T00382

Inventaris van het archief van de

Nederlands Hervormde Gemeente

Nederlangbroek, 1640-1967

L.P.W. de Graaf en W.B. Heins 1982, 2010 INHOUDSOPGAVE

INLEIDING ...... 5

INVENTARIS ...... 9

1 ARCHIEF VAN DE KERKERAAD ...... 9 1.1 Notulen en correspondentie ...... 9 1.2 Archief ...... 9 1.3 Betrekkingen met de algemene synode etc ...... 9 1.4 Ambtsdragers ...... 9 1.5 Kerkelijke grenzen ...... 10 1.6 Registratie ...... 10 1.7 Visitatie ...... 10 1.8 Godsdienstonderwijs ...... 10 1.9 Opzicht en tucht ...... 11

2 ARCHIEF VAN DE DIAKONIE ...... 12 2.1 Armenzorg ...... 12 2.2 Eigendommen ...... 12 2.2.1 Algemeen ...... 12 2.2.2 Landerijen en huizen ...... 12 2.2.3 Obligaties en schuldbekentenissen ...... 13 2.2.4 Legaten ...... 13 2.3 Boekhouding ...... 13 2.4 Financiële verantwoording ...... 13

3 ARCHIEF VAN DE KERKVOOGDIJ ...... 15 3.1 Notulen en correspondentie ...... 15 3.2 Archief ...... 15 3.3 Reglementen en verordeningen ...... 15 3.4 Ambtsdragers ...... 15 3.5 Predikantsplaats ...... 16 3.6 Personeel ...... 16 3.7 Eigendommen ...... 16 3.7.1 Algemeen ...... 16 3.7.2 Kerk, pastorie, kosters- en onderwijzerswoning ...... 16 3.7.3 Begraafplaats en graven ...... 17 3.7.4 Landerijen en huizen ...... 17 3.7.5 Obligaties en schuldbekentenissen ...... 19 3.7.6 Schenkingen, erfstellingen en legaten ...... 20 3.8 Boekhouding ...... 20 3.9 Financiële verantwoording ...... 20

4 GEDEPONEERDE ARCHIEVEN ...... 22 4.1 Archief van het kiescollege ...... 22 4.2 Archief van de jongelingsvereniging "Timotheus" ...... 22

5 STUKKEN TOEVALLIG IN HET ARC HIEF BERUSTEND ...... 23

BIJLAGE ...... 24

INLEIDING

GESCHIEDENIS

De kerk van Neerlangbroek behoorde in de middeleeuwen tot het bezit van het Utrechtse domkapittel. Zij was een dochterkerk van de parochiekerk van Doorn. Het collatierecht was evenwel in handen van de Domproost1. Daar het archief van de middeleeuwse parochie uiteraard niet meer voorhanden is, zijn wij voor de parochiegeschiedenis van vóór de Reformatie aangewezen op de schaarse verwijzingen in de wel bewaard gebleven kerkelijke archieven. Meer gegevens bieden de bronnen uit de tijd van de invoering van de Hervorming, met name de archieven van de Staten van en de meerdere organen van de gereformeerde kerk en het hier beschreven archief van de gemeente.

Bij plakkaat van 26 augustus 1581 werd door de Staten van Utrecht de uitoefening van de rooms katholieke eredienst in het Sticht verboden en de gereformeerde leer als enige publieke kerk erkend. Maar de wereldlijke overheid, waarin libertijnse regenten met een weinig dogmatische opvatting van de nieuwe leer een overheersende positie innamen, zette weinig kracht achter het hervormingsproces op het platteland. Dat was althans het geval in de periode vóór 1619, toen als uitvloeisel van de synode van Dordrecht de indeling van de gereformeerde kerk in classikale ressorten ook in Utrecht haar beslag kreeg. Neerlangbroek kwam daarbij te ressorteren onder de classis . Voordat het zover was zou nog heel wat strijd gevoerd worden tussen de orthodoxe calvinistische geestelijkheid en de tot tolerantie geneigde overheid, met als belangrijkste inzet de strijdvraag over het gezag in kerkelijke aangelegenheden. Voorlopig hielden de regenten de touwtjes strak in handen, maar om de predikanten niet geheel van zich te vervreemden werd in 1593, op last van de Staten van Utrecht, een commissie benoemd die de kerken op het platteland diende te visiteren. De bevindingen van de commissie waren weinig bemoedigend2. Vele predikanten of wat daar voor moest doorgaan waren nog min of meer de oude leer toegedaan. Ook al doordat het op dat moment aan geschoolde krachten ontbrak waren zij voorlopig door de Staten gehandhaafd, op voorwaarde dat zij niet openlijk de katholieke eredienst zouden uitoefenen.

