succesvol is Watis naast derol van hetkennissysteem derol van geworden dankzij het landbouw kennissysteem debelangenbehartiging hierin? an heb je de zaak omgedraaid. Dan wordt het voor de hand liggend om op die voet tewil - Belangenbehartiging als probleem en doorgaan. En dat zie je nu ook gebeuren. Er Volgens Van der Ploeg is het allemaal nog las­ een probleem, laat het ons maar oplossen, en tiger geworden omdat de LTOe r heel duidelijk an komt het vanzelf goed. Dat zie je bij de grote voor heeft gekozen om zich te richten op de boe­ Problemen die in Europa en Nederland spelen ren van morgen, op degenen die overwinnen in en aanzien van landschap, platteland, voedsel en de concurrentieslag. LTOvereenzelvig t zich dus °edselkwaliteit, dierenwelzijn. Het is allemaal volgens Van der Ploeg met dat deelbelang. "Bij s *g aan, we bedenken wel een oplossing, dan de ZLTO,di e nauw verweven is met de VION, xJnd e problemen de wereld uit. Gaat het om met de voedselindustrie en met de agrarische e Wereld voedselvraagstuk, we hebben al 850 industrie, is dat nog duidelijker. Dus dan zie je J°en mensen die chronisch honger lijden. Dat dat de belangenbehartiging ook niet meer een a x5jaa r lang het geval, een absurde situatie, soort tegenwicht is dat kan helpen de balans in ^jl het op dit moment groeit door de prijs- stand te houden maar dat deze zich helemaal 'gingen van landbouwproducten. Daarvan zegt gaat vervlechten met de voedselindustrie en het en °ok: 'dat lossen wij wel op'.To t zover alles landbouwkennissysteem. De oriëntatie op die §°ed zou je kunnen zeggen. Maar dan komt het achterliggende schaduwwaarden wordt daarrriee agische' element. Namelijk dat men denkt het steeds sterker. Terwijl men het legitimeert onder e °P te kunnen lossen door naar het traditio- de vlagva n de algemene waarden." e e gereedschap terug te grijpen. In dit geval: 'er Volgens Van der Ploeg is gerichtheid op nieuwe gaan realiseren? Deoverheid, demarkt ofde civil soci­ en andere waarden (en daarmee ten dele op un­ ety? Hoe verhouden diedrie mogelijke sturingsdomei­ dercover waarden) ook in de wetenschap aan te nen zich totelkaar bij het zoeken naar oplossingen, bij treffen. "Of iets relevant is voor de Nederlandse hetstimuleren van dieboerenlandbouw, komt het uit landbouw ofhe t platteland of de samenleving, delandbouw zelf ofwat moeter gebeuren? dat doet er niet meer toe, sterker nog dat is irre­ levant. Wat richtinggevend is geworden, is of het Van der Ploeg: "In principe, daar waar economie artikel dat je ervoor schrijft, of je dat in interna­ en ecologie elkaar ontlopen, hoort de politiek tionale tijdschriften kwijt kan. Het is veel meer te interveniëren. Dat is de raison d'être van het een soort internationale wetenschappelijke agen­ staatsapparaat, evenzeer daar waar het sociale en da die zoekt naar nieuwigheden, die maatgevend economische elkaar ontlopen, hoort de politiek te is geworden ook voor datgene wat in Nederland interveniëren. Waarom hebben we anders ooit een gebeurt. Op zich is dat niet zo slecht. Maar daar kinderwetje van Van Houten gekregen en geac­ waar de balans zoek is tussen strikt wetenschap­ cepteerd? Kinderarbeid gaat ten koste van het kind pelijke belangen, die vaak ook nog in termen van en er is sprake van een botsing van het sociale en competitiviteit worden geformuleerd, én de meer het economische en dus intervenieert de politiek. maatschappelijke belangen en boerenbelangen Wat je ziet is dat de Nederlandse overheid op dit -precie s daar beginnen de zaken zorgelijk te moment heel nadrukkelijk een liberaal standpunt worden. Op dit moment is er een soort vacuüm. inneemt. De markt moet het oplossen, voortduren" Vroeger kwam bijvoorbeeld het bestuur van het en overal, wij interveniëren niet ten behoeve van Landbouwschap minimaal een keer per jaar op het ecologische ofhe t sociale in de markt of in de bezoek bij het College van Bestuur van de Land­ economie, de economie moet het zelf maar oplos­ bouw Universiteit Wageningen. Erwer d gekeken sen. Hooguit gaat men een aantal voorzichtige ofwa t er gebeurde wel in het belang was van de randvoorwaarden definiëren als het maatschappe­ Nederlandse landbouw. Dat was een criterium. lijk gekrakeel te hoog wordt. Dan gaat men aarze­ Die mechanismen zijnweg. Nu pleit ik uiteraard lend zeggen: 'maar misschien en onder die en die niet voor een retour naar het Landbouwchap, condities'." maar ik constateer wel dat er thans een vacuüm is. Een politiek maatschappelijk vacuüm, maar Dat is het punt van de terugtrekkende overheid. ook een bestuurlijk vacuüm, dat afgedekt wordt Eigenlijk pleit u voor een overheid die meer zijn met een ronkende retoriek, waar ik persoonlijk verantwoording neemt, daar waar de markt en de vaak onpasselijk van word. Dan gaat het weer maatschappelijke ordening zelfde maatschappelij­ over de drie p's: People, Profit en Planet." ke vraagstukken niet kunnen oplossen. Is het dan Van der Ploeg mist als socioloog de analyses op bij uitstek aan de politiek en de overheid om met de zogenaamde schaduwwaarden, de undercover antwoorden te komen? waarden die hij heeft genoemd. De meer socio­ logische analyse die bijvoorbeeld ook achter de Van der Ploeg geeft aan dat het antwoord op een spanningen tussen de drie p's ligt en die het wer­ terugtrekkende overheid niet zondermeer is dat kelijke krachtenveld in beeld brengt. de overheid weer opnieuw verantwoording neemt- Daar waar de markt en de maatschappelijke orde­ Sturing ning zelfde maatschappelijke vraagstukken niet U doetin uw boek'New Peasantries'een aantal kunnen oplossen betekent het niet zonder meer voorstellen voorverandering: 1)de boerenlandbouw dat het weer bij uitstek aan de politiek en de over­ moetgestimuleerd worden,2) wemoeten weer een heid is om met antwoorden te komen. verstandiglandbouwbeleid voeren, en3) zorgen voor Van der Ploeg: "Je zou kunnen zeggen, dat het meereerlijke enduurzame ordeningvan duurzame terugnemen van de verantwoordelijkheid door de handelsstromen. Maar wiestaan hiervooraan de overheid de sociaal democratische oplossing zou lat? Wie isdaartoe deaangewezen partij om datte zijn die tot voor kort had kunnen functioneren. Ei

40 is echter een heel belangrijk gegeven dat je in dit Zelforganisatie als antwoord op ontheemding soort discussies niet uit het oog moet verliezen. Het tweede mechanisme isvolgen s Van der Ploeg °at is namelijk dat liberalisering een aantal ir­ dat mensen zich ontheemd beginnen te voelen. reversibele consequenties heeft. Daar waar je de Het gaat dan om producenten en consumenten wereld herordent naar het neoliberaal model, in de sfeer van de distributie, de manier waarop daar heb je definitief de overheid een aantal in­ voedsel wordt geproduceerd en wordt geconsu­ strumenten ontnomen, om orde op zaken te kun­ meerd. "Harriet Friedmann heeft het mooi om­ nen stellen. Dat verloopt ook via de vervlechting schreven. Zij gebruikt het woord self organising m et de supranationale niveaus, zoals de EU en units: dat men weer nieuwe, meer lokale vormen WTO." gaat ontwikkelen die staan voor een belangrijke, in ieder geval een grotere, controle over voed­ betoogt dat met debestuurlijke schaalvergroting, selproductie, distributie, en consumptie en dat We*a <*ngeduid alseuropeanisering ofinterna- is ook precies wat je op heel veel plaatsen in de tlonalisering, eenstuk verantwoordelijkheid wordt wereld ziet en wat men in Europa omschrijft als Weggenomen bijde Nederlandse overheid om inte rural development. Ik weet heel goed dat dit een kunnen grijpen, wat ingrijpen op Europees niveau omstreden lezing is: rural development is in de r&- Enu geeft, aan dat liberaliseringeen aantal ogen van de meeste Nederlanders (en zeker de onsequenties heeft waaropniet meerterug kan wor- meeste 'Wageningers') beperkt tot een boerderij- n gekomen,simpelweg omdat hetal weggegeven is camping en een excentriek boeren kaasje. Maar n die anderemaatschappelijke ordeningsmodellen er is natuurlijk iets heel fundamenteels gaande, s * markt en decivil society, waarmeeer dan geen dat men voorbij die bestaande grote circuits ge­ aangrijpingspunten meerzijn. Hoe doorbreekje dat, woon weer nieuwe lokale circuits ontwikkelt voor a sje aangeeft dat het niet makkelijk meeris terugte allerlei zaken", aldus Van der Ploeg. Een soort draaien? regionalisering als tegen-ar twoord tegen globali­ sering. "Het gaat om reacties vanuit de civil soci­ Pikeert het schip ety. Men probeert de netwerken waarin men leeft m dat te doorbreken zijn er volgens Van der zo te herordenen dat ze beter passen bij de civil 0eg twee fundamentele correctie mechanis­ society zoals die in het hier en nu geldt." men. De eerste is dat de wal het schip keert, c"t aansluitend bij de Verelendungstheorie van Ookdat brengt weereen nieuwe vorm van belangen­ arl Marx. Volgens Van der Ploeg en een aantal behartigingen kennissysteem metzich mee? ere internationale collega's maken we dat op 1 m°ment mee. In zijn laatst verschenen boek Van der Ploeg: "Met alle bewondering voor alles &aathi j hier ook uitgebreid op in:w e zitten in de wat bereikt is, moet je tegelijkertijd constateren

rde grote wereldcrisis wat landbouw en voedsel dat er aan die tegenbewegingen nog ongelooflijk etreft. Van der Ploeg: "Dingen gaan natuurlijk veel beperkingen zitten. Bijvoorbeeld dat het vrij­ strekt uit de klauwen lopen, en dan zal men wel overal beperkt blijft tot het individuele. Mi­ o woon noodgedwongen weer moeten ingrijpen. lieucoöperaties en Verenigingen voor agrarisch Zle je dat tot op zekere hoogte het landbouw- natuurbeheer zijn pogingen om op hogere aggre­ eid inmiddels weer wordt gerenationaliseerd gatieniveaus te opereren, maar ook dat gaat erg lnnen Europa. En dat Engeland (en later Neder- moeilijk. Er zijn nog geen goede institutionele )de banken weer heeft genationaliseerd, de oplossingen voor. Er is een gigantische behoefte c °. niet de jure. Dit was allemaal zondermeer aan institutionele innovatie, er is ook een gigan­

°dig om de gnancieie crisis net hoofd te bieden. tische behoefte aan nieuwe technologische inno­ m te ve vaties die passen. Die innovaties moeten ontstaan n rmijden dat het alleen maar erger wordt. De nood dwingt er dan toe." in een machtssituatie, waarin de gevestigde orde het voor het zeggen heeft, waar met name die schaduwwaarden nu domineren. Het is de oude Stelling van Hajami en Ruttan over landbouwont­ of zij het volledige mogelijke pluralisme in zijn wikkeling: die verloopt voorspoedig als de techno­ eentje representeert. Wat je wel mag vragen is logische en de institutionele innovaties de maat­ dat een universiteit, juist een universiteit, het schappelijke behoeften weerspiegelen. Maar zij pluralisme op adequate mate schraagt, verdedigt signaleren in hun wereldwijde studie ook dat die en uitbouwt. Ook om hele praktische reden: als innovaties heel vaak worden geblokkeerd. Precies er crisissituaties ontstaan dan is het heel aantrek­ dat is de misère waar we vandaag de dag mee ge­ kelijk dat je een breed scala aan mogelijke ant­ confronteerd worden, het kennissysteem dat die woorden hebt die voorvloeien uit het pluralisme. technologische en institutionele innovaties zou Dan kun je kijken, gegeven de omstandigheden, moeten ontwikkelen, is mede door die wurggreep welk van die vele perspectieven het meest voor waarin het zit, al te zeer gericht op die tweede set, de hand ligt. Dan heb je dus een diversiteit aan die undercoverwaardes, namelijk competitiviteit, antwoorden nodig. Als je planten wilt veredelen, marktaandeel vergroten, partiële efficiency en ga is het eerste wat je moet hebben, is heterogeniteit zo maar door. in je uitgangsmateriaal. Als je dat niet hebt, kun je het wel vergeten." 'Belangen bekartiging en Kennis en schaduwwaarden kennissysteem luien zich leiden Produceren webinnen Wageningen bepaalde vormen door undercover waarden' van kennis diede schaduwwaarden eigenlijk bevesti­ gen, ofin iedergeval helpen ze medein stand tehou­ In de marge is er wel ruimte voor een aantal den? Ofzijn erook eenaantal wetenschappers die andere dingen, maar vooralsnog blijft dat erg zich erop richtenom daarwat veranderingen in aan beperkt. We doen wat leuke dingen, we kijken tebrengen, omdat ze dat alsde grootse belemmerin­ eens hoe het met de grutto's zit, maar een syste­ genzien? Ah ditzo is,kan erdan niet binnenshuis matische doorvertaling naar het hoofdspoor, die eensoort 'stammenstrijd' ontstaan met verschillende ontbreekt ten enenmale." geluiden,welke kant het opmoet gaan?

Van der Ploeg zegt dus eigenlijk dat door die twee "Laat dat maar gebeuren", aldus Van der Ploeg, fundamentele correctiemechanismen -d e crisis "Het krachtenveld bepaalt dan wat de markt en de opkomst van zelfregulering -e r weer nieu­ wordt." Van der Ploeg maakt de kanttekening dat we aangrijpingspunten zijn om die machtsbalans je het niet noodzakelijkerwijs als stammenstrijd te veranderen. "Zo zou het moeten zijn en in een hoeft te zien. "Verschil van mening en debat zijn normaal landbouw kennisstelsel zou het, zeker inherent aan wetenshap. Jeheb t nu eenmaal uit­ als dat tot op zekere hoogte gedecentraliseerd is, eenlopende vertogen, zienswijzen, vertrekpunten als het tot op zekere hoogte uit vrije onderzoekers en methodes. Jekun t de zaak van verschillende bestaat die hun eigen probleemstellingen zoeken, kanten bekijken, bovendien verandert de wer­ zou het ook zo gebeuren. Echter, de enorme con­ kelijkheid voortdurend. Jezo u moeten zeggen: centratie in een conglomeraat genaamd Wage­ het is de taak van een college van bestuur om te ningen UR, die werkt natuurlijk op dit moment zorgen dat het geheel aan verschillende invals­ als de grootst mogelijk blokkade op vernieuwing. hoeken niet ontaardt in een stammenstrijd maar Men vindt dat we hier een concern zijn, met een juist uitmondt in die schatkist aan inzichten die duidelijke set aan corporate interests en een één­ we nodig hebben, zodat er voor de maatschappij, duidige 'corporate identity'. Daarin past kennelijk de civil society en ook voor de politiek een breed niet dat er verschillende visies op worden nage- scala aan opties open ligt. Er is natuurlijk iets an­ houden. Dat is in een aantal recente episodes op ders wat interessant is. Maar dan ga ikwe l erg af nogal pijnlijke wijze naar voren gekomen. Van op mijn eigen indrukken, maar dus met die arm­ een individuele onderzoeker of wetenschapper slag erbij. Voor mijn werk reis ikveel , ik ben veel kun je natuurlijk onmogelijk verwachten dat hij bij internationale debatten en congressen. Als je

42 ijkt waar de jongeren zijn, de geïnteresseerde de Hollandse koopmansgeest naar voren: dat is longeren, de begaafde jongeren ook, dan zie je mooi, maar wij moeten er wel beter van worden. at die heel erg bezig zijn met de vernieuwingen En wel direct, subito. Wageningen is niet erg goed van de biologische landbouw, met agro-ecologie, geëquipeerd voor scenario 2. Dat heb ik indertijd met k^hteitsproducten, met nieuwe coöperaties, in de relatie met Zuid-Afrika gezien, en nu weer terwijl de klassieke landbouw faculteiten overal in de relaties met Brazilië en China; je ziet het ln Eur°pa kampen met drastisch teruglopende trouwens ook in de relatie met multinationals. aantallen studenten." Het organisatie model van Wageningen UR is niet adequaat." Scenario's «» derPloeg krijgt van deinterviewer vier scenario's Enandere organisaties, zoalsde coöperaties en de (ziehoofdrapport) voorgelegd waarbinnen de belan­ regionale samenwerkingsverbanden, kunnen diemak­ genbehartigingen hetkennissysteem verschillend uit kelijkerdan WageningenUR sprongen maken binnen en Pakken. Op deene as is nagegaan ofer meer descenario's, ofmoeten die organisaties ooknog wel Prakezal zijn van overheidssturingof sturing van- wat organisatorische veranderingen ondergaan? Ult de markt ofcivil society. Verder isgekeken ofer er sprake zou zijn van regionaliseringof meer van Van der Ploeg: "Kijk als je het begrip institutie lntemationalisering. definieert als gedeelde norm en gedachte en een aantal opvattingen over hoe de dingen behoren Van der P1°eg: "Alsj e Wageningen UR hierin te gaan, dan leeft binnen de wereld van de coöpe­ zouwille n situeren, dan kan dat perfect. Scena- raties, het gevoel 'wij doen het heel goed, sterker *J° 4 daar past het deel genaamd 'Voedsel' in. nog, niemand doet het zo goed als wij'. En dan eswa t met voedsel te maken heeft, wordt in elke keer als er een echt zorgvuldige inventarisatie genmgen in toenemende mate door scenario wordt gemaakt, als we even naar de praktische er (markt en internationalisering) geplooid dingen kijken, op het vlak van duurzaamheid, dan en het andere deel van Wageningen, het deel schrikt men zich te barsten, er is een beduidend genaamd 'groen' zit in scenario i (overheid en aantal anderen die het heel anders doen dan wij regionalisering). Wat in Wageningen chronisch en het lijkt wel of die veel verder zijn dan wij." - zijn ironisch genoeg zowel scenario 2 als Volgens Van der Ploeg is het dan ook een ver­ ario 3.Vanui t het niveau van de basis worden keerd beeld dat de Nederlandse landbouwsector aak hele interessante relaties aangegeven met het zo goed doet als je het echt internationaal gaat ? 0ePen in de praktijk, op regionaal niveau. Dat vergelijken. ook tot hele ketens van vernieuwingen, ook piepte wetenschappelijke inzichten. Wat dat Ruimtelijke ordening e" zijn er vanuit delen van Wageningen met Watbetekent het nu voorde Nederlandse ruimtelijke n van de praktijk hele interessante nieuwe ordening? Watheef. het Nederlands landbouwbeleid njklaboratoria opgebouwd, die interessant voor ruimtelijke ordeningsbeleid eigenlijk nodig? We eg ook hele nieuwe wetenschappelijke in- hebben hetvooral gehad over het landbouwbeleid, en opleveren, waar ook aansprekende din- maar ikkan mevoorstellen datje binnenje ruimte­ uit voort rollen. Het is ook waarover ze je in lijke ordeningmisschien ook wel van eensoort libera­ et buitenland het liefst over horen vertellen. Dat liseringsprake is? dingen die worden niet ondersteund door kollege van Bestuur, er zijn geen institutio- Van der Ploeg signaleert ook liberalisering in . mechanismen voor." Van der Ploeg vervolgt de Nederlandse ruimtelijke ordening. "De over­ relaas. "Dat scenario 2 betekent dus sturing gang van de Vierde Nota naar de Nota Ruimte ae overheid maar dan ook echt in interna- is natuurlijk een ingrijpende koerswijziging die ale netwerken. Dan ontstaat er een soort con­ heel nadrukkelijk als liberalisering, als een bedui­ tradictio • dende stap in die richting kan worden begrepen. ^-uom terminis. Daar komt dan toch acuut Het hele debat over megastallen en varkensflats maatregelen door mechanismen tebouwen binnen is ook weer een hele duidelijke indicatie van het institutionelesysteem, waardoorje tochkan over­ ontwikkelingen en nieuwe onzekerheden die leven.Ben je hetdaar meeeens, zijn ze goedgeweest, daarmee ontstaan. Nu wordt de bal steeds heen ofzegje, daarmeehebben eigenlijk alleen maarde en weer gespeeld. De provincie zegt: 'het zijn de problemenvoor ons uitgeschoven ofvoort laten be­ gemeenten die alles toestaan.' De gemeente zegt: staan? 'wat kunnen we doen?' En de rijksoverheid zegt: 'dat hebben we gedelegeerd aan de provincie' en Van der Ploeg: "Laat me niet lachen! Wie heeft de de provincie zegt: 'we hebben geen streekplan quotering bedacht en ingevoerd? Dat is niet het meer'. Men heeft het publieke domein en de Nederlandse apparaat voor belangenbehartiging verdediging daarvan, de borging daarvan, weg en ook niet het Nederlandse ministerie van land­ gedefinieerd, en dat wringt aan allerlei kanten. bouw, dat was mordicus tegen. Wageningen UR Opnieuw, ik denk dat in principe dezelfde twee heeft, als institutie, evenmin baanbrekend werk scenario's gelden. Jezul t zien dat met het tweede verricht. De quotering is opgelegd door Brussel. scenario beginnend dat er op lokaal niveau en Enwi e heeft het milieubeleid in de landbouw gevoed vanuit civil society allerlei aanzetten ko­ geïnitieerd? Dat is de milieubeweging geweest. men, voorstellen, pogingen om weer greep op de Je moet helaas zeggen dat op dit moment het situatie te krijgen, alles door elkaar, groen en rijp, zelfreinigend vermogen, het zelfherstellend ver­ vaak meer groen dan rijp. En op de tweede plaats, mogen van het landbouwsysteem bijzonder ge­ zal het eerste scenario zich vroeg of laat herhalen, ring is. Dat zie je ook nu weer, bij de problemen ook al heeft de overheid gezegd 'we bemoeien die zich nu afbakenen. De eerste stellingname is ons er niet meer mee'. Als straks blijkt dat er steeds: er is niks aan de hand, er is helemaal niks belangrijke haarden van de nieuwe Q-koorts zul­ aan de hand. blijkt dat er wel iets aan de hand is, len optreden, of als blijkt dat het probleem met dan is het 'niet wetenschappelijk bewezen' dat de MR SA bacteri e verder toeneemt, dan krijg dit door de landbouw komt. De landbouw is na­ je hetzelfde als met devarkenspes t onder Van tuurlijk een bij uitstek speelse gedecentraliseerde Aartsen: dat zo'n crisis aangegrepen zal worden sector, die vaak problemen ziet aankomen en op om orde op zaken te stellen. Dat was politiek heel tijd probeerde te zoeken naar alternatieven op erg duidelijk ten tijde van Van Aartsen: laten we ondernemingsniveau of heel erg op lokaal niveau die varkenspest aangrijpen om nu ook echt een van bijvoorbeeld vijf samenwerkende onderne­ aantal wantoestanden op te lossen. Vervolgens is mers. En dat wordt dan namelijk eerst in eigen dat weer, zoals zo vaak in Nederland, totaal ge­ kring volstrekt getaboeïseerd. Juist vanuit de deconstrueerd. Wat ervan overgebleven is, is iets koepelorganisaties." Van der Ploeg maakt wel een wat niemand meer begrijpt en wat nergens meer voorbehoud: "Niet de hele agrarische sector is re­ op slaat, en wat veel geld kost en niet zal werken. actief en passief. Er zijn wel ondernemers oplo ­ Het aanvankelijke idee bij de reconstructie was: kaal niveau waar wel anticiperend wordt gedacht. we gaan gewoon een non-groei introduceren in Alleen daar is men dan weer voorzichtig omdat de varkenshouderij. Sterker nog:w e gaan het zij op een ander schaalniveau weer die gevestigde reduceren, en we gaan tegelijkertijd die sanitair belangen tegenkomen. "En dan kom je midden cordons aanleggen, waardoor een eventuele uit­ in de bestuurlijke problematiek. In Nederland is braak zich niet meer onmiddellijk verspreidt." het zo dat wat er ook bedacht wordt, het altijd ge­ neriek moet gelden. Landbouwinstituten: beperkt zelfreinigend vermogen 'Wat er ook bedacht wordt moet Water vaak gezegd wordt,is dat delandbouw meer succesvol isgeweest om externeeffecten die negatief helaas altijd generiek gelden' leken,weg te werken, bijvoorbeeld milieudruk ofmelk overproductie, bijvoorbeeld met quota'sof met fiscale

44 r is nog geen maatwerk. Bestuurstechnisch heeft men dat ook niet willen ontwikkelen. Hoe­ wel het natuurlijk heel goed kan. Denk aan het bedrijfsstijlenonderzoek, en aan het voorbeeld van gebiedscoöperaties in de Noordelijke Friese Wouden. Maar kijken we naar andere sectoren n zien we dat de zoektocht naar maatwerk daar ai in de jaren 80 begonnen is. Er is een fase ge- eest, inmiddels is dat ook weer omgeslagen, dat gezegd werd: 'kwaliteit in de gezondheidszorg is at Wat de instelling als kwaliteit definieert. Doe at maar zo goed mogelijk broeders, want slaag 'e daar niet in dan krijg je minder klanten en je ri)gt minder financiering vanuit de verzekering en ookvanui t de overheid en het publiek kiest •Zo' n principe van wettelijk geconditioneerde ^regulering had je natuurlijk toe kunnen pas­ sen op het platteland en in de landbouw. Maar de ciëlehoerenorganisatie s zijn daar altijd mor­ bus tegen geweest. Ook het ministerie van LNV eeft daar nooit aan gewild. Over het thema is na­ melijk wel veel gesproken in de jaren 80. En dan eb je nog altijd het parlement. Ik herinner me n°g levensgroot, dat Van Aartsen onder meer, dat eette toen VELe n VANLA ,da t is nu onderdeel van de Noordelijke Friese Wouden, had afgespro- en dat zij een aantal uitzonderingen kregen. Ze pochten bijvoorbeeld mest bovengronds uitrij- en en mochten ook later, in het hele land gold SePtember, maar zij mochten tot 15septembe r ijden, wat onder bepaalde omstandigheden eel erg belangrijk kan zijn. Dat was nog niet ge- aCcordeerd, of René van der Linden stond devol ­ gende ochtend al in de Tweede Kamer te oreren: aarom mogen wij in Zuid-Limburg niet wat men in Friesland wel mag?' Dan is er een heel genuanceerd antwoord: omdat men in Friesland en v°erstrategie heeft ontwikkeld die anders is aie resulteert in mest die veel minder ammo- lak emiteert. En daar wringt het dus, politiek is at kennelijk moeilijk rond te maken." Hoedraagt debelangenbehartiging volgens u nu bij aan deontwikkeling van deNederlandse land- en 5 tuinbouwsector? Maat: "De belangenbehartiging is geen exclu­ sief domein van LTO.Wa tw e als LTOdoe n is Interview met een bijdrage leveren aan een speelveld waarop boeren en tuinders een behoorlijk inkomen kun­ nen verdienen. Die ondernemers moeten het op Albert Jan de eerste plaats zelf doen. Ruwweg twee van de drie boeren en tuinders zijn lid van één der LTO- organisaties. We moeten laten zien wat we doen, Maat hoe we het aanpakken en welke resultaten we op de wal halen. DoorMarcel Pleijte De omgeving van ondernemers verandert snel, kijk bijvoorbeeld naar het Brusselse landbouw­ Den Haag, 12augustu s 2008 beleid, concentraties in de afzetmarkt, de grillige energiemarkt, een kwestie als dierenwelzijn. •J- (Albert Jan) Maat (1953) zijn politieke carrière begon Lange tijd heeft de agrarische sector een vangnet 3ls voorzitter van het CDA Drenthe (1995-1999), lid van gehad in de vorm van het EU-markt - en bedrijfs­ et CDA partijbestuur en fractievoorzitter van het CDA beleid. Naarmate de bescherming door dat Brus­ e gemeente Eelde. Hij was van 1999 tot begin 2007 selse beleid is verminderd, is de markt dominant e erlands lid van het Europees Parlement voor het CDA. geworden. !)was hd van de Commissie Landbouw, de Commissie De agrarische sector heeft 2ic h de afgelopen de­ isserij en eerste vice-voorzitter van de delegatie voor cennia heel sterk ontwikkeld. Tweederde deel van Par ementaire betrekkingen met Centraal Azië. Hij was lid de totale agrarische productie is vrije markt, die vand e Co producenten hebben weinig of niks van doen met ommissie voor Mensenrechten en plaatsvervangend Brusselse regelingen. hd van de Commissie Begroting en de Commissie De huidige premies en inkomenstoeslagen zijn grotingscontrole. Hij was woordvoerder Landbouw en niettemin van wezenlijk belang voor agrarisch lsserij en Financiën. Sinds het voorjaar van 2007 is hij Nederland. Want de grote grondgebruikers, te voorzitter van LTO Nederland. weten akkerbouwers en rundveehouders verzor­ gen een belangrijk deel van de open ruimte en het landschap. Watw e doen is vooruitkijken, een agenda zet­ ten. Hoe staan de zaken er over vijf oftie n jaar voor? Waar moeten we nu al sturen en bijsturen? Zo maken we toekomstvisies op het terrein van dierenwelzijn, voedselveiligheid, de waterkwa­ liteit enzovoorts. Als LTOzij n we uiteraard ook vaak bezig met de hitte van de dag, je moet ook reageren. Maar we hebben wel afgesproken dat we op een reeks terreinen lange termijnvisies hanteren."

Waarinis LTO Nederland specifiek tenopzichte van de coöperaties ofde productschappen ? Maat: "LTO Nederland is de federatie van ZLTO, te maken met de nog steeds voortdurende WTO- LLTBe n LTO Noord. Het accent van de belangen­ onderhandelingen. behartiging ligt in de regio, dus bij deze regionale organisaties waar de leden bij zijn aangesloten. We zijn met de NCR en het Nederlands Agribusi­ Als zodanig zijn we de vertegenwoordiger van de ness Forum ook samen bij de staatssecretaris primaire land- en tuinbouw. Heemskerk van EZ geweest. We hebben eerder af­ gesproken dat we elkaar regelmatig treffen en dat "Bovenal zijn we een grootmacht we een gezamenlijke agenda zullen vaststellen en bijeen zullen komen voor zaken die gaan spelen." geworden dankzij de samenwerking Maat's vertrekpunt vormt het nieuwe netwerk. in de agrarische sector." "De vorming van dit netwerk kwam tot stand om­ dat we een gezamenlijke visie hebben. Door meer We hebben als LTOee n belangrijke plek in de samen te werken in de keten, staan we sterker in productschappen, die een hele kolom omvatten. de markt. Door het goed te organiseren zijn we In LTO-verband wordt trouwens een grondige sterker geworden." discussie gevoerd over de toekomsten van de schappen. Die discussie is nog niet afgerond. Wat U zegt steeds 'we zijn zo sterkgeworden'. Komt dit ons betreft krijgen de productschappen vooral doorde organisatiegraad in Nederland? een faciliterende rol, het primaat van de belan­ genbehartiging ligt bij de dragende organisaties. Maat: "Twee opmerkingen daarover. Als je kijkt Als ondernemers- en werkgeversorganisatie naar Europa en wereldwijd, dan zie je dat boeren participeert LTOi n de SER en samen met VNO/ niet of amper betrokken zijn bij de afzet van hun NCW en MK Bvoere n we overleg in de Stichting producten en altijd aan de laatste speen liggen. van de Arbeid als het gaat om gezamenlijke inzet Kijk maar naar de koffieboeren in de derde we­ met vakbonden over allerhande vraagstukken die reld. Kijk ook naar de crisis in de agrarische sector te maken hebben met arbeid, werkloze jongeren in Groot-Brittannië. Daar besloten de veehouders en dergelijke. LTO Nederland onderscheidt zich om de eigen verwerkingsbedrijven af te stoten. van andere organisaties, omdat de belangenbe­ Vervolgens werd een soort belangenvereniging hartiging om veel meer gaat dan alleen het agra­ gevormd van boeren om de melk te verkopen. Dat risch product. Het gaat ook over luchtkwaliteit, heeft daar echt tot een crisis geleid in die sector. klimaat, grondwater, biodiversiteit en dergelijke. Ik ben ervan overtuigd dat we onze positie alleen kunnen behouden en uitbouwen door een sterke "LTO Nederland werkt steeds nauwer samenwerking met de agri-business." samen met de agri-business en de "Ik ben ervan overtuigd dat we onze coöperaties. Dat heeft alles te maken positie alleen kunnen behouden met de nog steeds voortdurende en uitbouwen door een sterke WTO-onderhandelingen." samenwerking met de agri-husiness".

