Achteruitkijkspiegels en periscopen van landbouwcoryfeeën Achtergrondrapport bij Dero lva n kennis en belangenbehartiging in de agrosector M. Pleijte en T.A.Vogelzan g Altena, WageningenUR, en LEI, WageningenUR, Wageningen en DenHaag, 200C) Inhoud Woord vooraf 5 1 Interview met Gerrit Braks 7 2 Interview met Harm Schelhaas 17 3 Interview met Willem Jan Laan 27 4 Interview met Jan Douwe van der Ploeg 37 5 Interview met Albert Jan Maat 47 6 Interview met Piet Bukman 55 7 Interview met Pim Kooij 65 8 Interview met Gerrit Meester 73 9 Interview met Theo Meijer 79 10 Interview met Tjibbe Joustra 91 11 Interview met Rudy Rabbinge 97 12 Synthese van en reflectie op de interviews 105 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/ ofopenbaa r gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder vooraf­ gaande schriftelijke toestemming van Alterra. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voort-vloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. REFERAAT M. Pleijte en T.A.Vogelzan g (2009). Achteruitkijkspiegels en periscopen van landbouwcoryfeeën Achtergrondrapport bij: De rol van kennissysteem en belangenbehartiging in de agrosector. Wageningen en Den Haag, Alterra en LEI, Alterra rapport 1915,118 blz. ISSN 1566-7197 Referaat: De Nederlandse agrarische sector is wereldwijd bekend om zijn kennissysteem en sterke belangenbehartiging. De afgelopen jaren is er veel veranderd in dit systeem: tal van nieuwe vormen voor het organiseren van het onderzoek zijn geïmplementeerd en er was ook sprake van veel veranderingen in de belangenbehartiging. Juist die veranderingen geven aan dat het systeem niet is vastgeroest. In dit achtergrondrapport geven elf landbouw coryfeeën hun opvattingen over het functioneren van de agrosector in het algemeen en het kennissysteem en de belangenbehartiging in het bijzonder in de toekomst en kijken hierbij ook naar het verleden en heden. Trefwoorden: (agro-)belangenbehartiging, globaliseren, internationaliseren, (agro-) kennissysteem, landbouw­ organisaties, LTO Nederland, Ministerie van LNV, Nederlandse agrarische sector, OVO-drieluik, PBO-stelsel, productschappen, regionaliseren, Wageningen UR. Dit rapport is digitaal beschikbaar via www.alterra.wur. nl. Een gedrukte versie van dit rapport, evenals van alle andere Alterra-rapporten, kunt u verkrijgen bij Uitgeverij Céréales te Wageningen (0317-466666). Voor informatie over voorwaarden, prijzen en snelste bestelwijze zie www. boomblad.nl/rapportenservice In opdracht van het ministerie van LNV (KB-7Transitieprocessen , instituties, bestuur en beleid) Alterra rapport 1915 ALTERRA WAG EN IN G EN LE WAG EN IN GEN \ Yƒ • i rwiÇ Ditrappor ti see n achtergrondrapp°rt bi)het VV \J Kj X. v4- V \J \J I- Cl -L hoofdrapport: De rol van kennis en belangenbe­ hartiging in de agrosector. Een toekomstverken­ ning (LEI-rapport, 2009-071). In de periode juli tot en met september 2008 zijn met elf deskun­ digen interviews afgenomen over hun ervarin­ gen met belangenbehartiging en het kennissy­ steem in de agrosector in het verleden, heden en in de toekomst. Het doel van de interviews was tweeledig: 1) een toets (validatie) van de kennis van de pro­ jectteamleden (volledigheid, correctheid etc.) (kennis van de projectteamleden als vertrek­ punt); 2) achterhalen van relevante en praktische erva­ ringen van externe deskundigen (responden­ ten als vertrekpunt). De inhoud van de hoofdstukken uit het hoofd­ rapport zijn getoetst door deskundigen van bui­ ten het projectteam te interviewen via een half- gestructureerde vragenlijst. Het ging vooral om het inventariseren van persoonlijke visies en niet om het uitdragen van formele organisatiestand­ punten. De interviews zijn afgenomen met erva­ ringsdeskundigen uit verschillende domeinen. Het ging daarbij om: De politiek Gerrit Braks en Piet Bukman (Twee oud-minis- ters van LNV) Het Ministerie vanLN V Gerrit Meester (Adviseur landbouwpolitieke vraagstukken van LNVe n voorzitter van het Landbouwcomité van de OESO) en Tjibbe Joustra (Ex-secretaris generaal van het ministerie van LNV) De productschappen Harm Schelhaas (Oud-voorzitter van het pro­ ductschap Zuivel) en Theo Meijer (huidig voor­ zitter van het productschap Akkerbouw) Het bedrijfsleven Willem-Jan Laan (Directeur Global Extern Af­ fairs bij Unilever) Maatschappelijke organisaties Albert fan Maat (Voorzitter van LTO Nederland) en tenslotte De wetenschap Pim Kooij (sociale en economische geschiede­ nis (aan de RuG) en agrarische geschiedenis (aan Wageningen UR), }an Douwe van der Ploeg (Transitiestudies) en Rudy Rabbinge (Duurzame ontwikkeling en Voedselzekerheid). Het hoofdrapport zou te omvangrijk worden als de interviewverslagen hierin integraal zouden zijn opgenomen. Anderzijds vonden wij het zonde als de visionaire interviews met de elf