Voor wat Neerlangbroek betreft viel dat nog wel mee, gezien de abuysen die elders werden geconstateerd. Het kerkgebouw stond er goed bij en de predikant Jan Anthonie van Bemmel hield er regelmatig zijn predikdiensten. Over Van Bemmel wordt medegedeeld, dat hij reeds 40 jaren achtereen herder is geweest van de parochie, aanvankelijk als rooms katholiek pastoor, later als gereformeerd predikant. Hij blijkt zich echter te hebben geconformeerd na de Christelijcke

1 Het rechtsboek van den Dom van Utrecht door Mr. Hugo Wstinc, uitg. door S. Muller Fz. (Werken der Vereeniging tot Uitgave der Bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht, eerste reeks, no. 18) ('s- Gravenhage, 1895), 38, 266. 2 'Visitatie der kerken ten platten lande in het Sticht van Utrecht, ten jare 1593", Bijdr. en Meded. Hist. Gen., VII (1884) 186-267. ceremonien ende gebeden achter den Catechismum3. Desalniettemin was er al sinds drie jaar geen avondmaalviering meer gehouden. De koster, Aelbrecht Claesz., genoot een inkomen van 25 gulden uit de kosteriegoederen. Er was geen schoolmeester. De visitatoren suggereerden in hun verslag om, mocht men besluiten tot aanstelling van een dergelijke funktionaris, deze te salariëren uit de kapellaniegoederen van sterkenburg. De kerkmeesters, die jaarlijks werden gekozen door en uit de buren, legden rekening en verantwoording af ten overstaan van predikant en buren. De inkomsten van de kerkfabriek bedroegen 22 of 23 gulden per jaar. Aan het slot doen de visitatoren het voorstel om Neerlangbroek met Overlangbroek te verenigen onder ds. Van Bemmel, maar deze vereniging, als die al heeft plaats gevonden, was in 1606 weer ongedaan gemaakt.

Dertien jaar later, tijdens de eerste provinciale synode van de Utrechtse kerk in 1606, kon de toenmalige predikant van Neerlangbroek Christiaan van Oyen melden dat het gehoor tamelick is ende aenwast4. Wel klaagt hij over het optreden van zekere paap, heer Steven, die zijn kudde belaagt vanuit het aangrenzende Overlangbroek. Deze Steven Ghijsbertsz. de Cruijff, in 1576 benoemd tot pastoor te Overlangbroek, was in 1593 niet onwelwillend beoordeeld dat hij bereid was om zich aan de nieuwe verhoudingen aan te passen. Kennelijk had hij zich daarmee bij de overheid in een gunstig daglicht willen plaatsen om te voorkomen dat hij van zijn standplaats werd verwijderd. Maar zijn houding in de daarop volgende jaren liet er geen twijfel over bestaan dat hij altijd een overtuigd aanhanger van de rooms katholieke leer was gebleven5.

Vermoedelijk heeft hij bij zijn zielzorgelijke werkzaamheden de bescherming genoten van leden van de plaatselijke adel, die blijkens herhaalde klachten in de notulen van de kerkeraad tot diep in de 17e eeuw in grote meerderheid Rome trouw bleven6. Als gevolg hiervan duurde het nog geruime tijd vóórdat de aanhangers van de nieuwe leer de meerderheid uitmaakten in de vroegere parochie van Neerlangbroek. Nog in 1648 wordt, naar aanleiding van de beroeping van ds. Andreas Essenius, in de notulen van de gemeente geconstateerd dat dese gemeynte, die nu eerst begon in goede ordre gebracht te worden, daer sij wel dertigh of veertigh jaren daer te voren in eenen seer jammerlicken staet was geweest, soo datteer meenigh maelen op Sondagen gantsch geen volck ter kerck en quam ende den predicant wederom moest gaen sonder prediken7. Vanaf toen ging het kennelijk voorspoediger met de gereformeerde gemeente: waren er in 1640 nog maar 18 communicanten, tien jaar later waren het er 60. Bij volkstelling van 1809 bedroeg op een totaal van 623 inwoners het aantal hervormden te Neerlangbroek 452 of ruim 70% tegenover 157 rooms katholieken en 14 lutheranen. Ten tijde van de volkstelling van 1960 was het percentage hervormden in de gehele

3 'Visitatie der kerken ten platten lande in het Sticht van Utrecht, ten jare 1593", Bijdr. en Meded. Hist. Gen., VII (1884), 198-199. 4 J. Reitsma en S. D. van Veen, Acta der provinciale en particuliere synoden, gehouden in de Noordelijke Nederlanden, gedurende de jaren 1572-1620, dl. VI (Groningen, 1897) 301. 5 'Visitatie der kerken', 197-198, 254. In 1597 werd hem door de magistraat van Wijk bij Duurstede verboden nog langer de mis op te dragen in het Magdalenaklooster aldaar, M.J. Gasman, 'Het Magdalenaklooster te Wijk bij Duurstede', Arch. Gesch. Aartsb. Utrecht, XXXVIII (1912) 106-107. 6 Inv.nr. 1: notulen 20 aug. 1648 en 9 april 1654. 7 Inv.nr. 1: notulen, 20 aug. 1648. gemeente Langbroek ongeveer even hoog met daarnaast nog ruim 90% gereformeerden en 18½% katholieken.

De afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 hebben in Neerlangbroek weinig invloed gehad. In 1836 sloten zich een aantal leden (Willem Doornenbal, Sofia Tijsseling, Willem Schaap en Neeltje Wieller) aan bij de Afgescheiden gemeente te Utrecht, later bij die te Amersfoort8. Willem Schaap, van oorsprong visboer en afkomstig van Sterkenburg, oefende in september 1837 ten huize van Willem Doornenbal, wonende aan de Langbroekerwetering. Later diende hij de gemeente te als ouderling en oefenaar. Ook bij de Doleantie gaat het slechts om enkele huisgezinnen. In de notulen van 1889 wordt melding gemaakt van het dopen van het jongste kin van Hendrik van Domselaar en Petronella van Dijk in de dolerende kerk te Driebergen. Een ander lidmaat fungeerde daar als ouderling.