Nederland heeft zich ontwikkeld tot een agrari­ Daarnaast beschikken we over de PBO, de pu­ sche grootmacht. Dat kon door een combinatie bliekrechtelijke bedrijfsorganisatie. De product­ van factoren, denk bijvoorbeeld aan het gunstige schappen zijn op zich nuttig en krijgen steeds klimaat, ligging, kennis en handelsgeest. Maar meer een faciliterende rol. De PBO is een uniek bovenal zijn we een grootmacht geworden dank­ instrument omdat deze organisatie mogelijkhe­ zij de samenwerking in de agrarische sector. LTO den biedt om zaken in eigen kring, in je eigen Nederland werkt steeds nauwer samen met de sector te regelen. De bakens worden wel verzet. agri-business en de coöperaties. Dat heeft alles We merken dat bij de politiek het draagvlak voor

48 PBO's afneemt. Het is niet meer zo, dat de Ne­ jaar terugeen discussie was overeen groen poldermo­ derlandse politiek automatisch achter de PBO del. Milieu-en natuurorganisaties zouden daarook staat. deel van uit moetenmaken. Alsjullie het bijvoorbeeld hebben overgewasbeschermingsmiddelen ofover het )emerk t dat bij de politiek het draagvlak voor mestbeleid, hoepakken jullie dat aan? °'s afneemt. Wat ons betreft moeten taken van de PBO collectieve meerwaarde hebben, Maat: "Nee,wi j zien weinig heil in een groene z°als in de sfeer van onderzoek, dierziektebe- SER. Dat heeft ook te maken met ervaringen met strijding en dergelijke. Belangenbehartiging is een aantal organisaties op dat vlak. Agrarische en Zaak van de private organisaties. Wij zeggen: globalisering, duurzame energie, de discussie regel publiek wat publiek moet en privaat, wat over kernenergie, daar merk je dat milieu- en na­ Privaat kan. Ook de externe beleidsadvisering en tuurorganisaties op het laatste moment toch afha­ by-actviteiten in eigen land en internationaal ken. Een aantal van die clubs heeft zich redelijk 0rmen taken voor de private organisaties. Dat ontwikkeld, maar sommigen zoeken het in een men dus over moeten laten aan LTOe n an- fundamentalistische opstelling. Over mestbeleid ere organisaties die in het PBO-bestuur zitten. en gewasbescherming hebben wij op dit moment 0 Nederland heeft dit standpunt in juli 2008 contacten met de Europese Commissie in Brus­ breed uitgedragen. Je merkt wel dat private sel, het ministerie van LNV,d e agri-business, en rganisaties elkaar meer gaan opzoeken. Dat in mindere mate met allerhande natuurorganisa­ eeft ook te maken met schaalvergroting. Uitein- ties." ijk moet je dat niet onderschatten. We den- n niet zo zeer in structuur, maar focussen op Als hetgaat om ruimtelijke ordeningsvraagstukken, oud. Dat betekent netwerken, verbindingen dan zien we een stuk decentralisering, met deNota ggen en vertrouwen bij elkaar opbouwen. En Ruimte, decentraal wat kan, ;entraal wat moet. Ook nslotte gezamenlijk een sterke koers neerzet­ andere onderwerpen verhuizen meernaar de regio en ten. Dat is de kern." provincies, denkaan EHS, Natura 2000, klimaat- maatregelen endergelijke. Ligt hetzwaartepunt van e LTO-organisaties eisen dus meereen eigen taken- debelangenbehartiging nu in deregio enbij regionale ket op.Minder alleen en meersamen metande- LTO-organisaties? ren Wekken, zit daarhet verschil? Maat: "Dat klopt, in principe doen we dat zo,we l at: "Ja, meer samen doen, ook met de ver- met afstemming. En dat gaat steeds beter. Een erkende industrie. Wewille n van elkaar weten groot aantal projecten, zoals de Greenports en j*atvoo r visie we hebben. We zetten in de volle de strubbelingen rond Natura 2000 moet je toch met elkaar afstemmen. Uiteraard zijn er verschil­ eedte in op de duurzaamheidsagenda, dat is let aUeen maar een prachtig schot op doel. We len per regio, bijvoorbeeld hoe wordt gekeken 1,n ervan overtuigd, dat als je in de toekomst on- naar concentratiegebieden voor de glastuinbouw rnerner wilt blijven, je moet zorgen dat die fac­ en het vestigen van megabedrijven. Ruimtelijke toren waar je weinig of geen invloed op hebt, dat ordening stemmen we goed met elkaar af. jedi e vermindert. Die invloeden, de hoge ener- Dus landelijk zetten we een hoofdlijn neer, al ePrijzen bijvoorbeeld, hebben te maken met loopt dat lang niet altijd even soepel. Kijk, wat er andeer: e zaken die daarbij een rol spelen. Datb e bete- rond de Natura 2000-gebieden gebeurt." nt ook dat je moet kijken naar andere risico's. °m, hoe kun je ervoor zorgen dat je in plaats Isdat de grote veranderingten opzichte van het verle­ n speelbal, een speler wordt? Dat is essentieel." dendat jullie nu veel nadrukkelijkerop alle schaafni- veaus aan hetschaken zijn: lokaal, regionaal, natio­ nnen deSER warener ook commissies diezich op naalen internationaal? Urzaamheid richtten.Ik weet dat erongeveer tien Maat: "Nee,wan t wij richten ons al langer op het Enwat zijn volgens u voorde Nederlandse agrosector internationale en regionale schaalniveau. Vanuit degrootste onzekerhedenvoor de toekomst? de regio wordt ook de landelijke belangenbehar­ tiging aangestuurd. Wewerke n met portefeuilles Maat: "In eigen land gaat het om de letterlijke voor landelijke onderwerpen en dat werkt prima. ruimte om te kunnen ondernemen. Om te blij­ Medewerkers bij de ZLTO, LLTb en LTO Noord ven ondernemen. Dat is niet vanzelfsprekend, zie zitten dichter op het erf van hun leden. Zo kun je met wat voor regels en beperkingen agrarische ook beter werken vanuit de hitte van de praktijk. ondernemers te maken hebben. Internationaal Uiteraard moet je tegelijkertijd wel je politieke gezien en gegeven de grote Europese markt ont­ netwerk goed onderhouden. Vandaar dat we als kom je niet aan allianties over de grens. En wat LTOlobbyiste n hebben in Den Haag en Brussel. gaat er in andere grote productiegebieden in de wereld gebeuren, zoals Brazilië, en op termijn in Ik zie beslist voordelen van het model waarvoor Afrika en Azië? Hoe gaat de landbouw zich daar een paar jaar terug gekozen is. Maar de netwerk- ontwikkelen, welke rol eisen ze voor zich op in de vorm, waar we voor hebben gekozen, heeft ook WTO? risico's. Het vergt discipline en de bereidheid Ontwikkelingen gaan razendsnel, kijk eens naar om, als het nodig is, met één mond te spreken. wat er gebeurt in slachterijen in Brazilië. Zie We moeten resultaten laten zien en dat doen we hoe veel grond de Chinezen kopen in Afrika. elk jaar. We laten aan de leden zien wat we waard We leven in een boeiende, maar lastige tijd. De zijn." ene overname volgt op de andere. We moeten er bovenop zitten. Want de kracht van onze concur­ U noemt regelmatigde agri-business waarsamen­ rentiepositie is bepalend voor ons succes op de werkingmee gezocht wordt. Maar wezien ook dat markt." met name supermarkten, dedetailhandel ook een belangrijkepositie innemen. Ook milieu-en natuur­ Jekrijgt van diehedgefonds-achtige toestanden, alles organisaties verleggen hun aandacht naar de afzet, wordtopgekocht om snelgeld te maken. zie hetverdoofd castreren van biggen. Dat hebbenze eigenlijkgespeeld via desupermarkten. Isdat mis­ Maat: "Dat kan tot roofbouw leiden, op de lange schien voorjullie ookeen reden om daar meerde termijn. Dat is niet de oplossing voor de agri­ samenwerking meete zoeken? business, je moet kijken waar je kansen kunt vinden. We hebben natuurlijk hele sterke boeren­ Maat: "Het akkoord over het verdoofd castreren coöperaties. Wewerke n samen met bijvoorbeeld hebben we zelf als LTOme t de Dierenbescher­ zuivelcoöperaties, met VION, je kunt heel sterke ming en de supermarkten afgesloten. De ham­ allianties maken. Onderschat niet de power van vraag is:wa t kun je via de markt doen? Wij kun­ de agri-business in ons land. Daar zitten beslist nen eigenlijk niet verkroppen, dat we op wereld­ mogelijkheden om internationaal sterker te wor­ schaal op het gebied van dierenwelzijn en milieu den." tot de top vier van de wereld behoren, maar dat we geen kans zien dat te vermarkten, althans niet Zijn ernog andere onzekerheden? rechtsreeks. Dat zit ons dwars. Dat is wel de ultie­ me uitdaging waar we voortdurend aan werken. Maat: "Een ervan is de wereldhandel. De onzeker­ Dat moet ook wel, want we zetten sterk in op de heid zit hem in die zin, dat we wel gelijke condi­ duurzaamheidsagenda. Dat moet wel een plus in ties voor de handel moeten zien te houden. Level de markt opleveren. En op meerdere terreinen playing field, een gelijk speelveld. Kijk, je kunt geldt dat we de supermarkten nodig hebben. Ze in Europa wel vlees van kippen ofvarken s de verkopen immers onze producten." EU binnenlaten, maar dan moeten de uitgangs­ punten voor de producenten wel grosso modo dezelfde zijn. Als veehouders hier in Europa aan

•ÎO allerlei eisen en regels moeten voldoen, die een bij dit model nu een benadering kiest met over­ behoorlijk bedrag kosten (denk aan milieu, die­ heidsinvloed ofd e markt of een civil society, dan renwelzijn e.d.) en die eisen gelden bijvoorbeeld kies ik daar nadrukkelijk voor het laatste. Daar ln 2uid-Amerika niet, dan kun je die producten zien we toekomst in. Meestal kiezen we voor de Van eWers toch niet zo maar ongehinderd hier lijn van marktafspraken maken, met maatschap­ °P de markt laten komen. Dat heet oneigenlijke pelijke organisaties tot overeenstemming komen concurrentie." en dat vastleggen in convenanten."

Ende subsidie, hoemoet het daar verder mee? U wasblij dat tot201} in iedergeval desubsidies behou­ Maat: "Nee, bio-fuel heeft alleen mogelijkheden den blijven... s de overige energievormen duurder worden, an zie je wat je nu zag bij WTO:all e grote han- Maat: "Wehebbe n er al een lang traject opzitten. blokken willen wel de garantie dat ze voor de Twee jaar terug zijn we al begonnen om onze ^gen bevolking voldoende productie beschikbaar visie te vormen op het EU-beleid na 2013. Het °. Dat betekent dat er een zekere neiging resultaat hebben we met het kabinet besproken. a ZlJn naar een stukje protectionisme ten op- te van de landbouw. Dat komt terug als op- Wat zeker gaat spelen zijn de maatschappelijke Kieuwvoedseltekorte n dreigen. Bij eerdere voed- eisen die je kunt vertalen in de markt, denk bij­ e cnses hebben we iets soortgelijks gezien." voorbeeld aan natuur en landschap.

*daarmee eensoort kringetje ookrond? Want nade Het behoud van het EU-budge t wordt nog een weede Wereldoorloghebben wedat natuurlijkook hele strijd, maar we hebben ons goed voorbereid. n dat devoedselproductie veiliggesteld moest Ook in de SER zijn onze argumenten naar voren

orden in eigen land.Ik zie nu dat de landbouw gebracht en die zijn 'doorgekomen', zie het rap­ ëe tijdeen sluitpost is geweest in de ruimtelijke port dat is uitgebracht. ening. Dat ishet eigenlijk nogsteeds. Voor de duidelijkheid: tweederde deel van de at- Kijk, wij zijn een sterk exporterend land. Nederlandse agrarische productie heeft niets definitie zijn wij meer gebaat bij een vrije, van doen met EU-subsidies. Dat is allemaal vrije °Pen markt en bij goede WTO-afspraken. Aan markt, van fruit en champignons tot snijbloe­ ^n e kant: als je sterk exporterend bent kan het men, bollen en varkensvlees. De sectoren die een bedreiging gaan worden, vooral als het EU-premies en -toeslagen krijgen, zitten vooral 0 ectionisme bij andere landen de boventoon in de rundveehouderij en akkerbouw. Dat heeft gaat voeren. enerzijds te maken met de prijsverlagingen, die eerder in Brussel zijn doorgevoerd. Ze hebben Watlandbou w en ruimtelijke ordening betreft ook te maken met de rol die deze sectoren vervul­ is het p • len voor het beheer en behoud van het landelijk essentieel dat gebruik van de open ruimte gebied. Als boeren hun bedrijfsvoering beperken, voedsel en groen weer de hoogste maat- aanpassen of zelfs extra activiteiten doen die de appelijke prioriteit krijgt." samenleving op prijs stelt, dan moet daar wat te­ u een voorstandervan eenpoldermodel waarin genover staan. e Saynenwerkingzoekt met marktpartijen, overhe- en maatschappelijkeorganisaties? Juist die boeren mogen niet afhankelijk zijn van de maatschappelijke wind die op enig momenf Maat- "T waait. Ze zijn zelf ondernemer, maar hebben wel v • Ja, maar polderen betekent niet dat jeoe - bestaanszekerheid nodig." r °os door blijft praten. Het is altijd goed eerst e gaan wat je gezamenlijk belang is.Al s je Wordthet belangvan deland- en tuinbouw voldoen­ Maar kreegde Nederlandse tuinbouw niet een voor­ de onderkend? deel opde energieprijs, alshet gaat omgas?

Maat: "Veel mensen hebben geen idee wat wij Maat: "Dat is onderhand een lichtjaar geleden. als landbouw betekenen voor de economie, voor Nee, ook tuinders betalen een marktconforme de werkgelegenheid, wat de meerwaarde is van prijs voor hun energie. Het is iets uit een ver ver­ voedsel." leden. De wetten van de markt gelden, ook voor de glastuinders." Dus u moestaan uw eigenPR gaan werken? In anderelanden isdat anders,daar wordt bijvoor­ Maat: "Juist. We zijn net gestart met de cam­ beeld wel voorde agri-business subsidies voorenergie pagne Nederland bloeit. Die loopt over meerdere gegeven. jaren. Steeds meer mensen weten immers steeds minder over de agrarische sector. Sommigen in Maat: "Zoals dat bijvoorbeeld in Noorwegen, dit land hebben er belang bij om het agrarische Denemarken en Duitsland gebeurt. Daar wordt belang te marginaliseren. Wij moeten zorgen inderdaad allerlei gelden uitgetrokken voor infra­ voor voldoende tegenwicht. Ik vraag vaak aan structuur, en ook voor andere zaken." mensen of ze weten wie het landelijk gebied in stand houden. De een noemt de gemeente, de Dat hebben wijtoch ook, denk maar aan deICES- ander het waterschap ofd e provincie. Wij moeten KISS ofFES gelden.... onze rol duidelijker voor het voetlicht brengen." Maat: "Ja, luister goed. Wij accepteren vrije Deland- en tuinbouw heeft doorde tijd heen steeds marktwerking. Als sectoren werkelijk een pro­ eenbevoorrechte positie wetenvast te houden. Denk bleem gaan krijgen: hoe zorg je ervoor dat je aanfiscale regelingen, quota en afsprakenover ar­ weerbaar blijft? Mag je dan een beroep doen op beid, landbouwverkeer, overdracht vanbedrijven, je nationale overheid? Natuurlijk mag en kan dat, bijzonderesubsidies, enzovoorts.De agrarische sector zolang je maar binnen de Brusselse regels blijft. istoch een gewone marktsector? Staatssteun mag niet. De Europese Commissie fluit regelmatig lidstaten terug omdat ze zich Maat: "We zijn als sector gewoon, maar tege­ daar aan bezondigen. lijkertijd ook bijzonder. Ik ben al ingegaan op -naas t het produceren van voedsel en bloemen We spelen in op overheidsbeleid, we maken af­ -onz e mogelijkheden op het terrein van klimaat, spraken met de overheid over Schoon en Zuinig- energie, groene omgeving, waterkwaliteit, zorg We anticiperen, we spelen in op overheidsbeleid. en recreatie enzovoorts. De regelingen die er zijn, We zorgen dat we meer duurzame energie gaan zijn vaak toegesneden op de aard van de werk­ leveren, dat energiebesparing wordt doorgevoerd, zaamheden en bijkomende bijzondere functies. dat we minder grondstoffen gaan gebruiken. Al die zaken worden schaars in de toekomst. Daar Aan de andere kant hebben we ook last van de haken we nu al op in." overvloed aan regels, omdat het ondernemer­ schap hierdoor aan banden wordt gelegd. On­ Ishet nietde eerste verantwoordelijkheid van de on­ dernemers, en zeker agrarische ondernemers, dernemerszelf om daarop in tespelen? Jullie rol zit hebben ruimte nodig om te blijven ondernemen. 'm tochvooral in hoe eenen ander te stimuleren? Daar gaat het om. Als die ruimte wordt beperkt, krijgen we brokken. Als de bedrijfsontwikkeling Maat: "Ja, maar het verschilt per sector. Dat is wordt gehinderd, dan boeren we niet meer voor­ precies het proces waar we in zitten. Een proces uit, maar achteruit." waarin we proberen van elkaar te leren. We heb­ ben ook leergeld betaald. Negatieve acties werkefl vrijwel altijd contraproductief als je als sector van de varkenshouders, dus mensen uit de eigen sterk op de export bent aangewezen. Het is altijd sector. Die kennen hun collega's over de grens, die ae markt die stuurt en je moet zorgen dat je in de treffen elkaar in Brussel en Straatsburg. Dus als je Markt niet kwetsbaar wordt omdat je achterloopt het goed organiseert, goed met elkaar kortsluit, dan °P duurzaamheid..." kun je juist met een kleine organisatie veel beter en doelgerichter netwerken. Daar maken we dagelijks gafaan dat nu debelangenbehartiging ook meer werk van. Natuurlijk is dat niet in één slag gewon­ nternationaal isgeworden, datje nu meer richting nen, maar zowerk t het wel. En daarmee kan juist EUgaat en richting WTO. Zit u vakerin hetbuiten­ een slanke organisatie in het voordeel zijn. In een land? informele maatschappij moeten we het hebben van goede contacten en minder van formele structu­ Ma at: "Het EU-landbouwbeleid heeft vanaf de ren. 'aren emd vijftig, begin zestig een enorme in­ vloed gehad op de land- en tuinbouw in ons Ishet agro-kennissysteem in onsland nogvooral natio­ nd- Jeha d een soort maatschappelijk Europees naalgeoriënteerd? marktplan, dat grote effecten heeft gehad. Dever - °udingen in Europa zijn anders geworden. De Maat: "Wageningen speelt al een rol om de interna­ Ufopese Commissie en de DG's, zeg afdelingen tionaliseringva n kennis uit te bouwen. Was kennis an de Commissie, bereiden allerlei zaken voor. vroeger vooral een zaak, waar iedereen bij moest aar Moeten we bovenop zitten. En dat doen we kunnen en waar iedereen gebruik van moest kun­ ook. nen maken, nu zien we dat er ook een marktwaarde aan hangt. Dat maakt het op zich lastiger. De vraag W is dan, wat financier je en hoe kun je daar afspraken we zijn actiefin COPA, de koepel van landbouw- over maken? De vraag is of datvoldoend e gebeurt. ganisaties in Europa. We stappen ook naar ren in IFAP, de wereldwijde organisatie van Samenwerking tussen organisaties voor kennis­ grarische producenten. Weverzette n de bakens. verwerving kan heel goed wanneer zij een geza­ at moet ook wel. Globalisering betekent per de- menlijke agenda hebben. Maar vergeet niet dat nitie minder Den Haag, meer markt. Onderwer- veel organisaties zelfstandig heel goed onderzoek n als dierenwelzijn, de toenemende macht bij verrichten, terwijl die onderzoeken sterk van elkaar Permarkten, de bestrijding van dierziektes, het losgekoppeld waren. ruik van gewasbeschermingsmiddelen, steeds Samenwerking is geen doel op zich, maar soms als er zaken worden in internationaal verband middel nodig. Denk aan onderzoek naar bepaalde besProken." veterinaire ziekten. Op alle niveaus moeten mensen at mijzo moeilijklijkt, als er dan verschillende net- elkaar wat beter leren vinden. Dat geldt voor onder­ r enzijn enverschillende schaalniveaus waaropje zoek, belangenbehartiging, politiek, onderwijs en­ 0et begeven, dan moetje daardus ook internatio- zovoorts. Je merkt gewoon dat alles wel in beweging veelkrachtiger een lobby voeren. Hoezien jullie is. Alles moet zich 'settelen'. Europa is groter ge­ atv°or de toekomst? worden, er zijn natuurlijk wel tien nieuwe lidstaten bijgekomen. Het moet allemaal wennen, het kost at: "Daar zit ook de kracht, want een infor- veel tijd." e Maatschappij moet het hebben van contac- •w e hebben allemaal met globalisering te In hoeverre lukt hetom met een kleineorganisatie al die Ken. Dat betekent dat we scherpe afspraken contacten teonderhouden? Warendie contacten vroeger en, wie wat en waar doet. Concreet, ik doe nietminder en gemakkelijker? Datde agrosector meer Nederlandse politiek internationaal, ik doe ook op zichzelf hetbeleid kon voeren? Isdat niethet grote c°ördinatie van het Europees beleid. Debe - verschil met nu en in detoekomst datjullie nu afhanke­ 8enbehartiging is in eerste instantie een zaak lijkvan heel veel anderepartijen zijn geworden? Vanee n centraal netwerk naarvel e netwerken het even terug brengen naar de bedrijven. Die Maat: "Ja,vroeger,.. . Maar de tijd is voorbij dat zien ook dat hun eigen contacten goed onderhou­ je het allemaal op één plek kon doen en het alle­ den worden. En reken maar, dat leden vandaag maal wel op z'n pootjes terecht kwam. Jemoe t je de dag kritisch zijn. Ze houden ons scherp. En ze door ontwikkelen. Jemoe t zorgen dat je partners houden elkaar scherp. Ik ben ervan overtuigd dat hebt, overtuigingskracht, je moet ook andere ele­ veel boeren en tuinders als ondernemer kijken menten en argumenten inbrengen. In de Sociaal wat er voor hen moet gebeuren. Veel bedrijven Economische Raad stemmen wij als LTO met maken zich grote zorgen over de personeelsvoor­ andere ondernemersorganisaties af over econo­ zieningen over tien jaar. En terecht. Dan moet mische en allerhande sociale kwesties. De agro- je er nu ook mee aan de gang, dat is goed uit te sector is geen eiland, we zijn onderdeel van het leggen. Erword t in de hedendaagse maatschap­ geheel. Daar moeten we ons ook naar gedragen, pij veel meer gewerkt op basis van vertrouwen in ook in de belangenbehartiging. informele netwerken."

"Maar de tijd is voorbij dat je het allemaal op één plek kon doen en het allemaal wel op z'n pootjes terecht kwam. Je moetje door ontwikkelen."

De Nederlandse samenleving laat zich minder alleen vanuit Den Haag aansturen. Jekun t ideeën hebben, maar de realiteit is een andere, we ma­ ken deel uit van een groter Europa. Of juist de regio is bepalend voor wat je wilt. Jekun t geen verstoppertje spelen." •

Hoeveel mandaat hebbenjullie nu om snel en slag­ vaardigte kunnen handelen? Eris toch altijd een achterban, waar je naarmoet terugkoppelen?

Maat: "Je moet goed terugkoppelen. Maar de or­ ganisatie is wel efficiënt ten opzichte van tien jaar terug. Toen hadden we een enorm netwerk. Nu is het veel slagvaardiger. Aldi e duizenden werk­ gevers en ondernemers, die adequate informatie krijgen, via internet, via ons weekblad Nieuwe Oogst, die op ledenavonden worden geïnfor­ meerd, ga zo maar door. We moeten het wel laten zien en ons bestaansrecht rechtvaardigen."

Datgebeurt nubeter?

Maat: "Of het veel beter is weet ik niet, maar het loopt nu zoals het loopt. We kunnen goed uitleg­ gen wat we doen, waarom en hoe we het doen. Wij werken op basis van vertrouwen. Laten we Heeftu nogop- ofaanmerkingen naaraanleiding van deachtergrondinformatie dienaar u isgestuurd? 6 In de achtergrondbrochure valt te lezen dat het waardecreatiemodel een maatschappelijke be­ hoefte, een maatschappelijk belang als uitgangs­ Interview met punt neemt. Bukman vraagt zich afwa t dat is. Bukman: "Wathantere n jullie als definitie? Er wordt geen definitie van gegeven. Jemoe t daar Piet Bukman een soort eenheid van opvattingen over hebben, wil je goed kunnen rapporteren. Ik stel die vraag, DoorMarcel Pleijte omdat er momenteel twee soorten discussies zijn. Het maatschappelijk belang, dat is land- en Voorschoten, 4 september 2008 tuinbouw enerzijds, de countryside anderzijds. Er zijn er die zeggen: 'dat kun je nooit integreren. Drs. P. (Piet) Bukman (1934) is een vooraanstaand Dat is veel te ingewikkeld. Je moet het landbouw- A-politkus van antirevolutionaire huize, afkomstig uit belang separaat behandelen, kijken of je dus die een tuindersgezin. Hij maakte carrière in de Christelijke sector goed kunt ontwikkelen enz. En daarnaast Boeren- en TuindersBond. Hij was in 1980 de eerste komt de vraag:ho e ga je dat in een breder belang voorzitter van het CDA na de fusie van KVP,AR P en van het platteland integreren? Het wordt hier in HU. Hij stond bekend om zijn krachtig optreden en elkaar geschoven. Ik haal toch de vraag uit el­ wekte daarmee soms wrevel, maar wist zo effectief kaar." leiding te geven aan het verdere fusieproces. st minister van Ontwikkelingssamenwerking volgde hij Bukman vervolgt zijn relaas-. "De landbouw als 1990 Braks °P als minister van Landbouw. Van 1996 tot maatschappelijk belang kent een op en neer en met 1998 was hij Tweede Kamervoorzitter, gaande beweging, maar steeds in een andere enteel is Bukman ondermeer bestuurslid van de Inter­ vorm. Er is een periode geweest dat de landbouw val Food &Agricultura l Policy Trade Council. (Voor een als productiesector zonder enige support van Ultgebreid cv. verwijzen wij naar www.parlement.com) overheidszijde werd overgegeven aan de interna­ tionale concurrentie; eind 19de eeuw. Daarna is er een soort deal gekomen tussen de landbouw en de overheid, waarbij de overheid zorgde voor onderzoek, onderwijs en voorlichting, onder de conditie dat de landbouw zichzelf verder moest redden. Dat is het begin van de coöperatieve be­ wegingen geweest. Dat heeft doorgelopen tot na de Tweede Wereldoorlog. Die moet je maar even buiten beschouwing laten, die Tweede Wereld­ oorlog, een absurde specifieke omstandigheid. En daarna was het een kwestie van zo snel en zo veel mogelijk produceren, omdat wij zelf, gegeven de oorlogservaring, weer moesten voldoen aan de voedselzekerheid via de zelfvoorziening, dat wil zeggen de mensen zelft e eten kunnen geven. Dat zie je nou opeens weer terugkomen, in hef kader van de hoge prijzen van vorig jaar, maar het is een soort ontkenning van het feit dat je in een globaliserende wereld leeft, dat je nou een- maal meerdere bronnen hebt dan nationale bron­ zoek, onderwijs en voorlichting. De sector moet nen, om te zorgen dat er voedselzekerheid is. Dat zelf bezig zijn met de marktvraag. Maar dat was die gedachte weer terugkomt, ook in de EU, dat destijds wel iets anders dan waar we tegenwoor­ we moeten zorgen dat we onszelf kunnen voe­ dig tegenaan lopen. Er werd toen geproduceerd den, vind ik te ver van de realiteit staan." en de opgave was om het kwijt te raken. Tegen­ woordig gaat het de kant op van: wat wordt ge­ "Zelfvoorzienend zijn past niet in een vraagd? Produceer dat, andersom dus! wereld van globalisering." "De ketenbenadering is tegenwoordig

Bukman vindt het eigenlijk een beetje flauwe­ omgeklapt. De keten begint niet meer kul: "En dan zeggen ze, ja maar, het is allemaal hij de primaire producerende sector zo slecht voor het milieu, als we dingen moeten maar bij de vragende consument." transporteren. Moet je eens kijken wat er verder dan over de wereld heen en weer gesleept wordt. Ik noem dat het realistische model. Voor vandaag Waarom moet je voedsel uitzonderen? Maar wel is dat de markt als uitgangspunt. Of u dat leuk televisietoestellen en auto's die overal vandaan vindt of niet. Het oude idealistische model is: je komen, daar praat niemand over. De footprint is produceert, je zorgt dat er tussen jou en de markt het, die wordt dan even aangeduid als van belang, voorzieningen zitten zodat je de markt goed kunt voor de agrarische sector en de voedselvoorzie­ bereiken, en dan komt het product uiteindelijk ning, maar wat er verder aan voorziening plaats­ op de markt terecht. Nu is er een volslagen omke­ vindt, daar heeft niemand het over. Erword t met ring. Dat is geen kwestie van het ene is beter dan van alles gesleept all over the world. Bovendien, het andere. Het is een kwestie van kijk hoe din­ wat aan voedsel over grote afstanden wordt ge­ gen lopen en dan is de markt bepalend voor wat transporteerd, is maar een klein percentage van er verder gebeurt in de keten. Die omslag, daar de wereldconsumptie." * gaat het om. Die moet goed gemaakt worden."

Omgeklapte ketenbenadering Enwat heefi dat betekend voorde instituties? Hoedragen debelangenbehartiging en het agrarische kennissysteemdie vaak in éénadem genoemd wor­ Bukman: "Vanaf eind 19de eeuw kwamen de co- den, maar tochiets anders kunnen zijn, bijaan het operaties en het OVO-drieluik (onderzoek, voor­ succes van deNederlandse land- en tuinbouwsector? lichting en onderwijs) op. Dat was onderdeel van de afspraak tussen de overheid en de boeren. De Bukman: "Beide veel. Ik heb zo even verwezen OVO, de overheid financiert dat in ieder geval, naar de discussie van eind 19de eeuw. Ik denk, dat is de facilitering, en de markt is de verant­ wat toen geïntroduceerd is,voo r dat moment het woordelijkheid van de sector. Of ze het coöpera­ beste ontwikkelingsmodel was voor de landbouw. tief of niet doen, moeten ze zelf maar zien. Maar de overheid blijft van de markt af. De overheid "Wat aan het einde van de ige eeuw is na de Tweede Wereldoorlog echter wel in de markt getreden vanwege de voedselvoorziening- ingevoerd werd, was toen het Dat geldt ook voor het Gemeenschappelijk Land­ beste ontwikkelingsmodel bouwbeleid van de EU." voor de landbouw." PBO-structuur Gebruikmaken van de eigen kracht van de sector. Derol van maatschappelijke organisaties, daar heb­ De overheid neemt een stuk verantwoordelijk­ benwe het nietover gehad, wat heel vaak als civil heid maar treedt niet in de markt. Overheden society wordtgeduid. We hebben het overoverheid en faciliteren het moderniseringsproces via onder­ markt maar diesector zelf, dieheefi natuurlijk ook

tf, een sterke organisatie. Daarheeft u denk ikook aller- len in wat we tegenwoordig de keten noemen: de *i veranderingengezien? productie, de verwerking en de markt. Zo dachten wij in ketens. Maar het zal moeten worden: de ukman: "Ja, zeker. Grote veranderingen. En met markt, de verwerking en dan de productie. Uitein­ name de introductie van het PBO-model, bedacht delijk zal het moeten leiden tot een systematische Idens de oorlog, en tot uitvoering gekomen na aanpak. Wat is onze taxatie van wat de markt zal e oorlog, daar zat ook een ideologisch element vragen, ofho e wij de markt kunnen beïnvloeden? in. Devraa g was:wa t is de verantwoordelijkheid Want de markt is niet statisch. En hoe moeten we Van de sector zelf in dat hele scala van markt, pro- daar dan met productie op inspelen? Dat is een uctie en wat ertussen zit? De PBO-organisatie andersoortige benadering, dan die de LTOtraditi ­ is ophe t idee gebaseerd dat je de sector verant- oneel had. Dat is een geweldige ommekeer, ik blijf w°ordelijkheid moet geven. Ik ben het daar in denken in ketens, maar een keten die begint bij Principe mee eens, alleen is de vraag: hoe? Via de productie en eindigt op de markt, ik denk niet een PBO-model of anders? Bij elke discussie over dat dit de keten van de toekomst is. e Bo wordt er aan de poten van het systeem gezaagd. Er wordt vandaag de dag in andere ter- Er is een sector die op dat punt al aardig heeft ge­ men gedacht. scoord, dat is de glastuinbouw. Die zoekt naar de vraag. Die kan zich ook snel aanpassen. Maar ik "Bij elke discussie overde PBO heb gezien dat de discussies in de zuivelindustrie ook niet meer zijn, van: 'melk, breng het maar wordt er aan depoten van het hier. Dan gaan wij er wel afzet voor zoeken.' Het systeem gezaagd." gaat ook steeds meer in de richting van: welke ruimtes zijn er nog? En hoe moeten we daar op herinner me nog dat toen de drie landbouwor­ inspelen als primaire producenten? Coöperaties ganisaties tot eenheid kwamen, dat dit het Land- hebben ook niet meer de neiging om te zeggen: uwschap de kop heeft gekost. En we zien dat 'alles wat er aan melk geproduceerd wordt, kom gedachte van een PBO organisatie geleidelijk maar op,w evinde n wel een markt.' Nee: 'hoeveel verder wordt ondermijnd. De vermindering grondstoffen hebben wij nodig? Wat moeten we n net takenpakket van de productschappen; uiteindelijk aan grondstoffen hebben, om datgene ^aar zie je het aan. te produceren waarvoor de markt mogelijkheden Eerst minder taken. Dan samenwerken, dan biedt.' Dat is het omkeringsproces. Uiteindelijk is Seren ofopheffen . Dat betekent niet dat de de maat hoeveel winst er wordt gemaakt." C r ee .o ° g n verantwoordelijkheid meer heeft: het is eer de manier waarop die handen en voeten Enwat bepaalt ofdat succesvol zal zijn, dat omslag­ kri- Igt- Hoe je als partijen richting geeft aan het proces? 0m *ikkelingspr.oces . Bukman: "Uiteindelijk is de maat in de hele ke­ nwenu alspartijen richtingaan hetontwikke- ten, dat men winst maakt. Dat isva n veel belang llnêsproces? ook voor de vraag, wat de sector maatschappelijk kan betekenen." "Kttian: "Dat is voor mij de vraag. Jezie t nu dat ector in de ITO stevig is georganiseerd, nadat Endaarmee geeft ueigenlijk ook aan dat de verwer­ Jaar ruzie is gemaakt over de vraag wie er kendeindustrie dominant isten opzichte van de agra­ mdelijk de baas is:regio' s of sectoren. 10 jaar rische sector, dan ishet niet meereen gedeelde winst, lnv t . loed verspeeld door vooral daarmee bezig dan komt hetscheef te liggen. Iedereen moetprofijt çj y}n' Dat is jammer. Wat de uitkomst uitein- hebben binnen die keten. l)k- moge zijn, is nog steeds niet duidelijk van er belang. De vraag is welke rol gaat dat spe­ Bukman: "Nu hebben de leden van de coöperatie, idee dat er zoveel dingen op de sector afkomen als voor zover dus de verwerkende industrie coöpe­ economische entiteit dat je moeilijk kunt inschat­ ratiefis, invloed op het beleid van de coöperatie. ten hoe daar politiek op wordt gereageerd. De mul­ Als de coöperaties goed willen blijven functione­ tifunctionaliteit van de landbouw is op een gegeven ren zullen ze goed zicht moeten hebben op de moment, denk ik niet geïntroduceerd vanuit een markt. Als zij dat niet hebben en anderen wel, verheven holistische gedachte van: de landbouw dan leggen ze het loodje. Het romantische idee heeft veel verschillende functies. Nee,w e moeten was vroeger: 'jongens, als je met elkaar in coöpe­ met onze steun aan de landbouw terug en hebben ratieve vorm je sterk maakt dan komt het wel in we nog iets anders in de aanbieding? Het klinkt orde.' Nu is het meer een kwestie van: 'als je de misschien een beetje nuchter, maar dat heeft wel markt goed verkend hebt, welke effecten moet een rol gespeeld." het dan hebben voor de productie.' Daar kun je het coöperatieve proces heel goed voor gebrui­ Voldoet diemultifunctionaliteit in die zin, ofis het iets ken. Dit gaat gebeuren. De vraag is, is men daar anders? al systematisch genoeg mee bezig? Wat er nu plaatsvindt aan contacten tussen de LTO,al s de Bukman: "Je moet ook als je denkt in multifunctio­ vertegenwoordiging van de primaire productie, naliteit er voor zorgen, dat de economische beteke­ de afzetorganisaties en de verwerkende industrie, nis van de sector niet ondergeschikt wordt gemaakt dat is heel hard nodig, maar ikwee t niet of men aan die bredere context. De vraag is hoe men alge­ alvoldoend e tussen de oren heeft zitten, dat dat meen politiek gezien tegen de sector aankijkt. Poli­ contact zowel een boodschap inhoudt voor de tiek echt duurzaam in de richting van multifuncti­ LTOal s een boodschap van de LTO. onaliteit dan ook een multifunctionele honorering' Of zegt men: 'het is met het landbouwbeleid niet "Contact tussen de LTO, zo erg goed gegaan. We moeten terug.' Om dat pr°' afzetorganisaties en de verwerkende ces te verzachten hebben wij bedacht om ook an­ dere functies te honoreren. Daar is niks op tegen, industrie houdt zowel een boodschap in maar hoe duurzaam is dat in politieke zin." voor de LTO, als van de LTO." Dus nietdat het bijiedere kabinetswisseling... Dat is dus de interne problematiek van de sector zelf. Ik vind dat je dat goed op orde moet hebben Bukman: "Nee, en dan later zeggen: 'wij vinden de wil je echt systematisch gaan werken aan de mul­ landbouw wel multifunctioneel. Maar ze moeten tifunctionaliteit van zo'n sector. Je moet je zaken toch zelfde kost verdienen. Die andere functies, als economische sector goed op orde hebben, die geven wij toch maar weer een lagere politieke voordat je ook goed kunt afwegen, wat de meer prioriteit.' En dan hebben mensen in de tussentijd maatschappelijke waarde van de sector zelf is." vergeten hun bedrijf aan te passen en daar gaanZ e dan." Opwelke wijze voltrekt zich nu deverandering vol­ gensu in desamenleving en wat betekentdit hoe het Maar vooreen ondernemer is het ook moeilijk om erop verder moet met deagrarische sector, deproducten en in tespelen omdat ergeen lange termijnperspectieven hetplatteland? zijn. Als eenboer inwind- ofzonne-energie investeert' en na}jaar wordt desubsidie stopgezet, dan wordje Bukman: "Dat proces voltrekt zich en dat kan alsonbetrouwbare overheid aangewezen.... je niet snel even regelen. Het is een langzaam proces. Jewee t ook niet hoe duurzaam de poli­ Bukman: "Zo is het. Dat is een beetje de vreemde tieke steun is voor de gedachte dat de landbouw situatie. Alsw e het hebben over de multifunctio­ multifunctioneel zal blijven en dat jevanui t die naliteit van de landbouw, die zie ik ook wel, maar gedachte het beleid moet opzetten. Ik heb het of dat nou te vertalen is in een politiek duurzaam