land- bouwcoryfeeën alleen 'samengevat' en 'vervormd in onderzoekstaal' beschikbaar zouden komen. De interviews bevatten zoveel interessant materi­ aal en verdienen het om zo authentiek mogelijk te worden weergegeven. Het zou om meerdere redenen, bijvoorbeeld voor vergelijkende of se­ cundaire analyses, zonde zijn om dit materiaal niet openbaar te maken en beschikbaar te stellen. Vandaar dat wij er voor kozen om een achter­ grondrapport te vervaardigen. Om dit achtergrondrapport ook zelfstandig lees­ baar te houden, is het synthesehoofdstuk uit het hoofdrapport, waarin de onderzoekers reflecteren op de overeenkomsten en verschillen in visies van de landbouwcoryfeeën, ook in dit achter­ grondrapport opgenomen. In dit achtergrondrapport presenteren we eerst de elf interviewverslagen. Het rapport wordt af­ gesloten met een synthese van en reflectie op de interviews. Wij wensen u tenslotte veel leesplezier toe. Laat u meeslepen in de verschillende interessante beel­ den en gedachten van de elf landbouwcoryfeeën. De auteurs Hoe kijkt u naar hetsucces uit hetverleden tot de omslagtijd, dieongeveer in uw verantwoordelijke ministeriëleperiode ingang is gezet? We beginnen 1 eigenlijk met eenvrij open vraag: hoeheeft belangen­ behartigingen hetagrosysteem volgens u bijgedragen aan deontwikkeling van deNederlandse land- en Interview met tuinbouwsector in het verleden? Gerrit Braks Braks: "In het buitenland spreekt men graag over het Nederlandse landbouwmodel. Men sugge­ Sint Michielsgestel, 17jul i 2008 reert dat het uniek is, maar dat is niet helemaal zo. Het is hier ontstaan vanuit de algemene DoorMarcel Pleijte en Theo Vogelzang landbouwcrisis aan het einde van de negentiende eeuw. In tegenstelling tot vele andere landen heb­ Ir. G.J.M. (Gerrit) Braks (1933) is een vooraanstaand politicus ben wij toen voor een landbouwmodel gekozen dat niet per definitie protectionistisch was, in uit een Brabants boerengezin. Hij werkte ondermeer als tegenstelling tot de situatie in veel importlanden Landbouwraad in Brussel en werd toen hij nog maar drie jaar zoals België en Duitsland die de bescherming Tweede Kamerlid was (1977-1980), minister van Landbouw vooral via grensmaatregelen regelden. De land­ in het eerste Kabinet van Agt. Na een jaar onderbreking bouwcrisis leidde tot een verpaupering van het keerde hij in 1982 weer op deze post terug tot eind 1990. platteland. Dat is algemeen bekend. Een staats­ Als minister kreeg hij ondermeer te maken met zaken commissie heeft toen op voortreffelijke wijze als overproductie, de mestproblematiek, problemen met advies uitgebracht door te zeggen: wij als export­ bestrijdingsmiddelen, het dierenwelzijn en de visfraude. Hij is land moeten niet ofweini g tot protectionistische ook nog Senator en voorzitter van de CDA Eerste Kamerfractie maatregelen over gaan, maar in navolging van geweest. Hij sloot zijn politieke loopbaan af als voorzitter de oorzaak van die crisis, namelijk de industri­ van de Eerste Kamer. In 2007-2008 was hij waarnemend ële revolutie, ook hier investeren in kennis en burgemeester van Eindhoven (Voor een uitgebreid cv saamhorigheid om onze concurrentiepositie verwijzen wij naar: www.parlement.com). Over het leven zo sterk mogelijk te maken. Vanaf dat moment van Gerrit Braks is door Hans Siemes in 2008 een boek is het systeem gaan werken; door het vergaren geschreven met als titel "Braks. Carrière met een diploma (landbouwkundig onderzoek) en verspreiden handmelken, dat door Waanders, Zwolle is uitgegeven. (landbouwonderwijs, landbouwvoorlichting) van kennis. Dat waren de belangrijkste instrumenten hi** -, van landbouwpolitiek. Aanvankelijk nog eenvou­ dig met proefveldjes en landbouwcursussen. Het ja*- i i<S groeide later uit tot het befaamde OVO-drieluik. 'm.. Natuurlijk werden er ook wel eens prijsmaatrege­ len genomen en maatregelen om de productie te r f^ / S beperken, maar het hoofddoel was het investeren •N in kennis en infrastructuur ten einde de concur­ -S?! v .1 • rentiepositie van de Nederlandse land- en tuin­ bouw te vergroten." Wasdat ookde geboorte van het OVO-drielUik? Braks: "Dat is er wel uit voortgekomen: investe­ ren in kennis om je concurrentiepositie te ver­ sterken. En niet alleen kennis. Dat was het ene luik, ik zeg het in mijn eigen woorden, ook een afdwingen. Saamhorigheid zit ook iets van vrij­ oproep tot saamhorigheid. En daaruit is het hele willigheid in. Het was een oproep tot saamhorig­ stelsel van belangenbehartiging voortgekomen heid, en daar zaten wat stimulansen in maar de bij de georganiseerde landbouw, maar ook in de landbouworganisaties zijn niet opgericht door de coöperatieve wereld. En dat is direct na de oorlog overheid. Wel gestimuleerd. In tegenstelling tot
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages112 Page
-
File Size-