ARCHIEF

Het oudste gedeelte van het archief wordt gevormd door het notulenboek van de kerkeraad, gelegd bij de instelling van de kerkeraad in 1642. Niet iedere predikant hechtte even veel waarde aan het vastleggen van de besluitvorming in de gemeente. Tijdens de ambtsperiode van ds. Johannes Tus (1654-1672) werden geen notulen bijgehouden.

Uit de notulen blijkt dat de belangrijkste bescheiden werden bewaard in de zgn. kerkekist. Dit heeft niet kunnen verhinderen dat een groot gedeelte van het archief uit de 17e en 18e eeuw is verloren gegaan. Zo ontbreken bijvoorbeeld de rekeningen van kerkmeesters van vóór 1786. Een oude ordening van het archief werd niet aangetroffen. De hier gepresenteerde inventaris volgt de regels vastgelegd in de richtlijnen inzake de zorg voor de archieven van de nederlandse hervormde kerk uit 1980.

Dat de vaak onbeduidend ogende gedeponeerde archiefjes, die men wel aantreft bij hervormde gemeenten, in werkelijkheid soms historische bronnen van betekenis blijken te zijn, wordt gedemonstreerd door het archiefje van de Jongelingsvereniging "Timotheus", waarvan de grote dichter Gerrit Achterberg (1905- 1962) oprichter en secretaris was. Veel gegevens over zijn jeugd en ontwikkeling als dichter zijn in dit archiefje te vinden.

Het archief werd in 1962 door de kerkeraad en kerkvoogdij bij het rijksarchief in Utrecht in bewaring gegeven.

BEWERKINGSGESCHIEDEN IS

Het archief van de nederlandse hervormde gemeente Neerlangbroek over 1674-1967 is in 1982 beschreven in Inventarissen van de archieven van de hervormde gemeenten Driebergen 1674-1967 Neerlangbroek 1640-1967 door L.P.W. de Graaff en W.B. Heins, als deel 35 in de serie gedrukte inventarissen van het Rijksarchief Utrecht.

8 C. Smits, De Afscheiding van 1834. Vierde deel: provincie Utrecht (Dordrecht, 1980) 122-123, 209. Aanvullingen en wijzigingen op voornoemde toegang zijn in (1998) 2001 beschreven in Aanvullingen en wijzigingen op de inventarissen 1-99 door J.H.M. Janssen, P. van Beek en T.L.H. van de Sande als deel 100 in voornoemde serie. Met terugwerkende kracht zijn door het Rijksarchief Utrecht vanaf 1985 per toegang charters afzonderlijk toegankelijk gemaakt in een lijst van charters op datum. Daarbij werden indien nodig de charters gespecificeerd door middel van het toekennen van subnummers (-1, -2, enz.) en waar mogelijk gedateerd op jaar, maand en dag.

In 2010 is besloten het archief in een afzonderlijke toegang te beschrijven en de oorspronkelijke toegang enigszins te bewerken: - onder de Inventaris zijn de aanvullingen en wijzigingen en de charterlijst geïntegreerd

Utrecht, 2010 INVENTARIS

1 ARCHIEF VAN DE KERKERAAD

1.1 Notulen en correspondentie

1-6. Registers van notulen van de kerkeraad, 1640-1954. 6 delen Bevat tevens: - lijsten van predikanten, 1604-1919 - lijsten van ouderlingen en diakenen, 1642-1688, 1805-1813 - beroepingsstukken van predikanten, 1756-1805 - aantekeningen betreffende de diakonie, 1833-1835 - notulen van het kiescollege, 1867-1950 1. 1640-1743 2. 1745-1805 3. 1816-1856 4. 1856-1884 5. 1884-1912 6. 1912-1954

7. Ingekomen stukken, 1823-1948. 1 omslag

8. Lijst van ingekomen stukken, 1816-1950. 1 omslag

1.2 Archief

9. Inventaris van het archief van de kerkeraaad, aangelegd in 1889 en bijgewerkt tot 19512 stukken

1.3 Betrekkingen met de algemene synode etc

10-14. Verordeningen, besluiten en circulaires van de algemene synode, het provinciaal kerkbestuur en de classis, 1722-1966. 5 pakken 10. 1772-1849 11. 1850-1879 12. 1880-1899 13. 1900-1932 14. 1933-1966

1.4 Ambtsdragers N.B. Zie ook nr. 1-6.

15. Stukken betreffende de beroeping en andere stukken van predikanten, 1856-1953. 1 omslag

16. Stukken betreffende de benoeming en het ontslag van ouderlingen en diakenen, 1752- 1957. 1 omslag

1.5 Kerkelijke grenzen

17. Stukken betreffende een voorstel tot samenvoeging van de hervormde gemeenten van Nederlangbroek en Overlangbroek, 1959. 1 omslag

1.6 Registratie

-. Doopregisters, 1739-1762, 1776-1803. N.B. De doopregisters 1739-1762, 1776-1803 en 1756-1765, 1787-1811 zijn rijkseigendom en bevinden zich in de verzameling retroacta burgerlijke stand, resp. nrs. 229a en b.