58 landbouwbeleid, dat is niet zo eenvoudig lijkt mij. "In de trend van omkering van us daar moet je dan ook met andere entiteiten ketens heeft de onderzoeksector in de samenleving goed over spreken. Jekun t het een stimulerende, maar ook eens zijn over de ordening in de keten. We zijn an als landbouw partner. Dat is dan duidelijk. een dienende functie. " Maardi e overige maatschappelijke rol, die ook re­ !evant is, met wie doe je dat samen?" Wageningen isvoo r een deel natuurlijk die kant al op gegaan, ook met financieringsmodellen, omdat aar zie ikook een verandering in, in dejaren go zag je voor financiering ook andere partners nodig yvoorbeeld dat milieu-en natuurorganisaties ook hebt dan vroeger. En wat geldt voor het onderzoek, etde landbouworganisaties spraken. Tegenwoordig, dat geldt ook voor het type belangenbehartiging. Heem net voorbeeld van debiggen castreren, zieje Het zal dus minder eenduidig worden dan het milieu-en natuurorganisatieszich niet meertot vroeger was. Daar is niks op tegen maar je moet primaireagrarische sectorrichten maar juist naar welwete n waar je mee bezig bent. Datverg t aan­ verwerkers, ofde verkopers, nogeen stap verder, de wezig zijn bij de ketenomslag. Ik weet niet of we a"handel ofde consument, om dieerop aan te spre- met onze traditionele instituties voldoende flexibi­ •Hoe moet de landbouwsector daarmee omgaan? liteit hebben om dat te doen, of dat je naar andere instituties toe moet ofander s naar ad hoc oplos­ man ziet daar een zelfde type verschijnsel als singen. Jemoe t erg oppassen dat je niet in een tijd ijd e ommekeer van de ketens. "Het gaat er om dat er veel beweging is je instituties zo duurzaam de coalities anders worden. Het is een romme- maakt dat ze niet meer werken doordat de situatie i... ee ' en net kan ook wel zijn dat het rommelig is veranderd. Instituties moeten ook flexibel zijn

i]tt-J ekun t njet ^&s sxxzkbelijnen : 'zo gaan en kunnen veranderen." net doen de komende 20 jaar.' Je zit nu in een erugszins onzekere, onduidelijke situatie." Het aantal tuindersen boeren loopt drastisch terug. Hebben we straks meeronderzoekers en belangenbe­ 'Jsigna/ere nzelf ookdrie trends waar op ingespeeld hartigers dan agrariërs? worden, eentrend van globalisering en, zeg r> eentrend van regionaliseringen een trend van Volgens Bukman is het zove r nog lang niet en zo enverlenging. Daarbijis het worstelen: wat laatje ver komt het natuurlijk ook niet. Bukman: "Kijk te overheid over, wat aan demarkt enwat aande nou in de glastuinbouw, dat is niet een model voor aatschappelijke organisaties? Ugaf al aan, het heefl alles, maar daar zit wel een soort dynamiek in die uurlijk betekenis voorde rol waaropje de belangen- leerzaam is. Daar zie je dus dat de afhankelijk­ artiging aangaat, dan zouje dusandere coalities heid van traditionele instituties op het punt van moetengaan om meete spelen. Wat betekent het research minder wordt, omdat je ook clusters hebt r hetkennissysteem? Moetdat ookveranderen? U van productiebedrijven die zelf een bepaald deel daarbij denken aan Wageningen maar ookaan van de research voor hun rekening nemen. Dat is ennisdie binnen coöperatieszelf wordt ontwikkeld. een trend waarvan ik niet weet ofdi e ook zomaar over zal slaan op akkerbouw en veehouderij. Tuin­ nian: "*^e trend van omkering van ketens en bouw is qua dynamiek altijd een beetje een voorlo­ 1 ere c°alities al naar gelang welke rol van de per geweest. Interessante vraag is altijd in dat ver­ ^ndbouw je bij de kop hebt, dat heeft natuurlijk band: hoe uniek is Nederland? Want de agrarische effecten voor de onderzoeksector, want die sector van Nederland speelt op de internationale Wel e markt nog een belangrijke rol. We zijn de 2de of 0 ^ en stimulerende functie maar vooral een dienende functie om in dit soort proces­ 3de exporteur. De vraag is dan, als je gaat naar in­ sen H ae partners in die coalities zo goed mogelijk stitutionalisering ofj e dan flexibel genoeg blijft." v an die nst te zijn. Hoe komt hetdat wenu detweede ofderde plek inne­ Bukman: "Dat hangt ook samen met, denk ik, de men binnen dewereld qua export? invloed die de landbouw als sector altijd heeft kun­ nen hebben in politieke zin." Bukman: "Onze landbouw heeft gekeken naar marktontwikkeling, gelukkig. We hebben eerder IsNederland daar ook uniek ingeweest? markten zich zien ontwikkelen dan buitenlandse producenten die soms veel dichter bij die markt Bukman: "Niet uniek, maar wel heel goed. Een zaten, bij wijze van spreken. Dat komt door ons goed georganiseerde sector heeft altijd drie dingen- kennissysteem en in de tweede plaats in wat toch Allereerst het gemeenschappelijk belang dienen zijn basis vindt in de oude afspraken van eind met elkaar. In de tweede plaats de markt iets meer 19de begin 20ste eeuw: 'jongens, jullie moeten gericht benaderen. En in de derde plaats het met zelf je belangenbehartiging doen en zelf kijken elkaar invloed uitoefenen op het overheidsbeleid. hoe de markt zich ontwikkelt. En je kan daarbij de Het gaat dus zowel om het directe eigenbelang als support krijgen van het OVO-drieluik, maar ver­ om het meer brede groepsbelang. We hebben on­ der moet je het zelf doen.' De ondernemers zijn langs een conferentie gehad in Oslo over de rol die ondernemend geworden. Ook met hun coöpera­ kleine boeren kunnen spelen in Afrika ten aanzien tieve organisaties die heel actief zijn geweest." van het op poten helpen van de agrarische sector aldaar. Dan kom je eigenlijk op dezelfde soort dis­ Als ik nu anderewesterse landen alsDenemarken of cussie die we hier een eeuw geleden hadden. De Duitsland neem, waarom lukt het dat soort landen kleine boeren moeten zich organiseren om op de niet om derde ofvierde exporterende land te zijn? markt een rol van betekenis te spelen, zowel aan de inkoopzijd e als aan de afzetzijde, om daarmee Volgens Bukman hangt het in Duitsland een beet­ dus ook de mogelijkheden van individuele boeren je samen met de lokale markten. "De lokale mark­ te verbeteren en verder invloed uit te oefenen op ten zijn veel groter dan in Nederland het geval is. regeringen, bijvoorbeeld in Afrika die de afgelopen De structuur van de landbouw is in Duitsland ook 20 jaar aan ontwikkeling van landbouw weinig minder modern (bijvoorbeeld veel parttimers). hebben gedaan omdat de politieke bazen van het Nederland barst al gauw uit zijn voegen.. Dene­ land in de steden zaten, en daar hun 'constituency marken heeft natuurlijk ook een hele aardige ex­ hadden. Wat je nu in Afrika ziet, en wat daar nodig port, maar minder dominant dan Nederland. Het zou zijn, is een beetje te vergelijken met wat een kan zijn dat in Nederland het volgende een rol eeuw geleden in Nederland gebeurde." gespeeld heeft: we zijn een klein land, onze lig­ ging is prima, onze grond is duur, want we heb­ Erwordt ook wel gezegd, niet in termen van hetgroef' ben te weinig. Onze arbeidskosten zijn hoog. Dat front, maar wel dat eensuccesfactor voor Nederland zullen extra incentives zijn geweest om te zeggen: wasdat delijnen tussen mensen kortwaren en mens^ we moeten onze markten vooral ook buiten Ne­ van coöperaties, politieken kennisinstituten elkaar derland ontwikkelen en dat is buitengewoon goed snelwisten te vinden. Isdat nu veranderd ofis het n<>è gegaan." steeds?

Erwordt ook welgezegd van delandbouwsector, dat Bukman: "Ja, dat tref je gelukkig nog aan, maar zij eraltijd goed in isgeweest om met zogenaamde niet als echte systematiek. De hele discussie over externebedreigingen, met name externeeffecten zoals andersoortige rollen die de landbouw moet spelefl' milieu,goed om tegaan endan met name omeen nadat de productieve rol lange tijd centraal heeft vertaalslagte maken infiscale aantrekkelijkheid of gestaan, maakt duidelijk dat de lijnen naar de pol1' financiële structuur eronderte leggen met quota'sen tiek ook minder eenduidig en daardoor ook vaak dergelijke, waarvervolgens weervan alles overte zeg­ minder duidelijk zijn geworden. Natuurlijk speelt gen is,maar waardoorer in iedergeval geen koude nog steeds een rol dat de sector ook aan politieke saneringplaatsvond in deagrarische sector. beïnvloeding veel doet."

60 Ruimtelijke ordening naar het buitenland; daar is meer ruimte, ook net ruimtelijkeordening beleid in Nederland ook voor natuur. Moet je dat nou hier in Nederland een steungeweest voorde Nederlandse landbouw, is maatschappelijk zo zwaar laten wegen, dat daar­ "•etgrote verschil tussen Nederland en Belgiëer in mee de productieve functie in het gedrang komt? gelegen dat wij eenbeleid haddenvoor het buitenge­ Ik heb daar geen krasse opvattingen over, maar rd, endaardoor ook een bescherming bieden? ikvraa g me wel eens af of de visie die ik heb vol­ doende in de discussie meespeelt. Je actieradius ßukman: "Ja, maar hoe dat in de toekomst het als Nederlandse burger is veel groter geworden, geval zal zijn is onduidelijk. Nu, er is zo'n ver- maar jewil t wat jeva n belang vindt ook allemaal aal dat de groene ruimte een maatschappelijke binnen Nederland gerealiseerd hebben. Kan dat, functie heeft, omdat de urbane bevolking er zo'n zonder je in allerlei bochten te wringen?" ehoefte aan heeft om een luchtje te scheppen in 1We ekend. En daarom moet ook de landbouw Ik speel even advocaat van deduivel. Kan ik u nu aan andere eisen gaan voldoen. Dat is een formu- nietverwijten dat u alleen oog heefi voorde profit eringva n de maatschappelijke rol waarvan ik me kant? Een sterke landbouwmet teweinig oog voor de raag: hoe dominant moet die redenering nou maatschappelijkejunctie ? ^n. De stedelijke bevolking die is niet voor niks naar de steden gegaan. De Nederlandse bevolking Bukman: "Natuurlijk mag u mij dat verwijten. !S dlkwijls op vakantie op het platteland. Maar dat Maar op mijn beurt vraag ik me af: zijn de geo­ niet meer dan een paar weken per jaar. Maar grafische eenheden zodanig gelijk, dat dit overal 0e m°et je dat nou vertalen in maatschappelijke dezelfde multifunctionaliteit moet opleveren? En vantie van de landbouw? Temee r omdat an- je moet dan het Groene Hart zodanig separeren ersoortige functies dan de productieve functie van de rest, dat je daar andersoortige functies n het platteland, in de omgeving van Nederland moet laten domineren bove:i de productieve e Kuste n te keur te vinden zijn. Veel landen functie? Moet je dat doen, en hoe wil je dat finan­ 1,n nünder dicht bevolkt en hebben veel meer cieren? Ik bedoel: duurzaam financieren. Wat zie deinen waar men kan recreëren, nier ver hier je in de praktijk? Men heeft in Nederland gezegd: Vandaan." het ruimtelijke ordeningsbeleid moet worden gedecentraliseerd. Alsofwi j een land zijn van Ier isde grond vrij schaars, enandersom wordt er de omvang van Frankrijk of Duitsland. Je kunt M"Wyfeook geredeneerd, alsje dan tocheen EHS Drenthe toch niet vergelijken met Nieder-Sach- realiseren, tochruimte voorwaterberging wilt sen, je kunt Gelderland toch niet vergelijken met eden, dan moetje dielandbouw wel benaderen. Er Nordrhein-Westfalen? De entiteiten zijn heel ver­ °rdt vaak gezegd, ze zijn sluitpostin de ruimtelijke schillend en je moet er dus in Europa over praten ning maar in diezin komje algauw bijde land- welke functies waar centraal moeten staan." °uu>uit, want landbouw heeft70% van degrond in h«nden... Vanuit Europeesperspectief denken we juist dat onze veenweidegebieden bijzondere internationale beteke­ uKrnajr "Jekun t er niet omheen, alleen de nis hebben- g is: moet je nou, wat in de grotere regio's Bukman: "Vindt men dat elders ook of vinden n aUe en Nederland, geïdentificeerd kan worden alleen wij dat? Dan maken we veenweidekaas, s n iet agrarische waarde van het platteland, een regionaal product. Niks op tegen. In dat hele tum-en z _ moet .e dat nou ook aljemaai m decentralisatieproces, wat boeiende kanten heeft, erland realiseren? Dan kom je bij het volstop- hebben we gezegd: het Groene Hart is ons lief,* n Van de Oostvaarderse Plassen, bij wijze van maar we geven verder wel in naam van de decen­ j ken. En moet dat dan helemaal natuur zijn, tralisatie van de ruimtelijke ordening veel dorpen °ns dichtbevolkte land? Moet je dat dan priori­ geven? Als wij recreatie zoeken gaan we vaak de kans om zichzelf uit te breiden. Het landelijk gebied wordt dan toch langzaam opgevreten. Ik uit Nederlands belang. Maar als je zegt, de EU vraag me wel eens af of ons land voor een decen­ zal echt in economische zin meer en meer een tralisatie van de ruimtelijke ordening niet te klein entiteit worden, nodig om je hoofd boven water en te complex is. Of dat het misschien ook een te houden als agrarische sector, dan moet dat ook beetje een verlegenheidsoplossing is van de cen­ zijn effecten hebben op de faciliterende zaken, en trale overheid om zover te gaan. Dat betekent dat daar hoort het kennissysteem ook bij. Maar of dat als je nationale doelen hebt, het heel lastig is om hard of langzaam gaat, daar heb ik onvoldoende die te realiseren. Dat speelt ook bij de multifunc­ zicht op. Ik heb wel gezien dat Wageningen een tionaliteit van de landbouw een rol. Hoe multi- tijd lang een neiging gehad heeft om een hele functioneler je de landbouw maakt, hoe belang­ brede Universiteit te worden, maar daar is men rijker het is om goed te overleggen wat je nu ei­ toch wat op teruggekomen: 'Laten we ons maar genlijk beoogt en goed te formuleren wat er moet op onze sterke punten concentreren.' Dat vind en wat er kan.. Er wordt vaak gewezen naar men­ ik heel wijs. Je moet kijken wat nu je relevante sen die zeggen: 'we maken een camping bij ons partners zijn. Is dat Utrecht of Montpellier om bedrijf, wij doen iets extra's met slootkantbeheer maar eens wat te noemen. In het denken over de of zoiets, ofw e hebben een beheerovereenkomst rol van Wageningen is er twee keer een keerpunt voor een bepaald soort weidevogels, die een mooi geweest. Eerst wilde men de breedte in. Daarna, weitje willen hebben. Veel natuurmensen zeg­ toen dat niet overmatig succesvol bleek te zijn, gen: de natuur moet zo centraal staan, dat je de weer terug naar de core-business. Prima toch!" producent wellicht een beetje kwijtraakt. Het is allemaal een beetje dubbel. Daarom vind ik dat in Heeftu nogop- of aanmerkingen? allerlei coalities die je maakt, je ook als agrarische sector daar heel intensief moet participeren, zo­ Bukman: "In jullie centrale vraag staat: op welke dat het duidelijk wordt waar je van op aan kunt. wijze voegt de organisatie met de belangenbehar­ Die basis heb je als ondernemer hard nodig. tiging en het kennissysteem waarde toe, voor de sector en voor de samenleving? Dat is dus een Jekun t niet zeggen dat de invloed van de land­ beetje hybride. Dat is niet erg, niet alles hoeft bouw minder geworden is doordat de sector van eenduidig te zijn. Ik kom dat ook weer tegen minder belang is dan vroeger, want die sector is bij dat waardecreatiemodel. Dan gaat het om de minstens van evenveel belang als 20 jaar terug en duurzame instandhouding van de agrosector en heeft er nog een paar maatschappelijke taken bij van het landelijk gebied. Is het ene een sequeel gekregen. Alleen, er is meer een ander belang in van het ander of zijn het concurrerende firma's? het geding." In zekere zin zijn ze dat, maar dat betekent niet dat er niets moois te maken valt. De gedachte dat Deproductie en de handel zijn altijdvrij internatio­ het allemaal in eikaars verlengde ligt en dat er au­ naalgeoriënteerd geweest, maar wasons agrokennis- tomatisch iets moois van komt, forget it! Eigen­ systeem en debelangenbehartiging eerst niet vooral lijk moet je zeggen: als deze dingen relevant zijn, nationaalgeoriënteerd? de agrosector, de consumenten, de producenten en het landelijk gebied, dan moet je elkaar wel Bukman: "Over het kennissysteem kan ik geen heel regelmatig spreken en aanspreken. Als het algemeen oordeel vellen, maar de belangenbehar­ maatschappelijk relevant is om dat zo te doen, tiging heeft de landbouw in een vroeg stadium dan moeten de clubs die er zo mee bezig zijn, el­ ook Europees goed georganiseerd. Niet dat dit kaar wel heel regelmatig zien en spreken. En ook altijd geleid heeft tot voldoende invloed op de zich committeren. En dat is lastig. Zeker in een politieke processen, maar de boeren zijn er vroeg dichtbevolkt land als Nederland, waar je gemak­ bij geweest. kelijk op eikaars tenen staat. Ik zie wel dat er veel focus is op wat ver weg is, Maar één ding is helder: de agrarische sector veel vooral China. Dat kan heel relevant zijn ook van­ verschillende functies laten vervullen, lukt nooit

62 als de productieve functie niet sterk blijft, ook in­ ternationaal. Dus ook bij multifunctionaliteit blij­ ven economische kracht en technische innovatie basisvoorwaarden." Op de vraag hoe de belangenbehartiging en het agro-kennissysteem hebben bijgedragen aan de Nederlandse land- en tuinbouw, antwoordt Pim 7 Kooij dat dit afhangt van waar naar wordt geke­ ken. Vaakword t verwezen naar de successen van het OVO-drieluik:onderzoek , voorlichting en on­ derwijs. "Ik geloof er eigenlijk niet zo in, er is wel Interview met van alles gebeurd maar het is helemaal niet zo dat het onderwijs zich nu zo heel duidelijk heeft gericht op de praktijk van de landbouw", aldus Pim Kooij Kooij. Door Marcel Pkijte "Het is helemaal niet zo dat het Wageningen, 04 september 2008 onderwijs zich nu zo heel

prof.dr. P. (Pim) Kooij (1945) is Hoogleraar eco­ duidelijk heeft gericht op de nomisch en sociale geschiedenis aan de Rijks- praktijk van de landbouw." UrUversiteit Groningen (RuG) en hij is hoogleraar agrarische geschiedenis aan Wageningen "Waar echt een direct contact is geweest is via de Universiteit en Research Centre (WUR). landbouwconsulenten die op een gegeven mo­ Zijn specialisaties zijn rurale geschiedenis ment bij het onderwijs waren betrokken. Maar en stadsgeschiedenis. daarna is het onderwijs eigenlijk wat losgeraakt van de agrarische praktijk. Bij het uitvoerende werk was dit contact er nog wel: praktijkscholen die bijvoorbeeld leerden hoe geploegd moest wor­

••* den. Het is een beetje een iets te mooi verhaal, L hoe de rijksoverheid de hele zaak heeft aange­ '4- '§Li stuurd. De boeren hebben minstens zovee l zelf * *L gedaan, door goed op te letten en naar de buren /•J' ri te kijken. Sommigen lezen ook de vakbladen en •y \ "' * *M bezoeken allerlei bijeenkomsten waar onderling allerlei kennis wordt uitgewisseld. De agrarische

* m.. ''"^l sector heeft zich dus vooral ook zelf leergierig opgesteld."

"Het is een beetje een iets te mooi verhaal, hoe de rijksoverheid de hele zaak heeft aangestuurd. De hoeren hebben minstens zo veel zelf gedaan."

Volgens Kooij richten andere West-Europese lan­ den zich meer op de primaire belangen-beharti- ging. "Dat hele kenniselement dat was er natuur­ lijk wel maar voor zover ik het kan overzien leek dat wat meer op de achtergrond te staan", aldus Kooij. Erwordt ook wel gezegd, aan heteind van deïgde is dus qua voedselvoorziening afhankelijk gewor­ eeuwstonden wij voor dekeuze, met betrekking tot den van andere landen, ten dele, want het is niet delandbouwproductie ofwe tot protectionisme zou­ zo dat daar de hele landbouw was verdwenen. den overgaan ofeen open markt economie, endat De Denen hebben daar op een hele adequate wijgekozen hebben voor het laatste, endat ditgoed manier op ingespeeld, door precies dat te gaan isgeweest voorons land en dat decoöperaties inde leveren wat men verlangde op de Engelse markt. ïgde eeuwaan hetopkomen waren. Vindt u dat ver­ Vanuit Nederland was er nog het gezeur, met die klaringen,die hebben bijgedragen aan hetsucces van boten waar ze stenen in deden of de kwaliteit was delandbouw? slecht, dat soort dingen. Dat hoeft maar een keer te gebeuren en je hebt een slechte naam. Dat Kooij: "De hele 19de eeuw door waren er allerlei heeft heel lang geduurd om van dat imago af te actiegroepen die protectie wilden. Om allerlei re­ komen. Jekun t zeggen dat Denemarken het heel denen hadden de liberale regeringen een andere goed gedaan heeft." mening over de economie, die wilden daar niet aan. Voor een bepaalde periode is dat voor akker­ Succes en teloorgang van de PBO-structuur bouw een handicap geweest, en een andere peri­ Naast de coöperaties hebben ook de PBO-organi- ode weer voor de veehouderij. Als op een gegeven saties volgens Kooij bijgedragen aan het succes moment de graanprijzen in Amerika laag zijn en van de agrarische sector. Pim Kooij: "Dat is heel een land gooit de grens niet dicht, dan wordt het goed gelukt natuurlijk, met het Landbouwschap graan daar naartoe gestuwd. Dat is ook gebeurd, en de Productschappen, en alles wat daaromheen tijdens de zogenaamde agrarische depressie die hing, en waar hele mooie korte lijntjes waren van 1875to t 1895heef t gelopen. Veel onheil had met het ministerie, waar ook mensen zaten die voorkomen kunnen worden door die grenzen met elkaar door een deur konden. Dat is een hele dicht te gooien, maar dat heeft Nederland niet goed geoliede machine geweest. Met de stands­ gedaan. Met name de vorming van coöperaties is organisaties was het altijd wel even uitkijken, die daardoor gestimuleerd. i>omsha d het ook weer moesten natuurlijk bij hun leden ook laten zien voordelen dat er geen invoerrechten waren. Zo dat zij belangrijke instellingen waren, maar op de is de veehouderij al heel gauw tot export overge­ een of andere manier is dat ook gelukt. Daar zijn gaan, vooral gericht op de Britse markt. Dat was dus twee barsten in gekomen. De eerste barst soms ook een drama, dan was er weer een ziekte is natuurlijk de acties van de vrije boeren. Die en dan gooiden ze de boel dicht. Het maakt je wilden de productschappen niet en wilden het heel zorgvuldig." dure apparaat niet betalen. De tweede barst is de vorming van de Europese Unie. De PBO-organen "Een open markt dwingt tot hadden Europa natuurlijk wel in het vizier, maar dit hele complex, dat was toch op de Nederlandse zorgvuldigheid bij de agrarische sector." situatie gericht, en hoe dat verder moest, daar kon men niet zo goed mee omgaan. Het is wel Grote landen alsDuitsland ofFrankrijk hadden een geprobeerd. En toen gingen die standsorganisa­ behoorlijke thuismarkt. Andere kleinelidstaten zoals ties dwars liggen en toen was het allemaal mis." België en Denemarken, waarom hebbendie niet een soortgelijke ontwikkeling doorgemaakt als Neder­ "De harsten in de PBO-structuur land? komen door de acties van de Kooij: "België weet ik niet zo goed, maar dat was vrije hoeren en de vorming van natuurlijk wel een veel industriëler land dan de Europese Unie." Nederland. Denemarken heeft zich helemaal ge­ richt op de Engelse markt. Engeland heeft op een Iser nu nieteen sterke hang naar een soort instru­ gegeven moment voor de industrie gekozen, en mentalisme, dusvooral om testuren met instrumeft-

66 ten,met geld, met wetten,met voorlichting, met endergelijke. Mijn vraag isblijven wedaardoor qua Pnkkels, met overeenkomsten, maar niet meerop belangenbehartigingen kennissysteem succesvol met organisatorische disciplinering? Daarwaren na- dezeorganisatorische veranderingen ofis er meer uurlijk deorganisaties altijdvrij goed in omdat zij nodig? zowel een verplichte achterbanhadden, waar zij aantrekkelijke dienstenook voor leverden - informa- Kooij: "Ik denk dat er meer nodig is. De grote uit­ le en "dungenbehartiging- maar tevens meededen daging is natuurlijk dat er van een systeem van m# debeleidsvoering, dan kondenze ook een stukje regulering wordt overgestapt op marktwerking. dlsciplineringregelen, dat isweggevallen nu? "De grote uitdaging is natuurlijk dat er K°oij: "Dat was al, je had landarbeidersbonden le van een systeem van regulering wordt m eerste instantie dus in het Landbouw- cnap zaten, die waren er op een gegeven mo- overgestapt op marktwerking." ment helemaal niet meer. Want die mensen aten voor zover ze er nog waren, in devoe - En dat gaat hard. Op de een ofander e manier dlngsbonden van het FNV,da t zijn hele andere zijn al die organisaties die er nu nog zijn, die ubs die zich helemaal niet verbonden voelen zijn gepokt en gemazeld in het systeem van het met dit groene overleg gebied. Ik denk dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en alles van anders zat." quota en subsidie en dat is er dadelijk allemaal niet meer." n methet wegvallen van hetLandbouwschap, ndt udat LTOdaarna krachtigdie leegte weer Ik vind hetwel leukdat udat aanhaalt want is een "tefi ingevuld? deel van hetNederlandse succes ookniet daaraan tedanken? Wantwaar volgens mij de Nederlandse °0lJ: "Ja,da t is grappig, want dat zijn we net landbouwheel erggoed in was,was om de financie­ n het uitzoeken. In Groningen zit een postdoc ringen de fiscale structuur altijd zo te beïnvloeden nu de geschiedenis van LTO Nederland te schrij- dat bepaalde externe negatieve effecten, milieubij­ en en een groot deel van dat verhaal is natuur- voorbeeld, ofdierenwelzijn, datje dat met subsidie of I hoe daar op een gegeven moment toch een verhandelbare rechten ofvoordelige belastingen altijd genstelling manifest is geworden. Diewa s er wistte zorgen dat ertoch altijdeen mogelijkheid was aarschijnlijk altijd alwe l tussen die regionale dater toch opnieuwweer toegevoegde waardezou §anisaties, die steeds groter werden en de kunnen komen vooragrariërs. verkoepeling en eigenlijk hebben die geweste- *e organisaties hetzelfde uitgehaald bij LTO Kooij: "Ik denk wel dat daar een deel van het suc­ ederland als LTO Nederland bij het Landbouw- ces aan te danken is. Wehadde n het net over de aap. Op een of andere manier gaat dat in de 19de eeuw. Daar zie je dat ook al gebeuren, dat dbouw altijd zo, een partij krijgt het odium bij tamelijk ongunstige omstandigheden men er PZic hgevestigd , dat was eerst het Landbouw- toch in slaagt via allerlei creativiteit daar weer uit cilaP, daarna LTO Nederland en daar wordt dan te komen." e 8 n geschopt en uiteindelijk vallen ze om. Datwordt misschien dadelijk anders, als we ons meer fu>enu zien isdat LTONederland ophaar opmarktwerking gaan richten, dan vallen die subsi­ n probeert deproductschappen weerwat verder diequota allemaal weg? gte zetten, dus taken terugte brengen en uitte en, verderzien wenatuurlijk eenopkomst van Kooij: "Ja, en dat is ook veel moeilijker, om dat * organisatiesdie zich met verbrede landbouw, aan te sturen, als boer zelfku n je naar niches functionele landbouw beziggaan houden, de gaan zoeken in de markt, ofj e kunt de mega ansche natuurverenigingen, milieucoöperaties, kant op,allerle i mogelijkheden, maar zodra je als organisatie gaat aangeven, mensen, die kant Half Afrika kunnen we nog omspitten, laten we moeten we op, dan gaat iedereen dat doen, en dat maar doen. Welke kant het opgaat, dat weet dan werkt het niet meer. Het komt dan meer op je niet. Ikvon d die varkensflats eigenlijk ook wel het individuele ondernemerschap van de boer aardig, mensen wonen er al, nu de varkens ook zelf aan." nog, dat levert een hoop ruimte op."

"Bij marktwerking komt het meer Opwelke wijze voltrekken zich volgens u nu verande­ ringenin desamenleving? En hoeraken die de agra­ op individueel ondernemerschap rische sectoren hetplatteland? aan, dan op organisaties die rit ht i ng aa ngeve n. " Kooij: "Wat men dus vertwijfeld probeert is om al die verschillende belangen, die kun je dan wel U refereerde ernet ookeven aan dat ereen sterke net­ weer clusteren, van de inwoners van Nederland, werkstructuurwas, dat decontacten bijvoorbeeld tus­ om die dus met elkaar te laten blijven sporen. Dat senhet Landbouwschapen deminister en kennisin­ zijn natuurlijk tegengestelde belangen. Het maakt stellingen snelwaren gemaakt, mensen haddenvaak nog wel wat uit of je boer bent of projectontwikke­ in Wageningengestudeerd, wistenelkaar feilloos te laar of iemand van Rijkswaterstaat of een natuur­ vinden, ziet u daarook veranderingen in? beschermer, noem maar op.A l die mensen heb­ ben tegengestelde belangen, en dat vertel ik ook Kooij: "Ja, natuur zit natuurlijk bij landbouw. altijd wel op college.To t een tijd terug is dat geen Dat is op een gegeven moment overgegaan. Dat probleem geweest, want er was genoeg ruimte om is natuurlijk een gedoe geweest. Dat was op een dat allemaal nog in orde te maken. En eigenlijk gegeven moment toch een voordeel dan kun je pas de laatste 50 jaar is dat in toenemende mate in eigen huis proberen die zaken toch te doen, als een probleem gezien, dan krijg je ook dat en daar zijn natuurlijk heel creatieve dingen over mensen heel benauwd over het Groene Hart gaan verzonnen. Boeren die dân op een gegeven mo­ zitten doen. Een tijd heeft het Rijk gedacht: wij ment het landschap gaan beheren en subsidie, kunnen dat het beste. Dat is toch de hand houden van alles wat, maar het gaat om hele andere din­ van bovenaf. Van rijkswegen de zaak plannen. Dat gen dan om de ruimtelijke ordening van Neder­ ontaardde in al die prachtige nota's ruimtelijke land, een ministerie van VROM let op infrastruc­ ordening. Op een gegeven moment zegt men in tuur en Vinex-wijken, die komen allemaal in het het Kabinet: 'zo werkt het toch ook niet, we kun­ nog groene gebied." nen het beter decentraal aan de provincie en de gemeente overlaten. In die gemeente zitten al­ Ziet uveranderingen binnen Nederland,als het gaat lemaal wethouders die industrieterreinen willen om ruimtelijkeordeningen delandbouw? en andere mooie dingen voor hun gemeente, dan wordt er gezegd, dan moeten we maar wat mindeï Kooij: "Ja, natuurlijk wel. Na de Tweede Wereld­ gemeentes hebben. Dan krijg je gemeentelijke oorlog bleef de hongerswinter hangen bij de opschaling, die gemeenten worden haast zo groot mensen: 'dat mogen we nooit meer hebben. We als provincies. Ik vind het wel een interessante moeten zelfvoorzienend zijn, algemeen belang'. ontwikkeling, dan krijg je dat die tussenlaag toch Dat heeft voorop gestaan, dat betekende ook dat niet weg moet. Het zijn natuurlijk altijd de pro­ bij de ordening van Nederland het belang van de vincies geweest die heel duidelijk de belangen landbouw heel zwaar woog." van de boer hebben behartigd, eerder dan de gemeente. Gemeenten wilden toch altijd iets van Valt dat nu weg met deglobalisering? stedelijke allure krijgen, ook alware n het landelip gemeenten. Maar de provincies hadden veel meei Kooij: "Weet ik niet, je hebt natuurlijk mensen dat ze het evenwicht tussen stad en platteland die zeggen, waarom moet dat hier allemaal nog? toch wat moesten bewaren."

68 £tt denkt u nu doordatprovincies nu zelf eerst ver- heel wat beter wat er allemaal op hen afkomt, en ^^woordelijke zijn geworden dat het nu moeilijker waar de mogelijkheden liggen en waar je niet aan wordt, ofniet? Om dat evenwicht tussenstad en land moet beginnen en dat soort dingen. Op de een of tebewaren? andere manier weten ze dat te vertalen naar de bedrijfsvoering en dat werpt zijn vruchten af. Er Kooij: "Nee, je heb er geen goed debat meer over. zijn dus al agrariërs die zich op meerdere schaal­ "&•i s nu de gedeputeerde in Groningen die zegt, niveaus tegelijk begeven. **wi l mijn provincie groen houden en Friesland Ik denk eigenlijk dat de toekomst van belangen­ Zegt, ach, er kan wel wat bij. Jekrijg t 12verschil - behartiging die richting op moet. Veel agrariërs ende aanpakken, die wel enigszins te clusteren hebben dat overzicht gewoon niet. Op de een of Zljn. Op provinciaal niveau wordt daar verant- andere manier moet duidelijk gemaakt worden w°ording over afgelegd, maar het landelijke wat mondiaal, regionaal en lokaal speelt. Er moet ebat is weg. En dan weet je het op een gegeven een soort ordening ingebracht worden, zodat het m°ment niet meer zo goed." behapbaar wordt. Ik denk dat de belangenbehar­ tiging die kant op gaat. Weer dat individuele. Dat emetwerkte agrarische ondernemers zal succesvol zijn, maar dat is hartstikke moeilijk, Maardat iseen uitwasvan regionalisering, als ik want er zijn niet zoveel mensen of organisaties *2 0mag duiden, dat het meerschuift van natio- die alles overzien. En die dat kunnen clusteren. e overheid naar decentrale overheden, daarnaast len We ookbewegingen, dat hetjuist opeen hoger Heel vaak is het toch meer gefragmenteerd en er schaalniveau komt teliggen, hetzij bijEuropa, WTO moet iets geïntegreerd worden anders raak je het °J iets dergelijks, wat betekent dat voorje belangen- overzicht kwijt. En een tijd hebben we gehad, dan wartiging? Ik hebhet gevoel datje opheel veel zeiden grote diervoeder fabrikanten: 'als je nou chaakborden tegelijk aanwezig moetzijn, ofdat je maar onze brokjes koopt, dén zorgen wij verder je organisaties meespecialiseert, dus netals een dat het goed loopt voor je'. Dat hadden ze mis­ LTO diemoet zich richten ophet regionale, een schien beter kunnen blijven doen, want toen was 0 kan zich dan volgens mij veel beter richten op het duidelijk, alleen konden zij het ook niet vol­ rt internationale.En daarnaast hebben wenatuur- houden. Omdat ze in een globale setting zaten." J ook nogte maken met ketenverlenging, datde herkende industriebelangrijker isgeworden en Watbetekent hetnu voor Wageningenzelf, voor Wa­ ofe de relatie tussende landbouwsector en milieu-en geningen UR,hoe kunnen wijervoor zorgen dat onze atuurorganisaties isaan hetveranderen, in dejaren kennis,zeg maar, ook voorde agrarische sectorhet en9 0probeerden ze nogrechtstreeks met elkaar beste tengelde iste maken? ltte komen en nu zieje dat men bijvoorbeeld voor onwelzijn rechtstreeks naarde detailhandel stapt Kooij: "Daar zijn wij niet voor. Daar heb ik een Jna ar deverwerkende industrieen zo zakenvoor wat elitaire opvatting over. Vanuit de universiteit a«r weet tekrijgen. Bijvoorbeeld met de castratie kunnen wij heel goed analytisch en kritisch re­ ,an blggen hebben wedat gezien. Datvraagt natuur- flecteren." J v<*n delandbouwbelangenbehartiging en het ken- SsY$teem om eenhele anderemanier van opereren? Maarje hebtnatuurlijk ooknog een stichtingDLO binnen Wageningen UR.Die probeert zeg maartoch l o° J: <«jk j^k er wej eens over na zjtten denken, met toegepast onderzoek van waarde tezijn voordie ken wel wat Groninger boeren. Het is een tijd agrariërszelf, moeten zij opeen ander manier hun el slecht gegaan, maar er zijn er een paar die kennisgaan vervaardigen? « en het goed. Jevraag t je af, hoe zou dat nou ko- en? En dat zijn dan vaak mensen die ook bui- Kooij: "Het beste ken ikva n hieruit het LEI, dat n hun bedrijf bepaalde sleutelposities hebben: schaakt natuurlijk op heel veel borden, dat geeft ttati,°naal , internationaal en die overzien denk ik de jaarcijfers en die spelen dan weer een rol in het politieke debat, maar er zijn ook van die soms vechten ze elkaar de tent uit, maar soms evaluaties van ontwikkeling die hebben plaats­ gebeurt er ook iets bijzonders. En eigenlijk is veel gevonden en er zijn innovatieve insteken, dus van die innovatie binnen die belangenbehartiging eigenlijk gebeurt het allemaal al wel. Op verschil­ naar mijn idee, gewoon door dit soort negatieve lende plaatsen is het van nut. Waar Wageningen processen geïnitieerd. Op een gegeven moment is natuurlijk groot mee is geworden is van dat de inspectie van het agrarisch onderwijs bij de ge­ proefondervindelijke onderzoek: we gaan eens wone onderwijsinspectie ingestopt. Men vond dat wat aardappels kruisen, er moet een nieuw soort dit niet meer apart mocht blijven. Het gewone on­ graan komen wat resistent is tegen dit en dat, dat derwijs wilde het agrarisch onderwijs er graag bij is helemaal weg. In laboratoria wordt heel tech­ hebben. Dat is veel te succesvol. Niet omdat het al­ nisch en klinisch onderzoek verricht. Dat sluit lemaal zo groen is, maar omdat het kleinschaliger misschien weer beter aan bij de ketenverlenging, is en individueler gericht. Dus die inspectie ging bij de verwerkende industrie. Maar daar hoefje daarbij in en dan zie je toch dat in die verslagen niet bij de boer mee aan te komen. Bij Unilever opeens dat groene element wat meer naar voren slaat zoiets wel weer aan. Eigenlijk vind ik het komen. Dat is leuk om te zien. Ik weet niet of het een beetje rare situatie. Wageningen UR ontwik­ een goed voorbeeld is. kelt dit allemaal en de bedrijven doeken hun laboratoria op omdat ze de zaken veel goedkoper "De belangenbehartiging komt op deze manier kunnen krijgen. Dat is toch ook een beetje achterop. Het zijn de geen goede ontwikkeling? Maak het dan voor een deel helemaal toegepast, zodat je het ook meteen individuele ondernemers die in je eigen zaak kunt gaan toepassen." nieuwe wegen inslaan."

Watzijn dedrijvende krachtenachter de dynamiek Veel mensen willen de dingen voor eens en voor in debelangenbehartiging en het agro-kennissysteem altijd goed regelen. En dat kan helemaal niet. Er in Nederlandvanuit hetverleden, watveroorzaakt is niet één oplossing, en soms is de oplossing nou dat aldie veranderingen ingang worden gezet? ook om 25variante n naast elkaar te hebben zodat Herkent u bepaaldepatronen? Ugaf netal aan die je een bepaalde spreiding hebt. Ofwel meerdere golven zien wevaker terug, maar ziet u ookpatronen scenario's. De meeste mensen kunnen zo niet waardoor bijvoorbeeld Nederlandover 20 jaar nog denken. De oplossing bestaat niet. De context ver­ steeds3de of4de exportland kanblijven? andert, en daarmee wordt het perspectief op die oplossingen ook anders. Anders stond heel Neder­ Kooij: "Op dit moment, denk ik, komt de belan­ land toch ook alvo l met dezelfde huizen?" genbehartiging een beetje achterop en zijn het een aantal ondernemers die nieuwe wegen in­ Denkt u dat detoenemende macht van hetgrootwin­ slaan. Dat kan op grote schaal ofkleinschalig , en kelbedrijfen van deverwerkende industrie invloed dan komen de belangenbehartigers als een soort heeft opde verdere belangenbehartigingen het kennis' trendwatchers er achteraan. Het is altijd van het systeem van delandbouw? begin af aan te duur geweest. Altijd is er binnen die belangenbehartiging een streven geweest Kooij: "Ik denk het wel. In ieder geval op de prak­ om de zaak goedkoper te doen. En de overheid, tijk van de landbouw. Hoe het dan verder zalgaan » voor zover het daar onder viel, heeft daar allerlei op een gegeven moment kan het niet. Jeheb t de mogelijkheden voor. Dus er is gefuseerd in het laatste tijd een paar keer van die acties gezien, dat verleden, dat hou je niet voor mogelijk. En al­ je dan wel geweldige impulsen krijgt om naar we' lemaal dingen moesten er bij elkaar, waarvan de gen te zoeken om daaronder uit te komen. Op eei1 mensen zelf vonden dat dat helemaal niet paste. gegeven moment gaat men er zich ook mee bezig En dan krijg je dus dat daar hele tegengestelde houden: hoe kan ik het met Albert Heijn nog een mensen bij elkaar in een hok worden gezet. En beetje regelen? Nu lukt dat helemaal niet." Een soort nieuwe coalities? Uzegt eigenlijkje moetwel goed zicht blijven hou­ denop de internationale stromen.Dat doe je niet Kooij: "Ja, maar de grootwinkelbedrijven doen vanuit de coöperaties, oftussenhandelaren. Het zijn ookwee r zaken met giganten. Als je nou ziet met degrote bedrijven diedaar zicht ophebben, eneen dle melk heb je maar een oftwe e mogelijkheden aantalgrote agrarische ondernemers diehet goed nog." voorde wind gaat.

Hetis Campina ofFriesche Vlag.. Kooij: "Dan kom je toch bij hetzelfde uit, als je die belangenbehartiging op peil wilt houden Kooij: "Die zijn ook alweer samen." moet je dus die hele waaier van levels en moge­ lijkheden in je vingers hebben." eeft uer als historicus eenverklaring voor dat aan ene kant onze handelaltijd vrij internationaal ge­ Enwie is departij diedaar het meest voor inaan­ nekti. is geweest, maar alsik kijk naar die belangenbe- merkingkomt, isdat een LTO Nederland? Of moetje hart igingen het kennissysteemis diemeer nationaal dat nietbij partijen zoeken maarjuist bijde onder­ &nchtgeweest? Nu doemt devraag zich een beetje nemers? P> ofwe nu niet met dienog grotere internationale s nentheidhet nietzouden moetenveranderen naar Kooij: "Dat weet ik niet. Kijk, zoiets als de SER en mcer internationalegerichtheid alshet gaat om heeft toch ook de combinatie gehad van de over­ le belangenbehartigingen hetkennissysteem? Maar heid en de ondernemers. Eigenlijk zou je weer anuit hetverleden geredeneerd waser een model terug moeten naar zoiets, maar dan kom je haast erkzaam dat volgens mij welgoed werkt,de handel weer bij een Landbouwschap uit, maar zonder al ternationaal georiënteerd, maarbelangenbeharti- die ballast. Jemoe t een sooicgremiu m hebben, &ngen kennissysteemnationaal? met mensen die een beetje j>oed kijken vanuit de verschillende compartimenten, ondernemers, °°ij: "Maar dat kan natuurlijk helemaal niet overheid, waarin zij ideeën uitwisselen en daar eer. Want op de een ofander e manier zijn al moet dan weer een ambtelijk apparaat zitten. le mtermediairs weg. Hoe ging dat in de 19de Maar ik denk dat organisaties als het LEIhe t net uw. Dan was je een regionale producent en zo goed zouden kunnen doen. LTO Nederland n had je commissionairs en die kochten dan je zou het kunnen, ware het niet dat LTO Nederland Pr°ductie op en die zorgden dat het in het grote helemaal uitgekleed is. Het is ook een voordeel andelsnetwerk terechtkwam, dus daar hoefde dat al die stammen en partijen nu allemaal zijn Je verder ook geen zorgen over te maken, want verdwenen. Want dat was een bloedgroep orga­ le Wam wel. Er was veel tussenhandel en die is nisatie van heb ik jou daar. Dat is allemaal weg. e8 en als het er nog is, is het niet meer te ver­ Ik hoor Albert Jan Maat wel praten, die heeft hele duwen." verstandige ideeën, die heeft ook in Brussel ge­ zeten, eigenlijk zegt hij, geef me maar wat geld as datook om dekostprijs goedkoper te krijgen? dan ga ik dat wel doen. Jekun t je ook afvragen of e komt hetdat dietussenhandel verdween? organisaties als het LEI,o fo p sommige afdelin­ gen van het ministerie dit soort dingen ook niet IC zouden kunnen doen. De bedrijfstak zoekt men 0l : J "Dat is omdat er veel meer verkoopcoöpe- naar optimaliteit op bedrijfsniveau, en dat hoefje es komen. Dat boeren zeggen: 'dat gaan we in de wetenschap niet." doen'. Daar bemoeit een regionale organisa- 2lch mee. Maar op een gegeven moment raakt °°k het zicht op het netwerk kwijt en dan 0et het maar lopen. Grote bedrijven, het is al- maal niet zo erg overzichtelijk, en dat komt ook let «leer terug." In onsonderzoek staat in eerste instantiede vraag centraal hoe debelangenbehartiging en het kennissy­ steemin de Nederlandse agrosectorbijgedragen heb­ 8 bentot de grote groei enbloei van desector. Hoekijkt u hiervanuit dehistorie tegenaan?

Interview met Volgens Meester begon deze ontwikkeling in feite al met het advies van de Staatscommissie voor de Landbouw uit 1890 (de Staatscommissie Gerrit Meester voor de Landbouw werd in 1886 ingesteld). "Dat advies vormde de basis voor het ontstaan van het DoorMarcel Pleijte en Theo Vogelzang veelgeroemde OVO-drieluik in de landbouw. Aan het eind van de 19e eeuw kwam er dankzij de Den Haag, 16 september 2008 technologische en geopolitieke ontwikkelingen in die tijd een enorme stroom producten uit de rof.dr.ir. G. (Gerrit) Meester (1944) is Adviseur opkomende markten naar Europa. Als reactie Landbouwpolitieke Vraagstukken op het minis­ daarop werd in sommige Europese landen pro­ erie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tectionisme ingevoerd, daar waar vrijhandel tot NV) en Bijzonder Hoogleraar Europese Econo­ dan toe de norm was geweest. In Nederland werd mische Integratie aan de Universiteit van Am­ op een andere manier op deze ontwikkelingen sterdam en voorzitter van het Landbouwcomité gereageerd, namelijk via het invoeren van het van de Organisatie van Economische Samen­ OVO-drieluik in en voor de land- en tuinbouw. werking en Ontwikkeling (OESO). De belang- Na de Eerste Wereldoorlog gaf de technologische MSt e 'aarli,kse Publicaties van de OESO zijn de ontwikkeling in en om de landbouw de sector onitoring en Evaluatierapporten van het land- een enorme boost. Vanaf de 19e eeuw kwam, . 0uwt>eleid in lidstaten en niet -lidstaten en de eerst met de stoomtechnologie (schepen, spoor­ 'a

"Na de EersteWereldoorlog gaf de 1- technologische ontwikkeling in en om de landbouw desector een enorme / --' boost.Denk bijvoorbeeld aan de koel- en vriestechniek die toen- ontwikkeld werd."

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er nieuwe 'niches' in de sector, zoals bijvoorbeeld de intensieve veehouderij en de glastuinbouw. De intensieve veehouderij, ook op basis van inge­ deel van de 20e eeuw vooral via de verschillende voerd graan, bestond al veel langer, maar breidde zuilen gewerkt. De elites, de toppen hiervan had­ na WOU sterk uit door stijgende welvaart en den wel contact met elkaar en ontmoetten elkaar vrije toegang tot de Europese markten. Hetzelfde bijvoorbeeld ook binnen het Landbouwschap, gold voor de glastuinbouw. Grondslag voor de maar aan de basis was er weinig uitwisseling van intensieve veehouderij was dus het binnenko­ kennis en contacten. Hetzelfde gold voor de vak­ mende graan uit de internationale markten en bonden. Die werden pas in een vrij laat stadium de toegenomen vraag naar goederen met toege­ tot de belangenbehartiging toegelaten en wel bij voegde waarde (o.a. bacon) vanuit bijvoorbeeld de vorming van het Landbouwschap in 1954. Engeland. Ook speelden demografische factoren Met name na de Tweede Wereldoorlog is het Ne­ een rol. In beide sectoren was sprake van veel derlandse agrocomplex dus sterk gegroeid. Dat kleine bedrijven met veel beschikbare arbeid op kwam ook doordat de sector sterk vanuit de keten relatief weinig grond. Dat leidde automatisch tot en de vraagkant redeneerde en daar ook haar intensivering. Daarnaast groeiden de steden in strategie op afstemde. De expansie kwam vooral ons land steeds meer uit hun voegen, waarmee door het ontstaan van de gemeenschappelijke ze zowel veel arbeidskrachten als grote hoeveel­ markt en de stijgende welvaart in Europa. Daarbij heden land- en tuinbouwproducten vroegen. Met werd Duitsland als economische locomotief van de economische groei werd de arbeid schaars. De Europa de belangrijkste afzetmarkt. veranderende prijsverhouding tussen duurder In andere landen werd veel meer vanuit de boe­ wordende arbeid enerzijds en goedkoop blijvend ren zelf gedacht. Bovendien verlegde Nederland kapitaal plus energie leidde tot sterke mechanise­ haar exportmarkt na de oorlog van het Verenigd ring van de landbouw en toenemend gebruik van Koninkrijk naar Duitsland en daarmee groeide chemische in plaats van mechanische technieken ons land snel als een grote exporteur." van onkruidbestrijding. Stijging van de arbeids­ productiviteit werd door de verandering van prijs­ "Na de oorlogverlegde Nederland verhoudingen tussen arbeid en kapitaal/energie haar exportmarkt van Engeland naar de eerste doelstelling van landbouwbeleid. Duitsland en daarmee groeideons land De ontwikkeling van de kennisinfrastructuur snel uit tot een grote exporteur." ontstond in de jaren 80 van de 19e eeuw, en ont­ wikkelde zich sterk in de eerste helft van de 20e Alsje nu kijkt naar degeschiedenis van de belangen­ eeuw en kwam vooral na WO II tot grote bloei. behartigingen hetkennissysteem in de Nederlandse agrosector, kunje dan stellen dat beide in de afgelo­ "Het OVO-drieluik was betrekkelijk pen decenniavooral nationaal georiënteerd waren, uniek in Europa." terwijl deproductie in toenemendemate internatio­ naalgeoriënteerd was? Het kennissysteem was in andere landen veel meer verdeeld, ook omdat die landen vaak groter Volgens Meester kan je dit niet zo stellen. Hij was en weer in regio's verdeeld waren. Deze directe in september 2008 aanwezig bij de herdenking en snelle toegang tot kennis is altijd voor de Ne­ van de 100e geboortedag van derlandse land- en tuinbouw essentieel geweest. en daar bleek uit diverse bijdragen dat de sector De belangenbehartiging speelde daar een belang­ altijd wel internationaal georiënteerd is geweest. rijke rol bij, in de zin dat de aansturing van het Meester: "Je moet veel van de gebeurtenissen uit onderzoek voor een belangrijk deel door de sector de 20e eeuw ook in hun tijdgeest bezien. zelf gebeurde. Het netwerk van overheid, sector en politiek waarin dit gebeurde toonde zich dus Vlak na de Tweede Wereldoorlog had je in de ook hier effectief. sector een heel ander situatie dan in de jaren In de belangenbehartiging werd in het grootste tachtig van de 19e eeuw. Heel Europa lag in puin- vooral Duitsland. Duitsland vroeg niets meer werk van maakte was . Hij had aan producten en Groot Brittannië moest de Ver­ van Winsemius het advies gekregen om de eerste enigde Staten afbetalen voor het meevechten in maanden als minister vooral de sector te obser­ deTweed e Wereldoorlog. We hadden geen enkele veren. Hij constateerde dat er in de sector veel afzetmarkt meer. dynamiek en vernieuwing was maar dat de sector zich vooral op gebied van milieu-aanpassingen "Vlak na de Tweede Wereldoorlog slecht verkocht en bovendien angst had voorlibe ­ ralisering van het EU-beleid. Mede door de span­ hadden wegeen enkele ningen rond de sector stortte de traditionele be­ afzetmarkt meer." langenbehartiging in de jaren tachtig en negentig in elkaar, dit omdat men niet goed wist hoe met e gronden waren uitgemergeld. De landbouw kritiek van buiten om te gaan en hoe te reageren ^am moeilijker op gang dan de industrie. Veer- op de nieuwe uitdagingen die er ontstonden. De ^g procent van het deviezentekort kwam door de CLO-structuur werd in die tijd stevig uitgehold. aankoop van voedsel uit Amerika waarop Neder­ Het Landbouwschap verdween. land was aangewezen. Eén van de problemen van de belangenbeharti­ ging in die tijd was dat men zich teveel richtte op Mansholt zag het als zijn opdracht om de land­ de achterblijvers en te weinig op de voorlopers. ouw in de Europese Unie meer zelfvoorzienend Het ging meer om het beschermen van de achter­ e maken om op die manier de deviezen te spa­ blijvers, in plaats van de nadruk te leggen op hoe ren die zo broodnodig waren voor het herstel en goed de beste 30 procent van de sector het deed. e modernisering van de economieën in Europa. Daarnaast veranderde de aloude tegenstelling lt kidde tot een enorme rationalisatie in de tussen werkgevers en werki-emers in de sector ndbouw. Alles was erop gericht om de voedsel­ in die tussen werkgevers en belangengroepen productie te laten stijgen, de invoer te beperken op het gebied van milieu, dierenwelzijn, etc. De n de uitvoer te bevorderen met als nevendoel LTO-organisaties kwamen daarnaast onder druk m de boeren ook een fatsoenlijk inkomen te te staan omdat boeren veel zakelijker werden en leden. Nederland kreeg al gauw in veel landen steeds meer keken wat er met het geld, wat zij andbouwattaché's voor de bevordering van de voor de belangenbehartiging neer moesten leg­ uitvoer. gen, gebeurde. Bovendien nam door de sterke vermindering van het aantal boeren en tuinders adat dit allemaal in de jaren vijftig goed op automatisch ook het aantal leden van de stands­ 8an8 was gekomen denderde de landbouw als organisaties af. De standsorganisaties werden en mammoettanker voort. Langzamerhand gedwongen om daarop te reageren door deze in tttstond een situatie van overschotten en mi- te krimpen en samen te voegen. Daarmee veran­ leUproblemen, waardoor de wal het schip van de derde het palet van de belangenbehartiging fun­ °ngebreidelde groei in de sector keerde. Pas in de damenteel. Nu moet LTOd e belangen behartigen n tachtig toen Braks minister was, kwam de opvee l meer fronten, maar is het tegelijkertijd toslag. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid lastiger om resultaat te halen. Dat maakt het er in eeg het zwaar te voorduren als gevolg van de de belangenbehartiging niet gemakkelijker op." 0 erbergen en de wijnplassen. Daarnaast stuitte groei van de sector op grenzen ten aanzien "Boerenzijn nu veel zakelijker n mest, milieu, etc, hoewel de sector die pro- gewordenen kijken heel goed wat emen in eerste instantie lang ontkend heeft. et Groene Front in ons land moest in die tijd op er met hetgeld wat zij voorde « a ander spoor gezet worden en dat was een las- belangenbehartiging neer g r , P °ces. Na de fase van de ontkenning kwam moeten leggen gebeurt." e fase van de bijsturing. De eerste die daar echt Alsje nu deontwikkelingen in enom desector pro­ zelf. Zeker in de zuivelsector en momenteel in beert tevertalen naar toekomstscenario's enje moet toenemende mate ook in de vleessector is dat het dominante ontwikkelingennoemen waarlangs die geval. Logischerwijze zijn het de private partijen scenario'sgeformuleerd kunnen worden,dan zou je zelf die steeds meer de belangenbehartiging naar overheidssturingen liberaliseringtegenover elkaar buiten toe doen en speelt vooral het Product­ kunnen stellen en regionaliseringversus internatio­ schap Zuivel naast haar medebewindstaak alleen nalisering. Zijn dat inderdaadde dominante tenden­ nog een ondersteunende rol op de achtergrond. sen? Dat gaat ook met de andere productschappen gebeuren, het eerste met Productschap Vee en Volgens Meester heb je daarmee de assen waar­ Vlees en het Productschap Tuinbouw. Als de langs je de toekomstscenario's op kunt stellen structuur van een sector verandert, verandert ook wel goed gedefinieerd. "In ieder kwadrant zal de de wijze van belangenbehartiging. En daar is op ontwikkelingsrichting voor de belangenbeharti­ zich ook niks mis mee. ging en het kennissysteem anders zijn. Dat zie je nu in feite al gebeuren. De ZLTO-strategie zit "Als de structuur van een sector veel meer in het derde kwadrant (zie hoofdrap­ port), terwijl die van LTO Noord veel meer in verandert, verandert ook de wijze van het eerste kwadrant zit. Van LTONederlan d is belangenbehartiging. " al haast niets meer over. Dat is een doorgaande tendens. Wat in elk kwadrant speelt is de door­ Deze ontwikkelingen zullen ook hun vertaling gaande tendens tot verzakelijking in de belangen­ naar het kennissysteem hebben. De R&D-afde- behartiging. Boeren kijken steeds meer waar ze lingen van de grote bedrijven doen nu alvee l zelf het beste bediend worden en daar zetten ze hun en hebben de collectieve kennisinfrastructuur geld dan voor in. In die zin is het ook logisch dat nog maar beperkt nodig om hun werk goed te het OVO-drieluik ten onder is gegaan... doen. Jeza g dat als eerste bij een organisatie als het Nederlands Instituut voor Zuivel Onderzoek "In ieder toekomstscenario's voor de (NIZO)." Meester heeft de indruk dat de veranderingen in landbouw zal de ontwikkelingsrichting het kennissysteem rond de agrosector nog maar voor de belangenbehartiging en beperkt meegroeien met de veranderingen in de het kennissysteem anders zijn. structuur van de sector. "Je zou in de toekomst eventueel kunnen streven naar PPS-constructies Wel vertoont elk scenario tendensen met het bedrijfsleven voor wat betreft de aanstu­ tot verzakelijking." ring en de financiering van het onderzoek. Vraag is dan welwa t je dan via de markt regelt en wat De Vi s uit OVO-drieluik gevallen en dat past ook via collectieve systemen. De financiering van wel bij de moderne tijd. In het verleden ging er het onderzoek vanuit de publieke middelen zal veel geld via het Landbouwschap naar het prak­ steeds minder worden en ook alleen nog maar tijkonderzoek en werd door bestuurders onder­ voor publieke doelen aangewend worden. PPS- ling geregeld waar dat geld dan aan besteed werd. constructies zouden zich dan op andere zaken Dat is nu over en dat is op zich ook niet zo slecht. moet richten. Daar komt bij dat de door de EU Wel is het de vraag wat daar nu precies voor in de en ook door de WTO aangedreven liberalisering plaats gekomen is. De aansturing van het onder­ van de dienstensector er naar verwachting steeds zoek is veel diffuser geworden. Er is wel behoefte meer toe zal leiden dat ook publiek onderzoek aan nieuw onderzoek en nieuwe opleidingen. steeds meer getenderd zal moeten worden. Vraag Voor wat betreft de toekomst van de PBO's zie je is hoe Wageningen UR daar zo goed mogelijk dat de belangenvertegenwoordiging steeds meer op kan inspelen. Meester stelt dat het DLO deel wordt overgenomen door de partners in de sector van de Wageningen UR zich in dat geval zo sterk

76 moet maken dat LNVgewoo n niet om haar heen Meester heeft eerder aangegeven1da t van iedere Kan. Dan heeft zij in de markt automatisch een drie euro die in de de Nederlandse agrosector voorsprong op andere kennisaanbieders. DeWa - (dus inclusief toeleverende en verwerkende be­ geningse Universiteit moet dan het meer funda­ drijven) wordt verdiend, er twee afkomstig zijn mentele onderzoek voor haar rekening nemen en uit export. Dat geeft volgens Meester aan dat we moet er daarbij natuurlijk net als het DLO deel steeds beter moeten kijken hoe markten in ande­ voorwake n dat ze kritisch en onafhankelijk blijft. re landen zich ontwikkelen, hoe de regelgeving in Verschillende opvattingen moet je daarbij niet andere landen en internationale samenwerkings­ de kop indrukken, maar wetenschappers moeten verbanden verandert en wat we kunnen leren van wel afgerekend worden op het feit dat hun ver­ ervaringen in het buitenland. Het argument dat haal wel houdbaarheid moet hebben." niet-Europese boeren goedkoper kunnen pro­ duceren snijdt volgens Meester geen hout. "De inhoudelijk merkt Meester daarbij op dat op de kosten van duurzaam produceren tasten de con­ negatieve externe effecten van de Nederlandse currentiepositie van de Nederlandse landbouw and- en tuinbouw tot in de jaren negentig niet niet aan. Ieder land heeft wel kostenverhogende ^hjd even goed gereageerd is, zowel door de sec- belemmerende factoren. Er zijn op dat gebied 0r zelf als door de overheid. Meester: "Daarvoor veel mythes. Zo zou onze pluimveehouderij niet °ntbraken ook de fiscale of de financiële prikkels. kunnen concurreren met Thailand of Brazilië e laatste jaren is daarin sterke verbetering ge- als we de kippen meer ruimte geven in onze omen. Daarnaast is het speelveld rond het con- stal. Maar die kippen zitten daar alvee l ruimer ^rrentievoordeel van de Nederlandse land- en omdat ze anders simpelweg dood zouden gaan mbouw in de loop van de jaren veranderd, in van de hitte." Meester gelooft niet alleen maar in e zin dat de kostprijs niet meer leidend is. Zaak kostenoptimalisatie omdat onze arbeid zo duur nu om de concurrentievoordelen te zoeken in is. Productie voor hogere toegevoegde waardeseg­ Pecifieke producten of specifieke manieren van menten biedt volgens Meester uitkomst. Produceren, zoals bijvoorbeeld het houden van leren in diervriendelijke huisvestingssystemen. Meester vermoedt dat voor de komende tien tot et heeft volgens Meester overigens geen zin om twintig jaar de landbouwsector verder omvormt e Proberen in WTO-verband een uitzonderings­ naar een nog meer marktgerichte sector. Meester positie te claimen voor de zogenaamde 'non-trade onderschrijft de recente projectie van het LEI dat °ncerns'. Dit vanwege het feit dat er dermate er in 2020 minder dan 10.000 melkveehoude­ 8r°te verschillen zijn tussen de deelnemende lan- rijbedrijven in ons land zullen zijn en een paar en over wat daar nu precies onder verstaan moet honderd tuinders. "Er zullen dan in de belangen­ °rden. De drivers voor de Nederlands land- en behartiging veel minder en veel commerciëlere mbouw komen momenteel veel meer uit de spelers zijn. Ook zullen de betreffende organi­ 0ek van de detailhandel en de andere ketenpar- saties dan nog maar over beperkte middelen be­ 'en- Daar moet ook de markt zijn werk doen. schikken, waardoor hun slagkracht af zal nemen. at geldt ook voor eisen van duurzaamheid, mi- De omvang van het hele apparaat van coöpera­ eu en dierenwelzijn. Vooral bij ruimtelijke orde- ties, productschappen en LTO-organisaties zal g is de overheid weer meer aan zet." navenant moeten krimpen. Ook het collectieve kennissysteem zal tegen die tijd gekrompen zijn. sje nu alle ontwikkelingenin enom deland- en Agrariërs zullen steeds meer 'electronic farmers' lnbouw naast elkaarzet enoptelt, waarstaan we worden, die zelf op zoek gaan naar de kennis die .Un met elkaarin 2020?Zou u destand van zaken zij nodig hebben en daar alleen nog maar gericht atjaar in eenpaar zinnen kunnen schetsen? voor willen betalen. Net als bij de belangenbe- * hartiging zal er dus ook richting 2020 zowel een

°»*n«g naar Duurzame Landbouw. Nieuwsbrief van het Transitieteam van LNV, Nummer 09 -jun i 2004. krimp als een opschaling in het kennissysteem voordoen.

"Net als bij de belangenbehartiging zal er richting 2020 zowel een krimp als een opschaling in het kennissysteem rond de land- en tuinbouw voordoen."

In alle gevallen zal er richting 2020 sprake zijn van meer Europese samenwerking. Boeren en tuinders zijn dan net als in toeleverende en ver­ werkende sectoren, en ook in andere sectoren van de economie, nog meer spelers in interna­ tionale (kennis-)netwerken. Collectieve belangen als voedselveiligheid zullen dan wellicht meer via internationale PPS-constructies geborgd zijn. De overheid is verder teruggetreden en laat meer aan de markt en de civil society over. NGO's hebben, met name via acties in de keten, ook internatio­ naal steeds meer invloed gekregen en laten die ook gelden in de dan nog verder ontwikkelde me- diacratie. De NGO's hebben al sinds enkele jaren doorgekregen dat zij veel beter marktpartijen kunnen bestoken dan overheden of de sector zelf.

"De NGO's hebben doorgekregen dat zij veel beter marktpartijen kunnen bestoken dan overheden of de sector zelf. "

Het zal voor de sector lastig worden om zich in dat geweld staande te houden, maar ze beschikt over voldoende flexibiliteit en slagkracht om ook in 2020 nog over een aanzienlijke positie in de samenleving te beschikken. En dat is een positief gegeven."

78 Hoedraagt debelangenbehartiging en het agrosy- steem vanuit hetverleden bijaan de ontwikkeling van deNederlandse tuin- enlandbouw?

9 Belangenbehartiging staat op dit moment enorm ter discussie, omdat onder andere de LTOvind t dat belangenbehartiging thuishoort bij de recht­ Interview met streekse brancheorganisaties. Daar is Meijer het volledig mee eens, mits dat inderdaad de belan­ genbehartiging is voor de primaire sector. Meijer: Theo Meijer "Het unieke van productschappen is dat binnen Door Marcel Pleijte en Theo Vogelzang een keten alle schakels aanwezig zijn. Dan is juist de PBO een fantastisch mooi instrument. Den Haag, 19 september 2008 De PBO heeft in het verleden bewezen dat als bedrijfsgenoten, schakels in de keten, snel iets willen dat het ook snel kan binnen de PBO. Het T-A.M. (Theodorus Antonius Maria) Meijer (1947) werkte als instellen van verordeningen, het vergaren van inspecteur milieuhygiëne bij het ministerie van VROM financiële middelen om onderzoek te stimuleren (onder meer in Noord-Brabant) en was actiefin de ofte laten uitvoeren. Dat is iets dat de overheid CDA-werkgroepen van landbouw. Hij was van 1996 via de administratieve weg niet heel snel lukt. tot 2003 Tweede Kamerlid van het CDA. Kennis-e n productontwikkeling maar ook kennis Hij was voorzitter van de enquêtecommissie Bijlmerramp omtrent kwaliteit voedselzekerheid en veiligheid en was voorzitter van de vast Tweede Kamercommissies Mi­ is in het verleden via de PBO heel snel op gang lieubeheer en voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. gekomen en efficiënt als middel gebruikt." Sinds 2003 tot en met de periode 3idecember 2009 is hij voorzitter van de besturen van het Hoofdproductschap herbouw, het Productschap Granen, Zaden en Peulvruch­ Waaromloopt dat viahet PBO? ten, het Productschap Wijn en het Productschap Diervoeder. Meijer: "Omdat de ondernemers binnen die ver­ schillende schakels minder georganiseerd waren dan tegenwoordig na de schaalvergroting. Een aantal sectoren binnen een keten hebben elkaar al gevonden en werken al samen. Contractteelt is daar een voorbeeld van. In de vleessector neemt de VION een heel belangrijke plaats in. DeVIO N zegt dat zij de belangenbehartiging vanuit een PBOvee l minder nodig heeft en zelf voorlichting en onderzoek doet. Dan speelt natuurlijk het hele recept hier tussendoor. Kijk maar naar Flora Holland en naar Aalsmeer, die samengaan, kijk naar Campina en Friesland Foods, er ontstaan grote eenheden. Datwi l niet a priori zeggen dat die geen PBO meer nodig hebben, maar de taken van een productschap zullen eerder dienend en faciliterend zijn dan dat wij echt beleidsmakers zijn. Productschappen doen dus niet echt meer* de belangenbehartiging van de individuele onder­ nemer." Ziet u diediendende rol voorhet hele Productschap Nogeven over diemeerwaarde voorde ketenbenade­ Zuivel weggelegd? ring.Er zijn natuurlijk ookindividuele ondernemers diehun eigen weggaan om contactente leggen met Meijer: "LTO zegt over belangenbehartiging: wat detoeleverende en verwerkende industrie.Maar er is privaat kan moet privaat. Daar ben ik het hele­ dus ookeen meerwaarde om datgelijk voormeerdere maal mee eens als het over de primaire sector branches tegelijk tedoen? Wat isdie meerwaarde om gaat. Ik ben het eens met LTOda t productschap­ hetper branche te doen? pen in zijn algemeenheid niet meer aan belan­ genbehartiging doen. De ketenpartijen willen Meijer: "Ieder initiatiefis toe te juichen. Product­ belangenbehartiging door productschappen." schappen kunnen twijfelaars over de streep trek­ ken. Ik vind het nog steeds jammer dat wij bin­ Is u kritiekop LTO dat niet alleen moetworden ge­ nen de landbouw het OVO-drieluik, onderwijs, kekennaar deprivatisering binnen dekolom, maar voorlichting en onderzoek de nek omgedraaid juist binnen deketenbenadering wordt de slag gemist, hebben, omdat we er achter komen dat dit zo aan daarzijn productschappenjuist sterk? elkaar vastgekoppeld zit, zeker in PBO-verband.