-. Doopregisters, 1756-1765, 1787-1811. N.B. De doopregisters 1739-1762, 1776-1803 en 1756-1765, 1787-1811 zijn rijkseigendom en bevinden zich in de verzameling retroacta burgerlijke stand, resp. nrs. 229a en b.

18. Doopregisters, 1817-1891. 1 deel

19-20. Contradoopregisters, 1842-1891; contrahuwelijksregister, 1841-1891. 2 delen 19. 1841-1878 20. 1879-1891

-. Huwelijksregister, 1739-1891; lidmatenregister, 1823-1891: 1739-1795, 1804 N.B. Het huwelijksregister 1739-1795, 1804 is rijkseigendom en bevindt zich in de verzameling retroacta burgerlijke stand, nr. 231.

21. Huwelijksregister, 1739-1891; lidmatenregister, 1823-1891: 1817-1891

22. Contralidmatenregister, 1869-1891. 1 deel

23. Doopbewijzen, verzoeken om gedoopt te worden of om een verklaring van geen bezwaar tegen het dopen van een bepaald persoon, 1892-1896. 1 omslag

24. Ingekomen akten van attestatie, met bijbehorende stukken, 1875-1956. 1 omslag

1.7 Visitatie

25. Verslagen, 1851, 1944, en andere stukken betreffende de kerkvisitatie, 1892-19531 omslag

1.8 Godsdienstonderwijs

26. Besluit van de kerkeraad, waarbij bepalingen worden vastgesteld ter bevordering van het bezoeken van school en catechisatie, 1833. 1 stuk

27. Stukken betreffende het geven van godsdienstonderwijs aan kinderen op de openbare school te Nederlangbroek, 1926-1927. 2 stukken

1.9 Opzicht en tucht

28. Stukken betreffende een klacht ingediend bij de classis Wijk door ds. J. Broekema tegen W. van Soest c.s. naar aanleiding van de doop van hun kinderen door ds. Van der Sluis, 1903. 3 stukken 2 ARCHIEF VAN DE DIAKONIE N.B. Zie ook de nrs. 1-6.

2.1 Armenzorg

29. Stukken betreffende ondersteunde personen, 1758-1954. 1 omslag

30. Overeenkomst tussen Griet Jans en de overige erfgenamen van Joest Jansz. de Cruyff over de verdeling van de boedel, 1654. 1 stuk N.B. Diakenen traden op als voogden.

31. Statistieken van het armenwezen, 1889, 1945. 3 stukken

2.2 Eigendommen

2.2.1 Algemeen

32. Leggers van roerende en onroerende goederen, 1853-1943. 1 omslag

2.2.2 Landerijen en huizen

33-33-2. Stukken betreffende de koop door de diakonie van Mijnsjen Thonis, wed. van Hendrick Jansz. van Herderwijck van een daghuurdershuisje c.a. gelegen bij het kerkhof onder Nederlangbroek, 1699-1700. 1 stuk en 1 charter 33. 1699 33-2. 1700 jan 23

34-34-2. Stukken betreffende de koop door de diakonie van Jan Jansen Lego van 2 morgen land gelegen tussen de Nederlangbroekse wetering en de Hoge wetering onder Nederlangbroek, 1706, met retroakte, 1693. 2 stukken en 1 charter 34. 1693 34-2. 1706 febr. 2

35-35-2. Stukken betreffende de overdracht door Jan van Velpen aan de diakonie van een huis staande op de Kerkbrink te Nederlangbroek, 1749, met retroakte, 1736. 2 stukken en 1 charter 35. 1749 35-2. 1736 apr. 6

36. Akte van verkoop door de diakonie aan Hermanus Johannes Tijsseling van de opstal van een huis c.a., kad. sectie A 494 en 495 en verpachting van de grond, waarop het huis staat, gelegen onder Nederlangbroek, kad. sectie A 493, 494 en 495, met bijbehorende stukken, 1862. 3 stukken

37. Machtiging van het classikaal bestuur van Wijk bij Duurstede tot verkoop van de huisjes aan de Wijkerweg te Nederlangbroek, toebehorende aan de diakonie, 1926. 1 stuk

38. Akte van huur door de diakonie van R. d'Ablaing van een huis met 1½ morgen land gelegen bij de Kromme Rijn te Nederlangbroek, 1808. 1 stuk

39. Stukken betreffende de verhuur door de diakonie van huizen en landerijen, 1765-1860. 1 omslag

40. Overeenkomst met burgemeester en wethouders van Langbroek over het plaatsen van een pomp op het perceel kad. sectie B 416 te Langbroek, 1867. 1 stuk

2.2.3 Obligaties en schuldbekentenissen

41. Stukken betreffende de belegging van gelden, 1817-1929. 1 omslag

42. Akten van schuldbekentenis ten behoeve van de diakonie, 1669-1854. 1 omslag

2.2.4 Legaten

43. Stukken betreffende aan de diakonie gelegateerde gelden, 1839-1923. 1 omslag Betreft legaten van: - M.A.E. van Lijnden van Lunenburg, 1839 - Isabella Eleana van Lijnden, 1851 - Wilhelmina Ferdinanda Françoise van Lijnden, 1858 - douarière van Jhr. mr. A.C.W. Munten geb. Warin, 1874 - Constant Theodoor van Lynden van Sandenburg, 1885 - Wilhelmina Elisabeth Charlotta van Lijnden van Sandenburg geb. Van Boetzelaer, 1905 - Paulus Stoltenkamp, 1890 - W.H. de Beaufort, 1900 - Jan Coenraad Smit, 1921 - Catharina Johanna van Weede, 1923

2.3 Boekhouding

44. Kasboek van ontvangsten, 1816-1822. 1 deel

45. Kasboek van uitgaven, 1816-1822. 1 deel

2.4 Financiële verantwoording

46-51. Rekeningen van de administrerend diaken, 1676-1946. 3 delen en 3 pakken 46. 1676-1731 47. 1732-1741 48. 1741-1776 49. 1787-1814 50. 1816-1834 51. 1835-1946

51-a-51-b. Bijlagen bij de rekeningen, (1863)1874-1921(1951). 2 pakken N.B. Vanaf 1900 zijn slechts de bijlagen van de niet aanwezige rekeningen opgenomen. 51-a. (1863) 1874-1895 51-b. 1896-1921(1951)

52. Controlerapporten, 1961-1967. 1 omslag 3 ARCHIEF VAN DE KERKVOOGDIJ

3.1 Notulen en correspondentie

53-54. Registers van notulen van kerkvoogden en notabelen, 1824-1960; notulen van stemgerechtigde lidmaten, 1870-1906. 1 omslag en 1 deel 53. 1824-1869 54. 1906-1960

55-57. Registers van notulen van kerkvoogden, 1860-1960; notulen van de commissie van beheer, 1882- 1906. 3 delen 55. 1860-1868 56. 1906-1912 57. 1912-1960

58. Registers van notulen van de commissie van beheer, 1869-1881. 1 omslag

-. Registers van notulen van de commissie van beheer, 1882-1906. N.B. Bevindt zich in nr. 56.

59-60. Ingekomen stukken, 1811-1961. 2 pakken 59. 1811-1873 60. 1874-1961

61. Registers van afschriften van uitgegane stukken, 1861-1910. 1 omslag

62. Agenda, 1790-1956. 1 omslag

3.2 Archief

63. Inventaris van het archief van de kerkvoogdij, 1854-1874. 1 omslag

3.3 Reglementen en verordeningen

64. Reglement op administratie der kerkelijke fondsen, en de kosten van de eredienst bij de hervormde gemeenten in de provincie Utrecht, 1823-1851. 1 omslag

65. Plaatselijk reglement op de administratie der kerkelijke fondsen en goederen, met wijzigingen en aanvullingen, 1869-1934. 1 omslag

66. Reglement van orde voor de vergaderingen van de commissie van beheer, z.j. 1 stuk

3.4 Ambtsdragers

67. Stukken betreffende de benoeming en aftreding van kerkvoogden en notabelen, 1823-1957. 1 pak

68. Stukken betreffende de benoeming van leden van de commissie van beheer, 1869-1906. 1 omslag

3.5 Predikantsplaats

69. Stukken betreffende de vaststelling van de predikantstraktementen, 1820-1958. 1 omslag

3.6 Personeel

70. Stukken betreffende aanstelling, ontslag en salariëring van kosters, voorzangers en lijkbezorgers, 1817-1956. 1 omslag

71. Stukken betreffende aanstelling, ontslag en salariëring van organisten, 1869-1951. 1 omslag

72. Instructie voor de doodgraver, 1920-1930. 1 omslag

73. Instructie voor de koster en voorzanger, 1869-1915. 1 omslag

74. Instructie voor de organist, 1869-1915. 1 omslag

3.7 Eigendommen

3.7.1 Algemeen

75. Besluit van de commissie van beheer der kerkelijke goederen en fondsen tot heroverweging van het besluit tot aansluiting van het beheer dezer gemeente aan het provinciaal collegie van toezicht, 1906. 1 stuk

76. Leggers van roerende en onroerende goederen, 1790-1934. 1 omslag

77. Verzekeringspolissen, 1826-1951. 1 omslag

3.7.2 Kerk, pastorie, kosters- en onderwijzerswoning

78-78-2. Stukken betreffende het onderhoud, de reparatie en de restauratie van de toren en het kerkgebouw, met plattegronden en doorsneden, 1807-1968. 1 omslag, 2 bladen 78. 1807-1968 (omslag) 78-2. Plan II, z.j. 78-3. Plan III, z.j.

79. Stukken betreffende de verhuur van de zitplaatsen, 1798-1911. 1 omslag

80. Stukken betreffende de aanschaf en het onderhoud van het orgel, 1807-1961. 1 omslag

81. Stukken betreffende de bouw, de verbouw en het onderhoud van de pastorie, 1805-1958. 1 omslag

82. Stukken betreffende de verbouw en het onderhoud van de kosters- en onderwijzerswoning, 1802- 1914. 1 omslag

3.7.3 Begraafplaats en graven

83. Akte van aanbesteding door kerkmeesters van het verhogen der graven en het leggen der zerken in de kerk, 1807. 1 stuk

84-84-2. Stukken betreffende de uitbreiding, het onderhoud en andere stukken betreffende de begraafplaats, met plattegrond, 1863-1957. 1 omslag, 1 blad 84. 1863-1957 (omslag) 84-2. Plattegrond, z.j.