Meijer: "Ik ben het voor het grootste deel eens "Ik vind het nogsteeds jammer dat wij met de visie zoals LTOdi e heeft neergelegd. Maar: LTOe n Productschappen is niet één op binnen de landbouw het OVO-drieluik, één. De productschappen zijn niet LTO.LT Oi s onderwijs, voorlichting en onderzoek de een van de dragende organisaties en niet onbe­ nek omgedraaid hebhen." langrijk, binnen een aantal productschappen. Als zij hun visie echt helemaal willen neerzetten, Neem de aardappelsector als eenvoudig voor­ zullen zij met de andere dragende organisaties beeld. Een aardappelteler is erbij gebaat dat hij binnen de productschappen, consensus moeten een aardappel teelt, waarbij hij aan het eind van krijgen over hun rol zoals'zij denken dat die zou het jaar wordt afgerekend op zijn milieubelas­ moeten zijn. Ik verzet mij tegen een product­ ting. Hij vraagt dus om een aardappelras met een schap dat alleen nog fungeert als een incassobu­ resistentie tegen een aantal ziekten. Die vraag reau, dat kan sowieso al niet, maar dan trek ik kun je neerleggen: 'probeer voor mij een aardap­ de stekker eruit wat mij betreft'. Het kan niet, je pelras te ontwikkelen waardoor inderdaad die kunt dus niet meer voor 100% van de achterban afrekenbaarheid op die milieubelasting zo laag geld gaan ophalen, en dat rechtstreeks doorschui­ mogelijk is.' Diezelfde aardappel komt vervolgens ven naar de particulier, waardoor 60% bij wijze bij de verwerkende industrie, de frietindustrie. van spreken profiteert." Die vraagt het liefst een rechthoekige aardappel, want dan heeft hij zo min mogelijk verlies. Nou Hoe denken deandere geledingen binnen uwpro­ is dat erg moeilijk, maar wat hij wel vraagt is een ductschapover deze discussie? zo uniform mogelijke aardappel qua vorm en qua grootte. Diezelfde aardappel komt vervolgens als Meijer: "Exact hetzelfde. Ik heb er met mijn col­ friet bij de retailer terecht en die wil hebben dat lega's over gesproken. Zij zeiden: 'wij zijn blij dat de consument die de zak friet opentrekt voordat je het gezegd hebt anders hadden we die discus­ die de frituurpan ingaat dat die friet een prettige sie op een ander niveau gekregen of misschien kleur en geur heeft. Niet te wit, niet te geel maar minder. Ofware n er verwachtingen gewekt die een beetje bruin en een prettige smaak heeft. Het niet waargemaakt konden worden.' Het kan gaat bij drie schakels in een keten over één en juridisch niet, maar als het incasseren van geld hetzelfde product. Dan is het toch logisch dat je de enige taak is,werk t het niet. Hoe de product­ binding zoekt met elkaar en dat je gezamenlijk schappen functioneren, maken die organisaties onderzoek gaat doen om aan al die vragen te daarbinnen uit." kunnen voldoen? Op dit moment gebeurt dit in

80 een aantal sectoren veel te weinig. De toekomst naar terug. De PBO is ketenbreed. Met een plant­ ^gt in onderzoek met gemeenschappelijk geld. aardig en dierlijk productschap kan meer een Daar kan Nederland zich ook heel sterk mee op vuist worden gemaakt richting politiek, overheid dekaar t zetten. Bij de vrije handel verdwijnt dit. en Brussel, maar dat betekent wel spreken met Het is niet meer zo, ik heb een bouwplan met één stem namens al die partijen. Anderzijds be­ 7producte n en aan het eind van de rit verkoop staat het bestaansrecht van een productschap uit &tege n de hoogste prijs aan de klant of consu­ eigen identiteit en eigen schwung. Er zijn nog lent die erom komt vragen. De consument gaat steeds sectoren zijn die niet graag vereenzelvigd langzamerhand bepalen wat voor product, wat willen worden met andere sectoren. Zuivel en v°or zuivel hij wil hebben. En wat zegt de zuivel­ diervoeders, mengvoerders, zuivel en vlees, men fabriek: 'boer, jij mag melk aan ons leveren, mits vindt nog steeds inderdaad dat er een duidelijk I1) aan die en die kwaliteitseisen voldoet en zelfs verschil zit, en men wenst niet in één naam ge­ )ouwvoederrantsoe n op die en die manier eruit noemd te worden. Een productschap is net zo Ziet.' Dus het is niet meer zo: 'ik heb een voeder­ sterk als dat het zichzelf profileert en dan is het rantsoen, als mengvoederindustrie en welke wil niet belangrijk hoe ofwat . De productschappen Ie? Kies maar uit.' De vraag komt van de andere gaan intensief samenwerken, maar hoofdzake­ kant." lijk in de backoffice. Dat kan zijn in de vorm van arbeid, in de vorm van voedselveiligheid, in de üe ketenis dus omgeklaptof omgedraaid? vorm van Brussel, in de vorm van alle onder­ steunende diensten, dus juridisch, personeel, Meijer: "Ja, en dat betekent steeds minder vrij- facilitair." Meijer ziet het als een sterflat met "hjvend produceren, ofhe t nou gaat om uien of een gezamenlijke centrale huisvesting in 2011, vlees, dat geldt voor alle bedrijfstakken. Er wordt een sterflat waarbij in de kolom alles zit wat de steeds meer geproduceerd op contract en onder productschappen gezamenl'jk hebben. In die voorwaarden. Dit zal de overschotten beperken." sterflat zijn ook vleugels, waar de afzonderlijke productschappen zitten met hun eigen bestuur Maarals ondernemers moeitehebben om aanhet en met hun enige beleid en heffingsmechanisme. Pr°ductschapgeld afte dragen? De leden van de productschappen betalen geza­ menlijk het gemeenschappelijke maar de een wil Meijer: "De agrarische federatie heeft heel veel niet hebben dat zijn geld voor een ander product­ m°eite met verplicht heffen. Degenen die niet ge- schap gebruikt wordt. Men wil terugzien waar °rganiseerd zijn, kunnen zich organiseren, maar men voor betaald heeft." 2l) zijn wel verplicht om aan het productschap 'j te dragen. Wat we ermee willen bereiken is, Dat isterecht, want anders ondergravenjullie ookje dat niet een klein aantal mensen betalen en dat legitimiteit.Je moetlaten zien welk deelje voor het de rest profiteert. Het buitenland is er nog steeds collectieve besteedt... °ntzettend jaloers op dat wij een systeem hebben °m gezamenlijk op te treden, inherent aan de bij- Meijer: "Het moet ondersteunend, maar wij dr;a ge ook ten behoeve van het algemeen belang." moeten wel efficiënt en transparant te werk gaan. Dat kunnen we en daarom werken we in Ev,'en eendoorkijk naar detoekomst: watgaat er bin- de backoffice samen: juridische ondersteuning, ne» dePBO's gebeuren? Gaathet richtingeen plant- medebewind, daar betalen we ook nog voor tot Ua 2015. Dat kan allemaal samen, we hebben nu 4 rdigen een dierlijk schap? delegated bodies naast dienstregelingen. Dat kan ook alworde n samengevoegd. Dat doen we ook' Meijer: "Daar zijn wij wel een voorstander van 0ln te komen tot een plantaardig en een dierlijk al steeds meer, elkaar ondersteunen in het tucht­ pr°ductschap. Het Landbouwschap was alleen recht. En gezamenlijke juristen inzetten, met aar primaire sector, daar willen wij niet weer Brussel moeten we veel efficiënter omgaan. We hebben hier wekelijks een hele bus vol vanuit de Meijer: "Natuurlijk, we zijn veel te veel naar bin­ PBO en LNVnaa r Brussel toe op en neer, terwijl nen gekeerd geweest. Toen ik hier kwam, werk­ we er ook al permanent mensen hebben zitten. ten er 360 mensen waarvan een kleine 200 voor Moet je nou voor een uurtje naar Brussel toe of Brussel, voor het uitbetalen van subsidies en de kan een andere collega dat niet even meenemen? rest was beleidsmatig en ondersteunend. Die wa­ Wewille n het uiterste van landbouw en dus kun­ ren enorm naar binnen gekeerd. Iedere dag moet nen de productschappen in 2012 gezamenlijk in het productschap opnieuw haar meerwaarde één huisvesting met alles wat gemeenschappelijk aantonen als PBO boven individuele belangenbe­ kan. Waarom niet een gezamenlijk bureau cer­ hartiging, anders heeft het productschap een pro­ tificeren? Wij doen certificering met dieren, in bleem. PBO's die verdwijnen, zoals het product­ de akkerbouw zit een certificering, maar bij SK V schap aardappel, daar had men geen behoefte en kwaliteitsborging en certificering zou wat mij meer aan twee jaar terug. Het Productschap Wijn betreft een gezamenlijke technische groep gezet is er weer gekomen, je ziet nu alweer andere sec­ kunnen worden." toren. Bestaansrecht is niet automatisch ten allen tijde" Horen wij u nu zeggen dat bijdit soort dingen ook samenwerkingmet het ministerie kan wordenge­ En naast dielegitimiteit isook de kleur van hetka­ zocht? binetvaak van belang, omdat PvdAen CDAhebben van oudshermeer met PBO structurendan partijen Meijer: "Ja met certificering op termijn. Het alsD'66 ofeen PW ofeen Trots opNederland? ministerie wil steeds meer decentraliseren, wil steeds meer op afstand gaan staan. Laat het maar Meijer: "sommigen vinden verplichte heffing en aan de Productschappen over, die kunnen het net verplichte aansluiting niet meer van deze tijd en zo goed. Wij moeten niet alleen maar de over­ vinden dat een bedrijf het zelf allemaal wel kan heid gebruiken als boeman om degenen die fout doen. Anderen vinden nog steeds dat de PBO wel willen in onze samenlevhfg om die tot de orde te een goed instrument is voor snel handelen en roepen en zeker niet het bedrijfsleven. Ik vind dat snel dingen voor elkaar krijgen die voor de hele het bedrijfsleven net zo goed zijn eigen verant­ sector gelden en dat is nog steeds een groot goed woordelijkheid heeft en zijn eigen cowboys moet vinden ze." aanpakken en die ook bij wijze van spreken uit­ sluit. Wie achter de eigen sector staat, moet ook U schetste alveranderingen in deketen: toenemende zo sterk zijn om dat zelf te doen. Wij doen dat macht van hetgrootwinkelbedrijf, concentratie in de als productschap bijvoorbeeld al,bijvoorbeel d via toeleverende enverwerkende industrie,in de zuivel. het tuchtrecht waarbij wij eigen opsporingsamb­ Wat isnog de diendende functie van hetproduct­ tenaren hebben, die ook boetes uitdelen, die ook schap? veroordelen. Het afgelopen jaar hebben wij heel veel boetes uitgedeeld." Meijer: "De schaalvergroting maakt de aanwezig­ heid van een PBO op bepaalde fronten overbodig "Eenoverheid die zich steeds verder op of misschien wel een mindere, maar het is zeker niet zo dat schaalvergroting automatisch ertoe afstand plaatst. Daar liggen taken voor leidt dat daarmee de productschappen niet meer bijvoorbeeldde PBO." hun functie kunnen uitoefenen. Ook die grote in­ stellingen hebben behoefte om bepaalde dingen Blijft met hetsamenvoegen van deproductschappen te regelen. Als die inderdaad gezamenlijk gaan ookde herkenbaarheid naar buiten toe alseen be­ zeggen: 'wij kunnen het wel via contracten met langrijke entiteit voldoende overeind in uwperceptie? ondernemers'. Als het gaat om onderzoek, als het Denkt u dat demaatschappelijke legitimatievan de gaat om ketenbreed dingen af te dwingen, dan PBO's in diesituatie netzo sterk is? heeft het productschap misschien een probleem-

82 Deze discussie hebben we in het productschap ook hun ideeën en hun visie, dus betrek ze erbij. heel uitgebreid gehad. We zijn met bepaalde din­ In onze code van bestuur staat dat NGO's de gen bezig binnen bepaalde schakels en dan is de kans krijgen omdat we alles transparant willen discussie: 'doen we dat via verordening via het doen: qua vergaderen, qua onderwerpen die we Productschap? Neem de bakkers bijvoorbeeld. Als gaan behandelen en het openbaar publiceren. Productschap zijn we heel intensief bezig om alle Als NGO's daarop in willen spreken krijgen ze grondstoffen in een databank te zetten, waarbij daarvoor de gelegenheid, voor de vergadering om debakke r in de winkel verplicht zijn etiket moet desnoods het woord te voeren, cq. om stukken •naken waarop exact staat welke grondstoffen hij in te brengen die geagendeerd moeten worden. bij een krentenbol bestelt. En als hij een keer een Daarmee geven we ze de gelegenheid om ook worstenbroodje verkoopt, dat dan bekend is wat hun stempel, en dat gaat de komende tijd enorm voorvlee s er in zit. Daar hebben we nu een data­ spelen, te zetten, en of dat natuur en milieu is, of bank van gemaakt, waar duizenden grondstoffen dat het juridisch is,he t geeft ze de gelegenheid met een en dezelfde normenstructuur in zitten. om mee te praten." Hoeko m je nou zover dat iedereen die database vult? Zouden we via een verordening niet alleen Vroegerwendden deNGO's zich totde primaire geldkunne n inzamelen? Kunnen we er ook voor agrarische sector. Maar nu zieje ook dat menhet Zorgen dat iedereen aan de wettelijke eisen kan soms speelt viade detailhandel, ofverwerkende indu­ voldoen? Het initiatiefis er gekomen. Daarnaast strie, debiggencastratie isnatuurlijk eenmooi voor­ betekent het dat we ook nog eens een keer risi­ beeld, waarbij men zich niet meerricht tot de overhe­ cos va n grondstoffen in kaart gaan brengen. Een denof tot de sector zelf maar eigenlijk buitenom gaat. v°lgende stap is dat wij nog verdergaan, bijvoor­ Proberenjullie daarook opin te spelen? Zegtu, ditis beeldd e consumentenbehoefte om in te gaan op mijn antwoord alsje ze vooren tijdens vergaderingen derlei vormen van allergieën." ruimte biedt, dan komenze ooknaar ons toe?

Wanneerdit aan deindustrie wordt overgelaten, dan Meijer: "En de sector zelf die alleen maar met Seoeurt het nietof op een ander manier? de rug tegen de muur staat, moet doen wat de NGO's zeggen? 18jaa r ben ik VROM-inspecteur Meijer: "Nee,da n zijn er altijd weer bedrijven die geweest in de provincie Noord-Brabant. Die1 8 2ich terugtrekken. Via de PBO, zeggen de bedrij- jaar hebben wij 16 jaar in de clinch gelegen met Ven, lukt het toch om het gezamenlijk allemaal provinciale natuurbeschermingsorganisaties. Bij v°°r elkaar te krijgen, cq. af te dwingen. Als PBO iedere aanvraag gingen de bewaren en beroepen hebben wij verordend recht, maar de legitimatie als broodjes de deur uit, zowel bij ons als bij de komtvanui t de vermaatschappelijking van de ke­ federaties, en wat heeft het uiteindelijk opgele­ en ofva n de sector, hoe lastig en vervelend ook." verd? Geen bal,wan t er is niks veranderd. Tot op het moment dat er eindelijk eens een keer werd e trendvan dievermaatschappelijking zou die ook gezegd: laten we eens samen aan tafel gaan zit­ niet op enigerlei wijze in destructuur van dePBO's ten. Dus men mag van mij zeker komen, bij alle 4u itdrukking moetenkomen? Hoeziet u dat? vier de productschappen waar ikvoorzitte r van W°etuw PBO bijvoorbeeldgaan samenwerken met ben, geven wij een volledige transparantie, alleen ** Partijvoor de Dieren? ze maken geen deel uit van het bestuur."

Meijer "Nee, nee, dan kom je dus weer bij de Maken ze erook gebruik van momenteel?Of nauwe­ GO's etc. Inspraak is te organiseren, bijvoor- lijks? eeldvi a vakbonden. Met vakbonden hebben ^j nooit problemen gehad. Zij zijn betrokken Meijer: "Nee. Maar ik ga ze er wel actief bij be­ *** een commissie, niet in het bestuur. Zij verte- trekken. Dan moet ikwe l mijn eigen bestuurders Senwoordigen een bepaalde doelgroep, hebben vooraf overtuigen. Het castreren van de biggen is het mooiste voorbeeld, waarvan men dondersgoed Wat isuw visie opFoodvalley ende toekomst daar­ wist dat dit probleem weer een keer boven water van? Wat isuw visie opde belangenbehartiging zou komen. Men heeft het voor zich uitgescho­ in deprimaire sector? Heefiu een idee overhoe de ven. Totdat de maatschappelijke discussie zo hoog toekomstvan debelangenbehartiging in deprimaire opliep, en men niet meer de kans kreeg zelfs, dan sectorzich gaat ontwikkelen? sta je met de rug tegen de muur. Bij Foodvalley, zie je exact hetzelfde in de pluimveehouderij met Meijer: "Wehebbe n de afgelopen 20 tot 30 jaar betrekking tot het vernietigen van kuikens, omdat ontzettend veel geld gepompt in regio's van Ne­ ze toevallig een haantje zijn. Dan ben ik ander­ derland waar het niet goed liep om die weer op halfjaar verder. Mensen er komt een discussie. gang te krijgen. Daarmee hebben we vergeten de Wij gaan bewust eieren laten bevruchten en laten regio's die potentie hadden om die verder uit te uitbroeden in een broedmachine, en vervolgens gaan bouwen. Van Gennep heeft gezegd: 'ik ga als het geslacht ons niet aanstaat draaien we het beginnen met die regio's die potentie hebben om de nek om en vershredderen we het. Het is nog die sterker uit bouwen.' Ik was daar enorm blij een beetje voer voor iets, maar in principe, dat zal mee, want Nederland is zo klein, en nu je zie je niet meer geaccepteerd worden. Laten we alsje­ dat een Agriport A7, een Foodvalley, Greenports, blieft niet wachten totdat dezelfde discussie in de allerlei initiatieven wat wij niet als concurrentie samenleving gaat plaatsvinden, maar laten we het van Foodvalley zien, maar alleen maar als toege­ initiatief nemen. We hebben op dit moment een voegde waarde zien. Het zijn allemaal initiatieven onderzoek lopen, en we hopen er over een goed die het waar kunnen maken. Als ik over 10 jaar jaar mee klaar te zijn, dat we via een hele snelle in de wereld het woord Foodvalley hoor vallen, methode na twee dagen in de broedmachine, al dan zou ik automatisch aan Nederland moeten kunnen gaan bepalen of het een mannelijk of een denken. Dat daar de kennis is op het gebied van vrouwelijk vruchtje is, zodanig dat als het manne­ voeding en gezondheid. En tevens de primaire lijk is, dat het een andere bestemming kan gaan belangenbehartiging waar jullie het over hadden. krijgen in de industriële verwerking, zodat het Dan haal ik daar toch de voorbeelden aan van het nog volledig veilig is, cq. dat het ei niet hoeft uit te ZLTO model, want in dat ketenverhaal daar zijn worden gebroed. Daar moet je niet mee wachten. we sterk in. Daar zit toegevoegde waarde, produ­ Nederland loopt daarmee voorop.Wi j produceren ceren voor de vraag. Jaap Haanstra, akkerbouwer ontzettend veel kuikens per dag. Wij exporteren en belangrijk bestuurslid bij mij, die zegt: 'als ze over de hele wereld. Op Schiphol worden dage­ boer vind ik het prachtig om een hectare graan lijks kuikens geëxporteerd. Vliegtuigen vol, maar te verbouwen, want op het moment dat ik die ga we zijn ook inderdaad het land dat de meeste oogsten dan kan ik met dat graan 25 gezinnen kennis heeft, we doen ons onderzoek samen met een heel jaar van brood voorzien. En als ik bieten Leuven en Wageningen UR en met een aantal produceer, daar komt zoveel kilo suiker vanaf. partijen uit het bedrijfsleven. Dat is mijn drive geweest om boer te worden.' Nu hebben we een andere situatie, waarin ik onder­ Qua innovaties lopen wij nog steeds voorop. nemer ben met dezelfde akkerbouw. Nu moet ik Straks is er het handelsbastion. Het grote voordeel kiezen: graan voor voedsel ofvoo r fuel? Nu ben van Nederland is dat de teelt, de verwerking en de ik ondernemer, dus de hoogste bieder krijgt het. retail en de samenleving zijn geconcentreerd in Zo moet ik boeren op dit moment. Dat is anders West-Europa, met een hoog welvaartspeil en die geworden dan tien jaar geleden. Het zijn nu on­ wil betalen voor het product. Dan zijn alle ingredi­ dernemers. En gelukkig worden de bedrijven in ënten aanwezig om voorop te lopen in de wereld. de akkerbouw steeds groter. Als in Groningen Dat kunnen we vasthouden. Nederland is nog een bedrijf van een collega vrijkomt van 100 hec­ steeds een heel interessant investeringsklimaat." tare dan zijn het niet meer natuurbeschermings­ organisaties die als eerste op de stoep staan. Nee de buurman die zegt, als ikva n 100 naar 200

84 kan, kan ik meer gaan mechaniseren en wordt of niet past. Een streekproduct is een product dat het voor mij interessanter om op contract te gaan op een bepaalde manier tot stand is gekomen, is telen. Bavaria heeft niet voor niks 600 akkerbou­ geteeld, of is bereid en aan de man is gebracht. wers met brouwgerst. Voordat een boer begint Daar zit een bepaalde kwaliteit en emotie en Wetinzaaien , weet hij dat hij straks minimaal de gevoel bij. Een Limburgse wijn, streekwijn, kan kostprijs eruit heeft. Wehebbe n het in Nederland best in Friesland bij een streekboer verkocht altijd gezocht in kostprijs verlagen. Daar moeten worden. Het gaat over het product. Niet alleen we van afstappen. We moeten naar kwaliteitsver­ dat het uit die streek komt en dat men het daar betering. Niet meer volume maken. We hoeven kan kopen. Nee, het is op een bepaalde manier er niet meer per hectare vanaf te halen. Kwaliteit bereid en er is een bepaalde emotie ingelegd, het kan ook liggen in het beloningssysteem met be­ is geen bulk en dus mag er wat voor betaald wor­ dekking tot groene diensten, dat is ook kwaliteit, den. Dewitt e wijn in de business-class van KLM zoals streekproducten." komt uit Zeeland. 8000 flesjes levert die man. Er is nu ook al een winkel voor streekproducten op Is de organisatie in desfeer van belangenbehartiging Schiphol. Bij Foodvalley hebben wij geprobeerd °ijFoodvalley, het nieuwe landbouwmodel? isdat in om meer vraaggestuurd onderzoek te doen en uw perceptie ookhet modelwaarlangs een aantal lij- minder zoals het geregeld was aanbodsgestuurd. nen in desector in deketen, maar ookin de onderlin­ Maar Foodvalley heeft ook een functie om het be­ ge interacties met dekennisinstituten in de toekomst drijfsleven met hun R&D's met elkaar in contact gewerkt moetworden? te brengen, om bij elkaar in de keuken te kijken, te netwerken en gezamenlijk dingen op te gaan Meijer: "Als ik agrarisch ondernemer ben en ik pakken waar behoefte aan is. Met alle moderne sluit contracten af, ga ikverplichtinge n aan met mogelijkheden van ICTlegge n we contacten op andere schakels verder in de keten. Dan komt afstand. Het leidt tot een netwerk, een groep via toch de primaire belangenbehartiging steeds societies, 87 leden, bedrijven, zijn lid van Food­ binder in beeld en op de tocht te staan? valley. Ze betalen ervoor, en komen maar eens in Onderzoek, dat financieren we zelf in de keten de maand bij elkaar. Ze gaan bij elkaar op werk­ kngzamerhand. Dat OVO-drieluik is er niet bezoek, om bij elkaar te kijken. Wat wij proberen •tteer. Het gaat inderdaad steeds meer een markt met Foodvalley is om een massa te kweken rond­ w°rden waar voor de vraag geproduceerd gaat om die universiteit. In Nederland massa kweken w°rden. En waar zekerheden steeds belangrijker met betrekking tot kennis op het gebied van borden en afhankelijkheid van elkaar. Maar ook voeding en gezondheid in de breedste zin van het ^et een regionale connotatie." woord en daar wil ik ook alle schakels bij betrek­ ken dus niet alleen maar de bulkverwerkende Dflt isin feite ookmet Greenports, met Foodvalley, industrie zoals de Friesland Foods en Struijks en Dairy Valley, dieregionale connotatie van dit soort de HAK, ook de primaire sectoren, zoals die kui­ Cornplexen...Hoeveelruimte isdaarvoor? Wantje kens. Dat kan ook zijn op het gebied van nieuwe Zlet ook, datze alspaddenstoelen uit degrond schie- paprika's, bijvoorbeeld. *n en opverschillende plaatsen zouden ontstaan,net Wehebbe n nu als Foodvalley een masterplan. zoals devele kaasmakerijenop een vierkante kilome- Hierin hebben we tot 2020 onze ambities neer­ r> hebben ze dan nogbestaansrecht? gelegd: wat willen wij nu met Foodvalley? Het hoort bij Nederland en daar kunnen alle initia­ Meijer; "Als binnen een gemeente drie boeren tieven onder vallen met hun eigen kenmerken een boerencamping hebben, dan moeten er zoals die plaatsvinden. Om internationaal aan de 8eenvij f bij komen, want dan hebben de eerste weg te timmeren moeten we interesse hebben* drie ook geen brood. En als er twee winkels met in bedrijven die zich in Europa willen vestigen, Streekproducten zijn, dan is dat genoeg. Je zult met name Japanse bedrijven. Kikoban, een soja Inderdaad heel duidelijk moeten kijken wat wel producent, die heeft een fabriek in Groningen. Die produceren daar de traditionele soja zoals die overheden ook. En destijds heeft LNVdaa r vier in Japan wordt gemaakt. De Europese consument miljoen voor gereserveerd. Wij hadden ook vier is een hele andere. Ze hebben gekozen voor Ne­ miljoen vanuit het bedrijfsleven, maar dat is derland, Foodvalley om hier te komen. Ze zitten niet automatisch dat die vier miljoen opgemaakt met vier man hier om de komende jaren in alle wordt. Per project moet worden aangegeven hoe­ landen van Europa te gaan bekijken welke soja veel geld er nodig is. de consument wil hebben. Ze willen binnen tien jaar dat er op iedere keukentafel bij de Neder­ "Dedrive moet uit het bedrijfsleven zelf landse gezinnen naast peper en zout soja staat. Zo hebben we ook een visvijverbedrijf . Die komt komen en niet vanuit de overheid." hier naartoe, omdat wij een aantal multinationals ook aan ons gebonden hebben: Unilever, DSM, Wij hebben het bedrijfsleven met de keten aan Nestlé, Numico Danone. Die staan voor de keuze: tafel zitten: Agrifirm, CZAV, die bepalen in de gaan we Numico Danone naar Parijs brengen of stuurgroep voor welk project we goedkeuring ge­ blijven ze hier ofkom t er zelfs een deel van Da- ven en hoeveel budget daar voor nodig is." none hier naartoe? Nutreco zit over de hele we­ reld. Toch zeggen die, laten we als Nederland ons Wij hebben voorde toekomst vier scenario's uitge­ sterk maken dat de kennis die we hier hebben, werktwaarlangs ookde ontwikkelingen in de land­ bundelen. Maar dan moet de universiteit keuzes bouwsectoren daarmee in de belangenbehartiging maken: waar gaan we voor, sluit allianties met en het kennissysteem zich kunnen voltrekken. We andere universiteiten in Europa waar die goed in onderscheiden eensturingsas met tweepolen: een zijn. Met ons masterplan proberen wij bedrijven waarde overheid meeraan zet isen een waar de uit te dagen om nog meer aan innovatie te gaan markt ofmaatschappelijke organisaties aan zet zijn. doen. Buitenlandse bedrijven laten we voor 50% Deandere asricht zich opinternationalisering en de keuze bepalen door het werk wat de man gaat regionalisering. Zijn dit volgens u deassen waarop de doen: de wetenschapper, ae onderzoeker, en de scenario'szich zullen gaan begeven? Enwat betekent andere 50%word t bepaald door de sociale om­ dit nu voor bijvoorbeeld debelangenbehartiging en standigheden. Kan ik mijn gezin meenemen? het kennissysteem? Heb ik adequate huisvesting? Een twee-onder­ een-kap? Een internationale school? Kunnen Meijer: "We ontkomen er niet aan dat Brussel mijn kinderen sporten? Is er theater? Daar heb­ steeds meer de toon zal gaan zetten voor wat we ben wij geen middelen voor. Dan zijn overheden wel of niet doen. De WD komt nu dat het weer aan zet. En dus ontstaan er steeds meer PPS- terug moet naar het nationale niveau. Dat zou constructies. Dat is ook helemaal niet erg. Dat is weer een machtsverstoring zijn en dan kan het heel goed." landbouwbeleid wel worden afgeschaft, dan gaan we elkaar weer beconcurreren binnen Europa. Dan krijgje nogmeer sturing vanpublieke middelen Dat willen we nou net niet. Losva n de regionali­ vanuit het bedrijfsleven? sering en bijbehorende markt, zijn er twee inte­ ressante dingen om op in te zetten. Bulk produ­ Meijer: "KODA is kennis over de akker. Wij ceren is niet de oplossing. Als wij 10jaa r geleden hebben nu vier jaar achter de rug. We gaan het aan deze tafel hadden gezeten, en we hadden ge­ volgend jaar afronden. In KODA zit het bedrijfs­ zegd waar staan we in 2008 met de Nederlandse leven aan tafel. Zij brengen geld in voor onder­ akkerbouw, dan hadden we gezegd: die is er niet zoek. We hebben heel veel onderzoek gedaan en meer. Want het wordt allemaal zo grootschalig zij kunnen met het geld dat zij zelf inbrengen in Europa en wij zijn veel te kleinschalig. De in­ miles sparen en de overheid zet dezelfde bijdrage tensieve veehouderij die heeft de toekomst. Dat er tegenaan als zij inleggen aan miles. Eerst als iswaa r we goed in zijn. We zijn in 2008 en wat bedrijfsleven de nek uitsteken, dan betalen de zien we? De meest stabiele inkomens zijn de laat'

86 ste jaren in de akkerbouw geweest, die zijn het wordt toch steeds meer uniform. Dat is vloeken minst aan schommelingen onderhevig geweest. in de kerk op dit moment. Mijn eigen bestuur Eri s geen consument die zegt dat akkerbouw in zegt: 'hou alsjeblieft op voorzitter'. Nederland geen waardevolle tak is en niet moet Het meeste wordt aangevoerd via het water. Maar olijven. De discussie rond het eten van vlees, het onze waterwegen zijn te kort. Dan moet je met de houden van dieren is zo enorm toegenomen dat overheid afspreken dat zij de Zuid Willemvaart ik me afvraag waar we over tien jaar over praten." dieper en breder maken, want dan wordt het pas rendabel. Als ik met 50.000 ton over het water Isde landbouw nietvaak desluitpost in deruim­ heen kan en niet, zoals nu tot 10.000, dus moet telijke ordening? Heefidat niet met name voorde alles per as. Nu vanaf Rotterdam: stel je voor dat grondgebonden landbouw, zoals de akkerbouwen de je dat zou doen, wat houd je dan tegen om op de veeteelt, consequenties? Watgaat deakkerbouw be­ Maasvlakte die twee fabrieken neer te zetten en tekenen alshet gaat om deruimtelijke ordening, wat om er maar gelijk varkensflats naast te zetten? verwacht u daar? Envervolgen s zetten we de slachterijen er neer, want het vlees moet toch weer geëxporteerd wor­ Meijer: "Met onze huidige akkerbouw en de dif­ den en er weer eruit. Het is natuurlijk een heel ferentiatie die we daarin hebben, gaan we steeds onhebbelijk en landbouw onvriendelijk scenario, meer toe naar een gevarieerd landschap. Op maar voor de ruimtelijke invulling is het heel groene diensten wordt flink ingezet. Een akker- realistisch. Als het gaat om duurzaamheid en bouwbedrijf heeft vaak een gevarieerd bouwplan. zuiniger en schoner en we hebben horizontale Met groene of blauwe diensten produceer je meer windmolens: als we die nu eens op alle locaties °nder voorwaarden vastgelegd in een contract, in Nederland op de fabrieken zouden zetten... in opdracht van, waarbij akkerbouwers niet meer Waarom kunnen we het wagenpark van de hele zelf bepalen hoe ofwat . Maar dan wordt devari ­ mengvoederindustrie niet onmiddellijk metfil­ atie steeds groter. Als voorzitter van het product­ ters uitrusten? schap diervoer heb ik aangegeven hoe wij kun- De minister van Landbouw heeft de uitspraak nen bijdragen aan schoon en zuinig: co2-reductie gedaan dat wij op termijn in Europa al onze met 30%, 20% energiebesparing. We produceren grondstoffen voor de veevoederindustrie moe­ mio p 80 locaties in Nederland mengvoer. Die 80 ten produceren en dan zoeken naar een balans locaties zijn meestal gelegen op niet de meeste in de mineralen. Stel dat wij in Europa een soja Prettige locaties in de bebouwde kom of aan de ras zouden hebben dat in Europa wil groeien. rand van de bebouwde kom. Met alle overlast Wehebbe n een globale berekening gemaakt, naar de omgeving toe, die nog wel 20 jaar gele­ een footprint. Ik haal een schip uit Brazilië met den werd geaccepteerd, want toen hadden veel 30.000 ton soja hier naar toe ervan uitgaande dat meer mensen binding, die leefden bij de gratie het verbouwd is op bestaande landbouwgrond Van de agrarische productie. De burger wordt en ontbossing even terzijde gelaten. Dan ga ik steeds kritischer op geluidsoverlast en hinder voor hetzelfde geld op dit moment als ik een ras eri stank. Die locaties zijn veel geld waard voor zou hebben in Frankrijk, 30.000 ton soja telen w°ningbouw. De samenstelling van het voer gaat en die moet ook hiernaartoe komen. Frankrijk steeds meer uniform worden, vanwege de eisen heeft geen binnenwateren. Alles moet dus per le steeds meer van bovenaf worden opgelegd as worden vervoerd, 30.000 ton naar Nederland Vanuit de keten. De meeste grondstoffen worden transporteren. We hebben uitgerekend, dat een ^a Rotterdam aangevoerd. Als je nou in 2025 schip qua duurzaamheid er veel beter uitkomt, ^jkt is het dan denkbaar dat we in Rotterdam ondanks dat het uit Brazilië komt. Teelt en ver­ "^ee grote fabrieken hebben waar we mengvoer voer binnen Europa is dus niet altijd duurzamer. Produceren? Dan kan iedere fabriek zijn eigen Dat soort dingen zullen we als Productschap veel ak eronder hangen met zijn eigen logo erop, meer in kaart gaan brengen de komende tijd." Want dat wil die plant graag zien. Maar het voer Wekunnen onsvoorstellen datze nogwel eens moe in en kunnen wij qua kennis er ontzettend veel van u worden,het istoch een conservatieve sector? doen omdat we alle schakels in huis hebben. In Zijn erbepaalde institutionelemechanismen waar­ Amerika loopt het alterug , die gaan echt voor de doorvernieuwing niet tot stand komt ofzaken tegen­ bulk. De nieuwe landen, laat die maar gaan. Wij houdt? moeten niet met kip proberen om met Brazilië te concurreren. Ik denk dat wij heel veel kunnen en Meijer: "Pacht is een instrument dat niet meer mogelijkheden hebben, en draagvlak ook hebben van deze tijd is,al s het gaat over rechten. Sub­ in de samenleving. Dat is wel eens anders ge­ sidies worden afgebouwd en alleen dat wordt weest. Gelukkig heeft de landbouw met iemand ondersteund dat moet. Ook in Nederland kunnen als oud-minister Veerman toch de landbouw weer wij produceren voor de markt. De ondersteuning erkenning gegeven die ze hard nodig hadden. in de zuivel heeft dat aangetoond, de stijging van Het enige waar ik mij zorgen over maak is dat het graanprijzen ook. Dewereldlandbou w en daar­ onderwijs onvoldoende inspeelt op de toekomst. mee de agrarische producten worden voor steeds Het onderwijs is een aansluiting om mensen op meer financiers hele interessante objecten. Tot te leiden die met name in de verwerkende indu­ voor kort was het alleen maar dat de landbouw strie straks de gewenste vernieuwingen kunnen investeerde in de landbouw. Nu melden ook grote realiseren. investeerders zich, los van de crisis die er nu is uiteraard. De landbouw gaat weer een volwaardi­ "Het enige waar ik mij zorgen over ger bestaan krijgen." maak isdat het onderwijs onvoldoende inspeelt op de toekomst." "Delandbouw gaat in de toekomst weer

een volwaardiger bestaan krijgen." Kijk naar het middelbaar onderwijs, en hoger onderwijs, agrarisch onderwijs, het is nog steeds Het kan tochook betekenen dat alsde keten nog ver­ opleiden voor ondernemers, boeren. Maar de derwordt verlengd endus ookde hedge-fondsen gaan procestechnologie dat is wat de verwerkende investeren in diehele keten,dat daarmeede land­ industrie nodig heeft. De groenteverwerkers kun­ bouwook afhankelijker een daarmee gevoeliger wordt nen niks met de schoolverlaters. Zij moeten zeal ­ voorde uitwassen van demarktwerking? lemaal zelf opleiden, waarom gaat het onderwijs niet snel overschakelen want we zitten in een Meijer benadrukt toch liever de kansen. Meijer: schakel in die keten samen." "Cargill vindt het zonde om de graankorrel voor de voeding te gebruiken, omdat het kan worden Welke institutieszijn voorde toekomst wenselijk? verwaard in andere producten, in nieuwe pro­ ducten in chemische producten. Die korrel wordt Meijer: "Ik ben voor het behoud van het ministe­ daarmee tien keer meer waard dan dat die voor rie van Landbouw maar, dan zul je ook eens een voeding wordt gebruikt. Maar,wi l je dat? Dat is keer het Ministerie van Agri-business moeten een hele discussie. En levert dat soort ontwik­ aanmeten. De discussie is iedere keer weer het kelingen een negatief effect op voor de armoede­ wel of niet voortbestaan, bij ieder kabinet, van het bestrijding? Volgens mij komt dat geld nu ook Ministerie van Landbouw. Die discussie hebben niet bij de Afrikaanse boer. Voor Nederland met ze aan zichzelf te wijten. Toen het innovatieplat­ betrekking tot dat soort ontwikkelingen, kunnen form vanuit het kabinet in het leven werd geroe­ we voorop lopen ten aanzien van tweede en derde pen, heeft het heel lang geduurd voordat food en generatie technieken om met onze landbouw­ flowers eronder vielen. producten nog veel meer te doen, juist vanuit die relatieve kleinschaligheid ten opzichte van de rest van de wereld, staan we er wel met heldere ogen

88 "De discussie over het al dan niet voortbestaan van het Ministerie van LNV heeft het ministerie aan zichzelf te wijten. LNV heeft in de keten de boot gemist."

In eerste instantie was het helemaal niet de be­ doeling, want men zag daar helemaal geen heil in. Op het moment dat het wel gebeurde, heeft landbouw de grote fout gemaakt om het domein niet naar zich toe te trekken. Nu heeft EZ het. Alle mensen uit het bedrijfsleven uit Foodvalley gaan naar EZ en niet naar LNV.LN Vkijk t alleen naar de primaire sectoren en naar het platteland, maar in die keten heeft LNVd e boot gemist. LNV vraagt erom om door EZ overruled te worden, want de bulkverwerkende industrie die zitten alleen maar met alle subsidie bij EZ. Richting 2020 zullen er steeds meer samenwerkingsver­ banden komen, als contractpartners. De tijd van aparte kolommen en domeinen komt definitief achter ons te liggen. Het ketendenken zal nog dominanter worden." DeNederlandse agrosectorscoort internationaalgoed qua export.Zeker als detoeleverende en verwerkende industriewordt meegerekend. Kunt uaangeven waarom Nederland zo'n uniekepositie heefl alsu 10 hetvergelijkt met bijvoorbeeld andere West-Europese Interview met landen? Joustra: "De Nederlandse landbouw heeft een sterke positie ondanks een aantal nadelen. Een Tjibbe Joustra nadeel is bijvoorbeeld een gebrek aan ruimte, wat zich vertaalt in heel dure grond, wat daarmee dus DoorMarcel Pleijte een kostprijsfactor van betekenis is. Nederland is dicht bevolkt, waardoor de Nederlandse land­ Den Haag, 22 september 2008 bouw al snel te maken krijgt met andere belan­ gen die spelen. In Nederland dient de lanubouw Mr.T.H.J . (Tjibbe Herman Jan) Joustra (1951) studeerde Ne­ meer rekening te houden met de omgeving voor derlands Recht aan de Universiteit van Groningen. milieu, natuur, landschap, water en recreatie Nazij n afstuderen startte hij zijn loopbaan op het Ministerie bijvoorbeeld, dan in andere landen. Nederland is van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (heet nu een klein land en voor tal van agrarische produc­ Voedselkwaliteit) als medewerker bij de juridische afdeling. ten is ruimte nodig." Ondanks deze nadelen is Na een aantal jaar werd hij directeur Juridische en de export al jaren zeer substantieel en dat komt Bedrijfsorganisatorische Zaken, tevens plaatsvervangend volgens Joustra vooral door het innoverend ver­ secretaris-generaal. In 1987wer d hij benoemd tot mogen van de Nederlandse landbouw en toeleve­ secretaris-generaal, een functie die hij tot eind 2001 bekleed­ rende en verwerkende industrie. Joustra: "Neder­ de. Daarna werd hij voorzitter van de Raad van Bestuur van land is geen land voor buikproductie, maar voor het UWV. Sinds april 2004 was hij als Nationaal specialiteiten. Wanneer de EU uitbreidde was Coördinator Terrorismebestrijding verantwoordelijk voor de de reactie vanuit de landbouwsector steeds dat coördinatie van terrorismebestrijding in Nederland. Tjibbe het voor de Nederlandse landbouw heel moeilijk Joustra is verder onder meer lid van de Raad van Toezicht zou worden, omdat die toetredende landen in de van het Staatsbosbeheer, bestuurslid van het Groenfonds en EU over veel betere, meer natuurlijke, produc­ commissaris bij het ROI. Per 1 januari 2009 is hij tieomstandigheden zouden beschikken. Maar na werkzaam bij het Produkschap Tuinbouw. de uitbreidingen van de EU bleek dat het zeker in eerste instantie tot een behoorlijke vergroting van de Nederlandse afzet leidde. Ondanks betere, meer natuurlijke productieomstandigheden in andere landen, kon de Nederlandse tuinbouw door technologie en innovatie met betere produc­ ten komen."