85. Overeenkomst tussen de gemeente Langbroek en de kerkvoogdij over de bouw van een lijkenhuis op de bijzondere begraafplaats te Nederlangbroek, met bijbehorende stukken, 1873-1874. 1 omslag

86. Brief van burgemeester en wethouders van Langbroek aan de kerkvoogdij over het onderhoud van het lijkenhuisje op de hervormde begraafplaats, 1950. 1 stuk

87. Stukken betreffende de koop en het onderhoud van graven, 1885-1942. 1 omslag

88. Stukken betreffende de tarieven van begrafenisgelden, 1819-1965. 1 omslag

89. Begraafregisters, 1866-1939. 1 deel

-. Begraafregisters, 1786-1799. N.B. De begraafregisters 1786-1818 zijn rijkseigendom en bevinden zich in de verzameling retroacta burgelijke stand, resp. nrs. 232 I en II.

-. Begraafregisters, 1800-1818. N.B. De begraafregisters 1786-1818 zijn rijkseigendom en bevinden zich in de verzameling retroacta burgelijke stand, resp. nrs. 232 I en II.

90. Insinuatie door de pander Johan Jacob Blekman op last van de ambachtsheer van Hardenbroek aan kerkmeesters van Nederlangbroek, dat het gerecht van Hardenbroek over een eigen baar en overhoef met een doodkleed beschikt, 1793. 1 stuk

3.7.4 Landerijen en huizen

91. Stukken betreffende de koop van een huis c.a., kad. sectie Langbroek B 180, 181, 182, 183 en 183bis, gekocht door de kerkvoogdij van Johannes Wollewever ten behoeve van de verruiming van het kerkhof, 1861-1862; met retroaken, 1837-1847. 1 omslag

92. Stukken betreffende de schenking van 13 roeden 80 ellen land, kad. sectie Langbroek A 215, geschonken door Jhr. Johan Hendrik Frans Karel van Swinderen aan de kerkvoogdij, 1863. 1 omslag

93. Stukken betreffende de koop van een huis c.a., kad. sectie Langbroek B 180, 181, 182, 183 en 183bis, gekocht door de kerkvoogdij van Johannes Gerardus Querngester, 1878; met retroakten, 1875. 1 omslag

94. Koopakte van de pastorie-tiend te Nederlangbroek, gekocht door de kerkvoogdij van Hendrik van Zoest, 1888, met retroakte, 1888. 2 stukken

95. Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht houdende autorisatie tot verkoop door de kerkvoogdij van een erfpacht, groot 35 gulden 's jaars, 1848. 1 stuk

96. Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht houdende autorisatie tot verkoop door de kerkvoogdij van bomen staande te Nederlangbroek, 1852. 1 stuk

97. Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht houdende autorisatie tot verkoop door de kerkvoogdij van ca. 1 bunder houtgewas, 1853. 1 stuk

98. Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht houdende autorisatie tot verkoop door de kerkvoogdij aan Jhr. mr. J.H.F.K. van Swinderen van 2 percelen land, groot 22 roeden 20 ellen, kad. sectie B 85-89 en 42 roeden 60 ellen, kad. sectie Langbroek B 475, 476 en 477, 1864. 2 stukken

99. Besluit van het provinciaal college van toezicht op de kerkelijke administratie in Utrecht houdende autorisatie tot verkoop door de kerkvoogdij van 1 bunder 70 roeden land, kad. sectie Langbroek B 352, 1868. 2 stukken

100. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan Pieter Querngester en Gerrit van Setten van een huis c.a., kad. sectie Langbroek B 180, 181, 182, 183 en 183bis en 1 ha 58 a 30 ca land kad. sectie Langbroek B 352, 1870-1871. 2 stukken

101. Akte van verkoop door de kerkvoogdij aan Cornelis van Dijk van een huis c.a., kad. sectie Langbroek B 182, 183 en 183bis, 1882. 1 stuk

102. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan A. Jonkers van ca. 6 a land, kad. sectie Langbroek A 226, 1934-1936. 1 omslag

103. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan gedeputeerde staten van Utrecht ten behoeve van de verbetering en de aanleg van de provinciale weg Doorn- van ca. 12 land, kad. sectie Langbroek A 747 en 748, 1937-1941. 1 omslag

104. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan gedeputeerde staten van Utrecht ten behoeve van de verbetering van de provinciale weg nr. 10 Amersfoort-Cothen van 14 m2 land, kad. sectie Langbroek A 1000 (oud 978), 1944-1946. 1 omslag

105. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan het waterschap Langbroek van 8 a 70 ca weg, kad. sectie Langbroek A 222bis, 1959. 1 omslag

106. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan gedeputeerde staten van Utrecht ten behoeve van de verbetering van de provinciale weg P 10 van 115 ca grond, kad. sectie Langbroek B 1016, 1959. 1 omslag

107. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan G. van Eeden van ca. 86 m2 grond, kad. sectie Langbroek B 1016, 1959. 3 stukken

108. Stukken betreffende de verkoop door de kerkvoogdij aan de gemeente Langbroek van 1 ha 52 a 80 ca land, kad. sectie Langbroek A 234 ged., 980 ged. en 225 ged. en het recht van uitweg over het perceel kad. sectie Langbroek A 874, 1959-1960. 1 omslag

109. Stukken betreffende de verhuur door kerkmeesters c.q. kerkvoogdij van landerijen en huizen, 1784-1962. 1 omslag

110. Stukken betreffende de vestiging van het echt van uitweg, ten laste van een gedeelte der percelen kad. sectie A 745 en 746 gelegen onder Langbroek, eigendom van Arie Aalbertsen Azn. ten behoeve van de kerkvoogdij, 1913-1947. 3 stukken

111. Bestek van de vernieuwing van de "kerkebrug" met kontrakt van aanbesteding, 1801. 1 stuk

112. Overeenkomst tussen Faas Jonkers en de kerkvoogdij over het herstel en onderhoud van de brug over de Langbroeker wetering. Afschrift, 1840. 1 stuk

113. Vergunning verleend door de gemeenteraad van Langbroek aan de kerkvoogdij tot het slaan van een brug over de Snel, 1912. 2 stukken

114. Vergunning verleend door het waterschap Langbroek aan de commissie van beheer tot het leggen van een duiker in de Langbroeker dijk, 1879. 1 stuk

115. Overeenkomst tussen de commissie van beheer en burgemeester en wethouders van Langbroek over het verbreden van de sloot lopende ten zuiden van het perceel kad. sectie Langbroek B 180. Afschrift, 1884. 1 stuk

3.7.5 Obligaties en schuldbekentenissen

116. Stukken betreffende de belegging van gelden, 1853-1941. 1 omslag

117. Akten van schuldbekentenis ten behoeve van kerkmeesters c.q. kerkvoogdij, 1766-1932. 1 omslag

118. Stukken betreffende geldleningen ten laste van de kerkvoogdij, 1871-1958. 1 omslag

3.7.6 Schenkingen, erfstellingen en legaten

119. Stukken betreffende gelegateerde gelden aan de kerk, 1865-1953. 1 omslag Betreft legaten van: - Elisabeth Machtelina baronesse van Lijnden van Sandenburg, geb. Van Persijn, 1865 - W.H. de Beaufort, 1900 - Jan Antoni Godin van Westreenen, 1915-1927 - Jan Coenraad Smit, 1920-1921 - Catharina Johanna van Weede, 1923-1926 - Adriana Struve, 1923 - Clara Maria de Beaufort, 1928 - Paulina Theodora baronesse van Dedem, 1931 - Frederik Alexander Carel van Lynden van Sandenburg, 1933 - B. de Geer, 1947 - C.J. de Beaufort, 1948 - H.W.L. de Beaufort en echtgenote, 1949-1953

3.8 Boekhouding

120-121. Grootboeken, 1903-1943. 2 delen 120. 1903-1933 121. 1934-1943

122-123. Kasboekjes, ca. 1808 en 1879-1894. 2 deeltjes 122. ca. 1808 123. 1879-1894

124-125. Registers van verhuur van zitplaatsen, 1876 en 1882-ca. 1909. 2 delen 124. 1876 125. 1882-ca. 1909

126. Lijsten van ontvangen begrafenisgelden, 1871-1928. 1 omslag

127. Stukken betreffende heffing en invoering van de hoofdelijke omslag, 1873-1907. 1 omslag

128. Kohieren van de hoofdelijke omslag, 1902-1907. 1 omslag

129. Lijsten van vrijwillige bijdragen, 1908-1928. 1 omslag

130. Rekeningen van het kerkeraadsfonds, 1951-1953. 1 omslag

3.9 Financiële verantwoording

131-132. Begrotingen, 1860-1967. 2 pakken 131. 1860-1920 132. 1921-1967

133-135. Rekeningen van de administrerend kerkmeester c.q. kerkvoogd, 1786-1962. 1 deel en 2 pakken 133. 1786-1802 134. 1860-1910 135. 1921-1962 4 GEDEPONEERDE ARCHIEVEN

4.1 Archief van het kiescollege N.B. Zie ook nrs. 1-6.

136. Presentielijsten, 1896-1914. 1 omslag

137. Reglement voor het kiescollege met wijzigingen en aanvullingen, 1887 en 1916. 3 stukken

138. Stukken betreffende de benoeming van leden van het kiescollege, 1875-ca. 1950. 1 omslag

139. Presentielijsten van vergaderingen van stemgerechtigde lidmaten, 1903-1906. 1 omslag

140. Lijsten van stemgerechtigde lidmaten, 1873-1948. 1 omslag

4.2 Archief van de jongelingsvereniging "Timotheus"

141-149. Notulen, 1921-1952. 9 delen 141. 1921-1923 142. 1923-1924 143. 1924-1929 144. 1929-1931 145. 1931-1935 146. 1935-1938 146. 1935-1938 147. 1938-1943 148. 1943-1945 149. 1949-1952