Vindt devernieuwing vooral in deprimaire sector zelfplaats ofveel meerin deandere ketenschakels van detoeleverende enverwerkende industrie?

Joustra: "De afgelopen jaren komen ketens ei­ genlijk steeds meer op,waarbi j het om de meer­ waarde van een totale keten gaat. Onderzoek was vroeger alleen op de primaire sector gericht met als uiteindelijk doel productieverhoging. Sinds de

91 zelfvoorzieningsgraad op alle punten bereikt was, en naar het noorden van Scandinavië ging. Toen kwam er een omslagpunt in het onderzoek naar is er wel over gesproken: 'stel dat die wolk in een heel andere vormen van onderzoek, gericht op hoog productief gebied was neergekomen. Wat het bewaren en het verder verwerken van produc­ betekent dat nou eigenlijk?' Maar dat is in mijn ten. Ook productieomstandigheden gericht op herinnering de laatste keer geweest dat daarover gewasbeschermingsbeleid en diergeneesmidde- is gesproken. Er kan toch iets gebeuren, en dat lenbeleid gaan door de hele keten heen. Wat dat brengt ons dan in een hele andere constellatie. betreft is het onderzoek de laatste decennia veel Ik denk in zijn algemeenheid overigens dat die integraler geworden." aanbodskant voor Nederland maar zeer beperkt van belang is,wan t Nederland is geen buikprodu­ Verwacht u dat ditzich zal doorzetten? cent. Afgevraagd kan worden of de productie van gewassen voor energie gewenst is en in hoeverre Joustra denkt het wel: "Een omslag in het land­ in Nederland de omstandigheden daar geschikt bouwbeleid van de afgelopen paar jaren die niet voor zijn, omdat hiervoor hele grote oppervlak­ meer verwacht werd, was dat er schaarste aan ten nodig zijn." Joustra denkt dat dit grotendeels producten zou ontstaan. Die schaarste is voor een elders in de wereld zal gebeuren, met alle span­ deel kunstmatig veroorzaakt door het energie­ ningsvelden die dat elders zal geven in relatie beleid, maar voor een deel ook veroorzaakt door met natuurlijke omstandigheden: "Want als het andere factoren zoals het toenemen van de koop­ energiethema inderdaad voortzet, is het maar de kracht in Azië. De omvang van de landbouwpro­ vraag hoe zich dat gaat verhouden met ontbos­ ductie heeft grote relevantie. Daar hebben dan sing etc." ook wel conjuncturele prijsschommelingen aan bijgedragen. De melkprijzen die opeens omhoog In hoeverre denkt u dat despecifieke Nederlandse in­ gingen en nu weer meer gedaald zijn. Het produ­ stitutiesook aan hetsucces van deNederlandse agro- cerend vermogen van de landbouw en van grond, sector hebben bijgedragen? Bijvoorbeeld de coöpera• is weer een factor die niet uitgespeeld is. In die ties,maar ookde PBO structuur? HetLandbouw­ zin ontstaat opeens een weer wat andere discus­ schapis ter ziele, maar deproductschappen bestaan sie. West-Europa, is nog altijd Nederlands belang­ nogsteeds. Binnen LTONederland verschillen de rijkste afzetgebied. De trend dat consumenten regionale organisaties enorm:bijvoorbeeld eenZLTO meer over producten en productieprocessen met een VION, iseen hele anderefinanciële partner willen weten, gaat gewoon door. Het begon in de dan bijvoorbeeld LTONoord. Erzijn bewegingen zeventiger jaren met het scharrelei. Dat werd des­ gaande bijde coöperaties, een verdere opschaling. Ten tijds met veel cynisme door de sectoren begroet." aanzien van deproductschappen heeftLTO Neder­ land in de zomer van 2008 aangegeven wat volgens Na deTweede Wereldoorloglag de nadruk op voed­ LTONederland detaken van deproductschappen selproductie. Met dedierziekten in dejaren negen­ zouden moetenzijn. Gaatniet ergveel energie zitten tiggingen ergeluiden op of Nederland niet ineen in institutionele herschikkingen? bepaalde matezelfvoorzienend moestkunnen zijn vanwege eenmogelijk import-of exportverbod. Hoe Joustra: "In de laatste helft van de 90'er jaren verhoudendergelijke geluiden zich toteen andere was te zien dat instituties ook blijken te kunnen trend, namelijkglobalisering? verdwijnen. Er zijn toen in korte tijd allerlei in­ stituties verdwenen wat niemand voor mogelijk Joustra: "We hebben ons lang niet meer gereali­ had gehouden: het Landbouwschap, het Centraal seerd dat er problemen kunnen ontstaan aan de Bureau Tuinbouw, sommige coöperaties. Institu­ aanbodskant. De laatste keer dat wij over het aan­ ties passen dus in een tijdsbeeld en als ze er niet bod en ook over de zelfvoorziening en dergelijke meer in passen, kunnen ze heel snel verdwijnen- spraken, dat was eigenlijk gedurende de Tsjerno- Institutionele discussies zijn heel interessant byl ramp: die wolk die in Wit-Rusland neersloeg maar leiden toch een beetje afva n de inhoud.

92 Waar het qua inhoud mijns inziens veel meer om Joustra: "De koppeling met de praktijk, met voor­ gaat is dat Nederland -e n welke institutie daar lichting en onderwijs, was zeer belangrijk. Nog­ nu werk voor verricht heeft laat ik in het midden maals, op een gegeven moment had het OVO- -toc h een systeem en verbinding heeft weten op drieluik zijn tijd wel gehad. In mijn landbouwtijd te zetten tussen de praktijkbehoefte en vormen heb ik het vaak aan buitenlandse delegaties van collectiviteit en dan is onderzoek één van de uitgelegd. Zij waren altijd zeer enthousiast over meest in het oog springende dingen, waar de Ne­ de hele systematiek, omdat het op zich een bui­ derlandse landbouw buitengewoon veel aan heeft tengewoon waardevol geheel is geweest. Op een gehad." Volgens Joustra is het belangrijker om gegeven moment is bijstelling nodig, dat is een dit systeem en die koppeling in stand te houden gegeven. Vanuit LNVvoerde n wij discussies of dan taken en doelen af te bakenen van instituties. we niet wat breder wilden gaan. Maar de partijen Wanneer Joustra het landbouwonderzoek bijvoor­ die betaalden, die heel scherp segmenten wilden beeld vergelijkt met andere beleidsvelden als de afbakenen, voelden daar niet veel voor. Dat zijn sociale zekerheid ofveiligheid , dan is hij heel erg dus discussies die gevoerd moeten worden. De blij met het systeem zoals bij de landbouw. systematiek van het oude landbouwstelsel is voor de ontwikkeling absoluut doorslaggevend ge­ "Wanneer het onderzoek hij landbouw weest en is daarmee iets wat we naar de toekomst toe ook met grote zorgvuldigheid moet behande­ wordt vergeleken met onderzoek in len. Het kwijtraken is vrij makkelijk en het weer andere sectoren, zoals in de sociale opbouwen is moeilijk." zekerheid, of rondom de veiligheid, dan mogen we wel heel erg hlij zijn met zon "Het oude landbouwstelsel kwijt systeem als hij de landbouw." raken is makkelijk en het weer op houwen moeil ij k. " Joustra: "In andere sectoren is het toch heel moeizaam, wordt er toch relatief weinig aan ge­ Wat heeft u ertoe bewogen om richtinghet product­ daan. Bij de sociale zekerheid, was ik werkelijk schapte gaan? Welke uitdagingziet u bijhet pro­ verbaasd door de scheve verhouding tussen ener­ ductschaptuinbouw weggelegd? zijds alle uitkeringen, waar tientallen miljarden mee gemoeid waren en anderzijds wat eigenlijk Joustra: "Ik ben gevraagd en mijn motivatie is dat Werd gedaan aan evaluaties en onderzoek. Ik was ik altijd met de landbouw buitengewoon plezierig bij landbouw gewend dat onderzoek een heel fors heb gewerkt en ik het echt wel weer leuk vind om onderdeel op de begroting was en dat onderzoek voor een deel daar naar terug te gaan. De uitda­ ook altijd betrokken werd op en in het beleids- ging zit heel duidelijk in de tuinbouwsector. De denken. Ik merkte in andere sectoren, zoals in tuinbouw die toch qua productiewaarden en qua de terrorismebestrijding, dat die onderzoekscom- aantallen mensen die er werkzaam zijn, absoluut ponent helemaal opgezet moest worden. In de doorslaggevend is voor de Nederlandse landbouw. sectoren waar ikwerkzaa m ben geweest, heb ik In Nederland is jarenlang gezegd dat we vooral geprobeerd een programmering van de grond te moeten groeien in de industrie en de dienstverle­ krijgen die iets lijkt op wat de landbouw heeft. Ik ning. Die is dan nu wel groot, maar dan is toch te vind dat een heel groot goed." zien dat de industrie naar China wegloopt en de dienstverlening naar India. We moeten nog wel In hoeverre heeft het OVO-drieluik, dat vaakge­ een paar dingen doen in dit land om zelf geld te noemdwordt, aan hetsucces van de Nederlandse verdienen en daar vind ik de tuinbouw één van agrosectorbijgedragen? Ulicht nu alleen het onder­ de voorbeelden waar goed ondernemerschap ge­ zoek er uit. koppeld wordt aan een heel optimale structuur. Om daar een bijdrage aan te kunnen leveren,

93 dat vind ik een uitdaging. Ik heb gekeken wat "Wc zijn een maatschappij geworden het draagvlak is van het productschap en dat viel van onderlinge afhankelijkheden. Er is mij eigenlijk erg mee. Ik had af en toe geluiden bijna geen enkele organisatie die nog in kranten gelezen dat er nog wel kritiek was. Ik vind overigens dat met critici ook rekening moet onafliankelijk is, in de zin van: 'wij worden gehouden: zij betalen ook mee aan een beslissen en daarmee is het uit." schap. In die zin moet een productschap zich vanuit de inhoud en de meerwaarde bewijzen. Bijbijvoorbeeld biggencastratie, richtenmilieu- en Instituties die er alleen zijn om zichzelf in stand natuurorganisatieszich niet meerop overheden of te houden, zijn in de huidige maatschappij geen totde primaire landbouwsector maar veel meerop de lang leven beschoren." retail ofde detailhandel. Kunnenproductschappen ook eenrol gaan vervullen om eerderte anticiperen Waarzit demeerwaarde vanproductschappen in? opwat bijburgers, retail ofdetailhandel speelt?

Joustra: "Die zit ook voor een deel, wat natuurlijk Joustra: "Dat weet ik niet. Dat men naar de retail niet alt e populair is, in dat de productschappen gaat dat is logisch. Dat is het voorportaal voor geld bijeenbrengen, en in niet onbelangrijke degenen die echt beslissen, dat is de consument. mate collectieve zaken financieren. Dat is ener­ Het vraagstuk omtrent castratie van biggen speelt zijds heel mooi, anderzijds collectieve zaken alvel e jaren. Ik kan mij wel voorstellen dat het moeten altijd nog nauwkeuriger op efficiency geloof in instituties waar ze zich al decennia lang worden bekeken. Als de financiering alleen af­ hierover buigen, niet onmiddellijk toeneemt. hankelijk wordt gesteld van wie meedoet, dan Wanneer spelers op een gegeven moment naar denk ik niet dat in de breedte kan worden opge­ wat andere spelers gaan, moeten de andere spe­ treden zoals de Nederlandse land- en tuinbouw lers zich afvragen: 'hebben wij niet te lang over nu doet." de zaken gedaan? Zijn wij niet v/at vervreemd van wat uiteindelijk de mensen willen?' Maar ook Kunnen productschappen, ten opzichtevan de coöpe• daar is het natuurlijk een kwestie van kostprijs raties, veel meerbranches aan elkaarverbinden? en wetgeving. Maar ikvin d het wel een voorbeeld van een problematiek die wel heel vaak terug is Joustra: "Toen de ketenbenadering opkwam -i n gekomen." de 8o'er jaren werd dat steeds evidenter - zeiden de voorzitters van de productschappen altijd: 'kijk Iséén van desuccessen van delandbouw ook om ons, wij zijn de keten'. Het ministerie van LNV bepaalde negatieve externeeffecten uiteindelijk altijd riep dan: 'jullie hebben de consumenten niet'. infiscale financiële constructies tegieten waardoor Dat was steeds de discussie. Het productschap hiertoch op een verzachtende manier meeom kon heeft de keten, zonder degene die uiteindelijk wordengaan zodat ergeen koude sanering in de beslist over de hele keten. Maar het is natuurlijk landbouwplaatsvond? buitengewoon evident dat we een maatschappij zijn geworden van onderlinge afhankelijkheden. Joustra: "Laten we wel voorop stellen dat er nog Er is bijna geen enkele organisatie nog onafhan­ steeds een geweldige sanering van de landbouw kelijk in de zin van: 'wij beslissen en daarmee is aan de gang is. In de zin dat er nog elke dag boe­ het uit'. Een organisatie is bijna altijd aangewe­ ren mee ophouden. En is dat warme of koude zen op relaties en afhankelijkheden. Een keten- sanering? Vroeger bestonden er bedrijfsbeëindi­ vertegenwoordiger kan hier een bijdrage aan leve­ gingregelingen. ren. Daar zit een stuk uniciteit van de schappen. Tegenwoordig is de vermogenspositie vaak beter. Maar zij moeten het wel inhoudelijk leveren." Er zijn toch behoorlijk wat bedrijven met eigen vermogen. De cijfers, zeker over de afgelopen tien jaar, tonen een vermindering van een gewel-

94 dig aantal bedrijven. Elke dag houden er wel één Joustra: "Er zijn natuurlijk andere factoren die oftwe e boeren mee op, dus in die zin ontstaat geweldige druk uitoefenen op de landbouw. Er een hele forse sanering. Er zijn natuurlijk altijd zullen altijd ongetwijfeld boeren zijn die gehol­ heel veel boeren geweest, die het volhielden om­ pen zijn doordat zij ook aan natuurdoelstellingen dat ze eigen arbeid of hun eigen vermogensposi­ bijdragen. Maar dat zal mijns inziens niet de tie niet meerekenden. Dat was ook altijd de dis­ meerderheid zijn. De meerderheid moet toch een cussie met het LEI:he t LEI deed het volgens het economische basis hebben. Daarnaast betekent boekje van de economie en de boeren doen dat het inspelen op de burger. Jarenlang was de trend niet altijd, dan had je soms een hele discrepantie om koeien op stal te houden. Dat aantal nam in beleving van zaken." steeds meer toe.Totda t de zuivelcoöperaties zei­ den: 'wij willen toch de koeien in de wei hebben. In hoeverre betreurt u dat hetaantal bedrijven af­ Dat is een beeld, dat spreekt mensen aan.' Daar neemt? Ofzegt u, het is eenlogische ontwikkeling wordt ingespeeld op de consument. Dat de con­ vanuit degevraagde schaalvergroting? Hoe kijkt u sument nog enig gevoel heeft waar melk en vlees tegen dieontwikkeling aan? vandaan komt, dat het een natuurlijk proces is. In Nederland zijn overigens geen varkens meer Joustra: "De schaalvergroting is voor hele delen buiten te zien. De situatie dat er ook geen koe van het landelijk gebied, zeker voor kleinschalige meer buiten te zien is en wel de producten voor coulissenlandschappen, per definitie een pro­ consumenten te zien zijn, dat is een hele merk­ bleem. Het landschap ziet er zo uit door klein­ waardige. schaligheid. Maar aan de andere kant: er zijn allerlei regels die boeren ook een inkomen geven "In Nederland zijn overigens geen als ze bepaalde natuurzaken voor hun rekening nemen. Dat kan allemaal heel nuttig zijn, maar varkens meer buiten te zien. kennelijk, als grote lijn, houdt het mensen niet De situatie dat er ook geen koe meer vast. Het aantal bedrijven neemt nog steeds af. buiten te zien is, en wel de producten Het is een realiteit waar diverse andere landen van de EU al heel lang mee te maken hebben. voor consumenten te zien zijn, dat is Maar wat Nederland welvoo r nieuwe problemen een hele merkwaardige." kan stellen. Als er geen boer meer te vinden is in een weidevogelgebied, dan betekent dit dat grote Iets doen binnen een natuurlijke constellatie terreinbeherende organisaties het beheer zullen draagt op zich bij, maar het is de vraag of dat moeten overnemen. Die ontwikkeling is gaande. genoeg oplevert om op lange termijn de zaak Dat stelt ook het vasthouden van die natuurdoel­ gaande te houden." typen op de proef." Watverwacht u van deNederlandse landbouw inde LNVprobeert daarwel blauween groene diensten toekomst? voorte ontwikkelen, om die landschapsfuncties betaalbaarte maken, maar in hoeverre isdat een Joustra: "Streekproducten zijn misschien hoog­ lapmiddel?Het kan ervoor zorgen, ookal draagt het stens voor 10%va n de landbouw weggelegd, marginaalbij, dat eenboer het hoofd boven water maar ikvin d het heel mooi. En in Duitsland houdt.Aan deandere kant islandbouw een soort bloeit het redelijk, maar aan de andere kant is sluitpost in deruimtelijke ordening. Isde druk van Duitsland ook het land met de grootste buiksu­ alle ontwikkelingenbuiten delandbouw zo groot dat permarkten in Europa. Ondanks dat wij de con­ investeringen in multifunctionele landbouwop een sument vrij hoog aanslaan, laat de consument in gegeven moment tochniet houdbaaris? de supermarkt zijn keuze bepalen door de prijs en eventueel het gemak. Produceren voor dewe ­ reldmarkt, waar de Nederlandse agrosector haar

95 goede reputatie aan heeft te danken, betekent dat Ergaan ookgeluiden op om DLO opte delen ineen een boer probeert om aan waardevermeerdering deel dat echtvoor de markt gaat werkenen een deel te doen. Een boer probeert producten te maken dat echtnaar deuniversiteit gaat? die geliefd zijn bij de consument. De markt dwingt in die zin meer af dan de overheid. De Joustra: "Ik heb het een paar jaar niet gevolgd. markt is leidend en de overheid zou met name Maar die ontwikkeling wilden we destijds nu net ook het raamwerk moeten bieden om de wensen voorkomen. Ik denk wel dat institutionele facto­ te vertalen. Een overheid heeft natuurlijk ver­ ren in de vorm van aanbesteding leidend worden plichtingen om minima aan te geven. Het pro­ voor de vormgeving van het onderzoek, dat we duct moet gezond zijn en een consument moet misschien niet helemaal goed en toekomstbe- er niet allerlei ziekten van krijgen en de overheid stendig bezig zijn." krijgt het natuurlijk sowieso heel moeilijk als zij boven die grens uitkomt om dan stellend bezig te Geloofi u ookin meersamenwerking met andere in­ zijn. Het is natuurlijk de vraag of de overheid dat stituten om bijvoorbeeld belangenbehartigingrichting moet doen. Als mensen goedkopere producten deEU ofrichting een WTO meervorm te kunnen willen, dat heeft ook weer grenzen met welzijn geven?Dus dat instituten ookmeer hun kennis bun­ van dieren etc. Maar ik zie eerder de overheid de delen? minimumconcepten invullen, dan dat ze nou de invulling willen doen van de waardevermeerde­ "In het algemeen is kennishundeling ring die juist van belang is." goed, maar het moet geen grootste "Maar ik zie de overheid eerder de gemene deler worden."

minimumconcepten invullen, dan Joustra: "In het algemeen is kennisbundeling dat ze nou de invulling willen doen goed, dan krijgt het wel meer gewicht doorgaans. van de waardevermeerdering die- Ik bedoel als iedereen alle kanten uit schiet en zijn opmerkingen maakt, dan schiet het meestal juist van belang is." niet zo heel erg op. Zeker wat kennis uit onder­ zoek betreft daar willen de meningen nog wel Vergt hetvan hetkennissysteem nogeen omslag, eens differentiëren. Onderzoekers zijn wel veel bijvoorbeeld van Wageningen URof van de coöpera• marktgerichter dan vroeger, maar ze zijn ook nog ties?Wat moetenzij doenom goed opde toekomst al eens vrij eigenwijs. Goed onderzoek heeft ook van delandbouw voorbereid te zijn? af en toe mensen nodig die niet de grote gemeen­ schappelijke deler zoeken. Die juist zeggen: 'het Joustra: "Ik denk dat het tot stand brengen van is allemaal onzin wat er gebeurt en ik ben de eni­ het hele Wageningse complex het voordeel heeft ge die weet hoe het zit.' Het is vaak niet zo, maar gehad dat een heleboel verkokering in het on­ het kan heel goed werken. In die zin, in zijn derzoek doorbroken heeft. Niet alleen verkoke­ algemeenheid, als je bundelt dan heb je meer in­ ring binnen DLO en de Universiteit maar ook vloed, maar het moet geen grootste gemene deler verkokeringen in gelaagdheid met betrekking worden. Er moet wel plaats blijven voor originele tot praktijkonderzoek etc. Ik denk dat er op zich mensen." een infrastructuur staat in Nederland die je écht mag laten zien en die zich tot de beste in wereld mag laten rekenen. Dus in die zin een zekere in­ frastructuur die zich leent en die geëquipeerd is voor de toekomst."

96 Hoehebben volgens u debelangenbehartiging en hetkennissysteem, wat zo uniek schijntte zijn voor Nederland, bijgedragen aan hetsucces van de Neder­ 11 landse agrosector? Rabbinge: "We zijn het tweede exporterende land Interview met van de wereld, dit jaar zelfs eerste. Het heeft er inderdaad heel erg aan bijgedragen. Het is een traditie van meer dan 100 jaar, dat de particuliere Rudy Rabbinge of private en de publieke sector samenwerken. Dat heeft men gedaan door de marktmacht te Door Marcel Pleijte organiseren via het coöperatieve bedrijfsleven, en door met landinrichting te werken en in de Wageningen, 24 september 2008 derde plaats via kennis en innovatie. Dat is steeds in Nederland de situatie geweest, en traditioneel Prof.dr.ir. R. Roelof (Rudy) Rabbinge (1946) promoveerde heeft dat een enorme rol gespeeld. Het heeft een in 1976 in landbouw- en milieukunde. Voor de PvdA was enorme traditie en een enorme functie gehad, hij russen 1978 en 1988 lid van de Provinciale Staten van maar als je naar de megatrends kijkt de afgelopen Gelderland. Tevens was hij gewestelijk bestuurslid en 3decennia , dan zie je dat 1)zowe l de productie­ adviseerde hij de Tweede Kamerfractie op het gebied van ketens, op het aspect van arbeid, van voeding landbouw en milieu en ruimtelijke ordening. Rabbinge was en gezondheid, maar ook dierenwelzijn, sterk is lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbe­ geweest. 2) Dat het keten-denken volstrekt geïnte­ leid (WRR) en is sinds 2001universiteitshoogleraa r aan de greerd is.Verschillend e coöperaties hebben daar­ Wageningen Universiteit, met als leeropdracht duurzame aan bijgedragen, bijvoorbeeld Aviko is een coöpe­ ontwikkeling en voedselzekerheid en was tot 2006 Decaan ratie die wat dichter bij de eindconsument komt. van Wageningen Graduate Schools. Namens de Partij van de 3) Het verbreden van doeleinden. Milieu en ande­ Arbeid was hij van 1999 tot 2007 lid van de Eerste Kamer re doelen die zijn gaan tellen. 4) Het karakter van met Landbouw, Financiën en Ontwikkelingssamenwerking de agrarische productie is veranderd van ambach­ in zijn portefeuille. Rabbinge is sinds 2006 voorzitter van telijk naar industrieel, voor zover je de situatie de wetenschappelijke raad van de Consultative Group on kunt beïnvloeden en kunt controleren. Het meest International Research (CGIAR), het wereldorgaan voor sterk heeft die verandering zichvoltrokke n in de wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek. Hij is verder kassen maar ook in de intensieve veehouderij en toezichthouder bij het Planbureau voor de Leefomgeving de melkveehouderij. Maar ook op ander plekken. en hij vervult tal van nevenfuncties. Overigens beslaan deze 5) In devijfd e plaats zien we dat er ookvee l meer functies minder dan 10% van zijn tijdsbesteding. Hij bege­ naar het belang gekeken wordt tussen voedsel en leidde honderden promotie-onderzoeken en gaf en geeft ook gezondheid en dat er meer belangstelling komt leiding aan tal van andere onderzoeken. voor de non-food, dat is een megatrend die je ziet. En dan de zesde is de implosie van het CDA, het Corps Diplomatique Agricole. De invloed is wat verminderd. Jezie t ook dat ze wat minder prominent op bepaalde plekken aanwezig zijn."

Enwat betekent dat laatste voorde landbouw? Is daarmeehet groene front minder vertegenwoordigd? « Rabbinge: "Wehebbe n in de jaren 90 een plei­ dooi gehouden voor het verbreden en vernieuwen van dat front. Om de nieuwe groene partijen te

97 combineren met de oude partijen. En daar zijn Ik vond het mooidat u netopnoemde wat bij heefi we nu ookvee l mee bezig waarbij de natuurbe­ gedragen aan diesuccessen van delandbouw, de coö• schermingsorganisaties en de landbouworga­ peratievorming,landinrichting, kennisen innovatie. nisaties gezamenlijk optrekken, om samen aan Het OV 'O-drieluik schaartu dat onderkennis enin­ nieuwe plattelandszaken te gaan werken." novatie?

Ziet u daargeen verandering in dat met die keten- Rabbinge: "Ja, dat is kennis en innovatie. Het is verlengingvoor bijvoorbeeld dienieuwe milieu- en wellicht gedateerd. Het OVO-drieluik ging ervan natuurorganisaties eigenlijk zich meerrichten op de uit dat alle kennis uit Wageningen afkomstig retail: zo dicht mogelijk opde consument inplaats was. Maar het blijkt dat de primaire sector daar van opde primaire agrosector, neem bijvoorbeeld de zelf ook heel veel aan doet. Met name in kas­ castratie van biggen? sen is dat heel erg duidelijk aanwezig, dat heeft tot gevolg dat je veel meer met een vierkant in Rabbinge: "Maar dat zal zeker het geval zijn. De plaats van een drieluik werkt, waarbij dus naast castratie van biggen, de primaire sector moet voorlichting, onderzoek en onderwijs ook de daar wat aan doen. Die diervriendelijke, verlich­ producenten zelf komen. Er is sprake van co- tende boeren hebben dat zelf al geïntroduceerd." innovatie."

En heefi desector, alsproductschap en coöperaties Enwat betekent dat voor hetkennissysteem, moetdat dat, ofLTO dat telaat opgepakt? veel meermet dieprimaire sectorsamenwerken?

Rabbinge: "Het probleem is natuurlijk dat LTO Rabbinge: "Die moet veel meer participatief altijd een lijn heeft, niet van de voorlopers maar onderzoek doen en veel meer luisteren. Wat dat van de achterblijvers. En dat het tempo vaak ook betreft is de stap van Wageningen UR een hele binnen het beleid niet bepaald wordt door de­ goede, het volledig integreren in de hele organi­ genen die vooraan staan, die vernieuwend zijn satie maar het tegelijkertijd ook ervoor zorgen dat en moderniseren maar dat het degenen zijn die je in de regio's actief kan blijven." achterblijven, die niet het tempo bij kunnen hou­ den. En dat is natuurlijk iets dat zich voordurend Watdenkt u dat dedrijvende krachtenin dedyna­ voordoet." miek in deagrosector, zeg maar,voor de komende jaren tot2020 zullen zijn? Ugaf net grote 'drivers' Ik merkwel bij de productschappen enook bij HO aan dieinvloed zijn geweest opde agrosector. Datis zelf dat men nu eenverandering in denken heefi dat totheden. Verwacht u in detoekomst dat er nieuwe men zich meerop de voorlopers zou moetenrichten, driverszijn aan tewijzen? Het iseen beetje glazen ze zeggennu gaan weons op de 30 %richten die bol kijken, maar misschien ziet u daarook al trends voorlopen en niet meerop degenen die achterblijven. in? Zou u dat toejuichen en kunnen ze dat überhaupt? Rabbinge: "Bij verkenningen kan volgens Rab­ Rabbinge: "Ze kunnen dat niet, maar ze kunnen binge op voluntaristische wijze worden gekeken wel in ieder geval niet alleen meer voor de belan­ wat de mogelijkheden zijn. Rabbinge: "Dat is gen pleiten van de achterblijvers. Of ze in staat alvoldoend e gebeurd en dan zie je dat er veel zijn om de eenheid te bewaren is een tweede. Als mogelijkheden zijn. Ik denk dat er in feite vier de gemiddelde belangen te veel afdrijven van de belangrijke ontwikkelingen zijn. Punt één is dat individuele belangen, dan krijg je vervreemding er niet meer wordt gesproken over de verschil­ van je achterban. Met als meest extreme uitwas lende componenten van de food systems maar dat de belangenbehartigingsorganisatie dan dat die geïntegreerd moeten worden bekeken. De uiteen valt. Dus het is mooi dat ze dat nu doen, vier componenten zijn de primaire productie, de maar de werkelijkheid zal toch wel anders zijn." verwerking en bewerking, de distributie en de

98 logistiek en niet in de laatste plaats de retail. Dat zitten webij de overheden, maar dieandere twee moet in samenhang bekeken worden al was het vlakkenzijn volgens mij nogniet echt gedekt alleen maar omdat je anders zou krijgen dat de verwerkende en bewerkende industrie als de pri­ Rabbinge: "Het kennissysteem moet daarop in­ maire productie zich uitleveren aan het geringe spelen en alle mogelijkheden verkennen. Daar aantal opkopers van de retail. Nu al is het zo dat moet Wageningen zich ook wat beter op instel­ zeg maar de 6 miljoen boeren en enige honder­ len. Dat kan betekenen dat Wageningen nog den verwerkende en bewerkende bedrijven die meer internationaal kan gaan samenwerken, leveren allemaal toe aan een dertigtal grootgrut­ maar wij moeten wel eigen standpunten daarbij ters die 80%va n de markt hebben in Europa behouden. Zo hebben Duitsers en Fransen veel te waardoor je met minder dan 50 inkopers in feite sterk beschermende en regulerende opvattingen bepaalt welke consumentenproducten worden af­ dan de Nederlanders. Ze zijn altijd bezig geweest genomen en wat die 450 miljoen consumenten te om hun eigen producten te beschermen. Wij zijn eten krijgen. Dat is als het ware een soort zand­ sterk geweest op het gebied van het versterken lopermodel. Dan kan je er alleen maar voor zor­ van concurrentiekracht. De concurrentiekracht gen dat zij niet alleen degenen zijn die bepalend die komt toch tot uiting op het moment dat je zijn en dat je daar dus ook weer de verbindingen kwalitatief hoogwaardige producten levert." legt. Jemoe t ervoor zorgen dat die samenhang bewaakt wordt. Op het moment dat je dat niet Wemoeten dus zorgen voor hoogwaardigeproducten doet dan krijg je sterke afhankelijkheden. Het endaar meerwaarde uithalen. En moetenwe het niet tweede denk ikwa t belangrijk is, is die interna­ zoeken inprijsverlaging? tionalisering dat die doorzet, niet alleen binnen Europa maar ook elders. Wij zouden ook nog wat Rabbinge: "Nee,w e moeten het absoluut niet in beter op kunnen trekken en oog kunnen hebben kostprijs zoeken. Natuurlijk het mag niet te duur voor samenhang voor een langere periode met zijn. Alleen kostprijs dat is dom beleid. Dat levert de zogenaamde BRIC-landen: Brazilië, Rusland, te weinig op. Het meeste levert het op, op het India en China. En dan kun je ook goede afspra­ moment dat je hoogwaardige kennisintensieve ken maken. We moeten die internationalisering producten levert. Dat blijkt ook uit alle individue­ niet als een bedreiging zien, maar al een kans. En le bedrijfstakken die we in Nederland hebben. In voor de Nederlandse landbouw is dat altijd een de land- en tuinbouw, komen we er toch achter enorme kans geweest. Over de samenhang tus­ dat we, in de diamant van Porter, dat we voor acht sen de primaire productieverwerking, industrie bedrijfstakken bij de bovenste 10 scoren met alle en retail, de European food systems, heb ik net 300 bedrijfstakken die we in Nederland hebben. leiding gegeven aan een rapport van de European En dat is nog beter op het moment dat je een Science Foundation. We hebben ook verkennin­ duurzame ontwikkelingskarakteristiek hebt. Er gen gedaan van de toekomst van de European liggen heel veel meer mogelijkheden." food systems." En alshet gaat om debelangenbehartiging vindt u Watbetekent desamenhang in defood systemsvoor dat Nederland ergoed in slaagt om haarbelangen derol van debelangenbehartiging en hetkennis­ voorhet voetlicht tebrengen bijeen WTO en een systeem"? Zijn wedaar bijvoorbeeld als Wageningen EU? wel voldoende opvoorbereid? Als ik eenscenario zou moetenmaken met twee assen, waarbijsturing hier Rabbinge: "Het is net hoe je naar de belangen overheid en hiermarkt encivil society en ik doe re­ kijkt. Belangenbehartiging is vaak heel erg con­ gionaliseringen internationalisering, dan zie ikbij serverend gericht geweest. De belangenbehar­ internationaliseringen markt bijvoorbeeld dat onze tiging is het meest gediend op het moment dat agri-food behoorlijk marktgerichtis en het scenario zij in staat wordt gesteld om in het hier en nu als hetgaat omgroen enalle ruimtelijkefuncties dan te werken, en niet gericht op de toekomst. Het

99 vooruit denken gebeurt te weinig. Ik denk dat bij les te maken met de varkensflats, andere dingen belangenbehartiging vooral in de gaten moeten worden wel geaccepteerd. Dan zou de overheid hebben dat de traditionele land- en tuinbouw in daar toch ook veel meer op in moeten spelen. Ik Nederland het meeste gediend is geweest met zie heel veel in die metropolitane landbouw, daar verandering en vernieuwing, en niet met het moet veel meer aan gebeuren. Dat concept moet consolideren van de bestaande situatie. De status beter worden uitgewerkt waarbij ook gekeken quo is niet gewenst. moet worden, ruimtelijk en ook op andere wijze bijvoorbeeld vanuit de belangenbehartiging, die "De traditionele land- en tuinbouw moet daar niet tegen zijn maar voor zijn."

in Nederland is het meest gediend Nu hoorje ookveel geluiden rond de grondgebonden geweest met dynamiek en vernieuwing, landbouw,daar worden natuurlijk ookallerlei func­ niet met het consolideren van ties vanuit deverbreding en vanuit decollectieve doe­ lenvanuit deoverheid aangekoppeld... de bestaande situatie." Rabbinge: "Dat zijn de waarden, het vierde punt. Het derde punt is de samenhang tussen het bui­ Waar de SER mee gekomen is. En daar wordt tengebied en verstedelijking. Jezie t natuurlijk dat natuurlijk ontzettend veel over gesproken. Voor het buitengebied in Europa op veel meer plekken de Nederlandse land- en tuinbouw moeten we onder druk komt te staan voor metropolitane ons realiseren dat 80%va n wat wij doen en we landbouw. En ik vind dat een belangrijke tendens een behoorlijke exportwaarde mee hebben, dat die ook mogelijk gemaakt moet worden. Metro­ vindt plaats op een betrekkelijk gering areaal. De politane landbouw houdt in dat je ook bereid kassen, de bomenteelt, paarden, een hele hoop en in staat bent om de agroproductiemarkten te andere dingen, die geringe grond vragen, maar bevorderen of in ieder geval een plek te geven wel planologische ruimte. en geen verzet daartegen aa,nt e tekenen. Dus ik denk dat die metropolitane landbouw, gegeven "Onze vormen van land- en tuinbouw het feit dat de urbanisering doorgaat, zich in een behoorlijk tempo moet gaan voltrekken. In de vragen relatief weinig grond, maar tweede plaats merk ik dat die productie gebaseerd veel planologische ruimte." op ecologische principes ons leren dat productie dan de minste milieueffecten heeft. Negatief is Op het moment dat je gaat verbieden in de pro­ nu nog vaak dat ze niet op een voor het land­ vincie dat er bollenteelt mag zijn, dan frustreer schap en de ecologie aantrekkelijke manier wor­ je ontwikkelingen. Op het moment dat je dat den vormgegeven, maar ze hebben elders wel een verbiedt, dan schiet het niet op. Jekun t veel be­ positieve uitwerking op de natuur en het land­ ter zeggen, daar en daar zijn ruimtes waar we schap omdat sprake is van concentratie. Zowel in dat graag zouden zien. Dus er moet een meer de agroproductieparken als er buiten dient een activerende rolvoo r de overheid zijn, samen met aangename leefomgeving gecreëerd te worden. productschappen en standsorganisaties om dat Dan heb je niet dat die productieruimte afschu­ te bevorderen. En niet om het tegen te gaan. Het welijk is maar aantrekkelijk en tegelijkertijd dat repressieve beleid wordt vervangen door het ont­ je echt een buitengebied hebt met biodiversiteit wikkelingsbeleid." en dergelijke, dat het niet halfslachtig is, maar echt gedaan wordt. Die agro-productieparken zijn Erwordt gezegd dat men meerbegint te onderkennen veel geschikter dan dat je overal plukken in het dat Nederland inderdaadin eendeltametropool ligt- buitengebied hebt. Maar dat betekent dat de over­ Wekrijgen meeroog ook voor nieuwe kwaliteitsnoties heid bereid moet zijn om te stappen van geperci­ vanuit deverstedelijking en ook vanuit deklimaats­ pieerde negatieve ideeën daarover, en dat heeft al­ verandering. Ookvanuit de klimaatsverandering wordter aan tuinbouw productenhogere C02 opname Maar nu benik evende advocaat van deduivel. Het toegeschreven, zelfshoger dan bossen.... verhaalis altijd als we de grond gewoon voorpure landbouwproductie inzetten brengt het meerop. Jullie Rabbinge: "Dat is allemaal flauwekul. Ik zie daar vragen als overheid onseen collectiefbelang te vervul­ niet zo veel in. Daar ben ik niet heel erg gevoelig len,collectieve waardentot stand tebrengen. Als we voor. Het gaat om 'right for the right reasons'. daarnu eens alsindividuele boer voor kiezen, dan mag De right reasons zijn, dat je concurrentiekracht je hetverschil bijpassen, wat wenormaal anders op de vergroot maar ook inspeelt op de verandering markt zouden vangen. in de samenleving. En dat zie je op dit moment. Hoeveel meer groenten eten de mensen tegen­ Rabbinge: "Tenzij je op het moment dat het zo zou woordig? Er zijn enorm veel verschillende dingen zijn, niet de ruimtelijke ordening aanpast aan de verkrijgbaar, niet meer het standaard eten, wat bedrijfsuitoefening, maar de bedrijfsvoering aan de ook niet nodig is want veel lichamelijke arbeid gewenste ruimtelijke ordening. Via landinrichting wordt er niet meer verricht. Kijk maar eens naar kan je ervoor zorgen dat je een optimale bedrijfs­ de stormachtige ontwikkeling met zoiets als structuur krijgt. Dan zal het landschap wel veran­ rucola, dat is zo'n sla, of de borreltomaatjes, of deren, maar het hoeft niet zo te zijn dat de groot­ allerlei groentes die je tegenwoordig hebt. Dat is schaligheid in economische zin gelijkstaat met veel meer, niet meer alleen kool. En daar moet je grootschaligheid in ruimtelijke zin. Dat kan best op inspelen. met kleinschaligheid gecombineerd worden. Mijn stelling is dat je veel meer bent gediend bij een tra­ Devierd e tendens, die waarden, daarvan zeg ik, ditioneel instrument als landinrichting maar dan dat is al jaren zo dat we die onderkennen. En in niet alleen via ruilverkaveling maar ook om andere de tijd met Natura 2000 maar ook wel met de waarden eventueel veilig te stellen. Dan ben je ook Relatienota uit 1975.Toe n hadden we al in de ga­ veel selectiever, maar dan benoem je het." ten, dat jevoo r een aantal dingen ruimte moest creëren. Meijer heeft dat toen al ingediend als Vindt u nu dat landinrichting teveel is weggedrukt staatssecretaris van landbouw. Toen ben ik er bij doorbijvoorbeeld gebiedsontwikkeling? Wat ik van betrokken geweest en toen hebben we gedacht boeren hoor is,hadden wede landinrichting hier nog dat de Relatienota misschien een manier was om maar,dan wistenwe tenminste waarwe aan toe waren dat te doen. Datgene waar de SER nu 33jaa r later enze vinden nu metgebiedsontwikkeling dat erproce­ mee komt, is wat dat betreft nauwelijks nieuw." dureel ontzettend veel onzekerheidis?