150. Presentielijsten, 1923-1936. 1 omslag

151. Ingekomen stukken, 1922-1946. 1 pak

152. Jaarverslagen, 1922-1946. 1 omslag

153. Jaarboekjes voor de bond van nederlandsch hervormde jongelingsverenigingen op gereformeerde grondslag, 1924-1938. 1 omslag

154. "Genade voor genade", leerredenen van verschillende predikanten, 1926 en 1933. 1 omslag 5 STUKKEN TOEVALLIG IN HET ARCHIEF BERUSTEND

155. Groepsfoto voor het dr. De Visserhuis, z.j. 1 stuk

156-156-6. Stukken betreffende de uitgifte in erfpacht door het kapittel van S. Jan te Utrecht van een halve hoeve land gelegen onder Nederlangbroek, 1647-1761. 5 charters en 1 stuk 156. 1647 (stuk) 156-2. 1648 nov. 18, 1648 dec. 13 156-3. 1717 sept. 18 156-4. 1747 aug. 2 156-5. 1755 dec. 22 156-6. 1761 apr. 21

157. Akte van overdracht door de erfgenamen van Cornelis van Bijleveld aan Johan van Wijck van een huis c.a. gelegen achter het "Vleeshuis" te Utrecht, 1692 mei 11. 1 charter

158. Akte van uitgifte in erfpacht door het gemeentebestuur van Wijk bij Duurstede aan Herman Udo van 10 roeden land gelegen onder Wijk bij Duurstede, 1802. 1 stuk

159. Akte van verhuur door Pieter Anthony Hinlopen aan Evert Scherpenzeel van een hofstede met 29 bunders land gelegen onder Sterkenburg, 1838. 1 stuk

160. Akte van verkoop door Cornelis van Dijk aan Willem van Ginkel van een huis c.a., kad. sectie Langbroek B 183bis, 661, 662 en 744, 1912. 1 stuk BIJLAGE

LIJST VAN PREDIKANTEN VAN NEERLANGBROEK

- Anthonis van Bemmel, pastoor, (1601?) overleden - Albertus Joannis van Schagen, 1601 proponent, (1602?) naar Soest - Christiaen van Oy, 1605 proponent, 1636 overleden - Johannes Dunganus, 1637 proponent, 1639 overleden - Andreas Essenius, 1640 proponent, 1651 naar Utrecht - Johannes Tus, 1651 proponent, (1673?) overleden - Guilhelmus Mas, 1673 proponent, 1689 naar Wijk bij Duurstede - Petrus van Vollenhoven, 1690 proponent, 1739 emeritus - Johan Daniel Bender, 1739 proponent, 1756 emeritus - Cornelis van der Nieuwburg, 1756 proponent, 1761 naar Ingen - Gerhardus Reinking, 1762 proponent, 1775 naar Oost-Indië - Gualtherus Kolff, 1776 proponent, 1776 naar Elburg - Jan Rijpland, 1776 proponent, 1805 emeritus - Gerardus van den Bijllaardt, 1805 proponent, 1815 naar Batavia - Joannis Wilhelmus van Dolder, 1816 van Blauwkapel, 1819 naar Wageningen - Jan Frederik van Oordt, 1819 kandidaat, 1822 naar Alkmaar - Herman Gerrit Jacobus van Doesburgh, 1823 kandidaat, 1826 naar Schiedam - Louis Gerlach Pareau, 1827 kandidaat, 1830 naar Voorburg - Leonard Johan Frederik Janssen, 1831 kandiaat, 1831 afstand - Johannes Everardus de Voogt, 1832 kandidaat, 1835 naar Nijmegen - Johannes Christiaan Eijkman, 1836 kandidaat, 1841 naar Oosterwolde - Dirk Adriaan van der Made, 1841 van Grijpskerke, 1873 emeritus - Abraham Hendrik de Klerck, 1875 van Lopik, 1879 naar Weesp - Dirk Jan Karssen, 1880 kandidaat, 1883 naar Steenwijk - Johan Herman Wensinck, 1884 van Aarlanderveen, 1887 naar Benschop - Petrus Johan Hopman, 1887 van Ouderkerk aan de IJssel, 1889 overleden - Tobias Johannes Ringeling, 1891 van Krimpen aan de Lek, 1893 naar Diemen - Abe van der Sluis, 1893 kandidaat, 1896 naar Monster - Willem Jacobus de Leeuw, 1897 kandidaat, 1900 naar Randwijk en Lakemond - Jan Broekema, 1901 kandidaat, 1910 naar Heer Hugowaard - Nanko Warmolts, 1911 van Hazerswoude, 1919 naar Wezep - Wijbe Zijlstra, 1919 van Eemnes-Buiten, 1928 naar Kootwijkerbroek - Albert Prins, 1929 van Poederoyen, 1936 overleden - Hendrik Talsma, 1938 van Kamperveen, 1940 naar Wierden - Martinus Verwey, 1941 van Driesum, 1947 naar Melissant - Jan van der Haar, 1948 van Kamperveen, 1951 naar Waddinxveen - Johannes Kruyt, 1953 kandidaat, 1958 naar Lexmond - Hendrik van Amstel, 1958 van Ter Aar, 1968 naar Emst - Johan Egbertus de Groot, 1972 kandidaat, 1976 naar Middelharnis - Johan Kommers, 1976 kandidaat - Jan Paul Nap, 1978 kandidaat