Het ismisschien oude wijn vooreen nieuw publiek? Rabbinge: "Afgezien daarvan, leidt gebiedsontwik­ keling ook nog vaak tot uitsluiting van agrariërs. Rabbinge: "Dat weet ik niet eens. Wat ik goed Gebiedsontwikkeling, dat werkt niet goed. Ik ben vind is dat ze het nog eens hebben benoemd. zelf heel erg voorstander van gewoon het landin­ Belangrijk is dat we bewust willen zijn van het richtingssysteem, waarbij ik ook zeg dat er een cultureel erfgoed. We proberen dat op een of an­ aantal dingen zijn waarbij niet de rentabiliteit op dere wijze te consolideren. Op het moment dat je nummer 1 heeft staan, maar de maatschappelijke wilt dat het ook een prijs heeft, dat vind ik goed. behoefte. Daar mag door de samenleving voor Maar ik vind het niet goed dat ze zeggen, het kan betaald worden, zodat je daar met je productie allemaal, maar dan wel met inkomenstoeslagen. omstandigheden creëert en een bedrijfsstructuur, Dan zal Europa wel bij moeten springen. waardoor deze dingen als het ware automatisch Op grond van het feit dat je stukken grond bezit, kunnen worden bediend. En alleen in heel spe­ dat wordt door de samenleving straks natuurlijk cifieke gevallen, dat het echt iets is, dan mag je niet gepruimd. Dus je zult daar veel preciezer in ervoor betalen. Dat is echt uitzonderlijk. Agrarisch moeten zijn." natuurbeheer dat heeft natuurlijk veel te weinig opgeleverd." Vindt u dielandinrichting het meestgeschikt is voor koudesanering in desector leidt.Dat isop zich best delandbouwgrond, grondgebonden landbouwwaar toe tejuichen maar aan deandere kant, wordt het je nieuwewaarden aan wilt toevoegen. Zouden bij­ nu wel zo'n warme sanering dat misschiende sector voorbeeld dieagri-businessparken welvia gebiedsont­ nu ookniet snelgenoeg herzien wordt.Hoe kijkt u wikkelinggerealiseerd kunnen worden? daartegenaan?

Rabbinge: "Dat denk ikwel . Ik denk dat het Rabbinge: "Er zijn natuurlijk heel veel hinder­ planologisch beleid vergt, ruimtelijke ontwik­ machten ontwikkeld die je zou willen elimineren. kelingspolitiek. Dat zou je op die manier moeten De OZB en een aantal andere dingen werkten realiseren. Dan moeten wij het als een kleine daar in de verkeerde richting, maar dat betekent industriële activiteit zien en het rare is op het dus dat we niet zeggen, we schaffen het af. Of je moment dat het over woongebieden gaat en mo­ kunt een ander vereveningsmechanisme introdu­ gelijkheden, dat wij nog steeds gelukkig een vrij ceren. Want die verevening is essentieel, natuur­ rigide beleid hebben. Op het moment dat het lijk. Als je dat niet doet ga je de consequenties en over bedrijfsterreinen gaat dan telt geen enkele problemen leggen bij het individu. schoonheid meer. Dat zou men veel meer verder moeten ontwikkelen, en daar passen dan ook de Ik vond trouwens dat de reactie van de minister agrariër en de agri-productieparken bij." op de SER ook erg nuttig was. Zij neemt wel een aantal van de suggesties over, maar zij gaat de Vindt u deSER-ladder en hetadvies van Peter Noor- SER niet blindelings volgen. Zij pakt het ook op danus alshet gaat om deherstructurering van de andere manieren aan. De concurrentiekracht is bedrijfsterreinen eengoede stap in derichting? vooral belangrijk en laten we vooral daarop inzet­ ten. Dat vind ik op zich positief. Maar het ophef­ Rabbinge: "Dat weet ik niet zo goed maar Noor- fen van blokkerende mechanismen dat gebeurt danus was ook vroeger voorzitter van de VROM- te weinig. Ik vind ook dat onze discussie over raad, daarvoor wethouder van Den Haag. Ik denk landinrichting en die blokkerende mechanismen dat het op zich niet zo nieuw is, maar waar ze helemaal niet aan de orde komen. Dat vind ik mee bezig zijn is om te kijken ofj e veel extra jammer. De standsorganisaties die zitten ook he­ bedrijfsterreinen kan hergebruiken. Ik vind dat lemaal niet meer op die tour. Dat is heel vreemd er veel te gemakkelijk de laatste tijd met grond is eigenlijk." omgegaan, omdat het goedkoper was om uit te leggen dan te herstructureren." Wiezou daarin hetvoortouw moetennemen als èn demarktpartijen het nietdoen èn de civil society en Erzijn ookwel instituties geopperd diedat zouden maatschappelijke organisaties nietèn de overheid het kunnen veranderen, ikweet dat dePvdA ooit bezig nietdoet, moethet dan vanuit wetenschapgebeuren? isgeweest met eenopen ruimte heffing. Ik weet ook dat uzelf heefi aangegeven dat het met deOZB scheef Rabbinge: "Natuurlijk moeten wij het vanuit de zit: Landbouw betaaltveel minder dan industrie. wetenschap naar voren brengen, proberen op de Duswaarom zou je naareen bedrijfsterrein gaan maatschappelijke en politieke agenda te zetten. alsje dan alsindustrie wordt aangemerkt, danga Maar de wetenschap is, en mag ook nooit een is­ je meerbetalen. Wat ikdus merk isdat eenaantal sue advocate zijn. Agenderen dus, en niet meer mechanismen diewe in delandbouw eerst hebben dan dat. Het is aan anderen om het op te pak­ gebruiktmisschien wel vanuit hetconserverende, be­ ken." schermende om ervoordeel bijte hebben, dat ons dat nu in wegzit. Ik zie dat met verhandelbare quota, Watbetekent hetvoor de netwerkstructuur. Gaat die bijbelasting, erfpacht, bijlandbouw allerlei construc­ erook anders uitzien? tieszijn gemaakt om met negatieve externe effecten zo om tekunnen gaan dat het indirectniet tot een Rabbinge: "Dat zie je al heel duidelijk. Ik zei net "Ik ben heel erg blij dat de politici al de implosie van de Corps Diplomatique Agri­ het in Den Haag niet volledig voor cole, dat is ook zo. Het isvee l minder omvang­ het zeggen hebben, want hel zou rijk, en er zijn er maar weinigen die daar een rol in spelen. Het is er nog steeds wel. Het is nog desastreus zijn." niet helemaal weg, maar de kracht en de uitstra­ ling is niet meer van de omvang van wat het vroe­ Hoeziet u deverhouding tussen de domeinen: de ger was." overheid, demarkt ende civil society?

U noemdenet niet bijhet succes van dePBO struc­ Rabbinge: "Ik denk dat je dat op dat tussenniveau tuur. Het Landbouwschap zelf ende productschap­ ook wel moet hebben. Productschappen moe­ pen, hebben dietot een bepaalde tijdwel hun steentje ten zich wat reorganiseren. Wat ik net zei over bijgedragen? European Food Systems, dat gedachtegoed zou­ den ook de productschappen zich eigen moeten Rabbinge: "Ik denk dat de productschappen op maken en de coöperaties idem dito. Die moeten zich wel geholpen hebben om een rol te spelen, natuurlijk ook, die zijn ook voortdurend aan het tussen overheidsbemoeienis en het aan de indi­ reorganiseren. En de kracht van Nederlandse viduele producenten overlaten. Ik denk dat pro­ land- en tuinbouw is het feit dat de overgrote ductschappen een mooie tussenvorm zijn tussen meerderheid, tussen de 90 en 100%, via coöpe­ puur staat en puur particulieren. Ook nog omdat ratieve ondernemingen worden vermarkt, of dat ze semi-wettelijke taken hadden met verordenin­ met de bloemen is, met de melk, pootaardappe- gen en heffingen, konden ze een belangrijke rol len, zaaizaad, overal." spelen, maar ze zijn door de betrokkenen vaak gezien als alleen maar overheid. En dat komt Hoeziet u dieverhouding tussen productschappen, omdat het op dat moment onvoldoende gewerkt coöperaties, LTO Nederland? heeft. Het werd te veel als overheid gezien. Ze hebben moeite met het betrokken houden van de Rabbinge: "Ik vind eigenlijk dat LTO Nederland achterban. Jeheb t altijd uitvreters gehad en die primair een belangenbehartiger van de primaire uitvreters hebben voldoende gelegenheid gekre­ sector is.Tegelijkertij d weet ik dat het zeer di­ gen. Het was altijd al zo. In de tijd van boer Koe­ vers is, dat ze het daardoor heel moeilijk heb­ koek, de boerenpartij, die hamerde daar al heel ben. Want de varkenshouders hebben andere erg op. Daar is aanvankelijk ook heel erg verkeerd belangen dan de tuinbouw of melkveehouders, op gereageerd. Namelijk niet door te proberen desondanks moeten zij ze toch op enigerlei wijze, het draagvlak te vergroten maar door er tegenin bij elkaar houden. De coöperaties zijn natuurlijk te gaan. En ook nu weer zie je dat de rare situatie vooral gericht op de markt, die hebben geen be- zich voordoet dat een partij die het meest aan die langenbehartigingstaak. Die zijn er primair op civil society zou willen doen, D'66, samen met de gericht dat ze bedrijven op het vermarkten van VVD de grote pleidooibezorgers zijn geworden producten zetten en wel op een zodanige wijze voor het opheffen van de productschappen. En dat ingespeeld wordt op trends en ontwikkelin­ dat ze dus zo etatistisch zijn als het maar kan. En gen. En die productschappen die zitten ergens dat is heel raar. Jezie t dat in de samenleving veel daartussen in." minder etatisme in zekere zin is. En dan gaan de VVD en D'66 weer terug naar het primaat van de Watwij merken isdat ernu veelgekissebis is tus­ politiek. Als een ding duidelijk is, dan is het dat sende organisaties onderling, om tebepalen wathet dit niet werkt. Ik ben heel erg blij dat de politici mandaat van eenieder is enwat detaken enverant­ het in Den Haag niet volledig voor het zeggen woordelijkheden zijn die ze hebben.Veel energie is hebben, want het zou desastreus zijn." nu naar binnengekeerd inplaats van naar buiten.

103 Rabbinge: "Terwijl de productschappen zich veel spelen omdat dat natuurlijk de belangrijke finan­ meer zouden moeten profileren als de moderne cier is maar ook de belangrijke stimulans." vorm van de civil society. Op het moment dat je zegt, wij zijn er allemaal van overtuigd dat we Ziet u ookdat erinternationaal steeds meersamen­ gezond betrouwbaar en goedkoop voedsel willen werkingsverbanden met andere Universiteiten en hebben, en dat er een overgang wordt gemaakt anderbedrijfsleven ontstaan? naar de markt, zouden die productschappen moeten zeggen, wij zullen daar een prominente Rabbinge: "Het is om te overleven. Op het rol in spelen. Dat pakken ze niet op. Je ziet dat moment dat je dat niet doet, ben je gezien. Wa­ ze heel erg bezig zijn met zichzelf, allemaal. geningen moet natuurlijk veel meer gebruik Navelstaren is natuurlijk funest. De wereld gaat maken van zijn internationale positie. Als je dat gewoon door." doet, dan is dat ook de toegang voor een hele hoop bedrijven, naar andere delen van de wereld. Enondanks dat wetenwe nog steeds detweede ofeer­ In het voetspoor van vooraanstaande weten­ stepositie te behouden. Maar dat schrijft u dan toch schappers kun je ook bedrijven meenemen. Ik vooral toe aan dat coöperatiefondernemen? heb dat zelf op verschillende plekken in de we­ reld ook gedaan. Ik heb zelf rechtstreeks toegang Rabbinge: "Ja, en de overheid die je in staat stelt. tot mensen met hoge posities binnen China. Dat Kenniscentrum Wageningen bijvoorbeeld, daar krijg je als bedrijf normaal niet, maar die kun­ is de overheid nog steeds bereid om geld in te nen in de slipstream mee." steken. Omdat Wageningen erin slaagt zijn in­ ternationale positie in te zetten. We hebben de moderniseringsoperatie in de 90'er jaren gehad, dat is verschrikkelijk belangrijk geweest."

Hoeziet u detoekomst voor Wageningen UR?

Rabbinge: "Ik vind het eigenlijk een goede ont­ wikkeling dat de Stichting DLOword t onderge­ schoven bij de Universiteit. Een actieve hoogle­ raar heeft een betere relatie met het bedrijfsle­ ven dan wie dan ook. En waarom? Omdat het bedrijfsleven zegt, wij willen alleen excellentie. Wanneer ben je excellent? Als je het niveau hebt. Dus die zeggen, wij gaan naar hoogleraren. Een soort certificering dus. Voor de klassieke over­ heidstaken en beleidstaken daar hadden ze wel wat aan DLO. Maar dat kan evengoed ook op een andere manier, namelijk wel met Wageningen UR, die hebben een enorme behoefte aan vol­ strekte integratie. Ik vind dat het in stand hou­ den van die gekunstelde constructie waarbij je dus met twee culturen werkt, dat moet verleden tijd zijn. Het is ook allang niet meer zo, hoor, het is op een aantal plekken al geïntegreerd. De beweging in de richting van Wageningen UR is een hele verstandige geweest en dat is iets waar de overheid voortdurend ook een rol bij moet

104 I2.I Inleiding

Dit hoofdstuk is een synthese van, en reflectie 12 opvoorgaand e interviews. In onderstaande synthese en onze reflectie hierop worden bij overeenkomsten en verschillen in visies de res­ Synthese en pondenten met naam genoemd, zodat de lezer kan traceren of bepaalde visies uit één of meer domeinen afkomstig zijn. De structuur van dit reflectie van hoofdstuk volgt de vragen en hypothesen die bij de ervaringsdeskundigen zijn getoetst. en op de 12.2 Succesfactoren van Nederlandse interviews landbouwsector In deze paragraaf wordt aangegeven welke facto­ ren volgens de deskundigen hebben bijgedragen aan het succes van de Nederlandse agrosector.

Voord e ze Wereldoorlog: 1870-1940 Belangrijkste ontwikkeling in deze periode is volgens de ervaringsdeskundigen de industriële revolutie, de uitvinding van kolen en staal, als startpunt en succesfactor voor de Nederlandse agrosector. Ook de landbouwcrisis aan het eind van de negentiende eeuw wordt genoemd als de bakermat van dat succes. Volgens Kooij zet deze crisis aan tot creativiteit, tot innovatie en uitein­ delijk tot transformatie. Veel innovatie wordt vol­ gens Kooij door negatieve processen geïnitieerd. Volgens Bukman is er eind 19e eeuw een peri­ ode geweest dat de landbouw als productiesector zonder enige support van overheidszijde werd overgegeven aan de internationale concurrentie. Daarna is er volgens Bukman een soort deal gekomen tussen de landbouw en de overheid, waarbij de overheid zorgde voor onderzoek, voor­ lichting en onderwijs (OVO-drieluik), onder de conditie dat de landbouw zich zelf moest redden. Dat is volgens Bukman het begin van de coöpe­ ratieve bewegingen geweest. Maatwijs t erop dat naast kennis, handelsgeest en vooral samenwer­ king, ook klimaat en geografische ligging in de combinatie van factoren hebben bijgedragen'aan de ontwikkeling van Nederland als agrarische grootmacht.

105 De geringe thuismarkt maakt ook dat de Neder­ heel goed bij de relatief kinderrijke katholieke landse agrarische sector al gauw, om redenen gezinnen in het Westland en in Brabant. Ook de van productafzet, gericht is op een open markt stedelijke groei doet de binnenlandse vraag naar zonder protectionisme. Meester wijst erop dat land- en tuinbouwproducten volgens Meester zich in deze periode ook technologische en geo­ groeien. politieke ontwikkelingen voordoen, waarmee een enorme stroom producten uit de opkomende Na de Tweede Wereldoorlog wordt de PBO- markten naar Europa komen. Sommige Eu­ structuur ingevoerd en treedt de overheid in de ropese landen voeren protectionisme in, waar markt vanwege het belang van de voedselvoor­ vrijhandel de norm was. In Nederland werd op ziening. Braks benadrukt dat de invoering van een andere manier gereageerd, namelijk via de PBO-structuur vooral een succes was in de het invoeren van het OVO-drieluik (Onderzoek, landbouwsector. Alle respondenten benadrukken Voorlichting en Onderwijs) in en voor de land­ dat na de Tweede Wereldoorlog in de belangen­ en tuinbouw. behartiging en in de kennisinfrastructuur in ons Volgens Braks heeft het meerpartijenstelsel in land de nadruk kwam te liggen op de voedsel­ ons land ook bijgedragen aan het landbouw- productie. Daarbij worden veelal het Europese succes: hierdoor werd het mogelijk om agra­ gemeenschappelijke landbouwbeleid en de suc­ rische belangen rechtstreeks in de politiek in cessen van Mansholt aangehaald. Na de Tweede te brengen. Bij een tweepartijenstelsel zouden Wereldoorlog zag Mansholt het als opdracht om agrarische belangen eerder worden afgewogen Nederland zelfvoorzienend te maken en om zo­ en uitgemiddeld. Joustra stelt het innoverend veel mogelijk deviezen te produceren. Dit leidde vermogen van de agrarische sector voorop bij het tot een enorme rationalisatie in de landbouw. succes van de agrarische sector. Ondanks de na­ Kooij en Meester benadrukken dat Nederland delen van dure grond, weinig ruimte en daarmee ook haar belangrijkste exportmarkt verlegde van een hoge kostprijs, weet de Nederlandse agrari­ Groot-Brittannië naar Duitsland, als economi­ sche sector toch steeds met nieuwe of betere pro­ sche locomotief van Europa, mogelijk gemaakt ducten te komen. Het goede ondernemerschap door het ontstaan van een gemeenschappelijke en het beschikken over een kennissysteem dat markt en stijgende welvaart in Europa. De praktijkbehoefte aan collectiviteit weet te kop­ landinrichting wordt als specifiek ruimtelijk pelen, maakt volgens Joustra het verschil, want ordeningsinstrument ingezet om het platteland van nature heeft de Nederlandse landbouw niet gereed te maken voor een rationele voedselpro­ zo veel voordelen. Rabbinge schrijft het succes ductie. Braks en Rabbinge verwijzen ook naar van de agrarische sector voor de Tweede wereld­ het succes van de landinrichting. Dit is voor een oorlog toe aan i) het organiseren van de markt­ goed deel door de overheid betaald; waardoor macht via het coöperatieve bedrijfsleven en 2) een bedrijfs- en omgevingstructuur ontstond die kennis en innovatie. je elders niet had.

Nad e 2e Wereldoorlog: 1945-1970 De conclusie is dat het succes van de Neder­ Na de Tweede Wereldoorlog ontstaan er nieuwe landse agrosector voor een groot deel is terug te niches: glastuinbouw en intensieve veehouderij voeren op goed ondernemerschap door in te spe­ (Meester). Grondslag voor de intensieve vee­ len op markfactoren: crisissituaties die aanzetten houderij is het binnenkomende graan uit inter­ tot vernieuwing of ander ondernemerschap, een nationale markten en toegenomen vraag naar geringe binnenlandse afzetmarkt die dwingt tot goederen met toegevoegde waarde (o.a. bacon) gerichtheid op het buitenland, het overschakelen vanuit bijvoorbeeld Engeland. Ook spelen demo­ van andere landen van protectionisme naar vrij­ grafische factoren volgens Meester een rol:vee l handel wat nieuwe kansen biedt, het benutten kleine bedrijven met relatief weinig grond en van demografische factoren (weinig grond) en veel beschikbare arbeid en dat past bijvoorbeeld de beschikbaarheid van veel arbeid door nieuwe

106 arbeidsintensieve niches opt ezoeken . Verder in deland - en tuinbouw is niet alleen ontstaan wordt hetsucce s toegeschreven aand e politiek vanwege debelangenbehartigin g an sich voor en deoverheid . Voor de Eerste Wereldoorlogbe­ een sterke marktpositie, maar ook vanwege alge­ treft dithe tvorme n vanee n Staatscommissie die mene emancipatoire en politieke overwegingen. veel ruimte biedt voor demark t en die faciliteert Braks gaat daarnaast alsenig e ino pd e specifieke via hetOVO-drieluik . Nad eTweed e Wereldoor­ productieomstandigheden vand elandbouw :d e log betreft ditd e introductie vand e PBO-struc- combinatie grond, arbeid en kapitaal diei néé n tuur, introductie vangemeenschappelij k Euro­ hand ligt. Datmaak t volgens Braks datd e sector pees landbouwbeleid en Nederlands ruimtelijk ook recht heeft opee nspecifiek e beleidsmatige ordeningsbeleid gericht ophe tverbetere nva n benadering. omstandigheden voor landbouwproductie. Na deTweed e Wereldoorlog: 1945-1070 Braks geeft ookaa nda te rvroege r 'monumenten 12.3 Succes door belangenbehartiging van beleid' opall e posten zaten ind e belangen­ behartiging. Metnam e na deTweed e Wereldoor­ In deze paragraaf wordt devraa g beantwoord in log ishe tagrocomple x sterk gegroeid. Volgens hoeverre hetsucce s vand e Nederlandse agrosec- Meester redeneerde deagrarisch e sector toen al tor is terug tevoere n opd e belangenbehartiging. veel meer vanuit devraagkan t envanui t de keten dan vanuit deboere n zelf, zeker in vergelijking Voord e 2eWereldoorlog : 1870-1940 tot andere landen. Deverhoudin g overheid,be ­ Zowel Braks alsMeeste r wijzen ophe t belang drijfsleven enpolitie k vormt in deze periode een van de zogenaamde Staatscommissie uit 1886 sterk groen front, ookwe l deijzere n driehoek en hetdoo r de Staatscommissie uitgebrachte genoemd. Ookd eijzere n driehoek tussen LNV, advies in 1890: deinstitutionel e bouwstenenva n het Landbouwschap end eTweed e Kamer wordt nu zijn toen algeïmplementeerd : het ontstaan genoemd alssuccesfactor . Ook het aanstellen van hetvee l geroemde OVO-drieluik (Onder­ van landbouwattaché's inhe tbuitenlan d droeg zoek, Voorlichting en Onderwijs). Het model bij aanhe tsucce s volgens Meester. van delandbouwpolitie k was omvoora l teinves ­ teren in kennis (faciliteren) enz omi n mogelijk De conclusie isdat de civil society zelf ookeen suc­ in te grijpen ind emarkt . Braks voegt daar het cesfactor is: uitsaamhorigheid en het streven naar streven naar saamhorigheid nogaa ntoe . Zo zijn marktmacht iscoöperatieve samenwerkingin ver­ de coöperaties weliswaar gestimuleerd door de schillende vormenaangegaan tussen agrariërs, niet overheid, maar opgericht vanuit desecto r zelf. alleen vanwege hetversterken vande marktpositie, Met hetontstaa n vandergelijk e instituties komt maar ook vanwege het biedenvan een sociaal vang­ ook hetstelse l vanbelangenbehartigin g op gang. net (vooral inhet katholieke Noord-Brabant en Braks benadrukt derol di ed e standsorganisaties Limburg met hetverder wegvallen vande rol van de gespeeld hebben tentijd e vand everzuiling . De katholieke kerk) omdat deoverheid nietsbood voor landbouworganisaties zorgden voor emancipatie­ kleine zelfstandigen. Landbouworganisatieszijn bewegingen binnen dezuilen , dieo phu n beurt daarmeeook uit emancipatie- en politieke overwe­ zorgden voor vernieuwing. Braks verwijst nietal ­ gingenvoort gekomen. De coöperaties worden na de leen naar deeducatiev e opdracht vand e stands­ Tweede Wereldoorlogaangevuld metde introductie organisaties (vanuit deoverhei d bezien), maar van Publiekrechtelijke Bedrijfsorganen (PBO),wat ook naar deemancipatoir e opdracht (vanuit de leidttot introductie van het Landbouwschap en de zelfstandige agrarische ondernemers gezien,di e productschappen.Hierin zijn zowel overheden als geen cent steun kregen vand eoverhei d en daar­ bedrijfsleven vertegenwoordigd, waarmeeniet dein­ mee volledig aangewezen waren opd emarkt . De drukgewekt wordtdat overheden overigens mee (be) boeren vielen buiten hetstelse l vansocial eze ­ sturen. kerheid). Dusd erelatie f grote organisatiegraad Deeerder (ziehet modelin hoofdstuk 4) gefor-

107 muleerde hypothese dat bijcrises eenberoep wordt Na 2e Wereldoorlog: 1945-1970 gedaanop publieke middelenwordt grotendeels be­ Vooral na de Tweede Wereldoorlog heeft de ken­ vestigd: DeStaatscommissie uit i8go ende daarbij nisinfrastructuur voor de land- en tuinbouw een behorende instituties na delandbouwcrisis ende forse groei doorgemaakt, gericht op voedselpro­ introductievan dePBO-structuur na deTweede We­ ductie voor voedselzekerheid en zelfvoorziening reldoorlog, alsmede eenruimtelijke ordeningspolitiek (Bukman), daarbij ondersteund door technolo­ gericht opbedrijfsversterking en gemeenschappelijk gische ontwikkeling (langer bewaren van pro­ Europees beleid worden doorde respondenten hiertoe ducten, beter verwerken, sneller transport etc.) genoemd. en gemeenschappelijk landbouwbeleid. Braks benadrukt dat de monetair compenserende be­ dragen uit Brussel niet werden uitgekeerd aan de 12.4 Succes door het kennissysteem van boeren, maar geïnvesteerd werden in kennis en de Nederlandse agrosector onderzoek. Dat is volgens Braks een succesfactor, waarin Nederland verschilt van andere landen. In deze paragraaf staat de vraag centraal in hoe­ De conclusie is dat de bijdrage van het OVO- verre het succes van de Nederlandse agrosector drieluik succesvol is geweest, maar daarbij wordt kan worden teruggevoerd op het kennissysteem. dit succes niet zondermeer toegeschreven aan het OVO-drieluik zelf en daarmee ook niet direct Voord e 2e Wereldoorlog: 1870-1940 aan de faciliterende overheid. Met name vanuit Braks benadrukt het succes van het OVO-drie- de.wetenscha p wordt benadrukt dat agrariërs luik in deze periode. Nederland heeft er daarmee leergierig waren en dat ook de landbouw zelf een echt voor gekozen om te investeren in de ken­ spilwa s in het succes: zonder goede landbouw- nisinfrastructuur en ook nog eens op alle lagen voorbeelden (kenniscreatie) valt er ook geen ken­ en schaalniveaus: van ambachts- tot landbouwho­ nis over te dragen (kennisdelen). Typerend voor geschool. Van der Ploeg en Kooij draaien die re­ de nadruk op kennis is dat Nederland de mone­ denering om: omdat de landbouwsector zo sterk taire compenserende bedragen uit Brussel niet was, ook maatschappelijk en politiek gezien, kon­ uitkeerde, maar investeerde in onderzoek. den belangenbehartiging en het kennissysteem complementair zijn. Niet het OVO-drieluik heeft bijgedragen aan de successen van de landbouw, 12.5 Veranderingen en de huidige stand maar de krachtige boerenlandbouw heeft bij­ van zaken in de Nederlandse agrosector: gedragen aan het succes van het OVO-drieluik. 1970-2007 Meester wijst in dit kader op het redelijk unieke karakter van het Nederlandse OVO-drieluik in Rabbinge noemt zeven factoren waardoor de Europa. Het kennissysteem in andere landen was agrarische sector in deze periode met fundamen­ veel meer verdeeld, ook omdat die landen vaak tele veranderingen werd geconfronteerd. Dat zijn groter en weer in regio's verdeeld waren. De aan­ volgens hem de volgende: sturing van het onderzoek werd volgens Meester 1) Het ontstaan van een hoog productieve en voor een groot deel door de sector aangestuurd. dierintensieve landbouw; Kooij daarentegen gelooft niet zo in het succes 2) Het keten denken is steeds meer geïnte­ van het OVO-drieluik. De agrarische sector heeft greerd: productieketens zijn sterk op het zich volgens hem wel leergierig opgesteld en is aspect van arbeid, voeding en gezondheid en hier mede door de open markt ook toe gedwon­ dierenwelzijn; gen. Het OVO-drieluik wordt volgens hem nu te 3) Verbreding van de doeleinden is gaan tellen: vaak als een succesverhaal van aansturing door milieu en andere doelen zoals natuur, land­ de rijksoverheid gebracht. De verbinding tussen schap, recreatie en veiligheid; Onderzoek / Voorlichting en Onderwijs was veel 4) Het karakter van de agrarische sector isver ­ minder sterk dan nu vaak gesuggereerd wordt. anderd van ambachtelijk naar industrieel.

108 Het meest sterk heeft dieveranderin g zich Verbreding van kennissysteem enverbredin g voltrokken ind etuinbouw , maar ooki nd e van ministerie intensieve veehouderij en de melkveehouderij Deze ontwikkelingen hebben uiteraard gevol­ was dataa nd eorde ; gen gehad voor debelangenbehartigin g enhe t 5) Erword t steeds meer gekeken naar de relatie kennissysteem in onsland . Het kennissysteem tussen voedsel en gezondheid ene ri s meer werd mino f meer 'gedwongen' omme et e be­ belangstelling voor de non-food; wegen. Ditleidd e ondermeer totverbredin gva n 6) Deimplosi e vanhe tCorp s Diplomatique de Landbouw Hogeschool naar watWageninge n Agricole: deinvloe d iswa t verminderd; UR nu is:oo kgerich t opmultifunctionalitei t en 7) HetOVO-drielui k datnie t meer werkt omdat misschien welmee r gericht opd eindustri e en producenten steeds meer zelf gaan doen. de negatieve externe effecten (milieu) dano pd e landbouw zelf. Debelangenbehartigin g wordt Ook deander e respondenten zagen in deze peri­ in hetdefensie f gedrongen. HetMinisteri eva n ode kantelpunten vanverandering . Deze worden L&Vword t omgevormd naar LNVe n later wordt hieronder weergegeven. de vva nvisseri j veranderd ind ev va nvoedsel ­ kwaliteit (oprichting VWAe n Directie voedsel­ Ontkenning van productieproblemen t.a.v.mi ­ veiligheid en diergezondheid). lieue nmark t Het keerpunt voor de succesvolle Nederlandse Moeizame bijsturing agrosector komt in dejare n zeventig waarbij de Na deontkennin g door deagrarisch e sector groei vand e sector ophaa r grenzen stuit.D e kwam debijsturing . Deagrarisch e sector kreeg negatieve effecten vanhe tdoorslaa n vand epro ­ steeds meer moeite omd edynamie k vanhe tver ­ ductie worden duidelijk: mest, bestrijdingsmid­ anderingsproces bijt ehouden . De Nederlandse delen, productieoverschotten. Die problemen agrosector was altijd sterk en innovatief, maar worden eerst lang ontkend door de agrarische toen hetslech t ging wisten zezic h slecht tever ­ sector. Maar zijka nnie t tegenhouden dat maat­ kopen. Voor hetcompensere n vand e negatieve schappelijke issues in deze periode belangrijker externe effecten waren volgens Meester defisca­ worden danvoedselproducti e en steeds meer le en financiële prikkels onvoldoende. Delaatst e maatschappelijke en politieke aandacht krijgen. jaren isdaari n sterk verbetering gekomen. Er ontstaat eenkantelend e beeldvorming (Schel­ haas): 'overschotten deugen niet' en 'helft van Scheuren in PBO-structuur Europees geld gaat opaa n landbouwsubsidies. In dejare n negentig ontstaan ookd e eerste Schande!'. Destemmin g keert zich meer en scheuren ind e PBO-structuur: het Landbouw­ meer tegen delandbouw . Delandbou w verliest schap valt weg ene rkom t steeds meer discussie hiermee ooksteed s meer slagen in politiek en over hetvoortbestaa n vand e Productschappen publicitair opzicht. en deeventuel e vorm waarin. De belangenbehar­ tiging door het Landbouwschap stortte volgens Internationalisering en liberalisering Meester inomda t mennie t wist hoe zeme td e Met de EU-uitbreiding , GATT/WTO-onderhan- kritiek vanbuite n om moest gaan enho eme n delingen end etoenemend e politieke inzet op moest reageren opnieuw e uitdagingen. Kooij neo-liberaal beleid (halverwege dejare n tachtig) noemt twee redenen voor deteloorgan gva n ontstaat ookno geen s eenomslagpun t van be­ het Landbouwschap enee ntoenemend e druk scherming naar vrije handel (dominantieva n op de PBO-structuur: i) deactie s vand e vrije marktdenken). Volgens Schelhaas ise r sprake boeren en 2)d evormin g vand e Europese Unie. van eenverschuivin g vanhe t Rijnlandse naar het De macht vand e PBO's isvolgen s Meester '* Anglo-Saksische model. De productie-eenheden steeds meer overgenomen door departner s in worden ook vanaf toen inee nsne l tempo groter de sector zelf.Volgen s Maat hebben actiesva n door fusies en opschaling. vrije boeren erweini g meeva ndoe n gehad. Het

109 Landbouwschap sneuvelde omdat de regionale Niet alleen onderscheiden op kostprijs landbouworganisaties opgingen in één landelijke De Nederlandse landbouw moet het in deze LTO-organisatie. periode niet langer hebben van kostprijsverla­ ging (alle geïnterviewden), maar van duurzaam Schaalvergroting en beperkte politieke invloed produceren. Dit zorgt voor een goede concur­ Er is sprake van een afnemend aantal boeren. De rentiepositie van de Nederlandse landbouw. De boeren worden gedwongen tot schaalvergroting agrosector wil graag dat in andere landen gelijke vanwege het laag houden van de kostprijs. Land­ eisen gesteld worden vanuit duurzaamheid, van­ bouw komt als politieke factor steeds lager op de wege een open gemeenschappelijke markt; ge­ maatschappelijke en politieke agenda te staan, lijke concurrentieomstandigheden zijn derhalve andere issues worden belangrijker. Dit leidt essentieel. Het betekent niet dat we niet zouden ook tot omvorming van het Ministerie van LNV moeten streven naar kostenoptimalisatie, maar tot een meer algemeen dienend ministerie. De niet eenzijdig. Het betekent overgaan op andere electorale kracht van boeren is sterk afgenomen marktsegmenten. Een vergelijking is te maken en daarmee ook de politieke invloed (Braks). De met de scheepsbouw en de textielindustrie in politieke kleur van de Minister is niet meer een Nederland: je moet tegenwoordig hoogwaardige, monopolie van het CDA:den k aan Van Aartsen gespecialiseerde producten maken om te kun­ (WD), Apotheker en Brinkhorst (D'66). Het is nen overleven. Het is geen dichotomie van bulk soms het allerlaatste ministerie waarvoor par­ versus regionale producten, maar van bulk ver­ tijen opteren in een kabinetsformatie. sus hoogwaardige, gespecialiseerde producten. Dat kunnen biologische of streekproducten zijn, Ketenomkering maar evengoed de nicheproducten (trostomaten Agrariërs krijgen ook steeds meer te maken en dergelijke). met eisen vanuit de keten waar zij deel van uit­ maken. Met name de retail en de verwerkende Waardendiscussies in een verkeerde context industrie stellen eisen aan de agrariërs. Volgens Erworde n volgens de respondenten veel 'ver­ Van der Ploeg is sprake van het ontstaan van zo­ keerde discussies' in de maatschappij en de genaamde voedselimperia: enkele grote multina­ politiek gevoerd. Met name Rabbinge, Meijer, tionals die de markt controleren, wat ten nadele Bukman en Meester verwijzen hiernaar. Om­ uitwerkt van de agrariërs. Andere geïnterview­ trent agribusiness-parken bijvoorbeeld (Rab­ den zien in de ketenomkering eerder kansen binge), omtrent duurzaamheid van transport dan bedreigingen. Zij houden pleidooien voor (bijvoorbeeld Meijer over Brazilië en Frankrijk), het nog meer van buiten naar binnen kijken: omtrent transport van voedsel over de hele we­ van de consument naar de agro-sector, in plaats reld (Bukman) en over het welzijn van kippen in vanuit de agrariër naar buiten. Dit betekent een de stal (Meester: over Thailand en Brazilië). Er omkering van de keten-benadering: from fork ontstaan waardendiscussies die niet in de goede to farm. Niet meer aanbodgericht werken, maar context worden gevoerd. Ook Schelhaas en Van vraaggericht werken. Zo dicht mogelijk bij con­ der Ploeg constateren dit, maar zij vinden dat de sument beginnen, bij de detailhandel (Meester, politieke en maatschappelijke discussies over de Bukman, Meijer). Daarbij is ook van belang om toekomst van de sector te veel meegaan in het te weten wat de eisen zijn van de internationale neo-liberale marktdenken. voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast moet de Transitie van de Nederlandse landbouw is al­ agrarische sector aan haar PR blijven werken les behalve een puur nationale aangelegenheid richting consumenten (Maat).Vee l mensen heb­ (Meester). Het betekent niet alleen een analyse ben geen idee wat wij als landbouw betekenen van de internationale marktkansen, maar ook voor de economie, de werkgelegenheid en voed­ van de internationale regelgeving en regelgeving sel bijvoorbeeld. van lidstaten. De meeste geïnterviewden zoeken naar een transformatie van de landbouw waarbij het neo-liberale systeem als een gegeven wordt socieert zich volgens hem te veel met de deelbe­ beschouwd. Op Jan Douwe Van der Ploeg na, langen van de industrie. Van der Ploeg vindt ook die pleit voor de herordening van de neo-liberale dat de Rijksoverheid verantwoording weggeeft landbouwproductie en voedselmarkten (niet de die zij niet meer kan hernemen: via markt en wereldbevolking maar de voedselimperia worden civil society verschuift de macht uiteindelijk naar gevoed). Hier komt overigens ook de verschil­ het neoliberaal model en de vervlechting met de lende disciplinaire achtergronden van de respon­ supranationale niveaus, zoals de EU en de WTO. denten om de hoek kijken: de socioloog versus Van der Ploeg gelooft er in dat de wal in dit geval het economen-denken, wat leidt tot verschillende op een gegeven momenten het schip zal keren discoursen. en hij gelooft in zelforganisatie als antwoord op ontheemding. Wenselijkheid van liberalisering? Maat geeft aan dat als hij de keuze krijgt voor­ De geïnterviewden verschillen sterk in het gelegd voor overheidsinvloed, markt of civil denken over liberalisering. Van der Ploeg en society hij nadrukkelijk voor het laatste kiest, Schelhaas verzetten zich tegen het huidige neo- wat neerkomt op marktafspraken maken met liberalisme in en om de sector, elk op hun eigen maatschappelijke organisaties en die vastleggen manier. Andere respondenten vinden het realis­ in convenanten. tischer om het neo-liberalisme als een gegeven te beschouwen. Volgens Schelhaas zullen span­ Ketenspecialisatie of verbreding? ningen en paradoxen die zich uiten in verschil­ Er is verschil van mening russen de responden­ lende crises het pure marktdenken afzwakken ten als het gaat om ketengespecialiseerde bedrij­ en tot meer overheidssturing en sturing vanuit ven versus verbrede landbouwbedrijven. Maat de civil society leiden (gemengde economie). Van noemt als kracht van ons land de sterke agribusi­ der Ploeg vindt dat er te weinig oog is voor de ness en als toekomstige ontwikkeling het inter­ achterliggende waarden van het kapitalistische nationaal sterker worden in de agri-business. systeem die als drijvende krachten opereren, Maat vindt het reactief tegenhouden geen suc­ zoals het verwerven van controle over bepaalde ces, het zorgt voor achterstand, zeker als expor­ marktsegmenten, het creëren van competitieve terende sector. LTOwerk t meer en meer samen voordelen door exclusieve toegang tot nieuwe met de agribusiness en de coöperaties. Maat technologieën, het opvoeren van de beurswaarde wijst er verder op dat de agrarische sector zich de en het opvoeren van winst en marktaandeel. Al­ afgelopen decennia heel sterk heeft ontwikkeld. les moet bijdragen aan het verstevigen van de Tweederde deel van de totale agrarische produc­ positie van enkele grote ondernemingen, door tie is vrije markt, die producenten hebben wei­ hem voedselimperia genoemd. Volgens Van der nig of niks van doen met Brusselse regelingen. Ploeg streven wij naar overbrugbaarheid in tijd De sectoren die wel EU-premies en inkomsten­ en ruimte van landbouwproducten (technische toeslagen zijn gerelateerd aan de grondgebonden verbeteringen voor bewaartijd en verbetering landbouw: akkerbouwers een rundveehouders, van logistiek) om zo het marktaandeel voor grote die een belangrijk deel van de open ruimte en ondernemingen te vergroten. Van der Ploeg zet het landschap verzorgen. zich hiertegen af, evenals tegen meer onderzoek Omtrent multifunctionele landbouw is er vol­ en innovatie dat hierop is gericht. Van der Ploeg gens Bukman geen politiek duurzaam land­ geeft aan dat kennis en belangenbehartiging ge­ bouwbeleid. Als maatschappij willen we een richt op de undercover waarden van het kapita­ multifunctionele landbouw, maar de landbouw listische systeem niet de oplossing vormen, maar moet wel zelfde kost verdienen. Als een functie juist als deel van het probleem voor duurzame een lagere prioriteit krijgt vanuit de politiek of waarden gezien kan worden. Waar Meester, de maatschappij, wordt eigenlijk van de agra­ riër verwacht dat het bedrijf wordt aangepast. Maat en Meijer blij zijn dat LTOzic h richt op de Nieuwe discussies over zelfvoorziening op het voorlopers, betreurt Van der Ploeg dat. LTOas ­ gebied van voedsel vindt Bukman te ver van de uit aan de huidige generatie boeren, maar inves­ realiteit staan. Dat is een ontkenning van de teert het in de markt, waardoor betere prijzen globalisering. Veel respondenten onderkennen voor de boeren gerealiseerd worden. LTO Noord dat landbouw een economische activiteit is en is minder gefortuneerd en kiest voor een brede blijft. Volgens Schelhaas zweert LTOwe l te veel belangenbehartiging met als leidend thema bij de vrije markt. Volgens Schelhaas is het de perspectief voor de agrarische ondernemers en vraag of het neo-liberalisme in de huidige vorm ruimte om te kunnen ondernemen.. blijft bestaan. Schelhaas verwijst hierbij naar het De landbouw wordt geconfronteerd met een ver­ opkomen van de BRIC-landen (Brazilië, Rus­ dergaande internationalisering en globalisering. land, India en China). Zij hebben hun succes te Het succes tot nu toe is ook te danken aan de danken aan een gemengde economie en niet aan goede sociale en economische structuur (ban­ een vrije markt. ken). De landbouw is gericht op internationale Schelhaast legt een nadrukkelijk verband tussen concurrentie en streeft naar een landbouw met het groeien van de EU en het kiezen voor markt­ een paritair inkomen door in de concurrentie werking. Met 25lande n in de EU is niet tot ge­ vooral meerwaarde te creëren: vooral door niches meenschappelijk beleid te komen. De oplossing en toevoeging van kennis of waarden. waar de overheden voor kiezen is 'laat de markt het maar doen'. Ook Maat ziet dat het moeilijker Belangenbehartiging: LTO,productschappe n en is dan vroeger om tot gemeenschappelijk beleid coöperaties te komen, maar benadrukt vooral de fragmen­ Kooij ziet dat de gewestelijke organisaties, zoals tatie binnen de EU.Waa r vroeger een soort ge­ ZLTOe n LTO Noord, bij LTO Nederland mo­ meenschappelijk Europees marktplan was, zijn menteel hetzelfde uithalen als LTOdestijd s bij er nu verschillende afdelingen, DG's die afzon­ het Landbouwschap. Zij ondergraven de lande­ derlijk opereren. De globalisering leidt er ook toe lijke organisatie. Kooij denkt dat er meer nodig dat LTONederlan d actiefis in de COP A (koepel is dan alleen reorganisaties bij de agrarische be­ van landbouworganisaties in Europa) en de IFAP langenbehartiging. Het overstappen van het sy­ (wereldwijde organisatie voor agrarische produ­ steem van regulering op marktwerking betekent centen. LTO Nederland beweegt zich daarmee in ook een omschakeling van gemeenschappelijk verschillende netwerken op verschillende schaal­ landbouwbeleid naar individueel ondernemer­ niveaus. Volgens Maat ligt daar de kracht van schap. Bij marktwerking komt het volgens Kooij LTO Nederland: op basis van vertrouwen opere­ meer aan op individueel ondernemerschap dan ren in netwerken. Een informele maatschappij op organisaties die de richting aangeven. Kooij moet het volgens Maat hebben van contacten. gelooft daarmee niet in de faciliterende werking Schelhaas betreurt dat de EU de melkquotering die van de belangenbehartiging en het kennissy­ heeft opgegeven, omdat hij niet gelooft in vrije steem uitgaan om te innoveren in de agrarische marktwerking bij agrarische markten. Dat bete­ sector. Kooij zoekt het veel meer in belangenbe­ kent volgens hem een valse vrijheid voor boeren: hartiging door individuele ondernemers, men­ we kunnen produceren wat we willen. Schel­ sen die sleutelposities innemen om op meerdere haas wijst verder op de tanende invloed van het schaalniveaus (lokaal, regionaal, nationaal en westen: de Wereldbank wordt gepasseerd door internationaal) en tussen meerdere domeinen China. (overheid, markt en civil society) te kunnen scha­ kelen, ofwel agrariërs als netwerkende onderne­ De respondenten constateren inzake de ontwik­ mers. Het opereren in een geglobaliseerde we­ kelingen in de belangenbehartiging dat de ZLTO reld en in een gefragmenteerde wereld (een ke­ er vooral met haar bedrijfsactiviteiten momen­ ten met veel schakels) vergroot de complexiteit. teel sterk voor staat. De ZLTO is zo rijk gewor­ Alleen wie de kans ziet om hier geïntegreerde den door een terugtredende overheid die de beelden op na te houden, behoudt het overzicht. kadavers van koeien en varkens niet meer wilde Productschappen lijken alleen nog van betekenis ruimen. Ook de ZLTO keert het geld niet direct te zijn als de sector verdeeld is. Opschaling van daarvoor met name in het verleden (jaren negen­ bedrijven maakt productschappen overbodig. tig) veel meer hebben ingezet op eigen profile­ Volgens foustra is de meerwaarde van product­ ring dan op gezamenlijke standpunten. Joustra schappen dat zij geld bijeenbrengen en in niet onderkent dat de discussies over agrarische or­ onbelangrijke mate collectieve zaken financie­ ganisaties noodzakelijk zijn, maar er moet naar ren. Een productschap heeft de keten, echter de toekomst toe wel zorgvuldig mee om worden zonder de consument die uiteindelijk beslist gegaan, omdat het kwijtraken makkelijker is dan over de hele keten. Maar het is natuurlijk bui­ het weer opbouwen. tengewoon evident dat we een maatschappij zijn geworden van onderlinge afhankelijkheden. Er is Kennis bijna geen enkele organisatie die alles kan beslis­ De teloorgang van het OVO-drieluik schrijft sen. Rabbinge vindt de meerwaarde van de PBO Meester toe aan de verzakelijking onder agra­ de schakel tussen puur staat en puur particulie­ riërs, waardoor de Vui t het OVO-drieluik viel. ren. Rabbinge vindt het overigens vreemd dat nu Landbouworganisaties bepalen niet meer waar juist partijen als D'66 en WD ageren tegen de het onderzoeksgeld aan wordt besteed, maar productschappen. D'66 en WD bepleiten het de ondernemers zelf. De aansturing van het primaat van de politiek maar stellen zich daar­ onderzoek is daarmee diffuser geworden. Er is mee in de ogen van Rabbinge zeer etatistisch en wel behoefte aan nieuwe research en nieuwe weinig liberaal op.Wa t LTONederlan d betreft opleidingen. Volgens Laan is er geen sprake krijgen de productschappen vooral een facilite- meer van een nationaal kennissysteem, maar rende rol (Maat). LTO Nederland vindat dat de van een internationaal kennissysteem. Laan wil taken en werkzaamheden van de PBO vooral gerenommeerde onderzoekers als Rabbinge dui­ collectieve meerwaarde hebben, zoals in de sfeer delijker de onderzoeksagenda in Nederland laten van onderzoek, diergezondheidszorg e.d.. LTO bepalen. Juist op aanpalende terreinen van de Nederland hanteert hierbij het adagium: regel landbouw ontbreekt de noodzakelijk kennis, zo­ publiek wat publiek moet en privaat wat privaat als op het gebied van energie efficiëntie of emis­ kan (Maat). siereductie (Laan) of procestechnologie (Meijer). Er is momenteel veel discussie over verschui­ Laan vindt dat er binnen Wageningen UR nog vingen in de taakverdeling tussen LTO Neder­ te weinig met één mond gesproken wordt: niet land, ZLTO, LTO-Noord, LLTB,coöperatie s en eenzijdig één kant van een verhaal belichten, productschappen. Veel interne energie gaat naar maar de gehele discussie belichten en bereid zijn binnen zitten, in plaats van afgestemd gezamen­ om dat uit te dragen. Het ontbreken hiervan ver­ lijk in te spelen op de toekomstige ontwikkelin­ oorzaakt verwarring. Het straalt minder kracht gen. Dat verschilt overigens wel per sector. Het uit. Laan wil meer kracht, meer één geluid van­ Productschap Zuivel heeft de belangenbehar- uit Wageningen. tigingsfunctie alvaarwe l gezegd. Bij vlees is er Van der Ploeg en Kooij willen pluralisme. Dat ook nog maar één grote vleesverwerker: VION. geeft rijkdom in crisissituaties. Laan zou graag Het Productschap Veee n Vlees is daarmee in zien dat de overheid wat van het engagement zwaar weer gekomen, omdat de deelnemende en de kennisontwikkeling van Ngo's zou over­ organisaties daar niet goed op weten te reageren nemen: wat doen overheden met de kennis van en het ook telkens fundamenteel oneens zijn NGO's, waarom weet men bij EZ niets van Ame­ met elkaar. De akkerbouw en de tuinbouw ken­ rikaanse bestsellers over vernieuwing en derge­ nen weer een andere situatie. In alle gevallen lijke? Meijer vindt het frappant dat EZ meer trek­ geldt wel dat er een trend gaande is dat de grote ker is rond de agribusiness dan LNV. bedrijven in de keten de belangenbehartigings- De zogenaamde BRIC-landen handelen volgens functie overnemen van de productschappen. Laan pro-actiever op het gebied van het aan­ De respondenten geloven niet in een groene wenden van grondstoffen voor energie dan het SER. Maat stelt dat milieu- en natuurorganisaties Westen en dat mogen de westerse overheden

113 zich aanrekenen. Laan vindt dat de overheid gen (anno 2008) als productschaarste, voor een een bedenkelijke rol speelt als het gaat om het deel kunstmatig veroorzaakt door het energiebe­ aanzwengelen van vernieuwing van bijvoorbeeld leid en deels door groei bij Aziatische landen. duurzame vormen van energie. Zij hanteert ver­ Het producerend vermogen en de omvang van keerde stimuleringsmaatregelen (beredeneerd de Nederlandse landbouwproductie staan daar­ vanuit Lifecycle Assessments) en is teveel gericht mee ineens weer op de (kennis)agenda. Joustra op het gevestigde bedrijfsleven. verwacht dat deze twee richtingen binnenkort Kooij geeft aan dat de belangenbehartiging en weer samen zullen komen: de kwantitatieve het kennissysteem niet meer, zoals in de negen­ component hergewaardeerd vanuit de kwalita­ tiende en twintigste eeuw het geval was, natio­ tieve component. Joustra benadrukt dat discus­ naal georiënteerd kan zijn en de handel interna­ sies over instituties afleiden van de inhoud. tionaal. In de negentiende en de twintigste eeuw Nederland heeft een systeem weten op te zetten waren er veel tussenschakels tussen agrariërs en dat een verbinding heeft weten te maken tussen de afnemers. De tussenhandel tierde welig. En praktijkbehoefte en tussenvormen van collectivi­ toch was het overzichtelijker dan nu met grote teit en vanuit dat oogpunt springt het onderzoek bedrijven op grote afstanden. Om zicht te hou­ er voor Joustra uit, zeker als hij de agrarische den op de internationale stromen zijn niet meer sector vergelijkt met andere beleidsterreinen die de coöperaties of de tussenhandelaren nodig, hij goed kent, zoals de sociale zekerheid ofveilig ­ maar partijen die alle niveaus overzien. heid. Kooij ziet een beweging waarin Wageningen UR Rabbinge constateert dat de agrarische sector steeds meer dienstbaar wordt aan de industrie in zelf steeds meer onderzoek verricht. Het kennis­ plaats van aan de landbouw. Hij signaleert zelfs systeem moet volgens hem veel meer participa­ dat grote bedrijven hun laboratoria stop zetten, tief onderzoek doen en veel meer luisteren. Rab­ omdat het goedkoper is om hun kennis viaWa ­ binge is voorstander van een model binnen de geningen UR verkrijgen. Misschien moet Wage­ Wageningen UR waar de Stichting Dienst Land­ ningen UR het dan helemaal toegepast maken: bouwkundig Onderzoek (DLO) volledig opgaat zelf ook goed verdienen aan*verbeteringe n in de in de universiteitsstructuur, maar er tegelijk voor markt. Meester geeft daarentegen aan dat veel zorgt dat Wageningen UR actief blijft in bijvoor­ bedrijven juist eigen R&D-afdelingen hebben en beeld de regio's. Hij pleit voor het opgaan van de de collectieve kennisinfrastructuur niet meer no­ Stichting DLO binnen de universiteit, mede om dig hebben. Overigens ziet Meester het kennis­ excellent te kunnen blijven. De buitenwereld ziet systeem nog maar beperkt meegroeien met de hoogleraren toch als een garantiecertificaat voor veranderingen in de structuur van de sector. dat excelleren. Wageningen UR moet volgens Voor Wageningen UR ziet Meester dat vanwege Rabbinge nog veel meer gebruik maken van haar de door de EU en WTO aangedreven liberali­ internationale positie, met name door interna­ sering in de dienstensector naar verwachting tionale bedrijven in het voetspoor van vooraan­ publiek onderzoek steeds meer openbaar aan­ staande wetenschappers mee te nemen. besteed (getenderd) zal moeten worden en ook de Europese aanbestedingsregels lijken de DLO De conclusie is dat er vele omslagpunten zijn instituten van Wageningen UR steeds meer te aan te wijzen waardoor de agrarische sector het dwingen om als onderdeel van de Wageningse moeilijker heeft gekregen sinds de jaren 70 van Universiteit te opereren. Joustra ziet dat het ken­ de vorige eeuw: het ontkennen van de produc­ nissysteem integraler van karakter is geworden: tieproblemen voor het milieu en de markt (over­ de aandacht is niet meer gericht op zoveel mo­ schotten), internationalisering en liberalisering gelijk produceren, maar ook op ketendenken en via uitbreiding van de EU en WTO-onderhande- op productieomstandigheden. Joustra verwacht lingen, verbreding van het kennissysteem en ver­ dat dit door zal zetten, maar maakt hier wel een breding van het ministerie vanwege verbreding kanttekening bij vanwege huidige ontwikkelin­ en ketenverlenging en vanwege toenemende

114 raakvlakken met andere beleidsterreinen. Er is verschillende scenario's. Voor een weergave van sprake van moeizame bijsturing zowel vanuit die scenario's verwijzen wij naar hoofdstuk 6. overheden als door de agrariërs en hun belan­ Allereerst is nagegaan of de respondenten de as­ genorganisaties zelf. Er ontstaan scheuren in sen van de scenario's onderschrijven. Vervolgens PBO-structuur. Het proces van schaalvergroting is nagegaan hoe zij de toekomstontwikkelingen zet door en de politieke invloed van de agrosec- binnen de verschillende scenario's zien. Bij het tor is tanende. Agrariërs kunnen zich niet alleen schetsen van de toekomstige ontwikkelingen in meer onderscheiden via de kostprijs van hun de landbouw valt op dat de respondenten terug­ producten. Er ontstaan politieke en maatschap­ grijpen op sturing vanuit verschillende domei­ pelijke waardendiscussies over ketenspecialisatie nen (overheid, markt en maatschappelijke orga­ en verbreding en over de wenselijkheid van libe­ nisaties), waarbij de respondenten veelal een mix ralisering. voorstaan van de drie domeinen in de toekomst, Uiteraard hebben al deze omslagpunten ook ge­ en waarbij die mix qua voorgestane vorm kan volgen voor de belangenbehartiging en het ken­ verschillen. nissysteem van de Nederlandse agrosector. Er is Daarnaast maken de respondenten onderscheid omtrent belangenbehartiging en het investeren in schaalniveaus waarop zij de ontwikkelingen in kennis sprake van een duidelijke verzakelij­ betrekken. Dat varieert van het individuele king onder agrarische ondernemers. Agrariërs schaalniveau van de agrarische ondernemer tot willen zien welke belangen behartigd worden de wereldhandel. Veelal refereren de responden­ met hun geld door agrarische belangenorganisa­ ten aan een verdergaande regionalisering en/of ties. Coöperaties worden binnen sommige agra­ internationalisering als de twee mogelijke toe­ rische sectoren grote multinationale onderne­ komstrichtingen voor de Nederlandse landbouw. mingen met een monopolie of oligopoliepositie. Dit geeft aan dat de respondenten de assen van Daarmee wordt de invloed van de productschap­ de scenario's onderkennen: de sturingsas (meer pen minder groot. of minder overheid) en de as van dynamiek ver­ In de belangenbehartiging richten LTO Neder­ sus conservering. land en de ZLTOe n de LLTBzic h meer op de Er doen zich volgens de respondenten twee agribusiness Veel energie keert zich bij de taak­ dominante verschillende ontwikkelingen in de afstemming naar binnen, in plaats van dat wordt toekomst voor: naar grootschaligheid en ketenin- ingespeeld op externe ontwikkelingen en trends. tegratie en naar verbrede landbouw. Het goede nieuws is dat de organisaties nu op een punt van herbezinning lijken te zijn aange­ Naar grootschaligheid en ketenintegratie komen. Rabbinge stelt zich de vraag waar de nieuwe agri- Omtrent kennis bepalen agrarische onderne­ businessparken moeten komen. Concentratie mers zelf meer waar onderzoeksgeld aan wordt van nieuwe technische vormen van landbouw op besteed. Ondernemers proberen zelf verschillen­ bedrijventerreinen of in de haven? Ook Meijer de schaalniveaus qua kennis aan elkaar te koppe­ geeft aan dat concentratie van bijvoorbeeld de len. Wageningen UR en het bedrijfsleven komen toeleverende industrie in de haven naast efficiën­ op andere voet tot elkaar te staan, met name als tie winst vooral ook ruimtewinst voor de rest van het gaat om R&D. Nederland kan betekenen. Rabbinge stelt ook dat de landbouw in dit opzicht weer op de pla­ nologische kaart gezet moet worden. Landbouw 12.6 Toekomstige ontwikkelingen lijkt nu sluitpost van de ruimtelijke ordening te zijn of de verdediging van oude belangen. Rab­ In deze paragraaf worden twee vragen beant­ binge vindt ook dat de ruimtelijke ordening% e woord die betrekking hebben op mogelijke toe­ veel wordt aangepast aan de bedrijfsvoering, in komstige ontwikkelingen in de belangenbehar­ plaats van de bedrijfsvoering aan de ruimtelijke tiging en de kennisinfrastructuur bij of binnen ordening. Voor de grondgebonden landbouw

«5 vindt Rabbinge het landinrichtingsinstrument politiek ingezet (vooral D'66, WD en PW wil­ het meest geschikt en voor de niet-grondgebon- len productschappen afschaffen). den landbouw kan gebiedsontwikkeling worden Meijer geeft aan dat er ontwikkelingen zijn in ingezet. Er dienen daarbij wel vereveningscon­ de richting van één productschap, waarbij de structies te worden ingevoerd omdat anders de gemeenschappelijke taken samen worden on­ nadelen bij de individuele ondernemer komen te dernomen. Maar de culturen, achterbannen en liggen: bijvoorbeeld het betalen van een hogere markten verschillen nog te veelvoo r een totale OZB-belasting omdat een ondernemer zichves ­ samenvoeging van de productschappen als ver­ tigt op een bedrijventerrein en daarmee als indu­ tegenwoordigers van alle sectoren (Schelhaas strie wordt aangemerkt. en Meijer). Daarnaast wordt de invloed van externe partijen op de landbouw steeds groter: Naaree n verbrede, regionale landbouw maatschappelijke organisaties en de politiek Vraag is hoe de verbrede landbouw in ons land (denk aan de Partij voor de Dieren) zullen als zich gaat ontwikkelen, mede in connotatie met vertegenwoordigers van consumenten of burgers regionale economie? Verbrede landbouw moet steeds meer eisen stellen aan de toelevering aan veel meer in de context van de regio worden ge­ de landbouw, de landbouw zelf en de verwerking zien. De EU geeft hier ook duidelijke impulsen van de landbouwproducten. aan via LEADER, Life en POP. De inkomens­ ondersteuning wordt steeds meer gekoppeld Kennis aan verlenen van maatschappelijke diensten. In Rabbinge bejubelt evenals de meeste andere res­ Brussel gaat de trend heel duidelijk van gemeen­ pondenten het Nederlandse kennissysteem. Zijn schappelijk landbouwbeleid naar gemeenschap­ stelling is dat Nederland, ondanks alle recente pelijk plattelandsbeleid. Dat biedt zeker kansen ontwikkelingen, toch haar positie in de wereld­ voor de grondgebonden landbouw in ons land. top weet te handhaven. Volgens Rabbinge is dit Het inzetten op de duurzaamheidsagenda in de te danken aan het coöperatief ondernemen en volle breedte, dus ofhe t nu gaat om gangbare aan de overheid die de agrarische sector hiertoe landbouw ofo m verbrede landbouw (Maat). in staat stelt, bijvoorbeeld door nog steeds geld in de kennisinfrastructuur te steken. Joustra Belangenbehartiging stelt in dit opzicht dat naar de toekomst toe ken­ De agrarische belangenorganisaties zijn vol­ nisbundeling als middel gezien moet worden, gens sommige respondenten vooral gericht en niet als doel op zich. Bundeling vergroot vaak op de achterblijvers en niet op de voorlopers. de invloed, maar het moet geen grootste ge­ Rabbinge vindt het een nobel streven dat de mene deler worden. Er moet ruimte blijven voor agrarische organisaties meer gericht willen zijn dwarsdenkers en in die zin sluit Joustra zich bij op de voorlopers. Hij vindt het goed dat zij niet Van der Ploeg en Kooij aan. Braks ziet construc­ meer alleen willen pleiten voor de belangen van ties als Brainport Eindhoven als ideaal en niet de achterblijvers, maar hij stelt hierbij tegelijk de Greenports als het gaat om kennisontwik­ kanttekeningen dat zij daarin niet te ver kunnen keling. Hij spreekt zorgen uit over particuliere doorschieten omdat zij dan de achterblijvers of geldstromen in verband met onafhankelijkheid middenmoters kwijtraken. Vervreemding van de van onderzoekers. Laan vindt dat Wageningen achterban kan in het meest extreme geval bete­ UR moet inspelen op lifecycle assessments, dus kenen dat de belangenorganisatie uit elkaar valt. de hele ketenbenadering zichtbaar maken. Laan Het PBO-model wordt bij elke discussie erover vraagt meer vraaggericht werken: aansluiten met aan de poten van het systeem gezaagd (Buk­ producten bij de afnemers. man): aanvankelijk minder taken, dan samen­ werken en dan fuseren of opheffen. De discussie Ontwikkelingen binnen de scenario's over de PBO-structuur en de productschappen Meester geeft aan dat de ontwikkelingsrichting wordt zowel vanuit ondernemers als vanuit de voor de belangenbehartiging en voor het kennis-

116 systeem in de door ons geschetste scenario's in lers in internationale (kennis-)netwerken . elk kwadrant anders zal zijn, maar de overeen­ De overheid zal nog verder terugtreden en meer komst is dat elk scenario tendensen tot verza­ aan de markt en ngo's overlaten. NGO's zullen kelijking vertoont. Voor de toekomt gelooft hij via acties in de keten en met ondersteuning van niet (alleen) in concurrentie op kostprijs, maar de mediacratie nog meer invloed verkrijgen. vooral in specifieke producten of specifieke ma­ De agrarische sector zal zich in al dat geweld nieren van produceren. We moeten vooral goed wel degelijk staande weten te houden volgens de ontwikkelingen in het buitenland blijven vol­ Meester, omdat ze over voldoende flexibiliteit en gen, qua markten en qua regelgeving. Meester slagkracht bezit. Joustra ziet dat de markt eerder verwacht dat het aantal agrarische producenten voorwaarden stelt dan de overheid. De overheid afneemt en zij bovendien nog commerciëler zul­ vult eerder minimumconcepten in dan dat zij len worden. concreet invulling geeft aan de waardevermeer­ De Nederlandse landbouw moet zich volgens dering. veel respondenten blijven instellen op globali­ Rabbinge ziet voor de toekomst vier belangrijke sering, internationalisering en verstedelijking. ontwikkelingen: Braks is van mening dat de Minister van EZ op een geïntegreerde blik op de food systems, dat termijn de Minister van Landbouw zou kunnen wil zeggen gericht op a) productie, b) verwerking worden. Meijer sluit zich daarbij aan en stelt dat en bewerking, c) distributie en logistiek en d) re- de meeste innovatie bij EZ vandaan komt. Met tailhandel. Op deze losse componenten ontstaat Rabbinge denkt Schelhaas dat de voedselcrisis een soort van zandlopermodel, waarbij een oli­ over drie jaar over is (productie kan nog aanzien­ gopolie of zelfs een monopolie in sommige van lijk omhoog) en dus niet leidt tot noodzaak van deze componenten dreigt te ontstaan. Wanneer extra overheidsbemoeienis. Schelhaas verwacht de componenten goed verbonden blijven, blijven weer een structurele tendens tot overproductie. zij ook afhankelijk van elkaar; Laan verwacht dat private partijen ook in de toe­ het doorzetten van de internationalisering, niet komst zekerheden zelfveili gwille n stellen mid­ alleen binnen Europa maar ook de opkomst van dels contracten en certificering en het instellen nieuwe sterke landen als China, India, Brazilië, van toezichthouders. Rusland en Zuid-Afrika. Dat dient de landbouw Veel respondenten verwachten voor de toekomst als kans te zien en niet als bedreiging; meer publiek-private samenwerking in de finan­ samenhang tussen landelijk gebied en verstede­ ciering en aansturing van het onderzoek, waarbij lijking: dat betekent dat metropolitane landbouw wellicht de rollen van productschappen aan her­ mogelijk moet zijn; waardering toe zijn (Schelhaas, Meijer, Maat). ontwikkelingsgericht beleid nodig in plaats van Schelhaas en Rabbinge juichen publiek-private restrictief beleid. samenwerking ook toe om niet te maken te krij­ Volgens Van der Ploeg is Wageningen UR ge­ gen met politici die het volledig voor het zeggen richt op de scenario's waarin conservering voor­ hebben (Schelhaas, Rabbinge). Zij zien het pri­ op staat, hetzij via publieke sturing, hetzij door maat van de politiek in de onderzoeksaansturing sturing uit bedrijfsleven en ngo's. Scenario's met en -financiering niet zitten. een meer ontwikkelend karakter worden (nog) niet vanuit institutionele mechanismen van Kennissysteem WAGENINGEN UR ondersteund. Volgens Van Agrariërs worden volgens veel respondenten der Ploeg is er een momenteel een enorme zelf­ in de toekomst nog meer 'electronic farmers' genoegzaamheid bij het agrarische bedrijfsleven, die zelf hun kennis vergaren. Daarmee zal zich terwijl zij op duurzaamheid niet hoog scoren. krimp en opschaling in het kennissysteem voor­ Van der Ploeg vindt het zelfreinigend vermogen, doen. Zowel in de belangenbehartiging als in het het zelfherstellend vermogen in de sector ge­ kennissysteem verwacht Meester meer Europese ring. Taboevorming treedt niet op bij individuele samenwerking. Boeren worden steeds meer spe­ ondernemers, maar bij instituties. Hij ziet geen

"7 mogelijkheden tot maatwerk richting individu­ ele ondernemers, alles moet generiek gelden. Volgens Van der Ploeg moet dat in de toekomst doorbroken worden, maar dan moet men het be- stuurstechnisch ook willen ontwikkelen.

Totslo t Kooij brengt even als Van der Ploeg naar voren dat het niet goed is om in te zetten op één oplos­ sing voor de toekomst, maar dat het beter is om meerdere varianten (zowel qua scenario's als qua visies) naast elkaar te hebben, zodat er spreiding is om op de toekomst in te kunnen spelen. Als de context verandert, verandert het perspectief en daarmee ook de oplossingen.

De conclusie is dat de discussies over de toekom­ stige ontwikkelingen van de landbouw betrek­ king hebben op de wijze van sturing vanuit drie domeinen (overheid, markt en civil society) en op het schaalniveau van de landbouw: regionalise­ ring of internationalisering en globalisering. Ke- tenafhankelijkheid, opkomst van nieuwe sterke landen, verstedelijking en nieuwe waarden zijn terug te voeren op conserveren en ontwikkelen. Zowel omtrent grootschaligheid en verdere ke- tenintegratie als voor een verdere verbreding van de landbouw wordt de ruimtelijke ordening (bij­ voorbeeld gebiedsontwikkeling of landinrichting nieuwe stijl) gemist. Een verbrede c.q. regionale landbouw ondervindt nog steun vanuit de EU, rijk, provincies en gemeenten, maar is dat na 2013oo k nog het geval? Gaan we naar een ge­ meenschappelijk plattelandsbeleid, analoog aan een gemeenschappelijk landbouwbeleid? Deverzakelijkin g die onder agrarische onderne­ mers optreedt zal ook overslaan op de landbouw­ organisaties. Bij het kennissysteem doen zich twee ontwikkelingen voor: het kennissysteem begeeft zich enerzijds meer richting het indivi­ duele niveau van de agrarische ondernemer en anderzijds meer op het schaalniveau van interna­ tionale samenwerking. Veel respondenten zien de toekomst van de Nederlandse landbouw in een niet grondgebonden landbouw, een paar respon­ denten zien ook perspectief in grondgebonden landbouw.